jriLAO VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. In onze straat. m Brieven ait Berlijn. Mo. 271 FenilletoH. ilomirrd twor cn twiatig»tc Ja&rgattg. Hit Btrlijnscht ThtaUr. XV. Naar het KafelMh vu U BUCKROiE. IB) Zij keek den dokter aan, verlangend niets achter te bouden, wat helpen kon, en hij knik te. veelzeggend, en dacht over den toestand na. Hij was als jonge man in onze straat ge- komen, en kende de groote waarde van 240 gulden. ,,U hebt geen hij schraapte zijn keel. ,,U hebt toch geen dringende verphchtingen lemand als mijnheer Bean heeft toch zeker wat overgespaard hij hield op. „We zijn nooit zoo gelulddg geweest, dat we konden houden, wat we overgespaard had' den", zei mevrouw Bean. „Telkens, als we een aardig sommetje bijeen hebben, gebeurt er iets „Nu. zorg maar zooveel mogelijk, dat hi niet torn", zei de dokter, zijn hoed1 nemend „Ik kom vanavond ongeveer tien uur nog eens terug, onder een of ander voorwendsel b.v. dat ik iets vergeten faeb we moeten hem niet ongerust maken. Goeden dag." En mijnheer en mevrouw Bean waren in een oogenblik uit zijn geest verdweuen. Mevrouw Bean stood een oogenblik me: haar hand tegen het voorhoofd. Een auto vloog langs, vbl vroolijke men schen; juffrouw White kwam uit het huis aan de overzijde; dte klok luidde in den hecten zonneschijn van de stad' met onuitsprekeliike loomheid. „Klang, kling, klang, klang!" Het laatote „klang^ trof ondraaglijk een oi andere.zienuw van mevrouw Beans innerlijk zooala de aanrakieg van het tangetje i* Um£ Stadsnieuws tand treft. Zij werd bleek en akelig. De droe- fenis, die een hiuia vervult, als die heer dea huizes ziek wordt, scheen zichtbaar te krui- pen over de overblijfselen van het Zondagsche dessert op de eettafel. Ze kon Betsy en Bob by hooren kibbelen in het Yoortuintje. Louise snikte hoorbaar in de keuken, deel* uit medelijden met den algemeenen toestand en deels uit natuurlijke teleurstelling, dat zij dien middag niet uit kon met haar nieuwen, blauwen hoed. Mevrouw Bean was opgewonden, en ala zij dat was had zij een grappige gewoonte van bij zich 'zelf te praten in een angstig gefluis- ter- „Komaan" fluisterde zij „zoo gaat het niet, hoor. Je moet flink zijn en er uit- zien, alsof alles goed was. Je moet Een oogenblik ging ze aan de tafel zitten met haar hoofd tusschen de handen; toen sprong ze op, haar gezicht leyendig en met schittCTende oogen. De viees, (he alle zenuw achtige krijgslieden kennen, waa voorbij, e» ze was, evenala zij, nu d'es te vroolijker ea roekelooa dapper. Laat komen wat will Ze was in staat het te bestrijden. „Ik behoef je niet te vragen", zei mijnheer Bean, toen zij bij hem kwam, „of het iets ern- stigs is. Je zouat er zoo niet uitzien, ala het dat was. Maar hoe lang moet ik zoo blijven liggen?" „0, in ieder geval een weelr', zei zijn vrouw. „En ie hebt al lang rust noodig ge- had, en nu dringt de natuur er op aan. Mijn mo«ler was gewoon te zeggen, dat men wel vertrouwen kon, dat dokter Natuur je zou la- ten weten, wat je doen moest, als je maar luisteren wilde „Ik wil hier geen week blijven", zei Bean opgewonden „pat kaa ik niet, zeg ik je. Be moet bepaald Woensdag in Biradnghap flqn. HP i* mm foaato wudc, pa «fc Wiaar tab DE AFTREK VOOR NOODZAKELUK LSVSN&ONDERnOVta. het kan verhooging vaa salaris geven." „Nu, we zullen ziet wat dr. Parker zegt", suste mevrou w Bean hem. „Zal ik je het week- blad van Flodmouth voorlezen? Je hebt ze ker nog niet het verslag gelezen van het tuin- feest van den burgemeester?" De jalouzieen waren dichf, een licht wind je kwam binnen, de prettige stem van me vrouw Bean scheen van ver weg te komen, iteTwijl ze voorlas, dat mevrouw Salisbury blauwe zijde aan had en juffrouw Salisbury aardbei-kleurig linnen. De laatste gedachte van mijnheer Bean, toen hij insliep, was, dat hij vaag verwonderd was, hoe zijn vrouw in zulke kleine dingen belang kon stellen, als hij erg ziek was, maar zoo zijn de vrouwen minder verstandig dan de mannen In de diepe stilte, die volgde, sloop me vrouw Bean naar beneden, om wat klaar to maken en de kinderen stil te houden. Toen de zieke wakker werd, was hij warn en Icoortsig, iobbende over riles en toch* ia de war. „Eethel ik heb je toch het geld voor je tanden gegeven? Ze zijn immers betaald?' „Zeker, lieve." „Geef me mijn jaa van dien stoel. Hij richt te zich op met een hand aan zijn pijniijk hoofd en zoeht toen naar zijn zakboekje. „Hier hier zijn twee bankbiljetten van zes- tig guldendaar kan je wel mee toekomen, tot ik weer naar het kantoor ga, nietwaar? Ik stuur niet graag om geld. Dat maakt een slechten indruk. Dat is meer dan genoeg", zei zijn vrouw „Maak je nu maar niet bezorgd." „Ja" hij leunde uitgeput achterover „ik weet, dat je langer met geld todkomt dan iemand anders, Ethel. Maar ik wil den dok ter niet meer hebben; we zullen hem nooit hunnen bptelen. Be grioof, dat hot me doodan sen, ale ih nunUp 1st we wear epukriSg w»- rca, dan we betalen konden. Dat zou de laat- ite druppel zijn." Hij viel weer in een onrustitfen elaap ea echrikte tegen acht uur wakker. „Ik zeg u, dat ik die over jaa betaald' heb. Neem die rekening weg, mijnheer. Neem ze weg. Ik ben niemand iete achuldig." Even stil te, toen riep hij uit: „Ik wil niet met schuldea stervenODaar komt de schuld achter mij aan grijs op een groot zwart paard. Houd ze weg! Houd ze weg!" Een week lang waa mijnheer Bean ernstig ziek veel te ziek, om te weten, of de dokter kwam of niet maar op den achteteo dag was hij buiten gevaar, en 'had alleen behoefte aan rust en goede verzorgimg. Mevrouw Be an's jukbeenderen puilden uit haar mager ge zicht en haar oogen stonden hoi, maar zij had het opgewekte, vermoeide uiterlijk van een veroveraar na een moeilijk gewonnea ge- vecht. Louise zag er ook vermoedd uit, want zij had van den morgen tot den avond trappea op- en afgeklommen, haar ruw zieltje werd door de omstandigheid gerijpt en verzacht. „Niu," zei ze. terwijl ze thee zette voor haar meesteres en zich zelf, „ik denk, dat u nu zult inzinken, mevrouw. Het is eigenlijk niet an ders te verwachten. Mijn tante heeft mijn. oom verpleegd, toen hij zijn been gebroken had, waar uitslag bijgekomen was; ze nam nooit rust, maar ze zonk in, toen alles voorbij was en moest gevoed' worden met rail we eieren en brandewijn in een schuitje." „Een zcereis uitstekend", monvpelde me vrouw Bean, die in drie nachten met uit de kleeren was geweest. „Ik bedoel een ding met een tuit er aan", cei Louise met stemverheffing. „Zij moesten b^ar het ri sn den brandewijn ingiebos, mew.1 ik ^wai see uij^sgut doer hri^verylqyn alien in onze straat, die met mgehouden adem naar de deur der Beans waren gegaan om naar het briefje te kijken, haalden nu weer vrij adem en hielden dr. Parker staande om te vragen of zij iete konden doen. En dr. Par ker die aan dit geval veel meer tijd gegeven had, dan hij eigenlijk missen kon van zijn druk leven, of in tokening wilde brengen, zei haastig: „0, hij mag nu een kippenbouillon hebben. Als u dat heel zorgvuldig klaarma- ken kondt, zonder peper, zou het zeer geschikt zijn." Want hij wist daar hij zoo lang in onze straat gewoond had dat kippetjes volgens ons gelijk staan met diamanten en champag ne, en niet zoo gemakkelijk te bekomen zijn als ruad- en schapenvleesch. Er ligt een soort van glans over een kippetje, en wij eten het bij feestelijke gelegenheden of als we woke- lijk ziek zijn. Het waa alleen maar januner, dat dr. Par ker vergat, dat hij het aan mevrouw Norton geregd had, ta dezelfde opmeriring herhaal- delijk tegen mevrouw Goldiag en Sophie, die zoo weinig had kunnen doen, omdat nicht Hannah in denzelfden tijd ziek werd, en te gen Pieter Norton en tegen de verzamelde da mes van de wijkverpleging. Hij was een ta- melijk arm en overwerkt dokter, en hij had ;een tijd te bedenken. of hij iets al eens eer ier gezegd had, omaat hij altijd dezelfde dingen zei. Maar het gevolg was, dat dte poelier over de Brug vijftien kippetjes in drie uur verkocht en voornamelijk aan menschen, die het die week zonder bloemen moesten doen of zonder een nieuw paar handsdioenen of zonder de aardbeien met room, die zij dien dag na het atos. hadd» willm ^rtrtr^sjus - •*-— W 0 E N S 5> 10 DLr.eteu0. IL KOAtt. Uoofdr.aaate.ir: Tj. N. ADEMA. 17 NOYEMBER. Berlijn, begin Norember. Win n war men tegenwoordig met eon. Be»- lijneck theatwdirectour epreekt, heft hij ©n- middellijk een ltnggerelrt ]dis#H*i man. Do ongelooflijk verhoogde koston voor ieder atuk decor, do tot in hot avontuurlijke gestagen, loonen toot iederen tooneelwerkman, de phantasrische looneiscben der tooneeispelors, daarbij nog ala nieuwe installing de weelde- belaating bet is niet nit te houden, re worken alien met reueachtigt tekorten. Maar is rertreuwen goaproken, iik geloof niet recht a an daze jeremiaden. Want de theater* rii* iederen arond tot de laatate pi*ate nitrar- koebt, de prijzen der plaateen rijn net too pbantaetiaeb gestagen ale ai bet andere en de direeteuren leren in werkelijkbeid aeer go- noeglij k rerder, nee ala bo tot nu tee dedtuL Br is neig geen ran hen failliet gegaan, en mem heeft eok nog niet gehoerd, d*t ion van hen Terbongerd sou zijn. Ook bun workijvor de niet rerminderd. Zelden ie bet Berlijnecbe tooneeleeisoen met aoo'n arbeidekracht, met ooo'n hoeTeelheid nieuwe etukken ingeset, *i# dit in bet jaar der I>uitecbe beproering, in 1920, gosohiedde. Geniale meestenrerken ran rhrreikenden jnvloed zijn daarbij weliiwaaT tot nu toe niet a an bet licht gekomen. Wei echter een heele rij hooget interessante werken, die het publiek in spanning bouden. Daar kwam allereeret uit Weenen de .^Kindertragodie" van den Oostenrijkecben dichter Karl Schonherr, den' •cbrijver ran „De duivel in de rrourr", die ook buiten Duitechland al bekend1 geworden ie. Schonherr'a manier ie uiterst so-berheid en beknoptheid bet liefste plaatat hij elechts een paar person en op 'het tooneel. In „De duivel in de vrouw" waren het er dne, een amokkelaar, zijn vrouw en een grenasoldaat de vrouw anaakt alle twee gek en richtte ze ten gronde. In de „Kindertragedie" worden de drie actee weer door slechts drie pereonen gevulddoor drie Oostenrijiksehe boeren- of boutvesterskinderen, die de verse hr Licking be- leven, een echtbreuk van bun (moeder te ont- dekken. Dat schokt hen tot in het diepite ram bun zieleleven. De jongste, een riekelyko jongen, richt ten slotte in ekatatischa opwin- ding het pistool op den minnaar van zijn moeder, ala deze nacbte naar het buia aluipt, zinkt zelf door een hartalag getroffen dood terneder. Het meisje, verward door het •lechte yoorbeefld, wordt door den duivel der einnelijkheid aangegrepen en valt in handen van een verleider. De oudste soon gaat een- zaam, radelooa vertwijfeld door nacht en ne- vel. Dat zijn de dingen, die we mede tan- ecbouwen. Due een technisch bravourstuk; maar niet het drama zelf apeelt zicb voor onze oogen af, wij nemen slechta het apiegelbeeld' der gebeuTtenieaen in de kinderen waar. Hoe die drie na el'kaar langzamerhand het afschu- welijke bemerken, bet elkaar bekennen en daaraan te grond'e gaan, dat ie de inhoud' van het etuk. Al het andere blijft achter bet too neel, de moeder, haar minnaar, de vader, en de menschen uit het dorp, waarvan altijd slechts verteld wordt. Dat i» geen natuurlijk, maar een gedwomgen handelwijze. Maar alles is van onondcrbroken en van een dramatiache spanning, waaraan men zicb niet onttrekken kan. YerwikkalJ« liefdesproblemen spelem ook een hoofdrol in de nieuwe stukken. Het „StaatEche Shauspielhaua" bracbt een drama Go diva" van Han» Frank, dat een oude legendestof in nieuwen vorm behandelt. Wij kennen uit een ballade van den Engelschman Tennyson de sage van Lady Qodiva, die, em de etad Coventry van een afecbuwelijken eiech van haar tyranieken gemaal, graaf Leofric, te redden, naakt door de etT*ten der stad reed. Later is de geechiedenie vaak tot laagstaande eeneatias benut Yoor jaxsm werd een groot schilderij vaa de# eehiMer Imil Heide ia Duitsebland geexpeseerd, dat dea rit der aaakte vrouw op een elank paard wel- lustig on pxikkelend vooretelde. Men kon dat tegen entrfe zian. En ook Maeterlink'e Jdjon- u Vanna", d*t met de Godiva-etof samen- hangt, was in wat hot uitbuiten van het pi kante, dat siob daarbij voordoet, nieti zuinig. Hans Franck neamt het philoeopbiecb vor- schend op. De naiviteit van d'e oorspronkelijke sage, die eender middeleeu wsehe* een vend niet bestsan kan, wordt met pbiloeofuohe gedacbten in den rtijl van Friedricb Hebben emkleed *66, dat aij er bijna onder verstikt. Alls* ie imgeeteld ep de varhouding van de eehtgeneeten twt elkaar, die tet een ender- werp van een ethjseh-ereti#elte aonskuotif gesnaakt werd.1 A«« dan graaf Leo Ma ie het reeht rereex- loofd, iedar jaar op den dag waarop de zomex begint 66n der ecboonete jonkvrouwan der stad in ean meer dan epaarzame kleeding tot rich op bet alot te laten komen, opdat hij haar in bezit nemo dus iete nls een varie- teit van het „jua primae noctiz". Tot nu toe heeft hij van dit recht geen gebruik gcmaalrt, omdat hij zijni gemalin Godiva lief heeft. Nu ecbte.* i? de zaak andere. Hij gelooftdat Go- diva hem niet met de voile overgive van haar vrouwennatuur licfneeft, en zijn verwarde einnen doTeten nu ernaar, het oude heeren- recbt uit te ofenen. Godiva wil de schande van de etad en bare zuster®, de jon ge vrou wen, afwenden, en verklaart, dan zelf Eever naakt door de atad te zullen rijden. De graaf gelooft haar niet, maar hij wil, ala zij het t Joh doet, van zijn ruwe recht afstand doen. Het waagetuk gebeurt, en uit den gloed van de eonoties stijgt da liefde der beiden verdiept en gelruterd op. Men ziet: dit ie een echt art'sfieke opzet. De oudo sage bevat daarbij nog een fijn ne- vonmotiefAlle bewonere der sifcad verschui- len zich in hun huizen om de kuischheid der Lady niet te kweteen, alechta 66n kijkt vereto- len door een 'kier, en deze wordt blind. Hans Franck .gebruikt ook dit motief, maar zeer onhandig, Joordat hij een neef van den graaf ten to mode voert, die waanzinnig op Godiva verliefd ie, en niu door den graaf zelf een hoogat onnatuurlijke wending 1 ge- dwongen wordt, den rit made aan te zien, en die dan dit noodlot ondergaat. Op een opzet, die meer waarschijnlijkheid: in zich heeft, berust ook het boeiende schouw- epel „Das Geliibde", dat rich in de nalaten- schap van den ongelukkigen, in waanzini ge- etorven Heinrich Lauteneaok, bevond'. Wederom een gravenpaar, maar nu een modern. Die beiden maken een rei* naar ver- re Ariatische kueten, waar zij echipbreuk lijden. De graaf wordt gered, maar zijn gema lin echijnt verd'ronken te zijn. De eenzame man gaat in een klooster en leeft zich heele- maal in de wereld der vrome monniken in, die zijn broedera geworden zijn. Daar duikt na lange jarsn, de doodgewaande vrouw wear op. Zij was in de verwarring van dat scheeps- ongeval door een Oosterschen vorst gered1, die haar in zijn harem stopte. Dan bad rij verder avontuurlijke lotgevallen beleefd. Uit den harem van den eenen grooten beer, w»« zij in dien van een ander, dan in een derde terechtgekome en jaren lang van hand tot hand gegaan. Ten slotte gelukte het haar, de lievelingevrouw van een Arabiachen ejeik te worden, dien zij volkomen beheerschte om aoovssl rrijheid t* vsrkrijgsn, dat rij ont- vluchtsn kon. Nu trsedt zij weder voor haar gemaal sn verlangt haar goed recht. Die kan haar dat echter niet meer geven. Zijn geest ia geheel en al van de klooateratmospheer door- trokken, zijn rianea zijn afgestom.pt. En ie hj.i* 1*m«s uitssHzsttSinr met de wedernevea- dsasnsalt hij sr ha*r toe ever, dtt rij eok dea riuier aeemt ea n«n wordt. Eea zeer ro- mantische hendelia*, maer. toch van. eiacnaar- digfe bekorim?. Tot de boo-fton vaa het eretieehe lews* voert ons een atuk, <iat nu ia het Leseinig-- theater opgevoerd wordt: „Flamme" va* Hans MHiller. Eem eanL^szins woeste areschie- denis. Lotgevallea en. einde van e«a straat- meid. Beht gr*I ep effesrt ea aitenlajke spaa- ning gewerkt. Ma&r teeh met aee huiteuge- wone haadigrheid en talent voor tiheater- effecten, dat het publiek dea auteur enthou- ■iarte h'ulde bracbt. Ben dweepriek jomg mn- sien# werdt verliefd ep de blonde Anna, eva der haar bcreep te kenaen. Ala hij het ten. ■lefts teeh heert, aeemt hij haar met rich mee in aija kleine woning, ep de eolderver- dieping van het ouderlijke huis. Hij wil haar redden en tot zijn levensipezellia opvoeden. Wij kennen aulke stoffen uit d«n tijd1 van het naturalisme, waar zij met den ge€*t d'er #o- ciale ethiek voorgedragen werden. Hiervan ie nu geen eprake. Hans MHiller pakt zijn etof andere aan. Zijn blonde Anna, die den ver- trouwendea vereerdier ook wel lief heeft en uit deze gebeurteni* een niet meer gedacht geluk ziet opbloeiea, kan niet meer fataoen- lijk worden. Zij is een deern wet uit bexekeniag, maar van geboorte en natuur. De vlam van haar bloed drijft haar. Zij wil haar rinnen beteu- gelen, dat gelukt haar niet. lets in haar drijft haar er toe, rich buiten alle moreele belem- meringen uit te leven. Zij ondergaat een te- rugslag naar de laagheid der straat, die niet meer te herstellen is. Nu is zij geheel ontwricht. In het huis van de moeder van haar musicus, die begnjpt, maar ia de moreele sfeer der rei no menscheni leeft, kan ze niet m%er blijven, maar zij draagt een kind' van den geliefde onder het hart en kan ook niet meer in den ouder modder te rug. Zoo gaat zij to gronde d.w.z. de toe- schouwer gaat met het voonuitzicht naar huie, dat zij een eind aan haar leven zal ma ken zij zal rich wel verdrinken. Hemelhoog uit deze regionen der erotische sensaties, epeculaties en geraffineerdheden, stijgt het kleine drama uit de nalmtenschap van graaf Tolstoi, dat in de Kammerspiele van het Deutsche Theater gegeven werd. Het draagt den zonderlingen titel: „Er ist an al- lem schuld" en draagt het opechrift van „co- medie". Ja, een oo-medie maar toch geze- gend door den zedelij'ken ernst en door de ethische grootheid van dezen wonderen predi- ker der meuschelijkheid en .goedheid. T>io twee acten zijn maar boo terloops geschreven, tusschen grootere werken in, ale het ware met de linkerhand, maar in alle heerlijkheid licht daaruit de hoogheid en innigheid van hun dichter. Wat hier van alles de schuld is is de alco hol. Hij drijft den jongen boer Michalj* er toe, met vuiaten op zijn vrouw los te slaan. En hij brengt den koddigen en phantastischen jongen, die op een nacht door sneeiuwjacht in Michalja'e huis komt, en die zich andera met zoo'n grappige gratia weet te gedragen,^ er toe, dat hij van zijn gastheer thee en suiker steelt. Den volgenden morgen wordt de dief- stal ontdekt. Men haalt den lummel in en vindt thee en suiker in zijn zak. Maar zoo als voor dien de landlooper zijn gastheer be- echsamd had, doordat hij zijn vtouw tegen hem in bctchsrming nam, zoo beschaamt nn Michalj a dan landlooper. Hij wil hem niet al- lecn onzien, hem niet alleen de gevangenia en het verdiende pak si tag besparen, maar hij.... geeft hem zelfa thee en suiker cadeau. De jongeii echter legrt alles wear oetjes op tafel, buigt ia dispe entreering snikkend en sluipt stil naar buiton ep den lirdweg.... Ian kltine sehets slsekto, maar zee tot hat binnenste doordrengen van sen diep begrijpen, van een religieus gevod van broederlijlcheid, dat de toesebeuvers ontroerd bxisterden. Dr MAX OSB'OBN. Doer da soc.»dem. fractis van gamsents* raadslede* alhier is bij dea Raad het rolgeade voorstel ingediend; Ui) het vsststellea vsa hat helasthssr lake- men veer het heffea vsa dea hoefdelykea ess* slag het na*d*ak*mk levensaaderhoud als valgt te hepalea: a. f 1000.voot gehnwde belasfiagplickfb gen, en vreduwnaars, weduwen en van echt ge« scheidon mannen en vrouwen, die 66n of meer kinderen te hunnen laste hebben; b. 750.voor oagehuwde belastiagplioh- tigen; 'v c. voorts dea kiaderaftrek, ongeacht het aaatal kinderen, te bepalea op 75.per kiad. EEN GEMEENTELIJK GROENTEN- BEDRIJF. De S. D. A. P.-raadsledea stellea doa ge# meenterssd voor, te besluitea: I. over te gaan tot het inrichten vaa een Geraeentelljk Groentenbedrfjf, met als grond- •Isg: a. verhuur van gemeentegronden onder beding, dat de daarop volgens voorschrift geteelde producten ten voile en onder nader vast te stellen voorwssrden ter beschikking vsn het Gemeentelijk Groentenbedrijf komen; b. het sluiten vsn leveringscontrscten met or< ganissties van producenten in land- en tuin- bouwbedrijf; c. rechtstreeksche aankoop ter veiling; d. verkoop in eigen goed ingerichto verkoop- plastsen met daarnevens den verkoop door particulieren onder nader vast to etellea voorwaarden; II. Burgemeester en Wethouders uit te *oo- digen, waar dit voor billijken prija mogelijk is, den aankoop va* groaden, als bedoeld sub Ia, voor te bereiden; III. Burgemeester en Wsthouders uit te noodigen, de vereischte voorstellen te doe* tot uitvoering vsn do sub I en II genoemde beslui- ten. Het voorstel gsst vergezeld vsn de volgende memorie vsn toelichting: De bedoeling vsn ons voorstel is uitersard om groenten, ssrdsppelen en fruit tegen billij. ker prijzen dsn de thsns geldende, onder het bereik der consumenten te brengen. Het mag ala algemeen bekend worden ge» acht te zijn, dat de tegenwoordige toestanden op dit gebied vrijwel onhoudbasr zijn gewor den. De talrijke kleinhandelaars wier aantal nog steeds toeneemt en dat nu reeds meer dan honderd bedraagt zijn veeltijds niet bjj machte om de hand op le kwaliteit producten te leggen en moeten door hun groot aantal ze6r groote winsten maken om staande to kun- nen blijven. Of deze winst echter z66buitenspo- rig groot moet zijn als ze is (gemiddeld min» stens 100 pCt.) wagen wij te betwijfelen. Vast staat echter, dat dit winstpercentage gemaakt wordt en z6ii vaak apeciaal wat de groen ten aangaat nog beduidend hooger is. Het komt ons dsn ook voor, dst do rsad Mnstsmmig vaa eerdesl zal zijn, dat pogingen moeten worden asngewend not dezen toestand afdoende te verbeteren. Het middel daartoe wij meenen het 66nige middel is ssnaeming en uitvoering van ons voorsteL Bij de nadere toeliehting ervsn, watrvoer wij dankbtar gebruik hebben gemsakt van de ge- gevens en rsadgevingen enrer deskundige td« viaeurs, stellen wij v66rop dat ons stelsel, wat groote lenigheid heeft naar omstandigheden kan worden uitgebreid of ingekrompen, terwyl de huurder van den grond, die van de op- brengst moet leven, het voile belang by die op- brengst behoudt. En de op deze manier pro- ductiefmaking vaa den gemeentegrond, veou zowver zfj niet direct veer weaingbeuw nt»edig Is, zal een werkeiyk gemeensehapaheUag zij a. Het belang van ket grosntenbsdrljf brengt sn« dorzijds mede, dst by de adviezea omtrent de teeltregeling zeewel met de belangen vsa dea ▼erbruiker ala met die vsn den preduceat to kening werdt geheuden en dat by beschikking over den grond veer waning- of fabrioksbouw or near gostroofd moot worden, dat do huurder ▼an den grond elders zijn bedryf kan roortzet- ten. Het is om deze redsn, dst wy U onder II voorstellen B. en W. nit te noodigen, waar dit ▼oor billijken prijs mogelijk is, den ssnkoop van gronden, als bedoeld sub Is, voor te berei den. Het zal vsn groote waarde z«n deze gron den rondom de gemeente te zoeken, dit met het oog op latere stadsuitbreiding. De hierboven genoemde teeltregeling zal ze ker esn correctief zijn tegen eene eventueele j teeltregeling uitsluitend bedoeld ter handha- ring of verhooging van de prgzen, en eerstge- nomde regeling dus in het belang der Aik» i msatsche ingezetenen zij*. Van het grootste belang voor de ontwikke- ling vsn het groentenbedryf is het sluiten vsn leveringscontrscten met organisaties va* pro ducenten in land- en tuinbouwbedryf. De slechte vooruitzichten vsn den tuinbouw zullen deze organisaties er zeker toe brengen om dergelyke contracten gaame te willen slui ten. Immers doen zich ten opzichtc van den af« zet vsn landbouwproducten groote moeliykhe- den voor, doordat met name Duitschland en Ooatenryk, wssrheen zich de export vsn tuin- bouwproducten v66r en tydeas den oorlog bad gericht, thsns in mindere mate als afntmera in asnmerking komen. De ongunstige stand dec valuta, gepasrd san de booge prijzen, die onze tuiabouwera voorsl ia de laatste jsren gewead waren voor hun producten te maken, dwingea genoemde rykea er o.m. toe, kun importea zoo veel mogelyk te beperken. Zij zullen er rich op moeten toeleggen, zelf de groenten en bet fruit te produceerem, welke ze allereerst noodig heb ben. Dit zal voor afcm groot gedselte ook moge lyk blijken. Overzeesche export heeft te ksmpen met booge trsnsportkosten, die op een veel ruimto innemend artikel ris groenten verhoudingsge- wijze zwssr drukken. Onder deze omstandig heden zyn onze tuinbouwera voor een groot deel op bet bianenland ssngeweze*. On* land gebruikt echter maar een betrekkelyk klein deel v*n het door de lsndbouwers geprodu- ceerde. Toch zyn bun bedryven op grootere productie ingericht Op dit oogenblik is daar- om reeds sen moeilyke periode voor den land- bouw sangebroken, waardoor wy gerechtigd meenden te zijn om hierv66r reeds de onder- stelling te uiten, dst de organisaties vsn pro ducenten in land- en tuinbouwbedryf gaarne contracten met d# gemeente zullen willen slui ten. Immers is het ontegenzeggelyk hun meest direct belsng groote afnemers te krygea, welke regelmatig hun producten betrekken. De rechtstreeksche ssnkoop ter veiling wordt sis reeds door de volgorde ssngewezen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5