DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. In den dommel. Chablis per fi. f 3.05 open en geslotnn, direct leverbaar. fijne bjlep vltte Boupnje. No. 226 BeuderdBtwee en IwintSgwto Jaaivang. 1930. ZATEBDAG WQnbandel V. M. H. PELS. D» MOBBB hestaat n* 3 Made*. Atoonnementsprijs bij voornitbetaling per 3 maanden f 2.—, fir. per post f 2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsrulmte. Brieven franco N.Y. Boek- on Ilandelsdr. v.h. norms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Admlnlstr. No. 3. Redactle No. 33. HoofdrodaoteurT). N. AJDEMA. 25 SEPTEMBER. DlrMeur I 0. U. OlAK. Was het niet Dr. Kuyper, die eens in zijn boekenkast naar een brochure zocht toen er toevallig onder het zoeken een boekske op den grond viel, dat hij zich niet meer herinnerde in zijn bezit te hebben, maar dat zooveel we- tenswaardigs en zooveel bruikbaar materiaal voor zijn propaganda bleek te bevatten, dat hij de brochure maar verder in den steek liet en onmiddellijk voor „De Standaard" een hoefdartikel met betrekking tot den inhoud van dit boekske schreef Er is in der tijd niet onduidelijk op gezin- peelde dat het te juister tiid uit de East val- len van dit boekske aan noogere aardsche machtien zou zijn toe te schrijven. Wij zullen daar maar niet verder over ult- wijden. Ook -wij zochten dezer dagen in onze boe kenkast naar een onvindbare brochure met het resultaat dat er alleen en uitsluitend door de werking der zwaartekracht een dik boek op den grond viel met welks herle- j ons eenige uren heel belangstellend bezig gehouden. Het boek telde niet minder dan 250 pagi nal, het was een omvangrijke verzamehng van adviezen, onderzoekingen, overwegii^pn en conclusies en het toonde op de voorzijde de afbeelding van een fabrieksgebouw of voorraadschuur, geflankeerd door een stoom-; boot en een locomotief. En daarboven stond met flinke letters: Rapport van de Commlssie van Advles voor het in exploitatie brengen van terreinen voor handel en Industrie, ingesteld door den Raad der Oemeente Alkmaar op 23 Augustus 1917. Zooals gezegd, hebben wij dit rapport thans niet voor de eerste maal onder de oogen gekregen. Wij hebben er destijds een drie-en-twintig- tal artikelen in onze courant aan gewijd en kunnen dus niet zeggen, dat de inhoud ons geheel vreemd was. De eerste gedachte die men onwillekeurig bij't weer beschouwen van dit rapport krijgt, is een erg materialistische. Men ziet de fraaie uitvoering, den grooten omvang, de bij het rapport behoorende portefeuille met teeke- ningen en plannen en denkt onwillekeurig: „wat zal dat drukwerk de gemeente een geld gekost hebben." Dan slaat men het boek open en de materi alistische gedachte maakt plaats voor een gevoel van bewondering en waardeering. En men denkt: „wat heeft die commissie destijds haar taak breed opgevat en wat heeft het voornamelijk haren secretaris, den heer P. A. de Lange, een moeite en arbeid gekost om zoo'n dd6r en d<56r afgewerkt van alle kanten bekeken en van alle kanten toegelicht pport uit te kunnen brengen!]' En wa heden ten dage nog raadsleden zijn, die niet weten wat een veem is. Of misschien weten zij het nu wel, want de heer de Lange heeft juist dezer dagen aan de plaatselijke pers meaedeeling gedaan van net feit dat, dank zij den vooruitzienden blik van een bankinstelling, in Alkmaar thans een veem opgericht is. Er was aus werkeliik behoefte aan dit veem. Het rapport heeft net immers gemeld. De gemeente deed niets en belanghebbben- industrieSn gemakkelijk, moedlgt men haar aan? Het kwam ons ter oore dat de eigenaar van een groote fabriek hier ter stede er niet over dacht uitbreiding of overbrenging van zaken naar de in het rapport der raadscommissie aangeduide terreinen te overwegen, uit vrees, dat nij daar van God en alle goede menschen verlaten, van de buitenwereld afgesloten, en zonder voldoende verkeerswegen, zonder laad- wat daarin vooral treft, dat is het opti- misme en vertrouwen in de naaste toekomst, het vertrouwen dat, nu de commissie na uit- voerig onderzoek op degelijke gronden een advies geeft, de Raad niet zal aarzelen de ge- geven wenken zoo spoedig mogelijk ter harte te nemen. Er is een oud versje was het niet van Piet Paaltjes? dat spreekt van de drie studentjes, die zoo blij en vol vertrouwen de wereld instapten. En de wereld trapte ze dood. Dat versje moet ook den samenstellers van het raadsrapport wel eens in de gedachte zijn gekomen. Ze brachten zoo voldaan over hun moeite- vollen arbeid, zoo vol enthousiasme over wat zij voor Alkmaar het beste achtten, hun rap port uit, zij wezen met uitgestoken wijsvinger den weg aan die onze vroede vaderen vroede moederen waren er in 1918 nog niet moesten inslaan. En de Raadtrapte ze dood. Of liever: de Raad zweeg ze dood, wat nog erger is. Het rapport werd uitgebracht op 1 Augus tus 1918. Wij zijn thans in Sentember 1920 maar zoover wij weten heeft dit rapport in onzen gemeenteraad althans in openbare zitting nimmer een onderwerp van bespreking uit- gemaakt. En onwillekeurig komt dan de gedachte: waarvoor was het noodig een kapitaal voor onderzoekings- en drukkosten uit te geven en van een zevental ingezetenen, voornamelijk van den secretaris der commissie, zooveel moeite en zooveel arbeidskracht te vergen om een rapport in het leven te roepen, dat &n oogenblik de algemeene aandacnt trekt en vervolgens in den grafkelder van alle doodge- boren plannen bijgezet wordt. Zal dit rapport nog wel ooit in behandeling komen of zullen de toestanden zich zoo wij- zigen, dat, wat in 1918 als noodzakeliik is voorgestela, niet meer mogelijk zal blijken. dan wel dat het particulier initiatief reeds tot stand bracht wat de gemeente verzuimde? Zoo wordt in het rapport onder meer den Raad op het groote nut van een veem gewe- zen. „Want, zegt het rapport, de voordeelen wel- ke een veem den handel biedt door de beleen- baarheid der daarin opgeslagen gocderen, werden zoo algemeen erkend, dat iedere toe- lichting overbodig kan worden geacht." Ondanks dit overbodig achten van elke toe- lichting zou het ons niet verwonderen, dat er den hebben zich zelf Het veem kan gesenrapt worden uit de de siderata welke den Raad op 1 Augustus 1918 in ernstige overweging zijn aanbevolen. En in den loop der jaren, wanneer men, het wachten moede, w66r zelf de handen ineen ge- slagen heeft, zal wellicht blijken dat nog meerdere desiderata kunnen geschrapt wor den, omdat het particulier initiatief tot stand bracht wat de Raad niet eens een punt van bespreking en overweging waardig oordeelde. Het is wel eens interessant en niet al leen interessant nog een9 in het rapport te bladeren en van het optimisme der commis sie te lezen. Van haar optimisme en van de kracht waarmee zij het den Gemeenteraad toeroept: „weest paraat, wacht niet tot het te laat is", „do it now", zouden de Engelschen kort en kernachtig zeggen. Kan dit rapport, aldus de commissie in haar conclusies, ae goedkeuring van den Raad wegdragen, dan vreest zij van's Raads zijde niet het bezwaar, dat de nuidige tijd er niet naar is deze groote uitgaven te vfiteeren. Dat is het argument van den kleinmoedige. De Regeering heeft, ondanks steeds druk- kender wordende uitgaven en lasten, niet ge- aarzeld tot uitvoering der Zuiderzeeplannen te besluiten. Alkmaar spiegele zich aan dat voorbeeld, het zor^e paraat te zijn en gorde zich tijdig ten vreedzamen strijd met de zusteren. Het is alles voor doovemans ooren gespro- ken. Alkmaar doet niets, hoort zelfs niet eens, dat er iets gezegd is. Dezelfde man, die vol vertrouwen in de conclusies van het rapport destijds den Raad op de no#lzakelijkheid van waakzaam en actief zijn heeft gewezen, heeft nog dezer da gen, toen hiji de oprichting van een veem meldde, daaronder zijn teleurstelling over de kortzichtigheid van Alkmaar's bestuurderen uitgesproken. In den treure, zoo schreef hij, kan herhaald worden: Alkmaar is voor den handel gunstig gelegen. wanneer slechts de kleinere water- wegen daarheen bevaarbaar worden gemaakt, zoodat de producten naar Alkmaar in kleine vaartuigen kunnen worden gebracht en daar tot ladingen worden samengevoegd. Nog is het tijd aan dit werk de band te slaan, maar spoedig zal het te laat zijn. Thans heeft Alkmaar alleen het voorrecht aan groot vaarwater te liggen, maar het is te vreezen, dat Alkmaar te laat zal inzien, welke kansen het heet laten verloren gaan. Wat is er tot dusverre terecht gekomen van' al de breed opgezette plannen tot het koopen en inrichten van terreinen aan de Hoornsche Vaart? Toen er onlangs in den Raad sprake was van het daar geven van grond in erfpacht aan de N'oord-Holl. Vereeniging „Het Witte Kruis" en de heer De Lange in een adres op het gevaar voor verstoring van de in zijn rap port vervatte plannen wees, heeft de wethou- der van publieke werken medegedeeld, dat een mogelijke uitvoering dier plannen door het afstaan van grond voor den ontsmetungsoven niet in gevaar gebracht zou worden. Toen was men dusbijna.... tot een be spreking van die plannen gekomen. Maar de Raad nam met de mededeeling van den wethouder genoegen. Men verdiepte zich weer in een urenlang debat over een gratificatie aan den Burger- wachter of het aantal dienstjaren van een zdoveelsten opzichter bij de gemeentewerken. Wenscht men dan in Alkmaar een stadje van melk en kaas te blijven? Wenscht men geen nieuwe industrieSn om de arbeidersbevolking niet te vergrooten? Maar laat men dan onderscheia maken tus schen de industrieen die tijden van werke- loosheid en zij die uit den aard hunner pro- ductie een bloeiend leven belovcn. De arbeider van nu is niet meer die van enkele jaren geleden. Hij is de man met dik- wijls ruime verdienste en de gemeenteliike be- lasting omvat er velen, die vroeger buiten schotkonden blijven. Waarom deze nieuwe belastingbetalers ge- weerd en de offers der ingezetenen daardoor zwaarder dan noodzakelijk gemaakt? Of laten wij het liever zoo zeggen: waar om dan niet de hand aan den ploeg geslagen en in onze gemeente de beste voorwaarden voor de ontwikkeling van handel en nijver- heid geschapen! Niet alleen nieuwe Industrieele onderne- mingen zullen door deze laksche houding tot vestiging in Alkmaar worden afgeschrikt, ook de eigenaren van bestaande moeten on willekeurig den indruk krijgen. dat de aan- weziglieid van hun bedrijf in deze gemeente onze bestuurderen koud laat. Maakt men het de reeds hier gevestigde en losplaatsen voor schip of spoor, als op een onbewoond eiland zou zitten. Omdat de Raad immers absoluut geen blijk van belangstelling in het bevaarbaar en be- geerbaar maken van deze terreinen heeft gegeven. Hoe angstvallig blijft men hier ter stede aan alle mogelijke verordeningen vasthou- den en voor den aangevraagden bouw van een nieuwe schuur, een nieuwe opslagplaats of wat dan ook, passen en meten en nog eens meten z66veel meter van dit af en z66veel meter van dat af totdat soms de aanvra- ger het maar opgeeft, omdat al dat bureau1- cratsch gedoe en al dat lange wachten de uit breiding van zijn bedrijf eenvoudig onmoge- lijk maakt. Is het niet teekenend voor den indruk dien Alkmaar wekt, dat wij een onzer industrieelen onlangs een vergelijking hoorden maken en hij daarbij, vol overtuiging uitriep: als iik morgen mijn fabriek naar een andere ge meente wilde overbrengen, dan word ik daar hartelijk welkom geheeten en vind er in alle opzichten de meest mogelijke tegemoetko- ming. Biedt Alkmaar, zoo wordt ergens in het rapport der commissie gezegd, nu de veranr derde en sterk vermeerderde productie der omgeving geplaatst is voor nieuwe proble- men, terreinen en opslagplaatsen aan, dan zal het anderen plaatsen zeer moeilijk vallen haar later een deel van den omzet te ontne- men. Het leven vraagt hoe langer hoe meer krachtig aanpakken, vlug handelen, rroed re- kenen en dan iets wagen als de gevolgen te overzien zijn. Welke paarlen zijn hier voor de raadsleden geworpen! Het is mogelijk al is dit nimmer ge- bleken dat de Raad het om de een of ande re reden met de conclusies van het rapport niet eens is. Maar mag dat dan een reden zijn om de zaak maar dood te zwijgen? Reeds de commissie neeft het den Raad destijds toegeroepen: deugt het rapport in uwe oogen niet, wilt dan der commissie uwe critiek niet sparen en gij zult haar bereid vinden haar werk te herzien. Dat werd gezegd op 1 Augustus 1918. De Raad sliep. Nu wijst onze kalender 25 September 1920. De Raad slaapt nog. Welterusten. Buitenlandsch Overzicht Nadat in het begin dezer week was bericht, dat de eerste zitting van de vredesdelegaties in Riga had plaats gehad tot onderzoek van de volmachten, is verder niets van het vredes- werk in Oost-Europa gehoord. Verondersteld moet worden. dat er verder nog niets is ge- beurd, omdat de Russen er niet de menschen voor zijn om de besprekingen ioi 't (gehekni te houden. Er zit veel te veel propaganda voor hunne beginselen in. Het bericht van den voorzitter der Poolsche delegatie aan zijn mi nister-president. dat hii een gunstige wen ding in de onderhandelingen voorziet, zal dan ook wel bedoelen, dat hij goede hoop op een gunstig resultaat der besprekingen koes- tert. Een gunstige wending toch zou er pas kunnen komen, als er een minder goed begin was gewcest. Een bericht van „Politiken" sterkt ons in onze opvatting, waar het spreekt van het goede vertrouwen van Polen s minister van oorlog in de conferentie. Het bericht zegt, dat de minister de gedeeltclijke demobilisatie van het leger heeft gelast, vertrouwende, dat Rusland op de conferentie van Riga de sou- vereiniteit van Polen zal erkennen en dat de toekomstige grenzen van Polen en Rusland te Riga definitief vastgesteld zullen worden. De economische kwesties kunnen eerst na de on- derteekening van de vredas-preliminairen be- wilden aanvallen, maakten de Polen 1100 ge- vangenen. De aanvallen der bolsjewiki bij Odellsk en HOoeetnimie werden teruggesiagen. De sector Proeszanny is op het oogenblik het brandpunt der gevechiten. Hier hebben de bolsjewiki hun nieuw aangevoerde troepen geconcentreerd. Aan het Noordelijlc deel van het front vech- ten de Litauers duchtig mee en schijnen zij nog meer nieuwe troepen in het veld te bren gen. De onderhandelingen tusschen Polen en Litauen zijn, gelijk wij meldden, afgebroken, omdat volgens de Polen de andere partiji tie veeLeischeffld1 was. Maar bovenri'ien' 'makeni zij er den Litauers een verwijt van, dat zij de uit Pruisen vluchtende Russische soldaten doorlaten en aan de Russische legers toeston- den een deel van Litauen te gebruiken als operatiegebied, een voorrecht, dat aan Polen geweigerd werd. Dat is een gevolg van de welwiflende neutraliteit. Als het verlangen van de eene partii wordt ingewilligd, vraagt de andere hetzelfde en bij weigering krijgt men kwestie. Voor Litauen is het te wenschen voerenden, groot gevaar oorlogsgebied worden en dan kon het wel eens als het ware een vazalstaat van Rusland worden, waar aan het zich pas ontworsteld heeft. De Russen hebben inmiddels ook aan de operaties van generaal Wrangel hun aan- dacht tie sch'enkerl, want dieze warden steeds dreigender. Met ae hulp van de opstandige boereni breddt deze generaal1 zijoi igebied! voort- durend uit ten koste van sov]et-Rusland en maakt daarbij tal van gevangenen, nu pas weer in het district Alexandrofsk een heele bolsjewistisce divisie. Maar de Russen zijn nog niet verlegen. Als echte vechtjassen bereiden zij zich steeds voor op nieuwe oorlogen. Mogen wij een bericht nit Sebastopol gelooven, dan voeren zij nu een aanval op Indie in het schild, als een rechtstreeksche aanval op Engeland's macht. Buitenland datgene terug te krijgen, wat Rusland onder het tsaristiscn regime aan kunstvoorwerpen en documenten uit Polen heeft weggevoera. Uit dit bericht blijkt dus wel, dat de onder handelingen nog niet zijn aangevangen. Intusscnen duren de vijandefijkheden voort. In den sector tusschen den Dnjestr en de Pripet naderen de Polen ten Zuiden van Pinsk, na de inneming van Ljoebasjof, de ri- vier de Styr. De Bolsjewiki werden teruggeworpen i op Roshangi. Bij de aanvallen der bolsiewisti- sche troepen, die ten westen van Wolkowysk DE O'NRUST IN IERLAND. Behalve te Balbriggan, waar, zooala ge meld, de politie-agenten als wilden optradeo, hebben zij zich in Carrich-on-Shannon alles- behalve gedragen gelijk men mag veronder- stellen van menschen, wier taak het is de orde terug te doen keeren. De agenten zijn er n.l. '8 morgens in de vroegte op uit getrokken, om dat de bewoners hun en nunne familie niet meer mochten verkoopen op last der „vijan- den", die hen aldus poogaen dood te honge- ren. De agenten drongen de huizen binnen en rnishandelden de inwoners, die zij aansprake- lijk achtten voor de boycot. In hun nachtge- waad werden drie mannen uit hun huis de straat op gesleept. Eerst dreigden zij hen te zullen doodschieten. Doch zij vonden het bij nader inzien verstandiger hen niet te dooden, doch op hun1 knieen te laten zweren, dat de boycot van die politic opgeheven zjou worden. Ook te Tuam gebeurden deze dingen. Daar hadden de agenten het meer speciaal op den president van de Kamer van Koophandel be- gTepen. Zij lieten hem een verklaring onder- teekening, waarbij hij zijn ontslag nam als president van die Kamer. Dat dit niet op zachte wijze geschiedde bewijst, dat de ex- president thans ten gevoige van de slechte be handeling met zware koortsen te bed ligt. In Youghal en Oalway kwamen dergeliike tooneelen voor. De ^Westminster Gazette" schrijft, dat de politieagenten daar door de straten liepen en hun revolvers „ontlaad- den." Terwijl aldus de politie wraak neemt, hon- geretaakt de burgermeeater van Cork onver- poosdi vaart. En dluiurit die pennesltl1ijd, over dfen hongerstakenden burgemeester voort. Over het algemeen genomen kan men zeggen dat de burgemeester van Cork de sympathie heeft van ae buitenlanders. Die redeneeren natuurlijk: demand, die zoo voor zijn over tuiging wil lijden, moet bewonderd worden. zijn zaak moet een goede zaak zijn Een Engelsche kapitein komt daar in de „Temps" tegen op. Ete -Temps" had n.l. eeni ge dagen geleden geschreven, dat Mac Swi- ney om zuiver politieke redenen gearresteerd was. .,Dat is niet waad", schrijft de Engel sche kapitein. Mac Swiney is een van de ae- tieve leden en organisatora van het opstan- delingen-corps, dat zich den naam gegeven heeft van Iersch republikeinsch leger. In dat leger heeft hij den rang van generaal. Hij voert het bevel in het district Cork. Tegelijker- tijd bekleedt hij de functie van lord-major van Cork, als ambtenaar van de Britsche regee ring, hoewel het Iersche republikeinsche le ger zich in etaat van oorlog heeft verklaard met die regeering. Hij beikleedt dus tegelijker- tijd twee functies, die een man van eer niet tegelijkertijd mag vervullen. Op het oogenlblrik van zijoi arrestaltie presi- deerde Mac Swiney een bijeenkomst van commandanten van het Iersche republikein sche leger, welke bijeenkomst door moest gaan voor een offieieele bijeenkomst ten stadhuize. In zijn bezit heeft men gevonden de geheime code in gebruik bii1 de auitantedtem. Nabij Miltown is het Iersche graafschap Qare werden Woensdagnamiddag zes agen ten van het hulppolitiekorps, die op patrouil- le waren, van uit een hinderlaag beschoten. Vier agenten werden gedood, een vijfde le- vensgevaarlijk gewond, de zesde wordt ver mis! De chaufreur van een te hulp gesnelde lonie met militairen werd later ook doodge- schoten. De militairen arresteerden 36 ver- moedelljke daders. 'Uit' weerwTaak stakteni dfen! volgend'en1 nacht poMeageniten) in uniform zeven huizeni in ae stad in brand, alsmede enkele huizen in naburige plaatsen. Vele inwoners namen de vlucht. DUITSCHILAND^Sl FIN1ANCI5N. Db Duitsche RSjkskahineisraad' heeflfc be- sioten1, dlat die belastimgwetteni, welke die nia- tioniale vergadering "heeft actetergelaitien, on- voorwaairidieilijk zullen warden doorgezet, ook het ,^eicfasniotapfer", waarvan een aanzien- lijfe deel; «Joor eeni speciale wet spoedig aan het rijlk ten goede zal worden gebracht. Voonts moet de positie van dfen minister van financieni dm het rijksmimisterie versterkt wor den en zijtni invloeid op die fioiancieeie gedia- gingetn des rijiks uttgebreidl iwordleini, diaar het uooidig is tea" voorkomiag van een staatsban- lcroet een1 siiilstand in de toenemiug der uit gaven te brengen en deze, zoo mogelijik, te vermindleree. Op de gewotne begrooting voor 1921 zullen din beginseli geen nieuwe uitga ven gebrachlt wondten enl zal1 warden overge- gaian tot een inkrimping van die huiiidige uit gaven zonder met net zociken naar nieuwe brannen van1 inkomsten op te houdlen. Er zul len geen nieuwe posten warden geschapen'. Bet rijjksimdlnistme is van meening, dait met alle mogelijlke midelen moelt gestreefd! wordeni, maar het linlhalein der tekorten op de spoorwegan en de posterijen. Ten slotte heeft net kabinet met algemeene stenwnien beslolten dfen minister voor econo mische zaken op te drageni onverwijld1 op denl igronidlsTag van- het rapport der socialisa- tie-oomimissie een onitwerp-wet over die socia- lisatie van het mijlnibedirijf in te dienen. DE NIEUWE PRESIDENT VAN FRANKRIJK. Alle Parfjsche bladeni. behalve dlie van de uiterste linikerzijdle, zooals de „Hlumanaltb", judchenl de verkiezing van Mii'lleraind toe. De nieuwe president Meld van zdjue ver kiezing in de nationale vergnidlering een- rede, die herhaaldelijik werd toegejuicht. Daama defileertiien de afgevaardiigden voorbij dfen president, die het paleis verlliet om 5 u. 35 mint, en dloor een groote meniigite imelt her- haalde juichkreten werd begroet. Ge6soor- teerd; door twee escadrons ruiterij, dleed1 iMfil- lerand1 zijn dntrede in het Efys6e cm 6 uu. 30 rarn. De president hield de revue over de troepen en werd; daanma in die groote vergul- de zaal gelcid, waar generaal; Dubai}, groolt- kanseliier van het Legioen van Eer, hem die insignes van het groot corddn van't Legioen ter hand stelde en hem het lint der orde om- h'ing. Eenige minuten later ontvingi Mille- rand den minister van jusltitie, vergezeld van alte ministers en de oelder-staatssecretarissen'. In naam dler regeering stelde de minister van iustitie aani Millerand een schiijlvenl ter hand, waarbij het kalbinet onltslag vroeg. Toen de receptie was afgeloopen, begaf Mil ler and1 zich in eeni open rijtuig naiar de ka mer van den voamtter dler Kamer van Af- zing wij hebben 1 F. L A. T. -auto's A. DAM Co. TeL430.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 1