Alkmaarsche Courani De Arcisterdamscfie week. In onze straat. liodepraatjes van sen Parislanaa, Zaterdag 30 October. Fenilleton. Honderd Twee en Twlntlgste Jaargang, Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE. Intusschen wendde mevrouw Bean zich i n oiuud toe oopaie: „i» uoop, uut er niets achter steekt. Ik houd evcuveei van een praatjC ais een anuer, nu.ur zoo er eem^e gromi voor net vernaal to, oetee- keat net on6etuk voor de tnroee«s. net zal a..es nagepiozen worden. „z.ouut u near niet kunnen waarschuwen opporue oopnie. Mevrouw Bean schudde het hoofd. „iVien moet iemand niet zeggen, dat hij in een put zit, tenzij je iets kunt doen om ne.n er uu te naien. En er is niets dat ik doen kan, voor zoover ik zien kan. Och, ik denk, dat net een praat,e zal zijn, dat zijn naturulijken dooa zal sterven," oesloot de altijd hoopvolie vrouw. „0," riep Sophie, het pad afkijkend, „daar komt mijnueer biroeck! Mevrouw Bean liet hem binnen en hij ging door de gang naar de kleine, opzichtige salon op zijn plechtige, zeer domineesachtige wijze, die een groote mate van zenuwachtigheid ver- borg en hij zeide met zijn gemaakte stem „Tk kwam mijn eigendom halen, ha, ha! Maar mijn vrouw is zeker al weg, juffrouw Watson. „Ja," zei Sophie, min of meer onbdiaag- lijk,. omdat zij wist van het schandaal aan* gaande hem. „Wilt u niet een kopje thee?" vroeg me vrouw Bean, het water Icdokt. Het is volstrekt geen moeite. •Is isdsr geua.1 ksa js aiet* «ggca", hex- nam mevrouw Bean cpgcschriikt uit haar v.ouiJijUe i.c.'j.e'.cuuinvia. ..iviaar zoo'n sulflferig. iuuiJ* ais zaji .3 out, het is belachdijk „jazu ieptiit w.ozohd. het is een af- scheJne.ijike gv-auue van o.is". Da&.ui^ se..e.uuen uj, ztu ongerust. Maar zij zcu^e.i ncg cn0t. us.n^er guweest zijn, a.s ziji hcu.Sw haaijen kun„en> zien, zooals zij tnOi u^ar ucojm cmuer Oe lait^ns iag, aitijid maar wetr naar geu-nen cpzeggena. En em- oea.,1., wtrd net Lo.i^er^ag naar vrije avondi, oa, zij met s OuGig naar en ome'ke wangen ouieeiii ae ac.k a,s een dwaas Meld van ge- gu.gi op het tiifide van a_n eiais. stond te wa-h.en. tie! gehccr was iklein en Gie enkete gedaan ten met naae g-unniende regenscner- men en parap.u.e s waren spoeaig uit het ge- ZiCni,. to.n kwa.n ae preOAant aheen naar ouken en Louise ver.cor naar strakke hou- ding van verwachiing. Mijindeer Birheokmijnheer Benjamin riop ze, maar haar s.em was zoo schor van zthniwacheiighiid dat ze ,niet veer genoeg klonk om Gie zware, geiijikmaiige voetstap tot staan .■te hrengen en in wanhocp liep ze de predi- kant ua, greep aen s.ip van zijn overjas en hield die vast tot ze weer bij adiem was. „Laat me Los", zei mijnheer Birbedc met verschrAve dkJv.i'giheid. Toen keerde hij zich om en zag wie het was. Louise!" „Je hern me nooit gezegdi, waar je woon- de, anders zou ik geeni be trekking aangeno- men hebben in de Tuinstraat. Maar ie hebt me ncoi't gezegd, waar je woondie. Moeder zei altijdi dat jc in de hoogte zoudt gaan en liet dat ook zijn gang gaan en ik wilde ze ker guem hindenpaal zijln. Maar ik kan niet hn'pm, dat ik schrikte, toen ik ie in de salon van mevrouw Bean zag. Ik scneen weer op- eerus terug 'ie zijn in den tijdi, dat ik een klein uk'taje wrs en jij voor vadier Zaterdags kraalert) suhcoi, voordat je de studiebeurs krug" „Dat hebben we alles Laatst al besproken, toen ik een eindije met je liep', zei mijlnheer B;rbeck onrustig. „We zijn natuurlijk neef en nidit, maar het is zoo moeilijk in dezen tijdi het eene deel van de familie gaat de hoogte en het andlere de liaagte in; en wat zouden' mijn vrouw en de gemeenite zegglen Arme manHij stond tegenover een groo- ter maatschappeiiijik vraagstuk dan hij kon oplossen en Louise deed haar mond open als een uitgeput vischje, maar er kwamen geen woorden; de slapelooze nacbten en d:mkke dagen hadiden haar zenuwachtig gemaakt en zij hijgde: ^Mevrouw Bean vroeg me, of ik je vroe- ger wel eens gezien had, maar ik /ei „neen". Ik heb gelogen en als de wereldl verging, zou ik naar de hel gaan" haar stem daalde bij het vreselijike woord „Grootooeder zei altdjdj, en daarover heb ik die geheele week gedachit en toen het gisteravond on- weerdd, ging ik' bijna dood van angat". Zij hield) op en barstte toen lbs: „Je bent een prodikant. Jij weet het. Wat moet iemand doen, als hij! gelogen heait Hfet was zoo stil op straat, dat men den regen op de natte steenen) kon hooren vallen de klok luidide saai het kwartier: ,gKling, klang, kliank, klink", terwijll in de ziel van 'n nuensch een sfcrijd tusschen goed en kwaadi gevoerd werd en eenJ eenvoudig dienstmeisje er bij stond, om voor alitijd in haar ziel het taken van die oyerwinning of nedjerlaag te dragen. Een groote verbazing kwam in haar klei ne,, groenachrige oogen, toen mijlnheer Bix-, beck ziin weaken mond een oogenblik met zijn hand oedlefcte. Toen scheneni zijln woorden los te breken. „iH!et zal miin ongeluk zijn Wies", zei hij) en in zijn ellendle keerde hij weer terug tot den naam uit zijn kindertijd. „Heel graag, nu u zoo vriendelijk is", zei mijniifi^r BirbSk. die vacadnllande families in PAR'IJS, half October. XII. Nu ik mi|n oude wintergarderobe voor den dag heb iaitn halen en mijn gedachten al heel veel in beslag worden genomen door id6ea voor ten nieuwe „uitruating" voor de zen nieuwen winter, denlk ilk wel eens, hoe graag mijn Hoilandsch nichtje nu met haar Parijsche tante boodschappen zou doen en rondsnuflfelten in het Luilekkerland voor iede re vrouw: het modehoekje van Parijs. Ik zal erg mijin beet doen, je alles zoo duidelijk mo- gelijik voor te ateilien. Ga in gedachte maar met mij mee. iDenlc nu niet, dit we naar een „Grande Couturifcre" gaan, om daar een faeele serie .toiletten te kiezen en te bestellen naar de model len die de 'Mannequins ons met natuur- lijike of gemaakte gratie aan hun wiegelende lichaampjes vertoonen. Ik zal je het geheim van de Parisienne maar vertdiappenwe ikii- iken goed) uit onze oogen bij; onze Granae Couturiere en bestellen bij haar een) tailleur, dien we onmogelijik onze huisnaaister kuinnen laten maken en bijv. een van die somptueuse avondtoililettienv waarvan de stof en de coupe z66 nieuw zijn, dat de eene nog niet te koop is in de magazdjnen en de petite couturiere van de andere den slag nog niet beet heeft drapeering bijv. en, dan maken we met de hulp van ons geheugen, onze phantasie en onze kamenier bit een handig naaistertje ales wat er nog aan onze garderobe ontbreekt in liuis. Alls je eens wist, hoeveel van de toilet- ten', om hun buitengewone elegance en origi- nanteit in de mondaine tijdscliriften afge- beeld, op die manier ontstaan zijnNiet ven der vertellen hoor, 't geheim van de Parisien ne! Je ziet op straat wel, dat ParijS niet in- eens is omgetooverd in een mode-stad, winter 1 Q20-'21we dragen hier heusch wel1 klee- de straat bezocht had, welke te beschaafd waren om hem thee te presenteeren, omdat ze geen koexjes hadden, ot omdat de mooie terk- pot niet gepoetst was of omdat de tweede meid uit was. „fiet zal heel lekker en smakelijk zijn zooals in de advertenties staat." Sophie lachte even omdat dit blijkbaar van haar verwacht werd en een oogenblik later kwam mevrouw Bean weer binnen. ,,Mijn dienstmeisje is nu beter. Zij zal da- delijk uw thee brengen. Zij heeft den geheelen dag te bed gelegen, ofschoon ze pas Maan- dagavond gekomen. is." „Het is een moeilijk ding om een goede dienstbode te krijgen," zei mijnheer Birbeck met een belangsielling voor de zaak, die de hoogsten hebben, als ze in onze straat wonen het is van zooveel belang voor ons. „Ik hoop maar begon mevrouw Bean, met de handiglieid door langdurige oefening verkregen, brak ze af en zei onverschillig, toen de meid binnenkwam: „Mooi weer voor den tijd van Bengyriep de meid en de eerwaarde Handsley B. Birbeck werd bleek- groen, terwijl de B. van zijn handteekening als een beschuldigende geest voor de oogen van mevrouw Bean en Sophie opdoemde. „Wat beteekent dat, Louise", zei mevrouw Bean met zenuwachtige gestrengheid, ..zoo binnen te komen en te Idjken? Zet bet thee- blad neer en ga heen." De arme kleine Louise keek droevig van den een naar den ander, maar er was iets dat haar trof in het bleeke, zachte en mooie ge- laat bij het venstergordijn. >yIk ik zeg alajd Bengy'" als iets me doet schrildken", 'huilde ze eindelijk, ,dat heb ik altijdi gedaan". Toen ging ze weg en mijnheer Birbeck dronk vlug zijn thee uit en praatte heel dnik over den bazar en diaama blewen Sophie en mevrouw Beaa samen- „W, zei Sophie. ren van em vorig jaar...alleen, kw pen geen oudenvetsche dingen, omdat we veel te graag iets heelemaal anders hebben en vertoonen w'llen; en een' nieuwe mode is nu eenmaal altijd ,Jaeelt*maal anders" dan een vorige. 'Nlu't nog niet koud is, gaan we nog uit „en taille", maar die straatjaponnetjes zijn weer h^el verschillend van die we 'b morgens of's middags in huis aan hebben. Ze do n even aan eeni mantel denfcen', heeten dan ook ,.robe-manteau", hebben een kraag, dikwij's hoogopstaand en' soma revers en panneaux, die aan een mantelschoot herinneren. 'De robes-manteaux, dat zie je bij mijin ecu- turkre op de Champs-Elysdes daar en c-p dc Place Vendome zijln de groote modehui- zen voor de toiletten, in de rue de la Paix de meeste modisten zijn gemaakt van satijia of soepele wollen stofvelours de laine of La- ken, het glanzende amazonelaken, dat we bij na vergeien waren, omdat het een speciaal Franscne stof is en de lakenfabrieken stop- gezet waren, die.laatste vele jaren. Maar nu zullen we het dan weerzien net satijnige la- ken en we zullen' er robes van hebben, model redingote. de taillle laag en gemarkeerd door een gedrapeerde ceinture, de rok e fieri soms op zij iets wijlder, door een paar pHooien of een draperie „cn mouchoiP', a's een zakdoek, aan een punt opgehangen, die veelal langer zal vallen dan de rok. Dit is heel typisch voor alle robes voor ochtend, middag of avand': de rok zelf is kort, maar de midinette- allure wordt weggenomen. doordat panden, drapeeringen en ceintures de rok langer doen scfajnen. IDe robe-manteau zal dikwijls van satijn zijn en eent hooge' kraag in den vorm van een cachenez hebben, ook zoo gedrapeerdi; de taille heeft een wcinig ruimte, die zich voorb- zet in de voor- en acnterbaan van de rok, de ,^ijpanden" zullen glad zijln, langer dan de rok. en van ondcren in de rok teruggeslagen 'n breede ceinture om de heupen wordt op zij met groote knoopen van schilpad gesloten; de slip van de cachenez-kraag heeft een fran- je van apehaar, evenals de lange nauwe mouwen, waarvan de franje op de handen valt. IDe groote hoed van hetzelfde satijin als de robe heeft ook dezelde franje als gamee- ring. Je ziet dat satin-cirf (gewast satijn) ook wordt gebruikt voor de robe-manteau en dan zie je ook, dat een mode soepele drapeering den indruk van een aviateurs-pak moet weg- ncmen. iHet corsage-gedeelme kruist onder cen groote bontkraag, dat boot herhaalt zich ondieraan de mouwen en langs de „dlrap£ en mouchoir" op zij. 'De echte tailleur hedft een nauwe rok, die fewoonlijk glad io, behalve some een grocp jne plooitjes aan beide zijiden; de mantel, waarvan de taille aangesloten en lang is, heeft een lange, famdijk wijlde schoot en niet meer de wijide zaken oi andere breedl makent- de garneeringen op de heupen. De mantel ia bijna zoo lang als de rok en heeft meestal een hooge kraag van dezelfde stof of van bont, dat dan ook langs de mouwen wordt gezet en aan de zijpandten van den mantel. iNHi gaan we de „grande robes" zien, de dclat-makende treaties van mijn couturiere of eigenlijk is de ontwerper meestal een man zou net zijln', omdat onze toiletten ook weer door den man geapprecieerd moeten worden? Heel typisch wordt de nieuwe Idjki aange- geven dbor een robe van goud-doorweven stof, het corsage is van voren tamelijk hoog. van achteren n661 laag uitgesneden, de stof dwars, evenals van de overrok met sleep rechits; die rok, rechts in de taille opgenomen met een paar plooiem, vanaf de linker zij de achterlangs steeds langer wordend eindigend in die sleep, bedekt bijna geheel het onderste kortere rokje, in de lengte van de stof ge- knipt. 'De vieux-blieu avondmantel van ve lours de soie, met een kraag van chinchilla vomit met die schitterende robe een' wonder- mooi geheel. Teder toilet heeft zdjin naam alsof het een pereoonlijkheid was, meestal heel toepasselijk gekozen: „Quelques f.eurseen drapeering van fluweel van een diep bisschoppe'.ijk violet op een kanten lijfje, waarop een groote toufle kanmijin-roode rozen, die een ware kleuren symphonie vormen met het violet van het f u- weeli ,.Demifcre heure" een1 prachtige drapee ring van velours panne (soepel glanzend zij- die-liuweel) vanaf de rechtdr scnouder val- lenid. links in de taillle opgenomen met een slinger rozen, van achteren een puntsleep vor mend De fourreau (onderjapon) van wit sa tijn is gevoileerd doCr witie tulle; 't lijfje wordt opgehouden door bretelles van zwarte tulle met diamanten, waarvan de een een groote strik in de taillle vormt en de sleep van fluweel volg-t. „Ooh, vraag mS nieis. llcw eet niet wat ik demken moet. ik wil nieis denkern", antwooad- de mevrouw Bean, haasdg het theegoed bij elkaar zettend. ,gNhii, dan zal ik het ook niet doen, als ik •het laten kan", zei Sophie, hij het afscheid nemen. Louise keek naar het witte electrische licht, dat aan den hoek schitterde, toen werd haar houding strak van een genomen besluit en zij duwde een druipende massa van stroo en lint van haar voorhoofd weg. „Goed, ik zal je niet meer lastig vallen", zet ze. „Maar o, Benjamin stamelde ze, „die nachten Mijnheer Benjamin nam zijn hand van zijn mond weg en richtte zich op.Een stroompje water liep als inkt langs ziin neus en hij zag er minder heldhaftig uit, dan een held ooit deed, maar in-zijn stem klonk iets van den mannelijken echo van vroegere overwinnin- gen, toen hij antwoordde „Kom, Louise. We zullen het samen aan mevrouw Bean gaan vertellen." Het huisie was stil en donker, behalve het licht voor e6n raam, omdat mijnheer Bean bezig was in boter te reizen en de kinderen in bed lagen. Sophie was met haar werk geko men en. de twee vrouwen zaten bij de tafel ge zellig te babbelen, toen de deur openging alsof er een wervelwind achter zat en Louise de karri er hijgend in kwam, gevolgd door den predikant. „Louise! Mijnheer Birbeck!" nep mevrouw Bean uit, terwijl zij opaprong. „Wat is er ge- beurd?" Mijnheer Birbeck schraapte zijn keel en keek weifelend naar Sophie, die dadelijk op- stond. „Ik ga heen. Het is mijn tijd," riep zij uit, gjauw naar de deur loopende. (Wordt vervoljjd) I V*. 256. 1920. EIJEB SUIKERKAART. Gedurende de week van 1 November tot en net 7 November 1820 is goldcg BON No. 57 van de Rijk* Suikerkaart. ICED E'D'EELING EN. Het vooririialig Dktributiebedirijf, Paarden- markt 10, is voor het publieik geopend iederen MAANDAG, WOENSDAG an VRIJDAG ran 8 TOT 1 UUR, en zuika voor big- en af- schrijving der alhier te vestigen of te vertrek ken personen, waarvoor men de legitimatie- kaarten moet medebrengen aisook voor het ▼erkriggen van Suikerkaarten. O'p die dagen eign ook verkriggbaar zoo'.ang de voorraad etrekt: HEEREN BOTTINES tegen den prig's van 11.per paar. ONDERMANS BOTTINES tegen den prigs van 9.75 per paar. XL IV. Tentoonstelling van Kubisten en Neo Kubisten in het Stedeljjk Mu« ■eum. Een verkeersfilm. De stakers van 8 Juni voor het Scheidsgerecht. Le geldmiddelen der Gemeent .n (Vereenlging voor Staathuishoud. kunde en Statistiek). Zaterdag 23 October 1.1. is in het Stedelijk Museum geopend de Internationale Tentoon* stelling van Werken der Kubisten en Neo Ku< bisten, de zoogenaamde ..Section d'or" van Pa> rfjs, welke werken hier tot 7 November te zien sullen zijn. Eene mooie gelegenheid dus voor hen die meer willen weten omtrent deze mo» derne kunstrichting of dasrmede willen kennis maken. Ik voor mi] zsl mij slechts voorzichtlg uitla> ten over deze tentoonstelling, gedachtig aan de vingerwijzing, die mij eens een oud en ervaren college gaf. „Ik ken geen Grieksch", zoo zeide deze mij, „en ik kan dus niet de schoonheid van een Grieksch vers beoordeelen. Welna, ook de Kubisten spreken een voor mij onver» staanbare taal. Maar ik zal mij daarom niet vermeten te zeggen, dat hun werk geen kunst is." Daar komt bfj, zoii ik hiersan willen toe» voegen, dat velen, ook degenen die nog niet tot het Kubisme bekeerd zijn, gevoelen dat de kunst voortdurende vernieuwing en verfns> aching noodig heeft, wil zij geen stilstaand wa> ter worden. Men behoeft nog geen geestver» want te zjjn van Otto Flake, wiens uitspraak als motto boven aan de invitatie<kaart, tevens catalogus, voor de tentoonstelling is afgedrukt, om met hem te voelen: „dasz nichts idiotischer sein kann, als hundertmal Spargel, Waisen« madchen, Kuh mit Landschaft, Engadisee wie« der und wieder zu malen." Echter, de moeilijk' heid blijft voorshands dat wjj de vormentaal van de Kubisten niet verstaan. Ik noem als voorbeeld de werken van een in deze krmgen gezagi.ebbend kunstenaar als Mondriaan. Hjj noemt zijn schilderijen eenvoudig composities: Composition A, Compositon B en Composition C. En het zijn dan ook niet anders dan vlakken, in blokken van ongelijke grootte en verschih lend van kleur verdeeld. Meer is er met den besten wil voor den gewonen toeschouwer niet uittehalen. Ik denk ook aan het werk van an> deren, zooals: ..Expression d'un nu" van Bu» chet, „Femme couchde" van Donas, „La Ren< contre", „La Fbte" en „Avant la F6te" van Lambert. Het zijn schilderstukken die absoluut niet door den titel gedekt zijn; althans naar mijne bescheiden mcening. Ik heb er verbijsterd v66r gestaan, nu eens kijkend in mijn cata.O' gus, dan weer starend naar het kunstwerk; aanvankelijk denkend aan eene mystificatie, maar daarna den titel accepteerend als de on. der woorden gebrachte bedoeling van den schilder en trachtend die bedoeling terug te vinden op de schilderij. Maar ik zag niets dan kleuren en lijnen en vormen, wild dooreenge. smeten, als in een kaleidoscoop, of br.ter nog chaotisch, zonder verband en dus te zamen geen geheel vormend. Ik zag niets, maar dan ook heelemaal piets; n6ch van de slapende vrouw, n6ch van het feest, ndch van de ontmoeting. Er had even, goed iets anders onder kunnen staan. Elk doek was voor mij eene charade, een onoplosbare puzzle, een ..Kopfzerbrecher". En het onbegrijpelijkste was mij het staaltje vwn b««ldhovrw»»chIWerwwrk, (ecalptmpitntaie en bois et en fer blanc) dat eene vrouw moet voorstellen. en ten name staat van Archipenko. Het is een soort van nai'ef houtsnij. en smeed. werk, glekeurd, in lijst niet in de le plaats leelijk want ik ben bereid mijn aesthetische maatstaf te laten vallen maar vooral onbe. grijptlijk. Het ding herinnerde mij aan den RCsii van een wilcle met dit verschil dat zoo n ruw.gedacht en ruw»uitgevoerd afgods. beeldje ook tot hoofd en hart, ook tot der schoonheidszin van den beschaafden mensch kan spreken, deze Kubistische en Neo.Kubisti. sche kunst cen met zcven regelcn gesloten boek veor ons blijft. Een kenma van mij, overtuigd Kubiat, heeft mij toen een „k>oper" aan de hand gedaan, waarmedc ik, met een beetje moeite, al die ge« sloten schatkisten zcu kunnen openen. Die looper v as eene formule, eene formule waarin volgens hem het grondbeginsel van het Kubis> me besloten ligt. „Wij schilderen" zeide hij „van uit de kieuren, niet van uit het voor. werp, dat is het gel.eele geheim". Een klein lichtje is mij toen opgegaan. Zeker, de Kubisten maken het voorwerp, de voorstel* ling, ondergeschikt aan de geheele kleurcom. positoie. Dat voel ik nu ook! Maar in mijn be» grip van de tentoongestelde kunstwerken ben ik hierdoor nog niets gevorderd. Wie maakt mij wiizerV Het finantieele sueces van de Internationale Kinotentoonsiemng in het Concertgebouw schijnt niet groot te zijn geweest men spreekt zeifs van een tekort van j 50.000, dat dour de bestuursleuen persoon.ijk moet wor. den bijgepast maar als propaganda.middel voor het meer algemeen geLruik van den bi. oscoop voor nuti.ge doe.emoen schijnt zij mij beter geslaagd. Altiuins ik meen het voor een groot deel ook aan haar invloeu te mogen toeschrijven dat den laatsten tijd telkens films van practische waarae worden vertoond. Eenigen tijd geleden heeft de besende, eeuwen.ouae Maatschappij tot reading van dreukelingen hierterstede de hulp van uen Kino ingeroepen, om alom in den lanue haar arbeid be ter bekend te maken. En Zaterdagmiddag zijn wij, journalisten, te za. men met een aantal tram, en politiemannen, zoo hoog ais laag in het Cnion.theater aan den Heiligeweg door de Tucht.Unie in staat gesteid ecu z.g. verkeersfilm te bezichtigen. Dat is het nieuwste middel om het publiek en dan vooral het publiek in onze groote steden, op populaire wijze de verkeersregelen te doen kennen; verkeersregelen waaraan een ieder zich houuen moet, wil hij niet het geregelde verkeer belemmeien en zichzelf schade berokkenen (c. q. zijn leven in de waagschaal stellen). Voor. al het toenemend verkeer met auto's de laatste jaren in het bijzonder de vracht.auto's maakt het gebiedend noodzakelijk dat hier. aan meerdere bekendheid wordt gegeven. En zoo is uan de bekende operateur Willy Mullens, een aezer uagen met zijn opname.apparaat op het voorbalcon van een onzer motorwagens ge. klommen en heeft hij op een tocht langs onze drukste verkeerswegen allerlei „gevallen" die hij toevalug ontmoette, gefilmd; ik bedoel hier. meoe: overtredingen van de verkeersregelen. De gevallen zijn dus niet voor deze gelegen. heid gcensceneerd, en dit verhoogt natuurlijk de waarue van den film. Want nu biedt hij een getrouw beeld van het verkeer, en nu blijlct zouneklaar hoe ontelbaar velen elken dag in onze stad tegen de verkeersregelen zondigen. Wij zagen tairjjke karren en voetgangers die links hidden; wij zagen een ..linksche" juffrouw aie aen kinderwagen welken zij voortduwde als een stormram dreef in een troep rechts marcheerenae soldaten; wij zagen twee karren. voeruers, gezellig kletsend gelijk oprijden en aiuus aen weg versperren; wij zagen in eene arukke siraat eene onbeheerde kar staan; wij zagen vauer, moeder en kind midden op den njweg promeneeren; wij zagen eene juffrouw wieirigucn leeren op een onzer drukste ver« kecrawcgen en gevaarljjk balanceerend( onder. sceund uoor haar eveneens bereden en liefheb. benaen echtgenootj haar koers nemen tusschen aderiei vehi«.eis aoor, die haar leven bedreig. aen; wij zagen een vrachtwagen op de tram, rails rijuen, nig.en rijuen onaanks het zonder twijtei vtrwoeu gcoel van den wagenbestuur. der, aie naast aen heer Mullens stond; wij za. gen een ..^dhmuoruenaard. w. z. een mijn. heer aie ae trambaan overstak met zijn neus in de. kruntcn; wjj zagen honderden „koekelda> kers", zooais ue vtr«.cerspolitie de sloome duike* laars onuer ue over.rcuers der verkeersregelen sciiijnt te noctnen, aie op eenigerlei wijze zon> uige.cn tegen het verseersbelang en eigen vei« ligntiu. ha menig onzer bekende zichzelf dat hg ook met gencel vrij uitging. In dezen ver> kwersfUzu wordt het publiek sis 't ware etn spiegel voorgehouden, een spiegel waarin me. nigeen zichzelf zal kunnen herkennen. Vermelden wij ten slotte dat de film is opge. nomen op initiatief van de Verkeersveiligheids. eommissie uit de Tucht.Unie, en dat de Tucht. Unie voor dit doel samenwerkt met de Kon. Ned. Automobielclub, de Kon. Ned. Motor. wielrijders>vereeniging en den Alg. Ned. Wieb rijdersbond. Dinsdag 1.1. heeft het Scheidsgerecht voor de Gemeente>werklieden ten stadhuize eene open, bare zitting gehouden ter berechting van de demonstratieve stakers van 8 Juni j.l. Alleeb de zoogenaamde „principieele" atakers waren op. geroepen dat zijn dus degenen die staakten als protest tegen de Anti.Revolutiewet en daar het meerendeel der stakers hiertoe be. hoort, werden eenige honderden gemeente. werklieden tegelijk berecht. Zooals men heeft kunnen lezen zijn zij verdedigd door hunne lei. ders, dat wil dus zeggen degenen die het sta« kingsparool indertijd hebben uitgegeven, en zoo is dan ook al de opmerking gemaakt dat de eigenlijke beklaagden op de stoelen der verdedigers zaten. Op de stoelen der verdedi. gers en eldera op het stadhulsl Want de pleit. bezorger der moderne werklieden, de heer van Hinte, heeft met voldoening gewezen op het Manifest van de S. D. A. P. en het N. V. V., waarin de arbeiders worden opgewekt, deel te nemen aan de protestbeweging tegen de „reac» tie", welk manifest is onderteekend 66k door wethouder Wibaut. In de tweede plaats wees de heer van Hinte er met nadruk op dat alleen de onder de wet. hquders Wierdels (Kath.) en de Vlugt (Anti< rev.) resSorteerende stakers door hunne di« recteuren voor straf zijn voorgedragen; niet die welke ressorteer enonder den sociaal.democra. tischen wethouder, den heer de Miranda. (On. der den wethouder voor de financien, den heer Wibaut, ressorteeren geene of zoo goed als geene werklieden, dus die kan buiten beschou. wing bljjven). En de heer van Hinte meende dat alleen reeds hierom vrijspraak van de stakers, die voor straf zijn voorgedragen, moet volgen. Het Scheidsgerecht, zoo bedoelde hij te zeggen, zsl toch niet met twee maten willen meten. Volgens het Handelsblad was de heer van Hinte ten deze echter niet goed ingelicht. Een directeur, staande onder wethouder de Miran. da, n.l. de directeur van het Abattoir, diende althans wfcl eene strafvoordracht in. En ove. rigens beslist het college van B. en W. in lsat. ste instantie over al of niet oplegging van straf en over de strsfmaat. Wanneer het scheidsgerecht uitspraak heeft gedaan over de strafvoorstellen, Is het aan B. en W. naar dit advies te handelen en zullen zij de stakers, wier directeuren geen strafvoorstellen indien. den, behandelen overeenkomstig hunne hou« ding ten opzichte der andere delinquenten. Wat ook kan beteekenen dat zij ten alotte voor alien clement zullen zijn. Zaterdag 1.1. heeft hier ter stede de altijd be. langrijke en belangwekkende vergadering van de Vereeniging voor Staathuishoudkunde en Statistiek plaats gehad. Ditmaal had het be. stuur de actueele vraag gesteid: „Welke ge. volgen heeft de tegenwoordige toestand voor de voorziening in de geldmiddelen der gemeen. ten door middel van leeningen op korten of langen termijn?" Als prae.adviseurs traden op Mr. G. J. Fabius, Mr. P. Droogleever Fortuyn en F. M. Wibaut, onze wethouder voor de fi» nancien, terwijl onze Burgemeester, de heer Tellegen, de vergadering mede bijwoonde. Al. dus kwam er aan de gedachtenwisseling ook een speciale Amsterdamsche kant. Beiden, zoo. wel Burgemeester Tellegen als Wethouder Wi« baut hebben Amsterdam, of liever het Ge. meentebestuur van Amsterdam, verdedigd te. gen het verwijt dat er hier maar op los geleefd wordt, dat men hier de hand licht met de af» schrijvingen op de bedrjjven, dat er hier eene verkeerde leeningspolitiek gevoerd wordt, enz. Het is een verwijt dat vooral in de pers ge. hoord wordt, althans in een deel van de pers, en de arme pers heeft dan ook een snauw van den Burgemeester en een grauw van den Wet. houder gekregen. Burgemeester Tellegen wijt onze financieele debacle louter en alleen aan den oorlog wat lichtelijk eenzijdig is. Als wij den oorlog niet hadden gehad, zeide hij, zouden Amster. dam's financien in schitterenden toestand ver> keeren. Tal van werken kunnen nu niet uitge. voerd worden; tal van verlangens moeten on. bevredigd blijven. Zoo zal er hier niet aan ge> dacht kunnen worden om tot den bouw van een nieuw raadhuis over te gaan, hoewel de uitgaaf voor een nieuw raadhuis geen weelde. uitgaaf sou vrrzva. .Maar voolang we in Am. sterdam rulke slechte wocingtoest&nden heb' ben, kan er niet aan gedacht worden. Ook zal niet gedacht kunnen worden aan groote uitga. ven voor havenwerken, wanneer de vooraan. staande mannen niet begrijpen, dat zij het geld moeten meebrengen of anders hun schou. ders moeten zetten onder de gemeantealeening. En hier kwam, om het nu eens oneerbiedig uit te drukken wat een enkele maal tegen. over een Edelachtbare geoorloofd is de aap uit den mouw. De vergadering van de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en Statistiek werd gehou. den aan den vooravond van de afsluiting der nieuw* (7 pCt.) Gemce&tc.lcening van Am. sterdam. De heer Wibaut poneerde in dit verband de stelling dat de tusschenkomst van het Rijk noodzakelijk is, wanneer de gemeenten voor hare uitgaven geene leeningen kunnen sluiten. Anders zal: niet een einde komen aan on. voorzichtlg gemeentebeheer of zullen buiten. sporige uitgaven worden verhinderd, maar zal het gemeentelijk leven worden stilgelegd, wat van maatschappelijk standpunt onduldbaar zou wezen. Natuurlijk, zeide spr., moet de Ge. meente zich niet voor iedere geldbehoefte tot het Rijk wenden. En bovendien zal de tua. schenkomst van het Rijk, om door vrijwillige of gedwongen leening in de geldbehoefte der gemeenten te voorzien, kunnen worden be« eindigd, zoodra de verhbudingen op de geld, markt de gemeenten weer mogelijk maken zonder die tusschenkomst hun leeningen op zedelfjker voorwaarden te plaatsen. En hij her. innerde aan de Hjdensgeschiedenis van de Ge. meente.leeningen van Amsterdam. De 20.mil. lioenleening welke Amsterdam in Januari 1920 aan de markt bracht, werd maar voor de helft geplaatst. En evenzoo ging het met een voor. afgaande leening. Wethouder Wibaut wist Zaterdag, toen hij het woord voerde, nog niet dat ook de nieuwe leening Amaterdam niet gelukken zou. Wij weten nu dat ook deze niet volteekend is. Het officieele bericht daarom. trent zegt lakoniek: „De inschrijving is slechts ten deele geslaagd. Met de verdere plaatsing wordt voortgang gemaakt." Of heeft wethou. der Wibaut dat misschien voorvoeld? Men zou het haast meenen, ziende de heftigheid waar. mede hij tegen de per*,' en speciaal het Hen* deleblad te keer ging. Wat dit blad schreef noemde spr. een voorbeeld ven onwetendheld, of, minder beleefd uitgedrukt: „mladadlge kwaadwilllgheld". Mij dunkt daarmede kan het blad het voor. loopig doen. Trouwens het ia het antwoord op deze qualificatie niet schuldig gebleven. Dat ia het voorrecht van de pera. Die heeft altijd het laatste woord. WAGENAAR Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 7