Dc biandstultencomniisiiie te Aliiimai
i
FEFTLLETON.
P© Hoeye in 't Broek.
Bonderd tww n trtnttsstB Jaargaig.
Hon diM d".nr 5 K' briia ri
atolt beachikbaar op do baide boo# 10 d'er mi-
nimumrantsoonkttart (witte kaart), indien
dus/nog in bet bezit dor houder* r.ijn:
ANTHRACTET, GASOOKES, E1EE-
KOLEN, STEEINKOfLEN en BEIKETTEN,
terwijl op do beide bona 0 tot nadere aankon-
diging beachikbaar blijft
GAiSCDKES, STEENKOGLEN en BEI
KETTEN alsmede op de Bona lager dan 9
ANTHKIAOIET, GASOOKES, EIERtKO-
I JEN, STEENKOLEN en BEIKETTEN.
De Gascokes tot een maximum van 2 H.L.
per halve maand.
Namano de Brandsboffen-'Commissie,
J. H. JAOOBSE,
Directeur-Adminiatrateur.
PROVINCIAAL NIEUWS.
VEREENIGING VAN OUDLEERL1NGEN
VAN DF.N RIIKSLANDBOUWWINTER-
sCHOOL TE SCHAGEN.
la de middagvergadering aprak de heer
V. R, IJ. Croesen, Directeur der Land- en
Tuinbouw-Onderlmge, een rede uit over de in
validiteitswet.
Spr. begon, met er op te wijzen, dat het ten
eer cnmale onmogelijk was, om van de invali
diteitswet met haar 411 artikelen ook maar
cenigermate een volledig overzicht te geven.
Spr. zou zich bepaleu tot de hoofdzaken
en meer in het bizonder tot datgene. wat voor
het land- en tuinbouwbedrijf van belang is. In
de tweede plaats wcnschte spr. te verzoeken,
waar hij eerder het tegendeel dan waardeerend
over de invaliditeitswet zou spreken, dit voor-
al niet verkeerd op te vatten en zeker niet
z66, dat hij den Raad zou gevcn om zich me!
alle mogelijke middelen tegen die wet te ver
zetten. Dit was allerminst spr. bedoelin,
Wij
hebben die wet nu tenmaal en zoolang de wet
z66 is en nifet anders, zijn wij alien verplicht,
die bepalingen te gehoorzamen. Wanneer wij
meenen, dater groote fouten zijn gemaakt,
dan moeten wij den gebruikelijken weg volgcn
en trachten, wijzigingen te krijgen. Men moet
aU staatsburger echter beginnen, de verplich-
tingen, door de wet opgelegd, na te komen.
In 1913 is de invaliditeitswet door de beide
Kamers aangenomen en daarna in het Staats-
blad geplaatst.
Een paar artikelen, betrekking hebbende op
de ouderdomsrente, traden dadelijk in wer-
king, maar verder werd de inwerking-treding
van de wet 3 jaar uitgesteld en toen die 3
jaar om waren, werd de termijn nog eens
verlengd en zoo is de wet van 5 Juni 1913 pas
3 Dec. 1919 tot uitvoering gekomen.
Personen, die zich op de hoogte houden van
wat er in de maatschappij omgaat, konden
weten, dat de wet aangenomen was en uitge-
voerd zou worden eq het gaat dus niet aan,
te beweren, dat door de wet plotseling iets is
jedrongen.
let de invaliditeitswet is voor het land- en
tuinbouw-, veehouders- en boschbedrijf boven
dien niet die uitzondering gemaakt, die voor
verschillende wetten wel toegepast ziin. Het
doel van de invaliditeitswet is, in die eerste
plaats een ouderdomsrente te geven aan de
arbeiders, die 65 jaar geworden zijn.
In de tweede plaats om? wanneer diezelfde
arbeider v66r zijn 65ste jaar invalide is ge
worden. een invaliditeitsrente te geven en in
de derde plaats om, wanneer die verzekerde
arbeider komt te overlijden door een ziekte of
ongeval, aan zijn weduwe een weduwenrente
te geven en aan zijn kinderen, voor zoover die
zijn beneden de 14 jaar, een weezenrente uit
te keeren.
De wet bedoelt dus 4 dingen.
In den zin der wet is arbeideriedereen, die
den leeftijd van 14 jaar bereikt heeft en in
loondienst arbeid verricht en niet meer dan
1200 per jaar verdient.
Als overgangsbepaling J3 bepaald, dat ge-
durende de eerste twee jaar na 3 Dec. 1919
iedereen, die in loondienst arbeidt, en niet
meer dan 2000 per jaar verdient, cok be-
schouwd zal worden als arbeider.
Verzekeringsplichtig arbeider is volgens de
wet; ieder arbeider van zijn 14de tot zijn
i5i -
Hlet was er hem niet om te doen het gevrees-
ue hand*werk voort te zetten dat zijn vader en
zijin broers haddteni beoefend. Hij wildle im
mens maar de hoeve hebben om daarop als
een vrije boer te leven. Dat was zijn goed
repht, want hij was een1 Baginsky en evenmin
als die wted'uwe van een koning het rijk ver-
kcopen mochit, zoo stond het toch ook zijn
moeder niet vrij om over zijin erdeel te be-
schikken, zonder hem erin te kennen?
Want al was zij| dan ook zijn moeder, op
den grand1 die van oudsher aan de Baginsky's
hoorde, was zij toch altijd eeni vreemde, die
in de sinds eeuwen bestaande erfopvolging
niet eigenmaclvtig mocht ingrijpen.
lEm als tenslotte dat alios met hielp, dan
zou hij haar alleen maar vragen, wat zij als
een geboren Slkowronnck zou zeggen, als de
Liesker's-hoeve waarop haar vader van ouds
her gezeten had, op eenmaal1 in vreemde han*
den kwam! Maar het zou immers heelemaal
niet komen tot de vraag wat recht of onrecht
was, want ze was immers zijn moeder, zijn
lieve, goedhartige moeder! Als hij haar dan
eens heel innig in zijn amen nam en haar een
harielijken kus gaf, dan moest alle tegenstand
toch wel wiiken?
Bij die gecfachte alleen, dat hij nil zoo spoe-
dig de zachte hand van zijn moedter in de zij-
ne zou houden, zwol zijn hart van blijde ver-
wachting, en vroollijlk stemde hij in met het
lied, dat eeni paar honderd schreden v66r
hem uit, door een hooge stem gezongen werd
,Wat staat ge toch.. elzonboom, treurig in 't
da'l?" De woordlen had1 hij vergeten.-maar de
wij's was hem bijgeblevea, !";ewel hit nog
eea kind ■■m. teen hij ze de laatste
Mi deer 4> dimatemfldai in 4m qpiakir
Jntr. Mar, die m fit* •'"-"iSTOt, dat
arbeider wordt, ouder is dan 35 jaar, vai
niet meer onder de verzekeriug van de invali
diteitswet. maar dat wil uiet zeggen, dat
iemand, die v66r zijn 35ate jaar verzekerings
plichtig arbeider was, ophoudt, door het over-
schrijden van zijn 35 jarigen leeftijd, dit te
zijn. Men blijft dit tot het bereiken van zijn
65ste jaar en verder is er een overgangsbe
paling in de wet opgenomen. die de leeftijds-
grens van 35 jaar gedurcnde de eerste twee
jaar na 3 Dec. '19 buiten werking stelt. zoo-
dat op het oogenblik verplicht-yerzekera ar
beider is; ieder arbeider, die in loondienst
arbeid verricht voor minder dan 2000 per
jaar tusschen den leeftijd van 14 en 65 jaar.
Onderscheid tusschen losse en vaste arbei
ders wordt niet gemaakt.
Iemand, die ten dag per week bij eeq ander
werkt, is verzekeringsplichtig arbeider. Dit
geldt ook voor werksters, huisnaaisters en der-
gelijke menschen.
Ook vallen, die inwonende kinderen, die
in het bedrijf als regel meewerken, onder de
wet. De kinderen. die een hoogst cnkelen keer
de handen uitsteken. vallen er niet onder,
maar wel zij, die dat als regel doen.
In de tweede plaats is van belang, wie in
den zin der wet werkgever is. Men kan zeg
gen, het spreekt vanzelf, dat dit degene is,
die het loon uitbetaalt. Maar in het land-
bouwbedrijf komt daarbij ten specaal geval
voor, dat aanleiding geeft tot moeilijkheden en
dat is de kwestie met het aangenomen werk.
Wanneer een boer cen stuk land !aat drai-
neeren en dit laat aannemen en aau den aan-
nemer overlaat, hocveel arbeiders hij daarvoor
wil gebruiken, dan is het de vraag, wie op
dat y^j-mbiik de werkgever is, die aan de be-
sn der invaliditeitswet moet voldoen
ij, die net land laat draineerea of hij, die dat
draineeren heeft aangenomen. in de wet is
dat niet bepaald en hen antVvoord op die
vraag kan c'.: alle n iaags dec weg der rede-
jeering gevonden worden.
Diezelfde vraag i3 herhaaldelijk voorgeko-
men bij de Ongevallenwet 1901 voor de in-
dustrie en alle geschillen, die daaruit voortko-
men, worden berecbt door den Raad van Be-
roep en in hoogste instuatie door den Cen-
tralen Raad van Beroep te Utrecht.
Waar de geschillen inzake de Invalidi
teitswet door precies denzelfden beroepsrech-
ter zullen berecht worden als bij de Ongeval
lenwet, mag men aannemen, dat, wat daar
een gewoonte is geworden, ook wel voor de
invaliditeitswet Als geldend aangenomen zai
worden.
Bij de ongevallenverzekering wordt aange
nomen, dat men ook bij aangenomen werk
werkgever is, ais er een bizoraeie verhouding
bestaat tusschen den opdrachtgever en ae
menschen, die het werk uitvoereu en wel dan.,
wanneer die verhouding een zoodanige is, dat
de opdrachtgever kan zeggen tot die men
schen Je moet vandaag werken en morgen
niet; je moet aan dat deel van het land be
ginnen en niet aan dat. Wanneer dus de ar
beiders den iastgever hebben te gehoorzamen,
niettegenstaande het werk door een ps:aoon is
aangenomen.
Wanneer men heeft laten aannemen en
niets heeft te zeggen over het werk, maar heeft
af te wachten, tot de aannemer van dat werk
komt berichten, dat het is uitgevoerd, en er
dus tusschen dengene, voor wien het werk ge-
schiedt, en de arbeiders, die het uitvoeren,
geen gezagsverhcuding bestaat, dan is men
geen werkgever, maar is dit de man, die het
wprk heeft aangenomen. Bij de invaliditeits
wet zal hetzelfde wel het geval zijn.
De premie voor de invaiiditeitsverzekering
moet als regel betaald worden door den werk
gever. En uu kom ik even terug op datgene,
wat ik vanmorgen gezegd heb, toen ik zocht
naar een rechtsgrond voor het laten betalen
van de ongevallen-verzekerings-premie door
den werkgever. Ik heb toen gezegd: De onge-
vallen komen uit het bedrijf voort, dus moet
het bedrijf de kosten van die ongevallen dra-
gen, maar de ouderdom en de invaliditeit ko
men niet of niet geheel uit het bedrijf voort.
Ik kan mij voorstellen gevallen van invalidi
teit of vervroegde ouderdom als gevolg van
het bedrijf, maar ik kan mij ouderdom en in
validiteit ook voorstellen als gevolg van om-
standigheden die niet met het bedrijf samen-
hangen. En daarom was dan ook de vroegere
'glossing van de invaliditeitswet, dat de pre-
v door den werkgever en door den werkne-
samen betaald moest worden en wel ieder
voor de helft. Maar bij de laatste wijziging
van de invaliditeitswet heeft. men gezegd, dat
de premie betaald moet worden door den
werkgever alleen. Dit besluit ziet er nog al
mer of bij het kippenplukken geihoord had.
Maar sindis gisteren was het hem tie moede,
alsof hij ver van zijn geboorteplaats had door-
gebracht alsof hij al dien tijd verdroomd en
verslapen had en als sloot ziin leven nu bij
het ontwaken weder aan den laatsten dag in
het ouderhuis aan. Zoo had hij immers ook
gisteren zonder falen de Id a nk-van zijin moe-
dertaal weergevondlen en bijna geen enkel
woordi was hem ontschoten, hoewel hij toch
al die jaren Duitsch giesproken en gedacht
had. Samuel G'uzek had zich daar t^melijk
over verwonderd en ten slotte met genoegen
opgemerkt, dat ais iemand eenmaal iets echt
te pakken heeft, dan zweet hij het er niet uit,
al stop je hem ook in een bakkersoven.
Onwillekeurig verhaastte hij zijn schreden
om het zangstertje, wier roode rok vroolijk
door de struiken heenscheem, in te halen Mis-
schien kreeg hij' nu wel een eindlweegs gezel-
schap en een aanspraakje!
r,Zoo kind!, goeden dag I Waar ga je naar
toe?"
Het jonge meisje bleef staan en1 keek onder
haar llchite hodfddoek naar hem uit. Over
den schouder droeg zij een hark en bijna had
ze daarmee bij het omkeeren Jan's zwarte se
minarie-hoed van zijn hoofd geslagen.
Toen iachte zij en antwoordefe in het
Duitsch ietwat snibblg: ..Waar ik heenga?
Hier en daar en overal. Wat mij betreft, ge-
loof ilk, dat we elkaar nu nog niet zoolang
kennen dat u mij aanspreekt met jij en
jou!
Jan kreeg een kleur van verlegenheid, en
hij was al een eind naast het jonge meisje
voortsgegaati, vootid'ai! hij een antwoord von a1.
Dat was trou/wena geen wonder, want het
eenige vrouwelijke wezen. waarmee hij in die
jaron somtijds in aan raking waa gekomen,
was de»bejaarde vrouw varit den pedd ge-
weest en cat had' gewoonlijk slecht* betrek
king gehad op het onderhoud van zijn lin-
waar aesst hij dan nu iaMas da
cmscltuRBg oft, Mxatr als mm tat de ourir
doordringt, dan blijkt het van buitengewone
beteekenis. De premie n.l., die op grond van
de invaliditeitswet betaald moet woraen, wordt
geschat op 34 mililoen gulden per jaar, n.l.
v66r de wijziging 17 mulioen voor de werk-
gevers en 17 mililoen voor de werknemers. Na
e'en korte discussie heeft men nu in de Kamer
;ezegd: De werkgevers moeten de 17millioen
ie de arbeiders bijdroegen, ook maar betalen
De werkgevers moeten dus 34 millioen be
talen en dit voor uitkeeringen, die zoo onvol-
doende zijn, als ze zijn.
De wet geeft dus ouderdomsrente, invalidi-
telts-, weduwen- en weezenrente.
Er bestaan verschillende bepalingen, die
betrekking hebben op de hoegrootheid van de
verschillende renten.
De hoegrootheid van de ouderdomsrente
hangt af van het aantal weken, dat. voor
iemand premie betaald is en verder van de
hoegrootheid van de bctaalde premie, want
die is niet bij alle loonen even hoog.
De premie is in de hoogste loonklasse 60
cent per week en in den regel is dii'zoo, want
er komen maar weiuig gevallen voor, waar de
premie 50 cent en 40 cent is.
In den regel wordt er 60 cent per week be
taald, tenminste als de arbeider ouder is dan
21 jaar en van het manlijk geslacht.
Wanneer men aanneemt. dat iemand vanaf
zijn 16de jaar tot zijn 65ste jaar regelmaiig
in loondienst gewerkt heeft en cr voor hetu
altijd premie betaald is van 60 cent per week,
dan zal deze arbeider als hij 65 jaar in, recht
hebben op 'n ouderdomspeneioen van ruim 6
per week maar dit is het allergunsiigste ge
val. In de meeste gevallen is de ouderdoms
rente belangriik kleiner dan 6, omdat voor
een groot deel van de tegenwoordig levendt
arbeiders niet meer het groot aanta! stortin-
en gedaan kan worden.'ue meestcn komen m
b verzekeriug op een ieeftiid, hooger dan 16
jaar en in die gevallen zal net ouderdoms-
pensioen ongeveer 3 A 4 per week bodra-
f;en. Die ouderdomsrt-iiie is dus een betrekke-
ijk lage rente, voora) als men in aanmerking
neemt. datgene, wat ieaer mensch voor zijn
ondernoud noodig heeft. Dit bedrag is dan
inderdaad te weinig om van te leveh en te
veel om van te sterven.
In de tweeede plaats nu de invaliditeitsrente.
Deze zal gegeven worden, wanneer een ver-
licht verzekerd arbeider v66r zijn 65ste jaar
tvalide wordt. Wat scbat de invaliditeitswet
als invalide?
Met betrekking daarop hebben wij in de wet
een bepaling, die op zijn zachist uitgedrukt,
niet erg gelukkig is. Men is n.l. in den zin der
wet dan pas invalide, wanuoer men niet meer
in staat is om het l/i van het vroegere luon
met arbeid te verdienen.
Wanneer dus macd voor zijn halvo ar-
oeidskracht invalide is geworden. dan krijgi
hij geen uitkeering. Er is verder bepaald, aat
wanneer er nog geen 150 weken premie voor
den verplidit verzekerden arbeider betaald is,
dat deze arbeider dan, onder gem omstan-
digheid, aanspraak kan maken op invalidi
teitsrente, dat wil zeggen, dat de eerste 3
jaar, volgende op 3 Dec. 1919 gaen enkele
arbeider m Nederland aanspraax kan maken
op een invaliditeitsrente, onverscinllig hoe
groot die invaliditeit is. waoneer die 3 jaren
zijn verloopen, en raen heeft iemand. die blij-
veud voor s/« invalide is geworden, aan krijgt
zoo iemand een invaliditeitsrente.
Maar heeft men te maken met iemand, die
tijdelijk invaiide is, dat is iemand, die inva
lide is met kans op herstel. dan zegt de wet,
dat zoo'n man eerst 6 maanden ononderbro-
ken invalide geweest moet zijn, v66r hij voor
den eersten keer aanspraak zal kunnen maken
op een uitkeering krachtens de invaliditeits
wet. Deze man moet dus maar eerst ?ien, 6
maanden van den wind te leven en als hij cian
nog niet beter iis of gestorven, dan zal de wet
hem een invaliditeitsrente geven. En deze is
dan nog zeer aan den lagen kant, omdat de
uitkeering verband houdt met het aantal
weekpremies, dat er voor den man gestort is.
Iemand, voor wien 10 jaar betaald is, en al-
geheei invalide wordt, zal in dat geval, kracn-
tens de wet, een invaliditeitsrente krijgen van
ongeveer 3.68 per week. Alweer dus een
uitkeering, die te weinig is om van te leven en
te veel om van te sterven.
Ook de weduwenrente is teekenend. Ook
daarbij komen merkwaardige bepalingen
voor. In de eerste plaats wordt deze op een
andere manier berekend als de invaliditeits-
en ouderdomsrente, maar die weduwenrente
zal in het hoogste geval 3.60 per week be-
dragen. Een weduwe krijgt niet altijd die
3.60 per week. De wet zegt, dat zij het al-
slagvaardigheid vandaan halen?
„I% vraag excuus, jufrromv", zeide Mj ten
slotte half stotterend, ik wilde u niet belee-
digen. Maar ik hield u voor een meisje, dat
uit barken gaat". Meteen nam hij zijn hoed
af ent wilde met een- paar groote stappen uit
het bereik van de donkerbruine oogen komen,
die hem zoo, naar hij meende, spolachtig op-
namen. Bijzoruder voordeelig zag hij er ook
niet uiA in de zwarte pandjes-jas die erg gele-
den had1 van regen en wind an die d'e genade-
sroot had gekregen bij den iocht naar't ei-
land in 't Brock. De bruine moddervleklcen
waren er nfet uit te krijgen geweest, hoewel
Guzdk bijna een uur lang er aan gewreven
en gekrabt had1.
„Maar daarom hoeft u toch niet) dadelijk
zoo te gaan draven?" zei het jonge meisje
eensklaps buitengewoon vriendelijk. „Ik ga
immers ook uit harken
.,Nu ja", zed Jan en hield eeni weinig zijn
schreden in, „mla»chien gaan wij wel denzelf
den weg?"
Een tijidiang waren ze zwijgend1 naast el
kaar voortgegaan, van tijd tot tiid wierp het
meisje slecbis ter sluiks eeni onderzoekenden
blik op haar metgezel van onder haar hoofd-
dodc uit.
„Zegt u eens, bent u misachien ondcrwij-
zer?"
Jan zette eeni gezicht, alsof hij op een mis-
daad betrapt was.
Ik?
„Wle?
Maar waarom vraagt u
dat?"
..Noil, u ziet er zoo naar uit!'*
Nu moest hij om zichzelf lachen. Van dit
jonge meisje behoefdc hij toch niet te vree-
zen. dat ze hem bij de hand naar het semina-
rie terug zou brcnigen? Bovendien had zij
zoo'n lief, vettrouwdijk gezichtje, dat hij al
zijn verlegenheid verloor.
jNleen, een onderwijzer ben ik niet, maar
ik moest er ami wards*".
,iEn wil* u steir
Tata maar krijgt, sis se 60 jtsr la a? »H
invalide is.
Wanneer dus een vernllcht verzekerd arbei
der op 39-iarlgen leeftijd dood gaat, en een
niet-invalide weduwe van 30 jaar nalaat, dan
moet deze weduwe eerst 30 jaar zien rond te
komen en dan pas zal die weduwe haar we
duwenrente kunnen gaan trekken.
De weezenrente is gelijk aan de weduwen
rente. Ze kan ook 3 60 zijn, maar in de wet
staat, dat de weduwen- cn weezenrente teza-
men nooit hooger mag zijn, dan de rente, die
de man zou hebben gekregen, als hij invalide
zou zijn.
De (nvaliditeitsuitkeering aan den man kan
nooit hooger zijn dan ruim 6 en de wedu
wen- en weezenrente kan dus in het gunstig-
uim o.
:gekeerd, c
schillig hocveel kinderen er zijn. Het is in
ste geval ook nooit hooger ziin dan ruim
Die weezenrente wordt uitgekeerd, onver-
ieder geval een mooie kant van de wet, dat ze
geen rekdning houdt met het aantal kinderen
eti de weezenrente uitkeert, tot het laatste kind
14 jaar geworden is.
Spr. wilde zidi nu even op een zijpaadje
bewegen omdat er van vcschiilende kanten
gezegd is, dat, nu de invaliditeitswet er is,
-imdat deze een invallditeits-, weduwen- en
weezenrente geeft, de verzekering van de
Land- en Tuinbouw Onderlinge niet meer
noodig it Daartegenover wil spr. etellen, dat
een arbeider, die getroffen wordt door invali
diteit, tijdelijk of blijvend bij de L. en T. O.
krijgt ten hoogste 70 pC.t. van het loon en
dus niet, zooals bij de invaliditeitswet, afge-
scheept wordt met een bedrag, dat ligt tus
schen ruim f 3.60 en ruim 0. De L. en T. O.
vraagt bovendien ook niet, of de patroon voor
den arbeider, die getroffen wordt, al drie jaar
premie betaald heeft. De L. en T. O. keert.
zoodra de nood er is, uit en ze zegt ook niet:
„Wij geven je pas een invaliditeitsrente als je
niet meer dan van jc arbeidskracht hebt he-
houden." Ook, wanneer de arbeider minder
dan 66 pGt. invalide is, krijgt hij bij de L. en
T. O. een uitkeering, al krijgt hij dan een
lagere uitkeering dan wanneer hij 70 pCt. van
zijn arbeidskracht heeft vorloren. Wanneer de
verzekerde arbeider bij de L. en T. O. komt te
overlijden, dan vraagt de L. en T. O. ook niet
of de weduwe 60 jaar is, maar dan krijgt die
weduwe, onafhankelijk van haar leeftijd.
haar wenduvverente uitbetaald en ontvangt zij
bovendien voor de kinderen een uitkeering tot
hun 16do jaar.
Iedereen, die de zedelijke verplichting ge-
vocld heeft, om ten behoeve van zijn arbeiders
tteii ongevallenverzekering aan te gaan, opdat
die menschen inderdaad op een afdoende wij-
zc verzorgd zijn, kan zidi van die zedelijke
vfjrplichting met ontslageu voelen. door de
hem cpgelegde verplichting aan cfe invalidi
teitswet mede te moeten betalen, want daar
wordt x '.ker niet voor den arbeidei' op afdoen
de wiize voor ouderdom en invaliaitdt ge-
zorgo.
Zelf3 de regecring is overtuigd, dat de inva
liditeitswet niet voorziet in de behoefte bij
ongeval van den verzekerde en daarom is
bepaald, dat de arbeider tegelijk een uitkee
ring kan cntvangen krachtens de Ongevallen
wet 1901 en krachtens de Invaliditeitswet
1919.
De wetgever erkent dus, dat de uitkeering
krachtens de Invaliditeitswet z66 weinig is,
dat ze wel behouden kan worden naast de
uitkeering van de Ongevallenwet. De Minister
heeft het voornemen om dan ook met een
aparte Landbouwongevallenwet te komen, die
eenzelfde uitkeering geeft als de Onderlinge
verzekeringen, niettegenstaande de Invalidi
teitswet op de landbouwarbeiders van toepas-
sing is.
Wij hebebn gezien, dat de Invaliditeitswet
niet bepaald een hooge uitkeering geeft.
In de wet komt voor een schaal van loonen
in de eerste klas staan loonen beneden 240
in de tweede loonklasse valien de arbeiders
met een inkomen van f 240400in de
dcrde van 400—/ 600; in de vierde van
600—/ 900 en in de vijfde van 900 en
meer.
De premie bedraagt voor de eerste loon
klasse 25 cent, voor de tweede 30 cent, voor
de derdc 40 cent, voor de vierde 50 cent en
voor de vijide 60 cent per week.
Om te kunnen bepalen in welke klasse een
arbeider geplaatst moet worden, zou men
slechts hebben na te gaan, welk loon die ar
beider verdient. Maar een Koninklijk Besluit
ter uitvoering van de premiebetaling zegt, dat
de klassenindeeling alleen maar betrekking
heeft op die arbeid, die uitsluitend tegen een
vast loon verricht wordt en dus geldt voor
dien arbeider, die geen enkel emolument
,„Neen", zeide hij, uiit den grond' van zijn
hart
Het jonge meisje dacht een' oogenblik na en
zei toen- ernstig
,,Ik vind', dat u groot gelijk hebt hoor! Ik
geloof, dat het vreesel-ijk moet zijn als je je
den heelen dag door de kinderen van andere
menschen moet laten afkwellen. En wat heb
je er dan nog aan? Als je je omikeent, lachen
ze je nog uit ook
„Ja, 't is een beroep van zelfverlooche-
nin-g", voltooide Jan, vanuit z n herinnerin-
gen aan de lessen in de paedagogiek, die hij
vroeger ontvangen had. „en men moet een
groote, zedelijke ernst bezitten om er volko-
men in op te gaan en zijn bevrediging er in
te vinden. Men moet zidi steeds voor oogen
houden, dat men in zijn bescheiden werkkrimg
voor zijin deel geroepen ,is om aan de toe-
lomst van het volk mede te werken. en dat
bewustzijn moet iemiamd' over a ilea heenhel-
pen, over de zorgen cn ontbering en het een-
tonige van het zich elk, jaar weer herfialend
lecrplan. Men moet zidhzelf bcschouwen als
•een iuinier, die elk jaar weer de aan zijin hoe-
de toevertrouwde boompjes verzorgd1 en be-
fiet, ze eeni vaste stut geeft, opdat zij recht
lijven staan in de wilde levensstormon. Als
die klelne stammen dan groot en sterk zijn
geworden en beginnen vrucht te dragen, dan
kan men fevrcden zeggen: Dat is nu mijn
werk!"
Jan was met vuur blijven doorspreken en
toen hij' zoo aan het woord was, merkte hij in
't geheel niet, dat zijn gezellin al een nee)
tijdje in zichzelf liep te lachen.
Nu keek hij op.
„Lijlkt het u zoo beladielijli, juffrouw?"
,Ja, natuurlijkEen broer van mij preekte
inet zoo als u, maar nu hij benoetnd is praat
hij wel anders! Het is immers erbarmelijk,
zooals die menschen betaald worden en als
zij willen trouwen, dan moeten ze zich ecu
krfjgl. Voor arbsffisrs, die ntet cfMuteasfl
tegen een vaat loon in geld werkzaam ziju
boven 21 jaar, moet 60 cent per week premie
betaald worden; tusschen 18 en 21 jaar 50
cents en beneden 18 jaar 40 cents. Voor alle
•/rouwelijke arbeiders boven 21 jaar moet 50
cent en beneden 21 jaar 40 cent betaald
worden.
De vrouwelijke arbeidskrachten tusschen 14
en 18 jaar in het land- en tuinbouw en vee-
houdersbedrijf worden bovendien in de 2de
loonklasse geplaatst; voor hen moet 30 cent
per week premie betaald worden.
Een groote vraag is, hoe die premie betaald
moet worden. Spr. kwam nu aan de kwade
kans, n.l. het zegeltjes-plakken.
Toen de wet in de Kamer werd aangeno
men heeft de tegenwoordige Minister van
jriderwijs De Visser gezegd, dat hij de uit
voering van dcrgelijke di-ngen door den. Staat
/.onder dat daarbij de belanghebbenden in
staat zijn, hun medewerking te verleenen, uit
den booze achtte.
Hij noemde met name de Land- en Tuin
bouw Onderlinge en meende, dat die belang-
rijke hulp koti verleenen om te maken, dat de
uitvoering eenvoudig werd. Hij stelde daarom
voor, om in de wet op te nemen, naast de be
paling van de vaste premie de mogelijkheid
om de risico over te dragen aan de onderlinge
organisatie van werkgevers, die voldoen aan
de eischen, in de wet gesteld.
De Kamer heeft dat amendment aangeno
men, en- da a mice was dus in de Invaldditcits-
wct in art. 40 opgenomen het recht van de
werkgevers om ae risico. voortvloeiende uit de
Invaliditeitswet over te dragen aan een
lichaam als de L. en T. 0. ot een zusterorga-
nisatie.
Het vorige jaar hebben wij den Minister
gevraagd, aan welke eischen ae verzekeringen
moeten voldoen ii: verband met de Invalidi
teitswet en het het.. ot midden September ge-
duurd, voor het K. B. met de eischen, waar-
aan de fondsen moesten voldoen, versciieen
Bij de Ongevallenwet 1901 bestond ook de
risico-overdracht. Voor 300 millioen verze
kerd loon moest als zekerheid, dat de ver-
plichtingen der wet nagekomen zouden wor
den, bij de Nederlandsche Bank een algemeen
pand gestort van ongeveer 214 millioen. Voor -
de berekenlng van een werd een systeem ge-
volgd, waaraoor voor bijv. 70.000 landarbei-
ders een algemeen pand van ongeveer 35 mil
lioen gulden zou moeten worden gestort
Voorts bleek bij de briefwisseling met den Mi
nister, dat deze niet bereid was eene vereeni-
ging als Pensioen-Risico, die mede opger^t
was met de bedoeling om het risico van z
I. W. voor de leden der L. O. en der T. O.
over te nemen, voor erkening aan den Kroon
voor te dragen. Daaraan ware, zoo noodig
hetgecn wij ontkenenn tegemoet te komen
door eene Statutenwijziging bij Pensioen-
Risico.
Maar er waa nog wat anders.
Men heeft de premie voor de I. W. uitge-
rekend voor de arbeiders tusschen de 14 en de
35 jaar. De premie voor de oudere arbeiders
is hooger, maar men heeft terecht gezegd, dat
men do premie voor den b.v 63-jarigen ouden
arbeider niet zoo hoog ikon steHen, dat de
rente daaruit betaald kon worden, want dan
zou de premie z66 hoog worden, dat ze niet te
betalen was. De premie voor een 35-jarig
arbeider werd voor de ouderen ook als premie
gesteld met de wetenschap. dat er daardoor
een tekort zou komen en aat tekort is uitge-
rekend op 21 h mililoen per jaar. De Kamer
heeft dat goedgevonden ei> besloten werd, dat
gedurende 75 jaar ieder jaar 21H millioen
aan de R -Verzekeririgsbank betaald zou wor
den als bijdrage in het tekort voor de I. W.
Wij hebben toen gezegd: Als wij nu voor alle
arbeiders aangcsloten bij de L. en T. O. enz.
de risico overnemen, dan komt men op die
menschen nook tekort en d'an moeten wij dus
van die 21 Yt millioen per jaar een evenredig
deel hebben.
De Minister zei: Jullie hebt gelijk, maar de
wet laat mij daarvoor geei vrijheid, want toen
het artikel van de risico-overdracht in de
Kamer is aangenomen, heeft men de andere
artikelen daarmee niet in overeenstemming
gebracht en in de wet staat zij het dan ook
niet met dezelfde woorden uit de schatkist
kan een bijdrage aan de Rijksverzekerings-
bank gegeven worden, m.a.w. wij zouden dus
een groot aantal arbeiders in onze verzeke-
ring moeten opnemen tegen een premie, waar-
van wij weten, dat ze een tekort oplevert en
dit, terwijl de Kamer zich voor de risico-over-
draCht heeft uitgesproken en bepaald, dat er
uit de schatkist een bijdrage zal worden ge
geven in het tekort op andere arbeiders. Toch
die genoeg heeft aan lucht, liefde en een beet-
je aardappels; want meer krijg je niet!"
Ze legde met een energieke ruk de hark op
haar anderen schouder.
„N!u, daar moeten ze mij niet mee aanko-
men/!"
Jan wilde dat hij nu iets galants zou moe
ten zeggen', bijv., dat zoo'n a-ardig meisje na
tuurlijk iets beters mocht verwachten, maar
hij kon de passende woorden niet vinden. Zijn
jonge gezellin beviel hem zoo goed en hij
voelde in zijin rechteram een heel merkwaar-
dig iets, alsof hij die moest uitsteken en om
het tengere lijfje Ieggeni, daar vlak bij hem.
Ma-ar ook daarmee ging het al evenzoo als
met de gal ante opmerking.
De lust bestond, doch de moed on'tbrak om
er aan te voldoen. Trouwens het was daartoe
ook al te laat want zij, verwijderde zich van
hem als had zij zijn gedachte geraden en zet
te haar weg op het smalle voetpad voort, dat
naast den irreppel liep.
„Ja, wat ik nog vragen wou", begon zij na
een poosje weer geheel onbevangen, .,u zeide,
dat u geen leeraar wilde worden. Maar wat
wilt u dan beginnen?"
„Ik wil worden wat mijn vader was!"
Ze trok een beetje haar neuaje op om het
onibevredigende antwoord.
,,'Nu ben ik nog even wijs als te voren! Wat
waa uw vader dan?"
Boer!"
„Hier, in deze streek?.,
Js,n herinnerde zich, noe zrij hem kort tevo-
ren geantwoord had1 op zijn vraag waar zij
naar toe ging, en hij zei glimlachendi:
"a, hier in deze streek!"
„Verder op of vlak bij?"
Je kunt net van hier met je vlnger aan-
wnjzen."
„Dat kun je wel naar alle kanten lacnte
zij. „Maar wacht eena, ia het daar?"
(Waadt iMJvalgd)
V* wo
tvao
rtimgtu uci mvaiiuui.iwnvi, r
dj
•|T#n|lT |(U JMfB Haah. ZOO W