Afkmaarsctie Oouranf In onze straat. Brieven uit Berlijn. Maanrisig I November. Feuilleton. No. 257. W20. Honderd Twbs en Twlntigste Jaargang. XIV. Berlijn, October '20. De Duitsche vorstenpaleizen. in December 1918, kort nadat ik uit den oorlog teruggekeerd was, zag ik in het Ber lijnsche paleis de ongehoorde verwoesting, die daar in de eerste dagen der revolutie aan- gericht werd. Nooit zal ik dien aanblik ver- geten! Het gepeupel was het eerst in dien vleugel binnengedrongen, waar zich te ver- trekken van het keizerlii'k paar bevonden en had h'ier op een ontzaglijke wijze gestolen en geplunderd. Alles was woest door elkaar ge- smeten: gewone laden waren opengetrokken. kasten en vitrines waren met geweld geopend en een ontzettende hoeveelheia kostbare stuk- ken waren gestolen. Het ongelooflijke aanzien bood de slaapkamer van de keizerin, waar al le beddelakens, kussens, plumeau's en dekens gestolen waren, zoodat slechts de naakte ma- tras overbleef. Zoo was het gepeural ook in de kleedkamers te werk gegaan. De geheele voorraad toiletten der keizerin was tot op het laatste stu'k'geroofd; men zag nog slechts de leege kasten met de opschriften„Avondtoi- letten", „Avondmantels", „Reiscostumes", enz. Ook de groote voorraad livreien voor de bedienden was tot het laatste stuk verdwenen. Werkelijk, hier kreeg men een waameembaar begrip van dat, wat de fantasie zich van de verschijnselen eener revolutie voorstelt. Ook eenige kleine schiMerijen zijn indertijd gestolen. Maar dat waren onbelangrijke stuk- ken en bij een rondwandeling kreeg men dade- lijk den indruk, dat artistiek waardevolle din- gen gelukkigerwijze bijna geheel niet gestolen of beschadigd waren. Bczorgd trad ik in de prachtige oude zalen aan den anderen kant van het paleis, meer naar het park toe, bin- nen. Daar was kort te voren de „Matrozendi- visie" ingekwartierd, de hoofdgroep der radi- cale revolutionnairen, die levendige relaties hadden met de Spartacisten en communisten. Men had ze met geweld moeten verdrijven en daarbij zelfs de artillerie gebruikt. Eenige kanonschoten hadden den voorgevel getroffen en waren tegen den binnenwand van den be- roemde „Witten salon" tereCht gekomen. Maar als door een wonder was ook hier geen emstige schade aangericht. De granaten wa ren met een zoo groot kunstgevoel ontploft, dat zij alleen een beetje van de zoldering ver- splinterden en in een doorgang een stuk uit den baroktijd beschadigden, dat eenige splin ters een paar gepleisterde muren doorboor- den en een stuk verdwaald ijzer in de schil- derijenverzameling neerkwam, waar het toe- vallig een schiiderij trof, dat een toespraak van keizer Wilhelm II vanaf het ba'lkon van het paleis voorstelde een niet erg sthitte- rend werk van den schilder Skarbina. Verder was echter niets bedorven. De schade kon gauw hersteld worden en nu juist zijn de stel- lingen opgeslagen, om aan de groote portalen van den buitenbouw de verwoesting te repa- reeren. Zoo was tenminste dat, wat aan het Ber lijnsche paleis als gedenkteeken van de Duit sche kunst- en cultuurgeschiedenis waardevol is, onbeschadigd gebleven. Dat is een geluk, want deze vertrekken behooren tot het mooi- ste en kostbaarste van wat we in heel Duitsch- •fland bezitten. De gewelven uit den renaissan- cetijd en de nog oude resten uit het gotische tijdperk, zooals de gracieuse rococokamer uit de woning van Frederik den Grooten, die alle in de dwarsvleugels liggen, waren door den strijd geheel gespaard gebleven. En de lange reeds heerlijke barokzalen, die eens Andreas Sdiliiter, de groote kunstenaaf, die ooit in Berlijn geleefd heeft, met onuitputtelijke scheppingskracht voor den eersten Pruisi- schen koning in pl.m. 1700 geschapen heeft, zooals de feestzaien, die de kunstzinnige ko ning Friedrich Wilhelm II met rijken smaak, in den stijl van het vroeg-dassicisme (de Ber- lijnsche parallel van den Louis XVI stijl) liet inrichtenjuist deze deelen die in de ge- vechten met de matrozen zoo groot gevaar hebben geloopen, waren door een gelukkig toeval gespaard. Nu echter kwam zoowel voor Berlijn alsf voor geheel Duitschland, hetzelfde probleem, dat Frankrijk na zijn groote revolutie ook had op te lossen: „Wat gebeurt er met de Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE. 7) „Bij nadere overweging neen", zei mijnheer Birbeck, die weer deftig geworden was. „Juf- frouw Watson zal natuurlijk een verklaring willen hebben van dezen inval en het is beter, dat ze alles weet." Hij hield op en haalde diep adem. „Ik wil, dat u alles weet mevrouw Be an, dat Louise mijn nicht is het kind van de zuster van mijn moeder. Ik ontmoette haar eenige weken geleden in een tram en zei: „goeden avond tegen haar, denkende dat zij een meisje van de Zondagsschool was ze is jaren jonger dan ik dat ik vergeten was. Toen vertelde ze mij wie ze was en ik tracht- te haar de zak uit te' leggen. We deden een kleine wandeling en ik trachtte het haar uit te leggen. Zoo zag zij in, toen zij mij hier zag, "dat het niet wenschelijk was u te laten weten Hij brak af en wischte zijn voorhoofd af. Het was verschrikkelijk. „Houd op!" riep mevrouw Bean. .,Q, het is prachtig van u! Ik vind het bepaald prach- tig!" „WatDit arme kind in zoo'n scheeve ver- houding gebracht te hebben?" zei mijnheer Birbeck. „Neen", zei mevrouw Bean, maar iets te bekennen, dat u belachelijk doet schijnen dat is duizendmaal erger dan iets te beken nen, dat u slecht doet schijnen. Zeg Louise nu goeden nacht en laat haar naar bed gaan.' „Goeden nacht, Wies", zei mijnheer Bir beck, die op dat oogenblik mannelijker- en •envoudiger was, dan hij ooit geweeit was, Ealeizen der ontkroonde vorsten", die ataatv ezi.tting worden? De oplossing is voor Duitschland bijzonder moeilijk, want bij het aanzienlijke aantal groote en kleine regenten- en vorstenpaleizen, die het cude rijk bezat, is .het aantal residentie- en buitenbezittingen nog belangrijker dan die, welke indenijd het gevallen rransche koningsdom achterliet. Er komen, wanneer men de meer onbedui- dende gebouwen niet meerekcnt. in het tegcn- woordige rijksgebied niet minder dan 115 bouwwerken in aanmcrking, zooals men nu .heeft vasigesteld. Dat is een geweldig bezit en een onvergelijkelijk waardevolle verzame- ling van Duitsche cultuur, dat dc meest mini- Heuse zorg vereischt en dat onder geen voor- waarde in verval mag geraken. Of de staat een republiek of een monarchic is, moet daar bij van geen befeekenis zijn. Geen volk zal de kostbare bewijzen van zijn verleden aan ver- waarloozing overleveren. Van de 115 bouw werken behooren er pl.m. 30 tot de middel- eeuwen en de renaissance, verder 18 tot den tijd van het classicisme en het begin van de 19e eeuw, welke architeduur ook nog op aanzienlijke hoogte stond (de verwildering en onctergang der kunst begint bij ons eerst Iter, in den tijd van den grooten opbloei). De rest stamt uit de 17e en 18e eeuw en geeft een indrukwekkend arsenaal voor de studie van de barok en rococokunst. Er is daarbij niet alleen sprake van de bouwkunst, maar niet minder van de binnenarchitectuur, van" de decoratics der vertrekken. van kostbare oude meubelen en ziidenstoffen, van een on- overzienbaar aantal kleinere versieringsvoor- werpen Het gaat ook om de parken en tui- nen waarin de palcizen staan, met hun kunstvollen aanleg, hun versierde gebouwen, pavilioens. oranjerieen en beeldhouwwer- ken Dit alles moet onderhouden worden, maar dat beteekent voor den staat en de ge- meenschap, aan welke cen geweldig bezit ten deel eevallen is, v66r alles belangrijkc uitga- ven! Van waar moet men in het verarmde land dat tot over de ooren in schulden steekt en zich geen luxe veroorloven mag de geldmid- delen daartoe krijgen? In de radicale stem- Tu'ng van den eersten revolutietijd wilde men de zaak zeer cenvoudig regelen en zei: Hier hebben wij temidden van den drukken- den wontinignood, die overal heerscht, een ge- weldige vermeerdering aan vrije ruimte, die men dadelijk gebruiken kan. Werkelijk begon men overal groote gedeelten der paleizen te vcrhuren of met „Zwangseinquartierung" (een nieuw woord, dat tegenvvoordig in Duitschland een groote rol spcelt) te bevol- ken. Maar men zag gauw in, dat dit onmo- gelijk was Die palcizen zijn voor burgerlijke of zelfs proletarische woningen in het geheel niet geschapai. De vertrekken zijn te groot. Zij zijn moeilijk te verwarmen, zij hebben geen waterleiding, ja in vele gevallen niet eens aansluiting op rioleering. Wat moeten kleine families, die bescheiden moeten leven, daarmede doen? Waar men den bovenaange- geven weg gcvolgd heeft, was al spoedig al les vervuild en vcrrot, en men moest de niieuwe bewoners weer ergens anders onder dak brengen. Evenzoo onuitvoerbaar bleken de plannen om in de paleizen -ziekenhuizen, sanatoria, scholen e. d. onder te brengen. Het werd duidelijk, dat die oude gebouwen soms niet eens gangen hadden, zoodat de za len en kamers eenvoudig in elkaar overgin- gen nog een bezwaar voor een verbou- wing tot modeme, practische woningen. In Weenen, waar men het slot „Schonbrunn", de lievelingsrcsidentie van den ouden keizer frans Joseph, in een geweldig sanatorium wilde veranderen, protesteerden de doktoren eensgezind. In Weenen kwam ook nog een een ander plan op: in het prachtig slot bel vedere" zou cen spcelbank komcnDat wekte echter zoo'n storm van verontwaardiging op, dat het speculatieve plan gauw opgegeven werd. Neen, er is niets aan te docn, slechts bij uitzondering laten paleizen of deelen ervan zich tot andere doeleinden dan waarvoor zij van nature bestertid zijn, veranderen. Zoo •heeft in het Potsdammer paleis de magistraat van de vroegere residentie eenige kamers als bureaux ingericht, terwijl de historisch inte- ressante vertrekken onaangetast blijven. Zoo heeft men in een rococokasteeltje in Thurin- gen Tinz bij Gera een volksuniversiteit naar Scandinavisch model ingekwartierd, met 30 bedden voor de arbeidersjeugd, waar- bij de leerlingen, mannelijke en vrouwelijke, alle 5 maanden verwisselen. Zoo wil men in het Mannhdmer paleis een groot cultuurin- stituut oprichten, dat daar aan den Rijn voor heu Duitsche Westen een middflpunt van het of hij ooit weer zou zijn. „Kan je me ver- geven De vreemde 'kleine gedaante stond voor hem, zoekende naar woorden. Eindelijk vond zij ze: „Kan het je schelen als ik nu en dan kom om je te hooren preken Het is verheffend te weten, dat men deftige familie heeft, ook al weet niemand het." ;,Mijn lieve kind, natuurlijk is het goed", zei mijnheer Birbeck, zijn neus snuitende en in zijn gewonen toon terugvallend. „En we zu'llen iedereen hier vertellen, dat je van het dorp van mijnheer Birbeck bent dan zullen zij het hier begrijpen Mevrouw Bean hield op en keek haar klein gehoor rond. „Maar is dat goed?" begon mijnheer Bir beck. ,.Moet ik niet ^Iedereen zeggen, dat Louise uw nicht is?" Natuurlijk nief hernam' mevrouw Bean. „Wat zou juffrouw White dan aan uw preek hebben? We moeten soms de kaars voor den duivel vasthouden, zooa's Herbert zegt. In een oogenb'ik was mijnheer Birbeck ge heel zich zelf. ,,'Dat ben ik niet met u eens", antwoordde hij stijf, „maar ik zie zeer goed in, dat men soms voor eenlastig geval kan komen te staan en' ik vrees, dat Louise er zoo een is." Toen gaf hij Louise nog eens de hand en het eenvoudige dienstmeisje ging gelukkig naar bed en de predikant ging naar huis. „Dat is dus het einde van net schandaal", merkte mevrouw Bean op, toen de deur dicht was. „Zooals Herbert zegt, is het alleen de rug van een schandaal, dat den staart van een draak heeft, het heeft het hoofd van een schaap, als je het maar aankijkt. Ik zal ieder een vertellen, dat zij een meisje uit zijn oude dorp is, die hij toevallig ontmoet heeft en ze er morgen op de vergadering van den bazar om laten lachen. Hat zal gek klinkan mijn geestelijke en artistieke leven zijn zal, ir/aar ait plan reeds stuit op de grootste moeilijk- heden en het is de vraag of die overwonnao. kunnen worden. Hbt waardigste in deze heeft men zich in Munchen gedragen. Daar heJt men de in- drukwekkende woonplaats der Wittelsbacher nu juist tot cen museumpaleis ingericht, d. w. z. men heeft de zalen en fcestvertrekken ,met de waardevolle gobelins, waaraan dit Miinchener paleis overrijk'is, en een deel van de prachtige oude meubelen als bczienswaar- digheid op zichzelf in orde gebracht, en voor het publiek opengesteld Niemand. die op zijn reizen deze bczitting der Beiersche keurvor- 4fn n k^ningen van buiten zag. kon zich een begrip maken van de geweldige grootsch- heid daarbinnen. Met verwondering door- loopt men eindelooze rijen pompeuze ver trekken, die zich in verschillende vleugels om schilderachtige binnenplaatsen groepeeren. Duidelijk merkt men aan deze binnenplaatsen met hun bronnen, kolonaden en sierlijke por- -lalen den invloed van de Italiaansche archi- tectuur, die in den renaissancetijd van het Zuiden over den Brcnnerpas naar Tyrol en naar Beieren doprdrong. Men ziet statieza- len van geheel Italiaansch karalder, met ge- kleurd marmeren tegels aan de wanden, zwa- re zolderingen en fantastische grotdecora- ties uit brokkclig steen, spiegel- en schelpen- werk. Daarbij komcn aan de klassickc zalen, wat koel in nun Grieksche deftigheid, die koning Lodewijk I v66r 100 jaar liet bou- wen. Het is een school voor architeden, die hier veel leeren kunnen, cok leeren kunnen hoe men veel niet doen moet. In het Berlijnsche paleis aan de Spree wil men weer anders doen. Hier zullen de schat- ten van het Berlijnsche museum voor kunst- nijverheid, waarvoor het oude huis te klein .is geworden, een nieuw onderdak vinden- Juist nu is men bezig de verhuizing te doen plaats hebben. Iederen dag rollen groote wagens van de vorstelijke stallen aan. Maar men zal hicrbij voorzichtig te werk gaan en voor museumdoeleinden slechts die vertrek ken uitldezen. die hun geschiedkundig karak- ter door lateren ombouw verloren hebben. De oude zalen echter, die ik boven noemde, zal men voorzichtig ontzien. Ook op andere nlaafsen za' hetzelfde geschieden. Het ver- .langen der museumlidhebbers is nu er plot- sellng zooveel lee^staande gebouwen zijn, jsterk ontwikkeld Maar reeds dat is niet zoo eenvoudig want een paleis zondcr meer dcugt niet ineens voor museum vooral ook omdat de verlichting meestal hoogst ontoerei- kend is. In het algemeen heeft de Duitsche revolu tie zich met uitzondering van dc Berliji}- sche verwoestingen tegenover de paleizen ,veel behoorliiker eedrtgen als* indertild de razonde omwenteling d"r Franschen na 187Q. Trotsch en onbcschadiod verheffen zij zich a's eersfe-rangs kunstWerkcn in den nieuwen tiid Fn de ovcrtuigmg heeft zich nu baan gebroken dat het erfdeel. dat aan de ge- mecnschap ten deel gevallen is. bliiven moet, 7oo"ls hot nu is. als een grootech beeld van pen voorbiie cultuur cn een onuitputteliike hron van genot voor elk artistiek gcvoel. Ook d" ergste republikein kan niet looche- nen dat eens de vorstennaleizen naast kloos- ters cn kerken de gewichtigste middelpunten van de kunstbeoefening vormden. Ook hij zal de kasteelen onaangetast laten Want wat vroetrer slechts voor weimgen zichtbaar was. behoort nu de geheel natie Nu eerst zal men in Duitschland erkennen. hoe riik wii aan be- 71'tfingen 71'in. die ons ook geen vredesver- dracr van Ver«tpj]lpg onfpemen en die voor de studie van de oude Duitsche kunst de beteekenis hebben van een geheel nieuw. hidoerk in onze gesehicdenis Dr MAX OSBQifrJ Pro.vinciaal -Nienws UIT HEILpO (Vervolg gemeenWraadszitting). .Daarna kwam "in behandeling cen schrijven van het gemeentebestuur van Alkmaar, waar in er op wordt gewezen dat, mede in verband met de in working treding van de Nijver- heidsonderwijswet, over 1921 door deze ge- meente zal zijn te betalen per lcerling: Voor het bezoeken van de Handelsdagschool 150. de Ambachtsschool 140 de Avond- school voor Ambachtslieden 90, en de Huishoudschool 145 per leerling. Volgens het aantal leerlingen uit deze ge- meente, dat thans die scholen bezoekt, zou dit op een uitgaaf van 4525,komen te staan. Wanneer de gemeente echter de bij- drage niet wil toestaan,, zullen de leerlingen in't vervolg niet meer tot de scholen kunnen dienstmeisje. Je hebt haar maar aan te zien „Laat je haar weggaan?" vroeg Sophie. „Het zal wel wat moeilijk zijn „Haar weg laten gaan? Waarom? Omdat ze trouw is? Neen verbeeld je", heraam me vrouw Bean. „Een toestand is alleen moeilijk als je er moeilijk in bent." „0zei Sophie twijfelachtig. „Onzin"antwoordde mevrouw Bean, op denzelfden toon. „Het eenige, wat je doen wilt, als je in een moeilijk geval bent, is je blouse naar beneden te trekken en allerlei din- gen mee te nemen." Zij waren na aan de voordeur, waar het licht viel op het haar van, mevrouw Bean, dat naar een oor was overgezakt en op een schel rood en zwarte blouse, die nauw over de borst was en bij de schouders uitpuilde maar daartusschen schitterden haar oogen met onuitbluschbare helderheid. HOOFDSTUK III. Het was zoo. iets ongewoons, dat mevrouw Watson een luge had, daf Sophie heelemaal opgewonden was door het vooruitzich't .van het bezoek van mijnheer Howard. Hij was lec tor in Cambridge, een tamelij'k linksch man met zwart haar, die een bijzondere gave had om over de gedaehten van andere menschen te spreken. Maar hij had geen gevoel voor humor, daarom was hij niet bang de litera- tuur van andere tijden in zijn eigen woorden te leggen. Het was bepaald een gebeurtenis voor een meisje, om te zitten luisteren, terwijl hij met nicht Hannah sprak; zij zat er bij, zooals een opgewonden jongeling zou doen, die luistert naar de verhalen van reizigers over plaatsen en zaken, waarvan hij het bestaan niet eens weet. Zij vertoefde in die oogenblikken op den rand van dat rijk van den geest, dat de grootan van hat verladan mooi hebben ge worden toegdaten. B en W, steiden daarom voor de bijdra- gen te verleenen en de kosten gedeeltelijk of geheel op de ouders te verhalen. Aan heeron raadsleden it een afschrift van den brief van Alkmaar toegezonden, alsmede een door B. cn W. onlworpen schaal voor verhaal van de bijdragen en een berekening wat elke ouder zou hebben te betalen en wat het de ge meente kost. Het voorstcl luidt om te rekenen naar het .belastbaar inkomen (alzoo het bruto inko- men, verminderd met 600900) als volgt te verhalentot en met 500 vrijvan 501 tot 800 5 pet., tot 1100 10 pettot 1400 15 pet., tot 1700 20 pet., tot 2000 25 pettot 2300 35 pet., tot 2600 45 pet., tot 2900 55 pet., tot 3200 65 pet., tot 3500 75 pet., tot 3800 85 pet., tot 4000 95 pet. en ooven 4000 belastbaar inkomen alles te verhalen. De hecr Vahl wilde nog een klas vrijlaten en de hoogstc 100 pet. laten betalen. Hij vond dat iemand met 3500 inkomen zelf de kosten moet betalen. De regeling is dan hoogst billijk in vergelijking met andere ge- meenten. De hcer Mulder ging met het voorstcl van B en W. mede, echter wilde ook hij wel de minder gesitueerden ten goede komcn. De heer Bakker vond, dat iemand die zijn kinderen naar de school stuurt, ook iets in de kosten moet bijdragen. Ook de beter gesi tueerden hebben hun moeilijkhedcn om hun kinderen te laten leeren. De heer Sengers ging met den heer Bak ker mcc. De voorzitter bracht in het midden, dat dit sleehils een tegemoetkoming van. de ge meente is, de oudcis moeten evengoed school- geld betalen De hecr Maas Oeesteranus wilde de veror- dening nader beschouwen. Hij wilde zelfs noT verder gaan dan de heer Vahl. Hij zou zelfs een belastbaar inkomen van 1000 wil len vrijstellen en gaf in overweging de zaak rustig te bestudeercn. Hij heeft ook zelf een tabel op£cmaakt Hij zou voor toeslag niet hooger aan 3000 inkomen willen gaan De heer van 't Veer zeide, ook aanvanke- lijk v66r het denkbeeld van den hcer Vahl te hebben gevocld Spr heeft het onderwerp toen met den voorzitter besproken en was daarbij tot de overtuiging gekomen. dat het voorstel van B. en W veel voor heeft. Hoewel spr. ook de minstdraagkrachtigen nog wel1 iets meer ten.goede zou willen doen komen1 kon hiji zich toch wel met het voorstel vereenigen. Na nog eenige bespreking "verd besloten, dat een tarief gemaakt zal worden volgens het denkbeeld van de heercn Vahl en Maas Geesteranus. Dat zal aan heercn raadsleden worden toegezonden en in de volgende ver gadering dan een definitief besluit worden gen omen Van de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Heiloo" was een verzoek ingekomen om een bijdrage tot het bouwen van 6 woningen en grondaankoop. Hierop is door B. en W. het advies der Gezondheidscommissie inge- wonnen, dat gunstig is. De voorzitter zette het nut van deze wo ningen uiteen. Het Rijk geeft 75 pet. en de gemeente 25 pet van het nadeelig saldo der cxploitatierekening. De gemeente zal voor 360 70 komen te staan. Het Rijk verstrekt het geld aan de gemeente, die het op haar beurt aan de vereeniging verstrekt. De voorzitter vestigde er de aandacht op, dat op een eind de gemeente komt te staan voor de eventueele tekortenindien de tijden terug loopen en er geen menschen meer wor den gevonden die de vrij hooge hucr zullen kunnen betalen, dan is het de gemeente die zal moeten bijpassen. Dat ncemt niet weg, dat spr den bouw van hetgeen de vereeni ging zich voorstelt. met alle vrijmoedigheid aanbeveelt; er is hier bepaald behoefte aan de woningen en het particulier initiatief voor- ziet er niet in, alleen te veel bouwen zou spr. nog ontraden. De huurprijs der woningen zal minstens 4,60 bedragen, terwijl de beter gesitueer den meer njoeten betalen. De heer van 't Veer vroeg of zij! die meer kunnen betalen, voorgetrokken zullen wor den. De heer Mulder, commissaris der Bouw- vereeniging, meende, dat dit niet zal gcbeu- ren Dit is het doel der vereeniging niet. De voorzitter, mede commissaris, zeide, dat het geen opbieden der woningen zal worden. Hij meende daarvoor te kunnen instaan. Het bedrag werd daarna zonder hoofdelijke stem ming toegestaan. maakt. Zij zat voor het venster van een grijs huis in een grijze straat, en haar levendige geest ving 'n schijnsel op van kasteelen bij zonsondergang, zooals werkelijke oogen nooit gezien heboen, en de oude bloemen der poezie, die altijd frisch en geurig bloeien, evenals nieuwe primula's, voor ieder, die van hen houdt. Mijnheer Howard keek toevallig naar Sophie onder het spreken, en plotseling veran- derde zij in zijn oogen van een onbeduidende mindere in een meisje, dat hem op zijn werke lijke waarde sehatte. Hij had honderden ont moet, die het bijna gedaan hadden, maar nie mand had hem aangezien met die verrassen- de belangstelling, dit hij nu op Sophie's ge- zidht las. Hij kon natuurlijk niet weten dat kan zij ook niet dat zij hem verbond'aan de wonderlijke dingen, die hij voor haar open- baarde. Maar het is zoo iets gewoons, dat een vrouw haar priester aan haar godsdienst verbindt. dat er niets vreemds was in het feit, dat Sophie mijnheer Frans Howard verbond met de onsterfelijken, over wie hij gesprdken had. „Je kunt de thee inschenken, Sophie", zei nicht Hannah. Sophie reikte mijnheer Howard een kop thee aan, alsof zij een offer opdroeg. Geen sterfelijk man zeker niet een zoo ijdel man als mijnheer Howard zou kunnen laten een zekere welwillendheid te gevoelen jegens de aanbidster, die daarenboven niet van de soort was, die gemakkelijk aanbad. Het was geheel iets anders dan hartstochtelijk aangestaard te worden door een verliefde stu- dente van acht en dertig jaar met een rooden neus en een bril. „Leest u veel?" vroeg hij. Mevrouw Wat son is zulk een geleerde, dat ik denk, dat u het wel doen zult." „Ik heb er nooit veel om gegeven; ik wist niet wat er waa stamelde Sophie. „Maar Benoeming person eel Herhalingsonderwijs. Hiervoor werden voor school No. 1 geko- zen de heeren Ruiter, Buijlze, Stunner en tne- Yiouw MoB8el-Klomp. Voor echool No. 2 werden grkozem de hee rcn Veltman, Parxnan en Verkade. Benoeming leden Burgerlijk Armbestuur. De voordracnt luidde: G. Bakker, Th. Broers, J J Vahl, H. E. Deekcns Gekozen de heeren C. Bakker en J. J. Vahl, die hunne benoe ming aannamen. Gcmcentebegrooting 1921 Deze werd vastgcsteld in ontvangst en uitgaaf op 95701.43 met 316.33H voor onvoorzicn; die van het Burgerlijk Armbe stuur op 9450, van't G. E. B. op 20693 Tot dekking van een gedeelte van het na deelig saldo van 1919 stelden B. en W voor een geldleening aan te gaan groot 10.000 tegen een rente van ten hoogste 7 pet., af te lossen in 5 jaar. Hiertoe werd besloteu. Nummering der huizen. Met het oog op de volkstelling moet dit plaats hebben. De voorzitter deed mededee- ling dat er emailleplaatjes voor pl.m. 0.45 zijn aangeboden, welke hij onpractisch en duur vond. Aan de schilders is opgaaf ge- - vraagd van 900 genummerde plaatjes De hoogste opgaaf was van den heer Harder voor 166, de laagste van den hcer Hoog- land voor 87 47V2. B. en W. zullen zich met de verdere uitvoering belasten. De plaat jes moeten voor aan de huizen worden be- vestigd. Benoeming lid der commissie van toezicht op het Handwerkonderwijs, daar Mevr. Suk- Drabbe om gezondhddsredenen ontslag had aangevraagd op 15 October. Dit ontslag werd onder dankzegging verleend. De voor zitter betreurde dit heengaan. Door B. en W. is de volgende voordracht opgemaakt: Mevrouw Maas-Gcesteranus-da Lange; Mevrouw Vahl-van der Veen. Eerst- genoemde -werd gekozen. Rondvraag. De heer van't Veer wilde de rondvraag af- scha (fen. iHceft men' eta verzoek dan kan men dit biji B. en' W. kenbaar maken, die dan ook beter zijn voorbereid voor de beantwoor- ding Den voorzitter verheugde het, dat deze stem uit den raad kwam. Hij zelf was er een groot voorstander van. De andere heercn stemden met het voorstel in, dat zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. De heer Sengers wilde gaarnc, dat de aan- nemcr van de waterleiding de wegen weder in orde maakte, vooral de Stationsweg is slecht, ook de hoopen zand op de bermen dienen opgemimd, die oplevering vond hij slordig De voorzitter zal den aannemer aanschrij- ven Nu er door huisaansluitingen geen op- breken der straten meer plaats zal hebben als voorheen, achtte hij ook den tijd geko men. Hiema §luiting. UIT KOEDIJK. nu ik er u over heb hooren spreken e „U zult haar een paar wenken aan tafel kunnen geven", zei mevrouw Watson, „als u dat liever wilt dan alleen te eten. Ik kan u niet vragen mijn eenvoudig avondmaal hier boven te deelen. Het zou, geloof ik, zelfs voor u te veel alleen een feest voor den geest zijn. En nu, Sophie, wil je als je blieft deze boe- ken naar de bibliotheek brengen. Mijnheer Howard keek bijna, alsof hij wil de aanbieden, met Sophie mee te gaan, maar hij bedacht, dat zij elkander aan tafel zouden ontmoeten en ging ten slotte in een armstoel bij zijn gastvrouw zitten. „Ik houd van een gemakkelijken stoel," zei hij. „U houdt in't algemeen van een gemakke lijk leven", zei mevrouw Watson. „Ik kan me niet begrijpen, wat u er toe gebracht heeft hier te komen, om met dien optocht mee te doen." „I'k geloof aanspraak te mogen maken op eenige historische kennis", zei mijnheer Ho ward. „En tijdens mijn voordrachten hier on- dervond ik veel vriendelij'kheid van de men schen te Flodmouth zeer veel vriendelij'k heid." „Ik dacht, dat u te hoog stond, om u dwaas aan te stellen," hemam mevrouw Watson, zoo onvriendelijk, dat Sophie zich afvroeg, wat dan lector er toe bewoog, bij haar nicht te ko men logeeren. Iemand, die geen hansworst van zichzelf kan maken, moet een gek zijn", zei mijnheer Howard een beetje boos. „Ik begrijp echter niet, dat er iets belachelijks is in de verschij- ning of kleeding van den dichter van Flod mouth, dien ik zal voorstellen." „0, als u da*- zal doen, hebt u gelij'k", zei mevr. Watson. „Hef is geen wonder, dat ze u willen hebben, want u gelijkt werkelijk zeer veel op William Markham. Geef me dat boek eens cm den hoek van de bovenste plank, So phie. Ja, u lijfct er veel op Kijk maar." (Wordt vervolgd) De raad dezer gemeente vergaderde Vrij- dag nam. 2 uur in voltall'ige zitting. Na opening lenen der notulen welke onver- anderd werden vastgesteld. Van Ged. Staten zijn goedgekeurd terug ontv'angen het suppl. kohier H. O.- en het raadsbesluit omtrent het verhoogde voorachot aan de "Woningbouwvereeniging „Goed Wo- nen", tevens berichten Ged. Staten dat tot Arr. sohdolopziener is benoemd de heer S. Brandsma te Bussum. De rijksvergoeding voor het herhalingsonderwijs bedraagt 580. De Commissaris der Koningin bericht dat de heeren C. Spaan en Jb. Visser zijn herbe- noemd tot leden van het college van zetters. Door den rijksbetaalmeester is 1 October 53165.91 en door den rijkso'ntvanger 2 Oct. 200.79 aan den gemeenteontvanger afgedra- gen. De begrooting 1921 voor het G. E. B. werd op advies der commissie aange nomen in ontvang en uitgaaf 14000. Rap porteur de hcer K. Oud. Het salaris van den administrateur werd hierdoor vastgesteld op 650 en dat van den bode o.p 200 per jaar. Idem Burgerl. Armbestuur. Onotvangsten en uitgaven 6190. Rapporteur de heer P. Hart. Het subsidie were} hiermede bepaald op 3000 Idem gemeente, ontvangsten en uitgaven 53062.35. Rapporteur de heer D. v. d. Wou- de. De jaarwedde der wethouders werd be paald op 150 en het presentiegeld der raads leden op 5 per zitting, terwijl de kamer- huur voor den gemeenteontvanger niet meer werd toegekend. De heer Verduin vond het niet vreemd dat er een voorstel tot verhoo-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5