jriLAO VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
In onze straat.
m
Brieven ait Berlijn.
Mo. 271
FenilletoH.
ilomirrd twor cn twiatig»tc Ja&rgattg.
Hit Btrlijnscht ThtaUr.
XV.
Naar het KafelMh vu U BUCKROiE.
IB)
Zij keek den dokter aan, verlangend niets
achter te bouden, wat helpen kon, en hij knik
te. veelzeggend, en dacht over den toestand
na. Hij was als jonge man in onze straat ge-
komen, en kende de groote waarde van 240
gulden.
,,U hebt geen hij schraapte zijn keel.
,,U hebt toch geen dringende verphchtingen
lemand als mijnheer Bean heeft toch zeker
wat overgespaard hij hield op.
„We zijn nooit zoo gelulddg geweest, dat
we konden houden, wat we overgespaard had'
den", zei mevrouw Bean. „Telkens, als we
een aardig sommetje bijeen hebben, gebeurt
er iets
„Nu. zorg maar zooveel mogelijk, dat hi
niet torn", zei de dokter, zijn hoed1 nemend
„Ik kom vanavond ongeveer tien uur nog eens
terug, onder een of ander voorwendsel b.v.
dat ik iets vergeten faeb we moeten hem
niet ongerust maken. Goeden dag."
En mijnheer en mevrouw Bean waren in
een oogenblik uit zijn geest verdweuen.
Mevrouw Bean stood een oogenblik me:
haar hand tegen het voorhoofd.
Een auto vloog langs, vbl vroolijke men
schen; juffrouw White kwam uit het huis
aan de overzijde; dte klok luidde in den hecten
zonneschijn van de stad' met onuitsprekeliike
loomheid. „Klang, kling, klang, klang!"
Het laatote „klang^ trof ondraaglijk een oi
andere.zienuw van mevrouw Beans innerlijk
zooala de aanrakieg van het tangetje
i* Um£
Stadsnieuws
tand treft. Zij werd bleek en akelig. De droe-
fenis, die een hiuia vervult, als die heer dea
huizes ziek wordt, scheen zichtbaar te krui-
pen over de overblijfselen van het Zondagsche
dessert op de eettafel. Ze kon Betsy en Bob
by hooren kibbelen in het Yoortuintje.
Louise snikte hoorbaar in de keuken, deel*
uit medelijden met den algemeenen toestand
en deels uit natuurlijke teleurstelling, dat zij
dien middag niet uit kon met haar nieuwen,
blauwen hoed.
Mevrouw Bean was opgewonden, en ala zij
dat was had zij een grappige gewoonte van
bij zich 'zelf te praten in een angstig gefluis-
ter-
„Komaan" fluisterde zij „zoo gaat
het niet, hoor. Je moet flink zijn en er uit-
zien, alsof alles goed was. Je moet
Een oogenblik ging ze aan de tafel zitten
met haar hoofd tusschen de handen; toen
sprong ze op, haar gezicht leyendig en met
schittCTende oogen. De viees, (he alle zenuw
achtige krijgslieden kennen, waa voorbij, e»
ze was, evenala zij, nu d'es te vroolijker ea
roekelooa dapper. Laat komen wat will Ze
was in staat het te bestrijden.
„Ik behoef je niet te vragen", zei mijnheer
Bean, toen zij bij hem kwam, „of het iets ern-
stigs is. Je zouat er zoo niet uitzien, ala het
dat was. Maar hoe lang moet ik zoo blijven
liggen?"
„0, in ieder geval een weelr', zei zijn
vrouw. „En ie hebt al lang rust noodig ge-
had, en nu dringt de natuur er op aan. Mijn
mo«ler was gewoon te zeggen, dat men wel
vertrouwen kon, dat dokter Natuur je zou la-
ten weten, wat je doen moest, als je maar
luisteren wilde
„Ik wil hier geen week blijven", zei Bean
opgewonden „pat kaa ik niet, zeg ik je. Be
moet bepaald Woensdag in Biradnghap flqn.
HP i* mm foaato wudc, pa «fc Wiaar tab
DE AFTREK VOOR NOODZAKELUK
LSVSN&ONDERnOVta.
het kan verhooging vaa salaris geven."
„Nu, we zullen ziet wat dr. Parker zegt",
suste mevrou w Bean hem. „Zal ik je het week-
blad van Flodmouth voorlezen? Je hebt ze
ker nog niet het verslag gelezen van het tuin-
feest van den burgemeester?"
De jalouzieen waren dichf, een licht wind
je kwam binnen, de prettige stem van me
vrouw Bean scheen van ver weg te komen,
iteTwijl ze voorlas, dat mevrouw Salisbury
blauwe zijde aan had en juffrouw Salisbury
aardbei-kleurig linnen. De laatste gedachte
van mijnheer Bean, toen hij insliep, was, dat
hij vaag verwonderd was, hoe zijn vrouw in
zulke kleine dingen belang kon stellen, als
hij erg ziek was, maar zoo zijn de vrouwen
minder verstandig dan de mannen
In de diepe stilte, die volgde, sloop me
vrouw Bean naar beneden, om wat klaar to
maken en de kinderen stil te houden.
Toen de zieke wakker werd, was hij warn
en Icoortsig, iobbende over riles en toch* ia
de war.
„Eethel ik heb je toch het geld voor je
tanden gegeven? Ze zijn immers betaald?'
„Zeker, lieve."
„Geef me mijn jaa van dien stoel. Hij richt
te zich op met een hand aan zijn pijniijk
hoofd en zoeht toen naar zijn zakboekje.
„Hier hier zijn twee bankbiljetten van zes-
tig guldendaar kan je wel mee toekomen, tot
ik weer naar het kantoor ga, nietwaar? Ik
stuur niet graag om geld. Dat maakt een
slechten indruk.
Dat is meer dan genoeg", zei zijn vrouw
„Maak je nu maar niet bezorgd."
„Ja" hij leunde uitgeput achterover
„ik weet, dat je langer met geld todkomt dan
iemand anders, Ethel. Maar ik wil den dok
ter niet meer hebben; we zullen hem nooit
hunnen bptelen. Be grioof, dat hot me doodan
sen, ale ih nunUp 1st we wear epukriSg w»-
rca, dan we betalen konden. Dat zou de laat-
ite druppel zijn."
Hij viel weer in een onrustitfen elaap ea
echrikte tegen acht uur wakker.
„Ik zeg u, dat ik die over jaa betaald' heb.
Neem die rekening weg, mijnheer. Neem ze
weg. Ik ben niemand iete achuldig." Even stil
te, toen riep hij uit: „Ik wil niet met schuldea
stervenODaar komt de schuld achter mij
aan grijs op een groot zwart paard.
Houd ze weg! Houd ze weg!"
Een week lang waa mijnheer Bean ernstig
ziek veel te ziek, om te weten, of de dokter
kwam of niet maar op den achteteo dag
was hij buiten gevaar, en 'had alleen behoefte
aan rust en goede verzorgimg. Mevrouw Be
an's jukbeenderen puilden uit haar mager ge
zicht en haar oogen stonden hoi, maar zij
had het opgewekte, vermoeide uiterlijk van
een veroveraar na een moeilijk gewonnea ge-
vecht.
Louise zag er ook vermoedd uit, want zij
had van den morgen tot den avond trappea
op- en afgeklommen, haar ruw zieltje werd
door de omstandigheid gerijpt en verzacht.
„Niu," zei ze. terwijl ze thee zette voor haar
meesteres en zich zelf, „ik denk, dat u nu zult
inzinken, mevrouw. Het is eigenlijk niet an
ders te verwachten. Mijn tante heeft mijn. oom
verpleegd, toen hij zijn been gebroken had,
waar uitslag bijgekomen was; ze nam nooit
rust, maar ze zonk in, toen alles voorbij was
en moest gevoed' worden met rail we eieren en
brandewijn in een schuitje."
„Een zcereis uitstekend", monvpelde me
vrouw Bean, die in drie nachten met uit de
kleeren was geweest.
„Ik bedoel een ding met een tuit er aan",
cei Louise met stemverheffing. „Zij moesten
b^ar het ri sn den brandewijn ingiebos, mew.1
ik ^wai see uij^sgut doer hri^verylqyn
alien in onze straat, die met mgehouden adem
naar de deur der Beans waren gegaan om
naar het briefje te kijken, haalden nu weer
vrij adem en hielden dr. Parker staande om
te vragen of zij iete konden doen. En dr. Par
ker die aan dit geval veel meer tijd gegeven
had, dan hij eigenlijk missen kon van zijn
druk leven, of in tokening wilde brengen, zei
haastig: „0, hij mag nu een kippenbouillon
hebben. Als u dat heel zorgvuldig klaarma-
ken kondt, zonder peper, zou het zeer geschikt
zijn."
Want hij wist daar hij zoo lang in onze
straat gewoond had dat kippetjes volgens
ons gelijk staan met diamanten en champag
ne, en niet zoo gemakkelijk te bekomen zijn
als ruad- en schapenvleesch. Er ligt een soort
van glans over een kippetje, en wij eten het
bij feestelijke gelegenheden of als we woke-
lijk ziek zijn.
Het waa alleen maar januner, dat dr. Par
ker vergat, dat hij het aan mevrouw Norton
geregd had, ta dezelfde opmeriring herhaal-
delijk tegen mevrouw Goldiag en Sophie, die
zoo weinig had kunnen doen, omdat nicht
Hannah in denzelfden tijd ziek werd, en te
gen Pieter Norton en tegen de verzamelde da
mes van de wijkverpleging. Hij was een ta-
melijk arm en overwerkt dokter, en hij had
;een tijd te bedenken. of hij iets al eens eer
ier gezegd had, omaat hij altijd dezelfde
dingen zei.
Maar het gevolg was, dat dte poelier over
de Brug vijftien kippetjes in drie uur verkocht
en voornamelijk aan menschen, die het die
week zonder bloemen moesten doen of zonder
een nieuw paar handsdioenen of zonder de
aardbeien met room, die zij dien dag na het
atos. hadd» willm
^rtrtr^sjus - •*-—
W 0 E N S 5> 10 DLr.eteu0. IL KOAtt. Uoofdr.aaate.ir: Tj. N. ADEMA. 17 NOYEMBER.
Berlijn, begin Norember.
Win n war men tegenwoordig met eon. Be»-
lijneck theatwdirectour epreekt, heft hij ©n-
middellijk een ltnggerelrt ]dis#H*i man. Do
ongelooflijk verhoogde koston voor ieder atuk
decor, do tot in hot avontuurlijke gestagen,
loonen toot iederen tooneelwerkman, de
phantasrische looneiscben der tooneeispelors,
daarbij nog ala nieuwe installing de weelde-
belaating bet is niet nit te houden, re
worken alien met reueachtigt tekorten. Maar
is rertreuwen goaproken, iik geloof niet recht
a an daze jeremiaden. Want de theater* rii*
iederen arond tot de laatate pi*ate nitrar-
koebt, de prijzen der plaateen rijn net too
pbantaetiaeb gestagen ale ai bet andere en de
direeteuren leren in werkelijkbeid aeer go-
noeglij k rerder, nee ala bo tot nu tee dedtuL
Br is neig geen ran hen failliet gegaan, en
mem heeft eok nog niet gehoerd, d*t ion van
hen Terbongerd sou zijn. Ook bun workijvor
de niet rerminderd. Zelden ie bet Berlijnecbe
tooneeleeisoen met aoo'n arbeidekracht, met
ooo'n hoeTeelheid nieuwe etukken ingeset, *i#
dit in bet jaar der I>uitecbe beproering, in
1920, gosohiedde.
Geniale meestenrerken ran rhrreikenden
jnvloed zijn daarbij weliiwaaT tot nu toe niet
a an bet licht gekomen. Wei echter een heele
rij hooget interessante werken, die het publiek
in spanning bouden. Daar kwam allereeret
uit Weenen de .^Kindertragodie" van den
Oostenrijkecben dichter Karl Schonherr, den'
•cbrijver ran „De duivel in de rrourr", die
ook buiten Duitechland al bekend1 geworden
ie. Schonherr'a manier ie uiterst so-berheid en
beknoptheid bet liefste plaatat hij elechts
een paar person en op 'het tooneel. In „De
duivel in de vrouw" waren het er dne, een
amokkelaar, zijn vrouw en een grenasoldaat
de vrouw anaakt alle twee gek en richtte
ze ten gronde. In de „Kindertragedie" worden
de drie actee weer door slechts drie pereonen
gevulddoor drie Oostenrijiksehe boeren- of
boutvesterskinderen, die de verse hr Licking be-
leven, een echtbreuk van bun (moeder te ont-
dekken. Dat schokt hen tot in het diepite
ram bun zieleleven. De jongste, een riekelyko
jongen, richt ten slotte in ekatatischa opwin-
ding het pistool op den minnaar van zijn
moeder, ala deze nacbte naar het buia
aluipt, zinkt zelf door een hartalag getroffen
dood terneder. Het meisje, verward door het
•lechte yoorbeefld, wordt door den duivel der
einnelijkheid aangegrepen en valt in handen
van een verleider. De oudste soon gaat een-
zaam, radelooa vertwijfeld door nacht en ne-
vel. Dat zijn de dingen, die we mede tan-
ecbouwen. Due een technisch bravourstuk;
maar niet het drama zelf apeelt zicb voor onze
oogen af, wij nemen slechta het apiegelbeeld'
der gebeuTtenieaen in de kinderen waar. Hoe
die drie na el'kaar langzamerhand het afschu-
welijke bemerken, bet elkaar bekennen en
daaraan te grond'e gaan, dat ie de inhoud' van
het etuk. Al het andere blijft achter bet too
neel, de moeder, haar minnaar, de vader, en
de menschen uit het dorp, waarvan altijd
slechts verteld wordt. Dat i» geen natuurlijk,
maar een gedwomgen handelwijze. Maar alles
is van onondcrbroken en van een dramatiache
spanning, waaraan men zicb niet onttrekken
kan.
YerwikkalJ« liefdesproblemen spelem ook
een hoofdrol in de nieuwe stukken. Het
„StaatEche Shauspielhaua" bracbt een drama
Go diva" van Han» Frank, dat een oude
legendestof in nieuwen vorm behandelt. Wij
kennen uit een ballade van den Engelschman
Tennyson de sage van Lady Qodiva, die, em
de etad Coventry van een afecbuwelijken
eiech van haar tyranieken gemaal, graaf
Leofric, te redden, naakt door de etT*ten der
stad reed. Later is de geechiedenie vaak tot
laagstaande eeneatias benut Yoor jaxsm werd
een groot schilderij vaa de# eehiMer Imil
Heide ia Duitsebland geexpeseerd, dat dea
rit der aaakte vrouw op een elank paard wel-
lustig on pxikkelend vooretelde. Men kon dat
tegen entrfe zian. En ook Maeterlink'e Jdjon-
u Vanna", d*t met de Godiva-etof samen-
hangt, was in wat hot uitbuiten van het pi
kante, dat siob daarbij voordoet, nieti zuinig.
Hans Franck neamt het philoeopbiecb vor-
schend op. De naiviteit van d'e oorspronkelijke
sage, die eender middeleeu wsehe* een vend
niet bestsan kan, wordt met pbiloeofuohe
gedacbten in den rtijl van Friedricb Hebben
emkleed *66, dat aij er bijna onder verstikt.
Alls* ie imgeeteld ep de varhouding van de
eehtgeneeten twt elkaar, die tet een ender-
werp van een ethjseh-ereti#elte aonskuotif
gesnaakt werd.1
A«« dan graaf Leo Ma ie het reeht rereex-
loofd, iedar jaar op den dag waarop de zomex
begint 66n der ecboonete jonkvrouwan der
stad in ean meer dan epaarzame kleeding tot
rich op bet alot te laten komen, opdat hij
haar in bezit nemo dus iete nls een varie-
teit van het „jua primae noctiz". Tot nu toe
heeft hij van dit recht geen gebruik gcmaalrt,
omdat hij zijni gemalin Godiva lief heeft. Nu
ecbte.* i? de zaak andere. Hij gelooftdat Go-
diva hem niet met de voile overgive van haar
vrouwennatuur licfneeft, en zijn verwarde
einnen doTeten nu ernaar, het oude heeren-
recbt uit te ofenen. Godiva wil de schande
van de etad en bare zuster®, de jon ge vrou
wen, afwenden, en verklaart, dan zelf Eever
naakt door de atad te zullen rijden. De graaf
gelooft haar niet, maar hij wil, ala zij het t Joh
doet, van zijn ruwe recht afstand doen. Het
waagetuk gebeurt, en uit den gloed van de
eonoties stijgt da liefde der beiden verdiept en
gelruterd op.
Men ziet: dit ie een echt art'sfieke opzet.
De oudo sage bevat daarbij nog een fijn ne-
vonmotiefAlle bewonere der sifcad verschui-
len zich in hun huizen om de kuischheid der
Lady niet te kweteen, alechta 66n kijkt vereto-
len door een 'kier, en deze wordt blind.
Hans Franck .gebruikt ook dit motief, maar
zeer onhandig, Joordat hij een neef van den
graaf ten to mode voert, die waanzinnig op
Godiva verliefd ie, en niu door den graaf zelf
een hoogat onnatuurlijke wending 1 ge-
dwongen wordt, den rit made aan te zien, en
die dan dit noodlot ondergaat.
Op een opzet, die meer waarschijnlijkheid:
in zich heeft, berust ook het boeiende schouw-
epel „Das Geliibde", dat rich in de nalaten-
schap van den ongelukkigen, in waanzini ge-
etorven Heinrich Lauteneaok, bevond'.
Wederom een gravenpaar, maar nu een
modern. Die beiden maken een rei* naar ver-
re Ariatische kueten, waar zij echipbreuk
lijden. De graaf wordt gered, maar zijn gema
lin echijnt verd'ronken te zijn. De eenzame
man gaat in een klooster en leeft zich heele-
maal in de wereld der vrome monniken in,
die zijn broedera geworden zijn. Daar duikt
na lange jarsn, de doodgewaande vrouw wear
op. Zij was in de verwarring van dat scheeps-
ongeval door een Oosterschen vorst gered1,
die haar in zijn harem stopte. Dan bad rij
verder avontuurlijke lotgevallen beleefd. Uit
den harem van den eenen grooten beer, w»«
zij in dien van een ander, dan in een derde
terechtgekome en jaren lang van hand tot
hand gegaan. Ten slotte gelukte het haar, de
lievelingevrouw van een Arabiachen ejeik te
worden, dien zij volkomen beheerschte om
aoovssl rrijheid t* vsrkrijgsn, dat rij ont-
vluchtsn kon. Nu trsedt zij weder voor haar
gemaal sn verlangt haar goed recht. Die kan
haar dat echter niet meer geven. Zijn geest ia
geheel en al van de klooateratmospheer door-
trokken, zijn rianea zijn afgestom.pt. En ie
hj.i*
1*m«s uitssHzsttSinr met de wedernevea-
dsasnsalt hij sr ha*r toe ever, dtt rij eok
dea riuier aeemt ea n«n wordt. Eea zeer ro-
mantische hendelia*, maer. toch van. eiacnaar-
digfe bekorim?.
Tot de boo-fton vaa het eretieehe lews*
voert ons een atuk, <iat nu ia het Leseinig--
theater opgevoerd wordt: „Flamme" va*
Hans MHiller. Eem eanL^szins woeste areschie-
denis. Lotgevallea en. einde van e«a straat-
meid. Beht gr*I ep effesrt ea aitenlajke spaa-
ning gewerkt. Ma&r teeh met aee huiteuge-
wone haadigrheid en talent voor tiheater-
effecten, dat het publiek dea auteur enthou-
■iarte h'ulde bracbt. Ben dweepriek jomg mn-
sien# werdt verliefd ep de blonde Anna, eva
der haar bcreep te kenaen. Ala hij het ten.
■lefts teeh heert, aeemt hij haar met rich
mee in aija kleine woning, ep de eolderver-
dieping van het ouderlijke huis. Hij wil haar
redden en tot zijn levensipezellia opvoeden.
Wij kennen aulke stoffen uit d«n tijd1 van het
naturalisme, waar zij met den ge€*t d'er #o-
ciale ethiek voorgedragen werden. Hiervan ie
nu geen eprake. Hans MHiller pakt zijn etof
andere aan. Zijn blonde Anna, die den ver-
trouwendea vereerdier ook wel lief heeft en
uit deze gebeurteni* een niet meer gedacht
geluk ziet opbloeiea, kan niet meer fataoen-
lijk worden.
Zij is een deern wet uit bexekeniag, maar
van geboorte en natuur. De vlam van haar
bloed drijft haar. Zij wil haar rinnen beteu-
gelen, dat gelukt haar niet. lets in haar drijft
haar er toe, rich buiten alle moreele belem-
meringen uit te leven. Zij ondergaat een te-
rugslag naar de laagheid der straat, die niet
meer te herstellen is.
Nu is zij geheel ontwricht. In het huis van
de moeder van haar musicus, die begnjpt,
maar ia de moreele sfeer der rei no menscheni
leeft, kan ze niet m%er blijven, maar zij draagt
een kind' van den geliefde onder het hart en
kan ook niet meer in den ouder modder te
rug. Zoo gaat zij to gronde d.w.z. de toe-
schouwer gaat met het voonuitzicht naar
huie, dat zij een eind aan haar leven zal ma
ken zij zal rich wel verdrinken.
Hemelhoog uit deze regionen der erotische
sensaties, epeculaties en geraffineerdheden,
stijgt het kleine drama uit de nalmtenschap
van graaf Tolstoi, dat in de Kammerspiele
van het Deutsche Theater gegeven werd. Het
draagt den zonderlingen titel: „Er ist an al-
lem schuld" en draagt het opechrift van „co-
medie". Ja, een oo-medie maar toch geze-
gend door den zedelij'ken ernst en door de
ethische grootheid van dezen wonderen predi-
ker der meuschelijkheid en .goedheid. T>io
twee acten zijn maar boo terloops geschreven,
tusschen grootere werken in, ale het ware
met de linkerhand, maar in alle heerlijkheid
licht daaruit de hoogheid en innigheid van
hun dichter.
Wat hier van alles de schuld is is de alco
hol. Hij drijft den jongen boer Michalj* er
toe, met vuiaten op zijn vrouw los te slaan.
En hij brengt den koddigen en phantastischen
jongen, die op een nacht door sneeiuwjacht in
Michalja'e huis komt, en die zich andera met
zoo'n grappige gratia weet te gedragen,^ er
toe, dat hij van zijn gastheer thee en suiker
steelt. Den volgenden morgen wordt de dief-
stal ontdekt. Men haalt den lummel in en
vindt thee en suiker in zijn zak. Maar zoo als
voor dien de landlooper zijn gastheer be-
echsamd had, doordat hij zijn vtouw tegen
hem in bctchsrming nam, zoo beschaamt nn
Michalj a dan landlooper. Hij wil hem niet al-
lecn onzien, hem niet alleen de gevangenia en
het verdiende pak si tag besparen, maar hij....
geeft hem zelfa thee en suiker cadeau. De
jongeii echter legrt alles wear oetjes op tafel,
buigt ia dispe entreering snikkend en sluipt
stil naar buiton ep den lirdweg.... Ian kltine
sehets slsekto, maar zee tot hat binnenste
doordrengen van sen diep begrijpen, van een
religieus gevod van broederlijlcheid, dat de
toesebeuvers ontroerd bxisterden.
Dr MAX OSB'OBN.
Doer da soc.»dem. fractis van gamsents*
raadslede* alhier is bij dea Raad het rolgeade
voorstel ingediend;
Ui) het vsststellea vsa hat helasthssr lake-
men veer het heffea vsa dea hoefdelykea ess*
slag het na*d*ak*mk levensaaderhoud als valgt
te hepalea:
a. f 1000.voot gehnwde belasfiagplickfb
gen, en vreduwnaars, weduwen en van echt ge«
scheidon mannen en vrouwen, die 66n of meer
kinderen te hunnen laste hebben;
b. 750.voor oagehuwde belastiagplioh-
tigen; 'v
c. voorts dea kiaderaftrek, ongeacht het
aaatal kinderen, te bepalea op 75.per kiad.
EEN GEMEENTELIJK GROENTEN-
BEDRIJF.
De S. D. A. P.-raadsledea stellea doa ge#
meenterssd voor, te besluitea:
I. over te gaan tot het inrichten vaa een
Geraeentelljk Groentenbedrfjf, met als grond-
•Isg:
a. verhuur van gemeentegronden onder beding,
dat de daarop volgens voorschrift geteelde
producten ten voile en onder nader vast te
stellen voorwssrden ter beschikking vsn het
Gemeentelijk Groentenbedrijf komen;
b. het sluiten vsn leveringscontrscten met or<
ganissties van producenten in land- en tuin-
bouwbedrijf;
c. rechtstreeksche aankoop ter veiling;
d. verkoop in eigen goed ingerichto verkoop-
plastsen met daarnevens den verkoop door
particulieren onder nader vast to etellea
voorwaarden;
II. Burgemeester en Wethouders uit te *oo-
digen, waar dit voor billijken prija mogelijk is,
den aankoop va* groaden, als bedoeld sub Ia,
voor te bereiden;
III. Burgemeester en Wsthouders uit te
noodigen, de vereischte voorstellen te doe* tot
uitvoering vsn do sub I en II genoemde beslui-
ten.
Het voorstel gsst vergezeld vsn de volgende
memorie vsn toelichting:
De bedoeling vsn ons voorstel is uitersard
om groenten, ssrdsppelen en fruit tegen billij.
ker prijzen dsn de thsns geldende, onder het
bereik der consumenten te brengen.
Het mag ala algemeen bekend worden ge»
acht te zijn, dat de tegenwoordige toestanden
op dit gebied vrijwel onhoudbasr zijn gewor
den. De talrijke kleinhandelaars wier aantal
nog steeds toeneemt en dat nu reeds meer dan
honderd bedraagt zijn veeltijds niet bjj
machte om de hand op le kwaliteit producten
te leggen en moeten door hun groot aantal
ze6r groote winsten maken om staande to kun-
nen blijven. Of deze winst echter z66buitenspo-
rig groot moet zijn als ze is (gemiddeld min»
stens 100 pCt.) wagen wij te betwijfelen. Vast
staat echter, dat dit winstpercentage gemaakt
wordt en z6ii vaak apeciaal wat de groen
ten aangaat nog beduidend hooger is.
Het komt ons dsn ook voor, dst do rsad
Mnstsmmig vaa eerdesl zal zijn, dat pogingen
moeten worden asngewend not dezen toestand
afdoende te verbeteren.
Het middel daartoe wij meenen het 66nige
middel is ssnaeming en uitvoering van ons
voorsteL
Bij de nadere toeliehting ervsn, watrvoer wij
dankbtar gebruik hebben gemsakt van de ge-
gevens en rsadgevingen enrer deskundige td«
viaeurs, stellen wij v66rop dat ons stelsel, wat
groote lenigheid heeft naar omstandigheden
kan worden uitgebreid of ingekrompen, terwyl
de huurder van den grond, die van de op-
brengst moet leven, het voile belang by die op-
brengst behoudt. En de op deze manier pro-
ductiefmaking vaa den gemeentegrond, veou
zowver zfj niet direct veer weaingbeuw nt»edig
Is, zal een werkeiyk gemeensehapaheUag zij a.
Het belang van ket grosntenbsdrljf brengt sn«
dorzijds mede, dst by de adviezea omtrent de
teeltregeling zeewel met de belangen vsa dea
▼erbruiker ala met die vsn den preduceat to
kening werdt geheuden en dat by beschikking
over den grond veer waning- of fabrioksbouw
or near gostroofd moot worden, dat do huurder
▼an den grond elders zijn bedryf kan roortzet-
ten. Het is om deze redsn, dst wy U onder II
voorstellen B. en W. nit te noodigen, waar dit
▼oor billijken prijs mogelijk is, den ssnkoop
van gronden, als bedoeld sub Is, voor te berei
den. Het zal vsn groote waarde z«n deze gron
den rondom de gemeente te zoeken, dit met
het oog op latere stadsuitbreiding.
De hierboven genoemde teeltregeling zal ze
ker esn correctief zijn tegen eene eventueele
j teeltregeling uitsluitend bedoeld ter handha-
ring of verhooging van de prgzen, en eerstge-
nomde regeling dus in het belang der Aik»
i msatsche ingezetenen zij*.
Van het grootste belang voor de ontwikke-
ling vsn het groentenbedryf is het sluiten vsn
leveringscontrscten met organisaties va* pro
ducenten in land- en tuinbouwbedryf.
De slechte vooruitzichten vsn den tuinbouw
zullen deze organisaties er zeker toe brengen
om dergelyke contracten gaame te willen slui
ten. Immers doen zich ten opzichtc van den af«
zet vsn landbouwproducten groote moeliykhe-
den voor, doordat met name Duitschland en
Ooatenryk, wssrheen zich de export vsn tuin-
bouwproducten v66r en tydeas den oorlog bad
gericht, thsns in mindere mate als afntmera in
asnmerking komen. De ongunstige stand dec
valuta, gepasrd san de booge prijzen, die onze
tuiabouwera voorsl ia de laatste jsren gewead
waren voor hun producten te maken, dwingea
genoemde rykea er o.m. toe, kun importea zoo
veel mogelyk te beperken. Zij zullen er rich op
moeten toeleggen, zelf de groenten en bet fruit
te produceerem, welke ze allereerst noodig heb
ben. Dit zal voor afcm groot gedselte ook moge
lyk blijken.
Overzeesche export heeft te ksmpen met
booge trsnsportkosten, die op een veel ruimto
innemend artikel ris groenten verhoudingsge-
wijze zwssr drukken. Onder deze omstandig
heden zyn onze tuinbouwera voor een groot
deel op bet bianenland ssngeweze*. On* land
gebruikt echter maar een betrekkelyk klein
deel v*n het door de lsndbouwers geprodu-
ceerde. Toch zyn bun bedryven op grootere
productie ingericht Op dit oogenblik is daar-
om reeds sen moeilyke periode voor den land-
bouw sangebroken, waardoor wy gerechtigd
meenden te zijn om hierv66r reeds de onder-
stelling te uiten, dst de organisaties vsn pro
ducenten in land- en tuinbouwbedryf gaarne
contracten met d# gemeente zullen willen slui
ten. Immers is het ontegenzeggelyk hun meest
direct belsng groote afnemers te krygea, welke
regelmatig hun producten betrekken.
De rechtstreeksche ssnkoop ter veiling wordt
sis reeds door de volgorde ssngewezen