Do DgMiiilio weeR.
Bufori tVBO efl ttWfoito Jasrgasrg.
Zaterdag 27 Maart.
t'U 1LLET0 A.
De lioeve in 't Broek.
Modepraaljes v&n ©en
Parisiaiin©.
y*
I
XIII.
De stille ommegang. Misdaad
en straf. hotel Atlanta. Ons
lager onderwijs bedreigdJ
la den nacht van Zaterdag op Zondag heb
ben, naar somnnge bladen neboen bericnt, de
Ainsterdamsche riatholieken, der traditie ge-
trouw, ter gelegenheid van bet Heilig Mira
kel, den stnlen ommegang gehouden. Dit-
maal bedroeg het aantal aeelnemera circa
36.000 (zes-en-dertig duizend).
Wat is dat Amsteidamscbe mirakel en wat
is die stille ommegang?
Bij de beantwoording v<w deze vraag moe-
ten wij teruggaan tot in de veertiende eeuw.
In 1345 geoeurde het, naar de pastoor van
het Begijnhof, Leonardus Marius, de vriend
van Vondel, verhaald heeft, ,,dat een sieck
man, hem tot den doodt berijdende, naer het
Chnstelijcke behoor, en gebruijck het Heijlige
ende Hooghwaerdige Sacrament des altaers
heeit onrtanghen; doch heeit (door den over-
val van de sieckte) 't seltde weder uitghe-
braeckt. Dit, alzoo het onder de iluijmen, ende
andere materie was vermenght, is van die
Vrouwe, die den siecken man diende (trou-
wens uyt onwetentheyt, overmidts sy het niet
gesien en hadde) in het vier gheworpen. 't
Vier brande den heelen nacht door, tot be-
hoef, en de gherijf van den siecke. Nochtans
des anderen daeghs, omtrent den Priemtijdt
(soo spreeckt den ouwen schrijver naer het
Catholijcke ghebruyck) stondt een van die
Vrouwen op, ende doe sij haar jongh kindt
ghekleedt hadde, kreegh sy soo grooten kou-
de, in allehaer leden, dat sij by dat vier most
gaen sitte, om haer te warinen. Aldus sitten-
de bij den vier, en dat vier omroerende, om te
beter te warmen, sach sy middel in't vier,
eene 6dioone, witte ende heele Hostie, als sy
haer daeghen, in den handen des Priesters
hadde gesien, aenden altaer." De heilige
ouwel, was dus niet verbrand, en ziedaar het
Heilige Mirakel geschied, waarvoor nu nog
altijd, ieder jaar, een stille ommegang wordt
gedaan.
Volgens de geschiedenis werd op de plaats
waar het Wonder geschied was, een Kapel
gesticht, de kapel der H. Stede: de nu ver
dwenen Nieuwe Zijdskapel, tusschen Kalver-
straat en Rokin.
De Hervorming maakte van de openlijke
vereering van her H. H. Sacrament van Mi
rakel een einde Maar in het geheim bleef
men het eerenen in het geheim bleef men ter
beevaart gaan naar de Kapel le, en later naar
de plek waar zij gestaan heeft. Dat geschied-
de altijd in het stille morgenuur en zonder
eenig uiterlijk vertoon, en bleef voortduren
de 16e, 17e en 18e eeuw door tot op onze da-
gen. In 1886 is aan het vrome oude gebruik
nieuw leven gegeven door de oprichting van
het „Gezelschap van den Stillen Ommegang."
Die oprichting hield verband met het terug-
vinden van den ouden processieweg. Hij liep:
Van den hoofdingang der H. Stede door de
Kalverstraat naar den Dam, rechtsom naar
den Vijgendam, achter het Kommandantshuis
om over- den Dam naar den Nieuwendijk,
Nieuwendijk tot aan den Raamskooi, reclits
om langs de Prins Hendrikkade, Nieuwe-
brug, Nieuwebrugsteeg, Warmoesstraat, Nes,
Langebrugsteeg, Langebrug, Taksteeg,
rechtsom de Kalverstraat in tot aan de En-
Kapelsteeg, Enge Kapelsteeg, Rokin tot
ijde Kapelsteeg, Wijde Kapelsteeg linksom
de Kalverstraat, tot aan den hoofdingang
der H. Stede.
Langs dien weg hebben ook weder in den
nacht van Zaterdag op Zondag duizenden
Katholieken uit Amsterdam, uit Haarlem en
ar.dere plaatsen hun jaarlijkschen pelgrims-
tocht gemaakt. Met dien verstande aat, na de
zoogenaamde Ramskooi (een straatje tusschen
Nieuwendijk en Prins Hendrikkade) verdwe-
nen is (het is opgenomen in het nieuwe ge-
'fJcuTV vrtT! $9 Tvx. TSffjS) WCS
o^nig«rin» gewijzigd is. Maar het karakter
van den stillen ommegang is hetzelfde ge-
bleven. Ala van ouds wordt op den Dam ge-
beden voor Koningin en Vaderland; op de
Nieuwebrug voor zeevarenden en voor hen
die op zee zijn omgekomen, en op de Lange
brug voor Kerk en Paus en de eenheid der
Christenen. Als van oudsen dit verhoogt
den indruk ook voor niet-katholieken die van
deze processie getuigen zijn wordt de ge-
heele weg biddend en zwijgend afgelegd, zon
der eenige uiterlijke teekenen van devotie
Ook aan de oude gewoonte dat alleen man-
nen aan deze plechtige devotie mogen deelne-
men wordt nog steeds vastgehouden.
Na de Hervorming is de kapel van het Ba-
gijnhof het middelpunt van de Mirakelver-
eering geworden. Het hof was dicht bij de
aloude Ti. Stede gelegen, en er wellicht door
een, onder de Kalverstraat loopende gang
mede verbonden, zooals dit blijkt geweest te
zijn met het St. Lucia-Klooster, dat later tot
Burgerweeshuis werd ingericht. In de kapel
van het Bagijnhof werden en worden nog al
tijd de overblijfsela der H. Stede bewaard.
Zoo de kussens waarop, volgens overlevering,
Maximiliaan bij
vaart in de H. Stede
46)
En toen zij goed en wel klaar was met haar
zelfverlo'iciienend besluit, stond zij snel op
om het tea uitvoer te brengen voor de slaper
voor dhut ontwaakte. A1 de inwendig ge-
schreide i/aiien deden haar hart bijna breken
en het scheen haar ondragelijk zoo zonder een
woord tot aischeid van hem weg te gaan.
Maar zij wilde dapper blijvenZij hield nog
eenmaal zijn lieve blonde krullebol door een
langen afscheidsblik omvangen, toen lichtte
zij reeds den voet op om over zijn lange bee-
nen, die den uitgang versperden, heen te
stappen.
Toen gebeurde er iets, waarop zij bij haar
besluit om heimelijk weg te sluipen met ge-
rekend had. Slowik, de hand, die naast zijn
beer lag, ridhtte zich op .en het een dreigend
gebrom hooren.*Zij probeerde hem te sussen
en hem te overtuigen dat hij zich vergiste als
hij meende dat zij zijn baas kwaad wilde doen
en zij gaf hem zacht allerlei lieve naampjes.
Hii bleef echter onvermurwbaar en het hielp
ook niets, of zij het nu met harde woorden
ebood haar door te laten. Nu ging hij hard
laffen en toen zij toch wegliep, sprong hij
haar achlerna en pakte met zijn tanden haar
rok beet, niet uit kwaadwilligheid, doch enkel
om haar vast te houden. Maar er kwam toch
een groote scheur in de dunne stof. Nu
schreeuwde zij van sdhrik en er gebeurde, wat
zij had willen voorkomen: Jan rekte zich uit
en sloeg de oogen opHij keek slaapdron-
ken om zich heen en Leentje moest hem zelfs
vragen, den bond te roepen. Nu stond hij op
en gaf Slowik een tik om den rok los te la-
ten. Toen hij nu naar Leentje ging om haar
een morgenkus te geven, zag hij in haar be-
schreid gezichtje en hij begon te vermoeden,
waardoor zij het met Slowik aan den stok
had gekregen. Daarom wierp hij zijn getrou-
we een dankbaren blik toe en nam haar hand
in de zijne.
enheid van zijn bee-
ielde. Een andere her-
innpring, de zoogenaamde Mirakelkist, die na
het wonder de mirakuleuze Hostie zou heb
ben bevat, is eigendom van het Burgerwees
huis.
Ten slotte moge er in dit verband nog aan
herinnerd worden dat de vereering van het
Heilige Sacrament van Mirakel in het verle-
den zeker niet minder groot is geweest dan
nu. Keizerlijke en Komnklijke personen, ge-
leerden en kunstenaars. en duizenden geloo-
vigen trokken van heinde en ver naar Amster
dam. Voor de bedevaartgangers werd zelfs
door de bestuurders der H. Stede op eigen
kosten een weg, den „heiligen weg" aange-
legd (nog voortlevend in den naam van de
straat tusschen Singel en Kalverstraat),
welke weg twee uur lang was, en liep van
het Rokin tot aan het dorp Sloten. Deze weg
werd de groote ioegang tot de stad aan de
Zuidzijde, zoodat met enkel langs het water,
maar ook langs den landweg kooplieden en
bedevaartgangers in grooten getale bij de
viering van het blijde feest naar herwaarts ter
Sacraments-jaarmarkt konden stroomen en de
welvaart van Amsterdam vermeerderen.
Wie hieromtrent en omtrent het geheele
Mirakel meer wil weten en een populairen
vorm op prijs stelt, verwijs ik naar het boek-
je van een mijner katholieke collega's, den
heer L. van den Broeke, aan welk boekje ik
ook bovenstaande bijzonderheden ontleende.
Zondag 1.1. is te Amsterdam een zeer druk
bezocht congres gehouden van eene nieuwe
organisatie, een comity van revolutionnaire
strekking, welk congres dan ook tot op zeke-
re hoogte een voortzetting mocht heeten van
het revolutionnair-socialistisch congres te
Utrecht. Ik bedoelde de vergadering belegd
door het Comite van Actie tegen de bestaan
de opvattingen omtrent Misdaad en Straf.
Het Comite wil namelijk wijzen op den sa-
menhang der criminal iteit als massaal ver-
schijnsel met het kapitalismehet wil zoo
als het in de beginselverklaring heet de
oogen doen opengaan voor het verband tus
schen ieder positief strafrecht en den maat-
schappijvorm dien het „beschermt", „verde-
digt en ten derde wil het aantasten het oer-
onde geloof in „de straf'; hetzij dan als
maatregel van ver gelding, van afschrikking
of van opvoeding en vei-betering.
Er was, zooals gezegd, groote belangstel-
ling voor dit congres, niet alleen onder de re
volutionnaire jongeren, maar ook onder de
rechtsgeleerde „bourgeoisie". Als sprekers
zijn opgetreden: Mej. Clara Wichmann, met
het onderwerp Misdaad, Straf en Maat-
schappijdr. A. J. Resiuk, die het had over
M wi ie van Menschheid, Staat
cu iviiauauig^imr. D. de Lange Jr., die de
vraag behandelde: „Welke rol spelen aan-
leg en milieu bij het tot standkomen van den
individueelen verschijningsvorm?" en de heer
Lod van Mierop over: „Het recht van
straffen."
Deze dagen zijn bijzonderheden bekend ge
worden omtrent het groote, nieuwe hotel
dat te Amsterdam gebouwd zal worden, en
wel aan de Stadhouderskade tusschen Von-
delstraat en Overtoom. Eenigen tijd geleden
„Zeg Leentje, wou je weikelijk van mii weg
loopeh Zij wendde t hoofd af en zocht een
uitvluoht te vinden want als zij hem de waar-
heid zeide, liet hij haar toch met weggaan en
zij zou zich de kans bederven, op een gunstig
oogenblik haar voornemen opmeuw ten uit-
i voer te brengen. Zij beweerde dus; dat Slo
wik haar blijk'baar niet begrepen had. Zij wil
de alleen maar vuur aanmaken om, terwijl
hij sliep, het ontbijt klaar te maken. Hij zag
haar met een argwanenden blik aan.
„Welzoo, wilde jij iets voor het ontbijt
doen? Nu, voor uit dan maar, ik iheb een ge-
I wedigen honger 1 Maar een ding moet ik je
toch nog zeggenwij zittea hier op een eiland
en overal er om heen is water. Dit water is
diep en zelfs als je de waadplaats mocht kun-
nen vinden, dan zou je dat niets geven, want
het water komt bij mij reeds tot onder de ar-
men. Bedenk intusschen wel, dat modht je
weer zulke wonderlijke plannen in je hoofdje
halen als die waarvan je gisterenavond hebt
gesproken, zeker iemand hij wees met de
hand raar Slowik, clie redhtop zat en haar
met zijn schrandere oogen aanzag laat je
toch niet weggaan! Ziezoo, en kook nu eens
gauw een smakelijk morgensoepje voor ons.
Meel en spek zijn er genoeg en ik zal het
vuur aanmaken.
Nu wierp Leentje den braven Slowik een
heel boozen blik toe en begon met een zucht
van meel en water de ballen voor de morgen-
soep te maken, terwijl Jan met een vuursteen
in den haard een knappend vuurtje ontstak.
Toen haalde hij een bankje uit de hut, ging
daar als een echte huisheer plechtstatig zit-
ten en keek met Slowik toe, hoe Leentje ijverig
de pannen hanteerde, spek in dobbelsteentjes
snecd en daarvan met de meelballen een geu-
rig riekende soep kookte. Dat beviel hem zoo
goed, dat hij zijn blikken niet van haar af
kon houden en zidh nog vaster voornam, haar
oifc>it weer los te laten, in weerwil van alles
wat gebeurd was en misschien nog komen
Dat zij zfllf van hem had willen wegloo-
zeki r maar een gril, zocals kleine
het midden van het complex is gelegen, eigen
dom van de combinatie geworden, zoodat het
geheele bloc nu een geheel kan worden.
De tot standkoming van dit nieuwe h6tel
Hotel Atlanta genaamd, is vooral te danken
aan twee mannenaan den beer C. J. K van
Aalst, president der Nederlandsche Handels-
maatschappij en J. Wilmink, directeur van
den Koninklijken Hollandschen Lloyd. Zij
zijn de leiders van eene groote combinatie
van bestuurderen van groote stoomvaart-
maatschappijen, spoorwegondernemingen en
enkele bankiersgroepen; eene combinatie dus
gelijk aan die welke in 1866 het Amstel-
lotel heeft gebouwd, en met een zelfde doel:
het verschaffen van een cosmopolitisch hotel
aan Amsterdam als centrum van het onder-
ne wereldverkeer.
Architecten van het gebouw zijn de heeren
A. Jacot en W. Zinsmeister. Zij hebben zich
op het terrein van 4000 vierkante meter, een
hoog gebouw gedacht van negen verdiepin-
fen. Daardoor wordt de beschikbare ruimte
7.526 vierkante Meter De grootste hoogte
zal zijn 35 Meter. Het Atlanta-hotel zal dus
een „sky-scraper" in notendop worden. De
meeste Amsterdamsche gebouwen ziin niet
hooger dan 22 Meter. De gevel zal geheel
van zandsteen opgetrokken worden, en aan
de zijde van de Stedhouder.kade zoowel als
aan die van dc Vondelstraat komen ruime ter-
rassen te liggen, circa 1.50 M. boven de
straat.
't Spreekt wel vanzelf dat Atlanta „van al-
le gemakken" zal zijn voorzien. Er komen
restaurants, bar en grillroom in; apparte-
menten voor meer langdurige bewoning; enz.
enz. Het groote restaurant zou plaats bieden
voor 400 personen; de grillroom voor 180.
Dit alles is gelijkvloers gelegen. Vijf verdie-
pingen bevatten niets dan grootere en kleine-
re salons eet- werk- en slaapkamera, meeren-
deels gecombineerd met badkamers. In het
geheel zullen er 300 bedden in Atlanta be-
schikbaar zijn.
Wat den naam betreft: blijkbaar heeft den
ondernemer het hdtel Atlantic in Hamburg
als voorbeeld voor oogen gestaan.
Het schijnt in de bedoeling te liggen nu
vlug met bouwen te beginnen. Van 1916 af
heeit men daartoe al het plan. Maar de oor-
lag, die eeuwige spelbreker, kwam tusschen
beiden.
Van het andere h6tel-plao de combina
tie die het Midden-Damtererir wil bebouwen
hoort men niets meer. Tot dusver was het
consortium zijn verpliruimgen n;;gekomen,
maar de waarborgsoui die het of> Maart
voor eene richtige itbouwing nnx w siorten
heeft bet blijkbaar niet bijeeh kunneji krijgea.
En zoo blijn bet Mkiden-Damterrein voor-
loopig wat het al jaroi is geweest: een woes-
tijn in bet hart van de stad
B. en W. hebben een voorstel aan den
Raad ingediend om een adres aan de Tweede
Kamer te zenden inzake de salarisregeling
van het onderwijzend personeel. Zij zijn niet
tevreden met d<" voorzieningen die de Regee-
riDg wil treffea, en dat is van Amsterdam's
standpunt bezien, begrijpelijk. Want er is
zoo langzamerhand eene wanverhouding ont-
staan tusschen de belooningen der onderwij-
zers en die van de overige gemeeute-ambtena-
ren en werklieden. „De man die niijn munt-
ineter komi licliten verdient meer dan ik!" zei
onlangs een joug onderwijzer verbitterd tot
ij. En ik kon mij z ne stemming bcgrijpen.
ari 1.1. af de ambtenare-' en werklieden em
premie-vrij pensioen.
Men begrijpt wel dat er onder deze om-
standigheden, gezien ook de booge salarissen
die de banken hierterstede tegenwoordig uit-
betalen, geene bijzondere animo is om bij het
onderwijs te gaan en te blijven. B. en W.
schrijven dan ook: Even ernstig gevaar be-
dreigt het Lager Onderwijs indien niet spoe-
dig eene afdoende verbetering der salarisre
geling tot stand komt het aantal aanvragen
om ontslag neemt hand over hand toe. In-
plaats van den vroegeren trek naar Amster
dam is er eene toenemende neiging te bespeu-
ren om onze stad zoo spoedig mogelijk te ver-
laten. Tot dusver kon nog in het meerendeel
der vacaturen, die ontstonden jvorden voor
zien, doordat een 40-tal tijdelijke onderwij-
zers op de lijst van bij voorkeur benoembaren
werden geplaatst, zonder dat door hen in alle
opzichten, aan de vroeger gestelde eischen
was voldaan. Hetzelfde is geschied met pl.m.
130 tijdelijke onderwijzeressen, terwijl een ge-
deelte van de plaatsen, welke te wren door
onderwijzers werden ingepomen," werden be-
zet door benoeming van onderwijzeressea.
Het aantal dezer solliritaties is thans echter
zoodanig geslonken. dat oa de vervulling der
thans nog bestaande vacatures de lijsten van
bij voorkeur benoembaren nagenoeg wtge-
put zijn.
Daarnevens heeft deze maatregel rig ten
gevolge gehad, dat het aantal candidaten,
die beschikbaar waien, voor het vervullen
van tijdelijke betrekkingen bij tijdelijke afwe-
zigheid of ontstentenia van vast personeel,
dermate is gedaald, dat dageluks klassen
naar huis moeten worden gezonden, wegeos
gebrek aan plaatsvervanger voor een wegens
ziekte afwezige(n) onderwijzer(es).
Wie zich nu beschikbaar stelt voor een mi-
nimum-salaris van f 1000 verdwijnt natuur-
lijk zoo gauw hij iets haters heeft gevonden,
en van*de leerlingen die bet vorige jaar zijn
afgeleverd door de Oeoieente-Kweekscliool
was reeds enkele maanden geleden de helft
niet, of niet meer bij het onderwijs werkzaani.
Voor het toelatingsexamen voor deze Kweek-
school hebben zich dit jaar (voor 40 beschik
bare plaatsen) sledhts 24 candidaten aange-
meld tegen 64 in 1919 en eveneens 64 in
1918.
Men ziet dus wel iat er inderdaad rumor
in casa is. Moge ook de Rcgeering dit besef-
fen, v66r dat ons lager onderwijs, gelijk ge-
vrcesd wordt, al geheel ontwrfcht ia!
WAGENAAR Jr
Het thans voor de onderwijzers geldende aan-
vangssalaris bedraagt 1000, het eindsala-
ris J 1800 (met hoofdakte 2100) voor on-
gehuwden en 2300 (met hoofdakte 2600)
voor gehuwden, benevens een kinderto- ilag
van 40.— voor ieder kind.
En zie uu eens daartegenover hoe de loonen
der arheiders zijnDe gemeentewerklfeden
verd enen van 29.70 per week, d.i.
1544,40 per jaar (laagste groep, orge-
schoolde werklieden) tot 35.10 per week,
d.i. 1825.20 per jaar (hoogste groep), ter
wijl de salarissen van enkele groepen lagere
ambtenaren zijn geregeld als volgt: schrijver
(op 26-jarigen leeftijd) 1500 tot 1800,
klerk (op 23-jarigen leeftijd) 1500 tot
/2500; adjunct-commies of hoofdklerk /2000
tot 3000; adjunct-brievenchef 2500 tot
3500, commies of bureauchef 3000 tot
4000'. Bovendien i9 bmnOn 'korten tijd de
verhooging van de wedden der lagere ambte-
zou.
pen, was
meisjes die wel meer hebben. kij herxnnerde
zich nu het ooge blik, dat hij haar in zijn
Parijs, voorjaar *2D.
VI.
Ma chfere petite nifcee, is het in Holland ook
al lente en neb je ook een onweerstaanbare
lust om fleurige kleeren te kiezen en te dra-
gen? Wat valt een oude zomergarderobe
tegen, met haar verbleekte herfsttinten, die
zoo leelijk afsteken bij do nieuwe, frissc
kleuren van de jonge lente!
't Eerst noodige is een prettig wandelpak
met een eenvoudigen nocd. Dat zijn ook zoo
ongeveer de eenige kleedingstukken, waarte-
genover de mode een gedecideerde houding
aanneemt. De gedrapeerde robes wedijvercn
weer met de wijde klokrokjes, die soms zelfs
een crinoline noodig hebben om zich in a
hun wijdheid uit te spannen. Bij die rokken
past weer een corsage ui,t hun tijd (1840)
met 't decollete in de breed te, dat de schou-
ders bloot laat, terwijl het lijfje de taille nauw
omsluit. Mijn couturiere, die veel modellen
aan't buiteilland levert, heeft me geinviteerd
vast eens een mode-show bij te woneneigen-
lijk komen de paruticliere planten pas later
hun keuze doen, wanneer ae mode wat stevi-
ger gevestigd is en't meerdere of mindere
succes van de mannequins op de coursses van
Auteuil o. a. meer zekerheid geeft wat gedra-
gen engeapprecieerd zal worden
We zijn wat angstig ,^niskoopjes" te doen;
nu de prijzen zoo extravagant zijn. Ja, jelui
profiteert van den voordeeligen koers, nu de
Lane 2 dubbeltjes inplaats van 2 kwartjes
waard is. Maar wij arme Francises?! Toch
geloof ik niet, dat de modelhuizen met veel
van hun moois zullen blijven zitten. De stof-,
fen alvast zijn veel te verleidelijk. Ik zag bij
a£5b i&gifisA- -vsfis! Q; dESte tei
volste toilette: oatwerpt «s als een „granda
dame" in haar salon aan de Champs-ElyB&n
ik zag daar
geborduurdtal-
armen van den berg naar dan Broekhof ge-
dragen had en zooals zij zich toen jegens hem
betoond had, scheen hern toch haar ware ge-
voelen te zijn. Hij nam zich dus voor, na het
ontbijt een krachtig woordje met haar te
spreken, opdat zij, als hij haar daarna alleen
moest laten, niet* weer tot zuike dwaasheden
zou vervallen. In elk geval moest hij weg om
te zien, wat er met Guzek gebeurd was. De
zorg over zijn getrouwe drukte hem zwaar op
het hart en hij maakte er zich nu een verwijt
van, dat hij niet dadelijk weer was omgekeerd,
nadat hij Leentje op het eiland in veiligheid
had gebracht. Al had hij hem ook niet veel
kunnen helpen, dan was het toch zijn plicht
geweest, dat in de ure des gevaars de mees-
ter naast zijn knecht had gesitaan
Klein Leentje legde den lepel neer, waar-
mee zij voor den schijn in de soep had.rond-
gedraaid, terwijl Jan reeds zijn derde bord
leegat en telkens weer op nieuw verklaarde,
dat nog nooit in zijn leven een gerecht hem
zoo goed gesmaakt had als deze door haar
bereide ballenbrei Zij wachtte tot hij het bord
had weggeschoven en met gebrokkeld brood
de overgebleven restjes uit de pan baalde en
voor Slowik het ontbijt kaar maakte, waar
deze zonder bedelen als een welopgevoede
bond op geWadht had. Toen keek zij hem
strak aan en zeide: ,Jk moet met je spreken
Jan."
Hij ridhtte het hoofd op en er kwam een
guitige uitdrukking in zijn oogen.
Kij<k, dat treft al heel goed. Ik had mij het
zelfde voorgenomenEn daar ik de man ben
en reeds meen te weten wat je mij zeggen
wilt, vind je het zeker wel goed dat ik het
eerst 'beginNu vraag ik je in de eerste
plaats, of je mij nog zoo lief hebt, als toen ik
je op mijn armen naar den Broekhof heb g§-
dragen
Zijn toon van spreken leek haar heel wei-
nig passend 'bij de verklaring, die volgen
moest, maar zij hield haar oordeel nog in,
want op deze laatste vraag kon zij naar waar
held niets an'"era antwoorden, dan: ,.Ja, >k
heb je n >g even ief en zoo het raogeijk is, nog
meer!"
„Welnu, dan s mmers alles in orde en
meer beiboef ik niet te weten!" Hij reikte over
zij stond op en dreek met de hand over haar
gezicht Toen zij weer begon te spreken, keek
hij haar verwonderd aan, want het kwam hem
voor, alsof zij gegroeid en in dit eene oogen
blik jaren ouder geworden was
„Neenxer is niets in orde," zeide zij, „alles
is eerder nog erger dan vroeger, want toen
wisten wij niets van elkander en hebben toch
geleefdZie Jan, ik heb je lief! Hoe lief,
dat kan ik je niet genoeg zeggen, maar ik
wilde mij toch om der wflle van jou verdrin-
ken. En het zou beter zijn geweest, dat je mij
destijds niet gevonden had. Dan zou ik nu
rust hebben en je zoudt misschien ternauwer-
nood nog aan mij denken!Hij wilde
haar in de rede vallen, maar zij weerhield
hem.
„Spreek mij niet tegen, je had mij nog
maar eenmaal gezien en nauwelijks twintig
woorden met mij gesproken."
„Maar gekustl" waagde hij te zeggen.
Zij werd rood en maakte een afkeurend ge-
baar.
„Als je er telkens tusschen door spreekt,
weet ik ten laatste niet meer, wat ik wilde
zeggen.Nu laat het dan zoo zijn. ook ge-
kust! Maar wat beteekende nu die kus? Die
zou je ook wel vergeten heben en als men je
later verteld had, dat het kleine ding, dat m
het water ging, de dochter van den houtves-
ter H61der was, dan zou je uit redhtmatige
haat er zefs met toe gekomen zijn, mij een
beetie te betreuren."
„OCh neen, Leentje, dat is niet waar! Want
toen ik je laatst onder den berk vond, was ik
toch van het Broekeiland gekomen om je te
zoeken !w
Zij bleef echter weerstrevend.
„Nu ja, maar je hadt mij toch vergeten
En het heele ongeluk is gekoruen, omdat wi
ons hart toen voor elkaar hebben uitgestor:
en je mij daarna op je armen hebt gedragen
Ik neb mij toen veraden, omdat ik vertrouw-
de, dat je mij werkelijk naar het Raygrodmeer
zoudt brengen. Dan zou ik nu mijn rust ge
had hebben Ik weet nu geen raad meer met
recipieert, zoo noemen
dan vooral taffetas, effen ot ,r
'etas Menuet, dat heel soepel m en niet kreukt,
taffetas Java in ruiten geweven, Fleur de
■ranee, dat den glans van satijn heeft, verder
oulards, twills (meestal bedrukt met breede
streepen en groote doorloopende patronen),
lonan (een gelijkmatige shantuiig. ook be
drukt). Van al deze soepele zijdefi stoffen
waren de „petites robes" en de avondjapon-
nen gemaakt; voor tailleurs is geschikter:
surah (serge hindoue), faille (haiti&me), zij-
den cacbemire en satin. Voor vesten is „rar
dium" bedrukt met groote bloemen h^el chic
Dan heb ik allerlei nieuwe wollen stoffen ge
zien, die dikwijls den indruk maken gebor
duurd te zijn; voor mantels het glaoue, een
weefsel dat aan de Arabische burnous doet
denken, heel sterk en meestal in streepen ge
weven. Ruiten en streepen zijn trouwens erg
„en vogue" voor tailleurs of alleen voor da
rok. Kasha en kashaflor zijn.effen of bedndfr-
te cachemires, berberina: eer roepele bare,
serge Point-de-Croise, serge Milboule be-
zaaid met stippen in ver?ebiU,inde kleur, tus
schen fiine streepen „en relieF' En tusschen
al die drukke weefsels wandelden mstig een
paar mannequins in c^rge tsilleur" met nau-
we rok en halflange mantel over een witzij-
den blouse chemisier met hooge boord. De
mantelkragen waren streng tauleur met re
vere of ze hadden het tonneau-ropdel (wijd-
rechtopstaand), of't waren shawlkrageq, die
soms tot onderaan't jaquet doorliepen en
waarbij dan altijd een ves+ gedragen werd van
zijde (radium) of van pique de Cordoue, een
gedamasseerd weefsel waarvan ook heele
pakjes gemaakt warer. bij de gesreepte en ge-
ruite rokken, die heel dikwijls gepiisseerd
waren. Al deze stoffen vragen: weinig gar-
neering, doordat ze zelf al heel decoratiel
zijn.
Effen stoffen worden veel regameerd tre*
a-jour randen, waardoor de voering van rear
trasteerende kleur heeiischijnt; een nieuws
garneering vorm en de kleine ringetjes, da*
precies liiken op schoenveteroogj^ en ook
in de stof gekneld v/orden; ze vormen patro
nen, die voor Engelsch borduui^el konden
dienen. Garneering, bestaande uit koperen
gordijnringen, wa -xvac eea aetwert word*
gevonnd, wordt dikwijls a!» tuaiek toegepast,
maar dan voor bee! gs'-'eede tn'tetten. tervnjj
de vetergaatjes yMb -itoeren "- ierea.
'k Veriel je nu nog m jaa;f ,.s over
de hoedenmode. heel trA: f# ik
niet uitgepraa''. •- r b'-yg
steeds wordt de en"
fijn en grof, van zijde of van cellophane, dsl
glimmend stroo itniteeri of wile aria
(wasdoek), dikwijls van lint, dat meestal ae-
cireerd is!
Dit lint, en. trouuvms alle socorten en kleu
ren1 lint zijn en vogue voor garneering. De
hoeden, die ets oncindige v srecheideahekl
van modelen vertoomaiClodche, toque
(Egyptisch, Russisch, Elzasser model tulr
band), zijn gegameerd met sirifcken en blon-
men, veeren: struisveeren, iikwijls \ran onder
den rand afhangend para lis en penoen. Veel
heldere kleuren lint om doakere hoeden i
een groote, afhangeude sirik achteiop d.o
rand of op zij, veel applicatie van uitgeknipte
bloemen of fruit-vormcnkersen, peren, diui-
ven, in gekleurd leer op toile ciree of op zijde
borduursds van stroo, maar vooral van ratfi*
stroo bijv. margarieten in verechUlende kleu
ren; heele toques van bloemen, alle tin ten
anjere, volkomen naturalistisch nagebootsi
Ik voor mij houd meer van een klein hoedje
met een rand van bloemen. Ik zag er een,
donkerbruin, met bijna geen rand, de bol was
omgeven door een heele rand kleine bloeme-
tjes in branjetinten, t geheel bedekt door een
tete-de-nfegre voile (1X1 Meter) die van vo-
ren over den rand hing tot onder de oogen
Dat is trouwens de lengte voor een voile te
genwoordig, die soms niets is dan een rechte
tullen rand onder aan de hoed of een groote
sluier, die geborduurd is en over rug en
schoudere valt.
Een volgenden keer over de japonnen. Er
zal z66veel keuze zijn in stoffen en modellen,
dat iedere vrouw iets voor haar figuur vindt,
en een klein dikkertje geen excuus heeft „en de
mode schrijft dit of dat voor", wanneer ze bij
ongeluk een model voor een Juno-figuur he
gekozen Maar zoo'n jong ding als jij k
alles dragen en de keuze is oneindig.
kan
mijzelf, want ik heb immera je moeder be-
lloofd, het niet weer te doen. Een ding weet
ik zeker: het is gemakkelijker te sterven dan
te blijven leven en te moeten scheiden van
wie men lief heeft."
Hij viel haar ongeduldig in de rede.
„Maar kind, liefje, wie spreekt je daar
van? Dat alles heb ik ook wel overdaaht. niet
eenmaal, maar wel tien maal, en altijd ben
ik weer tot het besluit gekomen: Als twee
menschen elkaar zoo liefhebben als wij, dan
is er op deze wereld niets, dat hen zou kunnen
scheiden! Ik ben toch geen jongen meer en
•weet wat ik zeg
„0 zeker. natuurlijk! Maar dat zeg je nu.
Als eerst die anderen maar eens komen en je
aan het verstand brengen, dat het hemelter-
gend zou zijp als je met mij zoudt trouwen,
wie weet wat je dan zult zeggenEn zij heb
ben ook gelijk, het-gaat werkelijk niet. Wij
hebben tot nu toe nooit met ronde woorden
over hetgeen tusschen ons staat gesproken,
maar nu wil ik het eens helder en duidelijk
zeggen. Ik ben de dochter van den houtvester
Holder, en die heeft je vader en je broedere
doodgeschoten. Wij weten beide, dat dit waar
is, al heeft het gerecht hem toen ook vrij ge
sproken. Ik weet wel, dat wij daar geen schuld
aan hebben, maar antwoord mij nu, alsof het
niet jezelf, maar een vreemde betrofMag
Jan Baginsky, de zoon van Adam Baginsky,
met dit meisje huwen Voor een vreemde zou
je zeggen: neen! En nu verder: kun je mij
beloven dat je van het uur af, dat wij voor
het altaar staan, dit alles uit je herinnering
gebannen zult hebben en je er nooit meer in
je leven aan zult denken?Dat is onmoge-
lijk. Geen mensch zou dit kunnen, want wat
geschied is, kan nooit te niet gedaan wor-
den. Daarom wil ik er je voor Behoeden, dat
je er later berouw over zult hebben! Ik kan
toch ook niet doen, alsof ik alleen op de we
reld stond en nooit oudera heb gehad!"
(Wordt vervolgd).
mij