Alkmaarsche Courant
Groote Paardenmarkt
De Amsterdamsctie week.
9
In eer hersteld.
Dokterpraatjes.
op Maandag 6 September a.$.
Zaterdag 28 Augustus.
ONDERW1JZERES
FEUILLETON.
tos.
Rondird 11 m Twtntlgite Jaargang.
BUBGEMEESTEB en WHTTHOUDBBS
van ALKMAAB (2e klasse) roepen sollisl*
tanten op naat do betrekking van
aart do DBRDE GEMEENTESCHOOL
(vakkon a-k.)
Salaris volgens rjjksregeling.
Stukken in to zenden a an den Burge-
meester aiterlijk 7 September
TE ALKMAAB,
XXXV.
t)
Van Ren6 Bazfo,
i wm da Franachfl AsadBota
Pater Qu6veme bedlende de mis. De idok-
ken luidden als hij groote feesten. De bruids-
i'onkers losten meer gcweerschoten dan men
icort bij bet openen van dte jacfat Na de mis
en terwijl de jonggehuwden geknield lagen
op dte graven van het kleine kexMiof rond- de
kerk om voor de voorouders te bidden, zag
men dlie hoomblazera in het dorp komen.
Bodivit, de beste hoornblazer van gehed Cor-
nouaille was er. ook bij. Zij giugen voor de
deur staan spelen.
Men danste in de zaal van die herberg en
des avonds op den goed geveegden dansvloer
van Kerjan. De hoomblazera, bijgestaan door
drie bombardiers, lieten de gavotte en de wals
dansen die men daar „le bal" noetnt.
Na twee dagen ging de braid1 langs de
groene wegen, waar de deelnemers aan den
grooten oorlog en de kleine Bretonsche paar-
den later doortrokken, den weig op maar
Champdolent. Toen bedaarde het ramoer van
de brailoft zadhtjes aan en bleef er een jong
huilsliotiden meer over dat den grand bewerkte
en zidh niet meer op de straat van Fouesnant
vertoonde dan Zondagsmorgens op (het uur
van den dienst.
Hoe had Pierre Qtteveme het hart gewon-
nen van de doditena van de Lanio's van Ker
jan? Omdat hij haar zou geschaakt hebben
als men haar met aan hem gegeven had, om
dat hij haar bijna waanzinnig liefhad1 en om-
datt hij behoordte tot hen die men1 niet kasn
weerstaaneen man geboren om te bevden en
die alien die 'hij ontmoet aan zich weet te ke-
tenen. Zij die hem maar eenmaai zagen als
hij good in zijn humeur was zefldra: „wat een
ssrdige jongeal" Maar eij dis hum goad ksn-
den: een duivelsdie kerell" Hij was van
midde(lmatige lengte, eerder klein, schraal en
sterk gespierd. Hij hield van wed!dingsdiai>-
pen en van alles wat avontuurlijk waa Hij
had braine oogen, die voortdurend in bewe-
ging waren, een flinke neus met strafcke, sterk
gebogen vleugels, twee vegen van rossig haar
boven de lippen1 en de steenraode gdaattskleur
van een ouden zeerdt. Wispelkunig van hu
meur, nu eens opvliegend, dan weer kalmee-
rend, had hij oogenblikken van toomelooze
drift, waarvoor hij heel handig vergeving
wist te vinden. Vleierig tegen zijn zustera of
zijn vrouw vooikomend en gedienstig jegens
de mannen, zag xnen hem nooit vertegen.
Hij had de roep van een man die voor alles
te gebruiken is en geen vrees kent
Overal wend Pierre bijgelhaa'ld, hetzij op
de hoeve of op een van die naibuiige hofste-
den als er een kar sn de modder was geraakt
de hemefl weet hoe diep de wagensporen
in den winter waren of om de hoogste tak-
ken van de olmen te kappen, of het riet te her-
stellen, d'at door den storm was losgescheurd
of om een jong onhandelbaar dier aan te
spannen. Evenzoo ging het op zee als de
stroom bijna zoo snel was als de wind of de
ingang van de haven verborgen^ door de mist,
zoodra de mannen van de boot wisten dat
Pierre Qu^veme aan het roer zait, waren zij
gerust.
Er was een fotografie waarop hij naast
zijn vader s.tond, met zijn broer den priester
en zijn 'broer den zeeman. Hij was een hoofd
tleiner dan de anderen maar geen van hen
zou met hem kunnen vedrten.
In het diepst van deze hartstoditelijke ziel
leefde hat gevoel van eer een helder oordeel
om goed en kwaad van elkaar te onderechei-
den, een geloof, dat weinig aangekrweekt was,
maar heilig, vast en tot opofferen gezind:
een groote sdhat die hij van de oude vaderen
en moedera van Bretagne had overgehouden.
Hij sprak niet over deze dingen. hij veretond
so, wset maer vaand was an hij was vramer
dan zijn vrouw.
Marie hdioorde niet tot zulk een goed ras
Zij had niet deszelfide lessen gekregen. Het
ontbrak Ijaar niet aan veratand, -evenmin aan
hart, ook niet aan gevoel voor orde, nodi aan
oordeel over zaiken, nodh aan den wensch om
geachi te zijn die niet zonder gdukkiga ge-
valgen Mi®. Maar mm had haar niet opge-
voed Zij kende geen dwang geen regel, melt
het doel van het leven en iuS gdhik van ande
ren. Zij had zichzelf lid boven alles en dat
bedierf wat er goeds in haar was. Men kon
niet zeggen dat zij in het dorp Fouesnant of
op de uofstoden vriendinnen had. Zij had
vtleistera gehad, kameraadjes, voor helt mee-
rended getrouwd' en veraf of in de buurt ge-
vesltigd, gebondm door nieuwe pliditen en
van haar vervreemd maar die niet hadden
opgehouden met telkens weer des Zondags te
gen Marie, toen zij nog in den gToeitijd was
:e zeggen„Wart heb je toch een mooi mi
Marie! Wat modi bllond haar! Hoe handig
run je het opmaken. Wat em mooi gouden
cruisje! En wait ben je toch em mooi meisjel"
Zij vleiden haar om met haar samm ge-
zfen te worden om met haar uit de kerk te
gaan met zijn drieen of vieren gearimd,
risch, in de puntjes gekleed? getooid met hun
witfte Vleugds en linfm die in dm wind wap-
lerden, door iedereen gegroet met em glim-
ach waarin em soort van danMietuiging lag,
omdat zij zoo jong waren en bovendien lands-
vrouwen. Toch was zij niet mooi. Dat zou te
veel gezegd zijn. Zij had em slanke, buigza-
nie gesJtalte, waar zij zeer trotsch op was, em
mnemende bevalligheid em blanke. fijnge-
vormde halis, dim de rond uitgesneden kraag
geheel vrii liet, em klein gezicfatje met bewe-
gdijke trekken, waarop alle gemoedfebewegin-
gen van een hoogharnge m gaarne spotach-
uge natuur te lezdn warm. Maar de groene
oogen warm niet regelmatig. Doorachijnend
weliswaar en levendig en in staat om hem of
haar die zij had' uitgekozen te betooveren,
stondm zij wat to dlcht hij dkaor, hetgeen
maakte, dat zij een beeitje scheed xag, zoodat
men zidh afvroeg, wanneer men haar aan-
keek, met welk van haar heide oogen men in
gesprek waa.
legem de maand April acbeepte Pierre zich
in, deels om geld te verdieaen maar ook om
dat de verandexing hem bevid. Nu eens Sar-
dimevisscher, dan weer tonijnenviasdher of
sleeper met schrabmet al maar gelang van het
jaargetijdie, beoefemde hij alle beroepan op
zee. Alle booten trokkem hem aan mite zij on
der goed commando stondea en goede zeilers
waxen. Mem vertrok van Goncarneau of uit
de haven van Benodet of van de kreek van la
Forelt, nu eens inwestelijke, dan weer inzuide-
lijke richtiag met de eenigszins verapreidde
visschersvloot en wierp het sdhrohnet uit, op
den zandigen toodem of de drijfnetten om de
sardine te vangenv of den hengel met het aas
bestaande uit den baard van masairem, dat
de tonijnen volgen en waamaar zij in hun
vaart happen. Men wist des morgens niet
waar men des avonds zou slapem. Dikwijls
was het op zee onder de neergehaalde zeilen.
Soma ook in havens of kleine sdiuilplaatsen
aan de kust, die men tradh'tte te bereiken.
Men nam een rusttijd van eenige uren te
Douamenez in le Pouldu, to de kleine haven
van het eilamd d'Yeu, omringd van vischdro-
gerijen, te Croix de Vie in de zanderijen van
Olonne of tussdhen de klippen van den G le-
nans, waar alle nadhten zooveel booten aan-
leggen, waar het diep geraas van de zee tegen
de rotaan in geen enM jaargetiide zwijgt, en
waar zooveel steenen, zooveel stroomen, zoo
veel gevaarlijke doorgangen zijn en zooveel
rotevisscfaen zijn, diat de visschers onder el
kaar zeggen: „wie les Glenans kent, die kent
de geheele zee." Bij Croix de Vie bleef men
dikwijls liggen zonder de haven binnen te
gaan, beveiligd door de Roche de Pilours.
Men waa daar met tien, twintig, dertig vis-
schersbooten voor een korten tijd bijeen. Voor
minder tijd dan de nacht zou duren.
De beide uiterste booten die hat maest aan
de binnenxijdie waren staken een vuurtje aan
en alles sliep. Pierre hield bijzonder veel van
deze aanlegplahte als hij aan wal kon gaan
om een oud moedertje te (bezoeken, dat korte
rokken droeg en houten schoenen. Zij was een
rijkgeworden visschervrauw. een verre ver-
wante van hem, die hem narteliik ontving
lem brandewija schonk en om alles labhte
wat hij zeide.
Hij kon niet altijd goed overweg met.de
zedui en dat was met te verwondAren. Zoo
veel soorten van booten, zooveel soorten van
visschers. Er waren des zomers booten op
zee, die niets op elkaar gelekenGroote tonii-
nenbooten met een 'brag, in staat om tot die
groef van Gascogne te varen, booten als sloe-
pen opgetuigd, andere met gelijke masten
zooals die van Concameau, booten die vier-
kant en andere die rond van adhteren waren
en andere, die aan de beide einden puntig uit-
liepen, zooals die soliede vaartuigen van de
rivier de Vannes, gemaakt om in een stedken
stroom te varen en andere, heel teer als de
zeerooverasdbuiten, uit de rivier d'Auray, die
men met den wrikriem besturen kan. De vorfn
en de kleur van de zeilen verschilt niet min
der. Wat het humeur van het scheepsvolk be
treft, het wisselt af met de weeragesteldheid,
met den uitslag van de visdhvangst en het
ling samen met de afkomst van de mannen.
Bretagnere uif Comouaile, Bretagnere van
Vannetails, menschen van de Loize, uit de
Vendue en van de eilanden. Erheerschte niet
altijd overeenstemming tusschen de visschers
uit verschillende dorpen en dikwijls was er
veel naijver. Als de sardinevangst bijv. over-
vfloedig was, dan gebeuide het wel dat de
visschers uit de Vendue aan die van Bretagne
of wederkeerig het rednt weigerden van uit te
laden en de visch te verkoopen. „Keert naar
mis terag P' zeiden zij Meer dan eens was er
op de kaaen of voor de herbergen of aan de
tafelis in de bedwelming door de brandewijn,
door mannen gevochten.
I
•i
Amgterdamsche kantoorbedienden
op de heide eene vereeniging met
groote plannen. De nleuwste aan*
wlnsten van de Amgterdamsche Koop*
vaardyvloot.
De vorige week ben ik, met verschillende
andere college's, de gast geweest van de Am»
sterdamsche Maatschappij voor Jongemannen.
Die exploiteert op de heide bij Ermelo (op de
Veluwe) een kamp of heidedorp, in eigendom
toebehoorende aan de Ncderlandsche Ma at*
schappij voor Baitenverblijven ten behoeve
van jonge mannen en jongens. Het doel van de
maatschappij van beide maatschappijen is
allerlei jongelieden, onverschillig hun maat*
schappelijken welstand of godsdienstige over*
tuiging, naar buiten te sturen. Voorai onze
kantoorbedienden, een categorie die te vaak
vergeten wordt, komen hiervoor in aanmer<
king. Vandaar d.at bet benoodigde kapitaal
werd bijeengebracht door vooraanstaande
mannen uit de handelswereld; en vandaar ook
dat ik in den titel sprak van: Aonsterdamsche
kantoorbedienden op de heide.
In hun gewone doen zijn die Amsterdam*
sche kantoorbedienden beele heertjesl Ga
maar eens kijken op een van onze groote kan*
toren: een bank, een scbeepvaartmaatschappij
of anderszins. Bczoek maar eens de Beurs: de
Effectenbeurs en de Koopmansbeurs, of wan*
del omstreeks beurstijd maar eens In de Kal*
verstraat. Dan zult gij zien dat zij evengoed als
hunne patroons Weten wat mode is en wat
niet. Een Amsterdamsch kantoorbediende is
gewoonlijk „tir6 k quatre dpingles". Maar hier
in het kamp op het hei«dorp is bij een soort
van cow*boy, in een phantastisch sportcostuum
en met een Wild*West zakdoek om den hals.
Ook de „president»directeur" van de Maat*
schappij, de heer N. Padt, die hier in het kamp
de lakens uitdeelt, islang niet zoo deftig
als zijn titel zou doen vermoeden. Het is een
jonge, sportieve kerel, in een soort van Engel*
schen soldaten*uniform gekleed. Hij was het
die ons rondleidde, die ons alle barakken liet
zien: de leeszaal en de biljartkamer; de wasch*
plaats (in de open lucht) en de apotheek; de
slaapbarakken en den watertoren; de socie*
teit, de eetzaal, de keuken en de bjjkeuken.
Hij legde ons ook uit wat het doel van het
kamp is. Dat doel is niet alleen den jongelui
gelegcnheid te geven hun vacantie aangenaam
door te brengen, maar tevens invloed uit te
oefenen op hun geestesleven. Wij willen, zeide
de heer Padt, zedelijken cn godsdienstigen in*
yloed op hen oefenen. Maar daamaast wordt
het sportieve karakter sterk op den voorgrond
gesteld.
's Avonds worden geregeld in de societeit
toespraken gehouden over een godsdienstig
onderwerp. Niemand is echter verplicht daar
te verschijnen. En 'sZondags is er godsdienst*
oefening, waarvan het bijwonen echter ook
niet verplichtend is. Maar overigens is de ge»
heele dag, de geheele week, aan sport gewjjd.
Men beoefent in het kamp: voetbal, cricket,
hockey, slingerbal cnz. 's Avonds is er geregeld
muziekuitvoering eenige leiders spelen een
iastra»Mt, «a mabts Is »r mm la 4* week
eene nachtelljke expeditie, waarop de jonguten
zoowel als de oudsten „dol" zijn. De manage
is zeer eenvoudig gehouden, maar goed. Daar*
vsn hebben wij ons Vmiddags aan tafel kun*
nen overtuigen. En ook bleek ons toen dat er
een 'vroolijke en ongedwongen geest In het
kamp heerscht Tijdens den maaltijd werd er
op het podium een komlsche terechtzitting ge«
houden. En zoo is er elken dag wat anders
Den dag te voren had men den dokter in
ieder kamp is een dokter aanwezig den
schedel gelichtl
Ook n4 het kamp wordt het contact met de
jongelui levendig gehouden. Dezen winter zal
er te Amsterdam een (voorloopig) clubhuis
worden ingericht, in afwachting van het groote
gebouw dat zal worden ingericht En te Laren
wordt met September een week»end huis go*
opend.
Nog vergat ik te zeggen, dat de vergoeding
die de jongelui voor hunne verpleging in het
kamp betalen niet groot is. Zij bedraagt niet
meer dan den kostenden prijs; pLm. 18 per
week.
Ten slotte vemamen wij ook lets omtrent de
groote plannen die de Maatschappij nog beeft
de stichting van een groot centraal gebouw te
Amsterdam (naar Engelsch eni Amerikaansch
model), waar de jongelui hun »djen tijd (rwn-
nen doorbrengen, en gelegenheid hebben voor
studie en ontspanning van allerlei aard. Verle*
den jaar is o.a. de steun verwofven ran de
heeren C. J. K. van Aalst president van de
Nederlandsche Handel*Maatschappij en Paul
den Tex, directeur van de Kon. Ned. Stoom«
bootmaatschappij, beiden te Amsterdam. Met
hun steun is eene campagne begonnen, be*
oogend het bijeenbrengen k fonds perdu van
millioen gulden, en, met inbegrip van by*
potheken, leeningen enz. nogmaals anderhalf
millioen. Van dat geld zal het gebouw worden
opgetrokken. Voor het meubilair zal later een
beroep op het publiek worden gedaan. Op het
oogenblik is ruim de helft van het voor den
bouw benoodigde kapitaal reeds gevonden.
Waarschijnlijk zal in een ander deel van de
stad, in een der bultenwljken, een hospitum
worden gebouwd. Het centrals gebouw komt
in het centrum der stad. Er worden met de Ge*
meente onderhandelingen gevoerd over 't ter*
rein aan de Vijzelstraa t,tusschen de Reguliers*
dwarsstraat en de Heereng^acht, waarop nu de
(tijdelijke), gemeentelijke winkel staat.
Zooals gezegd zijn dit niet alleen wenschen,
maar plannen die welhaast verwezenlijkt wor*
den. De Ned. Handel'Maatschappij schonk
daarvoor 250.000; evenals de Stoomboot*
Maatschappij „Nederland"; de Kon. Ned.
Stoombootmaatschappij droeg een ton gouds
bij; voorts stelden verschillende particuliere
firma's bedragen van 25.000 tot 50.000 be*
schikbaar. Het zijn inderdaad cijfers die spre*
ken en die wel toonen hoeveel sympathie er bij
gezaghebbende mannen en kapitaalkrachtige
ondernemingen voor het grootsche plan der A.
M. V. J. bestaat
Nog een tweede pers*bezoek heeft In den
afgeloopen week plaats gehad. Wij zijn name*
Ujk in de gelegenheid gesteld de twee nieuwste
aanwinsten van de Amsterdamsche koopvaar*
dijvloot te bezichtigen. Dat zijn de „Johan de
Witt" van de Stoomvaart*maatschappij „Ne«
derland" en de ..Brabantia" van den Kon. Hoi*
landscben Lloyd. De laatste is, zooals men
weet, een zusterschip van de „Limburgia"
waaromtrent ik eene beschrijving gaf in mijn
7den brief. Alleen is zij nog grootscher van op*
zet. Vier luxe*hutten zijn bijv. elk in eigen stijl
ingericht De mooiste lijkt ons de Empire«hut.
De groote eetzaal is uitgevoerd in stijl Louis
XVI. Men waant er zich in een der salons van
het „chique" caf6>restaurant „Trianon" op het
Leidscheplein, onder Hirsch. Dan is er een
Queen Anne»leeszaal, een fantasie*Engelsch
Damessalon, een oud*Duitsche rooksalon, een
eetkamer voor de kinderen, een winkel (waar*
in allerlei zilverwerk en speelgoed te koop is,
een ruim kapsalon, een licbtbadinnchting een
groot zwembad, een fraaie turnzaal en eene
bloemkweekerij. Voorts eene drukkerij die de
Marconikrant uitgeeft. Bijzondere zorg is ook
gewijd aan het logieft der officieren. In hetrge*
heel biedt het schip ruimtc voor 300 eerste*
klasse passagiers, 200 tweede klasse en
900 tusschendekspassagiers. Een staf van niet
minder dan 180 stewards zorgt voor de bedie*
ning, en de beweegkracht van het schip wordt
verzorgd door 25 machinisten! Een en onder is
op zichzelf al in staat een denkbeeld te geven
van de groote afmetingen van dit nieuwe schip,
dat 188' Meter lang is en 22 Meter breed,
en een brutoinhoud heeft van 19.653 reg. tons.
Et«b«1s da .J-tmbUrgia" wu de .^rabaatia"
I oorspronkelijk basteind voor de Hamburg*
Amerikalljn. Zij U dua werk van een Duitsche
werf, en werk dat gezlen mag wordenl Zij
overtreft ook in afmetingen de ,Johan de
Witt" van de „Nederknd", die ik in de tweede
plaata noemde. Maar niet als kunatwerk! Men
kent de prachtige inrichting van dc mailbooten
van de ..Nederland", die aan de Maatschappij
den eere«naam van de Yachting Line" heeft
bezorgd. Maar dit schip is toch weer moqier
dan een van zijn voorgangers. Het ontwerp
voor de inrichting is weer gemaakt door den
bekenden sierkunstenaar Lion Cachet, die ge*
regeld voor de Stoomvaart»MaatschappiJ „Ne<
derland" werkt, en die al aan menig kunst*
werk op dit gebied het aanzijn heeft gegeven.
Als altijd hiift hij weer tot uitgangspunt
genomen den naam van het schip. Hij heeft
voor zijn geestesoog zien verrijzen de vaak
miskende figuur van den grooten raadpensi*
onaris en plaatste die in het kader van zijn
tijd. Ik sprak daar van den raadpensionarie. In
dit verband is het echter beter Jan de Witt te
herdenken *la de reorganiistor ven de t
landsche zeemaeht Z"a b<*"-*b.««!d b cen^mer
naar de buste ws VerVa'eft l» hst
RijkssMuietim, er- Ceeko? Vecft
door de zc-h*ld"<~ dte ic "3 tends dlecrt het le«
ven lieten: M'chiel Adriaansz de Ruytc Hacr*
ten Harpertsz Tromp, Jen van Galen, Johan en
Comelis Evertsen, enz. Ven M. H. Tromp
vindt men daarbij dit woord: „Om voor mijn
lieve vaderlandt te leven en te sterven"; van
de Ruyter: „Mijn leven is niets; het is ten
dienste van het lieve vaderlandt, maar ick sou
wel soo lanck wenschen te leven, dat ick het*
selve mogt hersteld sien en daar het mijne aan
toedoen." Ook de mannen die op ander isrrein
luister verleenden aan land en volk worden
herdacht. Men vindt de p-ortretten van Rem*
brandt en Vondel, Spinoza en Leeuwenhoek,
maar ook van stadhouder Willem II en den
koning*stadhouder Willem III. En als bewijis
dat Cachet de geschiedenis objectief beschouwt
'zij gemeld dat Johan de Witt's groote buiten*
landsche tegenstanders, zooals Olivier Crom*
well en Jean Baptiste Colbert, evenmin verge*
ten zijn.
Tenslotte plaatste Cachet de ultsp'raak van
den Engelschen geschiedschrijver Hume in
dezelfde zaal waarin het groote borstbeeld ven
de Witt prijkti Die ultspraak lujdt:
,kAU successes of the English were chiefly
owing to the superior size of their vessels, an
adrantage whichall the skill and bravery of the
Dutch admirals could not compensate." Wat
wil zeggen: „Alle successen van de Engelschen
waren hoofdzakelijk te danken aan de groote
afmetingen van hunne ochspen, sen voordeel
dat alle bekwaamheid en dapperheid van de
Hollandsche admiralen niet kon te niet doen."
Ziehier de hoofdgedachte weergegeven die
bij de versiering van de Johan de Witt heeft
voorgezeten. Ik zou nog vele andere bijzonder*
heden kunnen nocmen. Zoo hangt in de le kl.
eetzaal, boven het ebbenhouten buffet, een wit
porceleinen relief, afgietsel van het beeldhouw*
werk op Van Galens graf in de Nieuwe Kerk
(de zeeslag bij Livorno op 14 Moart 1653 voor*
stellend). In den muzieksalon werd voorts een
gobelin aangebracht in do kleiiren der natio*
nale vlag, waarin geweven de handteekeningen
van de admiraals die om Johan de Witt ge*
groepeerd zijn. En een ander wandtapijt in den*
zelfden salon stelt den beslissenden slag voor,
door M. H. Tromp geleverd tegen de Duinker*
ker kapers en de stoutmoedige actie van den
Amsterdamschen kapitein de Haar.
Maar ik moet hiermede volstaan. Samenvat*
tend kan gezegd worden dat op de ..Johan de
Witt' door Lion Cachet en den beeldhouwer
ZijL, die de borstbeelden van de groote tijdge*
nooten boetseerde, de glorietijd van onze zee*
macht in herinnering is gebracht, en daarmede
tegelijk het tijdperk van Johan1 de Witt, staan*
de in het teeken van de spreuk: „Pugua Pro
Patria" (Strijd voor het Vaderland).
Zooals gezegd, munt de Johan de Witt" niet
uit door hare groote afmetingen. Bijzondere
omstandigheden waren oorzaak dat zij nog
kleiner is ..uitgpvallen" dan oorspronkelijk In
de bedoeling heeft gelegen In de toekomst zal
de „Nederland" echter nieuwe booten laten
bouwen die zelfs het grootste schip van de
Maatschappij, de „Jan Pieteraz. Coen", in den
schaduw zullen stellen. En eindeiijk mag wel
even met trots vermeld worden dat de „Johan
de Witt" gebouwd is door een Nederlandsche
werf: de Nederlandsche Scheep4bouw»Maat»
schappij. Dat is een feit, nu eens niet uit het
verleden maar uit het heden, waarop wij fier
mogen zijn.
WAGENAAR Jr.
No. 0.
Wmnw een taameder niet Sin staat k, ww-
kelijk niet in stoat ia, seilvw haar Uhdje to
roeden, moet m tot kunstTnati&e voedibg
ovetrgaan. Hiertoe sal taj. gdijk voor de hand
ligt, het voedeel kieseoo, dat met heC natour-
lijke de meeate ovetroenetemming vertoont:
andere melik, en omdat dene van moor
diereoort in otvervloedi te vexOtrijgen ia, sail
ddt wel altijd zijn koemelk. De aUenmeeate
moedera zien, wamneer zij koemelk gaan head-
gen voor kindervoedsel, geheel over het
hoofd, dat koemelk, wat esmenstelUing en be
doeling betreft, iete geheel andere ia dan moe-
dermelk. Kjoemelk ia wel het iideale voedaad
voor hot kalf, maar volatrekt niet yooj het
menachenkind. Daarom moet voor heel j jnge
Ikindertjes de koemelk vain saimeoatetlllitug
worden ver&nderdj door verdunnjng en b3J-
voeging van andere atvffc^ moet zij voor den
kleinen menach wordlen geachikt gemaakt-
Over de melkvoo rxienang to in de laatste
jarea nog el wet gesproken.' en geaehreveu
Men anWk^ld^ n»« fcekcrten, meu mop«e^«
over de prjjr-n, men klae-gt over die hoeda-
nilgheid ven water, gedrelt-l:Jve
ontrcomin-), jssbos tooh.* ck> ectkt vr v.te
boznat, die de vensohillende belonghehhendsn
gelijkeliik ibavredngen aal. Dat er inderdaad
nqg goweldig ved gedlaan moet worden, om
de mellkvoorzieninig in one land aan zeer fce-
acheidaa eiechea te laten voldoen, ia overtui-
gend aangetoond door Prof. Kroon van de
Veeartseniij kundige Hloogeschool te Utrecht,
een man van gezag dua. Veel van wat hij
echrijft, moet aan ieder tekend zijn: aan de
melkvarbruikers, opdat zij weten, wat de
melk is, die zij ale voedsel namen voor zich an
hunne zuigelingen; aan die melkslijters, op
dat zij weten, van wie zij hunne mdlk moeten
be trekken, aan1 de melkboeren, oipdat zij maat-
regelen nemen tot beperking van de varvuir
ling der melk I
Uit hetgeen Prof. Kroon over „de hygiene
der melkproductie" heeft geachieven,
neem ik, ten bate van het aigemean, stukken
„Ziakten van de dieoneo kunnen door die
mdlk, zooals die uit den uier van de koe komt,
melk, zooals die uit het uier van de koe komt,
kan een ametetof bev&tten. Ik moot hier
vooreerst noemen de tuberoulcae, die in var-
echillende deelen van ons land voalvuldig bij
runderen vcoikomt en ook meermalen de
wars aantast, zoodat de melk dan tuberkal-
baciillen bevatf. Eh, dan wijat die echrijver «r
op, dat de tuberouloae op kinderlijken leaf tijd
dikwijla wordt teweeg gebracht door runder-
tuberkelb&ciMenl die hoogtstwaarachijnJ ijk
worden aangevoerd door melk van tuberou-
leuse koeien.
„Van veel meer beteekento to het geraar
van melk van aan uierxiekten -lijdende dio-
ren. Ia het lijden eeniigezins uitgebreid, dan
ia de melk verandard van eamenstelling en
ook van ulterlijk, zoodat afwijking gomakke-
lojik waar te nemen ia; zulke afwijlcmgen wor
den echter wel over het hoofd1 garden en er
zijn tail van liohta gervallan, dat het uiterlijk
der melk weinig veranderd is. Die uierziekte
worden veroorzaakt door allerlei ontetaking
en ettering verwekkende bacterien, die dan in
de melk voodkomen. In yerachillende geval-
ien bevat de melk, zoolaa zij uit den uier
komt due, reads ziaktevarwdkkenda baoteriSn.
In de meeste gevaUea komt de melk echter
vrij van ziektekienilen uit den uier, doch heeft
de beemettimg plaats in den stab ommiddaH-
lfjk na het verlaten der spenen.
Etr zijn nog meer gevallen van beamatting
der meik te noemen, doch ik wil mij tot de
genoomde bepalen, omdat daaronder toch de
voornaamato zijn, die in de praktijk een rol
spelen.
In melk kunnen dua ziektevarwekkende
bacterien voorkoman, voorai eulka, die ziak-
ten bij zuigelingen kunnen doen ontataan.
Hoe komen nu de ongewenschte bestanduee-
le in de melk I Vooreerst kunnen zij al in de
melk aanwezig zijn, als deze afkonwtig ia
van zdeke koeien, voorai lijdende aan uier-
tuberculose, mondh en klauwzeer of vormen
van uierontsteking. Acute of ohronieche. Een
nauwkeurig toezicht ia hier noodig eih in
boofdzaak kan dit gehouden worden door den
Voordracht, gehouden in de algemeene
ledenvergadecrxng van den Hederlandschen
Bond tot ibeacherming van euigeliingen, 88
Februari 1090.
Secretarto van den Bond is Dr. J. H. G.
Oarwtena te Utreaht
«ig*naar, dia eorgm, kam, dat jnaSIs vsw siake
diaren en vuoral uit de zieke uiera ea lier-
kwartiereu niet gevoegd wordt bij de voor
oonsumptie bestemde melk. Vexregaande zor-
gelooshedd bij: het meUcpereomeel to dikwijls
oorxaak, dat men van voorkoinende afwijkin-
gen geen nothtie neemt en het product der
sdeke uiera of kwaxtderen, eenvoudig in den
meQkemmer melkt. De ocxntrole van den boar
to bier meestal onvoldoemdo, misplaatste rui-
nigheid to hier in het spal, terwijl ook de dlon-
tere et alien een over het hoofd saen boo licht
mogaliijk maJken. Dat to deze veel gesondigd
wordt, ibewijdeu de oudaraoekingeni van ver
schillende gezoudhei-dediensten, in groote ste-
den. "Wij vinden herhaal<Mijk meegedeeld, dat
ertter in die melk wordt aangetroffen en an
dere productem, die er op wijren, dat zij van
i&ake uiera aflkomstig to. Eir moet due ge-
eorgd worden voor geaonde dier en.
In de meeste gevallen echter heeft de ver-
otnreiniging der mellk plaats na het verlaten
van den user en wel in den stal. Laten wij
daarvoor een kijkja nemen in de productie-
plaateen der rwelk in de melkv^estaillea. Ik
kan f tdect, die een fewhcht itdl hebben in de
kanen. die er bectaan, datl melk op een andere
wij'ze met EieVte-kiemen ibesmet wordt,
den raad geven oene hilar en daar in de rund-
veastallein te gaan idjken Zaker ben ik er
dan van, dat hij eal begirijpaa, dat d'aar voorai
de echoen wring*. Melikkoeden ataan maanden
achtereeu op stal, dikwijla van November tot
Mei, zij produceeren een groote hoeveelheid
vioeibare faecalien, die licht aaniMding geven
tot vervuiiling., De stal to in ebmanlge streken
zelfs de plaats der sneetproductie, zoodat de
dieren eteeds op meat stec-u Niu rijn mear-
malen1 do etallen eleohf in**ericht, te klein,
veel te dionker, veel te laag, rfecht. geventi-
leerd, terwijl aan afvoer van faecalien en
urine weinig zorg wordt besteed. Daarbij
wordt bij de voeding an het etoooien veel stof
in de stal gebracht en wordt nan redndging
der dieren weinig of niet gedaan.
In sLg.n. potstalleu, soo als wij die in die
oostolijke provincien veel aantreffen, waar die
koeien op de mast wtaun, sija de toestanden
het ergst, doch ook in streken waar men etal
len heeft, zooals in Friesland en NOord-Holr
land, of waar men de beeta etaSinrichtdng
heeft, zooals bijv. ia Zuid-Hollar H of Utrecht
(de groepstal), rijn de dieren vealal vail,
zoodat de daar gewounen .molk vrij- veel srtof-
delen en droge mesteehilfera bevat. Ale wij
nu bedenken, dat de uiera en spenen vaak
vuil zijn, en de mefiker of melkater met het
liohaam, voorai met het hooi'dl tegen het- dier
leunt, juiat boven den emmer, to licht te be-
grijpen, dat veer veel melk verontreinigd! to.
Laat men zulke melk, ommdldeiEijk van den
veehouder, in een hoog glaa ataan, dan vindt
men na een paar uur een berinkael op den
bod am, dat aan koemeet herinnert. Spottend,
doch niet geheel onjutot, to gozegd1: de koe
melk to bijna steeds een meer of minder ver-
dunde koemestcplossin-gmen gdet de melk
na "het meLken door een melkzeef of doek,
doch men begrijpt, dat de lauwwarme melk
met fcracht op de zeef gegoten, een groot go-
deelte der dtroge meat woekt en meeepoelt in
die melk.
Ik zal op dit onemakelijk onderwerp niet
nadar ingaan, doch wal er goed op wijzen, dat
voldoende bagrip van reiuhelid bij veehouder*
in den regel niet aanwezig to. De spreek-
woordelijke Hollandsche zindelijhheid to in de
stallen en veruorgimg dor dieren in den regal
verrd te eoeken. Er zijn natuurlijk veebou-
dars, die goed ingericht© an goed onderhou-
den staflen hebben, waar het vee goed wordt
errpleogd en de noodige eindeiijkhed'd wordt
in acht genomen, doch dit aantal is in vele
streken goring. Te reel zijn er slechte, eleeht
ingericht©, vuile stallen, waar de toestand
z66 is, dat van een goede peine melkwinndng
geen apreke kan eiju Ala men dan nog be-
denJkt, dat de ongereinigde hand1 van melker
of melkstar, die het eene oogenblik de meet-
vork hanteert, een andler oogenblik de melk
uit de tapels haaltt, d'at het hier en daar de
gewoonte to om met die hand af en toe in
de melk te doopen om deze glad te maken,
dat sommigen zich niet ontrien af en toe in
de handen te spuwen, dlan laat het zich den-
ken, hoe het toegaat op de producbieplaatsen
der melik, waar sloehte toestamden best a an.
Terecht is dikwijls gezegd: hoe to het moge-
lijk, dat waar zooveel voor de hygieno van
den mensch wordt gedaan, zulke oertoestan-
<ton blljven voortbestaan in coo vele produo-
tiieplaatsen der melk. Hier valt een Augiae-
stal te reindgen I Ein die moet gereinigd wor
den in hef.belang van de gezondheid van den
fWcrdt veavolgd.)
I
I
■y Ui*