a m x N wi w v m v m a m m m m m m m m e i a J m u Ma m v te H. m m m a m - m a s w m m m i as a m «f "te ar or xf II i i i nr N V V I D m m nt m. q fll n ii St X m q a Damniltriek. Ml. V as UoBdt altfid eei hnidzalf io haii Sociale erzttkrriim. H 9<R Of Q f X kippen t)ii kunyiittiA. m m M 1NGEZONDEN MRDEDEELINOEN. waarde der door ben gelegde deren over bet zelfde tijdvak, bedraagt niet minder dan 38, oi 11.77W meer dan van die beide andere toompje# sameo. Zoo iets spreekt tochl In die 3 X wintermaand waren er leghorns die 69, 71 72 eieren legden. En dan zegt men wel eens, dat alleen midedlzware raasen de wintereieren kunnen leveren. Niet hen der midelzware toomen welke zullen getallen te zien geven. Wanneer dit naj<- r de wedstrijd ia afge- loopen, zullen we de einreaultaten wel eeua weergeven. De uitgeefster van „De Kleinvfeteelt" (N. V. Drukkerij „De Vlijt'' te Amhn i) verocht om een bespreking van haar hla i, w,mraan we gaarne voldoen. Het is een blad, dat is aan do Nut- ulnhouwkuadfgc inge- meura, Rijksveeteelt- en Zuiwslco) Uenten, ook de Rijkshijenteeltconsulent tnetwerken en in handen van ieder hehoort te zijn, die zich met pen of meerdere takken van die h> irijven bezig houden. Vlot geschrevoi, zeer ruim voorzien van toelichtenden foto'a en teekenin- gen, bovendien laag in prijs (slechta 1.50 per half jaar) lean het niet nalaten, ruixne voordeelen veer da aandeahtige -n raadop- volgmdr lezers *f te wsrpett. Op aanvrage zal de uitgerteie. zeker wel gaarne een preefminuner toezmden. Sasltjfsn met de stoffe?, nur beeft haw ntet met een trapje gegooid. Zij hetft geslagea om hsar zoontje te verdedigen. Beklaagde protear teerde tegen de door de politis opgeteekende verklaring. Het O. M. vorderde 23 boete sube. 18 da- gen hechtenia. Beklaagde is daar niet medc tevredem. Hierna sluiting. d AAN DE DAMMERS1 Met dank voor de ontvangen oi H<*/,r°blC€m 691 (auteur Stand s Zwart.i/S, 7, 8 9, ft), 16, 24, 29, 40. Wd: 12, 18 31, §2, 33, 36, 37, 38, 41, 49. Oplossing: 32-27 1. 8 17 40:49 49 21 29 :27 21 8 1. 2 3. 5 6. 1. 2. 3. 4. 5. VERTROKKEN PERSONEN. oa -l,0. ^€lbeT«°!' R C-' Vtrl Landstraat 36, Ned Oost-Indie, machbankwerker P. C Lipies, NH, de Ruijterstraat 11, Vlie- land D. Sluijs, O.K., Mient 24, Heerhugo- waard, dienstbode. A. Engel, N H. Stu- artstraat 44, Barsingerhorn, kantoorbediende. - O van den Berg, N.H., Koorstraat 27, Rh'cnen, dienstbode. H. Ruascl-er, Rem., Geestersingel 54, Nieuwcndam. J. J. Hel- fensteijn, O.K., Bergerweg 58, Amsterdam, remmer. K. Vastenburg, N.H., Uitenbosch- straat 54, Wageningen, boekbinder. - A Hasselaar NH, Nieuwpoortslaan 112, De venter, kantoorbediende. C. de Wit, R C., Zeglis 54, Amsterdani C. Kok, R C. Wcsterweg 262, Eindhoven, pianostem- u.-r. A Pels, Westerwer 67, Soerabaija, coinmissionnair A. Kooijmans, R.C., Spoorstraat 79, Egmondbinnen, gemeentese- cretaris C Mooij-Selie, R.C., Linden- gracht 29, Berkhout. G. B. ter Brake, N H Ged Baansloot 29, Vriezenveen, kan toorbediende M. Gilissc, N.H., Kenne- merstraatweg 16, St. Laurens, dienstbode. D. A van Soest, R.C., Tuinstraat 5. Amster dam, Kantoorbediende. J. F. de Waal. NH. ,Torenburg chinist Woudestraat M Bek, R.C., Bloemstraat Utrecht. P C. Groot, N.H., Spoorstraat 14, Soest, adj. commies ter secretarie. O. Visaer, O.R., Helderscheweg 29, Haarlem, dienatbode. Dr F P Keijser. DG., Helderscheweg 29, Haarlem, dir. slachthuis E. en A. Eijzen- N.HOmval 42, Ruurlo. G. Eijzenga, Omval 42, Borculo. A. T. Eijzenga, N H Omval 42 Apeldoom. J. Schuijt, N HStationsweg 104, Schoorl, catthoudcr C. Molenaar, R.CForestusstraat 29,_Ur- sem, arbeider. C. A. van Latum, 49-44 1812 37—32 31 2 2 291 Zeer moot! Naar aanleiding van onze mededeeling, dat de lezers der Utrechtsche damrabriek de op lossing niet hebben kunnen vinden, zijn de oplosserg hier direct aan t werk gegaan en cntvingcn wij niet minder dan elf goede op- iOssingen Aan deze heeren een woord van liulde, Wij ontvingen goede oploseingen van: W Blokdijk, P. Dekker, P. Deugd, D. Qer- ling, J Tesscitar, J. S. te Alkmaar, P. de Groot te Warmenhuizen, H. E. Lantinga te Bellingwolde, Jb. Toepoel te Sint Pancraa. T v d Velde te Huiswaard en J. Sch te Mkmaar. A'ERKWAARDIOE STANDEN. Ook de beide standen die wij nu Iatea vol- pen kwamen voor in den wedstrijd oca het m. i enschap van Nederland: Orenburg 6, Amsterdani, leerling-ma- F. Wagtendonk, N.1-fvan der straat 41, Bergen, deem 1 achilder. m m ga, b NH, wan: 6,8,10,11,14/18,22. Wit: 24, 25 27, 28, 31 32, 33, 36, 38, 39. Zwart (Lochtenberg) was aan zet, doch er va geen enkele goede. Hij speelde 812, waarop Hoogland liet volgen 1. 27-21 1. 17:37 2. 28 8 2. 37 28 3 33 13! In den tweeden stand (partij Prijs-de Boer) Wanneer moet en de kuikens uitgebroed zijn? Zouden we bovensiaande vraag in't al&e- meen beantwoorden, dan luidde het aut- woord: op zoodanig tijdstip, dat, mits good verzogd, de uit die kuikens opgefokte hennen midden October aan den leg gaan, omdat in dien tijd de eieren het meest waard zijn. Nu vraagt een middelzwaar raa een lan- deren groeitijd dan een licht. In't algemeen worden de eiren der middelzware rassen dail ook Maart—April en die der lichtere April Mei ter uitbreiding gegeven, hetzij toever- trouwd aan een broedsche hen, 't zij aan een machine. Met de laatste heeft men dit meer in de hand. Fokt men op 'n vroeger tijdstip, dan zullen de hennen ook vroeg aan den leg gaan, fokt men te laat, dan komen de eirm ook te laat in de legnesten „Te vroeg eiren?" zal menig- een vragen. Zeker, ook dat kan. Dan zal zidi n.l. het verschijnsel gaan voordoto, dat de hennen, na enkele eieren gelegd te hebben, in een lichte rui vallen. waar dit in een on gunstig jaargetijde pdaata vindt, lijden de dieren daaronder en de leg stopt. ten aar- dig beeld van een te vroege en te late leg le- vert het in een vorig artikel besproken over- zicht van den len nationalen legwedatrijd, waar tevens voor 'n groot deel het verschil door verklaard wordt van de sterk uiteenloo- pende resultaten der toomen wit-leghorns. Toen we v66r den aanvang van dien wedsbijd de hoenders op het hun xoegewezen terrern zagen merkten we hennen op, die al aan den leg karen. We yoorspelden direct, dat dit mis zou ga blijven Luttjlf Oudorp 74, Leiden, winkelbediende. J Jordens, N H., St Annastraat 23, Hasrle H Sieraad, RC., St Annsstr: koopvroiiw. M. Post, G.K., metselaar 23, Haarlem Iangestraat 44, Haarlem, dienstbode. J. F W. Wilms, E L., Magdalenenstiaat 4, Schoten, slager. RECHTSZAKEN. ARRONDISSEMEMNTS-RECHTBANK Zitting van Dinadag 23 Maart. Zitting van Dinsdag 23 Maart (Vervolg). DIEFSTAL VAN EEN HOED EN EEN IAS. Dc 58-jarige Roelof K., werkmau heeft zich op 21 December 1919 an .t maakt aan diefstal van bovenotr n-, en SM W Wk 9K 'ft a Ef f 1 gaan, omdat een rui niet acnterwege zou liven. En werkelijk zijn van de 6 hennen er ook 5 in een lichte rui gevallen. Als tegen- hanger merkten we een toompje op, waarbij veel te lichte hennen liepen, kuikens nog, waarvan 1 exemplaar zelfs niet meer dan 800 Deze waren te laat gebroed heeft de Van eerste eieren gram woog. 15 October tot 1 Februari toom een waarde van S 16.94 aan gegeven en de laatste voor 9.28. Tusschen die beide uitereten staat een toompje, dat bij den aanvang van den wed k eedingstukken ten nadeele van den lu. uiuiat ter zee A M. Hekking. Een en ander was ontvreemd uit de vestibule van het Marinege- bouw. Getuige F1 A. v. d. Vaart, boekhouder te Helder, heeft op den bewustm Zondag, op de hoofdgracht wandelende, een persoon gezien die dronken uit een caw werd geworpen. Getuige zag, dat deze man zich begaf in het gebouw der Marineclub en zag hem met den hoed en de jas er uit komen. Op aandringen van getuige heeft beklaagde deze voorwerpen weer terug gebracht. Beklaagde zegt, niet de bedoeling te neb- ben gehad te stelen. Hij schaamde zich voor zijn daad. 14 Jaar geleden is hij veroordeeld, zooals de president zegt, voor een leelijk feit. De president raadt hem aan den drank te laten staan. Eisch 15 boete subs. 10 dagen hechtenia. HELINO. David v. Gkoopman te Haarlem, moeait terecht staan terzake het koopen van door diefstal verkregen militaire goederen van den fourier W. Wijnstok, in Augustus 1919 ge- kocht te Hoorn. Beklaagde was even wel niet verschenen. De fourier, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te 's-Gravenhage, een flinke, aangename verschijning, heeft te Hoom ken- nis gemaakt met beklaagde bij dm kleerma- ker Swart. Deze kleermaker maakte getuige Wijnstok attent op beklaagde, die militaire goederen opkocht Getuige zeide, dat het goed dat hij verkocht, zijn particulier eigendom was. De president wilde dit niet aannemen en de officier meende, dat moet worden gewacht op de uitspraak van den krijgsraad en vorderde schorsing van de zaak voor onbepailden tijd. A zoo besloten. MISHANDELINO. Ten slotte stond terecht de rijzige Maria G., uit den Helder, ter zake miahandeling van mtj P Kok, huisvrouw van Joh. v. d. Meer, op 24 October 1919. De zaak was indertijd geschorst omdat ge tuige ongesteld was. Het conflict was ont- staan door de wederzijdsche kinderen. 40 Zwart: 6, 7, 8, 9, 12, 16, 18, 19, 23, 25, Wit- 26 27, 29, 32, 33, 41, 42, 43, 45 ptelde Wit: 1. 2 3. 4. 5 1. 2. 3. 4. 23 21 12 21 19:28 40:29 Nu onze lezers zich zoo bekwaam getoond hebben in 't vinden van moeilijke ontledin- gen geven wii nogmaalS een probleon uit de Utrechtsche rubriek, waar de lezers ook zon der rcsul'aat naar gezocht hebben. 't Is van den ieugdigen auteur George van Dam Wij twijfelen niet of ook nu zullen ininstens 10 lezers de oplossing vinden PROBLEEM 592, van O. v. DAM, Den Haag. Zwart: 40. Wit: 44. 30 Maart. CORRESPONDENTS. P. de G. te W. Door bijzondere omstandigheden kwam uw 2, 3, 5, 8, 9, 10, 12, 14, 18, 22, 21, 23, 24, 29, 31, 32, 35, 38, 42, 43, aan ons Bureau s. v. p. v66r brief eerst Woen: len uw schrijven me' Beklaagde heeft getuige aan de haren «e- trokken tot 2 maal toe met een atofier gesta gen, haar geschopt tegen de buik en met ee« trap gegooid. Daarna heeft zij haar weer met een stoner gestagen. Beklaagde bekende de getuige te hebben in ons bezit. Wij zub aandacht nazien en ko- pen er in de volgende rubriek iets van te plaatsen Inmiddels hsrtelijk dank voor uw medewerking en blijken van belangstelling. H. S te A. Uw oplossing ontvangen. Is echter niet de bedoelde. Zie oplossing in deze rubriek Zullen de uwe echter nog eens na zien. Men dietnt mb befcrvu wbare nli to k«nnen of lioyw nog in hui* to hubb«n om btr in gwnl van noodl to gehruxken. En wel, omdat do ergste bnidJtwalen aan- »ankelijk rear gearing kunnen zijn. Een ruwe, koreterige huid, jeuk, een pijnlijk of brandend gevoel, vurigheid, puistjes of vlekken kun- nen het begin rijn van een der vele bedroe- ende vormen van eczeezn, dauwworm, gor- deiroos, psoriasis, echurft of andere vormen van buidziekte. Chn to voorkomen, dat de kwaal rich uit- breidt, is zindelijkheid en spoodige aanwen- ding van een antkeptieche calf aan to be- velen. Het succeavol resultant rijnde van jaren- lange onderaoekingen, bevat Foster"* Zalf ie antiseptieche, verzachtende en geneeende beatan-ddeelen, die het best geSigerd zijn om de ontetoking, pijn en prikkeling van alk jeukendd huidziekton to doen bedaren. Foster's Zalf droogt niet to spoedig op, laat zich niet to gemakkelijk afvegen en zij dringt tot elke plek door. Aan wending bij het uitbreken van de kwaal voorkomt uit- breiding en verzekert baat. Posters Zalf dient niet voor open wonden, dech uitoluitend voor jeukendo hti id rick-ton on is een tiitotokoiid generemiddol voor in- on uitwendigs aaniboien. I>et op den juisten naamFoster's Zalf, Te Alkmaar verkrijgbaar bij Nierop en Slot- houbwr, Langeatraat 88 1 1.75 per doos. Bij de velerlei bezwaxen, dis tegen de In- >aliddteitowet worden ingebracht, lijkt het mjj ook wel gewenscbt de voordeelen, welke bedoelde wet biedt, ©ens uiteen te zetton, nu niet a Is een beatrijding van ben, die rich met den inhoud dxor wet met kunnen vereenigen, maar alleen om er de aandacht op te vesti- gen, zoodat zij, die er belang bij kunnen heb ben, onder al het getwist over ^ewenscbto wijzigingen, niet hun rechten verloren laton gaan. Hot heeft thane nog geen nut over de in- validiteitsrento to apreken, daar art. 71 ais voorwaarde voor het recbt op die rente voor- sohxijft, dat de verzekerde 150 premien in To kening moet kunnen doen brengen. Deze bepaling, die het ook al heel dikwjjls heeft moeton ontgelden, is als een waarborg opgenomen, dat personen, die invalide ztjn heel weinig in de verleiding zouden gebracht worden om te trachten rich in atrijd met art. 34 der Invaliditeitaweti (Niet vereeke- ri- .splicbtig is de arbeider, die invalide is en niet reeds verplicht verzekerd is) in de verzekering te doen opnemen. En ook om to verhinderen, dat zij, die kunnen verwaehten spoedig invalide te worden, voor enkele wa ken in loondienst gaan, om daarna aanspraak op invaliditeitBrento te doen gelden. Nu sou een dergelijke bepaling ook niet zoo onbillijk meer lijken, wanneer de verzekering reedz jaren geleden was ingevoerd en dua nu voox- namel ij k zlechta onder de wet vielen arbei- ders, die reeds op tamelijk jongen leeftijd verzekerd warden. Toch bevat onze wet in dit opricbt nog de gunatigate regeling dat toegelaten is, dat een verzekerde, die invalide wordt, voordat de 160 premien betaald zijn, voortgaat met de premie te betalenhetzij hij dit eelf doet, of wel dat een ander daarvoor zorgt zoo dat hij, zoodra bet vereischte aantal zegels is geplakt, een aanvraag om invaliditeitsrente kan indienen. Het is dus gewenscht, dat, wanneer een arbeider invalide mocht worden, voordat de wachttijd vervuld is, wordt doorgegaan met het betalen der premie. Van meer beteekenis is op het oogenblik de ouderdomsrente, die onder bepaalde voor- waarden wordt toegekend aan de arbeiders, die en leeftijd van 65 jaar bereiken. Het meesto belang heeft thans het eerste gedeelte van artikel 373 „De arbeider, die in het eerste jaar na het in working ta-eden van artikel 31 verzekerd wordt, heeft na het bereiken van den leeftijd van 66 jaar recht op eene rente, zoodra het getal der voor hem betaalde premien bedraagt 39/52 van het getal der weken, varstreken tusschen het in werking treden van artikel 31 en den dag, waarop hij den leeftijd van 65 jaar bereikt heeft." De beteekenis van die bepaling, welke blijkena hetgeen er volgt alleen he trekking heeft op arbeiders, die op 3 December 1919 reeds 60 jaaT of ouder waren, is, dat de ar beider, die den leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, recht heeft op ouderdomsrente, wan neer voor hem over elke 52 weken, dat de verzekering na 3 December lpl0 geduurd heeft, 39 eegels geplakt zijn, of wel voor elke v i e r weken d r i e zegelt. Wanneer ward geeischt, dat over alle we ken van den duur der verzekering een segel m est geplakt zijn, zouden vele van de oudere arbeiders niet van de rente genieten, omdat zij meestal niet zoo regelmatig meer werken en het voor hen in de weken, dat zij niet wer ken, onmogelijk is zelf het zegel to betalen. Wat gebeurt er, als voor den arbeider bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd min der dan het vereischte aantal zegels geplakt is. De oorzaak daarvan kan tweeerlei zijn. Het is mogelijk, dat de werkgever verzuimt hevft de premie to voldoen; is dat bet geval, dan is het gewenscht, dat de arbeider zich, zoodra hij 65 jaar geworden is, wendt tot den Raad van Arbeid, die dan zorgt voor de navordering van het alsnog verschuldigde bed rag. Bovendien zal in de meeste gevallen de werkgever wel niet onwillig zijn tot betalen, wanneeer hij merkt, dat het gevolg van het niet-plakken der zegels zou zijn, dat de arbei der de rente niet zou krijgen, of er ton min- sto nog langer op zou moeton wachten. En nu komen we tot het tweede geval, waarin aan het vereischte aantal zegels nog enkele onthreken bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd. Het is ook mogelijk, dat de werkge vers stoeds aan hun verplichtingen hebben voldaan, maar dat de arbeider niet zooveel weken arbeid in loondienst heeft verricht, dat het vereischte aantal zegels is bereikt, torwijl hij zelf niet in ataat is geweest voor aanvulling der premien zorg te dragen. Moet de arbeider er zich nu maat bij neer- leggen, dat het vereischte aantal premien niet is betaald en dat hij dus geen aan spraak op rents heeft? Dat ia niet noedighij -kan zslf zergen voor Met pkkkwn ven de zegels nm het hem- ken van den W-jcrigen leeftijd (isdexe week natu urlijli sleohto 66n zegel) of wellicht is er een «d«r, die het veer bun betalen sril. Ver richt de arbeider nog arbeid in loondienst, dan wordt wsllicht de werkgever, hoewel bij wettolijk daartoe niet meer verplicht is, be- reid gevonden, een weekpremie te betalen, ten einde den oudto arbeider aan zijn rente to helpen. Zoodra nu voor den arbeider zoo veel premien zijn betaald als boven is aange- geven, dan kan hij alsnog zijn aanvraag om ouderdomsrente indienen. In verband hiermede wordt er nog de aandacht op geveetigd, dat veelal de verkeer- de meening heerscht, dat de cuderdomsrento ingevolge de InvAliditoitzwet in aou gaan bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd. Wanneer we artikel 1M der Wet raadple- gen, dan vinden we: ,J)e rente gaat ia op den dag van indie- ning der aanvraag." Wel vinden we in genoemd artikel een uit- zondering voor de weduwen- en de weezen- rente, maar niet voor de ouderdomsrente, zoodat deze laatste volgena den algemeenen regel ingaat op den datum van indiening der aanvraag. Wanneer de arbeider dus reeda bij het be reiken van Hen 65-j*vigen leeftijd het. ver- eisehto aantal zegels op zijn rentekaarf, heeft dan is het gnwonwht., dat hij gwn dag to lang waeht. i«»t het indienen d«r aanvraag; want iedere dag verziiim beteekent voor hem een Hag verlies van rente. Voorloopig zal het aantal premien, ook al zijn voor elke vier weken minatens drie ae- gels geplakt, minder dan 156 bedragen. Dan moet de arbeider bovendien nog eannemelijk maken, dat hij in de tien jaren, onxniddellijk voorafgaande aan zijn 65sto jaar, gedurende 156 weken in de termen van den verzekerings- plicht zou zijn gevallen, indien de wet reeds bij den aanvang van dat tienjarig tijdvak was ingevoerd geweest. De arbeider kan dat aan- nemelijk maken door het overleggen van verklaringen van de werkgevers, bij wie hij gearbeid heeft; deze moeton in de verklaring doen blijken, hoeveel weken de arbeider in meergenoemd tijdvak van tien jaar in hun dienst is geweest en tegen welk loon. Van zelf spreekt, dat die verklaringen op waarheid moeton berusten en niet moeton worden afgelegd, om den arbeider tor wille to zijn, zonder dat arbeid in loondienst voor hem verricht is. De formulieren voor het aanvragen der rente en voor de verklaringen van de werkgevers zijn koetelooa verkrijgbaar ten kantore van den Raad van Arbeid en ton postkantore. Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat het begin van art. 373 het voordeel, om de ouder domsrente onder de bovenaangegeven voor- waarden to verkrijgen, alleen toekent aan de arbeiders, die in het eerste jaar na het in werking treden van artikel 31, dus voor 3 Decem ber 1920, verzekerd wordt. Een aansporing dus aan de oudere arbei ders, die zich tot nu toe aan de bepalingen der Invaliditeitswet hebben weten to ont trekken, om zich ten spoedigste alsnog bij de Raden van Arbeid aan te melden. Worden zij na 3 December 1920 pas in de verzekering op genomen, dan zouden zij van de gunstige be paling van art. 373 niet profiteeren. De rente ingevolge genoemd artikel be draagt 156 gulden per jaar of wel 3 gulden per week. Een andere rente, waarop ingevolge de be palingen der Invaliditeitswet nu ook zoo langzamerhand aanspraak zal kunnen wor den gemaakt, is de weduwen- en weezenrente. Men hoort soma wel eens de bewering, dat we daar nog niet aan toe zijn,. want, wordt dan gezegd, er moeton toch eerst 40 premien zijn betaald, voordat recht op die rente ont- staat. Dan is echter over het hoofd gezien, dat in artikel 379 der wet een gunstiger be paling is gemaakt ten aanzien van verzeker den, meer verzekering is ingegaan in het eer ste jaar na het in werking treden van artikel 31, dus weer v66r 3 December 1920. Ook al weer een bepaling dus, om de verzekerings- plichtige arbeiders er aan te herinneren, dat het nalaten van de sasmelding niet in huD belang is. Deze bepaling houdt in, dat aan weduwen en weezen van de bovenbedoelde verzekerden rente wordt toegekend bij het overlijden van den verzekerde, als het aantal der betaalde premien 15/52 bedraagt van het aantal we ken, dat de verzekering geduurd heeft, met een minimum van 16 premien. Waar dus voorloopig kan worden voletaan met 15 premien en er na het in werking tre den der Invaliditeitswet reeds 15 weken zijn verstreken, kunnen reeds spoedig aanvragen om weduwen- of weezenrente worden ver- wacht. Bovendien wordt nog de aandacht gevestigd op artikel 81a der wet, waaruit blijkt, dat de weduwe ook aanspraak op rente kan maken, wanneer haar echtgenoot in het genot was van een invaliditeits- of ouderdomsrente. Volgens art. 81o heeft de weduwe recht op rente: lo. Vwr die toekennlng van weezenrente wo* den met wettige kinderen gelijk gesteld kin deren, die gedurende het jaar aan het over- lijdsn voorafgaande, op kosten van den ver zekerde in diens gezin zijn opgevoedi en na bet overlijden van den verzekerde geen kost winner hebben. Ven deze bepaling kunnen o. a. nut hebben kleinkinderen, die in bet ge zin van grootvad'er worden opgevoed, omdat de oudere zijn overleden. De aandacht mag er hier wel op gevestigd worden, dat ingeval van overlijden van den verzekerde, er geen gelegenheid meer bestaat om het ontbrekennde aantal premien alsnog aan te vullen, ten einde reoht op weduwen- of weezenrente te verkrijgen. Wel zorgt de Raad van Arbeid natuurlijk voor navordering der premie, wanneer mocht blijken, dat een werkgeyer in gebreke is ge blsven de verschuldigde pTemie to voldoen. Wordt de premie alsdlan betaald en is dan het vereischte aantal premien bereikt, dan is de omstandigheid, dat op den dag van het overlijden niet het vereischte aantal premien geplakt is, geen beletsel om rente toe te kennen. Uit het bovenstaande blijkt echter wel dat de arbeider of in ieder geval zijn nabe- stasnden er belang bij hebben, dat zoo moge lijk ever de weken, waarin geen arbeid in loondienst wordt, verricht, toch sen zegel wordt. gppUlrf. Ook dient nog to worden galet op het be paalde bij artikel 86 der wet: „Met- overlij den wordt. gelijk gesteld vermoedelij'k over- lijden." Deze bepaling kan vooral van belang zijn voor verzekerde zeelieden. De aanvraag om weduwenrento moet wor den gedaan door of ten behoeve van de wedu we; in de aanvraag moet duidelijk worden vermeld, of rente wordt gevraagd op gronJ van invaliditeit, dan wel op grond van het bereikt hebben van dsn 60-jarigen leeftijd. De aanvraag om weesenrente moet worden ingediend door den vertegenwoordiger der weezen. In verband met de weezenrente zij nog ge wezen op het slot van artikel 154, duidende „weezenrente gaat in op den dag van het overlijden of vermoedelijk overlijden van den verzekerde of, in het geval van artikel 84, van den vader, en, ten aanzien van kinderen, nadien daggeboren, op den dag van geboorte. Daaruit blijkt dus, dat het kind, waarvan de echtgenoote op den dag van het overlijden van den man zwanger is, ook aanspraak kan doen gelden op weezenrente en wel met in- gang van den dag, waarop het geboren wordt Wanneer er meerdere kinderen zijn, die reeds de weezenrente genieten, moet de aan vraag om rente voor het pas geboren kind niet als overtollig worden beschouwd, omdat het totaal bedrag der rente er toch niet doo. verandert en het gevolg alleen zou zijn, dat de kinderen voortaan met hun vieren moeton deelen, wat anders aan de drie kinderen werd toegekend. Het belang van de aanvraag om rente van het pasgebQren kind blijkt, wanneer we reke- ning houden met de bepaling van artikel 88 der Invaliditeitswet: „De weezenrente wordt onverminderd uitgekeerd, t ot a 1 d e k i n- deren dlen«leeftijd van 14 jaar hebben bereikt." De toekenning der rente aan bet pa* gebor ren kind oefent dus wel geen invloed uit op het wekelijksch bedrag der totale weezen rente, maar kan wel van invlied zijn op den duur der rente. Tep slotte wil ik nog bespreken het geval, dat het overlijden van den verzekerde het ge volg is van een ongeval in den zin der Onge- vallenwet 1901, zoodat de weduwe en de kin deren ook ingevolge laatstgenoemde wet aan- spra.ak hebben op scbadeloosstelling. Laat deze omstandigheid echter niet weer- houden om, als de man verzekerd was inge volge de Invaliditeitswet en het vereischte aantal premien is betaald, een aanvraag om weduwen en of weezenrente in te dienen bij den Raad van Arbeid. De scbadeloosstelling ingevolge de Ongevallenwet- 1901 en de rente ingevolge de Invaliditeitswet kunnen in dit geval naast elkandsr worden genoton. J. V. V. 4 omuumwiciiuc. j. r ae wanneer zij invalide is en er geen vooruitzicht bestaat op zoodanige toeneming der verloren arbeidskracht, dat zij ophoudt invalide te eijn; 2o. wanneer zij den leeftijd van eestig ja ren bereikt heeft. Dverlijdt een verzekerde en laat hij een weduwe na, die niet invalide is en ook niet den leeftijd van 60 jaar bereikt heeft, dan heeft zij geen recht op rente. Zij kan echter later eventueel nog aanspraak op rente maken, wanneer zij invalide wordt, of zoodra zij den leeftijd van 60 jaar bereikt. Het recht op weezenrente wordt in de arti- kelen 82 en volgende toegekend aan de wee zen: lo. bij het overlijden van den verze kerden vader, 2o. bij het overlijden van den vader, hoewel deze niet verzekerd was of voor hem nog niet voldoend© premien waren betaald, indien de moeder verzekerd was ingevolge de Invalidi teitswet en voor haar ver- e i s c h t e aantal zegels zijn ge plakt So. bij het overlijden van de verzekerde moeder, wanneer de kinderen vaderlooe zijn, of wel, wanneer de moeder hun koetwinster was. Al# vereischte wordt verder gesteld, dat de j weezen nog niet hebben bereikt den leeftijd van 14 jaar en dat zij zijn wettige of natuur- lijke wettiglijk erkende kinderen van den overleden verzekerde. uui, uar Ji'w >2— 28 26 j 17 29-23 38-32 32 14! w Hf ft m mmI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 10