Alkmaarsche Courant Parijsche Causerieen. In eer hersteld. Landbouw Gemengd Nieuws Honderd Een an Twintigsta Jaargang. Maandag 20 September. FEUILLETON. zal blijken, diat de Franache belastingbetaler tweemaal zoo zwaar belast is, ala de Duit- sdae, omdat tot nu toe de Franachman de kosten botaalt van bet herstel van bet door de Diutschem verwoette Franache gebied. Mis- achien wordt dan ook de neutrale wereld ovar- tuigt van de redelijkheid van FrankrijlFa vor- dering op Duitschland. Het Fransche Gouvernement is vindingrijk genoeg op't gebied van belastmgen. Hebt ge ooit gehoord van belasting op het bachelor- schop? Hier wordt het ongetrouwd zijn ge- straft met een jaarlijkscbe boete van 10 pet. van het in'komen. Deze beating zou zeer ra tioned zijn, wanneer ieder geval op zichzelf beoordeeld zou worden; er zijn hier van die, koppige vrijgezellen, die hun „vrije" leventje" alleen verkoopen willen voor een „dot" een flinke bruidsschat, maar er zijn er zoovelen, die een meisje zonder geld zouden willen trouwen, wanneer ze haar maar onderhoudea konden in dezen wanhopigen duren tijd. Arme jongens, die nog 10 pet. van hun in komen moeten aistaan, arme meisjes, die op haar dertigste jaar ook in de belasting op het ongehuwd-zijn vervallenEr zijn in Frankrijk 2 millioen vrouwen „te veel", twee millioen alvast zijn dus onschuldige slachtoffers van de impfit des celiiataires. Ze hadden nog ge- hoopt op het veto van den senaat, maar zelfs deze galante heeren vergaten hun Fransdie ridderlijkheid. De Fransche ge'dkist moet dan toch wel hedl leeg zijn! Maar waar het groote gebrek aan is? dat zijn klnderen, die krachtigc jonge menschen worden en die Frankrijk sterk en groot moeten houden. Die onvruehtbaarheid is een nog grootere ramp voor Frankrijk, dan de heele vemietigende oorlog en of daartegen een belasting op het celibaat helpt? IRENE. SERUM TEGEN MONO- EN KLAUWZEER. De heer Hoefnagel schrijit in de Vee- en Vleeschhandel. Het schijnt geluJddg ernst te worden met de bereiding van het serum tegea mond- en klauwzeer, zoodat wellicht in de toekomst dit serum in eenigermate voldoendie hoeveelheid te verkrijgen zal zijn. Van den heer Directeur der Rijksseruminrichting te Rotterdam heb ik n.l. een schrijven ontvangen, waarin werd ver- zocht om de tongen der runderen, iijdende aan mood- en klauwzeer, wanneer deze run- deren op het abattoir albier werden geslacht, op te zenden aan de Rijksseruminrichting, zoodra zich op deze tongen nog gesloten of reeds geopende blaren bevmden. Deze tongen mogen evenwel niet afkomstig zijn van runde- ren, welke toevallig gelijkertijd aan open tu berculosa Iijdende zijn Uit dit schrijven^ hetwelk natuurliik ook gelijktijdig is verzonden aan andere anattoir- oirecteuren, benevens wellicht ook aan vele practiseerende veeartsen, merk ik op, dat de Regeering zoo mogelijk een voldoende hoe veelheid serum beschikbaar wil stellen. Het ..Tijdschrift voor diergeneeskunde" van 15 Aug. j.l. behelst een tweetal artikelen over de serumbehandeling bij mond- en klauwzeer, waaraan ik bet volgende ontleen, hetwelk zeer zeker wel in ruimen kring be kend mag worden gemaakt. De heer K. R. Kuipers, practiseerend vee- arts te Alfen a. d. Rijn, was de eerste deskun- dige, die reeds in 1919 in genoemd tijdschrift het een en ander mededeeide omtnent de re- sultaten, door hem verkregen met het inspui- ten van serum bij tongblaar. Het gevolg van deze mededeeling was al heel spoedig, dat tal van veeartsen den heer Kuipers om raad vroe- gen en zijn behandelingsmethode spoedig op- volgden. Dit is mijns inziens een verdienste van den heer Kuipers, welke niet gering is te schatten. Reeds in 1919 kwam Kuipers tot de con- clusie, dat jongvee door voldoende serum inspuiting afdoende kon worden beschut, ter- wijl verdCT met behulp der seruminspuiting de ziekte gedwongen kan worden een goedaardig verloop te nemen. Hij gebruikte steeds serum van herstellende of pas herstelde dieren, ter- wijl gelijktijdig met de toediening van het serum aan de met serum ingespoten runderen of kalveren nog tegelijk 5 tot 10 gram bloed van een ziek dier, hetwelk mond- en klauwzeer had; werd toegeaiend. Nooit werd serum ge- bruikt van runderen, welke reeds weken her- steld waren, omdat Kuipers zeer goed be- greep, dat een dergelijk serum absoluut geen beschuttende werking meer bezat. Nooit ont- stonden na de inspuiting abcessen, omdat steeds werd getracht zoo zuiver mogelijk te werken en de spuit zorgvuldig werd gereinigd De grootste moeilijkheid is steeds hierin gelegen, dat het zeer bezwaarlijk g&ut ea voldoende hoeveelheid serum te verkrijgen. Daarom trachtte Kuipers om direct bloed van het herstelda rund over te breogen op het an dere dier, maar dit viel in de practijk diet made. Worden de aeniminspuitingen om de 8 dagen herhaald, dan is de kans zeer groot, dat de ziekte in den koppel niet tot uitwerldng komt. Pas aangekochte dieren, gebracht in een herstellenden veekoppel, kregen nooit mond- en klauwzeer, als Kuipers deze dieren vooraf inspoot en de inspuiting twee malen herhaalde. Zoowel bij jongeve als bij groot vee werkt de seruminspuiting met goed ge volg, als men maar vo'doende hoeveelheid serum inspuit. In het artikel wijst Kuipers er ten slotte nog op, dat er toch edndelijk wel eens opnieuw begonnen mag worden om het mond- en klauwzeer met kracht te bestrijden. In hetzelfde tijdschrift heeft de dierenarts Beijers, werkzaam aan de Veeartsenijkundige Hoogeschool te Utrecht, zijne resultaten mo de van de inenting van kalveren en biggen te- gen het mond- en klauwzeer. Totaal werden aoor hem 505 kalveren en 71 biggen inge spoten, waarvan later aan tongblaar 26 kal veren en 20 biggen zijn gestorven. Voor de kalveren beteekent dit een sterfte van ongeveer 5 pet., een percentage, dat zeer zeker tot tevredenheid stemt. als men weet, dat de kalverensterfte op vele boerderiien 60 tot 80 pet. bedroeg. De kalveren werden ge- ent, zoodra het eerste geval van tongblaar zich op het erf voordeed. Kwam het eerste ge val onder de kalveren zelf voor, hetwelk bij uitzondering geschiedde, dan was het resul- taat der inspuiting dadelijk veel geringer, daar men dan geen gezonde, maar reeds zie- ke of besmette dieren inspoot. Imspuitingen, welke werden verricht bij kalveren, die reeds ziek waren, gaven geen resultant. Enkele koppels werden vier malen achtereenvoit met serum behandeld. Geen enkele maal ont- stonden op de plaatsen der inspuiting abces sen, wel een bewijs, dat er zoo zuiver mogelijk werd gearbeid. Dit is gelukkig ook, want de boeren in de omgeving van Utrecht stellen in den regel weinig vertrouwen in een nieu- we geneeswijze. Zoo hoorde ik eens iemand uit een dorp in de omgeving van Utrecht zeg- Ei, dat die seruminapuitingen bij mond- en uwzeer dikwijls ten gevolge hadden, dat de kalveren later In groei sterk achterbleven. Dit is mijns inziens alleen te verklaren, omdat er soma abcessen ontstonden na de inspuitin- gen en juist hierdoor de kalveren dfoor deze pijnlijke abcessen niet wilden groeien. Ik voor mij zie in het gebruik van serum van pas herstelde runderen een aieuw tijdperk intreden bij de behandeling in de bestrijding van het mond- en klauwzeer. Het was toch reeds lang een bekend feit, dat wanneer men een zeker aantal koeien naar een tentoonstel- ling zond en niet bevreesd was, dat na afloop der tentoonstelling de koeien met tongblaar thuis zouden komen, er maar 6en middel was om ddt te voorkomen, hetwelk hierin bestond, dat men het vee vooraf met serum inspoot. Zoo las ik eens in een Fransch tijdschrift over diergeneeskunde, dat een veehouder, in Frankrijk woonachtig, twaalf runderen en een stier naar een tentoonste'ling in Parijs zond. De twaalf runderen liet de eigenaar eerst met serum inspuiten, omdat hij wist, dat de run deren hierdoor een onvatbaarheid kregen te- gen mond- en klauwzeer voor een tijd van ininstens 14 dagen, tarwijl ook de tentoonstel ling ongeveer 14 dagen duurde. De stier werd evenwel niet vooraf ingespoten, omdat de eigenaar stellig meende, dat deze stier op de tentoonstelling zou worden verkocht en dus niet meer in den ouden stal zou terugkeeren. Toevalligerwijze werd de stier evenwel niet verkocht en na thuiskomst kreeg de stier tong blaar en de andere dieren niet Zoo iets spreekt boekdeelea. Helaas geeft deze seruminspuiting alechts een onvatbaar heid voor de ziekte van een termijn van pl.m. een maand. Dit is natuurlijk te kort en daar om moet er getracht worden den duur van deze onvatbaarheid te verlengen. Daar moet het heen! De heer Kuipers trachtte dit reeds te bereiken, door de kalveren gelijktijdig met het serum ook nog bloed in te spuiten van een ziek rund. Ongeveer hetzelfde geschiedt im- mers bij de bestrijding der vlekziekte bij de varkens, waarbij gelijktijdig serum en cultu- ren (smetstof) worden ingespoten. Hoewel langzaam, gaan wij dus vooruit met onze bestnjding tegen de tongblaar. Wie weet wat de toekomst ons spoedig meer zal bieden. ERNSTIG ONGELUK. Te Delft reed gisteren op de Voorstraat bij de Hypolitusbuurt een motorrijder met zijn rijwiei tegen de bc..v dn een wa- gen in, waardoor de paarden kwamen te vallen en de motorrijder tusechen deze t»- recht kwam. Hij werd spoedig uit zijne nete- lige poaitie verloet, waama bleek, dat hij een gapende wond aan het hoofd had beko- men. Een der paarden was erastig aan een der pooten gewond. DE BELASTING IN DE PROVINCIE N.-HOLLAND. DE RENTETREKKERS. Het dagelijksch bestuur der Vereeniging van Rentetrekkers heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waarin wordt gezegd, dat het vcrband tusschen let percentage m- validiteit en het rentebedrag geheel is ver- broken. Alle invaliden en hun nagelaten be- trekkingen van v66r den oorlog lijden de bittenste armoede, zijn gedaald tot de laag- ste sport van de maatschappelijke ladder. De Vereeniging wijst er op, aat de maatregelen, die sinds aen laatsten tijd genomen zijn om hun vanwege het armbestuur ol het Kon. Nat. Steuncomite een bijslag te geven, ge heel onvoldoende moeten worden geacht. Zij verzoekt ten slotte het daarheen te leiden, dat j rente wordt berekenU naar het thans gel- dende dagloon; het annenzorgstelsel wordt afgeschaft; het lange wachten op de uitkee- ring een einde neme; en aan jeugdige invali den een stijgende uitkeering wordt toegekend in verband met den leeftija DE MELKHANDIEL TIE ZAANDAM. Te Zaandam i«-alien voor de oprichtinig van een gemeentel'ijke melkcemtrale gereed. Deze stad<, met haar veelVuldig voorkomende epide- miien vooral van typhus di voor een' niet gering deel haar oorsprong vinden1 in het ge- bruik van besmette mdik, welke uit die omge ving wordt aamgevoerd1, heft aan een onder af doende gemeentelijke controle staanden melk- handel groote behoefte. Daarvan is sinds ja- ren niemand meer overtuigdi dan het gemeen- tebestuur. Dat bestuur is met zjjn arbeid in dezieni dan ook reeds eenigen tiijld gereed. Met het inridttea van een centrale kan onmiddel- lijk worden aangevangen, alshet geld er voor is. We weten echter, dat alle gemeenten in grooten geldnood vehkeeren en aat uiitgeschre- ven leeningen mislukken, waardoor de sociale arbeid eenvoudig wordt stoipgezet. Uit de beste bron vemamien we, dat thams te Zaandam toch pogingen worden aange- wend om1 waaibdrgen te verkrijgen, dat alleen onschadclijke melk in den faandel1 wordt ge bracht In over!eg met de plaaiselijke melk- handlelaren en de zuivelfabmek ,^aanlandia" zal een goede gemeentelijke controle worden1 ingeridit. Het l'icht in het voornemen in genoemde fa- briek alle melk te laten pasteuriseeron onder toezioht van een gemeenielijken controleur Voor den handel zal de stad in wijjcen worden vtrdeeld en melk, welke niet voorzien is van een gemeentelijk zegel, zal niet vervoerd en met ten verkoop aangeboden mogen. worden. We meenieni, dat Zaandam de eerste gemeen- te is, die een) dergeLijke regeling zal treffen. (Het Volk.) HET PACHTVRAAGSrrUK. De Staatscommissie voor het Paohtvraag- stuik heeft in Deel I van haar rapport toege- zegd haar oordeel over het vraagstuk van: de bescherming van den rittendeo pachter bin- men korten tijld1 bekend1 te makam. Als deel la is dat thans verechenen. •Bdj de beapreking bleek de oommissie 'geen eenatermmiig oordeel over dit vraagstuk te kuinr nen uitbrengen. BGONOM19GHE BOND. De a-fdeeling Amham van den Eoonomi- scheni Bond' besloot het hoofdbestuur te mach- tigen tot het doen van stappen op tot fusde e cieraken met andere partijiem en groepen. De bespreidng der fusieplanen komt 16 October aan' de orde iin een algemeene bondsvergade- ring. EEN GOED VOORBiEEDD. Men schrijift uit IJmuiidenDe Assuramtie Compagniie van 1771 te Amsterdam heeft aan het gemeente bestuur van Velsen de helft der kosten gerestitueerd, die gemaakt zijn bij dem brand op de Hofgeest te Santpoort, welke kosten buitengewoon hoog geworden waren, doordien een del van de Samtipoortsche brand- wecrl'ieden weigerden verder het blusschings- werk voort te zetten, indien hun niet een uur- loon van f 2.50 werd gegarandeerd en voor welken eisch de opperbrandmeester met het oog op het gevaar is gezwicht. GEPEN1SIONNEERDEN BIJ DE SPOORWEGEN. Zondagmiddag werd te Amsterdam een algemeene vergadering gehouden van den Bond van Gepensionneerden bij1 de Nederl. Spoorwegen. De voorzitter deelde mede, dat na verga- deringien te Venlo en Zwolle aldaar afdee- lingen zijn opgericht. Het doel aezer vergadering was vooma- melijk de besprcking van de actie, gevoerd tot het verkrijgen van 40 pet. verhoogmg der pensioenen Het Kamerhd Henri te Hall voerde over deze kwestie het woord en rele- veerde.de gevoerde oderhandelingen, waarbij hij er op wees, dat de Minister van' Water- staat bereid bleek te zijn, zijne medewerking te verleenen om te komen tot een overeen- komst met de. Spoonvegmaatschappijen. De heer Ter Hall deelde mede, dat de Maat- schappij van de regeering bericht heeft ge- kregen, dat zij de 40 pet. verhooging der pensioenen kan uitbetalen. De uitbetaling hangt dus van de Maaischappij af. LEVENSLANG VEROORDEELDEN. De moordenaar van korporaal Vos, Aldert Smit, heeft cassatie aangeteekend tegen zijne veroordeling tot levenslange gevangenisstraf door het Gercchtshof te Amhem. De moordenaar van de twee vrouwen te PARIJS, 15 Sept. Er komit geen' dind aan de plage11) die Frankrijk, het overwinnende Frankrijk, schijnt te moeten, doormakem om weer iot rijn ouden bloei te kunnem komen. Want opleven moet het, het land, diat sinds onheugelijke tijldem de oor- eprong was van leven en beschaving in heel Europa. Van hoe.ver kwam en komit men zich niet raven aan' die krachtiige bron, die ont- springt in Pariis en die schijnt niet te kunnen uiitdrogem. Zoolang Frankrijk zich niet her- steld heeft van de rampen1 van den oorlog, met al hun masleep, zoolang Mijft er een plicht op Europa rusten tegenover het Fransche volk, dat, men rnoge het meerdere of mindere sym- phathie toedragen, dan toch Parijs aan' de we- reld gegevem heeften daarmee a 1 rijn zonden van vroeger en later tijd heeft udtgewisdit. Ik behoef U wel niet te zeggen lezer, dat ik hier- niee niet bed'oel het Parijs van de demi-monde, van de Folies-fBerg^re en de clandestieme nacbtkroegan!, het Parijls van zoo menig vreem- deling. Oiuanga sprak ik een jonigen Engdlschman, Captain. Ondanks rijn 24 jaren; hij hadi den heeien grooten oorlog meegemaakt aan alle Engelsdie fronten, en1 kwam nu eens uitblazen in Parijs. Volgens vreemdelingen-tradiitie liep hij alle dancings, Misuchalls en dergetijke de. mt-mondane inriditingem af„Men meet Pa rijs toch ook van d'ien kant leeren kennen". Mlaar op mfijto1 vraag, of 'hij het van den ande- ren kant dan al zoo goed1 bekekeni had, zweeg hij.. Hiji woont nu op de :BouljM)idii, dien Boule vard.' van het Quartier Latin, waar de studen- ten- woneni en geleerden en diichitera en enkele schildera, ook vreemdelingen voor een heel groot gedeelte, maar die de hartader van Pa~ rijs en van' Frankrijk hdbben weten te ontdek- ken. En wie het bant van Parijls gievonden heeft, die moet het liefhdbben, niet als een co- ootte, maar als een intell'igente, fijlnzinnige, charmante vrouw, een vrouiw, dlie met haar rij- ke gaven van gevoel en verstand, den toon aangeeft in haar uitgebreiden kring: de be- schaafde wereld1, maar die wereld' heeft dan ook de verplichting haar te beschermen en te verdedigen en' haar te helpen rich te 'herstellen' van het brunt geweld, haar aangediaan. Hlet Fransche Gouvernement heeft een lee- mng uitgeschreven, met een rente van 6 pet.; inschrijvingen op die leerling kunnen ook in het buitenland, ook in 'Nederiand, gediaan worden ware dit alvast een mamier, om een steentje bij) te dragea tot Frankriik's opbouw, zonder dat met er zich weikelijifce uitgaven vcor getroosten moet? De koers is voordeelig, de franc is 22 cts. waard', en de rente 6 pet. Ik weet -vel, dat ge me dikwijls van chau- vinisme beschuld'igt, lezer, maar waar dit woord steeds partijdigheid insluit, meen ik mijn kijk op den toestand te moeten verdedi gen en dezen keer niet op gevoels-gronden, jets, waar mm in dit land, waar het gevoel een allesoverheerschende factor is, anders licht toe zou komen. Dd vrienden van het Fransche volk zelfs hebben de eischen en vorderingen van Frank rijk tegen over Duitschland eerder geexcu- seerd, dan- wel billijk gevonden; maar nu komt het secretariaat van den Volkenbond met sprekende cijfers, waaruit blijkt, dat de fi- nancieele last van den oorlog niet op Duitsch land, maar op Frankrijk terecht komt. Ik wil u al die getallen in francs, marken en dollars sparen, maar de conclusie van de rappor teurs is: „het spreekt vanzelf. dat de positie van Frankrijk en BelgiS vooral ia toe te schrij ven aan de uitgaven noodig voor de recon- structie"; de uitgaven van Frankrijk (buiten de staatsschuld) zijn n.b tweemaal zooveel vermeerderd na den oorlog als die van Duitschland. De Duitschers beroepen er zich op, dat wanneer ze de lust tot werken verliezen, dit is, doordat de toekomst hun te somber voor- komt. Maar wie heeft de meeste reden die toekomst duister in te rien? De cijfers voor Frankrijk toonen welk en- orm gedeelte van de rijksinkomsten zou moe ten worden afgenomen, wanneer al het geld, noodig voor het herstel van het verwoeste ge bied, in Frankrijk zelf moest worden gevon- denen daarheen drijft Duitschland. Maar wanneer het traite de Versailles d'oor den on- partijdigen Volk^pbond herzien wordt, dan Van Rene Bazin, - Ltd van de Fransche Acadeote. 18) V. De BoomgaartL Zij heben ook in Bretagne hun appelboom- gaarden minder goed omheind dan in N'or- mandie, minder zorgvouldig bewerkt, dikwijls minder dicht bij de bofsteden maar groote uit- gestrektheden grond bedekkend, als het kan op het Zuiden of Westen gelegen en in het voor jaar en in den zomer schitterend mooi. Die van Kerjan bestond uit twee lappen grond omheind door heggen. Men kon langs een karreweg van den een naar den ander ko men. Het was het meesterstuk van vader La- nio, de boomgaard van een rijke en van een kenner: uitgezochte boomen, deip omgespittte grond, zacht hellend om zooveel mogelijk de wijdvertakte krachtigc kronen aan den zul- denwlnd bloot te stellen, alles was er zooals het behoorde. In de goede jaren een in de drie ongeveer biacht de verkoop van den cider voldoende op om de pacht te betalen. Nu dan, het jaar 1915 was bij zonder goed. In den morgen van 27 Sept. had' moeder Lanio die op den drempel de herfstlucht op- gesnoven en het zadite geluid van een appel die voor haar in het gras iwwrviel geboord had, tegen haar »1ochter geregd: Marie, je zult eens uaar de appelen no; ;-usi» kijken. 't s nog te vroeg. Neen er zijn er van't jaar zooveel dat zij vroeger begonnen rijn met af te vallen. Ga dus vooral kindlief! Het was mijn gewoonte niet de api>elen fe laten oprapea maar met den oorlog verandert alles. Marie antwoordde voor zich heen: Alles verandert, dat is zoo. En Marie ging heen, 1 anger dan gewoon- lijk door haar Moeder nagestaard. Zij was sinds den vroegen morgen in den eersten appelboomgaard bezig en had haar klompen aan. omdat de opgetrokken douw veel modder nad nagelaten. Er was geen ge brek aan afgevallen appelen. Zij had tien lm-. nen zakken meegebracht, waarvan de \zesde reeds half vol was. Zij liep van den eenen ap- pelboom naar den anderen, met twee handen de zak bij de zoomen ophijschend en haar te gen zich voortsjouwend. Zij was rechts begon nen bij de bittere soorten, la Fero-Bris die een roode en een witte schil heeft en de FeroRhee bijna gtheel rood. Nu zij bezig was de Fero- Queen op te rapen, die geel is met roode pun- ten en zij rich geheel bezweet oprichtte, zag zij om zic hheen nog gelen en bruinen in het gras liggen onder de groote parasols tot aan de drie heggen die het geheel omheinden. Het waren de zoete appelen, die men in die streek Petite-Bouteille en RousGoumoulen noemt. Wat een werk! Het was warm. Het gegons van de insecten zoemde op uit den gebarsten grond. De lucht trilde over de aangrenzende akkers. Marie had de zesde zak gevuld en richtte zich op en rekte zich uit en leunde peinzend tegen een ouden boom, die zijn blaaeren al liet vallen en waarvan de schaduw bedekt was met zonneplekken. Zij stond daar bijna op het hoogste punt van den boomgaard, het gericht gekeerd naar de afloopende rijen appelboomen, moe met droomerigo oogen, aan niete denken.de, toen zij voor zich uit e^i soldaai tegen de helling zag opkomen. Zij streek met de beide palmen van haar handen de haren weg, die op haar slapen waren vastgekleefd en zij dacht bij zich zelf: „Wat een knappe man!" Hij liep snel. Hij was nu dichtbij haar daar hij de boomgaard dwars overstak om op den karre weg te komen. Hij keek haar op rijn beurt aan. Zij herkenden elkahr: Kerkudol I Marie! Het was de tweede knecht van Kerjan, die bij het uitbreken van den oorlog was uitgetrok- ken maar wat was hij veranaerdl Een gevuld gezicht, kloeke oogen, een dichte, kortgescho- ren snor zooals Pierre de blauwachtige stalen helm op het hoofd, de putties om ae beenen, vlugge en lichte gang, een levendige uitdagen.de hlik maakten van hem een ander mensch: van landbouwer krijgsman gewor den. Hij wekte een denkbeeld van dapperheid bij haar op. Zijn ze alien zooals gij? vroeg zij. Hii begon te lachen waarbij zijn tanden richtbaar werden die door het oorlogsbrood wit geworden waren. Zij die niet sterven ja, zij rien er goed uit. Het ontbreekt hun niet aan moed, naar ik zie. Men heeft er daar ook meer noodig dan om hier te zijn: Men moet wel, men moet wel..... En kom je nti eens thuis? Het is mijn verlofbeurt! Morgen is het uit. Dan reeds? Ja zeker. Ik ben op Kerjan aangeloopen maar heb niemand gevonden dan de vrouw en uw kleine, die wat belooft. Ik zou niet gaarne iemand gemist hebben, want gij be- grijpt, wij komen niet dikwijls terug. Mijn verlof heb ik doorgebracht te Pleuven, waar ik familie heb zooals gij weet. Ik keer nu te- rug. Er is wat gaande in den sector. Een aanval Missehien wel. Een groote? Kom Marie rnaak u maar niet bezorgd. Gij hebt iinmers geen Hij wilde zeggen: ,,Gij hebt immera nie mand in het gevaar." De jonge vrouw, die tot nu toe gelachen bad, werd aldus aan haar ellende herinnerd en zij vouwde haar vuile werkhanden op haar zwarte rok samen. Zij bleef een oogenblik zwijgeu zonder haar blik van Jean Jerome Kerdudol af te wenden, die nu ook emstig was geworden. Is de uniform die gij aan hebt van de kolonialen? Ja. wij zijn alien horizonblauw, niet waar? Maar wij hebben er een klein beetje rood bij, een bies, een wapenschildje, kleinig- heidjes. Zij zeide met een poging tot lachen, -die mislukte: Dat staat vroolijker. De een voor den ander voelde rich be- droefd. Zij dachten aan Pierre. Zij noemden hem niet. Gedurende een minuut luisterden zij naar de wnind, die met het getij opsitak en in't voorbijgaan de bladen van den boom gaard streelde. Wij mannen in Champagne Zijt gij dUa ook?... Ja.... Hij hield weer op. Ongetwijfeld Het Marie, hoe gesloten zij ook was nu duidelijk door haar woorden blijken, ddt zij ten minste in onrust was over haar man. Braaf en eenvou- dig ala hij was, deed het Kerdudol geaoegen, i al verwaodarda hat ham. Hij xatte groote oogen op en trachtte in die groene oogen te lezen, die als gewoonlijk in de verte staarden. Marie had gezien wat hij dacht en terwijl zij haar rechterklomp uittrok alsof haar een steentje hinderde en daarna haar voet er weer instak, zeide zij Het verleden is voorhij arme Kerdudol. Maar wij kunnen niet nalaten in dezen tijd naar alien te vragen die wij gekend hebben. zelfs de verste bloedverwanten, die wij niet meer zagen. Kijk mij maar niet met het ge richt van een rechter aan. Hij voelde zich gekwetst, zette rich in poa- tuur, fronste de wenkbrauen en zeide kort- weg: Het gaat mij ten slotte niet aan, wat gij d'enkt, Marie. Ik sta nu onder andere bevelen dan de uwe en die van uw moeder. Ik weet niet of ik zal terugkomen. Aan uw geschiede- nissen denk ik sinds lang niet meer. wij vech- ten thans. Dit is nu mijn vak en de duivel weet, dat ik nu geen tijd heb om mij de kleine oorlogen van hier te herinneren toen gii met Piere QuGveme aan het twisten waart. Maar het is waar ook, ik moest u een boodschap overbrengen. Van hem? Neen. Ik heb hem maar eens of twee maal even weergezien. Al behooren wij tot hetzelfde regiment, dan zijn wij daarom nog niet in hetzelfde bataljoo. Bij de aflossingen zeggen wij elkahr in't voorbijgaan goeden dag. En denk eens aan Champagne is groot minstens van hier tot Douernenez! Gij kunt het u niet vooratellen, hier in den achterhoek. Wij leven als molten in de loopgraven en gaan elkahr geen visites maken. Neen, ik be- doel den priester, den oudsten broer. Word* varvolgd. Het Statenlid D. Kooiman heeft tot Gede- puteerde Staten van Noord-Holland de vol- gende vragen gericht: Ten, eimde een hoogere opbrengst te ver krijgen van 200.000 zijn in de jongste Sta- tenzitting de provinoiale opcenten op de rijks directe belastingen ala volgt verhoogd: grondbtlasting van 30 op 34, peraoneele belaa- ting van 26 op 34, inkomatenbelaatlng en venaogens'belaeting van 12 op 17. Voor de raining van de opb^engat der op centen inkomatenbelaating en vermogenibe- laating zijn tot grondalag genomen de hoofd- sommen der kohieren over het belastingjaar 1918—1919. Bij de wetten van 11 April 1919 (St.bl. no*. 109 en 170) zijn de tarieven voor de^lnnom- 8tenbelasting en de vermogensbelastmg zeei belangrijk verhoogd, welke varhoogiBgen voor het eerst zijn toegepaet over het belas tingjaar 19191920. De raming der opbTengst der iakomstenbe- lasting is volgena de middelenwet voor 1919 38.000.000 en volgena de middelenwet voor 1920 63.000.000. Voor de vermogensbelas- ting zijn die ramingen 5.400.000 en 10.800.000. Indien in gelij'ke verhouding de raming van de opbrengst der opcenten bij' de provilnciale begrooting voor 1919 verhoogd werd, eon de ze bij behoud van 19 opcenten atijgen voor de inkomatenbelaating van 1.716.000 op 2.845.000 en voor de vermogenabelasting van 204.000 op 408.000, gezamenlijke hoo gere raming 1.333.000, hetlgeen het meo» benoodigd bedrag van 1.200.000 reeda met 133.000 overtreft. Bij dezen opzet zou lnge- val van heffing van 17 opcenten de opbrengst nog met 1.355.000 vermeerderen. Bij vorenataande gegevena voegen zich nog de gunatige cijfera betreffende de opbrengst van de inkomatenbelaating en d# vermogens- belaatiing volgena de maandatnten der rijka- middelen over de eerste 7 maanden van 1990. Yolgens het bepealde in art. 5 van hat K. B. van 81 Juli 1905 (St.b.l no. 948) wordt voor de raming van de opbrenget der provia- ciale opcenten op de inkomatenbelaating en de vermogenabelasting tot grondslag genomen de hoofdacxm van het laatst afgeloopen belas tingjaar. Het laatst afgeloopen belastingjaar was op 10 Juni1 1920, datum waarop de me- rnorie van toelichtdng werd vastgesteld, het belastingjaar 19191920. Ondergeteekende neemt intusschen aan dat als regel bij het opmaken van de begrooting de uitkomaten van het laatst afgeloopen 'belastingjaar, al- thans wat de inkomstenbelasting aangaat, nog niet in zoover bekend zijn dat deze een maatstaf voor een juiste raming bieden, zoo dat met het daaraan voorafgegane belasting jaar te rade moet worden gegaan. Zijtn Gedeputeerde Staten bereid, nu hef vorenstaande naar het oordeel van onderge teekende een sterke aanwijziiig biedt dat de opbrengst van de opcenten inkomstenbelas ting en vermogensbelasting de raming zeer belangrijk zal overtreffen: 1. Voor ditmaal alsnog een onderzoek in te stellen naar de vennoedelijke opbrengst van de inkomstenbelasting en de vermogensbe- iasting over het belastingjaar 1919—1920. volgens de thans bekende en waarschijnlij'k nog te verwachten aanslagen, voor zoover ae provincie daarop opcenten heft; 2. indien de uitkomsten van het onder 1 bedoeld onderzoek daartoe aanleiding geven, een nader voorstel aan de Staten te doen tot, heffing van lagere getallen opcenten dan waartoe in de jongste Statenzitting is be- sloten f Ns. 221. 1920.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5