Dc biandstultencomniisiiie te Aliiimai i FEFTLLETON. P© Hoeye in 't Broek. Bonderd tww n trtnttsstB Jaargaig. Hon diM d".nr 5 K' briia ri atolt beachikbaar op do baide boo# 10 d'er mi- nimumrantsoonkttart (witte kaart), indien dus/nog in bet bezit dor houder* r.ijn: ANTHRACTET, GASOOKES, E1EE- KOLEN, STEEINKOfLEN en BEIKETTEN, terwijl op do beide bona 0 tot nadere aankon- diging beachikbaar blijft GAiSCDKES, STEENKOGLEN en BEI KETTEN alsmede op de Bona lager dan 9 ANTHKIAOIET, GASOOKES, EIERtKO- I JEN, STEENKOLEN en BEIKETTEN. De Gascokes tot een maximum van 2 H.L. per halve maand. Namano de Brandsboffen-'Commissie, J. H. JAOOBSE, Directeur-Adminiatrateur. PROVINCIAAL NIEUWS. VEREENIGING VAN OUDLEERL1NGEN VAN DF.N RIIKSLANDBOUWWINTER- sCHOOL TE SCHAGEN. la de middagvergadering aprak de heer V. R, IJ. Croesen, Directeur der Land- en Tuinbouw-Onderlmge, een rede uit over de in validiteitswet. Spr. begon, met er op te wijzen, dat het ten eer cnmale onmogelijk was, om van de invali diteitswet met haar 411 artikelen ook maar cenigermate een volledig overzicht te geven. Spr. zou zich bepaleu tot de hoofdzaken en meer in het bizonder tot datgene. wat voor het land- en tuinbouwbedrijf van belang is. In de tweede plaats wcnschte spr. te verzoeken, waar hij eerder het tegendeel dan waardeerend over de invaliditeitswet zou spreken, dit voor- al niet verkeerd op te vatten en zeker niet z66, dat hij den Raad zou gevcn om zich me! alle mogelijke middelen tegen die wet te ver zetten. Dit was allerminst spr. bedoelin, Wij hebben die wet nu tenmaal en zoolang de wet z66 is en nifet anders, zijn wij alien verplicht, die bepalingen te gehoorzamen. Wanneer wij meenen, dater groote fouten zijn gemaakt, dan moeten wij den gebruikelijken weg volgcn en trachten, wijzigingen te krijgen. Men moet aU staatsburger echter beginnen, de verplich- tingen, door de wet opgelegd, na te komen. In 1913 is de invaliditeitswet door de beide Kamers aangenomen en daarna in het Staats- blad geplaatst. Een paar artikelen, betrekking hebbende op de ouderdomsrente, traden dadelijk in wer- king, maar verder werd de inwerking-treding van de wet 3 jaar uitgesteld en toen die 3 jaar om waren, werd de termijn nog eens verlengd en zoo is de wet van 5 Juni 1913 pas 3 Dec. 1919 tot uitvoering gekomen. Personen, die zich op de hoogte houden van wat er in de maatschappij omgaat, konden weten, dat de wet aangenomen was en uitge- voerd zou worden eq het gaat dus niet aan, te beweren, dat door de wet plotseling iets is jedrongen. let de invaliditeitswet is voor het land- en tuinbouw-, veehouders- en boschbedrijf boven dien niet die uitzondering gemaakt, die voor verschillende wetten wel toegepast ziin. Het doel van de invaliditeitswet is, in die eerste plaats een ouderdomsrente te geven aan de arbeiders, die 65 jaar geworden zijn. In de tweede plaats om? wanneer diezelfde arbeider v66r zijn 65ste jaar invalide is ge worden. een invaliditeitsrente te geven en in de derde plaats om, wanneer die verzekerde arbeider komt te overlijden door een ziekte of ongeval, aan zijn weduwe een weduwenrente te geven en aan zijn kinderen, voor zoover die zijn beneden de 14 jaar, een weezenrente uit te keeren. De wet bedoelt dus 4 dingen. In den zin der wet is arbeideriedereen, die den leeftijd van 14 jaar bereikt heeft en in loondienst arbeid verricht en niet meer dan 1200 per jaar verdient. Als overgangsbepaling J3 bepaald, dat ge- durende de eerste twee jaar na 3 Dec. 1919 iedereen, die in loondienst arbeidt, en niet meer dan 2000 per jaar verdient, cok be- schouwd zal worden als arbeider. Verzekeringsplichtig arbeider is volgens de wet; ieder arbeider van zijn 14de tot zijn i5i - Hlet was er hem niet om te doen het gevrees- ue hand*werk voort te zetten dat zijn vader en zijin broers haddteni beoefend. Hij wildle im mens maar de hoeve hebben om daarop als een vrije boer te leven. Dat was zijn goed repht, want hij was een1 Baginsky en evenmin als die wted'uwe van een koning het rijk ver- kcopen mochit, zoo stond het toch ook zijn moeder niet vrij om over zijin erdeel te be- schikken, zonder hem erin te kennen? Want al was zij| dan ook zijn moeder, op den grand1 die van oudsher aan de Baginsky's hoorde, was zij toch altijd eeni vreemde, die in de sinds eeuwen bestaande erfopvolging niet eigenmaclvtig mocht ingrijpen. lEm als tenslotte dat alios met hielp, dan zou hij haar alleen maar vragen, wat zij als een geboren Slkowronnck zou zeggen, als de Liesker's-hoeve waarop haar vader van ouds her gezeten had, op eenmaal1 in vreemde han* den kwam! Maar het zou immers heelemaal niet komen tot de vraag wat recht of onrecht was, want ze was immers zijn moeder, zijn lieve, goedhartige moeder! Als hij haar dan eens heel innig in zijn amen nam en haar een harielijken kus gaf, dan moest alle tegenstand toch wel wiiken? Bij die gecfachte alleen, dat hij nil zoo spoe- dig de zachte hand van zijn moedter in de zij- ne zou houden, zwol zijn hart van blijde ver- wachting, en vroollijlk stemde hij in met het lied, dat eeni paar honderd schreden v66r hem uit, door een hooge stem gezongen werd ,Wat staat ge toch.. elzonboom, treurig in 't da'l?" De woordlen had1 hij vergeten.-maar de wij's was hem bijgeblevea, !";ewel hit nog eea kind ■■m. teen hij ze de laatste Mi deer 4> dimatemfldai in 4m qpiakir Jntr. Mar, die m fit* •'"-"iSTOt, dat arbeider wordt, ouder is dan 35 jaar, vai niet meer onder de verzekeriug van de invali diteitswet. maar dat wil uiet zeggen, dat iemand, die v66r zijn 35ate jaar verzekerings plichtig arbeider was, ophoudt, door het over- schrijden van zijn 35 jarigen leeftijd, dit te zijn. Men blijft dit tot het bereiken van zijn 65ste jaar en verder is er een overgangsbe paling in de wet opgenomen. die de leeftijds- grens van 35 jaar gedurcnde de eerste twee jaar na 3 Dec. '19 buiten werking stelt. zoo- dat op het oogenblik verplicht-yerzekera ar beider is; ieder arbeider, die in loondienst arbeid verricht voor minder dan 2000 per jaar tusschen den leeftijd van 14 en 65 jaar. Onderscheid tusschen losse en vaste arbei ders wordt niet gemaakt. Iemand, die ten dag per week bij eeq ander werkt, is verzekeringsplichtig arbeider. Dit geldt ook voor werksters, huisnaaisters en der- gelijke menschen. Ook vallen, die inwonende kinderen, die in het bedrijf als regel meewerken, onder de wet. De kinderen. die een hoogst cnkelen keer de handen uitsteken. vallen er niet onder, maar wel zij, die dat als regel doen. In de tweede plaats is van belang, wie in den zin der wet werkgever is. Men kan zeg gen, het spreekt vanzelf, dat dit degene is, die het loon uitbetaalt. Maar in het land- bouwbedrijf komt daarbij ten specaal geval voor, dat aanleiding geeft tot moeilijkheden en dat is de kwestie met het aangenomen werk. Wanneer een boer cen stuk land !aat drai- neeren en dit laat aannemen en aau den aan- nemer overlaat, hocveel arbeiders hij daarvoor wil gebruiken, dan is het de vraag, wie op dat y^j-mbiik de werkgever is, die aan de be- sn der invaliditeitswet moet voldoen ij, die net land laat draineerea of hij, die dat draineeren heeft aangenomen. in de wet is dat niet bepaald en hen antVvoord op die vraag kan c'.: alle n iaags dec weg der rede- jeering gevonden worden. Diezelfde vraag i3 herhaaldelijk voorgeko- men bij de Ongevallenwet 1901 voor de in- dustrie en alle geschillen, die daaruit voortko- men, worden berecbt door den Raad van Be- roep en in hoogste instuatie door den Cen- tralen Raad van Beroep te Utrecht. Waar de geschillen inzake de Invalidi teitswet door precies denzelfden beroepsrech- ter zullen berecht worden als bij de Ongeval lenwet, mag men aannemen, dat, wat daar een gewoonte is geworden, ook wel voor de invaliditeitswet Als geldend aangenomen zai worden. Bij de ongevallenverzekering wordt aange nomen, dat men ook bij aangenomen werk werkgever is, ais er een bizoraeie verhouding bestaat tusschen den opdrachtgever en ae menschen, die het werk uitvoereu en wel dan., wanneer die verhouding een zoodanige is, dat de opdrachtgever kan zeggen tot die men schen Je moet vandaag werken en morgen niet; je moet aan dat deel van het land be ginnen en niet aan dat. Wanneer dus de ar beiders den iastgever hebben te gehoorzamen, niettegenstaande het werk door een ps:aoon is aangenomen. Wanneer men heeft laten aannemen en niets heeft te zeggen over het werk, maar heeft af te wachten, tot de aannemer van dat werk komt berichten, dat het is uitgevoerd, en er dus tusschen dengene, voor wien het werk ge- schiedt, en de arbeiders, die het uitvoeren, geen gezagsverhcuding bestaat, dan is men geen werkgever, maar is dit de man, die het wprk heeft aangenomen. Bij de invaliditeits wet zal hetzelfde wel het geval zijn. De premie voor de invaiiditeitsverzekering moet als regel betaald worden door den werk gever. En uu kom ik even terug op datgene, wat ik vanmorgen gezegd heb, toen ik zocht naar een rechtsgrond voor het laten betalen van de ongevallen-verzekerings-premie door den werkgever. Ik heb toen gezegd: De onge- vallen komen uit het bedrijf voort, dus moet het bedrijf de kosten van die ongevallen dra- gen, maar de ouderdom en de invaliditeit ko men niet of niet geheel uit het bedrijf voort. Ik kan mij voorstellen gevallen van invalidi teit of vervroegde ouderdom als gevolg van het bedrijf, maar ik kan mij ouderdom en in validiteit ook voorstellen als gevolg van om- standigheden die niet met het bedrijf samen- hangen. En daarom was dan ook de vroegere 'glossing van de invaliditeitswet, dat de pre- v door den werkgever en door den werkne- samen betaald moest worden en wel ieder voor de helft. Maar bij de laatste wijziging van de invaliditeitswet heeft. men gezegd, dat de premie betaald moet worden door den werkgever alleen. Dit besluit ziet er nog al mer of bij het kippenplukken geihoord had. Maar sindis gisteren was het hem tie moede, alsof hij ver van zijn geboorteplaats had door- gebracht alsof hij al dien tijd verdroomd en verslapen had en als sloot ziin leven nu bij het ontwaken weder aan den laatsten dag in het ouderhuis aan. Zoo had hij immers ook gisteren zonder falen de Id a nk-van zijin moe- dertaal weergevondlen en bijna geen enkel woordi was hem ontschoten, hoewel hij toch al die jaren Duitsch giesproken en gedacht had. Samuel G'uzek had zich daar t^melijk over verwonderd en ten slotte met genoegen opgemerkt, dat ais iemand eenmaal iets echt te pakken heeft, dan zweet hij het er niet uit, al stop je hem ook in een bakkersoven. Onwillekeurig verhaastte hij zijn schreden om het zangstertje, wier roode rok vroolijk door de struiken heenscheem, in te halen Mis- schien kreeg hij' nu wel een eindlweegs gezel- schap en een aanspraakje! r,Zoo kind!, goeden dag I Waar ga je naar toe?" Het jonge meisje bleef staan en1 keek onder haar llchite hodfddoek naar hem uit. Over den schouder droeg zij een hark en bijna had ze daarmee bij het omkeeren Jan's zwarte se minarie-hoed van zijn hoofd geslagen. Toen iachte zij en antwoordefe in het Duitsch ietwat snibblg: ..Waar ik heenga? Hier en daar en overal. Wat mij betreft, ge- loof ilk, dat we elkaar nu nog niet zoolang kennen dat u mij aanspreekt met jij en jou! Jan kreeg een kleur van verlegenheid, en hij was al een eind naast het jonge meisje voortsgegaati, vootid'ai! hij een antwoord von a1. Dat was trou/wena geen wonder, want het eenige vrouwelijke wezen. waarmee hij in die jaron somtijds in aan raking waa gekomen, was de»bejaarde vrouw varit den pedd ge- weest en cat had' gewoonlijk slecht* betrek king gehad op het onderhoud van zijn lin- waar aesst hij dan nu iaMas da cmscltuRBg oft, Mxatr als mm tat de ourir doordringt, dan blijkt het van buitengewone beteekenis. De premie n.l., die op grond van de invaliditeitswet betaald moet woraen, wordt geschat op 34 mililoen gulden per jaar, n.l. v66r de wijziging 17 mulioen voor de werk- gevers en 17 mililoen voor de werknemers. Na e'en korte discussie heeft men nu in de Kamer ;ezegd: De werkgevers moeten de 17millioen ie de arbeiders bijdroegen, ook maar betalen De werkgevers moeten dus 34 millioen be talen en dit voor uitkeeringen, die zoo onvol- doende zijn, als ze zijn. De wet geeft dus ouderdomsrente, invalidi- telts-, weduwen- en weezenrente. Er bestaan verschillende bepalingen, die betrekking hebben op de hoegrootheid van de verschillende renten. De hoegrootheid van de ouderdomsrente hangt af van het aantal weken, dat. voor iemand premie betaald is en verder van de hoegrootheid van de bctaalde premie, want die is niet bij alle loonen even hoog. De premie is in de hoogste loonklasse 60 cent per week en in den regel is dii'zoo, want er komen maar weiuig gevallen voor, waar de premie 50 cent en 40 cent is. In den regel wordt er 60 cent per week be taald, tenminste als de arbeider ouder is dan 21 jaar en van het manlijk geslacht. Wanneer men aanneemt. dat iemand vanaf zijn 16de jaar tot zijn 65ste jaar regelmaiig in loondienst gewerkt heeft en cr voor hetu altijd premie betaald is van 60 cent per week, dan zal deze arbeider als hij 65 jaar in, recht hebben op 'n ouderdomspeneioen van ruim 6 per week maar dit is het allergunsiigste ge val. In de meeste gevallen is de ouderdoms rente belangriik kleiner dan 6, omdat voor een groot deel van de tegenwoordig levendt arbeiders niet meer het groot aanta! stortin- en gedaan kan worden.'ue meestcn komen m b verzekeriug op een ieeftiid, hooger dan 16 jaar en in die gevallen zal net ouderdoms- pensioen ongeveer 3 A 4 per week bodra- f;en. Die ouderdomsrt-iiie is dus een betrekke- ijk lage rente, voora) als men in aanmerking neemt. datgene, wat ieaer mensch voor zijn ondernoud noodig heeft. Dit bedrag is dan inderdaad te weinig om van te leveh en te veel om van te sterven. In de tweeede plaats nu de invaliditeitsrente. Deze zal gegeven worden, wanneer een ver- licht verzekerd arbeider v66r zijn 65ste jaar tvalide wordt. Wat scbat de invaliditeitswet als invalide? Met betrekking daarop hebben wij in de wet een bepaling, die op zijn zachist uitgedrukt, niet erg gelukkig is. Men is n.l. in den zin der wet dan pas invalide, wanuoer men niet meer in staat is om het l/i van het vroegere luon met arbeid te verdienen. Wanneer dus macd voor zijn halvo ar- oeidskracht invalide is geworden. dan krijgi hij geen uitkeering. Er is verder bepaald, aat wanneer er nog geen 150 weken premie voor den verplidit verzekerden arbeider betaald is, dat deze arbeider dan, onder gem omstan- digheid, aanspraak kan maken op invalidi teitsrente, dat wil zeggen, dat de eerste 3 jaar, volgende op 3 Dec. 1919 gaen enkele arbeider m Nederland aanspraax kan maken op een invaliditeitsrente, onverscinllig hoe groot die invaliditeit is. waoneer die 3 jaren zijn verloopen, en raen heeft iemand. die blij- veud voor s/« invalide is geworden, aan krijgt zoo iemand een invaliditeitsrente. Maar heeft men te maken met iemand, die tijdelijk invaiide is, dat is iemand, die inva lide is met kans op herstel. dan zegt de wet, dat zoo'n man eerst 6 maanden ononderbro- ken invalide geweest moet zijn, v66r hij voor den eersten keer aanspraak zal kunnen maken op een uitkeering krachtens de invaliditeits wet. Deze man moet dus maar eerst ?ien, 6 maanden van den wind te leven en als hij cian nog niet beter iis of gestorven, dan zal de wet hem een invaliditeitsrente geven. En deze is dan nog zeer aan den lagen kant, omdat de uitkeering verband houdt met het aantal weekpremies, dat er voor den man gestort is. Iemand, voor wien 10 jaar betaald is, en al- geheei invalide wordt, zal in dat geval, kracn- tens de wet, een invaliditeitsrente krijgen van ongeveer 3.68 per week. Alweer dus een uitkeering, die te weinig is om van te leven en te veel om van te sterven. Ook de weduwenrente is teekenend. Ook daarbij komen merkwaardige bepalingen voor. In de eerste plaats wordt deze op een andere manier berekend als de invaliditeits- en ouderdomsrente, maar die weduwenrente zal in het hoogste geval 3.60 per week be- dragen. Een weduwe krijgt niet altijd die 3.60 per week. De wet zegt, dat zij het al- slagvaardigheid vandaan halen? „I% vraag excuus, jufrromv", zeide Mj ten slotte half stotterend, ik wilde u niet belee- digen. Maar ik hield u voor een meisje, dat uit barken gaat". Meteen nam hij zijn hoed af ent wilde met een- paar groote stappen uit het bereik van de donkerbruine oogen komen, die hem zoo, naar hij meende, spolachtig op- namen. Bijzoruder voordeelig zag hij er ook niet uiA in de zwarte pandjes-jas die erg gele- den had1 van regen en wind an die d'e genade- sroot had gekregen bij den iocht naar't ei- land in 't Brock. De bruine moddervleklcen waren er nfet uit te krijgen geweest, hoewel Guzdk bijna een uur lang er aan gewreven en gekrabt had1. „Maar daarom hoeft u toch niet) dadelijk zoo te gaan draven?" zei het jonge meisje eensklaps buitengewoon vriendelijk. „Ik ga immers ook uit harken .,Nu ja", zed Jan en hield eeni weinig zijn schreden in, „mla»chien gaan wij wel denzelf den weg?" Een tijidiang waren ze zwijgend1 naast el kaar voortgegaan, van tijd tot tiid wierp het meisje slecbis ter sluiks eeni onderzoekenden blik op haar metgezel van onder haar hoofd- dodc uit. „Zegt u eens, bent u misachien ondcrwij- zer?" Jan zette eeni gezicht, alsof hij op een mis- daad betrapt was. Ik? „Wle? Maar waarom vraagt u dat?" ..Noil, u ziet er zoo naar uit!'* Nu moest hij om zichzelf lachen. Van dit jonge meisje behoefdc hij toch niet te vree- zen. dat ze hem bij de hand naar het semina- rie terug zou brcnigen? Bovendien had zij zoo'n lief, vettrouwdijk gezichtje, dat hij al zijn verlegenheid verloor. jNleen, een onderwijzer ben ik niet, maar ik moest er ami wards*". ,iEn wil* u steir Tata maar krijgt, sis se 60 jtsr la a? »H invalide is. Wanneer dus een vernllcht verzekerd arbei der op 39-iarlgen leeftijd dood gaat, en een niet-invalide weduwe van 30 jaar nalaat, dan moet deze weduwe eerst 30 jaar zien rond te komen en dan pas zal die weduwe haar we duwenrente kunnen gaan trekken. De weezenrente is gelijk aan de weduwen rente. Ze kan ook 3 60 zijn, maar in de wet staat, dat de weduwen- cn weezenrente teza- men nooit hooger mag zijn, dan de rente, die de man zou hebben gekregen, als hij invalide zou zijn. De (nvaliditeitsuitkeering aan den man kan nooit hooger zijn dan ruim 6 en de wedu wen- en weezenrente kan dus in het gunstig- uim o. :gekeerd, c schillig hocveel kinderen er zijn. Het is in ste geval ook nooit hooger ziin dan ruim Die weezenrente wordt uitgekeerd, onver- ieder geval een mooie kant van de wet, dat ze geen rekdning houdt met het aantal kinderen eti de weezenrente uitkeert, tot het laatste kind 14 jaar geworden is. Spr. wilde zidi nu even op een zijpaadje bewegen omdat er van vcschiilende kanten gezegd is, dat, nu de invaliditeitswet er is, -imdat deze een invallditeits-, weduwen- en weezenrente geeft, de verzekering van de Land- en Tuinbouw Onderlinge niet meer noodig it Daartegenover wil spr. etellen, dat een arbeider, die getroffen wordt door invali diteit, tijdelijk of blijvend bij de L. en T. O. krijgt ten hoogste 70 pC.t. van het loon en dus niet, zooals bij de invaliditeitswet, afge- scheept wordt met een bedrag, dat ligt tus schen ruim f 3.60 en ruim 0. De L. en T. O. vraagt bovendien ook niet, of de patroon voor den arbeider, die getroffen wordt, al drie jaar premie betaald heeft. De L. en T. O. keert. zoodra de nood er is, uit en ze zegt ook niet: „Wij geven je pas een invaliditeitsrente als je niet meer dan van jc arbeidskracht hebt he- houden." Ook, wanneer de arbeider minder dan 66 pGt. invalide is, krijgt hij bij de L. en T. O. een uitkeering, al krijgt hij dan een lagere uitkeering dan wanneer hij 70 pCt. van zijn arbeidskracht heeft vorloren. Wanneer de verzekerde arbeider bij de L. en T. O. komt te overlijden, dan vraagt de L. en T. O. ook niet of de weduwe 60 jaar is, maar dan krijgt die weduwe, onafhankelijk van haar leeftijd. haar wenduvverente uitbetaald en ontvangt zij bovendien voor de kinderen een uitkeering tot hun 16do jaar. Iedereen, die de zedelijke verplichting ge- vocld heeft, om ten behoeve van zijn arbeiders tteii ongevallenverzekering aan te gaan, opdat die menschen inderdaad op een afdoende wij- zc verzorgd zijn, kan zidi van die zedelijke vfjrplichting met ontslageu voelen. door de hem cpgelegde verplichting aan cfe invalidi teitswet mede te moeten betalen, want daar wordt x '.ker niet voor den arbeidei' op afdoen de wiize voor ouderdom en invaliaitdt ge- zorgo. Zelf3 de regecring is overtuigd, dat de inva liditeitswet niet voorziet in de behoefte bij ongeval van den verzekerde en daarom is bepaald, dat de arbeider tegelijk een uitkee ring kan cntvangen krachtens de Ongevallen wet 1901 en krachtens de Invaliditeitswet 1919. De wetgever erkent dus, dat de uitkeering krachtens de Invaliditeitswet z66 weinig is, dat ze wel behouden kan worden naast de uitkeering van de Ongevallenwet. De Minister heeft het voornemen om dan ook met een aparte Landbouwongevallenwet te komen, die eenzelfde uitkeering geeft als de Onderlinge verzekeringen, niettegenstaande de Invalidi teitswet op de landbouwarbeiders van toepas- sing is. Wij hebebn gezien, dat de Invaliditeitswet niet bepaald een hooge uitkeering geeft. In de wet komt voor een schaal van loonen in de eerste klas staan loonen beneden 240 in de tweede loonklasse valien de arbeiders met een inkomen van f 240400in de dcrde van 400—/ 600; in de vierde van 600—/ 900 en in de vijfde van 900 en meer. De premie bedraagt voor de eerste loon klasse 25 cent, voor de tweede 30 cent, voor de derdc 40 cent, voor de vierde 50 cent en voor de vijide 60 cent per week. Om te kunnen bepalen in welke klasse een arbeider geplaatst moet worden, zou men slechts hebben na te gaan, welk loon die ar beider verdient. Maar een Koninklijk Besluit ter uitvoering van de premiebetaling zegt, dat de klassenindeeling alleen maar betrekking heeft op die arbeid, die uitsluitend tegen een vast loon verricht wordt en dus geldt voor dien arbeider, die geen enkel emolument ,„Neen", zeide hij, uiit den grond' van zijn hart Het jonge meisje dacht een' oogenblik na en zei toen- ernstig ,,Ik vind', dat u groot gelijk hebt hoor! Ik geloof, dat het vreesel-ijk moet zijn als je je den heelen dag door de kinderen van andere menschen moet laten afkwellen. En wat heb je er dan nog aan? Als je je omikeent, lachen ze je nog uit ook „Ja, 't is een beroep van zelfverlooche- nin-g", voltooide Jan, vanuit z n herinnerin- gen aan de lessen in de paedagogiek, die hij vroeger ontvangen had. „en men moet een groote, zedelijke ernst bezitten om er volko- men in op te gaan en zijn bevrediging er in te vinden. Men moet zidi steeds voor oogen houden, dat men in zijn bescheiden werkkrimg voor zijin deel geroepen ,is om aan de toe- lomst van het volk mede te werken. en dat bewustzijn moet iemiamd' over a ilea heenhel- pen, over de zorgen cn ontbering en het een- tonige van het zich elk, jaar weer herfialend lecrplan. Men moet zidhzelf bcschouwen als •een iuinier, die elk jaar weer de aan zijin hoe- de toevertrouwde boompjes verzorgd1 en be- fiet, ze eeni vaste stut geeft, opdat zij recht lijven staan in de wilde levensstormon. Als die klelne stammen dan groot en sterk zijn geworden en beginnen vrucht te dragen, dan kan men fevrcden zeggen: Dat is nu mijn werk!" Jan was met vuur blijven doorspreken en toen hij' zoo aan het woord was, merkte hij in 't geheel niet, dat zijn gezellin al een nee) tijdje in zichzelf liep te lachen. Nu keek hij op. „Lijlkt het u zoo beladielijli, juffrouw?" ,Ja, natuurlijkEen broer van mij preekte inet zoo als u, maar nu hij benoetnd is praat hij wel anders! Het is immers erbarmelijk, zooals die menschen betaald worden en als zij willen trouwen, dan moeten ze zich ecu krfjgl. Voor arbsffisrs, die ntet cfMuteasfl tegen een vaat loon in geld werkzaam ziju boven 21 jaar, moet 60 cent per week premie betaald worden; tusschen 18 en 21 jaar 50 cents en beneden 18 jaar 40 cents. Voor alle •/rouwelijke arbeiders boven 21 jaar moet 50 cent en beneden 21 jaar 40 cent betaald worden. De vrouwelijke arbeidskrachten tusschen 14 en 18 jaar in het land- en tuinbouw en vee- houdersbedrijf worden bovendien in de 2de loonklasse geplaatst; voor hen moet 30 cent per week premie betaald worden. Een groote vraag is, hoe die premie betaald moet worden. Spr. kwam nu aan de kwade kans, n.l. het zegeltjes-plakken. Toen de wet in de Kamer werd aangeno men heeft de tegenwoordige Minister van jriderwijs De Visser gezegd, dat hij de uit voering van dcrgelijke di-ngen door den. Staat /.onder dat daarbij de belanghebbenden in staat zijn, hun medewerking te verleenen, uit den booze achtte. Hij noemde met name de Land- en Tuin bouw Onderlinge en meende, dat die belang- rijke hulp koti verleenen om te maken, dat de uitvoering eenvoudig werd. Hij stelde daarom voor, om in de wet op te nemen, naast de be paling van de vaste premie de mogelijkheid om de risico over te dragen aan de onderlinge organisatie van werkgevers, die voldoen aan de eischen, in de wet gesteld. De Kamer heeft dat amendment aangeno men, en- da a mice was dus in de Invaldditcits- wct in art. 40 opgenomen het recht van de werkgevers om ae risico. voortvloeiende uit de Invaliditeitswet over te dragen aan een lichaam als de L. en T. 0. ot een zusterorga- nisatie. Het vorige jaar hebben wij den Minister gevraagd, aan welke eischen ae verzekeringen moeten voldoen ii: verband met de Invalidi teitswet en het het.. ot midden September ge- duurd, voor het K. B. met de eischen, waar- aan de fondsen moesten voldoen, versciieen Bij de Ongevallenwet 1901 bestond ook de risico-overdracht. Voor 300 millioen verze kerd loon moest als zekerheid, dat de ver- plichtingen der wet nagekomen zouden wor den, bij de Nederlandsche Bank een algemeen pand gestort van ongeveer 214 millioen. Voor - de berekenlng van een werd een systeem ge- volgd, waaraoor voor bijv. 70.000 landarbei- ders een algemeen pand van ongeveer 35 mil lioen gulden zou moeten worden gestort Voorts bleek bij de briefwisseling met den Mi nister, dat deze niet bereid was eene vereeni- ging als Pensioen-Risico, die mede opger^t was met de bedoeling om het risico van z I. W. voor de leden der L. O. en der T. O. over te nemen, voor erkening aan den Kroon voor te dragen. Daaraan ware, zoo noodig hetgecn wij ontkenenn tegemoet te komen door eene Statutenwijziging bij Pensioen- Risico. Maar er waa nog wat anders. Men heeft de premie voor de I. W. uitge- rekend voor de arbeiders tusschen de 14 en de 35 jaar. De premie voor de oudere arbeiders is hooger, maar men heeft terecht gezegd, dat men do premie voor den b.v 63-jarigen ouden arbeider niet zoo hoog ikon steHen, dat de rente daaruit betaald kon worden, want dan zou de premie z66 hoog worden, dat ze niet te betalen was. De premie voor een 35-jarig arbeider werd voor de ouderen ook als premie gesteld met de wetenschap. dat er daardoor een tekort zou komen en aat tekort is uitge- rekend op 21 h mililoen per jaar. De Kamer heeft dat goedgevonden ei> besloten werd, dat gedurende 75 jaar ieder jaar 21H millioen aan de R -Verzekeririgsbank betaald zou wor den als bijdrage in het tekort voor de I. W. Wij hebben toen gezegd: Als wij nu voor alle arbeiders aangcsloten bij de L. en T. O. enz. de risico overnemen, dan komt men op die menschen nook tekort en d'an moeten wij dus van die 21 Yt millioen per jaar een evenredig deel hebben. De Minister zei: Jullie hebt gelijk, maar de wet laat mij daarvoor geei vrijheid, want toen het artikel van de risico-overdracht in de Kamer is aangenomen, heeft men de andere artikelen daarmee niet in overeenstemming gebracht en in de wet staat zij het dan ook niet met dezelfde woorden uit de schatkist kan een bijdrage aan de Rijksverzekerings- bank gegeven worden, m.a.w. wij zouden dus een groot aantal arbeiders in onze verzeke- ring moeten opnemen tegen een premie, waar- van wij weten, dat ze een tekort oplevert en dit, terwijl de Kamer zich voor de risico-over- draCht heeft uitgesproken en bepaald, dat er uit de schatkist een bijdrage zal worden ge geven in het tekort op andere arbeiders. Toch die genoeg heeft aan lucht, liefde en een beet- je aardappels; want meer krijg je niet!" Ze legde met een energieke ruk de hark op haar anderen schouder. „N!u, daar moeten ze mij niet mee aanko- men/!" Jan wilde dat hij nu iets galants zou moe ten zeggen', bijv., dat zoo'n a-ardig meisje na tuurlijk iets beters mocht verwachten, maar hij kon de passende woorden niet vinden. Zijn jonge gezellin beviel hem zoo goed en hij voelde in zijin rechteram een heel merkwaar- dig iets, alsof hij die moest uitsteken en om het tengere lijfje Ieggeni, daar vlak bij hem. Ma-ar ook daarmee ging het al evenzoo als met de gal ante opmerking. De lust bestond, doch de moed on'tbrak om er aan te voldoen. Trouwens het was daartoe ook al te laat want zij, verwijderde zich van hem als had zij zijn gedachte geraden en zet te haar weg op het smalle voetpad voort, dat naast den irreppel liep. „Ja, wat ik nog vragen wou", begon zij na een poosje weer geheel onbevangen, .,u zeide, dat u geen leeraar wilde worden. Maar wat wilt u dan beginnen?" „Ik wil worden wat mijn vader was!" Ze trok een beetje haar neuaje op om het onibevredigende antwoord. ,,'Nu ben ik nog even wijs als te voren! Wat waa uw vader dan?" Boer!" „Hier, in deze streek?., Js,n herinnerde zich, noe zrij hem kort tevo- ren geantwoord had1 op zijn vraag waar zij naar toe ging, en hij zei glimlachendi: "a, hier in deze streek!" „Verder op of vlak bij?" Je kunt net van hier met je vlnger aan- wnjzen." „Dat kun je wel naar alle kanten lacnte zij. „Maar wacht eena, ia het daar?" (Waadt iMJvalgd) V* wo tvao rtimgtu uci mvaiiuui.iwnvi, r dj •|T#n|lT |(U JMfB Haah. ZOO W

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5