DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
In den dommel.
Chablis per fi. f 3.05
open en geslotnn, direct leverbaar.
fijne bjlep vltte Boupnje.
No. 226
BeuderdBtwee en IwintSgwto Jaaivang.
1930.
ZATEBDAG
WQnbandel V. M. H. PELS.
D» MOBBB hestaat n* 3 Made*.
Atoonnementsprijs bij voornitbetaling per 3 maanden f 2.—, fir. per post f 2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsrulmte.
Brieven franco N.Y. Boek- on Ilandelsdr. v.h. norms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Admlnlstr. No. 3. Redactle No. 33.
HoofdrodaoteurT). N. AJDEMA. 25 SEPTEMBER.
DlrMeur I 0. U. OlAK.
Was het niet Dr. Kuyper, die eens in zijn
boekenkast naar een brochure zocht toen er
toevallig onder het zoeken een boekske op den
grond viel, dat hij zich niet meer herinnerde
in zijn bezit te hebben, maar dat zooveel we-
tenswaardigs en zooveel bruikbaar materiaal
voor zijn propaganda bleek te bevatten, dat
hij de brochure maar verder in den steek liet
en onmiddellijk voor „De Standaard" een
hoefdartikel met betrekking tot den inhoud
van dit boekske schreef
Er is in der tijd niet onduidelijk op gezin-
peelde dat het te juister tiid uit de East val-
len van dit boekske aan noogere aardsche
machtien zou zijn toe te schrijven.
Wij zullen daar maar niet verder over ult-
wijden.
Ook -wij zochten dezer dagen in onze boe
kenkast naar een onvindbare brochure met
het resultaat dat er alleen en uitsluitend
door de werking der zwaartekracht een
dik boek op den grond viel met welks herle-
j ons eenige uren heel belangstellend
bezig gehouden.
Het boek telde niet minder dan 250 pagi
nal, het was een omvangrijke verzamehng
van adviezen, onderzoekingen, overwegii^pn
en conclusies en het toonde op de voorzijde
de afbeelding van een fabrieksgebouw of
voorraadschuur, geflankeerd door een stoom-;
boot en een locomotief.
En daarboven stond met flinke letters:
Rapport van de Commlssie van Advles voor
het in exploitatie brengen van terreinen voor
handel en Industrie, ingesteld door den Raad
der Oemeente Alkmaar op 23 Augustus 1917.
Zooals gezegd, hebben wij dit rapport
thans niet voor de eerste maal onder de
oogen gekregen.
Wij hebben er destijds een drie-en-twintig-
tal artikelen in onze courant aan gewijd en
kunnen dus niet zeggen, dat de inhoud ons
geheel vreemd was.
De eerste gedachte die men onwillekeurig
bij't weer beschouwen van dit rapport krijgt,
is een erg materialistische. Men ziet de fraaie
uitvoering, den grooten omvang, de bij het
rapport behoorende portefeuille met teeke-
ningen en plannen en denkt onwillekeurig:
„wat zal dat drukwerk de gemeente een geld
gekost hebben."
Dan slaat men het boek open en de materi
alistische gedachte maakt plaats voor een
gevoel van bewondering en waardeering.
En men denkt: „wat heeft die commissie
destijds haar taak breed opgevat en wat heeft
het voornamelijk haren secretaris, den heer
P. A. de Lange, een moeite en arbeid gekost
om zoo'n dd6r en d<56r afgewerkt van alle
kanten bekeken en van alle kanten toegelicht
pport uit te kunnen brengen!]'
En wa
heden ten dage nog raadsleden zijn, die niet
weten wat een veem is.
Of misschien weten zij het nu wel, want de
heer de Lange heeft juist dezer dagen aan de
plaatselijke pers meaedeeling gedaan van
net feit dat, dank zij den vooruitzienden blik
van een bankinstelling, in Alkmaar thans
een veem opgericht is.
Er was aus werkeliik behoefte aan dit veem.
Het rapport heeft net immers gemeld.
De gemeente deed niets en belanghebbben-
industrieSn gemakkelijk, moedlgt men haar
aan?
Het kwam ons ter oore dat de eigenaar van
een groote fabriek hier ter stede er niet over
dacht uitbreiding of overbrenging van zaken
naar de in het rapport der raadscommissie
aangeduide terreinen te overwegen, uit vrees,
dat nij daar van God en alle goede menschen
verlaten, van de buitenwereld afgesloten, en
zonder voldoende verkeerswegen, zonder laad-
wat daarin vooral treft, dat is het opti-
misme en vertrouwen in de naaste toekomst,
het vertrouwen dat, nu de commissie na uit-
voerig onderzoek op degelijke gronden een
advies geeft, de Raad niet zal aarzelen de ge-
geven wenken zoo spoedig mogelijk ter harte
te nemen.
Er is een oud versje was het niet van
Piet Paaltjes? dat spreekt van de drie
studentjes, die zoo blij en vol vertrouwen de
wereld instapten.
En de wereld trapte ze dood.
Dat versje moet ook den samenstellers van
het raadsrapport wel eens in de gedachte zijn
gekomen.
Ze brachten zoo voldaan over hun moeite-
vollen arbeid, zoo vol enthousiasme over wat
zij voor Alkmaar het beste achtten, hun rap
port uit, zij wezen met uitgestoken wijsvinger
den weg aan die onze vroede vaderen
vroede moederen waren er in 1918 nog niet
moesten inslaan.
En de Raadtrapte ze dood.
Of liever: de Raad zweeg ze dood, wat nog
erger is.
Het rapport werd uitgebracht op 1 Augus
tus 1918.
Wij zijn thans in Sentember 1920 maar
zoover wij weten heeft dit rapport in onzen
gemeenteraad althans in openbare zitting
nimmer een onderwerp van bespreking uit-
gemaakt.
En onwillekeurig komt dan de gedachte:
waarvoor was het noodig een kapitaal voor
onderzoekings- en drukkosten uit te geven en
van een zevental ingezetenen, voornamelijk
van den secretaris der commissie, zooveel
moeite en zooveel arbeidskracht te vergen om
een rapport in het leven te roepen, dat &n
oogenblik de algemeene aandacnt trekt en
vervolgens in den grafkelder van alle doodge-
boren plannen bijgezet wordt.
Zal dit rapport nog wel ooit in behandeling
komen of zullen de toestanden zich zoo wij-
zigen, dat, wat in 1918 als noodzakeliik is
voorgestela, niet meer mogelijk zal blijken.
dan wel dat het particulier initiatief reeds tot
stand bracht wat de gemeente verzuimde?
Zoo wordt in het rapport onder meer den
Raad op het groote nut van een veem gewe-
zen.
„Want, zegt het rapport, de voordeelen wel-
ke een veem den handel biedt door de beleen-
baarheid der daarin opgeslagen gocderen,
werden zoo algemeen erkend, dat iedere toe-
lichting overbodig kan worden geacht."
Ondanks dit overbodig achten van elke toe-
lichting zou het ons niet verwonderen, dat er
den hebben zich zelf
Het veem kan gesenrapt worden uit de de
siderata welke den Raad op 1 Augustus 1918
in ernstige overweging zijn aanbevolen.
En in den loop der jaren, wanneer men, het
wachten moede, w66r zelf de handen ineen ge-
slagen heeft, zal wellicht blijken dat nog
meerdere desiderata kunnen geschrapt wor
den, omdat het particulier initiatief tot stand
bracht wat de Raad niet eens een punt van
bespreking en overweging waardig oordeelde.
Het is wel eens interessant en niet al
leen interessant nog een9 in het rapport
te bladeren en van het optimisme der commis
sie te lezen.
Van haar optimisme en van de kracht
waarmee zij het den Gemeenteraad toeroept:
„weest paraat, wacht niet tot het te laat is",
„do it now", zouden de Engelschen kort en
kernachtig zeggen.
Kan dit rapport, aldus de commissie in
haar conclusies, ae goedkeuring van den
Raad wegdragen, dan vreest zij van's Raads
zijde niet het bezwaar, dat de nuidige tijd er
niet naar is deze groote uitgaven te vfiteeren.
Dat is het argument van den kleinmoedige.
De Regeering heeft, ondanks steeds druk-
kender wordende uitgaven en lasten, niet ge-
aarzeld tot uitvoering der Zuiderzeeplannen
te besluiten.
Alkmaar spiegele zich aan dat voorbeeld,
het zor^e paraat te zijn en gorde zich tijdig
ten vreedzamen strijd met de zusteren.
Het is alles voor doovemans ooren gespro-
ken.
Alkmaar doet niets, hoort zelfs niet eens,
dat er iets gezegd is.
Dezelfde man, die vol vertrouwen in de
conclusies van het rapport destijds den Raad
op de no#lzakelijkheid van waakzaam en
actief zijn heeft gewezen, heeft nog dezer da
gen, toen hiji de oprichting van een veem
meldde, daaronder zijn teleurstelling over de
kortzichtigheid van Alkmaar's bestuurderen
uitgesproken.
In den treure, zoo schreef hij, kan herhaald
worden: Alkmaar is voor den handel gunstig
gelegen. wanneer slechts de kleinere water-
wegen daarheen bevaarbaar worden gemaakt,
zoodat de producten naar Alkmaar in kleine
vaartuigen kunnen worden gebracht en daar
tot ladingen worden samengevoegd.
Nog is het tijd aan dit werk de band te
slaan, maar spoedig zal het te laat zijn.
Thans heeft Alkmaar alleen het voorrecht
aan groot vaarwater te liggen, maar het is te
vreezen, dat Alkmaar te laat zal inzien, welke
kansen het heet laten verloren gaan.
Wat is er tot dusverre terecht gekomen van'
al de breed opgezette plannen tot het koopen
en inrichten van terreinen aan de Hoornsche
Vaart?
Toen er onlangs in den Raad sprake was
van het daar geven van grond in erfpacht
aan de N'oord-Holl. Vereeniging „Het Witte
Kruis" en de heer De Lange in een adres op
het gevaar voor verstoring van de in zijn rap
port vervatte plannen wees, heeft de wethou-
der van publieke werken medegedeeld, dat een
mogelijke uitvoering dier plannen door het
afstaan van grond voor den ontsmetungsoven
niet in gevaar gebracht zou worden.
Toen was men dusbijna.... tot een be
spreking van die plannen gekomen.
Maar de Raad nam met de mededeeling
van den wethouder genoegen.
Men verdiepte zich weer in een urenlang
debat over een gratificatie aan den Burger-
wachter of het aantal dienstjaren van een
zdoveelsten opzichter bij de gemeentewerken.
Wenscht men dan in Alkmaar een stadje
van melk en kaas te blijven?
Wenscht men geen nieuwe industrieSn om
de arbeidersbevolking niet te vergrooten?
Maar laat men dan onderscheia maken tus
schen de industrieen die tijden van werke-
loosheid en zij die uit den aard hunner pro-
ductie een bloeiend leven belovcn.
De arbeider van nu is niet meer die van
enkele jaren geleden. Hij is de man met dik-
wijls ruime verdienste en de gemeenteliike be-
lasting omvat er velen, die vroeger buiten
schotkonden blijven.
Waarom deze nieuwe belastingbetalers ge-
weerd en de offers der ingezetenen daardoor
zwaarder dan noodzakelijk gemaakt?
Of laten wij het liever zoo zeggen: waar
om dan niet de hand aan den ploeg geslagen
en in onze gemeente de beste voorwaarden
voor de ontwikkeling van handel en nijver-
heid geschapen!
Niet alleen nieuwe Industrieele onderne-
mingen zullen door deze laksche houding tot
vestiging in Alkmaar worden afgeschrikt,
ook de eigenaren van bestaande moeten on
willekeurig den indruk krijgen. dat de aan-
weziglieid van hun bedrijf in deze gemeente
onze bestuurderen koud laat.
Maakt men het de reeds hier gevestigde
en losplaatsen voor schip of spoor, als op
een onbewoond eiland zou zitten.
Omdat de Raad immers absoluut geen blijk
van belangstelling in het bevaarbaar en be-
geerbaar maken van deze terreinen heeft
gegeven.
Hoe angstvallig blijft men hier ter stede
aan alle mogelijke verordeningen vasthou-
den en voor den aangevraagden bouw van
een nieuwe schuur, een nieuwe opslagplaats
of wat dan ook, passen en meten en nog eens
meten z66veel meter van dit af en z66veel
meter van dat af totdat soms de aanvra-
ger het maar opgeeft, omdat al dat bureau1-
cratsch gedoe en al dat lange wachten de uit
breiding van zijn bedrijf eenvoudig onmoge-
lijk maakt.
Is het niet teekenend voor den indruk dien
Alkmaar wekt, dat wij een onzer industrieelen
onlangs een vergelijking hoorden maken en
hij daarbij, vol overtuiging uitriep: als iik
morgen mijn fabriek naar een andere ge
meente wilde overbrengen, dan word ik daar
hartelijk welkom geheeten en vind er in alle
opzichten de meest mogelijke tegemoetko-
ming.
Biedt Alkmaar, zoo wordt ergens in het
rapport der commissie gezegd, nu de veranr
derde en sterk vermeerderde productie der
omgeving geplaatst is voor nieuwe proble-
men, terreinen en opslagplaatsen aan, dan
zal het anderen plaatsen zeer moeilijk vallen
haar later een deel van den omzet te ontne-
men.
Het leven vraagt hoe langer hoe meer
krachtig aanpakken, vlug handelen, rroed re-
kenen en dan iets wagen als de gevolgen te
overzien zijn.
Welke paarlen zijn hier voor de raadsleden
geworpen!
Het is mogelijk al is dit nimmer ge-
bleken dat de Raad het om de een of ande
re reden met de conclusies van het rapport
niet eens is.
Maar mag dat dan een reden zijn om de
zaak maar dood te zwijgen?
Reeds de commissie neeft het den Raad
destijds toegeroepen: deugt het rapport in
uwe oogen niet, wilt dan der commissie uwe
critiek niet sparen en gij zult haar bereid
vinden haar werk te herzien.
Dat werd gezegd op 1 Augustus 1918.
De Raad sliep.
Nu wijst onze kalender 25 September 1920.
De Raad slaapt nog.
Welterusten.
Buitenlandsch Overzicht
Nadat in het begin dezer week was bericht,
dat de eerste zitting van de vredesdelegaties
in Riga had plaats gehad tot onderzoek van
de volmachten, is verder niets van het vredes-
werk in Oost-Europa gehoord. Verondersteld
moet worden. dat er verder nog niets is ge-
beurd, omdat de Russen er niet de menschen
voor zijn om de besprekingen ioi 't (gehekni te
houden. Er zit veel te veel propaganda voor
hunne beginselen in. Het bericht van den
voorzitter der Poolsche delegatie aan zijn mi
nister-president. dat hii een gunstige wen
ding in de onderhandelingen voorziet, zal
dan ook wel bedoelen, dat hij goede hoop op
een gunstig resultaat der besprekingen koes-
tert. Een gunstige wending toch zou er pas
kunnen komen, als er een minder goed begin
was gewcest.
Een bericht van „Politiken" sterkt ons in
onze opvatting, waar het spreekt van het
goede vertrouwen van Polen s minister van
oorlog in de conferentie. Het bericht zegt, dat
de minister de gedeeltclijke demobilisatie van
het leger heeft gelast, vertrouwende, dat
Rusland op de conferentie van Riga de sou-
vereiniteit van Polen zal erkennen en dat de
toekomstige grenzen van Polen en Rusland te
Riga definitief vastgesteld zullen worden. De
economische kwesties kunnen eerst na de on-
derteekening van de vredas-preliminairen be-
wilden aanvallen, maakten de Polen 1100 ge-
vangenen. De aanvallen der bolsjewiki bij
Odellsk en HOoeetnimie werden teruggesiagen.
De sector Proeszanny is op het oogenblik het
brandpunt der gevechiten. Hier hebben de
bolsjewiki hun nieuw aangevoerde troepen
geconcentreerd.
Aan het Noordelijlc deel van het front vech-
ten de Litauers duchtig mee en schijnen zij
nog meer nieuwe troepen in het veld te bren
gen. De onderhandelingen tusschen Polen en
Litauen zijn, gelijk wij meldden, afgebroken,
omdat volgens de Polen de andere partiji tie
veeLeischeffld1 was. Maar bovenri'ien' 'makeni
zij er den Litauers een verwijt van, dat zij de
uit Pruisen vluchtende Russische soldaten
doorlaten en aan de Russische legers toeston-
den een deel van Litauen te gebruiken als
operatiegebied, een voorrecht, dat aan Polen
geweigerd werd. Dat is een gevolg van de
welwiflende neutraliteit. Als het verlangen
van de eene partii wordt ingewilligd, vraagt
de andere hetzelfde en bij weigering krijgt
men kwestie. Voor Litauen is het te wenschen
voerenden, groot gevaar oorlogsgebied
worden en dan kon het wel eens als het ware
een vazalstaat van Rusland worden, waar aan
het zich pas ontworsteld heeft.
De Russen hebben inmiddels ook aan de
operaties van generaal Wrangel hun aan-
dacht tie sch'enkerl, want dieze warden steeds
dreigender. Met ae hulp van de opstandige
boereni breddt deze generaal1 zijoi igebied! voort-
durend uit ten koste van sov]et-Rusland en
maakt daarbij tal van gevangenen, nu pas
weer in het district Alexandrofsk een heele
bolsjewistisce divisie.
Maar de Russen zijn nog niet verlegen. Als
echte vechtjassen bereiden zij zich steeds
voor op nieuwe oorlogen. Mogen wij een
bericht nit Sebastopol gelooven, dan voeren
zij nu een aanval op Indie in het schild, als
een rechtstreeksche aanval op Engeland's
macht.
Buitenland
datgene terug te krijgen, wat Rusland onder
het tsaristiscn regime aan kunstvoorwerpen
en documenten uit Polen heeft weggevoera.
Uit dit bericht blijkt dus wel, dat de onder
handelingen nog niet zijn aangevangen.
Intusscnen duren de vijandefijkheden voort.
In den sector tusschen den Dnjestr en de
Pripet naderen de Polen ten Zuiden van
Pinsk, na de inneming van Ljoebasjof, de ri-
vier de Styr.
De Bolsjewiki werden teruggeworpen i op
Roshangi. Bij de aanvallen der bolsiewisti-
sche troepen, die ten westen van Wolkowysk
DE O'NRUST IN IERLAND.
Behalve te Balbriggan, waar, zooala ge
meld, de politie-agenten als wilden optradeo,
hebben zij zich in Carrich-on-Shannon alles-
behalve gedragen gelijk men mag veronder-
stellen van menschen, wier taak het is de orde
terug te doen keeren. De agenten zijn er n.l.
'8 morgens in de vroegte op uit getrokken, om
dat de bewoners hun en nunne familie niet
meer mochten verkoopen op last der „vijan-
den", die hen aldus poogaen dood te honge-
ren. De agenten drongen de huizen binnen en
rnishandelden de inwoners, die zij aansprake-
lijk achtten voor de boycot. In hun nachtge-
waad werden drie mannen uit hun huis de
straat op gesleept. Eerst dreigden zij hen te
zullen doodschieten. Doch zij vonden het bij
nader inzien verstandiger hen niet te dooden,
doch op hun1 knieen te laten zweren, dat de
boycot van die politic opgeheven zjou worden.
Ook te Tuam gebeurden deze dingen. Daar
hadden de agenten het meer speciaal op den
president van de Kamer van Koophandel be-
gTepen. Zij lieten hem een verklaring onder-
teekening, waarbij hij zijn ontslag nam als
president van die Kamer. Dat dit niet op
zachte wijze geschiedde bewijst, dat de ex-
president thans ten gevoige van de slechte be
handeling met zware koortsen te bed ligt.
In Youghal en Oalway kwamen dergeliike
tooneelen voor. De ^Westminster Gazette"
schrijft, dat de politieagenten daar door de
straten liepen en hun revolvers „ontlaad-
den."
Terwijl aldus de politie wraak neemt, hon-
geretaakt de burgermeeater van Cork onver-
poosdi vaart. En dluiurit die pennesltl1ijd, over
dfen hongerstakenden burgemeester voort.
Over het algemeen genomen kan men zeggen
dat de burgemeester van Cork de sympathie
heeft van ae buitenlanders. Die redeneeren
natuurlijk: demand, die zoo voor zijn over
tuiging wil lijden, moet bewonderd worden.
zijn zaak moet een goede zaak zijn
Een Engelsche kapitein komt daar in de
„Temps" tegen op. Ete -Temps" had n.l. eeni
ge dagen geleden geschreven, dat Mac Swi-
ney om zuiver politieke redenen gearresteerd
was. .,Dat is niet waad", schrijft de Engel
sche kapitein. Mac Swiney is een van de ae-
tieve leden en organisatora van het opstan-
delingen-corps, dat zich den naam gegeven
heeft van Iersch republikeinsch leger. In dat
leger heeft hij den rang van generaal. Hij
voert het bevel in het district Cork. Tegelijker-
tijd bekleedt hij de functie van lord-major van
Cork, als ambtenaar van de Britsche regee
ring, hoewel het Iersche republikeinsche le
ger zich in etaat van oorlog heeft verklaard
met die regeering. Hij beikleedt dus tegelijker-
tijd twee functies, die een man van eer niet
tegelijkertijd mag vervullen.
Op het oogenlblrik van zijoi arrestaltie presi-
deerde Mac Swiney een bijeenkomst van
commandanten van het Iersche republikein
sche leger, welke bijeenkomst door moest gaan
voor een offieieele bijeenkomst ten stadhuize.
In zijn bezit heeft men gevonden de geheime
code in gebruik bii1 de auitantedtem.
Nabij Miltown is het Iersche graafschap
Qare werden Woensdagnamiddag zes agen
ten van het hulppolitiekorps, die op patrouil-
le waren, van uit een hinderlaag beschoten.
Vier agenten werden gedood, een vijfde le-
vensgevaarlijk gewond, de zesde wordt ver
mis! De chaufreur van een te hulp gesnelde
lonie met militairen werd later ook doodge-
schoten. De militairen arresteerden 36 ver-
moedelljke daders.
'Uit' weerwTaak stakteni dfen! volgend'en1 nacht
poMeageniten) in uniform zeven huizeni in
ae stad in brand, alsmede enkele huizen in
naburige plaatsen. Vele inwoners namen de
vlucht.
DUITSCHILAND^Sl FIN1ANCI5N.
Db Duitsche RSjkskahineisraad' heeflfc be-
sioten1, dlat die belastimgwetteni, welke die nia-
tioniale vergadering "heeft actetergelaitien, on-
voorwaairidieilijk zullen warden doorgezet, ook
het ,^eicfasniotapfer", waarvan een aanzien-
lijfe deel; «Joor eeni speciale wet spoedig aan
het rijlk ten goede zal worden gebracht.
Voonts moet de positie van dfen minister van
financieni dm het rijksmimisterie versterkt wor
den en zijtni invloeid op die fioiancieeie gedia-
gingetn des rijiks uttgebreidl iwordleini, diaar het
uooidig is tea" voorkomiag van een staatsban-
lcroet een1 siiilstand in de toenemiug der uit
gaven te brengen en deze, zoo mogelijik, te
vermindleree. Op de gewotne begrooting voor
1921 zullen din beginseli geen nieuwe uitga
ven gebrachlt wondten enl zal1 warden overge-
gaian tot een inkrimping van die huiiidige uit
gaven zonder met net zociken naar nieuwe
brannen van1 inkomsten op te houdlen. Er zul
len geen nieuwe posten warden geschapen'.
Bet rijjksimdlnistme is van meening, dait
met alle mogelijlke midelen moelt gestreefd!
wordeni, maar het linlhalein der tekorten op de
spoorwegan en de posterijen.
Ten slotte heeft net kabinet met algemeene
stenwnien beslolten dfen minister voor econo
mische zaken op te drageni onverwijld1 op
denl igronidlsTag van- het rapport der socialisa-
tie-oomimissie een onitwerp-wet over die socia-
lisatie van het mijlnibedirijf in te dienen.
DE NIEUWE PRESIDENT VAN
FRANKRIJK.
Alle Parfjsche bladeni. behalve dlie van de
uiterste linikerzijdle, zooals de „Hlumanaltb",
judchenl de verkiezing van Mii'lleraind toe.
De nieuwe president Meld van zdjue ver
kiezing in de nationale vergnidlering een- rede,
die herhaaldelijik werd toegejuicht. Daama
defileertiien de afgevaardiigden voorbij dfen
president, die het paleis verlliet om 5 u. 35
mint, en dloor een groote meniigite imelt her-
haalde juichkreten werd begroet. Ge6soor-
teerd; door twee escadrons ruiterij, dleed1 iMfil-
lerand1 zijn dntrede in het Efys6e cm 6 uu. 30
rarn. De president hield de revue over de
troepen en werd; daanma in die groote vergul-
de zaal gelcid, waar generaal; Dubai}, groolt-
kanseliier van het Legioen van Eer, hem die
insignes van het groot corddn van't Legioen
ter hand stelde en hem het lint der orde om-
h'ing. Eenige minuten later ontvingi Mille-
rand den minister van jusltitie, vergezeld van
alte ministers en de oelder-staatssecretarissen'.
In naam dler regeering stelde de minister van
iustitie aani Millerand een schiijlvenl ter
hand, waarbij het kalbinet onltslag vroeg.
Toen de receptie was afgeloopen, begaf Mil
ler and1 zich in eeni open rijtuig naiar de ka
mer van den voamtter dler Kamer van Af-
zing wij
hebben 1
F. L A. T. -auto's
A. DAM Co. TeL430.