n tviMIgste Jaargaig. Zaterdag 14 Febrnari PROVINCIAAL NIEUWS. VEREENIGING VAN OUD-LEERLINGEN DER RIJKS-LANDBOUWWINTER- SGHOOL TE SCHAGEN. (Vervolg). In de middagzitting behandelde Dr. K. de Vink: ,.De maatregelen ter bevordeing van de bestrijding der tuberculose onder het rund- vee". i De eerste regeeringsmaatregelen, aldua spr., die tegen deze ziekte gen omen zijn, da- teeren, voor zoover mij althans bekend is, van 1 Januari 1905, toen in werking traden de voorschriften, vastgesteld bij Koninklijk Be- sluit van 2 September 1904 Het succes van den strijd tegen de ziektee is niet evenredig geweest aan de belangrijke financieele offers, welke de Staat biervoor ft moetcn brengcn. Volgens het genoemd i\ B had iedere veehouder in Nederland, imts geen opkooper, de bevoegdheid, elk rund dci verschijnselen van tuberculose ver- too: aan het Kijk ter overaame aan te bie- der Wanneer na onderzoek bii het dier tu berculose werd geconstateerd, dan werd het tegen de voile waarde volgens taxatie ontei- gend en afgemaakt. Dit gebeurde dan met elk rund, dat met het andere dier op den stal stond en verschijnselen van tuberculose ver- roonde. In 28 maanden werden aldus door de vee- 'icudets aangeboden 15176 runderen van wftlke dieren ruim 8000 stuks als lijdende aan rcuiuse werden overgenomen De gevallen van tuberculose zijn in twee t pen te onderscheiden, n.l. de z.g. geslo- t u en de open vormen van tuberculose. Tot de eerste groep behooren die vormen, vaarbij alleen organen zijn.aangetast, die niet mmiddellijk met de buitenlucht in verbinding staan, terwijl tot de tweede groep behooren die gevnllene, waarbij organen zijntaangetast, ie een directen uitweg naar buiten hebben Bij dezen laatsten vorm zullen dus ziektestof- ten in easu tuberkelbacillen met verschillende afscheidingsproducten buiten het lichaam gevoerd kunnen worden en bestaat dus steeds groot gevaar voor besmetting van andere dieren en zelfs in sommige gevallen zooals in hoofdzaak door de melk, ook voor den mensch. Het vatten van koude. minder goede voe- ding en andere omstandigheden kunnen oor- zaak zijn, dat soms zelfs vrij plotseling een ongevaarlijke koe met gesloten. tuberculose door uitbreiding van het ziekteproces smet- stof in haar omgeving gaat verspreiden. Volgens het veeartsenijkundig jaarverslag over 1917 komt de tuberculose bij het ge- slachte vee aan de abattoirs van 41 pet. tot 2 pet. voor. Het percentage van het geslachte vee te Haarlem blcek voor 41 pet., dat te Amster dam voor 20 pet. en dat te Alkmaar voor 14 oct tuberculous. De ziekte bij het rund staat vooral door do melk in nauw verband met de tuberculose bij kinderen en zelfs bij volwassenen. Het nut van de tuberculosebestrijding bij het vee behoeft dui niet nader te worden aan- getoond. 4 De abattoircijfers geven geenszins een vol- komen beeld van de verspreiding der tuber culose onder den veestapel De dieren, die in ernstige mate tuberculoos zijn, bereiken de abattoirs, uit vrees voor afkeuring, niet eens. Het onderzoek gcschiedt bovendien aan het eene slachthuis dikwijls meer rainitieus dan aan het andere. Noord-Holland, doch vooral Zuid-Holland en ook Friesland, zijn wel de provincies, waar de ziekte het ergst heerseht. Wanneer de vleeschkeuring straks voor het geheele rijk verplichtend wordt gesteld, dan iullen de cij fels wel een beter overzicht geven. Voor ovemame volgens het K. B van 1905 kwamen alleen de z.g. klinischc vormen, practisch de open vormen van tuberculose in aanmerking. Op de s csloten tu van open of klinische en rculose zijn verschillende bestrij ingssystemen gebaseerd zoowel in het K. B van 1905 als in het nog heden in toepassing zijndfe K. B. van 1910. Bij een rationeele bestrijding der ziekte moet het oog gericht blijven op beide vor men. Met alleen de smetstofverspreiders op te ruimen vergeet men dat de praktijk leert dat dc overgang van gesloten in open vormen van tuberculose in den regel niet spoedig ge- n eg onderkend wordt. Daardoor werd het systeem uiterst kost- baar. Van de gunstige voorwaarden voor ovemame van zieke dieren werd emstig mis- bruik gemaakt. De handel in wrak vee ge- raakte in sommige streken in grooten bloei. Het kon ten slotte niet uitblijven of er moesten beperkende bepalingen in de ovema me der runderen gesteld worden. Dit ging echter ten koste van het systeem. A1 spoedig kwam de bepaling, dat dieren die te ziek wa- ren om behoorlijk te kunnen worden ver voerd, niet meer voor ovemame in aanmer king kwamen en dat evenzoo buitengesloten werden van ovemame het vee van hen, wier bedrijf bestond uit: a. handel in wrakke, kwijnend zieke die ren; b c. d e f. gewone veerhandel; melkerij, vereenigd met veehandel; fokkerij, maar tevens veehandel; vetmesterij of vetweiderij; ij, die melkerij, aan- door voortdurenden koop in de behoefte aan melkvee voorziet en die de kalveren, welke geboren worden, ge- woonlijk onmiddellijk of na gemest te zijn, van de hand doet, dus melkerij zonder eigen hkkerij. luni 1909 werd bepaald, dat alleen run- dpmn werden overgenomen, wanneer bij het verzoek tot ovemame werd overlegd een door een gefexamineerd ingevuld formulier, ten be- wfize, dat bij het dier zoodanige verschijnse len van tuberculose geconstateerd waren, dat de aanbieding ervan gerechtvaardigd was. Bovendien moest de aangever gedoogen, dat zijn geheele mndveettapel werd onder- tochfe, ter baoordeelin# of sick nog in 4mm nufnm ■■mdin, •mlka ng tu berculose duidende vertchljnnelen vertoonden en deze eveneena ter. ovemame aan het rijk gelijktijdig aanbieden. De kosten, aan dat onderzoek verbonden, kwamen voor rekening van den aanvrager Zooals begrijpelijk, maakten hiema slechts die fokkers nog gebruik van de gunstige be palingen voor ovemame, die het werkelijk se- rieus meenden met de bestrijding der tuber culose onder hun rundvee. Wanneer men dit groot opgezet plan be- onnen was met de slotbepalmgen en men d dan van lieverlede de poorten voor over- name, naar gelang van omstandigheden, wij- der opengezet, dan zou vermoedelijk meer bereikt zijn dan nu. Bovendien was men dan rijker zijn dan nu. Bovendien was men niet. zooals nu. plotseling voor een taak gesteld geweest, die wegens gebrek aan personeel en ervaring deels onuitvoerbaar bleek te zijn en wel tot mislukking moest leidem. Deze slotbepalingen zijn niet lang meer van kracht geweest, want bij K. B. van 1 De cember 1910 werden nieuwe bepalingen in het leven geroepen en het K. B. van 1905 in- getrokken. In totaal werden in die 5 jaren 25242 run deren door het rijk overgenomen. De veehouder is in staat cum met behulp van zijn veeartsenijkundige adviseurs zijn stai vrij van tuberculose te maken en te hou- den. De bewijzen daarvan zijn ook in Neder land voorhanden, maar de voorbeelden heb ben tot nog toe wcinig navolging gevonden, zoodat zonder ingrijpen van Staatswege, wei nig van de bestrijding terecht zal komen. Er bestaat groot gevaar, dat de ziekte zich zal uubreiden, omdat de veehouder in het al- gemeen nog niet de kennis en de doortastend- neid b^zit. die hem moed geven tot zelfstan- dig optreden. De Staat moet er zich dus wel mce bemoeien en dat kan geschieden door dwang, door voorlichting en door steun Onder de dwangmaatregelen moet worden genoemd het opnemen der dinische tubercu Ic ose onder de "besmetteliike doeld in de wet van 1870, veeziekten, be- In het nieuwe ontwerp van wet staat de ziekte reeds genoemd onder de ziekten, waar- tegen facultarief maatregelen kunnen worden voorgeschreven. Als onderdeel van dwingende voorschrif- ten ter bestrijding der tuberculose kunnen we ook rekenen net K. 3. van 10 December 1915, gcwijzigd bij K B. van 2 Maart 1917, waar bij bepalingen zijn vastgesteld omtrent be- handeiing en vervoer van afgeroomde melk, karnemelk en wei. Het z.g. pasteurisatie- voorschrift, dat nog steeds van toepassing is, maar door den kolennood der laatste jaren buiten toepassing is geraakt, doch echter nim- mer is ingetrokken. De tija zal nog moeten leeren, of dit overi- gens zeer zeker een nuttig effect kunnende ressorteeren K. B. in de toekomst opnieuw zal worden toegeoast. Of opname der tubermlose in de wet van 1870 wel zou zijn aan te bevelen, meende spr sterk te moeten betwijfelen. Spr. oordeelde het bovendien op het oogen- blik niet wenschelijk, in dezen tot dwang maatregelen over te gaan. Men zal zich moeten bepalen tot het geven van voorlich ting en steun, ten einde de veehouders op te wekken tot zooveel mogelijk zelfstandig op treden tegen de tuberculose. Alle ingrijpen zij er dus op gericht, be- langstelling in de bestrijding op te wekken, den veehouder inzicht te geven in den aard van de ziekte, hem de middelen aan de hand te doen, die voor de bestrijding noodig zijn en hem door de te nemen maatregelen aan te sporen'tot zelfstandig handelen. Dit zij in de eerste plaats de taak der regeering. Daar- nevens kan krachtig geholpen worden door het aanwijzen en opruimen der besmettingshaar- den. De zorg voor het behouden van een ge- zonde veestapel, voor reinheid, voor de ge- zonde opfokking der kalveren en den aankoop van gezonde dieren is de taak van den vee houder, hoewel ock daarbij steun van rjiks- wege kan worden verleend. Alleen daar, waar succes is te verwachten, worde steun verleend. De Staat trede hierbij op als leider, han- dele niet zonder verzekerd te zijn van de me- dewerking der belanghebbenden en neme nimmer het werk van den veehouder over. e regeering moet het daadwerkelijk be- iii ijden der tuberculose gepaard doen gaan daar, waar de veehouder toont, hiervoor rijp te zijn, met pogingen om anderen tot ontwik- keling te brengen. De staat biede de helpende hand, maar steeds zo6, dat hbt persoonlijk be- lang er nauw bij betrokken blijft; eerst dan kafti men verwachten, dat de belanghebbende die maatregelen neemt, welke noodig zijn om met succes de tuberculose te bestrijden en uit zijn stal te weren. De strijd moet niet alge- mcen, maar plaatselijk gevoerd worden. E>e tuberculose moet stal voor stal verdreven worden, zooals stal voor stal door haar in beslag werd genomen. Spr. irad hierop in een nadere beschou- wing van het K. B. van 1 December 1910, dat bij K. B. van 10 Januari 1914 in enkele on- derdeelen is gewijzigd. Het is gewenscht, dat de veefokkers, die voorloopig in aanmerking komen voor steun van rijkswege ter bestrijding der tuberculose onder hun rundvee, lid zijn van fokvereeni- gingen of stierenhouderijen. Zoo ergens, dan is hier toch samenwerking een gebiedende eisch. De Stamboekkoe- of -stier heeft slechts dan waarde, wanneer met zekcrheid het be- wijs affegeven kan worden, dat zij vrij zijn van tuberculose. Dat aan de stal eenige eischen gesteld moe ten worden ten opzichte van bodem, licht en luchtverversching, ligt voor de hand. Vele stallen zijn tegenwoordig voldoende ingericht en anders dan met het aanbrengen van enkele kleine veranderingen vaak worden volstaan. Een aanvrage voor steun van rijkswege moet gericht worden tot den Directeur-Gene- raal van den Landbouw met gebruikmaking van een door dezen vastgesteld formulier, waarvan ekemplaren kosteloos op alle ge- meen'e-secretarieSn verkrijgbaar zijn. JVfen kan ook een formulier inzenden, ook al heeft men oogenschijnlijk een gezonden vee stapel. Daardoor kan men zekerheid beko- men, waar twijfel bestond. De Districts-veearts of zijn plaatsvervanger doet het onderzoek. Als de veehouder werkelijk fokker is, zijn stal aan billijke hygiSnische eischen voldoet en verwacht mag worden-, dat met nauwgezet- ds ■"rfrrfiw-hmun uuioidin houder een achriftelljlce verblntenta aange- gaan, waarin de volgende bepalingen zijn op- genewnen: a het laten onderzoeken van zijn geheelen rundveestapel door of van wege den Diatricta- vecurts, op clinische tuberculose; b. het verstrekken van de daarvoor noodi- gc hulp; c. net afstaan van de cllnisch-tuberculose runderen, welke in hun veestapel worden ge vonden, aan het rijk tegen een vastgestelde vergoeding of die dieren te laten slachten bin- nen 8 dagen na het onderzoek en onder toe- zicht van den Districts-veearta; d. het op eigen kosten vervoeren van de door het rijlt overgenomen dieren. hetzij tot het naastbijzijnd spoor- tram- of bootstation, hetzij tot het voor de afmaking bestemde slachthuis, een en ander overeenkomstig de aanwiizing van den Districts-vecarta; e. het grondig reinigen en ontsmetten van de standplaa'sen van door het rijk overgeno men ol van gesiachte tuberculose iunderen, overeenkomstig de aanwijzing van geuoem den veearts; f het nemen van die voorzorgsroaatrege- len welke in rvn bedrijf kunnen worden toe- gepeit, jh de tuberculoso-vrije opfox van zijn joug vee te m rzekeren; g. het niet tsevoegen van runderen aan ziin veestspd, dan nadat deze door of vanwe- den L isiricts-veearts zijn onde'zociit cn van op tubercu:ose duidende veriehijnselen zim vrij bevonden h. het van rijkswege laten tnrrkea en het niei dan met htsfemming voor de siaehtbank vervreemden van op zijn verzoek getuberculi- ncerde iunderen, welke naar het oordeei van den Ditsricts-veearts eene op tubeicuiose dui dende reactie vertoonden; t. de teruggavc van de kosten van onder zoek volgens een daarvoor door den Minister vast te stellen tarief, indien aan het voorgaan- de niet wordt voldaan. (Dit tarief is vastge steld op 50 cent voor elk onderzocht rund). Vooral voor de Noord-Hollandsche boer- derij zijn de tuberculose-vrije opfok van het jonge vee en het alleen voor de siaehtbank mogen verkoopen van runderen, die op eigen verzoek zijn- getuberculineerd en posuief hebben gereageerd, bezwaren die niet on- derschat mogen worden. Spr. lichtte de tuberculose-vrije opfok na der toe. Naast den voorop gezetten wll om deze ziekte te bestrijden en uit te roeien, is de in- richting van het bedrijf voor de toepassing van het hier bedoelde systeem van de grootste beteekenis. Ook met den aankoop van nieuw vee zal men zeer voorzichtig moeten zijn. In Lim- burg, waar op meer dan 100 boerderijen tij- dens spr.'s vierjarig verblijf aldaar dit stelsel reeds werd toegepast, trachtte men -'cwoon- lijk in de aanvulling van den veesapel te voorzien door aankoop van vee op boerde rijen die bij de tuberculose-bestrijaing waren aaiigesloten, Is men gedwongen, dieren van onbekenden oorsprong te betrekken, althans met betrekking tot de tuberculose, dan zal zoo'n dier steeds als verdacht beschouwd moeten worden. Na 6 weken zal hat getu berculineerd moeten worden, omdat binnen 6 weken zoo'n proef zonder resultaat blijft. In Limburg waren enkele fokvereenigingen in haar geheel bij de tuberculose-bestrijding aan- gcsloten en de daar verkregen resullaten wa ren zeer gunstig. Spr. toonde dit door voor beelden aan, waaruit bleek, dat de erfelijk- heid van tuberculose toch blijkbaar niet zoo bizonder groot is. Met uitzondering van Limburg en een ge- deelte van Noord-Brabant wordt er in de ove- rige provincies vrijwel geen gebruik gemaakt van den steun, van regeeringswege geboden. Spr. vraagt zich wel eens af en ait geldt ook voor Noord-Holland, of er wel een ernstig streven onder de weldenkende veehou ders bestaat om van de tuberculose onder hun veestapel verlost te worden.. Juist ock op die plaatsen, waar zich nog weinig of geen gevallen voordoen, dient men voorzich tig te zijn en zou het gewenscht zijn. zeker heid te bekomen omtrent het al of niet aanwe zig zijn der ziekte. Men zou dan zijn maat regelen intijds kunnen nemen. daarvoor Toon mii uw bedrijf en ik zal u zeggei hoe gij de tuberculose kunt bestrijden, aldii inrichting van het bedrijf is een hoofdfactqrjpMjpMMi^^B zeggen, aldus eindigde spr. zijnmet applaus beloonde rede. Na verschillende vragen beantwoord te hebben, gaf spr. een verhandeling over: De Rijksvleeschkeuring. Spr. begoo, met er op te wijzen, dat de be- trefiende wet nog niet in het Staatsblad is af- gekondigd en dus nog geen publiek eigendom geworden is. Het was hem gelukt, het ont werp van wet machtig te worden, voorzien v«n eenige aanteekeningen van een directeur van een abattoir uit een onzer groote steden. Spr. had die aangevuld met eenige persoon- lijke beschouwingen. Spr. oordeelde het on- noodig, zijn gehoor van het groote nut voor het beiang van de volksgezondheid dezer al- gemeene vleeschkeuring te overtuigen. Spr. wees er op, dat het van algemeene bekend- heid is, dat ten platteniande en vooral in de omgeving der groote steden nog steeds een weligen handel tiert in vleesch, aikomstig van noodslachtingcn, welke in vele gevallen den toets eener deugdelijke keuring niet zou- den kunnen doorstaan. Dit vleesch wordt vooral in de groote steden op slinksche, vaak vemuftige wijze ingevoerd. En daarom be- taalt men nog steeds hooge prijzen voor ca davers van ailerlei dieren en ook voor on- deugdelijke noodslachtingen. Hoewel nu ook door de invoering van een algemeene, voor clke gemeente verplichtende vleeschkeuring niet met een toovcrslag alle geknoei met vleesch een einde zal nemen, zoo moge men toch wel de verwachting koesteren, dat dit al- gemeen hoog geschatte voedingsmiddel met ineer gerustheid gegeten kan worden dan tot nog toe. Als consument is er iets bij de tegenwoor- dige keuringen en bij de te verwachten alge meene vleeschkeuring, dat spr. niet kan beko- ren. Er zijn n.l. maar twee mogelijkheden. Of men keurt het vleesch goed, 6f men keurt he vleesch af. Als gevolg van de tegenwoor- streng wetenschappelijk gevoerde keu ring, bestaat er een streven, 6lechts datgene af te keuren, wat op grond van dat onderzoek gevaar op zou kunnen Ieveren voor de volka- ezondheid 6f dat uit een oogpunt van voe- ing geen of weinig waarde neef, 6f wel bij bamding een onaangename geur geeft. Het goedlwuriMgHtewper§mk earn 4m gfm tf- doende zekerheid o! het vleesch van een ge- zond of van een ziek dier afkomstig is. De consument kan voor het onaangename felt komen te staan, dat, terwijl hit den vollen prijs betaalt voor zijn vleesch, cn nij dus aan- spraak lean maken op vleesch, afkomstig van een volkomen gezond dier, dat hij toch vleesch krljgt van dieren, die ondanks min of meerdere ziekelijke afwijkingen, voor con sumptie zijn goedgekeurd. Het kwam spr. voor, dat men, wanneer men in die ricnting eens ernstig ging zoe- ken, en ondanks de bezwaren aan de kwali- teitskeuringen, toch wel iets te .vinden zal zijn om aan zijn bezwaren tegemoet te ko men. Spr. oordeelde het onbegrijpelijk, dat een zaak van zoo groot gewicht, waarbij het beiang van de volKsgezondheid zoo nauw betrokken is, eerst 50 jaar later eindelijk in wctteliike, voor het geheele rijk geldende voorschriften zal worden vastgelegd. Herhaaldelijk rapporteerde en requesteerde de Maatschappij voor Diergenec3kunde zon der resultaat. Vrij onvcrwaclit werd men door een eenvouaige ministerieele beschik- king van 20 Juli 1918 verrast waarbij op grond van art. 8 der diatributicwet 1916 voor ons land van rijkswege een georganiseerde vleeschkeuring werd ingesteld. In dezen tijd'van onoegreosde mogeliikhe- den was fete pennestreck vsn een door- tastend Minister werkelijkheid geworden, wat jarenlang ondanks alle mogelijke pogingen daartoe niet verwezenlijkt had kunnen wor den. Intusschen bleek echter al spoedig, dat dc uitvaardiging van voorschriften nog niet het- zclfde beeeekent als de uitvoering ervan. Vooral de aanwijzing en inrichting van cen- tralc slachtplaatsen Hep nu juist niet bizon der vlot van stapel en toen het eindelijk na veel moeite werkelijk gelukt was hier en daar deze inrichtingen te verkrijgen, waren de be- ;en van de betreffende Ministerieele be ing a I weer zoodanig :bl Hracliten nieuwe wetten en de verplichte vleeschkeuring behoorde spoedig, nog v66r zc feitelijk goed ingevoerd was, alweer tot het vcrleden. Opnieuw werden we ten vorigen jare verrast toen door het nieuwe vooruit- strcvende Departement van Arbeid een ont werp van wet, houdende bepalingen tot we- ring van vlceSch cn vleeschwaren, die voor do volksgezondheid sehaddijk zijn, bij de Tweede Kamer werd Ingediend. Al spoedig werd het wetson twerp in behandeling geno men en bijna zonder eenige discussie door de Tweede en Eerste Kamer aan genomen. Voorbereklingen tot uitvoering dezer wei worden thans met spoed ter hand genomen en waarschijnlijk zai aan het eind van dit jaar voldongeu schikking al weer zoodanig gewijzigd, dat van de oorspronkelijke voorschriften niet veel nicer was overgcbleven. Nieuwe heeren de z.g. rijksvleeschkeuring zijn. Ook hier weer worden tal van zaken bij algcmcenen maatregel van bestuur, die nog niet gcpubliceerd zijn, nader geregeld. De wet bestaat uit slechts 50 artikelen. Bij art. 1 merktc spr. op, dat daarin be paald wordt, dat deze wet geheel of ten deele voor (cn hoogste twee jaar op andere dan slachtdieren van toepassing kan worden ver- klaard. Met andere dieren worden vrij zeker bedoeld wild en gcvogelte, misschien ook vis- schen. Dit laatste is ecnter vrij onwaarschijn- lijk, omdat naar het echijnt, de keurings- diensten van eet- cn drinkwater zullen wor den belast met de vischkeuring, zoodra de wet op de keuring van waren zal r.ijn inge voerd. Velen zullen zich met recht verbazen, dat de hootden van xeuringsdiensten van eet- eA drinkwaren, die gewoonlijk scheikundi- gen zijn, worden belast met de keuring van visch. Voor zoover spr. bekend worden ziek- len der visschen niet behandeid bij de oplei- ding der chemici en is het vrij duidelijk, dat de veearts uit den aard zijner opleiding hier voor meer de aangewezen man is. Vleesch, hetwelk zich in een vrieshuis of koelluns bevindt, wordt niet gerekead tot vleeschwaren. Lij algemeens maatregel van bestuur wor den in het beiang van de volksgezondheid veorschniten gegeven, betreffende het ver- duurzame: :n toebereiden van vleesch en wordt bepaald, welke stoffen bij het bereiden van vleeschwaren niet mogen worden ge- bruikt, deze voorschriften zullen zeker niet overhodig zijn en hierdoor kan o.a. paal en perk worden gesteld aan vele misbruiken bij de bereiding van diverse worstsoorten zeer zeker zal worden bepaald, hoe groot het meel- en watergshalte der worst zal zijn, terwijl het gebruik van salpeter en boorzuur bij het con- serveeren van vleesch van bepaalde hoeveelhe- den verboden zal worden. Verder zal het zeer zeker worden verboden bepaalde orga nen, zooals baarmoeders en siierenballen te gebruiken voor de bereiding van worst. Hier door wordt het wellicht mogelijk, de fabricage van worst zoodanig te doen geschieden, dat het wantrouwen -van een groot gedeelte van het publiek tegen dit artikel wordt opgeheven. In de wet wordt bepaald, dat met uitzonde ring van gestorven en in nood geslachte die ren, alle slachtdieren voor en na het slachten aan keuring zijn onderworpen. Doodgeboren dieren. ongeboren vruchten, estorven etehoevige aieren en runderen wel- ;e jonger zijn dan zeven dagen en gestorven schapen, geiten en varkens welke jonger zijn dan dertig dagen, worden vermetigd, tenzij het vleesch overeenkomstig de voorschriften vastgesteld krachtens art. 18 voor voedsel voor mensch en dier onbruikbaar wordt ge maakt. De levende keuring welke in de wet is voorgeschreven zal in de praktijk vermoedelijk talrijke bezwaren meebrengen. Uit een oogpunt van wetenschappelijke keuring en vooral bij de beoordeeling van zie kelijke orgaanveranderingen na het slachten geconstateerd is de leveaae keuring van het grootste beiang. Op de abbatoirs levert deze keuring geen enkel bezwaar op. maar ten plattelanae zul len de practiscne bezwaren wel gevoeld worden. Spr. gaf door een voorbeeld bet beiang eener levende keuring aan. De minister van arbeid is bevoegd ten aan- zien van de levende keuring Voor bepaalde gemeenten ontheffing te verleenen voor den ion: schapen, geiten en varkens, dit lijkt zonder* Wanneer een eentrale alaehtplaats in een ge meente is aangewezen, dan moet gestorven of uit noodgeslachte dier naar die plaats ver- voerd worden en zal het weascheiijk zijn na dat de halssnede is toegebracht de buikholie van de lies tot aan het oorstbeen te openen en daama het vervoer ten spoedigste te doen geschieden. Vieesch voorzien van het officieele goed- keuringsstempel, moet in alle gemeenten van het Rijk als goedgekeurd vleesch worden be schouwd, tenzij veranderingen zijn opgetre- den, waarmede vermoedelijk bederf zal zijn bedoeld. Hier liggen voetangela en klemmen daar het waarschijnlijk is, dat abbatoir-directeuren de verantwoordelijkheid niet wenschen te dra- Ien voor keuringen in andere gemeenten. eter zou het zijn, dat er. wanneer er in een gemeente vleesch werd afgekeurd, dat in een andere gemeente al goedgekeurd was, hooger - beroep bii den inspecteur welke met net toe- zicht in de provincie wordt belast, mogelijk was, dit hooger beroep moest dan kosteloos zijn. Voor particulieren blijft de mogelijkheid om een hoeveelheid van ten hoogste 5 K.G. it eei [emeente in te voeren het vleesch een andere blijft dan vleesch voor zich en zijn gezin uii gemeente in te voeren het vleesch buiten het onderzoek op veranderingen. Ged. Staten hebben verder de bevoegdheid de gemeentelijke verordeningen op de keurin gen van vee en vleesch aan te vullen of te wijzigen indien blijkt dat in een gemeente de voorschriften der wet onvoldoende worden toegepast of nageleefd, Het vleesch kan somtij goedgekeurd of afgekeurd worden. voorwaardelijk den. Het zal uitgebreide tuber- tijd van 5 jaren, echter alleen ten opzichte van schapen, geiten en varkens, dit lijl ling. Een slachtdier is een slachtdier, onver- schilli vergi: tot welke soort het behoort en vleesch- ligtc ftigingen zijn evengoed mogelijk na het eteo van varkens., schapen- of geitenvlsssch, m atss via rms si paazdsovlwwh. dus waarschijnlijk bijv. bii culose, eerst moeten worden gesteriliseerd. Op het oogenblik zijn alle bestaandc abba toirs nog niet voorzien van sterilisatoisn. Hieromtrent zullen nog wel nadere voorzie- ningen moeten worden getroffen. Indien bij de keuring het vleesch voorwaar delijk is goedgekeurd, niet binnen den bfj de goeakeunng gestelden termijn aan de voor waarden is voldaan en herkeuring niet is ge- vorderd, wordt het vieesch onbruikbaar ge maakt voor voedsel van mensch en dier, ter wijl evenzoo, indien bij de herkeuring het vleesch voorwaardelijk is goedgekeurd en niet binnen den daarbij gestelden termija aan de voorwaarden is voldaan, het vleesch onbruik baar wordt gemaakt voor mensch en dier. Bij aikeunng kan een herkeuring worden aangevraagd. het als voedsel voor mensch en dier on bruikbaar gemaakte' afgekeurde vleesch, kan vervoerd worden naar inrichtingen, waarin het tot vieeschmeel, vet of lijtn kan worden verwerkt. De afgekeurde cadavers brengen dan een behoorlijken prijs op.. Een daarvoor opgerichte particuliere inrichting te Woivega voldoet zeer goed. Het slachtdier zal bij goed- of afkeuring van een of meer merken worden voorzien. Ook bij invoering in een andere gemeente zal dit na goedkeuring geschieden. Wanneer vleesch ergens wordt verkocht of ingevoerd, zonder dat de eigenaar het vleesch aan keuring heeft onderworpen, dan wordt dit vleesch in beslag genomen en op kosten van den overtreder voor zooveel mogelijk ge- keurd of herkeurd en al naar gelang van de uitslag der keuring teruggeven of vernietigd. Bij algemeene maatregel van bestuur zal wor den bepaald in welke gevallen moet worden afgekeurd of voorwaardelijk goedgekeurd. Met zeer groote belangstelling zal zeaer wor den uitgezien naar ae njst der ziekten, waar bij besiiste afkeuring is voorgeschreven of daarbij voorwaardelijk of onvoorwaardelijk het vleesch kaa women goedgekeurd. ten dergelijke lijst bestaat reeas voor de keuring van vleesch, bestemd voor uitvoer. Zeer zeker zal het voor het keuringsperso- neel veel voordeelen aanbieden, wanneer vol gens een vastgesteld keunngsregulatief kan i worden gekeurd. Voor het vervoer van vleesch van de eene gemeente naar de andere zullen zeker techni- sche eischen gesteld worden, die van Ulang zijn voor de keuring op veranderingen. Een artikel bepaald, dat bij algemeene maatregel van bestuur, ter wering van voor de volksgezondheid 6chadelijke producten, eischen gesteld zullen worden, waaraan slachterijen, vleeschwinkels, bewaarplaatsen van vleesch, vleeschwareniabrieken, vilderijen, pennerijen, drogerijen, rokerijen, zouterijen en dierlijke stoflen, vetsmelterijen en inrichtingen bestemd tot bewaring of verwerking van bloed of dierlijken afval moeten voldoen. Dit artikel is vooral voor slagers ten plat- telande van groot beiang en ook voor slagers in grootere plaatsen, waar nog geen abbatoirs zijn gevestigd. Vrij zeker zal ae bodem der slachtplaatsen uit een vloer moeten bestaan, die waterdicht is, terwijl evenzoo de muren tot een zekere hoogte b.v. 20 c.M. moeten op- getrokken zijn van steen ondoordringbaar voor vocht. L)e afwatering van de slachtpiaats of slachthal zal in orde moeten zijn, zoodat het slachtwater niet de bodem kan doortrek- ken, maar behoorlijk kan afvloeien. Ook de vleeschwarenfabrieken zullen aan streuge eischen moeten voldoen en ook de vil derijen komen onder controle en zullen niet, zooals dikwijls tot heden het geval is, mogen worden uigteoefend in kleine houten, steenea gebouwtjes, te vies om aan te kijken. Het zou zeer zeker toe te juichen zijn, als bijalgemee- nen maatregel van bestuur werd vastgesteld, dat alle tegenwoordige vilderijen eenvoudig moeten worden opgeruimd, en ieder afge keurd, gestorven dier moet worden vervoerd naar een eentrale vernietigingsinrichting, al- waar het vleesch wordt verwerkt tot vieesch meel, vet en lijm. De gemeenteraad regelt de keuringsdienst bij verordening. De kosten van den keurings dienst worden voor zoover zij niet door de hef* fing van een keurloon worden bestreden, ge- dragen door de gemeente. De keurverordeningen moeten volgens de wet besiiste voorschrlTten bevatten. Van beiang zal het zijn voor de herkeuring personen aan te wijzen, met rijpe ervaring op het gebied der vee- en vleeschkeuring. Ten slotte moeten in elke gemeenteverorde- iiing, als hier bedoeld, de voorwaarden wor den vastgesteld, waardoor vleesch van de eene Semeente naar de andere gemeente mag wor- en vervoerd. De verordening is onderworpea aan de goedkeuring van Ged. St., die, alvo- rens te beslissen, het advies inwinnen van den inspecteur, halite mte hte taateshi «p 4» na- tana# wte. A* 89 ml trij- tern tnrfspist daa waadt ui 4m was- t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 11