Alkmaarsche Courani
De Arcisterdamscfie week.
In onze straat.
liodepraatjes van sen Parislanaa,
Zaterdag 30 October.
Fenilleton.
Honderd Twee en Twlntlgste Jaargang,
Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
Intusschen wendde mevrouw Bean zich i n
oiuud toe oopaie:
„i» uoop, uut er niets achter steekt. Ik houd
evcuveei van een praatjC ais een anuer, nu.ur
zoo er eem^e gromi voor net vernaal to, oetee-
keat net on6etuk voor de tnroee«s. net zal
a..es nagepiozen worden.
„z.ouut u near niet kunnen waarschuwen
opporue oopnie.
Mevrouw Bean schudde het hoofd.
„iVien moet iemand niet zeggen, dat hij in
een put zit, tenzij je iets kunt doen om ne.n er
uu te naien. En er is niets dat ik doen kan,
voor zoover ik zien kan. Och, ik denk, dat net
een praat,e zal zijn, dat zijn naturulijken
dooa zal sterven," oesloot de altijd hoopvolie
vrouw.
„0," riep Sophie, het pad afkijkend, „daar
komt mijnueer biroeck!
Mevrouw Bean liet hem binnen en hij ging
door de gang naar de kleine, opzichtige salon
op zijn plechtige, zeer domineesachtige wijze,
die een groote mate van zenuwachtigheid ver-
borg en hij zeide met zijn gemaakte stem
„Tk kwam mijn eigendom halen, ha, ha!
Maar mijn vrouw is zeker al weg, juffrouw
Watson.
„Ja," zei Sophie, min of meer onbdiaag-
lijk,. omdat zij wist van het schandaal aan*
gaande hem.
„Wilt u niet een kopje thee?" vroeg me
vrouw Bean, het water Icdokt. Het is volstrekt
geen moeite.
•Is isdsr geua.1 ksa js aiet* «ggca", hex-
nam mevrouw Bean cpgcschriikt uit haar
v.ouiJijUe i.c.'j.e'.cuuinvia. ..iviaar zoo'n sulflferig.
iuuiJ* ais zaji .3 out, het is belachdijk
„jazu ieptiit w.ozohd. het is een af-
scheJne.ijike gv-auue van o.is".
Da&.ui^ se..e.uuen uj, ztu ongerust. Maar
zij zcu^e.i ncg cn0t. us.n^er guweest zijn,
a.s ziji hcu.Sw haaijen kun„en> zien, zooals zij
tnOi u^ar ucojm cmuer Oe lait^ns iag, aitijid
maar wetr naar geu-nen cpzeggena. En em-
oea.,1., wtrd net Lo.i^er^ag naar vrije avondi,
oa, zij met s OuGig naar en ome'ke wangen
ouieeiii ae ac.k a,s een dwaas Meld van ge-
gu.gi op het tiifide van a_n eiais. stond te
wa-h.en. tie! gehccr was iklein en Gie enkete
gedaan ten met naae g-unniende regenscner-
men en parap.u.e s waren spoeaig uit het ge-
ZiCni,. to.n kwa.n ae preOAant aheen naar
ouken en Louise ver.cor naar strakke hou-
ding van verwachiing.
Mijindeer Birheokmijnheer Benjamin
riop ze, maar haar s.em was zoo schor van
zthniwacheiighiid dat ze ,niet veer genoeg klonk
om Gie zware, geiijikmaiige voetstap tot staan
.■te hrengen en in wanhocp liep ze de predi-
kant ua, greep aen s.ip van zijn overjas en
hield die vast tot ze weer bij adiem was.
„Laat me Los", zei mijnheer Birbedc met
verschrAve dkJv.i'giheid. Toen keerde hij zich
om en zag wie het was. Louise!"
„Je hern me nooit gezegdi, waar je woon-
de, anders zou ik geeni be trekking aangeno-
men hebben in de Tuinstraat. Maar ie hebt
me ncoi't gezegd, waar je woondie. Moeder
zei altijdi dat jc in de hoogte zoudt gaan en
liet dat ook zijn gang gaan en ik wilde ze
ker guem hindenpaal zijln. Maar ik kan niet
hn'pm, dat ik schrikte, toen ik ie in de salon
van mevrouw Bean zag. Ik scneen weer op-
eerus terug 'ie zijn in den tijdi, dat ik een klein
uk'taje wrs en jij voor vadier Zaterdags
kraalert) suhcoi, voordat je de studiebeurs
krug"
„Dat hebben we alles Laatst al besproken,
toen ik een eindije met je liep', zei mijlnheer
B;rbeck onrustig. „We zijn natuurlijk neef
en nidit, maar het is zoo moeilijk in dezen
tijdi het eene deel van de familie gaat de
hoogte en het andlere de liaagte in; en wat
zouden' mijn vrouw en de gemeenite zegglen
Arme manHij stond tegenover een groo-
ter maatschappeiiijik vraagstuk dan hij kon
oplossen en Louise deed haar mond open als
een uitgeput vischje, maar er kwamen geen
woorden; de slapelooze nacbten en d:mkke
dagen hadiden haar zenuwachtig gemaakt en
zij hijgde:
^Mevrouw Bean vroeg me, of ik je vroe-
ger wel eens gezien had, maar ik /ei „neen".
Ik heb gelogen en als de wereldl verging, zou
ik naar de hel gaan" haar stem daalde
bij het vreselijike woord „Grootooeder
zei altdjdj, en daarover heb ik die geheele
week gedachit en toen het gisteravond on-
weerdd, ging ik' bijna dood van angat". Zij
hield) op en barstte toen lbs: „Je bent een
prodikant. Jij weet het. Wat moet iemand
doen, als hij! gelogen heait
Hfet was zoo stil op straat, dat men den
regen op de natte steenen) kon hooren vallen
de klok luidide saai het kwartier: ,gKling,
klang, kliank, klink", terwijll in de ziel van 'n
nuensch een sfcrijd tusschen goed en kwaadi
gevoerd werd en eenJ eenvoudig dienstmeisje
er bij stond, om voor alitijd in haar ziel het
taken van die oyerwinning of nedjerlaag te
dragen.
Een groote verbazing kwam in haar klei
ne,, groenachrige oogen, toen mijlnheer Bix-,
beck ziin weaken mond een oogenblik met zijn
hand oedlefcte. Toen scheneni zijln woorden
los te breken. „iH!et zal miin ongeluk zijn
Wies", zei hij) en in zijn ellendle keerde hij
weer terug tot den naam uit zijn kindertijd.
„Heel graag, nu u zoo vriendelijk is", zei
mijniifi^r BirbSk. die vacadnllande families in
PAR'IJS, half October.
XII.
Nu ik mi|n oude wintergarderobe voor den
dag heb iaitn halen en mijn gedachten al
heel veel in beslag worden genomen door
id6ea voor ten nieuwe „uitruating" voor de
zen nieuwen winter, denlk ilk wel eens, hoe
graag mijn Hoilandsch nichtje nu met haar
Parijsche tante boodschappen zou doen en
rondsnuflfelten in het Luilekkerland voor iede
re vrouw: het modehoekje van Parijs. Ik zal
erg mijin beet doen, je alles zoo duidelijk mo-
gelijik voor te ateilien. Ga in gedachte maar
met mij mee.
iDenlc nu niet, dit we naar een „Grande
Couturifcre" gaan, om daar een faeele serie
.toiletten te kiezen en te bestellen naar de
model len die de 'Mannequins ons met natuur-
lijike of gemaakte gratie aan hun wiegelende
lichaampjes vertoonen. Ik zal je het geheim
van de Parisienne maar vertdiappenwe ikii-
iken goed) uit onze oogen bij; onze Granae
Couturiere en bestellen bij haar een) tailleur,
dien we onmogelijik onze huisnaaister kuinnen
laten maken en bijv. een van die somptueuse
avondtoililettienv waarvan de stof en de coupe
z66 nieuw zijn, dat de eene nog niet te koop
is in de magazdjnen en de petite couturiere
van de andere den slag nog niet beet heeft
drapeering bijv. en, dan maken we met de
hulp van ons geheugen, onze phantasie en
onze kamenier bit een handig naaistertje ales
wat er nog aan onze garderobe ontbreekt in
liuis. Alls je eens wist, hoeveel van de toilet-
ten', om hun buitengewone elegance en origi-
nanteit in de mondaine tijdscliriften afge-
beeld, op die manier ontstaan zijnNiet ven
der vertellen hoor, 't geheim van de Parisien
ne!
Je ziet op straat wel, dat ParijS niet in-
eens is omgetooverd in een mode-stad, winter
1 Q20-'21we dragen hier heusch wel1 klee-
de straat bezocht had, welke te beschaafd
waren om hem thee te presenteeren, omdat ze
geen koexjes hadden, ot omdat de mooie terk-
pot niet gepoetst was of omdat de tweede meid
uit was. „fiet zal heel lekker en smakelijk zijn
zooals in de advertenties staat."
Sophie lachte even omdat dit blijkbaar van
haar verwacht werd en een oogenblik later
kwam mevrouw Bean weer binnen.
,,Mijn dienstmeisje is nu beter. Zij zal da-
delijk uw thee brengen. Zij heeft den geheelen
dag te bed gelegen, ofschoon ze pas Maan-
dagavond gekomen. is."
„Het is een moeilijk ding om een goede
dienstbode te krijgen," zei mijnheer Birbeck
met een belangsielling voor de zaak, die de
hoogsten hebben, als ze in onze straat wonen
het is van zooveel belang voor ons.
„Ik hoop maar begon mevrouw Bean,
met de handiglieid door langdurige oefening
verkregen, brak ze af en zei onverschillig,
toen de meid binnenkwam: „Mooi weer voor
den tijd van Bengyriep de meid en de
eerwaarde Handsley B. Birbeck werd bleek-
groen, terwijl de B. van zijn handteekening
als een beschuldigende geest voor de oogen
van mevrouw Bean en Sophie opdoemde.
„Wat beteekent dat, Louise", zei mevrouw
Bean met zenuwachtige gestrengheid, ..zoo
binnen te komen en te Idjken? Zet bet thee-
blad neer en ga heen."
De arme kleine Louise keek droevig van
den een naar den ander, maar er was iets dat
haar trof in het bleeke, zachte en mooie ge-
laat bij het venstergordijn.
>yIk ik zeg alajd Bengy'" als iets me
doet schrildken", 'huilde ze eindelijk, ,dat heb
ik altijdi gedaan".
Toen ging ze weg en mijnheer Birbeck
dronk vlug zijn thee uit en praatte heel dnik
over den bazar en diaama blewen Sophie en
mevrouw Beaa samen-
„W, zei Sophie.
ren van em vorig jaar...alleen, kw
pen geen oudenvetsche dingen, omdat we
veel te graag iets heelemaal anders hebben
en vertoonen w'llen; en een' nieuwe mode is
nu eenmaal altijd ,Jaeelt*maal anders" dan
een vorige.
'Nlu't nog niet koud is, gaan we nog uit
„en taille", maar die straatjaponnetjes zijn
weer h^el verschillend van die we 'b morgens
of's middags in huis aan hebben. Ze do n
even aan eeni mantel denfcen', heeten dan ook
,.robe-manteau", hebben een kraag, dikwij's
hoogopstaand en' soma revers en panneaux,
die aan een mantelschoot herinneren.
'De robes-manteaux, dat zie je bij mijin ecu-
turkre op de Champs-Elysdes daar en c-p
dc Place Vendome zijln de groote modehui-
zen voor de toiletten, in de rue de la Paix de
meeste modisten zijn gemaakt van satijia
of soepele wollen stofvelours de laine of La-
ken, het glanzende amazonelaken, dat we bij
na vergeien waren, omdat het een speciaal
Franscne stof is en de lakenfabrieken stop-
gezet waren, die.laatste vele jaren. Maar nu
zullen we het dan weerzien net satijnige la-
ken en we zullen' er robes van hebben, model
redingote. de taillle laag en gemarkeerd door
een gedrapeerde ceinture, de rok e fieri soms
op zij iets wijlder, door een paar pHooien of
een draperie „cn mouchoiP', a's een zakdoek,
aan een punt opgehangen, die veelal langer
zal vallen dan de rok. Dit is heel typisch
voor alle robes voor ochtend, middag of
avand': de rok zelf is kort, maar de midinette-
allure wordt weggenomen. doordat panden,
drapeeringen en ceintures de rok langer doen
scfajnen.
IDe robe-manteau zal dikwijls van satijn
zijn en eent hooge' kraag in den vorm van een
cachenez hebben, ook zoo gedrapeerdi; de
taille heeft een wcinig ruimte, die zich voorb-
zet in de voor- en acnterbaan van de rok, de
,^ijpanden" zullen glad zijln, langer dan de
rok. en van ondcren in de rok teruggeslagen
'n breede ceinture om de heupen wordt op zij
met groote knoopen van schilpad gesloten;
de slip van de cachenez-kraag heeft een fran-
je van apehaar, evenals de lange nauwe
mouwen, waarvan de franje op de handen
valt. IDe groote hoed van hetzelfde satijin als
de robe heeft ook dezelde franje als gamee-
ring.
Je ziet dat satin-cirf (gewast satijn) ook
wordt gebruikt voor de robe-manteau en dan
zie je ook, dat een mode soepele drapeering
den indruk van een aviateurs-pak moet weg-
ncmen. iHet corsage-gedeelme kruist onder cen
groote bontkraag, dat boot herhaalt zich
ondieraan de mouwen en langs de „dlrap£ en
mouchoir" op zij.
'De echte tailleur hedft een nauwe rok, die
fewoonlijk glad io, behalve some een grocp
jne plooitjes aan beide zijiden; de mantel,
waarvan de taille aangesloten en lang is,
heeft een lange, famdijk wijlde schoot en niet
meer de wijide zaken oi andere breedl makent-
de garneeringen op de heupen. De mantel ia
bijna zoo lang als de rok en heeft meestal een
hooge kraag van dezelfde stof of van bont,
dat dan ook langs de mouwen wordt gezet en
aan de zijpandten van den mantel.
iNHi gaan we de „grande robes" zien, de
dclat-makende treaties van mijn couturiere
of eigenlijk is de ontwerper meestal een man
zou net zijln', omdat onze toiletten ook weer
door den man geapprecieerd moeten worden?
Heel typisch wordt de nieuwe Idjki aange-
geven dbor een robe van goud-doorweven
stof, het corsage is van voren tamelijk hoog.
van achteren n661 laag uitgesneden, de stof
dwars, evenals van de overrok met sleep
rechits; die rok, rechts in de taille opgenomen
met een paar plooiem, vanaf de linker zij de
achterlangs steeds langer wordend eindigend
in die sleep, bedekt bijna geheel het onderste
kortere rokje, in de lengte van de stof ge-
knipt. 'De vieux-blieu avondmantel van ve
lours de soie, met een kraag van chinchilla
vomit met die schitterende robe een' wonder-
mooi geheel.
Teder toilet heeft zdjin naam alsof het een
pereoonlijkheid was, meestal heel toepasselijk
gekozen: „Quelques f.eurseen drapeering
van fluweel van een diep bisschoppe'.ijk violet
op een kanten lijfje, waarop een groote toufle
kanmijin-roode rozen, die een ware kleuren
symphonie vormen met het violet van het f u-
weeli ,.Demifcre heure" een1 prachtige drapee
ring van velours panne (soepel glanzend zij-
die-liuweel) vanaf de rechtdr scnouder val-
lenid. links in de taillle opgenomen met een
slinger rozen, van achteren een puntsleep vor
mend De fourreau (onderjapon) van wit sa
tijn is gevoileerd doCr witie tulle; 't lijfje
wordt opgehouden door bretelles van zwarte
tulle met diamanten, waarvan de een een
groote strik in de taillle vormt en de sleep van
fluweel volg-t.
„Ooh, vraag mS nieis. llcw eet niet wat ik
demken moet. ik wil nieis denkern", antwooad-
de mevrouw Bean, haasdg het theegoed bij
elkaar zettend.
,gNhii, dan zal ik het ook niet doen, als ik
•het laten kan", zei Sophie, hij het afscheid
nemen.
Louise keek naar het witte electrische licht,
dat aan den hoek schitterde, toen werd haar
houding strak van een genomen besluit en zij
duwde een druipende massa van stroo en lint
van haar voorhoofd weg.
„Goed, ik zal je niet meer lastig vallen",
zet ze. „Maar o, Benjamin stamelde ze,
„die nachten
Mijnheer Benjamin nam zijn hand van zijn
mond weg en richtte zich op.Een stroompje
water liep als inkt langs ziin neus en hij zag
er minder heldhaftig uit, dan een held ooit
deed, maar in-zijn stem klonk iets van den
mannelijken echo van vroegere overwinnin-
gen, toen hij antwoordde
„Kom, Louise. We zullen het samen aan
mevrouw Bean gaan vertellen."
Het huisie was stil en donker, behalve het
licht voor e6n raam, omdat mijnheer Bean
bezig was in boter te reizen en de kinderen in
bed lagen. Sophie was met haar werk geko
men en. de twee vrouwen zaten bij de tafel ge
zellig te babbelen, toen de deur openging
alsof er een wervelwind achter zat en Louise
de karri er hijgend in kwam, gevolgd door den
predikant.
„Louise! Mijnheer Birbeck!" nep mevrouw
Bean uit, terwijl zij opaprong. „Wat is er ge-
beurd?"
Mijnheer Birbeck schraapte zijn keel en
keek weifelend naar Sophie, die dadelijk op-
stond.
„Ik ga heen. Het is mijn tijd," riep zij uit,
gjauw naar de deur loopende.
(Wordt vervoljjd)
I
V*. 256.
1920.
EIJEB SUIKERKAART.
Gedurende de week van 1 November tot en
net 7 November 1820 is goldcg
BON No. 57 van de Rijk* Suikerkaart.
ICED E'D'EELING EN.
Het vooririialig Dktributiebedirijf, Paarden-
markt 10, is voor het publieik geopend iederen
MAANDAG, WOENSDAG an VRIJDAG
ran 8 TOT 1 UUR, en zuika voor big- en af-
schrijving der alhier te vestigen of te vertrek
ken personen, waarvoor men de legitimatie-
kaarten moet medebrengen aisook voor het
▼erkriggen van Suikerkaarten. O'p die dagen
eign ook verkriggbaar zoo'.ang de voorraad
etrekt:
HEEREN BOTTINES tegen den prig's van
11.per paar.
ONDERMANS BOTTINES tegen den
prigs van 9.75 per paar.
XL IV.
Tentoonstelling van Kubisten en
Neo Kubisten in het Stedeljjk Mu«
■eum. Een verkeersfilm. De stakers
van 8 Juni voor het Scheidsgerecht.
Le geldmiddelen der Gemeent .n
(Vereenlging voor Staathuishoud.
kunde en Statistiek).
Zaterdag 23 October 1.1. is in het Stedelijk
Museum geopend de Internationale Tentoon*
stelling van Werken der Kubisten en Neo Ku<
bisten, de zoogenaamde ..Section d'or" van Pa>
rfjs, welke werken hier tot 7 November te zien
sullen zijn. Eene mooie gelegenheid dus voor
hen die meer willen weten omtrent deze mo»
derne kunstrichting of dasrmede willen kennis
maken.
Ik voor mi] zsl mij slechts voorzichtlg uitla>
ten over deze tentoonstelling, gedachtig aan de
vingerwijzing, die mij eens een oud en ervaren
college gaf. „Ik ken geen Grieksch", zoo zeide
deze mij, „en ik kan dus niet de schoonheid
van een Grieksch vers beoordeelen. Welna,
ook de Kubisten spreken een voor mij onver»
staanbare taal. Maar ik zal mij daarom niet
vermeten te zeggen, dat hun werk geen kunst
is." Daar komt bfj, zoii ik hiersan willen toe»
voegen, dat velen, ook degenen die nog niet
tot het Kubisme bekeerd zijn, gevoelen dat de
kunst voortdurende vernieuwing en verfns>
aching noodig heeft, wil zij geen stilstaand wa>
ter worden. Men behoeft nog geen geestver»
want te zjjn van Otto Flake, wiens uitspraak
als motto boven aan de invitatie<kaart, tevens
catalogus, voor de tentoonstelling is afgedrukt,
om met hem te voelen: „dasz nichts idiotischer
sein kann, als hundertmal Spargel, Waisen«
madchen, Kuh mit Landschaft, Engadisee wie«
der und wieder zu malen." Echter, de moeilijk'
heid blijft voorshands dat wjj de vormentaal
van de Kubisten niet verstaan. Ik noem als
voorbeeld de werken van een in deze krmgen
gezagi.ebbend kunstenaar als Mondriaan. Hjj
noemt zijn schilderijen eenvoudig composities:
Composition A, Compositon B en Composition
C. En het zijn dan ook niet anders dan vlakken,
in blokken van ongelijke grootte en verschih
lend van kleur verdeeld. Meer is er met den
besten wil voor den gewonen toeschouwer niet
uittehalen. Ik denk ook aan het werk van an>
deren, zooals: ..Expression d'un nu" van Bu»
chet, „Femme couchde" van Donas, „La Ren<
contre", „La Fbte" en „Avant la F6te" van
Lambert. Het zijn schilderstukken die absoluut
niet door den titel gedekt zijn; althans naar
mijne bescheiden mcening. Ik heb er verbijsterd
v66r gestaan, nu eens kijkend in mijn cata.O'
gus, dan weer starend naar het kunstwerk;
aanvankelijk denkend aan eene mystificatie,
maar daarna den titel accepteerend als de on.
der woorden gebrachte bedoeling van den
schilder en trachtend die bedoeling terug te
vinden op de schilderij. Maar ik zag niets dan
kleuren en lijnen en vormen, wild dooreenge.
smeten, als in een kaleidoscoop, of br.ter nog
chaotisch, zonder verband en dus te zamen
geen geheel vormend.
Ik zag niets, maar dan ook heelemaal piets;
n6ch van de slapende vrouw, n6ch van het
feest, ndch van de ontmoeting. Er had even,
goed iets anders onder kunnen staan. Elk doek
was voor mij eene charade, een onoplosbare
puzzle, een ..Kopfzerbrecher".
En het onbegrijpelijkste was mij het staaltje
vwn b««ldhovrw»»chIWerwwrk, (ecalptmpitntaie
en bois et en fer blanc) dat eene vrouw moet
voorstellen. en ten name staat van Archipenko.
Het is een soort van nai'ef houtsnij. en smeed.
werk, glekeurd, in lijst niet in de le plaats
leelijk want ik ben bereid mijn aesthetische
maatstaf te laten vallen maar vooral onbe.
grijptlijk. Het ding herinnerde mij aan den
RCsii van een wilcle met dit verschil dat
zoo n ruw.gedacht en ruw»uitgevoerd afgods.
beeldje ook tot hoofd en hart, ook tot der
schoonheidszin van den beschaafden mensch
kan spreken, deze Kubistische en Neo.Kubisti.
sche kunst cen met zcven regelcn gesloten boek
veor ons blijft.
Een kenma van mij, overtuigd Kubiat, heeft
mij toen een „k>oper" aan de hand gedaan,
waarmedc ik, met een beetje moeite, al die ge«
sloten schatkisten zcu kunnen openen. Die
looper v as eene formule, eene formule waarin
volgens hem het grondbeginsel van het Kubis>
me besloten ligt. „Wij schilderen" zeide hij
„van uit de kieuren, niet van uit het voor.
werp, dat is het gel.eele geheim".
Een klein lichtje is mij toen opgegaan. Zeker,
de Kubisten maken het voorwerp, de voorstel*
ling, ondergeschikt aan de geheele kleurcom.
positoie. Dat voel ik nu ook! Maar in mijn be»
grip van de tentoongestelde kunstwerken ben
ik hierdoor nog niets gevorderd. Wie maakt mij
wiizerV
Het finantieele sueces van de Internationale
Kinotentoonsiemng in het Concertgebouw
schijnt niet groot te zijn geweest men
spreekt zeifs van een tekort van j 50.000, dat
dour de bestuursleuen persoon.ijk moet wor.
den bijgepast maar als propaganda.middel
voor het meer algemeen geLruik van den bi.
oscoop voor nuti.ge doe.emoen schijnt zij mij
beter geslaagd.
Altiuins ik meen het voor een groot deel ook
aan haar invloeu te mogen toeschrijven dat
den laatsten tijd telkens films van practische
waarae worden vertoond. Eenigen tijd geleden
heeft de besende, eeuwen.ouae Maatschappij
tot reading van dreukelingen hierterstede de
hulp van uen Kino ingeroepen, om alom in den
lanue haar arbeid be ter bekend te maken. En
Zaterdagmiddag zijn wij, journalisten, te za.
men met een aantal tram, en politiemannen,
zoo hoog ais laag in het Cnion.theater aan
den Heiligeweg door de Tucht.Unie in staat
gesteid ecu z.g. verkeersfilm te bezichtigen.
Dat is het nieuwste middel om het publiek en
dan vooral het publiek in onze groote steden,
op populaire wijze de verkeersregelen te doen
kennen; verkeersregelen waaraan een ieder zich
houuen moet, wil hij niet het geregelde verkeer
belemmeien en zichzelf schade berokkenen
(c. q. zijn leven in de waagschaal stellen). Voor.
al het toenemend verkeer met auto's de
laatste jaren in het bijzonder de vracht.auto's
maakt het gebiedend noodzakelijk dat hier.
aan meerdere bekendheid wordt gegeven. En
zoo is uan de bekende operateur Willy Mullens,
een aezer uagen met zijn opname.apparaat op
het voorbalcon van een onzer motorwagens ge.
klommen en heeft hij op een tocht langs onze
drukste verkeerswegen allerlei „gevallen" die
hij toevalug ontmoette, gefilmd; ik bedoel hier.
meoe: overtredingen van de verkeersregelen.
De gevallen zijn dus niet voor deze gelegen.
heid gcensceneerd, en dit verhoogt natuurlijk
de waarue van den film. Want nu biedt hij een
getrouw beeld van het verkeer, en nu blijlct
zouneklaar hoe ontelbaar velen elken dag in
onze stad tegen de verkeersregelen zondigen.
Wij zagen tairjjke karren en voetgangers die
links hidden; wij zagen een ..linksche" juffrouw
aie aen kinderwagen welken zij voortduwde
als een stormram dreef in een troep rechts
marcheerenae soldaten; wij zagen twee karren.
voeruers, gezellig kletsend gelijk oprijden en
aiuus aen weg versperren; wij zagen in eene
arukke siraat eene onbeheerde kar staan; wij
zagen vauer, moeder en kind midden op den
njweg promeneeren; wij zagen eene juffrouw
wieirigucn leeren op een onzer drukste ver«
kecrawcgen en gevaarljjk balanceerend( onder.
sceund uoor haar eveneens bereden en liefheb.
benaen echtgenootj haar koers nemen tusschen
aderiei vehi«.eis aoor, die haar leven bedreig.
aen; wij zagen een vrachtwagen op de tram,
rails rijuen, nig.en rijuen onaanks het zonder
twijtei vtrwoeu gcoel van den wagenbestuur.
der, aie naast aen heer Mullens stond; wij za.
gen een ..^dhmuoruenaard. w. z. een mijn.
heer aie ae trambaan overstak met zijn neus in
de. kruntcn; wjj zagen honderden „koekelda>
kers", zooais ue vtr«.cerspolitie de sloome duike*
laars onuer ue over.rcuers der verkeersregelen
sciiijnt te noctnen, aie op eenigerlei wijze zon>
uige.cn tegen het verseersbelang en eigen vei«
ligntiu. ha menig onzer bekende zichzelf dat
hg ook met gencel vrij uitging. In dezen ver>
kwersfUzu wordt het publiek sis 't ware etn
spiegel voorgehouden, een spiegel waarin me.
nigeen zichzelf zal kunnen herkennen.
Vermelden wij ten slotte dat de film is opge.
nomen op initiatief van de Verkeersveiligheids.
eommissie uit de Tucht.Unie, en dat de Tucht.
Unie voor dit doel samenwerkt met de Kon.
Ned. Automobielclub, de Kon. Ned. Motor.
wielrijders>vereeniging en den Alg. Ned. Wieb
rijdersbond.
Dinsdag 1.1. heeft het Scheidsgerecht voor de
Gemeente>werklieden ten stadhuize eene open,
bare zitting gehouden ter berechting van de
demonstratieve stakers van 8 Juni j.l. Alleeb de
zoogenaamde „principieele" atakers waren op.
geroepen dat zijn dus degenen die staakten
als protest tegen de Anti.Revolutiewet en
daar het meerendeel der stakers hiertoe be.
hoort, werden eenige honderden gemeente.
werklieden tegelijk berecht. Zooals men heeft
kunnen lezen zijn zij verdedigd door hunne lei.
ders, dat wil dus zeggen degenen die het sta«
kingsparool indertijd hebben uitgegeven, en
zoo is dan ook al de opmerking gemaakt dat
de eigenlijke beklaagden op de stoelen der
verdedigers zaten. Op de stoelen der verdedi.
gers en eldera op het stadhulsl Want de pleit.
bezorger der moderne werklieden, de heer van
Hinte, heeft met voldoening gewezen op het
Manifest van de S. D. A. P. en het N. V. V.,
waarin de arbeiders worden opgewekt, deel te
nemen aan de protestbeweging tegen de „reac»
tie", welk manifest is onderteekend 66k door
wethouder Wibaut.
In de tweede plaats wees de heer van Hinte
er met nadruk op dat alleen de onder de wet.
hquders Wierdels (Kath.) en de Vlugt (Anti<
rev.) resSorteerende stakers door hunne di«
recteuren voor straf zijn voorgedragen; niet die
welke ressorteer enonder den sociaal.democra.
tischen wethouder, den heer de Miranda. (On.
der den wethouder voor de financien, den heer
Wibaut, ressorteeren geene of zoo goed als
geene werklieden, dus die kan buiten beschou.
wing bljjven). En de heer van Hinte meende
dat alleen reeds hierom vrijspraak van de
stakers, die voor straf zijn voorgedragen, moet
volgen. Het Scheidsgerecht, zoo bedoelde hij
te zeggen, zsl toch niet met twee maten willen
meten.
Volgens het Handelsblad was de heer van
Hinte ten deze echter niet goed ingelicht. Een
directeur, staande onder wethouder de Miran.
da, n.l. de directeur van het Abattoir, diende
althans wfcl eene strafvoordracht in. En ove.
rigens beslist het college van B. en W. in lsat.
ste instantie over al of niet oplegging van
straf en over de strsfmaat. Wanneer het
scheidsgerecht uitspraak heeft gedaan over de
strafvoorstellen, Is het aan B. en W. naar dit
advies te handelen en zullen zij de stakers,
wier directeuren geen strafvoorstellen indien.
den, behandelen overeenkomstig hunne hou«
ding ten opzichte der andere delinquenten.
Wat ook kan beteekenen dat zij ten alotte voor
alien clement zullen zijn.
Zaterdag 1.1. heeft hier ter stede de altijd be.
langrijke en belangwekkende vergadering van
de Vereeniging voor Staathuishoudkunde en
Statistiek plaats gehad. Ditmaal had het be.
stuur de actueele vraag gesteid: „Welke ge.
volgen heeft de tegenwoordige toestand voor
de voorziening in de geldmiddelen der gemeen.
ten door middel van leeningen op korten of
langen termijn?" Als prae.adviseurs traden op
Mr. G. J. Fabius, Mr. P. Droogleever Fortuyn
en F. M. Wibaut, onze wethouder voor de fi»
nancien, terwijl onze Burgemeester, de heer
Tellegen, de vergadering mede bijwoonde. Al.
dus kwam er aan de gedachtenwisseling ook
een speciale Amsterdamsche kant. Beiden, zoo.
wel Burgemeester Tellegen als Wethouder Wi«
baut hebben Amsterdam, of liever het Ge.
meentebestuur van Amsterdam, verdedigd te.
gen het verwijt dat er hier maar op los geleefd
wordt, dat men hier de hand licht met de af»
schrijvingen op de bedrjjven, dat er hier eene
verkeerde leeningspolitiek gevoerd wordt, enz.
Het is een verwijt dat vooral in de pers ge.
hoord wordt, althans in een deel van de pers,
en de arme pers heeft dan ook een snauw van
den Burgemeester en een grauw van den Wet.
houder gekregen.
Burgemeester Tellegen wijt onze financieele
debacle louter en alleen aan den oorlog
wat lichtelijk eenzijdig is. Als wij den oorlog
niet hadden gehad, zeide hij, zouden Amster.
dam's financien in schitterenden toestand ver>
keeren. Tal van werken kunnen nu niet uitge.
voerd worden; tal van verlangens moeten on.
bevredigd blijven. Zoo zal er hier niet aan ge>
dacht kunnen worden om tot den bouw van
een nieuw raadhuis over te gaan, hoewel de
uitgaaf voor een nieuw raadhuis geen weelde.
uitgaaf sou vrrzva. .Maar voolang we in Am.
sterdam rulke slechte wocingtoest&nden heb'
ben, kan er niet aan gedacht worden. Ook zal
niet gedacht kunnen worden aan groote uitga.
ven voor havenwerken, wanneer de vooraan.
staande mannen niet begrijpen, dat zij het
geld moeten meebrengen of anders hun schou.
ders moeten zetten onder de gemeantealeening.
En hier kwam, om het nu eens oneerbiedig
uit te drukken wat een enkele maal tegen.
over een Edelachtbare geoorloofd is de aap
uit den mouw.
De vergadering van de Vereeniging voor de
Staathuishoudkunde en Statistiek werd gehou.
den aan den vooravond van de afsluiting der
nieuw* (7 pCt.) Gemce&tc.lcening van Am.
sterdam.
De heer Wibaut poneerde in dit verband de
stelling dat de tusschenkomst van het Rijk
noodzakelijk is, wanneer de gemeenten voor
hare uitgaven geene leeningen kunnen sluiten.
Anders zal: niet een einde komen aan on.
voorzichtlg gemeentebeheer of zullen buiten.
sporige uitgaven worden verhinderd, maar zal
het gemeentelijk leven worden stilgelegd, wat
van maatschappelijk standpunt onduldbaar
zou wezen. Natuurlijk, zeide spr., moet de Ge.
meente zich niet voor iedere geldbehoefte tot
het Rijk wenden. En bovendien zal de tua.
schenkomst van het Rijk, om door vrijwillige
of gedwongen leening in de geldbehoefte der
gemeenten te voorzien, kunnen worden be«
eindigd, zoodra de verhbudingen op de geld,
markt de gemeenten weer mogelijk maken
zonder die tusschenkomst hun leeningen op
zedelfjker voorwaarden te plaatsen. En hij her.
innerde aan de Hjdensgeschiedenis van de Ge.
meente.leeningen van Amsterdam. De 20.mil.
lioenleening welke Amsterdam in Januari 1920
aan de markt bracht, werd maar voor de helft
geplaatst. En evenzoo ging het met een voor.
afgaande leening. Wethouder Wibaut wist
Zaterdag, toen hij het woord voerde, nog niet
dat ook de nieuwe leening Amaterdam niet
gelukken zou. Wij weten nu dat ook deze niet
volteekend is. Het officieele bericht daarom.
trent zegt lakoniek: „De inschrijving is slechts
ten deele geslaagd. Met de verdere plaatsing
wordt voortgang gemaakt." Of heeft wethou.
der Wibaut dat misschien voorvoeld? Men zou
het haast meenen, ziende de heftigheid waar.
mede hij tegen de per*,' en speciaal het Hen*
deleblad te keer ging. Wat dit blad schreef
noemde spr. een voorbeeld ven onwetendheld,
of, minder beleefd uitgedrukt: „mladadlge
kwaadwilllgheld".
Mij dunkt daarmede kan het blad het voor.
loopig doen. Trouwens het ia het antwoord op
deze qualificatie niet schuldig gebleven. Dat ia
het voorrecht van de pera. Die heeft altijd het
laatste woord.
WAGENAAR Jr.