a
m x N wi
w
v m v
m
a
m
m m m m
m m m
e i a
J
m u Ma
m
v
te H.
m
m
m
a m
- m a
s w
m
m m i
as
a m
«f "te
ar
or xf
II
i i i
nr
N V V I
D
m m
nt
m. q
fll n
ii
St X
m
q a
Damniltriek.
Ml.
V
as
UoBdt altfid eei hnidzalf io haii
Sociale erzttkrriim.
H 9<R
Of Q
f X
kippen t)ii kunyiittiA.
m m M
1NGEZONDEN MRDEDEELINOEN.
waarde der door ben gelegde deren over bet
zelfde tijdvak, bedraagt niet minder dan
38, oi 11.77W meer dan van die beide
andere toompje# sameo. Zoo iets spreekt tochl
In die 3 X wintermaand waren er leghorns
die 69, 71 72 eieren legden. En dan zegt
men wel eens, dat alleen midedlzware raasen
de wintereieren kunnen leveren. Niet hen
der midelzware toomen welke zullen getallen
te zien geven.
Wanneer dit naj<- r de wedstrijd ia afge-
loopen, zullen we de einreaultaten wel eeua
weergeven.
De uitgeefster van „De Kleinvfeteelt" (N.
V. Drukkerij „De Vlijt'' te Amhn i) verocht
om een bespreking van haar hla i, w,mraan
we gaarne voldoen.
Het
is een blad, dat
is aan do Nut-
ulnhouwkuadfgc inge-
meura, Rijksveeteelt- en Zuiwslco) Uenten,
ook de Rijkshijenteeltconsulent tnetwerken en
in handen van ieder hehoort te zijn, die zich
met pen of meerdere takken van die h> irijven
bezig houden. Vlot geschrevoi, zeer ruim
voorzien van toelichtenden foto'a en teekenin-
gen, bovendien laag in prijs (slechta 1.50
per half jaar) lean het niet nalaten, ruixne
voordeelen veer da aandeahtige -n raadop-
volgmdr lezers *f te wsrpett.
Op aanvrage zal de uitgerteie. zeker wel
gaarne een preefminuner toezmden.
Sasltjfsn met de stoffe?, nur beeft haw ntet
met een trapje gegooid. Zij hetft geslagea om
hsar zoontje te verdedigen. Beklaagde protear
teerde tegen de door de politis opgeteekende
verklaring.
Het O. M. vorderde 23 boete sube. 18 da-
gen hechtenia.
Beklaagde is daar niet medc tevredem.
Hierna sluiting.
d
AAN DE DAMMERS1
Met dank voor de ontvangen oi
H<*/,r°blC€m 691 (auteur
Stand s
Zwart.i/S, 7, 8 9, ft), 16, 24, 29, 40.
Wd: 12, 18 31, §2, 33, 36, 37, 38, 41, 49.
Oplossing:
32-27 1. 8 17
40:49
49 21
29 :27
21 8
1.
2
3.
5
6.
1.
2.
3.
4.
5.
VERTROKKEN PERSONEN.
oa -l,0. ^€lbeT«°!' R C-' Vtrl Landstraat
36, Ned Oost-Indie, machbankwerker
P. C Lipies, NH, de Ruijterstraat 11, Vlie-
land D. Sluijs, O.K., Mient 24, Heerhugo-
waard, dienstbode. A. Engel, N H. Stu-
artstraat 44, Barsingerhorn, kantoorbediende.
- O van den Berg, N.H., Koorstraat 27,
Rh'cnen, dienstbode. H. Ruascl-er, Rem.,
Geestersingel 54, Nieuwcndam. J. J. Hel-
fensteijn, O.K., Bergerweg 58, Amsterdam,
remmer. K. Vastenburg, N.H., Uitenbosch-
straat 54, Wageningen, boekbinder. -
A Hasselaar NH, Nieuwpoortslaan 112,
De venter, kantoorbediende. C. de Wit,
R C., Zeglis 54, Amsterdani C. Kok,
R C. Wcsterweg 262, Eindhoven, pianostem-
u.-r. A Pels, Westerwer 67, Soerabaija,
coinmissionnair A. Kooijmans, R.C.,
Spoorstraat 79, Egmondbinnen, gemeentese-
cretaris C Mooij-Selie, R.C., Linden-
gracht 29, Berkhout. G. B. ter Brake,
N H Ged Baansloot 29, Vriezenveen, kan
toorbediende M. Gilissc, N.H., Kenne-
merstraatweg 16, St. Laurens, dienstbode.
D. A van Soest, R.C., Tuinstraat 5. Amster
dam, Kantoorbediende. J. F. de Waal.
NH. ,Torenburg
chinist
Woudestraat
M Bek, R.C., Bloemstraat Utrecht.
P C. Groot, N.H., Spoorstraat 14, Soest, adj.
commies ter secretarie. O. Visaer, O.R.,
Helderscheweg 29, Haarlem, dienatbode.
Dr F P Keijser. DG., Helderscheweg 29,
Haarlem, dir. slachthuis E. en A. Eijzen-
N.HOmval 42, Ruurlo. G. Eijzenga,
Omval 42, Borculo. A. T. Eijzenga,
N H Omval 42 Apeldoom. J. Schuijt,
N HStationsweg 104, Schoorl, catthoudcr
C. Molenaar, R.CForestusstraat 29,_Ur-
sem, arbeider. C. A. van Latum,
49-44
1812
37—32
31 2
2 291
Zeer moot!
Naar aanleiding van onze mededeeling, dat
de lezers der Utrechtsche damrabriek de op
lossing niet hebben kunnen vinden, zijn de
oplosserg hier direct aan t werk gegaan en
cntvingcn wij niet minder dan elf goede op-
iOssingen Aan deze heeren een woord van
liulde,
Wij ontvingen goede oploseingen van:
W Blokdijk, P. Dekker, P. Deugd, D. Qer-
ling, J Tesscitar, J. S. te Alkmaar, P. de
Groot te Warmenhuizen, H. E. Lantinga te
Bellingwolde, Jb. Toepoel te Sint Pancraa.
T v d Velde te Huiswaard en J. Sch te
Mkmaar.
A'ERKWAARDIOE STANDEN.
Ook de beide standen die wij nu Iatea vol-
pen kwamen voor in den wedstrijd oca het
m. i enschap van Nederland:
Orenburg 6, Amsterdani, leerling-ma-
F. Wagtendonk, N.1-fvan der
straat 41, Bergen, deem 1 achilder.
m
m
ga, b
NH,
wan: 6,8,10,11,14/18,22.
Wit: 24, 25 27, 28, 31 32, 33, 36, 38, 39.
Zwart (Lochtenberg) was aan zet, doch er
va geen enkele goede.
Hij speelde 812, waarop Hoogland liet
volgen
1. 27-21 1. 17:37
2. 28 8 2. 37 28
3 33 13!
In den tweeden stand (partij Prijs-de Boer)
Wanneer moet en de kuikens uitgebroed
zijn?
Zouden we bovensiaande vraag in't al&e-
meen beantwoorden, dan luidde het aut-
woord: op zoodanig tijdstip, dat, mits good
verzogd, de uit die kuikens opgefokte hennen
midden October aan den leg gaan, omdat in
dien tijd de eieren het meest waard zijn.
Nu vraagt een middelzwaar raa een lan-
deren groeitijd dan een licht. In't algemeen
worden de eiren der middelzware rassen dail
ook Maart—April en die der lichtere April
Mei ter uitbreiding gegeven, hetzij toever-
trouwd aan een broedsche hen, 't zij aan een
machine. Met de laatste heeft men dit meer
in de hand.
Fokt men op 'n vroeger tijdstip, dan zullen
de hennen ook vroeg aan den leg gaan, fokt
men te laat, dan komen de eirm ook te laat
in de legnesten „Te vroeg eiren?" zal menig-
een vragen. Zeker, ook dat kan. Dan zal zidi
n.l. het verschijnsel gaan voordoto, dat de
hennen, na enkele eieren gelegd te hebben,
in een lichte rui vallen. waar dit in een on
gunstig jaargetijde pdaata vindt, lijden de
dieren daaronder en de leg stopt. ten aar-
dig beeld van een te vroege en te late leg le-
vert het in een vorig artikel besproken over-
zicht van den len nationalen legwedatrijd,
waar tevens voor 'n groot deel het verschil
door verklaard wordt van de sterk uiteenloo-
pende resultaten der toomen wit-leghorns.
Toen we v66r den aanvang van dien wedsbijd
de hoenders op het hun xoegewezen terrern
zagen merkten we hennen op, die al aan den
leg karen. We yoorspelden direct, dat dit mis
zou ga
blijven
Luttjlf Oudorp 74, Leiden, winkelbediende.
J Jordens, N H., St Annastraat 23, Hasrle
H Sieraad, RC., St Annsstr:
koopvroiiw. M. Post, G.K.,
metselaar
23, Haarlem
Iangestraat 44, Haarlem, dienstbode.
J. F W. Wilms, E L., Magdalenenstiaat 4,
Schoten, slager.
RECHTSZAKEN.
ARRONDISSEMEMNTS-RECHTBANK
Zitting van Dinadag 23 Maart.
Zitting van Dinsdag 23 Maart
(Vervolg).
DIEFSTAL VAN EEN HOED EN
EEN IAS.
Dc 58-jarige Roelof K., werkmau
heeft zich op 21 December 1919 an .t
maakt aan diefstal van bovenotr
n-,
en
SM W Wk 9K
'ft a Ef f
1
gaan, omdat een rui niet acnterwege zou
liven. En werkelijk zijn van de 6 hennen er
ook 5 in een lichte rui gevallen. Als tegen-
hanger merkten we een toompje op, waarbij
veel te lichte hennen liepen, kuikens nog,
waarvan 1 exemplaar zelfs niet meer dan 800
Deze waren te laat gebroed
heeft de
Van
eerste
eieren
gram woog.
15 October tot 1 Februari
toom een waarde van S 16.94 aan
gegeven en de laatste voor 9.28.
Tusschen die beide uitereten staat een
toompje, dat bij den aanvang van den wed
k eedingstukken ten nadeele van den lu. uiuiat
ter zee A M. Hekking. Een en ander was
ontvreemd uit de vestibule van het Marinege-
bouw.
Getuige F1 A. v. d. Vaart, boekhouder te
Helder, heeft op den bewustm Zondag, op de
hoofdgracht wandelende, een persoon gezien
die dronken uit een caw werd geworpen.
Getuige zag, dat deze man zich begaf in het
gebouw der Marineclub en zag hem met den
hoed en de jas er uit komen. Op aandringen
van getuige heeft beklaagde deze voorwerpen
weer terug gebracht.
Beklaagde zegt, niet de bedoeling te neb-
ben gehad te stelen. Hij schaamde zich voor
zijn daad.
14 Jaar geleden is hij veroordeeld, zooals
de president zegt, voor een leelijk feit. De
president raadt hem aan den drank te laten
staan.
Eisch 15 boete subs. 10 dagen hechtenia.
HELINO.
David v. Gkoopman te Haarlem, moeait
terecht staan terzake het koopen van door
diefstal verkregen militaire goederen van den
fourier W. Wijnstok, in Augustus 1919 ge-
kocht te Hoorn. Beklaagde was even wel niet
verschenen.
De fourier, thans gedetineerd in het Huis
van Bewaring te 's-Gravenhage, een flinke,
aangename verschijning, heeft te Hoom ken-
nis gemaakt met beklaagde bij dm kleerma-
ker Swart. Deze kleermaker maakte getuige
Wijnstok attent op beklaagde, die militaire
goederen opkocht Getuige zeide, dat het goed
dat hij verkocht, zijn particulier eigendom
was.
De president wilde dit niet aannemen en de
officier meende, dat moet worden gewacht op
de uitspraak van den krijgsraad en vorderde
schorsing van de zaak voor onbepailden tijd.
A zoo besloten.
MISHANDELINO.
Ten slotte stond terecht de rijzige Maria
G., uit den Helder, ter zake miahandeling
van mtj P Kok, huisvrouw van Joh. v. d.
Meer, op 24 October 1919.
De zaak was indertijd geschorst omdat ge
tuige ongesteld was. Het conflict was ont-
staan door de wederzijdsche kinderen.
40
Zwart: 6, 7, 8, 9, 12, 16, 18, 19, 23, 25,
Wit- 26 27, 29, 32, 33, 41, 42, 43, 45
ptelde Wit:
1.
2
3.
4.
5
1.
2.
3.
4.
23 21
12 21
19:28
40:29
Nu onze lezers zich zoo bekwaam getoond
hebben in 't vinden van moeilijke ontledin-
gen geven wii nogmaalS een probleon uit de
Utrechtsche rubriek, waar de lezers ook zon
der rcsul'aat naar gezocht hebben.
't Is van den ieugdigen auteur George van
Dam Wij twijfelen niet of ook nu zullen
ininstens 10 lezers de oplossing vinden
PROBLEEM 592,
van O. v. DAM, Den Haag.
Zwart:
40.
Wit:
44.
30 Maart.
CORRESPONDENTS. P. de G. te W.
Door bijzondere omstandigheden kwam uw
2, 3, 5, 8, 9, 10, 12, 14, 18, 22,
21, 23, 24, 29, 31, 32, 35, 38, 42, 43,
aan ons Bureau s. v. p. v66r
brief eerst Woen:
len uw schrijven me'
Beklaagde heeft getuige aan de haren «e-
trokken tot 2 maal toe met een atofier gesta
gen, haar geschopt tegen de buik en met ee«
trap gegooid. Daarna heeft zij haar weer met
een stoner gestagen.
Beklaagde bekende de getuige te hebben
in ons bezit. Wij zub
aandacht nazien en ko-
pen er in de volgende rubriek iets van te
plaatsen Inmiddels hsrtelijk dank voor uw
medewerking en blijken van belangstelling.
H. S te A. Uw oplossing ontvangen. Is
echter niet de bedoelde. Zie oplossing in deze
rubriek Zullen de uwe echter nog eens na
zien.
Men dietnt mb befcrvu wbare nli to k«nnen
of lioyw nog in hui* to hubb«n om btr in
gwnl van noodl to gehruxken.
En wel, omdat do ergste bnidJtwalen aan-
»ankelijk rear gearing kunnen zijn. Een ruwe,
koreterige huid, jeuk, een pijnlijk of brandend
gevoel, vurigheid, puistjes of vlekken kun-
nen het begin rijn van een der vele bedroe-
ende vormen van eczeezn, dauwworm, gor-
deiroos, psoriasis, echurft of andere vormen
van buidziekte.
Chn to voorkomen, dat de kwaal rich uit-
breidt, is zindelijkheid en spoodige aanwen-
ding van een antkeptieche calf aan to be-
velen.
Het succeavol resultant rijnde van jaren-
lange onderaoekingen, bevat Foster"* Zalf
ie antiseptieche, verzachtende en geneeende
beatan-ddeelen, die het best geSigerd zijn om
de ontetoking, pijn en prikkeling van alk
jeukendd huidziekton to doen bedaren.
Foster's Zalf droogt niet to spoedig op,
laat zich niet to gemakkelijk afvegen en zij
dringt tot elke plek door. Aan wending bij
het uitbreken van de kwaal voorkomt uit-
breiding en verzekert baat.
Posters Zalf dient niet voor open wonden,
dech uitoluitend voor jeukendo hti id rick-ton
on is een tiitotokoiid generemiddol voor in-
on uitwendigs aaniboien.
I>et op den juisten naamFoster's Zalf,
Te Alkmaar verkrijgbaar bij Nierop en Slot-
houbwr, Langeatraat 88 1 1.75 per doos.
Bij de velerlei bezwaxen, dis tegen de In-
>aliddteitowet worden ingebracht, lijkt het
mjj ook wel gewenscbt de voordeelen, welke
bedoelde wet biedt, ©ens uiteen te zetton, nu
niet a Is een beatrijding van ben, die rich met
den inhoud dxor wet met kunnen vereenigen,
maar alleen om er de aandacht op te vesti-
gen, zoodat zij, die er belang bij kunnen heb
ben, onder al het getwist over ^ewenscbto
wijzigingen, niet hun rechten verloren laton
gaan.
Hot heeft thane nog geen nut over de in-
validiteitsrento to apreken, daar art. 71 ais
voorwaarde voor het recbt op die rente voor-
sohxijft, dat de verzekerde 150 premien in To
kening moet kunnen doen brengen.
Deze bepaling, die het ook al heel dikwjjls
heeft moeton ontgelden, is als een waarborg
opgenomen, dat personen, die invalide ztjn
heel weinig in de verleiding zouden gebracht
worden om te trachten rich in atrijd met
art. 34 der Invaliditeitaweti (Niet vereeke-
ri- .splicbtig is de arbeider, die invalide is
en niet reeds verplicht verzekerd is) in de
verzekering te doen opnemen. En ook om to
verhinderen, dat zij, die kunnen verwaehten
spoedig invalide te worden, voor enkele wa
ken in loondienst gaan, om daarna aanspraak
op invaliditeitBrento te doen gelden. Nu sou
een dergelijke bepaling ook niet zoo onbillijk
meer lijken, wanneer de verzekering reedz
jaren geleden was ingevoerd en dua nu voox-
namel ij k zlechta onder de wet vielen arbei-
ders, die reeds op tamelijk jongen leeftijd
verzekerd warden.
Toch bevat onze wet in dit opricbt nog de
gunatigate regeling dat toegelaten is, dat een
verzekerde, die invalide wordt, voordat de
160 premien betaald zijn, voortgaat met de
premie te betalenhetzij hij dit eelf doet,
of wel dat een ander daarvoor zorgt zoo
dat hij, zoodra bet vereischte aantal zegels is
geplakt, een aanvraag om invaliditeitsrente
kan indienen.
Het is dus gewenscht, dat, wanneer een
arbeider invalide mocht worden, voordat de
wachttijd vervuld is, wordt doorgegaan met
het betalen der premie.
Van meer beteekenis is op het oogenblik
de ouderdomsrente, die onder bepaalde voor-
waarden wordt toegekend aan de arbeiders,
die en leeftijd van 65 jaar bereiken.
Het meesto belang heeft thans het eerste
gedeelte van artikel 373
„De arbeider, die in het eerste jaar na het
in working ta-eden van artikel 31 verzekerd
wordt, heeft na het bereiken van den leeftijd
van 66 jaar recht op eene rente, zoodra het
getal der voor hem betaalde premien bedraagt
39/52 van het getal der weken, varstreken
tusschen het in werking treden van artikel
31 en den dag, waarop hij den leeftijd van 65
jaar bereikt heeft."
De beteekenis van die bepaling, welke
blijkena hetgeen er volgt alleen he trekking
heeft op arbeiders, die op 3 December 1919
reeds 60 jaaT of ouder waren, is, dat de ar
beider, die den leeftijd van 65 jaar bereikt
heeft, recht heeft op ouderdomsrente, wan
neer voor hem over elke 52 weken, dat de
verzekering na 3 December lpl0 geduurd
heeft, 39 eegels geplakt zijn, of wel voor elke
v i e r weken d r i e zegelt.
Wanneer ward geeischt, dat over alle we
ken van den duur der verzekering een segel
m est geplakt zijn, zouden vele van de oudere
arbeiders niet van de rente genieten, omdat
zij meestal niet zoo regelmatig meer werken
en het voor hen in de weken, dat zij niet wer
ken, onmogelijk is zelf het zegel to betalen.
Wat gebeurt er, als voor den arbeider bij
het bereiken van den 65-jarigen leeftijd min
der dan het vereischte aantal zegels geplakt
is. De oorzaak daarvan kan tweeerlei zijn.
Het is mogelijk, dat de werkgever verzuimt
hevft de premie to voldoen; is dat bet geval,
dan is het gewenscht, dat de arbeider zich,
zoodra hij 65 jaar geworden is, wendt tot
den Raad van Arbeid, die dan zorgt voor de
navordering van het alsnog verschuldigde
bed rag.
Bovendien zal in de meeste gevallen de
werkgever wel niet onwillig zijn tot betalen,
wanneeer hij merkt, dat het gevolg van het
niet-plakken der zegels zou zijn, dat de arbei
der de rente niet zou krijgen, of er ton min-
sto nog langer op zou moeton wachten. En
nu komen we tot het tweede geval, waarin
aan het vereischte aantal zegels nog enkele
onthreken bij het bereiken van den 65-jarigen
leeftijd. Het is ook mogelijk, dat de werkge
vers stoeds aan hun verplichtingen hebben
voldaan, maar dat de arbeider niet zooveel
weken arbeid in loondienst heeft verricht,
dat het vereischte aantal zegels is bereikt,
torwijl hij zelf niet in ataat is geweest voor
aanvulling der premien zorg te dragen.
Moet de arbeider er zich nu maat bij neer-
leggen, dat het vereischte aantal premien
niet is betaald en dat hij dus geen aan
spraak op rents heeft?
Dat ia niet noedighij -kan zslf zergen
voor Met pkkkwn ven de zegels nm het hem-
ken van den W-jcrigen leeftijd (isdexe week
natu urlijli sleohto 66n zegel) of wellicht is er
een «d«r, die het veer bun betalen sril. Ver
richt de arbeider nog arbeid in loondienst,
dan wordt wsllicht de werkgever, hoewel bij
wettolijk daartoe niet meer verplicht is, be-
reid gevonden, een weekpremie te betalen,
ten einde den oudto arbeider aan zijn rente
to helpen. Zoodra nu voor den arbeider zoo
veel premien zijn betaald als boven is aange-
geven, dan kan hij alsnog zijn aanvraag om
ouderdomsrente indienen.
In verband hiermede wordt er nog de
aandacht op geveetigd, dat veelal de verkeer-
de meening heerscht, dat de cuderdomsrento
ingevolge de InvAliditoitzwet in aou gaan bij
het bereiken van den 65-jarigen leeftijd.
Wanneer we artikel 1M der Wet raadple-
gen, dan vinden we:
,J)e rente gaat ia op den dag van indie-
ning der aanvraag."
Wel vinden we in genoemd artikel een uit-
zondering voor de weduwen- en de weezen-
rente, maar niet voor de ouderdomsrente,
zoodat deze laatste volgena den algemeenen
regel ingaat op den datum van indiening der
aanvraag.
Wanneer de arbeider dus reeda bij het be
reiken van Hen 65-j*vigen leeftijd het. ver-
eisehto aantal zegels op zijn rentekaarf, heeft
dan is het gnwonwht., dat hij gwn dag to lang
waeht. i«»t het indienen d«r aanvraag; want
iedere dag verziiim beteekent voor hem een
Hag verlies van rente.
Voorloopig zal het aantal premien, ook al
zijn voor elke vier weken minatens drie ae-
gels geplakt, minder dan 156 bedragen. Dan
moet de arbeider bovendien nog eannemelijk
maken, dat hij in de tien jaren, onxniddellijk
voorafgaande aan zijn 65sto jaar, gedurende
156 weken in de termen van den verzekerings-
plicht zou zijn gevallen, indien de wet reeds
bij den aanvang van dat tienjarig tijdvak was
ingevoerd geweest. De arbeider kan dat aan-
nemelijk maken door het overleggen van
verklaringen van de werkgevers, bij wie hij
gearbeid heeft; deze moeton in de verklaring
doen blijken, hoeveel weken de arbeider in
meergenoemd tijdvak van tien jaar in hun
dienst is geweest en tegen welk loon.
Van zelf spreekt, dat die verklaringen op
waarheid moeton berusten en niet moeton
worden afgelegd, om den arbeider tor wille
to zijn, zonder dat arbeid in loondienst voor
hem verricht is. De formulieren voor het
aanvragen der rente en voor de verklaringen
van de werkgevers zijn koetelooa verkrijgbaar
ten kantore van den Raad van Arbeid en ton
postkantore.
Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat het
begin van art. 373 het voordeel, om de ouder
domsrente onder de bovenaangegeven voor-
waarden to verkrijgen, alleen toekent aan de
arbeiders, die in het eerste jaar
na het in werking treden van
artikel 31, dus voor 3 Decem
ber 1920, verzekerd wordt.
Een aansporing dus aan de oudere arbei
ders, die zich tot nu toe aan de bepalingen
der Invaliditeitswet hebben weten to ont
trekken, om zich ten spoedigste alsnog bij de
Raden van Arbeid aan te melden. Worden zij
na 3 December 1920 pas in de verzekering op
genomen, dan zouden zij van de gunstige be
paling van art. 373 niet profiteeren.
De rente ingevolge genoemd artikel be
draagt 156 gulden per jaar of wel 3 gulden
per week.
Een andere rente, waarop ingevolge de be
palingen der Invaliditeitswet nu ook zoo
langzamerhand aanspraak zal kunnen wor
den gemaakt, is de weduwen- en weezenrente.
Men hoort soma wel eens de bewering, dat
we daar nog niet aan toe zijn,. want, wordt
dan gezegd, er moeton toch eerst 40 premien
zijn betaald, voordat recht op die rente ont-
staat. Dan is echter over het hoofd gezien,
dat in artikel 379 der wet een gunstiger be
paling is gemaakt ten aanzien van verzeker
den, meer verzekering is ingegaan in het eer
ste jaar na het in werking treden van artikel
31, dus weer v66r 3 December 1920. Ook al
weer een bepaling dus, om de verzekerings-
plichtige arbeiders er aan te herinneren, dat
het nalaten van de sasmelding niet in huD
belang is.
Deze bepaling houdt in, dat aan weduwen
en weezen van de bovenbedoelde verzekerden
rente wordt toegekend bij het overlijden van
den verzekerde, als het aantal der betaalde
premien 15/52 bedraagt van het aantal we
ken, dat de verzekering geduurd heeft, met
een minimum van 16 premien.
Waar dus voorloopig kan worden voletaan
met 15 premien en er na het in werking tre
den der Invaliditeitswet reeds 15 weken zijn
verstreken, kunnen reeds spoedig aanvragen
om weduwen- of weezenrente worden ver-
wacht.
Bovendien wordt nog de aandacht gevestigd
op artikel 81a der wet, waaruit blijkt, dat de
weduwe ook aanspraak op rente kan maken,
wanneer haar echtgenoot in het genot was
van een invaliditeits- of ouderdomsrente.
Volgens art. 81o heeft de weduwe recht op
rente:
lo.
Vwr die toekennlng van weezenrente wo*
den met wettige kinderen gelijk gesteld kin
deren, die gedurende het jaar aan het over-
lijdsn voorafgaande, op kosten van den ver
zekerde in diens gezin zijn opgevoedi en na
bet overlijden van den verzekerde geen kost
winner hebben. Ven deze bepaling kunnen
o. a. nut hebben kleinkinderen, die in bet ge
zin van grootvad'er worden opgevoed, omdat
de oudere zijn overleden.
De aandacht mag er hier wel op gevestigd
worden, dat ingeval van overlijden van den
verzekerde, er geen gelegenheid meer bestaat
om het ontbrekennde aantal premien alsnog
aan te vullen, ten einde reoht op weduwen- of
weezenrente te verkrijgen.
Wel zorgt de Raad van Arbeid natuurlijk
voor navordering der premie, wanneer mocht
blijken, dat een werkgeyer in gebreke is ge
blsven de verschuldigde pTemie to voldoen.
Wordt de premie alsdlan betaald en is dan
het vereischte aantal premien bereikt, dan
is de omstandigheid, dat op den dag van het
overlijden niet het vereischte aantal premien
geplakt is, geen beletsel om rente toe te
kennen.
Uit het bovenstaande blijkt echter wel
dat de arbeider of in ieder geval zijn nabe-
stasnden er belang bij hebben, dat zoo moge
lijk ever de weken, waarin geen arbeid in
loondienst wordt, verricht, toch sen zegel
wordt. gppUlrf.
Ook dient nog to worden galet op het be
paalde bij artikel 86 der wet: „Met- overlij
den wordt. gelijk gesteld vermoedelij'k over-
lijden."
Deze bepaling kan vooral van belang zijn
voor verzekerde zeelieden.
De aanvraag om weduwenrento moet wor
den gedaan door of ten behoeve van de wedu
we; in de aanvraag moet duidelijk worden
vermeld, of rente wordt gevraagd op gronJ
van invaliditeit, dan wel op grond van het
bereikt hebben van dsn 60-jarigen leeftijd.
De aanvraag om weesenrente moet worden
ingediend door den vertegenwoordiger der
weezen.
In verband met de weezenrente zij nog ge
wezen op het slot van artikel 154, duidende
„weezenrente gaat in op den dag van het
overlijden of vermoedelijk overlijden van den
verzekerde of, in het geval van artikel 84,
van den vader, en, ten aanzien van
kinderen, nadien daggeboren,
op den dag van geboorte.
Daaruit blijkt dus, dat het kind, waarvan
de echtgenoote op den dag van het overlijden
van den man zwanger is, ook aanspraak kan
doen gelden op weezenrente en wel met in-
gang van den dag, waarop het geboren wordt
Wanneer er meerdere kinderen zijn, die
reeds de weezenrente genieten, moet de aan
vraag om rente voor het pas geboren kind
niet als overtollig worden beschouwd, omdat
het totaal bedrag der rente er toch niet doo.
verandert en het gevolg alleen zou zijn, dat
de kinderen voortaan met hun vieren moeton
deelen, wat anders aan de drie kinderen werd
toegekend.
Het belang van de aanvraag om rente van
het pasgebQren kind blijkt, wanneer we reke-
ning houden met de bepaling van artikel 88
der Invaliditeitswet: „De weezenrente wordt
onverminderd uitgekeerd, t ot a 1 d e k i n-
deren dlen«leeftijd van 14 jaar
hebben bereikt."
De toekenning der rente aan bet pa* gebor
ren kind oefent dus wel geen invloed uit op
het wekelijksch bedrag der totale weezen
rente, maar kan wel van invlied zijn op den
duur der rente.
Tep slotte wil ik nog bespreken het geval,
dat het overlijden van den verzekerde het ge
volg is van een ongeval in den zin der Onge-
vallenwet 1901, zoodat de weduwe en de kin
deren ook ingevolge laatstgenoemde wet aan-
spra.ak hebben op scbadeloosstelling.
Laat deze omstandigheid echter niet weer-
houden om, als de man verzekerd was inge
volge de Invaliditeitswet en het vereischte
aantal premien is betaald, een aanvraag om
weduwen en of weezenrente in te dienen bij
den Raad van Arbeid. De scbadeloosstelling
ingevolge de Ongevallenwet- 1901 en de rente
ingevolge de Invaliditeitswet kunnen in dit
geval naast elkandsr worden genoton.
J. V.
V.
4
omuumwiciiuc. j. r ae
wanneer zij invalide is en er geen
vooruitzicht bestaat op zoodanige toeneming
der verloren arbeidskracht, dat zij ophoudt
invalide te eijn;
2o. wanneer zij den leeftijd van eestig ja
ren bereikt heeft. Dverlijdt een verzekerde en
laat hij een weduwe na, die niet invalide is
en ook niet den leeftijd van 60 jaar bereikt
heeft, dan heeft zij geen recht op rente. Zij
kan echter later eventueel nog aanspraak op
rente maken, wanneer zij invalide wordt, of
zoodra zij den leeftijd van 60 jaar bereikt.
Het recht op weezenrente wordt in de arti-
kelen 82 en volgende toegekend aan de wee
zen:
lo. bij het overlijden van den verze
kerden vader,
2o. bij het overlijden van den vader,
hoewel deze niet verzekerd was of voor hem
nog niet voldoend© premien waren betaald,
indien de moeder verzekerd
was ingevolge de Invalidi
teitswet en voor haar ver-
e i s c h t e aantal zegels zijn ge
plakt
So. bij het overlijden van de verzekerde
moeder, wanneer de kinderen vaderlooe zijn,
of wel, wanneer de moeder hun koetwinster
was.
Al# vereischte wordt verder gesteld, dat de j
weezen nog niet hebben bereikt den leeftijd
van 14 jaar en dat zij zijn wettige of natuur-
lijke wettiglijk erkende kinderen van den
overleden verzekerde.
uui, uar Ji'w
>2— 28
26 j 17
29-23
38-32
32 14!
w
Hf ft
m
mmI