E die roor de goede orde moet waken, heeft wel het recht waarborgen te vragen, dat die orde niet verstoord wordt Op die vraag heeft u echter een toestemmend antwoord gekregen en de gocde trouw vordert, dat u dat geloof- de. Ik ga zoo ver, dat wanneer morgen den dag de menachen met wien ik werk, zeggen: „wij meenen verpiicht te zijn te staken", ik zal zeggen: „het is niet anders, doe het Ik heb recht op 48 uux in de week van jelui, krijg ik die terug? Ieder moet zijn meening kunnen uiten. Ook die meeningen, die niet stroken met de mijne, en daarom kan ik niet anders dan ook, na ze gehoord te hebben, tegen deze motie stem- men, wat ndet wil zeggen, dat ik a lies onder- echrijf, wat de heer Westerhof heeft gezegd. DeVoorzitter: Oaf u ook uw werk- >laats om te bespreken die in brand te ste- piaats ken? De heer C1 o e c k Ze mogen mijn huis gebruiken om te bespreken het bedrijf des- uoods te socialiseeren. De heer Verkerk Maar dan is het uw huis, en het Doelenveld is niet v»n den bur- gemeester. De heer C1 o e c k Ik heb mij in mijn be drijf met de meeste klem verzet. De arbeiders in mijn vak zijn niet gemakkelijk. Steeds zeide ik hen: „Zorg er aliemahl voor georganiseerd te zijn, ga met de organisaties mcde, dat is een be Lang van de gemeenschap." iDe heer Verkerk wilde zich op het standpunt plaatsen, dat hij van het college niets anders eischt dan te doen wat hij op hun plaats zou doea Spr. stelt de zaak zoo: Er is een ontwerp van wet, dat door een zekeren minister wordt ingedienct Een deel van het volk meent tegen dat ontwerp van wet te moet en protesteeren en vraagt daax- voor een deel van den gemeenschappelijken grond. Wij zien nu gebeuren, dat wij een burgemeester hebben, krachtens zijn uitlatin- gen van kedenmiddag, die meent, dat het zijn grand is; die het voortdurend heeft over „eea kind in mijn huis", maar het is het huis van de Alkmaarache burgerij, waarin vele kamers zijn. Wanneer een deel van de burgers in een deel van het gemeenschappelijk huis willen vergaderen, dan zou ik, wanneer ik acbter de groene tafel zat, daarvoor de gele- genheid geven en wel op de volgende gran- den: Als mijn partij meerderheid was en deze diende een ontwerp van wet in, bijv. tot soci al isatie van de verschillende bedrijven en daar tegen kwam in den Lande van de minderheid een protest en men kwam dan bij mij met het verzoek daarvoor den gemeenschappelijken grand te mogen gebruiken^ dan gaf ik daar toe mijn toestemoniing, omdat ik te veel ver- trouwen in eigen beginselen heb, con anderen te beletten ze te bespreken en te becritiseeren. Wanneer B. en W. zooveel vertrouwen had- den in hun beginselen als spr. in de zijne, dan zouden zij gezegd hebben: „Laat hen protes teeren, ze zullen de kous wel op den kop krij- gen, omdat ze het mis hebben. Wat hier geschiedt, vind ik zoo dwaas. Men moet hier aanvragen om een optocht te houden of een meeting. In Engclama springt men op een handkar en organiseert spontaan een meeting. Heeft u ooit gehoord, dat het hier beter gaat dan in Engeland? Ik zou gaarne willen, dat het Dagelijksch Bestuur van de gemeente het standpunt innam, wan neer een deel van het volk wil protesteeren; of het de revolutionnairen zijn of niet, dat het die menschen zoo gemakkelijk en goedkoop mogelijk gemaakt werd. Vanavond komen de revolutionnairen, morgen de R.K. en over- morgen de sociaal-democraten, maar wat kan dat schelen. Alileen wanneer men geen ver trouwen heeft in eigen beginselen, kan men de taktiek voorstaan om te trachten de mee ningen van anderen te smoren. U mag nu zeggen: „ik coupeer de critiek niet", maar dat heeft u niet in de hand. Als er geen zaal was, hadt u dan wel het Doelenveld gegeven? DeVoorzitter: „Neenl" De heer Verker k: U bent voor de vrije meeningsuiting, maar die kan alleen tot uiting komen omdat er em zaal is. Wanneer die er niet geweest was, dan hadt u aan een deel van de bevolking het vrije woord oatnomen. DeVoorzitter: „Neen". De heer Westerhof: Als wij een stadb- gehoorzaal hebben, dan zijn wij overgeleverd aan den willekeur van B. en W. De heer Oskam: „Zeer juist". De heer Verkerk: Ik geioof, dat mijn standpunt veel beter zou zijn dan dat wat het college nu inneemt Meent u nu soms, dat u door te weigcren, ook maar iets tegenhoudt, wat leeft onder de bevolking? DeVoorzitter: Neen, dat is de be- doeling ook niet. De heer Verkerk Uw bcdoeling is: geen gemeentegrond beschikbaar te stellen; maar die grond is net zoo goed van de revo lutionnairen als van Mr. Leestoerg en de zij- nen. DeVoorzitter: Het gaat alleen over de vraag of wijl daarvoor den gemeentegrond beschikbaar moeten stellen. De heer Verkerk: Waarom wfel den grand aan IMlr. Leesberg en de zijmen en aan mij afgestaan en niet aan Enika? Het is net zoo goed hun recht de revolutie te prodilken als het recht van Mr. Sluis is om anti-revolutie te rediken. Ik had uw voorvaderen wel willen ooren, wanneer zij in 1848 om gemeente grond warcn gekomen om hun denkbeelden te p-rediken en de regenten haddm dezen grond geweigerd. Zij haddm dan geredeneerd zooals ik op het oogenblik doe. Ik hoop, dat de Raad met ons op het stand- >unt zal staan, dat hij met ons betreurt, dat et college dit standpunt heeft ingenomen. Elke groep uit de Alkmaarsche burgerij heeft het recnt op dm gemeentegrond te zeg gen wat ze op het hart heeft. De grond is net zoo goed van de revolutionnairen als van de anderen. De heer van'tVeer sluit zich bij het ge- sprokene van de vorige sprekers aan. De wei gering, aldus spr., heeft ons zeer ontstemd. Spr. had niet gedacht, dat het college tot zulk een reaotionnairen daad in staat was. Het col lege d!at er prat op gaat den democraat uit te hangen. Waar blijft de democratic? De heer Ripping zou dit standpunt nooit hebben in genomen. Hadt u als Fberaal eens een voorbeeld ge- nomen aan dm liberaal Van Foreest uit Hei- loo, die voor iedereen zijn particulier bosch beschikbaar stelt. Dat bosch is zijn eigendom en wat em schriele houding maakt u, Mijn- heer de Voorzitter, tegenover hem. Van deze plaats een eere saluutt aan den heer van Foreest, diem man dihe de vrije mee- ningsutttng zoo hoog weet te houden. het weigeren aan den een wat men den an- der toestaat is meten met 2 maten, daarvoor mag in het college geen plaats zijn, temeer daar het college geen afspiegeling is van den raad. DeVoorzitter. iDe meerderheid in het college is niet bij 2 wethouders. Bij staking van stemnien is die stem van diem burgemeester aoorslaggevend. 'Het kan niet zijn dat Sluis eu Leesberg de anderen averstemd hebben. De heer v. 't V e e r: Dat wordt erger voor den 3den wcthouder. De Voorzitter: Het is ook mogelyjt, dat eeu van de beide wethouders het met my gedaan heeft, al beweer ik uiet dat dit juist is. De heer v. 't Veer: Dan blykt, dat in het college niet wordt weergevonden de vryzin* nigbeid van de raadsmeerderhcid. De Voorzitter Dat moet nog blyken. De beer v 'tVeer: Onlangs is ddn van de mooie plekjes gemeentegrond, zonder de raad er in te kennen, aan de padvinders, het ver* kapte mibtairiseme, gegeven, die er een loods hebben gezet Mr. Leesberg: Neem de jeugdorganisatie tot voorbeeld. De heer v.'tVeer: Dat praat dit niet goed. Het geven van den grond aan de padvinderij is van blijvenden aard. Wat zal er van terecht komen als wy een stadjgehoorzral hebben? De heer Westerhof: Die zou, zoo heette heb voor iedereen zijn. Voor alle organisaties zonder onderscheid. De heer v. 't Veer: Bij de btgrooting van de Burgerwacht heeft u gezegd ..wanneer het geweld. komb zal ik probeeren dit met zacht* heid tegen te gaan, maar dan moet gij niet beginncn met bitterheid en verzet te kweeken. Ik hoop wanneer dit te paa komb dat gij uw standpunt zult herzien. Een referendum in Alkmoar zou u doen zien, dat niet gchandeld is overeenkomstig den wil. van de burgerij. Mr. Leesberg: De samenatelling van de* zen raad. De heer v.'tVeer: Voor de verkiezing heeft u nooit durven verklaren, dat u aan anderen het Doelenveld zou weigeren. Mr. Leesberg: U hebt nu een goed wapen voor de volgende verkiezing. De heer Verkerk: Dat krijgt u ook weL U krijgt nog wel meer. De heer Oskam herinnerde aan het door Mr. Marchant in de Kamer bij de behandeling van de anthrevolutiewet gesprokene. Spr. betoogde, dat men door bekorting van de vrije meeningsuiting drijft naar revolutie. Is het rechtvaardig een gunst die men den een toestaat aan den ander te weigeren. Het Doelenveld was gegeven. Er was niet over de sprekers gesproken. Aangekondigd waren Westerhof en v. d. Vail, later kwam Enka er bij. Spr. ging na hoe de S. D. A. P. en Bestuurdersbond de geheele verantwoordeljjkheid sen zich had kunnen houden. t Op verzoek van den voorzitter brak spr. om half 6 hier zijn rede af, waarna de vergadering tot half 8 geschorst werd. In de avondvergaderinig was allereanst het woord aan den heer Oskam. Afwezig waren Mr. W. C. Bosnian en de heer Ringers. De heer Oskam had de weigering als een groote onrecbtvaardigheid gevoeld en noemde het bovendien een tactische font B. en W. werken het bolsjewisme daardoor in de hand. Spr. oordeelde, dat het Bolsjewisme in ons land evenals in Engeland en Duitschland toekomst had. Spr. oordeelde, dat de algemeene gevolgen van het optreden van B. en W. juist het te- gendeel hraidhten. Spr. hoopte, dat de raad dit zal inzien en de soepek motie zal aannc- men. Mr. Leesberg betreurde het, dat men nu niet op het Doelenveld was. De gedachte is, dat het Doelenveld de vrij- heid moet bieden aan ieder zijn meening te verkondigen. Veronderstel, dat de heer Westerhof het Doelenveld vroeg om de burgers over te ha- len de gaskwitantie niet te betalen, zou men daarvoor dan het Doelenveld moeten geven, terwijl de raad bij meerderheid uitmaakte, dat het gas zooveel zou moeten kosten Spr. zegt, dat hij dat nooit zou doen en steunt daarop op den heer Verkerk, die den heer Westerhof besixeed dat hij, dit als raads- lid deed. De heer Verker k: Ik heb het bestreden, maar de gelegenheid willen geven het te doen. Mr. Leesberg heeft zich over de ver- broedering met de revolutionnairen hier ver- wonderd. In die Kamer bestaat dit niet (Pro- testen). Mr. Leesberg meende een practisch voorbeeld gestteld te hebben, waardoor bleek, dat men niet altijd de gemeentegrond kan af- staan. Mevrouw Aukes had haar betoog op schrift gesteld en betoogde, dat zij. hoewel zij zich even goed Vrijz. Dem. noemcie als den heer Qoeck, deze zaak blijkbaar anders ge- voelde als hij. E>e heer v. 't V e e rMooie democratic." De voorzitter hamerde. Mevrouw Aukes: „Het gaat hier niet om de vaststelling van een wet tot bestrijding van revolutionnaire woelingen, daarom is wel wat Mr. Marchant daarover in de Kamer ge zegd heeft hier niet op zijn plaats. Een zaak, die onze partij leider daar naar voren heeft gebracht was spr. uit het hart gegrepen. Hij zeide „revolutionnaire woeluigen kan men niet bestrijden met wetten. Dit is alleen moge lijk door tijdige invoering van een doelmatige democratische wetgeving". Spr. wil daartoe in dezen raad ten alle tijden medewerken. Het gaat hier echter om te verklaren, dat B. en W. niet goed deden met he t terrein te weigeren. dus helreft het een afkeuring van het beeici van B. en W. in deze. Tot mijn spijt heb ik de rede van den bur gemeester niet gehoord. De heer Westerhof: „Gij hdbt daanne- de veel verloren." Mevrouw Aukes: De redenen van de weigering zijn mij niet bekend. Ik weet alleen, dat B. en W. gemeend hebben aanvankelijk de S. D. A. P. de besdiikMng over het Doe lenveld te moeten geven en dit verlof meen- den te moeten intrekken, toen bekend werd, dat op die vergadering ook zou gesproken warden voor ae Syndicalistische en Cammu- nistische groepea, en daarom vind ik geen vrtjheid te betreuren, dat te midden van de agitatie, de handhavers van het wettig gezag weigerden de openbare grond af te staan voor het houden van vergaderingen. De heer y. 't Veer: „Knap hoor, ine- vrouwtje." De heer G overs: ,^e is nu nog maar een halve partijgenoot van de heer Lloeck." De heer W e s t e r ho f tot den heer Go- veis: „Wat zullen de menschen straks van u zeggen." De heer G o v er a: „Niets minder dan van mevrouw Aukes." De heer v. d. B aseh las iets uit „De Volkscourant" over het gesprokene door Duys over het Wetsontwerp en concludeerde, dat men zich een te zwart beeld had gevormd van de wet. Spr. betreurde, dat over een zaak in de praktijk van zoo weinig beteekenis zooveel te doen is. Spr. geloofde te mogen beweren, dat er weinig landcn in zulk een democrati- scheu toestand1 verkeeien als ons land. Wan neer men laugs wettigen weg wil bereiken wat men zuch voorstelt, dan kau dat hier gebeu ren. B. en W. oordeelden, dat B. en W. con sequent waren in het toestaan en in het wei geren. Het Doelenveld is het bezit van de ge meenschap en deze spreekt zich in ons land tegen revolutie uit, omdat men langs revolu tionnairen weg kan bereiken wat men wil. De ze gelegenheid is gebruikt om dingen te zeg gen die men niet moest zeggen. Veel hatelijk- heden zijn aan het adres der R. K. Kerk ge daan. wij zijn tegen revolutie, omdat het te gen het gebod van God is, die het maken van revolutie veibiedt In de Bergrede wordt gezegd: „zaiig zijn de zachtmoedigen." De heer W e s t e r ho fnDaarom hebben jelui de burgerwacht." De heer v. t Veer:Daarom hebben je lui zeker Willem de Zwiiger vennoord." Ier- laudl De heer v. d. Bosch: Al wat door revo lutie bereikt wordt, zou ook zonder revolutie bereikt zijn. Wat hebben wij gezien met de Fransche re volutie. Het arrne volk werd de vrijheid en gelijkheid voorgespiegeld, maar degenen die het hardst konaen loopen haalden de buit binnen. Dat zijn de zegeningen van het libe- ralisme. Wat men toen afbrak, de gilden, wordt nu weer ingesteld. Niemand van ons kan aansprakelijk ge steld worden voor wat er voor 300 jaar ge- beurde. Spr. tart evenwel te bewijzai, dat de R.K. Kerk de revolutie wilde. De heer Westerhof: „Dat zal ik be- wijzen." De heer v. d. B o s c h In Ierland staan de hisschop tegen de Sinn-Feiners, de opstan- dige Ieren gaan daar tegen de kerk in. Een sluipmoord blijft een moord. Ook die van Baihalzar Gerards. De heer Oskam: En toch verleende de kerk hem een vrijbrief. De heer v. d. Bosch had rich er over verbaasd, dat de Soc. Dem. de liefde van de R. K. voor de koningin in verband brachten iuel! den moord- op Wiltean de Zwijger. Velen zullen het niet met de heer Westerhof eens zijn. Men kan op grond van hetgeen hij betoogt, toch later niet zeggen: dat meenden de Aikmaarders. De St. Bartholomeusnacht was niets dan een politieke moord. Het schrijven van den/ Paus aan Ebert is toch consequent. Wij eerbiedigen elk wettig gezag. Mr. S1 u i 3Ala de heer Westerhof wint dan vragen wij ooik hem den steun voor de R. K. De heer Verkerk: Is dat moreel." De heer Westerhof: „Dat doet er niet toe." De heer v. d. Bosch: De Paus zal nooit toegeven dat de principea van Ebert de zijne zijn geworden. Dat in de encycliek Rerum Novannn de Paua de socialisatie wil, betiwistte spreiker. Wel heeft de kerk oog voor nieuwe noodzake- iijkheden, maar van haar fundamenteele in- zidhten en stellingen geeft ze niet prijs. Vast gehouden wordt aan de eeuwen voor ons de rots van Petrus en spr. protesteerde dus tegen de bewering, dat ae R. K. de revo lutie hebben- gepredifct. De Voorzitter verzocht de raad in adht te netnen, dat het ging over de weige ring van het Doelenveld. De heer v. d. Bosch betreurde, dat het iiood-ig was geweest uit te weiden. Een protest zijnerzijds was noodig. De heer Verkerk oordeelde ook dat er veel was geredeneerd wat er niets mede te maken had. Wat Duijs in een spoorwagen ge zegd, heeft, als waar is wat de heer v. d'. Bosch citeerde, laat spr. koud. Spr. meening is, dat men als raadslid geen verordening van een raad moet sabotteeren, maar hij zou nimsmer de gelegenheid willen benemen dit te propageeren. Men doet beter om evenals spr. met ae gaskwestie deed, ter vergadering van een tegenovergestelde mee ning blijk te geven. Voor den burgemeester en de wethouders is het blijkbaar gemakkelijker te beletten, dat men als publiek protesteert tegen de wet. Spr. wil ieder de gelegenheid geven een ont- wrp van wet te becriticeeren. Het mankeert er nog maar aan, dat men de bestaande wetten met mag becriticeeren. Dat mocht vroeger in Rusland ook niet. Miin protest gaat daartegen, dat men de bevolking het recht onthoudt om op een stuk van hun terrein zijn meening kenbaar te ma ken. Waarom is de grand niet van Enka, evenals van de liberalen of anderen? Waar om mag zij niet criticeeren op haar eigen ter rein? Ik will die vraag beantwoord1 zien. Over mevrouw Aukes vehbaasde ik mij ten hoogste. Zij iiaalde nJb. nog Mr. Mardiant aan. Spr. wil haar alsnog in overweging ge ven zich aan te sluiten bij de motie. Het is minstens democratisch de burgers de gelegen heid te geven te protesteeren, maar als men Vrijz. Dem. is en men gaat dan de zaak zoo als mevrouw Aukes deed interpreteeren, dan verbaas ik mij daar star over. Het is frappant dat een V. D. het stand punt inneemt, dat het igoed is aan de burgers een terrein te weigeren om critiek te leveren op een ontwerp van wet Dat dit te vexeeni- gen is, met het Vrije- Dem. beginsel gaat mijn bogrip te bo van. Mr. Leesberg TI erkende dat or een grena ie. 'De heer Verkerlk: Bij1 mij1 bestaat er geen gxens. Westerhof heeft gemeend te moeten advkeeeren het ga* af te laten max j- den. Ik -meende Tan een tegenover -geatel'de mening blij'k te moeten geven maar als Wes terhof zijn ideeen op het Doelenveld had meenen te moeten aankondigen en ik sou ais burgemeester daarover hebben te beslissen, dan zou ik gezeigd hebben: „Ga je gang". •Mr. Leesberg „Dan, Iben ilk blij d'at U geen burgemeester bent. De heer Verkerk kan dit ibegxijpen, maar in ernst wil hij opvorderen de vrijheid c\m op gemeente-terrain te protesteeren tegen iedere wet. Door de gelegenheid te ontnomen tegen eon wetsontwerp te proteeteeren maakt men het nog grover. De heer Weaterhof wilde de heer v. d Bosch niet volgen om niet to veel nit te wij- den, maar hij oordeelde het tooh noodig om da ban tegen Willem van Ox an jo -uitgespro- ken voor te lezm. B3j las voor dat hij die Willem dfe I, die van zijn haron tot zijn voet- zolen govloeikt ward, doodde, 36000 kronen kreeg en in den ad'ol! verhoven sou worden. Niemand mocht Willem voedsel of« huis vesting versehaffen. Dit deed de Koning van Spanje op aanetichting van do Granville die handel- de op a&ndrang van den Pane van die d'agen on epr. tartte Mr. Leeebarg en dan heer d. Bosch hem in deze tegen te eprekan. De hou ding van mevTOuw Aukes wa* droevig tegen over die van dem heer Cloeek. De heer B a k Cloeek krijgt een pluiinpje Dat was ook wel eens anders. De heer Weeterho-fZeker, maar Qoeck verdiende hier hulde. Spr. had de atukken in handen gehad, waaruit bleek, dat de heer Cloeck niet behoorde tot hen, die de oorlogswinst hebben geformeerd en hij wilde gaarne de erste de best© gelegenheid aamgrij- pen dit te verklaren. Voor zijn woorden van vanmiddag verdiende de heer Qoeck hulde. Mevr. Aukes zal met haar partij hebben uit te maken of haar standpunt te vereenigen ie met de Vrijz. Dem. princiipee. Dike partij ie revolutionnair geweest. En geland ging steeds voor in het todaten van het propageeren van elk standpunt Het standpunt van B. en W. drijft de meest link- eche groepen naar de geheime vergaderingen. Het woord van den voorzitter, dat hij is voor de vrijheid van hot woord is een woord' zon der meer. Ala straks de Hanmonie vervalt, dan zijn wij op de stadegahoorzaal aangewezen. Dan zal ook die gemeentegrond zijn en dan zullen de revolutionnaire groepen van de gelegen heid am hun idieeea to propageeren zijn be- roofd. Alikmaar zal in deze, buiten het eui- den, de le xeactionnaire stad in one land zijn. Met welk good' recht weigeren B. en W. een deel van de ingezetenen wat aan anderen wordt toegestaan. Van wie de gemeente- eigendommen zijn wordt niet door de willo- keuxige samewtelling van den raad' uitge- masJkt De voorzitter: de socialistem de meerderheid; hebben dan sullen wij daar nooit mogen vergaderen. De hoar Westerhof *Zeker, wel kijk naar Zaandam. Kijk zelfs naar Rusland. Vroeger mocht het Loger dee Heils daar niet werken, thaus is het er toegelaten. De heer B a k „Kijk naar Bela Hun, die in Weeinen zit met geotolen geld!. De heer Westerhof Die acbandelijke Witte Terreur in Hongarije van de Katholie- ken, waarvan ik de stufcken van het schan- delijke werk der zwarte bende heb gezien.. De heer Ba k „M. de V. Ik laat mij niet beleedigen. De heer Westerhof Ik epreefc -over feiten. De redo van Huszar valt niet te loge- nen. Do moorden in Hongarije staan vast. De heer 01 o e c k Door elechte men schen. De heer Westerhof Zeker, maar deze zitten in hoofdzaak in de Katholieke landen. Ook hier is de cximinalitait onder do Kathb- lieken 'het grootsL Ala dit debat hoi tig wordt, dan zal u wel willen erkennen, - dat men ons daartoe godVongen heeft. Hier is de meest strange heerscher aan het wdord, die weet dat. men daar de brute kracht van het aantal der decmocratie zal wegslaan. Spr. echxeef reeds in zijn hlad dat zoolang hier nog geen lefoen-rechtepraak is, de le Ka mer nog niet is afgoschaft, het koningaohap nog bestaat, de benoeming van den burge meester niet door de bevolking geschiedt, de gemeenteraad geen recht van controle op die politic heeft, de meerderjarigen het kiesrecht nog niet hebben, de hooge ambtenaren niet door het volk warden benoemd, en de voor zitter van provinciate staten niet door de kiezers, zoolang dit het geval is, is hier zelfs geen sprake van politieke domocr&tie. Er is slechts een deel vox over d. Wanneer er nu een regiem komt, dat de ver« dere ontwikkeling van de democratie wil af< slaan, dan blijft de meer bezadigde als wij niets over dan de revolutionnaire gedachte op te gaan. In onze eenheidsmotie staat niet, dat wij alleen op den weg der democratie zullen bljjven. Het systeem dat voorop wil stellen, dat er tusschen ona en de syndicalisten en commu< nisten geen verschil is, zal spr. bestrijden, maar daar waar wij met hen 66n belang heb* ben, zullen wij met hen samen optrekken, zoo* als de rechtschen in de Kamer met de liberalen optrekken in hun samenwerking bij de anti* revolutiewet De liberalen hebben daardoor een Torbecke verloochend. De eenige man die in dezen raad zijn geest hoog hield was de heer Cloeck. De Voorzitter oordeelde, dat de heeT Westerhof ten aanzien van den eigenaar van die Harmonic een minder parlementoire uit- druMring gebruikte. De heer Westerhof was van meening dat de vcrecnigingen daar door de hooge huursom worden uitgeplunderd. Vergaderingen zijn daardoor zoo goed als niet meer mogelijk, maar spr. wilde daarvoor wel een meer parle* mentair woord bezigen. De heer Go vers was niet van plan ge« weest iets te zeggen. Spr. zou kort zijn, want hij oordeelde, dat nog geldt „kalmte kan je redden". Hij oordeelde het niet noodig zijn stem' te motiveeren. Hij behoorde meer tot de oud* liberate partij dan tot de liberate unie en staat dus korter bij rechts, tot groote jammer van den heer Westerhof. De heer v.'tVeer: van Foreest is ook oud* liberaaL De heer Goven: Daar heb ik naast go* staan, maar ik ben een beetje van hem wegge* loopen. Spr. wuot d*n heer Wester hot roor zfjn sprekenciheid alle eer geven, maar iajj -jord de, oat criticeeren op het dagelijksch be« gemaJUeJjyJr. is. Hij Yerbaasde zich cLaare Waarom hebben tie soc.teem. bjj de yer-, ling van de wethoudersportefeuiile eigen ^etel in het college aangenomen. hadden dan meer kunnen doen clan critisee Het spijt spr. dat ze dit niet beter hefoej gezien. Zy oordeeien critiseeren biykbaar makkeiyker. De heer v. 't Veer las uit de Vrijwl Democraat heigeeu Mr. Marahant sOu over ctoui heei tfiiuhar, die ophitst tegen jodea ea daarvoor doo? Mr. Marchaat ou haudea wordt geaouim. Mevr. Aukes; Ook eeo Vryaiunig craat |De hear v. ;t Veer: U kutu zwh van geen parujigeuoote ornex aoeuien. Spr. hesprak het geschreeuw over de ihot looneu m het nouwvak ea deea uitkomeu^ de ioonen 100 pCt zijn gestegen, maar materiaiea 300 pCt. Wie stoken daar de V stcn van La, den zak? Het zit in het systeatn. Men dient raak werken de uooden van het volk op te heft Dan behoeit men geen revolutie te vreezea De Voorzitter zou het tejidinsuge; ten sctueten, maar hy wilde verklaren, oai cen groot verschil is tegen het tqgengaani net \rijt woord en hetgeen B. en W deci Het kerkeren zou zjjn, het leyvigaan bet „vrije woord" ea dat doen wy nmt, oot iniin hevoegdheden grooter waren. Het vrije woord" staat hiex huiteu. 0 Alkmaarder zal door epr. ibelei worden zeggen wat ay meent Deheer Verkerk: „Dat kunt ui uiet" DeVoorzitter: Hier in Aikiaaar ieder vrij in het opeulbaai te zeggen wat. op het hart heeft Men kau daar elk ten verkiezea. Het vocibedd van de groote gxendeigi reu is er reeds. Of daarvoor al of niet gemeentegrond o worden afgeotaan staat er buiten. Ook onderwerp, dat men wil bespreken. Het standpunt van het college is, dat gemeentefceatuur niet mag medewenken oa revolutionnairen de gelegenheid te geven i paganda te maken. De heer Westerhof: De burgeznee van Amsterdam denkt er anders over. DeVoorzitter: Ik ben de burgeni ter van Amsterdam niet Niet elke soc. dein. denkt als de heer 1 keric. Zanudaia heeft een gematigd 8oc,-E bestuur. Spr. heeft da overtuiguig, dat j met de Soc. Dem. hoc ver der naar laikr hoe verder men van db wyheid van het wi te. Dat leert Rualand, al xsgt spr. dit voorbeho'id. In Duitechlaad ging de Soc. Dem. rq ring zoover dat men ieder officer die een Putsch, dadte wilde inrefcmeo. Mevr. A-ulaa had beg repeal dat niet gen het vrije woord werd ingegsau maai gea het gevtn van gemeentegroad voor paganda van de revolutionnairen. pe S. D. A. P. aaurvaart dasaoodB de n lutie. Desflooda moeten wjj liet aanvaat zegt da S. D. A. P., maar de anardhisten toogen de revolutie i-a in dit verschil zitj de kneep m daarom kan men aan de S. D P. iets meer toestaan. dan aan de rovolui nairen. Indien do S. D. A. P evenwei row tionnairdt.T is dan opr. verandcrstelde, zal spr. dit aanvaarden en ook te ens haar handelen. Deheer Verkerk: Probeer het m eens. Deheer Oskam: Be zou het op J stellen. De heer Westerhof: Dan la er nog hooger beroep. De heer B a k: „In Zaandam werd Br mert ingen&end omdat hij niet sprak a den gftst van dfl S. D. A. P." Dehwn' Westerhof: „Gmdatheti was aangevraagd. U weet er niets van." 'De hear B a k: „U wr.-.i het al-leec." Deheer Govers: „Ik stul voor de batten te sluiten." De heer v. d. Bosch steun de dit vooratel Dit voorstd v.vrd aangenotnen. TegerDe heeren Westerhof, v. t V Mevr. Westerhof en de heer Veen. Om 9 uur kwam hierop ie motie in st ming. V66r de mode stemdea de Soc. Dem. a heer Qoeck. HSerop punt 12 op venaoefc van den 1 Qoeck. WIJlZIGI'NSG VERORDENING OP H RIJDEN MET MOTORRIJTUIGEN EN RIJWIELER Da hear 01 o e c k vroeg terugnara* het voorsteL Mien; tegt tin veten aan baa die armzali-g hun brood! moo ton vex die Het onechuMifre vervoeumiddel moet i tulke bczwaronde bepalingcn niet cpleg Spr. -herinnerde aan het ingezondien atulk on dokter tog-on de motorrijdex* nng imor togen. hondenlkarrijdera gebrullrt. wil voor doe xoeruschon het beetaan niet ra Ljker maiken. (De heer Govera ea Veen ateunden hef i steL Devoorzitter sag niet in dat hat roep van de menachen onmogeljj-k gem wordt. Ze inoeten elechte in do atad naaii wagons loopen. Het gaat op elk gebied t 'hen die het vertkeer belemmerem. Spr. de hondenkaxrijder* in de stadi bealiat gevaar. Spr. was niet barcid het vooratel lerof nemen. l>e heer Govers wiefe bij erv axing een hond zoo goed' beetuurb&ar was al? - paard. Het auto- en onotoxzijdiein was ii etad! veel gevsarlijiker. De heer r.'t Veer wees er op dat vol de redaotie ooik inxLttenden niet op de v Imogen zitten. De heer K e ij s p e r zeide dat het nod bedoeling van de -strifcomnnissia was. wil! het alleen d/o bestuurder verbieden.i hond'en zijn geen bestnnrbare ihondon de echolen is het haxdrijden met hon/iff gene gev&arlijk. Slechta een tie in gewijzigd geworden. In de bur mogen de hondeasrydare col niet op de gens zitten. Tie vervolg la het HooMhlad. h<

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 6