E
die roor de goede orde moet waken, heeft wel
het recht waarborgen te vragen, dat die orde
niet verstoord wordt Op die vraag heeft u
echter een toestemmend antwoord gekregen
en de gocde trouw vordert, dat u dat geloof-
de. Ik ga zoo ver, dat wanneer morgen den
dag de menachen met wien ik werk, zeggen:
„wij meenen verpiicht te zijn te staken", ik
zal zeggen: „het is niet anders, doe het Ik
heb recht op 48 uux in de week van jelui,
krijg ik die terug?
Ieder moet zijn meening kunnen uiten. Ook
die meeningen, die niet stroken met de mijne,
en daarom kan ik niet anders dan ook, na ze
gehoord te hebben, tegen deze motie stem-
men, wat ndet wil zeggen, dat ik a lies onder-
echrijf, wat de heer Westerhof heeft gezegd.
DeVoorzitter: Oaf u ook uw werk-
>laats om te bespreken die in brand te ste-
piaats
ken?
De heer C1 o e c k Ze mogen mijn huis
gebruiken om te bespreken het bedrijf des-
uoods te socialiseeren.
De heer Verkerk Maar dan is het uw
huis, en het Doelenveld is niet v»n den bur-
gemeester.
De heer C1 o e c k Ik heb mij in mijn be
drijf met de meeste klem verzet. De arbeiders
in mijn vak zijn niet gemakkelijk. Steeds zeide
ik hen: „Zorg er aliemahl voor georganiseerd
te zijn, ga met de organisaties mcde, dat is
een be Lang van de gemeenschap."
iDe heer Verkerk wilde zich op het
standpunt plaatsen, dat hij van het college
niets anders eischt dan te doen wat hij op hun
plaats zou doea Spr. stelt de zaak zoo:
Er is een ontwerp van wet, dat door een
zekeren minister wordt ingedienct Een deel
van het volk meent tegen dat ontwerp van
wet te moet en protesteeren en vraagt daax-
voor een deel van den gemeenschappelijken
grond. Wij zien nu gebeuren, dat wij een
burgemeester hebben, krachtens zijn uitlatin-
gen van kedenmiddag, die meent, dat het
zijn grand is; die het voortdurend heeft over
„eea kind in mijn huis", maar het is het huis
van de Alkmaarache burgerij, waarin vele
kamers zijn. Wanneer een deel van de burgers
in een deel van het gemeenschappelijk huis
willen vergaderen, dan zou ik, wanneer ik
acbter de groene tafel zat, daarvoor de gele-
genheid geven en wel op de volgende gran-
den: Als mijn partij meerderheid was en deze
diende een ontwerp van wet in, bijv. tot soci
al isatie van de verschillende bedrijven en daar
tegen kwam in den Lande van de minderheid
een protest en men kwam dan bij mij met het
verzoek daarvoor den gemeenschappelijken
grand te mogen gebruiken^ dan gaf ik daar
toe mijn toestemoniing, omdat ik te veel ver-
trouwen in eigen beginselen heb, con anderen
te beletten ze te bespreken en te becritiseeren.
Wanneer B. en W. zooveel vertrouwen had-
den in hun beginselen als spr. in de zijne, dan
zouden zij gezegd hebben: „Laat hen protes
teeren, ze zullen de kous wel op den kop krij-
gen, omdat ze het mis hebben.
Wat hier geschiedt, vind ik zoo dwaas.
Men moet hier aanvragen om een optocht te
houden of een meeting. In Engclama springt
men op een handkar en organiseert spontaan
een meeting. Heeft u ooit gehoord, dat het
hier beter gaat dan in Engeland? Ik zou
gaarne willen, dat het Dagelijksch Bestuur
van de gemeente het standpunt innam, wan
neer een deel van het volk wil protesteeren;
of het de revolutionnairen zijn of niet, dat het
die menschen zoo gemakkelijk en goedkoop
mogelijk gemaakt werd. Vanavond komen de
revolutionnairen, morgen de R.K. en over-
morgen de sociaal-democraten, maar wat kan
dat schelen. Alileen wanneer men geen ver
trouwen heeft in eigen beginselen, kan men
de taktiek voorstaan om te trachten de mee
ningen van anderen te smoren. U mag nu
zeggen: „ik coupeer de critiek niet", maar dat
heeft u niet in de hand. Als er geen zaal was,
hadt u dan wel het Doelenveld gegeven?
DeVoorzitter: „Neenl"
De heer Verker k: U bent voor de vrije
meeningsuiting, maar die kan alleen tot uiting
komen omdat er em zaal is. Wanneer die er
niet geweest was, dan hadt u aan een deel van
de bevolking het vrije woord oatnomen.
DeVoorzitter: „Neen".
De heer Westerhof: Als wij een stadb-
gehoorzaal hebben, dan zijn wij overgeleverd
aan den willekeur van B. en W.
De heer Oskam: „Zeer juist".
De heer Verkerk: Ik geioof, dat mijn
standpunt veel beter zou zijn dan dat wat het
college nu inneemt Meent u nu soms, dat u
door te weigcren, ook maar iets tegenhoudt,
wat leeft onder de bevolking?
DeVoorzitter: Neen, dat is de be-
doeling ook niet.
De heer Verkerk Uw bcdoeling is:
geen gemeentegrond beschikbaar te stellen;
maar die grond is net zoo goed van de revo
lutionnairen als van Mr. Leestoerg en de zij-
nen.
DeVoorzitter: Het gaat alleen over
de vraag of wijl daarvoor den gemeentegrond
beschikbaar moeten stellen.
De heer Verkerk: Waarom wfel den
grand aan IMlr. Leesberg en de zijmen en aan
mij afgestaan en niet aan Enika? Het is net
zoo goed hun recht de revolutie te prodilken als
het recht van Mr. Sluis is om anti-revolutie te
rediken. Ik had uw voorvaderen wel willen
ooren, wanneer zij in 1848 om gemeente
grond warcn gekomen om hun denkbeelden
te p-rediken en de regenten haddm dezen
grond geweigerd. Zij haddm dan geredeneerd
zooals ik op het oogenblik doe.
Ik hoop, dat de Raad met ons op het stand-
>unt zal staan, dat hij met ons betreurt, dat
et college dit standpunt heeft ingenomen.
Elke groep uit de Alkmaarsche burgerij
heeft het recnt op dm gemeentegrond te zeg
gen wat ze op het hart heeft. De grond is
net zoo goed van de revolutionnairen als van
de anderen.
De heer van'tVeer sluit zich bij het ge-
sprokene van de vorige sprekers aan. De wei
gering, aldus spr., heeft ons zeer ontstemd.
Spr. had niet gedacht, dat het college tot zulk
een reaotionnairen daad in staat was. Het col
lege d!at er prat op gaat den democraat uit te
hangen. Waar blijft de democratic? De heer
Ripping zou dit standpunt nooit hebben in
genomen.
Hadt u als Fberaal eens een voorbeeld ge-
nomen aan dm liberaal Van Foreest uit Hei-
loo, die voor iedereen zijn particulier bosch
beschikbaar stelt. Dat bosch is zijn eigendom
en wat em schriele houding maakt u, Mijn-
heer de Voorzitter, tegenover hem.
Van deze plaats een eere saluutt aan den
heer van Foreest, diem man dihe de vrije mee-
ningsutttng zoo hoog weet te houden.
het weigeren aan den een wat men den an-
der toestaat is meten met 2 maten, daarvoor
mag in het college geen plaats zijn, temeer
daar het college geen afspiegeling is van den
raad.
DeVoorzitter. iDe meerderheid in het
college is niet bij 2 wethouders. Bij staking
van stemnien is die stem van diem burgemeester
aoorslaggevend. 'Het kan niet zijn dat Sluis
eu Leesberg de anderen averstemd hebben.
De heer v. 't V e e r: Dat wordt erger voor
den 3den wcthouder.
De Voorzitter: Het is ook mogelyjt,
dat eeu van de beide wethouders het met my
gedaan heeft, al beweer ik uiet dat dit juist is.
De heer v. 't Veer: Dan blykt, dat in het
college niet wordt weergevonden de vryzin*
nigbeid van de raadsmeerderhcid.
De Voorzitter Dat moet nog blyken.
De beer v 'tVeer: Onlangs is ddn van de
mooie plekjes gemeentegrond, zonder de raad
er in te kennen, aan de padvinders, het ver*
kapte mibtairiseme, gegeven, die er een loods
hebben gezet
Mr. Leesberg: Neem de jeugdorganisatie
tot voorbeeld.
De heer v.'tVeer: Dat praat dit niet goed.
Het geven van den grond aan de padvinderij
is van blijvenden aard. Wat zal er van terecht
komen als wy een stadjgehoorzral hebben?
De heer Westerhof: Die zou, zoo heette
heb voor iedereen zijn. Voor alle organisaties
zonder onderscheid.
De heer v. 't Veer: Bij de btgrooting van
de Burgerwacht heeft u gezegd ..wanneer het
geweld. komb zal ik probeeren dit met zacht*
heid tegen te gaan, maar dan moet gij niet
beginncn met bitterheid en verzet te kweeken.
Ik hoop wanneer dit te paa komb dat gij
uw standpunt zult herzien.
Een referendum in Alkmoar zou u doen
zien, dat niet gchandeld is overeenkomstig
den wil. van de burgerij.
Mr. Leesberg: De samenatelling van de*
zen raad.
De heer v.'tVeer: Voor de verkiezing heeft
u nooit durven verklaren, dat u aan anderen
het Doelenveld zou weigeren.
Mr. Leesberg: U hebt nu een goed wapen
voor de volgende verkiezing.
De heer Verkerk: Dat krijgt u ook weL
U krijgt nog wel meer.
De heer Oskam herinnerde aan het door
Mr. Marchant in de Kamer bij de behandeling
van de anthrevolutiewet gesprokene.
Spr. betoogde, dat men door bekorting van
de vrije meeningsuiting drijft naar revolutie.
Is het rechtvaardig een gunst die men den
een toestaat aan den ander te weigeren.
Het Doelenveld was gegeven. Er was niet
over de sprekers gesproken.
Aangekondigd waren Westerhof en v. d.
Vail, later kwam Enka er bij. Spr. ging na hoe
de S. D. A. P. en Bestuurdersbond de geheele
verantwoordeljjkheid sen zich had kunnen
houden. t
Op verzoek van den voorzitter brak spr. om
half 6 hier zijn rede af, waarna de vergadering
tot half 8 geschorst werd.
In de avondvergaderinig was allereanst
het woord aan den heer Oskam.
Afwezig waren Mr. W. C. Bosnian en de
heer Ringers.
De heer Oskam had de weigering als
een groote onrecbtvaardigheid gevoeld en
noemde het bovendien een tactische font
B. en W. werken het bolsjewisme daardoor
in de hand.
Spr. oordeelde, dat het Bolsjewisme in ons
land evenals in Engeland en Duitschland
toekomst had.
Spr. oordeelde, dat de algemeene gevolgen
van het optreden van B. en W. juist het te-
gendeel hraidhten. Spr. hoopte, dat de raad
dit zal inzien en de soepek motie zal aannc-
men.
Mr. Leesberg betreurde het, dat men
nu niet op het Doelenveld was.
De gedachte is, dat het Doelenveld de vrij-
heid moet bieden aan ieder zijn meening te
verkondigen.
Veronderstel, dat de heer Westerhof het
Doelenveld vroeg om de burgers over te ha-
len de gaskwitantie niet te betalen, zou men
daarvoor dan het Doelenveld moeten geven,
terwijl de raad bij meerderheid uitmaakte, dat
het gas zooveel zou moeten kosten
Spr. zegt, dat hij dat nooit zou doen en
steunt daarop op den heer Verkerk, die den
heer Westerhof besixeed dat hij, dit als raads-
lid deed.
De heer Verker k: Ik heb het bestreden,
maar de gelegenheid willen geven het te
doen.
Mr. Leesberg heeft zich over de ver-
broedering met de revolutionnairen hier ver-
wonderd. In die Kamer bestaat dit niet (Pro-
testen).
Mr. Leesberg meende een practisch
voorbeeld gestteld te hebben, waardoor bleek,
dat men niet altijd de gemeentegrond kan af-
staan.
Mevrouw Aukes had haar betoog op
schrift gesteld en betoogde, dat zij. hoewel zij
zich even goed Vrijz. Dem. noemcie als den
heer Qoeck, deze zaak blijkbaar anders ge-
voelde als hij.
E>e heer v. 't V e e rMooie democratic."
De voorzitter hamerde.
Mevrouw Aukes: „Het gaat hier niet
om de vaststelling van een wet tot bestrijding
van revolutionnaire woelingen, daarom is wel
wat Mr. Marchant daarover in de Kamer ge
zegd heeft hier niet op zijn plaats. Een zaak,
die onze partij leider daar naar voren heeft
gebracht was spr. uit het hart gegrepen. Hij
zeide „revolutionnaire woeluigen kan men
niet bestrijden met wetten. Dit is alleen moge
lijk door tijdige invoering van een doelmatige
democratische wetgeving". Spr. wil daartoe
in dezen raad ten alle tijden medewerken.
Het gaat hier echter om te verklaren, dat
B. en W. niet goed deden met he t terrein te
weigeren. dus helreft het een afkeuring van
het beeici van B. en W. in deze.
Tot mijn spijt heb ik de rede van den bur
gemeester niet gehoord.
De heer Westerhof: „Gij hdbt daanne-
de veel verloren."
Mevrouw Aukes: De redenen van de
weigering zijn mij niet bekend. Ik weet alleen,
dat B. en W. gemeend hebben aanvankelijk
de S. D. A. P. de besdiikMng over het Doe
lenveld te moeten geven en dit verlof meen-
den te moeten intrekken, toen bekend werd,
dat op die vergadering ook zou gesproken
warden voor ae Syndicalistische en Cammu-
nistische groepea, en daarom vind ik geen
vrtjheid te betreuren, dat te midden van de
agitatie, de handhavers van het wettig gezag
weigerden de openbare grond af te staan voor
het houden van vergaderingen.
De heer y. 't Veer: „Knap hoor, ine-
vrouwtje."
De heer G overs: ,^e is nu nog maar
een halve partijgenoot van de heer Lloeck."
De heer W e s t e r ho f tot den heer Go-
veis: „Wat zullen de menschen straks van u
zeggen."
De heer G o v er a: „Niets minder dan van
mevrouw Aukes."
De heer v. d. B aseh las iets uit „De
Volkscourant" over het gesprokene door Duys
over het Wetsontwerp en concludeerde, dat
men zich een te zwart beeld had gevormd van
de wet. Spr. betreurde, dat over een zaak in
de praktijk van zoo weinig beteekenis zooveel
te doen is. Spr. geloofde te mogen beweren,
dat er weinig landcn in zulk een democrati-
scheu toestand1 verkeeien als ons land. Wan
neer men laugs wettigen weg wil bereiken wat
men zuch voorstelt, dan kau dat hier gebeu
ren. B. en W. oordeelden, dat B. en W. con
sequent waren in het toestaan en in het wei
geren. Het Doelenveld is het bezit van de ge
meenschap en deze spreekt zich in ons land
tegen revolutie uit, omdat men langs revolu
tionnairen weg kan bereiken wat men wil. De
ze gelegenheid is gebruikt om dingen te zeg
gen die men niet moest zeggen. Veel hatelijk-
heden zijn aan het adres der R. K. Kerk ge
daan. wij zijn tegen revolutie, omdat het te
gen het gebod van God is, die het maken van
revolutie veibiedt
In de Bergrede wordt gezegd: „zaiig zijn
de zachtmoedigen."
De heer W e s t e r ho fnDaarom hebben
jelui de burgerwacht."
De heer v. t Veer:Daarom hebben je
lui zeker Willem de Zwiiger vennoord." Ier-
laudl
De heer v. d. Bosch: Al wat door revo
lutie bereikt wordt, zou ook zonder revolutie
bereikt zijn.
Wat hebben wij gezien met de Fransche re
volutie. Het arrne volk werd de vrijheid en
gelijkheid voorgespiegeld, maar degenen die
het hardst konaen loopen haalden de buit
binnen. Dat zijn de zegeningen van het libe-
ralisme. Wat men toen afbrak, de gilden,
wordt nu weer ingesteld.
Niemand van ons kan aansprakelijk ge
steld worden voor wat er voor 300 jaar ge-
beurde. Spr. tart evenwel te bewijzai, dat de
R.K. Kerk de revolutie wilde.
De heer Westerhof: „Dat zal ik be-
wijzen."
De heer v. d. B o s c h In Ierland staan
de hisschop tegen de Sinn-Feiners, de opstan-
dige Ieren gaan daar tegen de kerk in. Een
sluipmoord blijft een moord. Ook die van
Baihalzar Gerards.
De heer Oskam: En toch verleende de
kerk hem een vrijbrief.
De heer v. d. Bosch had rich er over
verbaasd, dat de Soc. Dem. de liefde van de
R. K. voor de koningin in verband brachten
iuel! den moord- op Wiltean de Zwijger.
Velen zullen het niet met de heer Westerhof
eens zijn. Men kan op grond van hetgeen hij
betoogt, toch later niet zeggen: dat meenden
de Aikmaarders.
De St. Bartholomeusnacht was niets dan
een politieke moord.
Het schrijven van den/ Paus aan Ebert is
toch consequent. Wij eerbiedigen elk wettig
gezag.
Mr. S1 u i 3Ala de heer Westerhof wint
dan vragen wij ooik hem den steun voor de
R. K.
De heer Verkerk: Is dat moreel."
De heer Westerhof: „Dat doet er niet
toe."
De heer v. d. Bosch: De Paus zal nooit
toegeven dat de principea van Ebert de zijne
zijn geworden.
Dat in de encycliek Rerum Novannn de
Paua de socialisatie wil, betiwistte spreiker.
Wel heeft de kerk oog voor nieuwe noodzake-
iijkheden, maar van haar fundamenteele in-
zidhten en stellingen geeft ze niet prijs.
Vast gehouden wordt aan de eeuwen voor
ons de rots van Petrus en spr. protesteerde
dus tegen de bewering, dat ae R. K. de revo
lutie hebben- gepredifct.
De Voorzitter verzocht de raad in
adht te netnen, dat het ging over de weige
ring van het Doelenveld.
De heer v. d. Bosch betreurde, dat het
iiood-ig was geweest uit te weiden. Een protest
zijnerzijds was noodig.
De heer Verkerk oordeelde ook dat er
veel was geredeneerd wat er niets mede te
maken had. Wat Duijs in een spoorwagen ge
zegd, heeft, als waar is wat de heer v. d'.
Bosch citeerde, laat spr. koud.
Spr. meening is, dat men als raadslid geen
verordening van een raad moet sabotteeren,
maar hij zou nimsmer de gelegenheid willen
benemen dit te propageeren. Men doet beter
om evenals spr. met ae gaskwestie deed, ter
vergadering van een tegenovergestelde mee
ning blijk te geven.
Voor den burgemeester en de wethouders
is het blijkbaar gemakkelijker te beletten, dat
men als publiek protesteert tegen de wet.
Spr. wil ieder de gelegenheid geven een ont-
wrp van wet te becriticeeren.
Het mankeert er nog maar aan, dat men
de bestaande wetten met mag becriticeeren.
Dat mocht vroeger in Rusland ook niet.
Miin protest gaat daartegen, dat men de
bevolking het recht onthoudt om op een stuk
van hun terrein zijn meening kenbaar te ma
ken. Waarom is de grand niet van Enka,
evenals van de liberalen of anderen? Waar
om mag zij niet criticeeren op haar eigen ter
rein? Ik will die vraag beantwoord1 zien.
Over mevrouw Aukes vehbaasde ik mij ten
hoogste. Zij iiaalde nJb. nog Mr. Mardiant
aan. Spr. wil haar alsnog in overweging ge
ven zich aan te sluiten bij de motie. Het is
minstens democratisch de burgers de gelegen
heid te geven te protesteeren, maar als men
Vrijz. Dem. is en men gaat dan de zaak zoo
als mevrouw Aukes deed interpreteeren, dan
verbaas ik mij daar star over.
Het is frappant dat een V. D. het stand
punt inneemt, dat het igoed is aan de burgers
een terrein te weigeren om critiek te leveren
op een ontwerp van wet Dat dit te vexeeni-
gen is, met het Vrije- Dem. beginsel gaat
mijn bogrip te bo van.
Mr. Leesberg TI erkende dat or een
grena ie.
'De heer Verkerlk: Bij1 mij1 bestaat er
geen gxens. Westerhof heeft gemeend te
moeten advkeeeren het ga* af te laten max j-
den. Ik -meende Tan een tegenover -geatel'de
mening blij'k te moeten geven maar als Wes
terhof zijn ideeen op het Doelenveld had
meenen te moeten aankondigen en ik sou ais
burgemeester daarover hebben te beslissen,
dan zou ik gezeigd hebben: „Ga je gang".
•Mr. Leesberg „Dan, Iben ilk blij d'at U
geen burgemeester bent.
De heer Verkerk kan dit ibegxijpen,
maar in ernst wil hij opvorderen de vrijheid
c\m op gemeente-terrain te protesteeren tegen
iedere wet.
Door de gelegenheid te ontnomen tegen eon
wetsontwerp te proteeteeren maakt men het
nog grover.
De heer Weaterhof wilde de heer v. d
Bosch niet volgen om niet to veel nit te wij-
den, maar hij oordeelde het tooh noodig om
da ban tegen Willem van Ox an jo -uitgespro-
ken voor te lezm. B3j las voor dat hij die
Willem dfe I, die van zijn haron tot zijn voet-
zolen govloeikt ward, doodde, 36000 kronen
kreeg en in den ad'ol! verhoven sou worden.
Niemand mocht Willem voedsel of« huis vesting
versehaffen. Dit deed de Koning van Spanje
op aanetichting van do Granville die handel-
de op a&ndrang van den Pane van die d'agen
on epr. tartte Mr. Leeebarg en dan heer d.
Bosch hem in deze tegen te eprekan. De hou
ding van mevTOuw Aukes wa* droevig tegen
over die van dem heer Cloeek.
De heer B a k Cloeek krijgt een pluiinpje
Dat was ook wel eens anders.
De heer Weeterho-fZeker, maar
Qoeck verdiende hier hulde. Spr. had de
atukken in handen gehad, waaruit bleek, dat
de heer Cloeck niet behoorde tot hen, die de
oorlogswinst hebben geformeerd en hij wilde
gaarne de erste de best© gelegenheid aamgrij-
pen dit te verklaren. Voor zijn woorden van
vanmiddag verdiende de heer Qoeck hulde.
Mevr. Aukes zal met haar partij hebben
uit te maken of haar standpunt te vereenigen
ie met de Vrijz. Dem. princiipee.
Dike partij ie revolutionnair geweest. En
geland ging steeds voor in het todaten van
het propageeren van elk standpunt Het
standpunt van B. en W. drijft de meest link-
eche groepen naar de geheime vergaderingen.
Het woord van den voorzitter, dat hij is voor
de vrijheid van hot woord is een woord' zon
der meer.
Ala straks de Hanmonie vervalt, dan zijn
wij op de stadegahoorzaal aangewezen. Dan
zal ook die gemeentegrond zijn en dan zullen
de revolutionnaire groepen van de gelegen
heid am hun idieeea to propageeren zijn be-
roofd. Alikmaar zal in deze, buiten het eui-
den, de le xeactionnaire stad in one land zijn.
Met welk good' recht weigeren B. en W.
een deel van de ingezetenen wat aan anderen
wordt toegestaan. Van wie de gemeente-
eigendommen zijn wordt niet door de willo-
keuxige samewtelling van den raad' uitge-
masJkt
De voorzitter: de socialistem de
meerderheid; hebben dan sullen wij daar nooit
mogen vergaderen.
De hoar Westerhof *Zeker, wel kijk
naar Zaandam. Kijk zelfs naar Rusland.
Vroeger mocht het Loger dee Heils daar niet
werken, thaus is het er toegelaten.
De heer B a k „Kijk naar Bela Hun, die
in Weeinen zit met geotolen geld!.
De heer Westerhof Die acbandelijke
Witte Terreur in Hongarije van de Katholie-
ken, waarvan ik de stufcken van het schan-
delijke werk der zwarte bende heb gezien..
De heer Ba k „M. de V. Ik laat mij niet
beleedigen.
De heer Westerhof Ik epreefc -over
feiten. De redo van Huszar valt niet te loge-
nen. Do moorden in Hongarije staan vast.
De heer 01 o e c k Door elechte men
schen.
De heer Westerhof Zeker, maar deze
zitten in hoofdzaak in de Katholieke landen.
Ook hier is de cximinalitait onder do Kathb-
lieken 'het grootsL Ala dit debat hoi tig
wordt, dan zal u wel willen erkennen, - dat
men ons daartoe godVongen heeft.
Hier is de meest strange heerscher aan het
wdord, die weet dat. men daar de brute kracht
van het aantal der decmocratie zal wegslaan.
Spr. echxeef reeds in zijn hlad dat zoolang
hier nog geen lefoen-rechtepraak is, de le Ka
mer nog niet is afgoschaft, het koningaohap
nog bestaat, de benoeming van den burge
meester niet door de bevolking geschiedt, de
gemeenteraad geen recht van controle op die
politic heeft, de meerderjarigen het kiesrecht
nog niet hebben, de hooge ambtenaren niet
door het volk warden benoemd, en de voor
zitter van provinciate staten niet door de
kiezers, zoolang dit het geval is, is hier zelfs
geen sprake van politieke domocr&tie.
Er is slechts een deel vox over d.
Wanneer er nu een regiem komt, dat de ver«
dere ontwikkeling van de democratie wil af<
slaan, dan blijft de meer bezadigde als wij
niets over dan de revolutionnaire gedachte op
te gaan. In onze eenheidsmotie staat niet, dat
wij alleen op den weg der democratie zullen
bljjven.
Het systeem dat voorop wil stellen, dat er
tusschen ona en de syndicalisten en commu<
nisten geen verschil is, zal spr. bestrijden,
maar daar waar wij met hen 66n belang heb*
ben, zullen wij met hen samen optrekken, zoo*
als de rechtschen in de Kamer met de liberalen
optrekken in hun samenwerking bij de anti*
revolutiewet De liberalen hebben daardoor
een Torbecke verloochend. De eenige man die
in dezen raad zijn geest hoog hield was de heer
Cloeck.
De Voorzitter oordeelde, dat de heeT
Westerhof ten aanzien van den eigenaar van
die Harmonic een minder parlementoire uit-
druMring gebruikte.
De heer Westerhof was van meening
dat de vcrecnigingen daar door de hooge
huursom worden uitgeplunderd. Vergaderingen
zijn daardoor zoo goed als niet meer mogelijk,
maar spr. wilde daarvoor wel een meer parle*
mentair woord bezigen.
De heer Go vers was niet van plan ge«
weest iets te zeggen. Spr. zou kort zijn, want
hij oordeelde, dat nog geldt „kalmte kan je
redden".
Hij oordeelde het niet noodig zijn stem' te
motiveeren. Hij behoorde meer tot de oud*
liberate partij dan tot de liberate unie en staat
dus korter bij rechts, tot groote jammer van
den heer Westerhof.
De heer v.'tVeer: van Foreest is ook oud*
liberaaL
De heer Goven: Daar heb ik naast go*
staan, maar ik ben een beetje van hem wegge*
loopen.
Spr. wuot d*n heer Wester hot roor zfjn
sprekenciheid alle eer geven, maar iajj -jord
de, oat criticeeren op het dagelijksch be«
gemaJUeJjyJr. is. Hij Yerbaasde zich cLaare
Waarom hebben tie soc.teem. bjj de yer-,
ling van de wethoudersportefeuiile
eigen ^etel in het college aangenomen.
hadden dan meer kunnen doen clan critisee
Het spijt spr. dat ze dit niet beter hefoej
gezien. Zy oordeeien critiseeren biykbaar
makkeiyker.
De heer v. 't Veer las uit de Vrijwl
Democraat heigeeu Mr. Marahant sOu
over ctoui heei tfiiuhar, die ophitst tegen
jodea ea daarvoor doo? Mr. Marchaat ou
haudea wordt geaouim.
Mevr. Aukes; Ook eeo Vryaiunig
craat
|De hear v. ;t Veer: U kutu zwh van
geen parujigeuoote ornex aoeuien.
Spr. hesprak het geschreeuw over de ihot
looneu m het nouwvak ea deea uitkomeu^
de ioonen 100 pCt zijn gestegen, maar
materiaiea 300 pCt. Wie stoken daar de V
stcn van La, den zak?
Het zit in het systeatn. Men dient raak
werken de uooden van het volk op te heft
Dan behoeit men geen revolutie te vreezea
De Voorzitter zou het tejidinsuge;
ten sctueten, maar hy wilde verklaren, oai
cen groot verschil is tegen het tqgengaani
net \rijt woord en hetgeen B. en W deci
Het kerkeren zou zjjn, het leyvigaan
bet „vrije woord" ea dat doen wy nmt, oot
iniin hevoegdheden grooter waren.
Het vrije woord" staat hiex huiteu. 0
Alkmaarder zal door epr. ibelei worden
zeggen wat ay meent
Deheer Verkerk: „Dat kunt ui
uiet"
DeVoorzitter: Hier in Aikiaaar
ieder vrij in het opeulbaai te zeggen wat.
op het hart heeft Men kau daar elk ten
verkiezea.
Het vocibedd van de groote gxendeigi
reu is er reeds.
Of daarvoor al of niet gemeentegrond o
worden afgeotaan staat er buiten. Ook
onderwerp, dat men wil bespreken.
Het standpunt van het college is, dat
gemeentefceatuur niet mag medewenken oa
revolutionnairen de gelegenheid te geven i
paganda te maken.
De heer Westerhof: De burgeznee
van Amsterdam denkt er anders over.
DeVoorzitter: Ik ben de burgeni
ter van Amsterdam niet
Niet elke soc. dein. denkt als de heer 1
keric. Zanudaia heeft een gematigd 8oc,-E
bestuur. Spr. heeft da overtuiguig, dat j
met de Soc. Dem. hoc ver der naar laikr
hoe verder men van db wyheid van het wi
te.
Dat leert Rualand, al xsgt spr. dit
voorbeho'id.
In Duitechlaad ging de Soc. Dem. rq
ring zoover dat men ieder officer die
een Putsch, dadte wilde inrefcmeo.
Mevr. A-ulaa had beg repeal dat niet
gen het vrije woord werd ingegsau maai
gea het gevtn van gemeentegroad voor
paganda van de revolutionnairen.
pe S. D. A. P. aaurvaart dasaoodB de n
lutie. Desflooda moeten wjj liet aanvaat
zegt da S. D. A. P., maar de anardhisten
toogen de revolutie i-a in dit verschil zitj
de kneep m daarom kan men aan de S. D
P. iets meer toestaan. dan aan de rovolui
nairen. Indien do S. D. A. P evenwei row
tionnairdt.T is dan opr. verandcrstelde,
zal spr. dit aanvaarden en ook te ens
haar handelen.
Deheer Verkerk: Probeer het m
eens.
Deheer Oskam: Be zou het op J
stellen.
De heer Westerhof: Dan la er nog
hooger beroep.
De heer B a k: „In Zaandam werd Br
mert ingen&end omdat hij niet sprak a
den gftst van dfl S. D. A. P."
Dehwn' Westerhof: „Gmdatheti
was aangevraagd. U weet er niets van."
'De hear B a k: „U wr.-.i het al-leec."
Deheer Govers: „Ik stul voor de
batten te sluiten."
De heer v. d. Bosch steun de dit vooratel
Dit voorstd v.vrd aangenotnen.
TegerDe heeren Westerhof, v. t V
Mevr. Westerhof en de heer Veen.
Om 9 uur kwam hierop ie motie in st
ming.
V66r de mode stemdea de Soc. Dem. a
heer Qoeck.
HSerop punt 12 op venaoefc van den 1
Qoeck.
WIJlZIGI'NSG VERORDENING OP H
RIJDEN MET MOTORRIJTUIGEN
EN RIJWIELER
Da hear 01 o e c k vroeg terugnara*
het voorsteL Mien; tegt tin veten aan baa
die armzali-g hun brood! moo ton vex die
Het onechuMifre vervoeumiddel moet i
tulke bczwaronde bepalingcn niet cpleg
Spr. -herinnerde aan het ingezondien atulk
on dokter tog-on de motorrijdex* nng
imor togen. hondenlkarrijdera gebrullrt.
wil voor doe xoeruschon het beetaan niet ra
Ljker maiken.
(De heer Govera ea Veen ateunden hef i
steL
Devoorzitter sag niet in dat hat
roep van de menachen onmogeljj-k gem
wordt. Ze inoeten elechte in do atad naaii
wagons loopen. Het gaat op elk gebied t
'hen die het vertkeer belemmerem. Spr.
de hondenkaxrijder* in de stadi bealiat
gevaar.
Spr. was niet barcid het vooratel lerof
nemen.
l>e heer Govers wiefe bij erv axing
een hond zoo goed' beetuurb&ar was al? -
paard. Het auto- en onotoxzijdiein was ii
etad! veel gevsarlijiker.
De heer r.'t Veer wees er op dat vol
de redaotie ooik inxLttenden niet op de v
Imogen zitten.
De heer K e ij s p e r zeide dat het nod
bedoeling van de -strifcomnnissia was.
wil! het alleen d/o bestuurder verbieden.i
hond'en zijn geen bestnnrbare ihondon
de echolen is het haxdrijden met hon/iff
gene gev&arlijk. Slechta een tie in
gewijzigd geworden. In de bur
mogen de hondeasrydare col niet op de
gens zitten.
Tie vervolg la het HooMhlad.
h<