Ingezonden stukken.
O I'D Qcfe&siï aSfctws ssgssaSi! aaa
•het ikffbs-ran «jtsmÜ «teèrijf- Hij wm van
PROVINCIAAL NIÉUWS.
UIT BERGEN.
Gisteren vergaderde de Raad om 11 uur,
voltallig. De vergadering duurde wegens de
overladen agenda onafgebroken tot half 6.
Met het oog op de plaatsruimte rijn wij niet
in staat om de discussies geheel weer te ge
ven. Wij volstaan daarom met het belang
rijkste mede te deelen. De Raadsleden hadden
ieder een getypt afschrift van de begrooting
voor zich met de Memorie van Toelichting.
Van de commissie, belast met het onder
zoek naar de begrooting, beslaande uit de
heeren bloksbergen, Swaan, Bogtman en
Apeldoorn, was daarover een rapport ver
schenen, waarop B. en W. wederom van ant
woord dienden en ook dit hadden de Raads
leden in afschrift voor zich.
De begrooting werd voor het eerst in
Bergen dus grootsteeds behandeld.
Tot het daarbij behoorende gebruik om
ook de pers afschriften te verstrekken, had
men het nog niet kunnen brengen. Blijkbaar
heeft men daaraan nog niet gedacht. Dat dit
noodzakelijk is, zal men wel niet willen ont
kennen, aangezien de pers het voertuig is,
dat de gemeentenaren van de werkzaamheden
der raadsleden op de hoogte houdt. En in de
zen democratischen tijd stelt de raad er prijs
op, dat de burgerij weet, hoe haar belangen
behartigd worden.
Na afloop der raadsvergadering was op
verzoek van den voorzitter één der raadsleden
bereid, zijn afschriften aan ons ter hand te
stellen, en bij het vluchtig inzien willen wij
reeds dadelijk verklaren, dat de heeren van
het behandelen der begrooting zeer veel werk
hebben gemaakt. Het is niet doenlijk, om
thans de Memorie van Toelichting, het rap
port en de memorie van Antwoord in het
verslag te behandelen.
Misschien wenscht onze In-en-om-den-Raad-
schrijver dit nog 'te doen. Wanneer wij
voortaan dergelijke stukken evenals te Alk
maar, tegelijkertijd met de raadsleden ontvan
gen, zullen wij vóór de behandeling, daar
over wel het een en ander plaatsen.
Na de opening door den voorzitter, ver
klaarde de 'heer Baltus, dat z. i. de notulen,
die hij liad gelezen, een onjuistheid bevatten
inzake het voorstel van den heer Bogtman,
in de vorige raadszitting, om op het gekoch
te terrein van den heer Leijen hulpgebouwen
te bouwen voor de Mulo-school. Iu de notu
len komt dit niet uit.
De heer Bogtman trachtte zich ook in de
Alkmaarsche Courant schoon te wasschen,
maar spr. houdt vol, dat de heer Bogtman
dat voorstel wèl gedaan heeft.
De heer Bogtman was van meening, dat het
er om ging, hoe hij het gedaan had en niet of
hij het al of niet gedaan had.
De heer Baltus bleef er bij, dat de heer
Bogtman dit wèl gedaan had en merkte nog
op, dat hij allerminst van den heer Bogtman
verwacht had, dat hij in een onder-onsje wil
de konkelen.
De heer Bogtman zeide, dat zijn voorstel
gedaan was om actief te blijven, wanneer het
compromis met de Berger Schoolvereeniging
zou afspringen. Spr. had gehandeld met
eerlijke bedoelingen.
De heer Baltus kwam er tegen op, dat de
heer Bogtman in de courant had geschreven,
dat het spr. en den heer Hoksbergea san
mannenmoed had ontbroken. Spr. liet zich dit
niet zeggen door den heer Bogtman.
De voorzitter sloot deze discussie en stelde
vast, dat de notulen waren vastgesteld.
Spr. deed mededeelingen van enige inge
komen stukken, waarvan wij aanstippen het
verzoek van de afdeel ing Bergen der S. D. A.
P., van den Alg. Ned. Timmerliedenbond,
van den Ned. Bond van Arbeiders in het
Zuivelbedrijf en de Ned. Ver. van Fabrieks
arbeiders, d.d. 20 December, houdende het
verzoek om het bouwen van arbeiderswonin
gen te bespoedigen en met de plannen niet
te wachten tot de aanstelling van een ge
meente-opzichter, maar daarvoor de bouw-
deskundigen ter plaatse uit te noodigen.
Adressanten zijn van meening, dat de op
zichter slechts behoort na te gaan of de wo
ningen overeenkomstig de bestekbepalingen
gemaakt worden.
In het adres wordt er op gewezen, dat het
particulier initiatief in de gemeente zich al
leen bezig houdt met het bouwen van andere
dan arbeiderswoningen en de meening wordt
uitgesproken, dat de gemeente, ook in de toe
komst wel voor het bouwen van arbeiderswo
ningen zal zijn aangewezen. Het vertrouwen
wordt uitgesproken, dat de Raad deze mooie
sociale taak zal willen uitvoeren en adressan
ten verzochten, dat de Raad in overleg zal
treden met de Huurcommissie en de woning
telling te bespoedigen, aangezien daardoor
het tekort kan worden vastgesteld en tevens
kan blijken hoeveel gezinnen, in strijd met
alle hygiënische eischen, tot schade van de
volksgezondheid een te kleine woning bewo
nen.
De heer Baltus was het er mee eens, dat de
nood nijpend wordt. Spr. wilde een oproep
aan het bord, waarbij zij, die een woning
wenschen, verzocht worden, zich op te geven,
aangezien men alleen hen mag helpen, die
reeds een jaar in de gemeente wonen. Ook de
te heffen huur wilde spr. bekend maken. Dan
weten de menschen, waaraan zij zich hebben
te houden.
De heer Hoksbergen oordeelde dat de zaak
zeer urgent was. De Raad mag den bouw
niet langer uitstellen. Spr. stelde voor, het
adres in handen te stellen van de Commissie
vta B$§*aa4! w W twï-3 "ras Krêefflera-
woningen, waarvan de heer Baltus Ud is en
waarom ook de heer Baltus op de hoogte be
hoorde te zijn. Spr. verwacht, dat die com
missie Lu de eerstvolgende Raadsvergadering
met voorstellen zal komen.
Dienovereenkomstig werd besloten.
Ingevolge een verzoek van de bewoners
van de woningen van „Roomsche Actie",
werd besloten, spoedig het raadsbesluit uit te
voeren, om de Zakedijk te beharden.
De voorzitter deed hierop mededeeling van
de door Ged. Staten vastgestelde verordening
inzake de jaarwedden van den burgemeester,
secretaris en ontvanger. Bergen was in de
vijfde klasse geplaatst. Het aanvangssalaris
van den burgemeester is nu 2800, met een
maximum van 3500. De secretaris begint
met 2500 en eindigt met ƒ3200, de ontvan
ger begint met 1500 en eindigt met 2200.
Deze regeling heeft terugwerkende kracht
voor 1919.
De voorzitter vroeg machtiging om de
mandaten daarvoor uit te betalen.
De heer Hoksbergen wees er op, dat de
Raad in dezen machteloos staat. Spr. heeft er
niets tegen om den secretaris en den ontvn-
ger, wanneer dat flinke menschen zijn, een
goad salaris te geven, omdat de Raad deze
menschen kiest en kan controleeren. Met den
burgemeester staat dat anders. Die wordt de
gemeente vanuit Den Haag gezonden. Spr.
zegt dat niet om den burgemeester onaange
naam te zijn, maar het is een misstand, aat
de burgerij een ambtenaar moet betalen, dien
zij niet aanstelt. Spr. maakte deze opmer
king, omdat hij in de toekomst gaarne zag,
dat de gemeentenaren hun burgemeester zelf
kiezen.
De burgemeester merkte op, dat daarover
al heel wat in den lande is gesproken. Ook
spreker had de mooie rede van Mr. W. C.
Bosman daarover gelezen. Spr. was het
evenwel niet heelemaal met hem eens. De re
geering kijkt wel degelijk uit of men in de
gemeente zelf de gewenschte kracht kan vin
den. Het was spr.s langdurige ondervinding
dat de burgemeester, omdat hij door het Rijk
wordt aangewezen en niet door de ingezete
nen wordt gekozen, op oen veel onpartijdiger
standpunt kan staan. Hij kan daardoor boven
alle partijen staan en dat is voor iemand, die
leiding moet geven, in deze tegenwoordige
tijden van onschatbaar belang.
De heer Hoksbergen heeft wel gelijk, als
hij zegt, dat de gemeente het moet betalen.
De heer Hoksbergen vond het salaris niet
te hoog. maar kwam er alleen tegen op, dat
een burgemeester van hoogerhand wordt ge
zonden Er zijn gemeenten, waar de burge
meesters veel particuliere belangen hebben
en zij kunnen niet onpartijdig tegenover de
belangen van de gemeente staan. Dikwijls is
het gemeentebelang in strijd met hun parti
culiere belang.
De voorzitter oordeelde, dat die woorden
zeer goed op hem konden slaan. Bij spr. gaan
de belangen van de gemeente samen met zijn
persoonlijke belangen, 's Is spr.'s overtui
ging, dat zij n belangen nooit in lijnrechten
strijd kunnen staan met de belangen van de
gemeente. Spr.'s familie verweet hem meer
malen, dat hij de belangen van de gemeente
boven zijn eigen belangen stelde. Epr. ge
loofde niet, dat er eenig bezwaar bestaat en
zou die, wanneer die zich hebben voorge
daan, gaarne vernemen. Men deed hem daar
mee groot genoegen.
De heer Baltus„Dat is een goeie zet."
De heer Hoksbergen veronderstelde, dat
men het in dit opzicht wel niet eens zou wor
den Als koopman nam spr. een ander stand
punt in dan wanneer hij het belang van de
gemeente moest behartigen. Ook de voorzit
ter was mensch en koopman.
De voorzitter: „Ik ben geen goed koop
man."
De heer Hoksbergen: „Als mensch en
koopman zal u zeggen: „Mijn particuliere
belangen moeten voorgaan". Ik maak u daar
van geen verwijt, maar oordeel dezen toestand
ongezond. Hoewel ik waardeer al hetgeen
burgemeester Van Reenen gedaan heeft voor
Bergen, vind ik toch, dat hij geen burgemees
ter moet zijn, omdat zijn particuliere belan
gen te groot zijn." Dit was spr's. persoon
lijke meening Hij wilde daarover verder geen
debat uitlokken.
De voorzitter vernaai gaarne, of de andere
heeren deze meening ook waren toegedaan.
De heer Baltus vond het mèt den burge
meester meer gew nscht, dt de burgmeester
van hoogerhand werd aangewezen. Men zou
anders een partijman krijgen en een burge
meester moet juist boven de partijen staan.
Spr. was het daarom met den heer Hoksber
gen niet eens.
De voorzitter: „Ik vraag, of het in het na
deel van de gemeente is, dat ik als belang
hebbende, burgemeester van Bergen ben."
De heer Baltus:: „Tot op heden heb ik
daarvan geen nadeel, maar wel voordeeten
kunnen zien voor Bergen."
De voorzitter zou gaarne zien,, dat men
feiten noemde.
De heer Hoksbergen: „Ik doe geen per
soonlijken aanval op u; ik waardeer, hetgeen
u heeft gedaan, maar hét is mijn meéning, dat
u, met het oog op uw groote persoonlijke be
langen, geen burgemeester moest zijn."
De voorzitter meende, dat het wel samen
kon gaan. Als dit niet het geval was, dan
moest er iets zijn, wat er tegen indruischte.
De heer Baltus oordeelde, dat juist door
het initiatief van den burgemeester Bergen
een voorsprong heeft boven andere gemeen
ten.
De voorzitter wees er op, dat het van hem
een durf was geweest, om Bergen aan Zee te
stichten. De gemeente kostte aat geen' geld.
Spr. garandeerde de tram naar Bergen aan
Zee. De werken te Bergen aan Zee zijn zeker
ten goede gekomen aan de ingezetenen.
Wanneer de weg naar zee en de tramverbin
ding daarheen niet tot stand waren geko
men; dan zouden zeker de ingezetenen niet
zóó geprofiteerd hebben.
De heer Bamaart oordeelde ook, dat Ber-
gen-Binnen niet geworden zou zijn, wat het
was, als Bergen aan Zee niet gesticht was.
De voorzitter wees er nog op, dat het goed
gegaan was, maar dat het ook tot zijn scnade
nad kunnen mislukken. Spr. meende, dat zijn
werken eerder in het voordeel dan in het na
deel van de gemeente was geweest. Gaarne
hoorde hij, waar dit niet het geval geweest
was, daar hij dit dan zou willen verbeteren.
De heer Bamaart wees er nog op, dat het
openstellen van de wandelplaateen door den
burgwnweter dt ©jÉssató ms f*crgm w
geweest.
De Heerlijkheid van de bennen der wegen
had spr. gaarne anders gezien. In Heemstede
deed de Heerlijkheid die over aan de ge
meente. Spr. zou het mooi vinden als dit
ook hier gebeurde.
De voorzitter was dit met den heer Bar-
naatr eens. Spr. had daartegen geen be
zwaren. Alleen zou de gemeente dan de zich
daar bevindende boomen moeten overnemen
tegen taxatie. Dat de Heerlijkheid de bennen
bezit, is juist een voordeel geweest voor de
gemeente. Spr. kon daardoor de wegen ver-
breeden, zonder kosten voor de gemeente,
omdat hij zich steeds op het standpunt stel
de, dat hij geen betaling voor iederen vierkan
ten Meter grond moest erlangen. Spr. had
steeds recht van uitgang verleend, maar had
geen bezwaar om met den Raad over de ber
men een overeenkomst aan te gaan.
Mep. eindigde hierop de discussie waarna
de Raad besloot, de gevraagde machtiging te
verleenen.
De Raad nam hierop in behandeling de be
grootingen, dienst 1920, van het Burgerlijk
Armbestuur, Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf,
Distributiebedrijf, alsmede de gemeente-be-
grooting.
(Wordt vervolgd)
Naar we vernemen zal het bestuur der
„Berger Schoolvereeniging" ia de Kerstva-
cantie nog gelegenheid geven' tot het doen in
schrijven van nieuwe leerlingen. Het hulp
schoolgebouw wordt op den tweeden Kerst
dag, voor ieder ter bezichtiging opengesteld.
Voor bijzonderheden zie men de in dit num
mer voorkomende advertentie.
Ds. F. W. J. van den Kieboom alhier,
komt voo op 't zestal voor predikant bij de
herv. gem. te Tiel,
UIT EG MOND AAN ZEE.
Maandagavond gaf de muziekvereeniging
„Tremolo" alhier een uitvoering voor dona
teurs en genodigden, onder leiding van den
heerf Koger uit Alkmaar. De opkomst van
het publiek was zeer matig en de afwezigen
hadden geen ongelijk. Ofschoon er flink ge
streken werd, hadden toch de stukken niet het
vereisebte peil bereikt. Er zal dan ook nog
meenig keertje gerepeteerd moeten worden,
eer over een nieuwe uitvoering kan gedacht
worden.
Beter dan de musici weerde zich-het jeug
dige zangeresje, terwijll het tooneelstukje
„Kleptomanen" den avond goed besloot.
Vooral de rol van „Vosenstaart" werd goed
weergeven en ontlokte den aanwezigen meni
ge hartelijke lach. Een1 gezellig bal hield ve
len nog lang bijeen.
INGEZONDEN MEDEDEL INGEN
VOEDZAAM
HEERLIJK
VOQRDEEL1G
BOEKAANKONDIGING.
(Bulten verantwoordelijkheid van de Redactie
De opname in deze rubriek bewijst geenszins,
dal de Redactie er mede instemt.)
„EEN BUITENGEWOON VOORBEELD
VAN HET WERKEN VAN EEN SP1R1-
TUEELE INTELLIGENTIE DOOR MID
DEL VAN EEN STERFELIJK OM
HULSEL"
Toen ik eenige dagen geleden eenige beden
kingen opwierp betreffende de zoogenaamde
„ervaringen" van en Haagsche dame op spi
ritistisch gebied, had ik de mededeeling aan
gaande deze voordracht, te Arnhem gehou
den, ontleend aan de Nieuwe Arnhemsche
Courant. Deze courant en andere bladen mel
den ons nu in het nummer van Vrijdag 19 De
cember het volgende onder hare Gemengde
I Berichten:
Ccmn Dsyte m tlét Spiritism.
Sir A. Conau Doyle, de schrijver, die gelijk
men weet in den laatster tijd hoe langer hoe
meer in het spiritisme is opgegaan, deelt in
een brief aan de Daily Mail een wonderlijk
geval mee.
Hij herinnert eraan, dat de pioniers van het
spiritisme al voorspeld hebben, dat de ont
wikkeling van de nieuwe leer zou gaan van de
grove materieele verschijnselen in de richting
van de fijnere en meer intellectueele bewijzen,
waarvoor het menschelijke ras ontvankelijker
is. Het geklop van geesten, de opheffing van
voorwerpen en zelfs de materialisaties, zijn
minder gewoon geworden. Het bewijs in dit
opzicht is geleverd en dit stadium schijnt nu
zijn einde te naderen. „Aan den anderen kant
hebben wij nooit daarvoor zulk een overvloed
van de fijnere fazen van de tusschenkomst der
geesten, van geesten-fotografie, geinspireerde
schriftelijke mededeelingen en teekeningen en
van de helderziendheid of waarnemingen van
geesten gehad."
Een der laatste voorbeelden op dit gebied
zijn teekeningen, schilderijen en pastels van
Christus-koppen, gemaakt door mevrouw
Spencer, de schoondochter van burggravin
Churchill. Mevrouw Spencer heeft kort voor
den oorlog ontdekt, dat zij, hoewel zij nooit
eenigen aanleg voor teekenen of schilderen
had bezeten, de gave had om potlood en pen
seel, als bet ware onwillekeurig en bij inspi
ratie bestuurd, te hanteeren.
Aan alle twijfelaars 'beveelt Sir Arthur Co-
nan Doyle aan, eens te gaan kijken naar een
Christus-kop in de Walker-galerij in New
Bondstreet, die mevrouw Spencer geschilderd
heeft, 't Schilderij is, naar zijn meening, de
mooiste kop van den stichter van den christe-
lijken godsdienst die ooit door een kunstenaar
geschilderd is, en hij kan zich heel goed be
grijpen dat „een groot schilder te Parijs, toen
hij den geteekenden tegenhanger van dit
schilderij zag, onmiddellijk op de knieën viel."
Het is dan ook vervolgt Sir Arthur
een wonderbaarlijk kunstwerk met al de ziel
erin die zoozeer ontbreekt bij de oude mees
ters, wier Christus- en Maria-portretten zeer
dikwijls allervulgairst en sterk materieel zijn.
„Toch is dit wonderbaarlijke werk in enkele
uren uitgevoerd door een dame, die, naar
haar familie mij verzekert, niet de macht be
zit tot een artistieke uiting als zij in haar ge
wonen toestand verkeert. Het is een buitenge
woon voorbeeld van het werken van een spiri-
tusele intelligentie door middel van cea ster
felijk omhulsel."
De Daily Mail geeft een reproductie van
het schilderij van mevrouw Spencer. De af
beelding geeft een extatisch opgeheven Chris
tus-kop, van ter zijde gezien, weer, maar laat
niet toe, over de artistieke hoedanigheid van
het schilderij te oordeelen.
Burggravin Churchill heeft nog aan een re
dacteur van de Daily Mail medegedeeld, hoe
haar schoondochter tot teekenen en schilderen
gekomen was. Zij had nooit les gehad, maar
kreeg opeens een behoefte om te teekenen en
nam toen de kleurkrijtjes van haar dochtertje.
Zij teekende dadelijk een volmaakten Chris
tus-kop op een stuk papier. Zij "was zoo onder
den indruk van haar praestatie en voelde zich
zoo zeker, dat zij het weer zou kunnen, dat zij
zich schildergerei aanschafte. Als zij teekent
of schildert, kan zij 'n gewoon gesprek blijven
voeren. De eerste Christus-kop dien zij schil
derde, kwam onder de oogen van een Frarisch
deskundige, die er dadelijk zonder lijst 150
voor bood. Hij zeide, dat hij, na ae oude
meesters, nooit zulk schilderwerk had gezien.
Het verwonderlijke was nog, dat de kop on
dersteboven geschilderd werd. Mevrouw Spen
cer werkte er drie uur achtereen aan en was,
toen zij klaar was, benieuwd wat zij gedaan
had. Pas toen zij het doek omkeerde, zag zij
dat het een Christus-kop was.
De Daily Mail oordeelt minder gunstig
over de bedoelde kunstproducten.
Ik heb den geachten Hoofdredacteur van de
„Alkmaarsche Courant" met opzet verzocht in
zijn blad den geheelen tekst over te willen ne
men, omdat ik niet den schijn wil hebben iets
uit dit bericht onjuist op te geven.
Ook nu wil ik met mijne bedenkingen aan
komen.
Ik behoef niet te verklaren, dat de beroemde
naam van Conan Doyle niet de geringste
waarde aan of tegen zijne opvatting der
hoofdkwestie bij kan brengen. Een geestig
romanschrijver kan al of niet vreemdsoortige
meeningen hebben en uiten op het gebied, dat
tot de geestelijke wetenschappen behoort. 'Het
bestaan en voortbestaan van de menschelijke
ziet voor en na de geboorte of den dood van
ieder gewoon menschenkind is eene zaak van
philosophic evenals van godsdienst. De be-
oórdeeling en bespreking daarvan kan en
mag heden ten dage niet beslist worden door
eenig gezag ter wereld.
Elk denkend mensch heeft het recht zijn
oordeel daarover te laten gaan. Op dit terrein
bestaat slechts ééne rechtbank, die van het
denken. Dat denken moet zich kunnen uiten
langs logischen weg, dat wil zeggen, dat men
niet zonder grond en bepaalde reden vast mag
stellen en als waarheid verkondigen iets,
waar men geen redelijke bewijzen voor kan
opgeven.
De leer van het niet-zijn na den dood, en
zelfs daarvóór schijnt alleen in het oude In-
dië voor de menschen van zekeren godsdienst
iets aantrekkelijks te hebben gehad. Een aan
tal volken heeft langen tijd aan geen persoon
lijk voortbestaan na den dood gedacht, terwijl
ven menige natie ook in vroegere dagen aller
lei voorstellingen omtrent straffen en zelfs
soms omtrent belooningen in een ander leven
hebben bestaan. Het aannemen al dan niet
van deze voorstellingen is 'n geschiedkundige
waarheid. Bij Egyptenaren en elders zijn ze
zeker niet zonder invloed geweest op het zede
lijke leven der meest ontwikkelden. Ook bij de
Grieken kan men duidelijke bewijzen daarvan
vinden. Bij menig volk kende men daarom een
soort van bezwering, zoodat geesten van af
gestorvenen door zekere personen opgeroepen
en opgewekt werden zoogenaamd om iemands
lot te voorspellen. Men aenke hier aan de ge
schiedenis van Koning Saul en de profetes of
toovenares te Endor. Diezelfde koning had
dergelijke daad op doodstraf verboden. Hij
vond zoo iets dus verkeerd, terwijl hij er waar
heid in zag. volgens 't Bijbelsch verhaal.
'In onze aagen leert men algemeen, dat het
oude Israel geen onsterfelijkheid kende, ter
wijl de leer der opstanding uit de dooden wel
degelijk van Christelijk Bijbelschen oorsprong
is.
Nu doet zich ia onze dagen het feit voer,
fe Jj5üfflO:3r, óSttös!
te?cshi aiJUt dsi/ï^.1 -fua 'j«as bsa^sï evx
eeu waterpa* iea jaadseri-a »va den tiiameraasn
de Gtau* ta "Warmanhuistëa, 5fsplM®cl aldaar
op 4 September uit de directiekeet yah een
bouwwerk te Warm en L u izenBe beitel' be
hoorde aan get, P. O. -J. d® Geus en den wa
terpas aan diens br oeder, nies als getuige ge
dagvaard.
Beklaagde, in zeer armzalige kleederen ge
buid, erkende bet feit Hat' ia een flinke
jonge kerel van 22 jaar. Hij was door het
raampje in de keet gekomen, i
Hij bad niet voldoende gereedschappen en
hem was te verstaan gegeven, dat hij daarom
niet op het werk kon blijven, aldus de verkla
ring van beklaagde.
Be officier releveerde dat bekl. herhaalde
lijk is ontslagen, maar ZEid. wil nog ééne po
ging wagen en stelde voor belk. voorw. te ver-
oordieelen tot 4 maanden gev. met 3 jaar
proeftijd.
Be verdediger, mr. A. M. de Lange, heeft
langdurig met beklaagde gesproken. Hij staat
voor de eerste maal, 't is geen belangrijke
diefstal, terecht. Be voorwerpen kunnen on
geschonden worden terug gegeven. Hij heeft
het gedaan, niet om drank te koopen, maar
om aan gereedschap te komen. Verdediger
vindt ham meer sympathiek, daar hij op de
sitting voorkomt. Hp heeft zich voorgeno
men ncoit moer te stelen. Hij rit nu reeds
maanden in voorarrest; Er is geen vrees voor
vlucht of herhalen. Hij heeft nu voor dit de
lict voldoende straf gökregen. Be huizen van
bewaring zijn overvol. Hij1 zit nu reeds twee
maanden in gemeenschap van anderen. En
met" het oog op do gunstige getuigenis van
Pro Juvendute en 'het a.s. Kerstfeest vroeg
pleiter hem aan zijn aanstaande en zijn fami
lie vóór het groote Vredefeest terug te geven.
Daarom hoopte pleiter dat 'de rechtbank hem
nog heden in vrijheid te stellen en hem tot
een voorw. straf te veroordeelen.
Be officier zeide zich tegen dit verzoek te
moeten verzetten om redenen die ZEw. nader
aantoonde. Be rechtbank sc'ho-rstte echter de
zitting en begaf zich in raadkamer en deelde
mede dat er geen termen zijn gevonden hem
direct in vrijheid te doen stellen en bepaalde
de uitspraak op heden middag 2 uur.
BEDREIGING MET ZWARE MISHAN
DELING OF DOODSLAG.
De 22-jarige werkman Cornelis K., wonen
de te Zuidscharwoude, thans vertoevende in
de strafgevangenis alhier, staat terecht ter
zake dat hij cp 21 Sep ember den 19-jarigen
Th. Sneekes, molenaar te Oudkarspel, bad
gedreigd met doodslag of «ware mishandeling
door op 'hem een dubbelloops jachtgeweer te
richten. Sneekes, bevreesd voor zijn leven,
liep weg en hoorde toen een schot vallen. Hij
werd niet geraakt. Sneekes had het tevoren
met den broeder van beklaagde gehad en toen
was beklaagde Sneekes op de fiets wezen op
zoeken met het geweer bij zich en had hem bij
zijn woning gezegd dat het nu maar uit moest
zijn.
Beklaagde zeide dat het zoo niet was ge
gaan. Hij had het geweer medegenomen om
dat hij vreesde dat Sneekes een aantal vrien
den bij zich zou hebben. Ze hadden hem vroe
ger ook al eens bewusteloos geslagen. Hij
had niet op Sneekes geschoten om vrees te
wekken maar hij had heelemaal die bedoeling
niet om S. te raken. Sneekes wilde 't met hem
uitmaken, maar hij zeide dat 'hij niet kwam
om te vechten.
De Officier v. Justitie achtte het ten laste
gelegde bewezen uit de verklaring van den
eenigsten getuigen en de aanwijzingen, waar
op ZEd. 8 maanden gev. vorderde.
Beklaagde zeide het niet met een 'kwade be
doeling te hebben gedaan en beloofde een be
ter leven te zullen gaan lijden.
MELKVERViAL'SOHING.
Vervolgens werd op het bankje der beklaag
den gerequireerd Joh. K., veehouder té Wie-
ringen, aan wien was ten laste gelegd verval-
aching van melk gepleegd op 23 October.
Beklaagde was niet verschenen, doch heeft
buitengerechtelijk erkend.
Hij had aan Bregetta Post afgeleverd een"
hoeveelheid melk, van welke melk de rijks
veldwachter Admiraal, die rich te voren reeds
in de woning van Brigetta Post bevond, een
gedeelte in beslag was genomen.
De 'heer Wanna, scheikundige te Alkmaar,
heeft deze melk onderzocht en bevonden dat
de verdachte melk 40 procent water bevatte.
Eisch 1 maand gev.
BEDRIEGELTJKE BANKBREUK.
De 44-jarige koopman IJsbrand St. te
Enkhuizen, thans ged. in het huis van bewa
ring alhier, stond terecht ter zake het feit,
dat hij terwijl 'hij in staat van faillissement
verkeerde aan den boedel heeft onttrokken
een partijtje goederen. Deze goederen werden
do-or den vrachtrijder Heering weggehaald en
geexpedieerd naar den vader van beklaagde.
Deze heeft toen een hoeveelheid huisraad
medegegeven. Hij ging zelf mede naar Hoog-
'karspel, waar ht op den trein werd gezet en
verder vervoerd naar Amsterdam.
Hij erkende dit alles, maar dacht niet dat
hij er kwaad mee kon.
Mr. D. Sluis, advocaat en procureur te
Alkmaar, curator in het faillissement1 ver
klaarde op 2 Nov. boedelbeschrijving te 'heb
ben gemaakt. Beklaagde heeft toen aan ge
tuige gezegd, dat er nog meer goederen waren
die 'hij had weggezonden en deze had' 'hij te
Amsterdam voor 35 verkocht. Dit geloofde
curator niet en heeft toen op 12 Nov. ten
huize van 'Gerrit S., den vader van beklaagde
te Sloterdijk, verschillende goederen aange
troffen, alsook bij Klaas St., broeder van bekl.
verschillende levensmiddelen en meubelen,
ook aan den boedel van failliet onttrokken.
Eii'sch6 maanden gev.
Mr. Offers, toegev. verdediger van beklaag
de, noemde het een niet zoo ernstig delict als
de officier zulks voorstelde en voerde ver
schillende verzachtende omstandigheden aan
die de schuld van beklaagde kunnen verklei
nen, op welken grond verdediger een voorw.
straf voorstelde en onmiddellijke invrijheid
stelling, waartoe geen termen werden gevon
den. Uitspraak over 8 dagen.
BE1LEEDIGING.
De slager Jacob v. d. S., te Koedijk, heeft
op 22 Oct. zijn medeslager en dorpeling, Jb.
Groot, toegevoegd de niet zeer vleiende woor
den: je bent een dief, ploert en schurk. Be
klaagde die niet is verschenen, is ook reeds
veroordeeld wegens mishandeling van dien
selfden 'getuige. Eisch f 25 boete subs. 10 d.
VERBODEN VERVOER VAN KAAS.
Vsor dit feit stond terecht Fred, de B., 20
jaar, pakhuisknecht te Helder. Hij heeft zich
de verbedeh eps.1 irg niet o® de hoogte. Eisch
3 boete sub®. 3 dagsn hechtenis met ver
beurdverklaring.
Ook stond voor een dergelijk feit, gepleegd
op 20 Oct., terecht de voerman Jacob v. d. B.
aldaar, Eisch slaveren met verbeurdverklaring
van de kaas.
Ook Hendir. D., winkelbediende te Helder,
werd een dergelijk feit ten laste gelegd, ge
pleegd op 30 Óct. Eischalsvoren.
Ten slotte moest zich voor een dergelijk de
lict nog verantwoorden de pakhuisknecht L.
J. T. v. L. te Helder. Eisch: alsvoren.
Hierna pauze tot 2 uur.
UITSPRAAK.
Na 'heropening der geschorste terechtzit
ting werd uitspraak gedaan in de zaak contra-
Adrianu® V. ter zake diefstal en veroordeelde
de rechtbank hem conform den eisch van bet
O. M. De veroordeelde werd, om tactische re
denen, nog niet in vrijheid gesteld.
Practisch Schaakibo ek.
Bij de bekende Atkm&arsche uitgeversfirma
Geiir. Kluitman heeft van bovengenoemd
wenk een nieuwe verbeterde druk 'i licht ge
zien. Dit boek ia zoo als men misschien weet
een bewerking van het bekende boekje van
Ailphons van Breda. De heer A. A. J. Ridder
hof -heeft van dit boekje en hoek gemaakt. De
vierde druk telt nu 230 bladzijden. De eerste
60- bladzijden zijn geheel bestemd voor den
beginner. Voor hem wordt daarin alles op de
helderste wijze uitgelegd. Vijftig bladzijden
zijn daarna gewijd aan de spel openingen: dit
is voor de eenigszins gevorderden. Alle ope
ningen worden er duidelijk behandeld. Na de
eindspelen krijgt men in zestig bladzijden een
'keur van gespeelde partijen, die voor hem, die
met aandacht bestudeert, de schoonheid van
het schaakspel wel zullen openbaren. Ruim
schoots zijn deze partijen van aanteekeningen
voorzien. Van de meest bekende en beroemde
meesters zijn partijen opgenomen.
De rest van het boek geeft veel leerzaams
over de schaakproblemen. We mogen dus wel
zeggen dat-'t schaakspel in zijn geheel behan
deld wordt.
Ten einde het hoek zooveel mogelijk onder
't bereik van iederen schaakliefhebber te
brengen, is de prijs van het keurig verzorgde
werk bepaald op 2.50, wat voor dezen tijd
zeker geen hooge prijs kan genoemd worden.