DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Spoorweg-misere. DE GELDER's Lederhandel, Deml-saisons Winterjassen C. v. 't Hnllenaar, N o. 274 flonderd twee en twintigste J&nrgang. 1920. 20 NOVEMBER. OUDEGRACHT 231, bij de Zilverstraat. Dit nmnsnc btstut ait 4 ttadu. Xbonnementsnrijs bij vooniltbctnlinR por 3 nimuidon f 2.-, fr. per post f 2.50. Uowijsn. 5 ct. Artvortontlcpr. 25 ct. p. regol, grootewi letters near plaatsinlmte. Bricvcn franco N.V. Bock- on Ifamtolsdr. v.li. norma. Costor Zoon, Voordam C 0, Tel. Adininisti*. No. 3. Bodactio No. 33. In onxe afdeellHg „FJ]ne Lederwaren" ontvlngen wU voor de a.s. SINT NICOLAAS een zeer ultgebreide sorteerlng. ZIET EENS ONZE EXPOSITIE. Biiitcnlandscli Ovorziclit Statcn-Generaal tweede kamer De ondergeteekende kan niet toegeven, dat bedoeld wetsartikel tot onbillijkheden leidt; •hoogStens kan gesproken worden van teleur- stelling bij hen. die niet gelet hebben op de bewoordingen der wet en voor zich daarvan een ruimerc voorstelling haddten gemaakt. Hetzelfde beginsel. n.l. dat een pensioen, dat door het overlijden van den gepension- neerde op het tijdstip van het in werking tre den van die wet reeds was vervallen, niet nog ten behoeve van de erfgenamen van den overiedene wordt verhoogd, is ook neergelegd in andere Zetten. Zie o.a. art. 14, laatste lid der wet van 17 Juni 1918, Stbl. no. 403, waarbij bepaald is dat rechtverkrijgenden van overleden belanghebbenden aan de nieu we bepalingen geen recht op pensioen of op hooger pensioen ontleenen. De tweede vraag wordt initsdien ontken- nend beantwoord. Gemengd Nieuws KLEERMAKEBIJ Geestersingel, b/h. Gerechtsgebouw. Binnenland VRAGEN AAN DEN MINISTER. Op vragen van den beer Ketelaar, betref- fende uitkeering van de 40 pCt. vcrhooging der pensioenen aan de nagelaten betrekkin- gen van hen, die tusschen 1 Januari en 15 Juni 1920 zijn overleden: I. Is het den minister bekend, dat de arti- kelen in de wet van 29 Mei 1920 (Stbl. no. 283), waarbij bepaald wordt, dat van de op het tijdstip van het in werking treden van die wet (15 Juni 1920), alleen de op dat tijd stip niet vervallene pensioenen met 40 pet verhoogd worden tot onbillijkheden aanlei ding geeft voor de nagelaten betrekkingen van hen, die tusschen 1 Januari 1920 en 15 Juni 1920 zijn overleden? II. Is de minister bereid een wetswijziging voor te bereiden, waardoor aan de hierboven bedoelde nagelaten betrekkingen alsnog 40 pCt. verhooging op de pensioenen worde toe- 1 gckend heeft de van firanrifrn geant- woord: REKENEN EN BOEKHOUDEN1 DE BOYGOT IN DE BOUWBEDRIJVEN. De gezamcalijke organisaties. de werkge- vera ia de bouwbedrijven in Nederland en de met het bouwbedrijf ia betrekking staande leveranciers vertegenwoordigende, hebbea benoemd een eommissie van verweer tegen onorganisatoire handelingen in het bouwbe drijf (bouwpatrooos en handel) teneinde: a. mogelijk aog lopende geschilpunten, voortvloeiende uit de samenwerking tusschen handel en bouwpatroons tijdens de laatste uitsluiting tot een bevredigende oplossing te Brengen; b. na te gaan tegen welke leveranciers en bouwpatroons een handhaving der in ver band met de uitsluiting getroffen maatrege len noodzakelijk wordt geacht; c. de grondslagen eener algemeen gelden- de regeling te ontwerpen voor een doeltref- fende samenwerking van handel en bouwpa troons bij mogelijke conflicten in de toe- komst. In deze gemengde eommissie hebben zit- ting "genomende Centrale Raad voor de Bouwvakken in Nederland; de Ned. R.-K. Bond van Bouwpatroons; de Ned. Hout- bond; de Ned. vereeniging van Handelaren in Bouwmaterialen; de Ned. Vereeniging van IJzerhandelaren; de Bond van Ned. Groothandelaren in IJzerwaren; de Ned. Ver. van Glasfabrikanten, en de Ned. Ver. van Fabri'kanten van Timmerwerken. 'Deze eommissie zal in hoogste instantie beslissen of en voor hoelang de maatregelen zullen worden getroffen. Voorlopig zijn dus alle maatregelen opge- schorst ZATEEBA.G Directeur: 0. II. KUAK. IloofJrodacleurTj. N. ADEMA. Er is geen ingewikkelder machine dan de Staatsmachine. En het vereischt ongetwijfeld heel wat nauwlettend toezicht, heel wat zorg en heel wat inspanning om dat ingewikkelde mecha* nisme goed te doen functionneeren. Elk raadje, hoe onbeteekenend schijnbaar, grijpt weer in een ander en een gebrek, hoe klein ook, kan oorzaak zljn van een stagnatie die in het dagelijksch leven buitengewoon hinderlijk is. Geen samenleving waarin ieders rechten en verplichtingen scherp zijn afgebakend, geen samenwerking in onderling hulpbetoon, geen bloei van handel en nijverheid zijn mogelijk wanneer het uiterst ingewikkelde mechanisme onze Staatsmachine in desolaten toe* atand verkeert. Dat mechanisme kan goed zijn en het moet go<-d zijn. Daarvoor betalen wij onze belasting, daar* voor onderhouden wij een leger van ambtcna* ren, hooge en lage autoriteiten, denkers en werkers. En wanneer desoodanks een Staatsinstelling of een belangrijke onderneming voor wier richtige functionneering de Staat verantwoor* delijk mag gesteld worden, een janboel blijkt te zijn, dan is het niet alleen het recht maar ook de plicht van iederen staotsburger daar* over onomwonden zijn groote ontevredenheid uit te spreken. Nog niet zoo Iang geleden heeft de Neder* landsche pers die in dergelijke gevallen on* schatbare diensten kan bewijzen zich be* fjverd om met dagelijks wederkeerende voor« beelden aan te toonen in welken desolaten toestand de Rijkstelegraafdienst verkeerde, cn er zijn werkelijk dagen geweest waarin het veel verstandiger was een brief dan een tele* gram te verzenden, daar de eerste goedkooper en vlugger te bestemder plaatse kwam dan de laatste. De telegraafklachten zijn nu van de baan, wat nog niet zeggen wil, dat de telegraafdienst in dien korten tijd een modebstaatsinstelling is geworden. Maar dat niet meer zoo algemeen geklaagd wordt als korten tijd geleden, bewijst toch ze» ker wcl, dat dit onderdeel onzer Staatsmachi* ne weer eens degelijk gesmeerd en geolied ia geworden. Een Staatsmachine, die zondfer gebreken functionneert zou geen Staatsmachine zijn. Er is dan ook al heel spoedig weer een ander onderdeeltje van het groote mechanis» me dat niet in het vereischte tempo met de rest meedraait, maar dat telkens zoo hapert en zoo defect blijkt, dat de Nederlandsche gemeenschap er dag aan dag de misfere van ondervindt. Wij staan nu weer in het teeken van het totaal pntwrichte spoorwegverkeer. Onze grootvaders hebben de eerste Hol» landsche locomotief als een wereldwonder aangegaapt en de handen van verbazing in elkaar gestagen toen ze zagen dat die ma* chinerie zich werkelijk in beweging zette en een geheelen trein van zware wagens kon trekken. Hun kleinkinderen en achterkleinkinderen gapen heden ten dage weer even nieuwsgierig de locomotief aan die voor hun trein ge* haakt wordt en steken links en rechts vol ver* bazing de hoofden uit de portierraampjes als die locomotief zich op tijd in beweging zet en hen zonder herhaaldelijk stoppen op alle mo» gelijke en onmogelijke baanvakken, met niet te groote vertraging op de plaata van bestem* ming aflevert. Vroeger was het een uitzondering als een trein te laat vertrok en te laat arriveerde. Nu is een trein die op de minuut af ver* trckt en aankomt iets zoo abnormaals, dat de couranten er als een groote btjzonderheid melding van maken. En de bladen, die hun kolommen voor klachten van gedupeerde reizigers openstellen, genicten de laatste dagen het voorrecht een groot aantal over interessante bijzonderheden schrijvende gratis»medewerkers te hebben vcrkregen. Wie dagelijks de rubriek „spoorwegellende" van een blad als de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" inziet, vindt er een aanecnschake* ling van reisverhalen waarin treinen uren over tijd vertrekken en uren over "tijd, na al« lerlei avonturen, op de plaata van bestem* ming aankomen. Of soms heelemaal niet aankomen. Want naast de tijdsvertraging, die hoog* stens een groot ongerief mag heeten, staat het niet denkbeeldige gevaar van ernstige onge* lukken en het een moet met het andere sa» mengaan. Er rijden in ons vaderland vele locomotie< ven en vele treinen over dezelfde spoorsta« ven. En nu mogen de veiligheidsinrichtingen nog zoo goed zijn en de oplettendheid van het personeel nog -zoo groot, het is duidelijk dat, waar de verschillende verbindingen in de dienstregelingen zoo precies in elkaar slui* ten, belangrijke vertraging van den eenen trein, noodzakelijk vertraging van een anderen met zich brengt. En dat die verwarring de oorzaak kan zijn van botsingen waarbjj het leven dsi reizigers ia de waagschaal gesteld wordt la het teevallig, dat er ia daee dage* vaa spoorwegmisfere in een week tijds drie onge* lukken zijn voorgekomen? Is het toevallig, dat in Den Bosch een rei» zigerstrein op een rangeerende machine is geloopen, dat de AmsterdamParijs express te Rosendaal op een personentrein liep en dat te Breukelen de'eene trein dwars door den anderen is gereden? Men mag. dit ook aan onbruikbaar materi* aal wijten. het teekent dan des te meer een gebrek aan goede samenwerking, een gebrek aan juist inzicht bjj onze verantwoordelijke spoorwegautoriteiten. De oorzaak van den tegenwoordigen jan* I boel op de spoorwegen na te speuren is niet zoo gemakkelijk. Om hier en daar den vinger op de wondeplek te kunnen leggen, moet men min of meer ingewijd zijn in de administratie en de tech* niek-. van het spoorwegwezen. Wei is het interessant de meeningen van vooraanstaande personen uit spoorwegkrin* gen te vernemen en aan de hand van diverse gegevens van deze min of meer deskundigen kunnen de voornaamste oorzaken van de te* genwoordige misfere met vrij groote zekerheid worden aangewezen. En dan dient allereerst gemeld, dat de fu» sie tusschen S. S. en H. S. M. het reizend pu» bliek niet ten goede gekomen is. Van eenige onderlinge concurrentie is nu geen sprake meer en waar ambtenaren van den eenen/ dienst zich plotseling voor presta» ties in den anderen dienst geplaatst zien, blijkt telkens weer een tekort aan inzicht en ervaring waaruit slechts verwarring kan ge* boren worden. Een der groote grieven is, dat in den dienst vergrijsd personeel, ondergeschikt wordt aan hoogere ambtenaren, die uit officiers* of an* dere kringe gerecruteerd wordfen en na hun aanstelling slechts een vluchtige spoorkennis verkregen hebben. Daarbij schijnt er een zekere animositeit te bestaan tusschen de hoogere ambtenaren der S. S. en der H. S. M. Bekwame S. S. ambte* naren hebben den dienst met belangrijke uit* koopsommen verlaten en het in elkaar zetten der dienstregelingen schijnt vervolgens door de directie in hoofdzaak opgedragen aan H. S. M. ambtenaren, die in verband met de be« langrijker en langere trajecten der S. S. daar* voor niet de meest geroutineerden genoemd worden. Bestonden er vroeger slechts twee dienst* regelingen, een winter* en een zomerdienst, die in hoofdzaak slechts in het treinental naar de meer of minder gebleken seizoen*be» hoeften verschilden, thans komen meermalen tusschentijdsche dienstregelingen met ingrij* pende wijzigingen voor. Vroeger werd een ontwerp»dienstregeling in gemeentehuizen en bij de Kamers van Koop* handel voor belanghebbenden ter inzage ge* legd, zoodat de spoorwegautoriteiten aan de door velen uitgedrukte wenschen tegemoet konden komen. Thans worden de dienstregelingen eerst vlak voor het in werking treden bekend ge< maakt. Het publiek mist de gelegenheid tot het aanvragen van verbeteringen en de nood< zakelijke veranderingen welke den spoorweg* autoriteiten aangetoond worden en die zij als noodzakelijk erkennen, worden niet meer in de dienstregeling opgenomen maar eenvoudig in de stations aangeplakt, zoodat een nieuw spoorboekje reeds na weinige dagen onvolle* dig en daardoor onbetrouwbaar is geworden. De vroegere groote zorg voor de locoraotie* ven heeft plaats gemaakt voor een onverant* woordelijke verwaarloozing van dit zoo uiterst kostbare en onontbeerlijke materiaal. Vroeger had iedere machinist zijn eigen locomotief waarop hij een zeker aantal kilo* meters kon rijden en die daama op bepaalde tijden in de werkplaatsen ondcrzocht en schoongemaakt werd. Dit toevertrouwen van een machine aan steeds weer denzelfdcn machinist was de oorzaak van een gehechtheid van den berijder aan zijn voertuig. Men steldc er een eer in zijn locomotief in beste conditie te houden en door het dagelijks berijden van dezelfde machine leerde men haar eigenaardigheden kennen en haar volkomen behecrschen. Thans rijden H. S. M.*ers op S. S. locomo* tieven en omgekeerd, thans verwisselt de ma* chinist meermalen per dag, meermalen per reis zelfs, van machine. De oude band tus* schen machinist en machine bestaat niet meer, met de gehechtheid verdwijnt een groot deel der onderhoudszorg en de vertrouwdheid van het rijdend personeel met de eigenaardig* heden der machine gaat verloren. De voorzitter van den Raad van Toezicht op de spoorwegen, welke Raad van zijn toezicht weinig genoegen beleeft, heeft gemeend den tegenwoordigen chaos te kunnen verklaren uit de omstandigheden van slechte kolen, uit een tekort aan geschoold personeel tengevolge van den verkorten diensttijd, uit de overbe* lasting van het materiaal en een zekere on* verschilligheid der spoorwegbeambten. Van de zijde van de Nederlandsche Veree* niging van spoor* en tramwegpersoneel erkent men ten deele de juistheid van deze argu* men^n. Men wijst er evenwel op, dat een goed vermengen der verschillende soorten brand* stof >yat zelfs bij de deugdelijke brandstof van voor 1914 noodzakelijk was op vele locomotief'depots niet meer plaats vindt. Wat betreft het gebrek aan geschoold per* ••Mel heeft 4* directie der Nederlandsche Spoorwegen in het laatst van 1918 reeds toe* gezegd, dat de diensttijden voor het Spoor* wegpersoneel naar den geest des tijds zouden worden verbeterd, welke toezegging in het begin van 1919 door den minister van Water* staat is bekrachtigd. Tallooze malen is later namens het perso* neel tevergeefs op tijdige personeelsuitbrei* ding aangedrongen. Wat de overbelasting van het materiaal be* treft wordt er op gewezen dat het noodzake* lijk onderhoud der machines op de meeste locomotief*dep6ts totaal onvoldoende is en het door ons reeds geschetste gebruik dat te* genwoordig van de locomotieven wordt ge» maakt hpe actief het personeel ook is wordt mede als een der oorzaken van tal* looze onregelmatigheden in den spoorweg* dienst aangewezen. Het is voor een buitenstaander niet gemak* kelijk na te speuren in hoeverre elk der ge« signaleerde tekortkomingen haar invloed op de verslechtering van den algemeenen dienst doet gelden. Het niet deskundig reizend publiek is bo* vendien meer gebaat met verbetering dan met aanwijzing van ongewenscht gebleken toe* standen. Het is dringend noodzakelijk dat van over* heidswege een minutieus onderzoek naar de tegenwoordige spoorwegmisfcre ingesteld wordt, dat men niet schroomt zonder aanzien des persoons in te grijpen om het zieke spoor* weglichaam de verloren krachten te herge* ven. Het lid der Tweede Kamer, de heer De Kan* ter, heeft dezer dagen den minister van Wa* terstaat schriftelijk de vragen gesteld waar* aan de zeer ongeregelde treinenloop te wijten is en welke maatregelen genomen worden om een geregelden treinenloop te verzekeren. Men mag hopen en verwachten dat van overheidszijde thans alles in het werk gesteld zal worden om de spoorwegmisfere weldra tot het verleden te doen behooren. 't Is reeds meermalen gezegd, dat de Rus* sische bolsjewiki slechts vrede sloten met Polen, om des te zekerder hun slag te kunnen slaan tegen Wrangel en na de vernietiging van diens iegermacltt wel weer tegen de vroe* gere vijanden zouden willen optrekken. De berichten, die gegeven worden over de onder* handelingen te Riga waar Russische en Poolsche vertegenwoordigers zullen pogen een definitieven vrede in eilkaar te spijkeren komen dit vermoeden bevestigen, De Russen wier voorzitter de uit vroegere onderhan* delingen bekende Joffe is slaan een hoogen toon aan en verwijten den Polen, dat zij hun steun verleenen aan de bestrijders der bolsje* wiki, Petljoera in de Oekraine en Belachowski in Wit'Rusland, iets wat hun krachtens het vfapenstilstandsverdrag verboden is. Verder verwijten zij den Polen, dat geen voldoende haast gemaakt wordt met de ontruiming van de zoogenaamde neutrale zdne, bij genoemd verdrag ingesteld. Belachowski zou van uit die streek zijn aan* vallen hebben gedaan, waarom de bolsjewiki verplicht zijn tegen hem op te trekken en waarbij zij niet kunnen verhoeden dat hunne legers het neutrale gebied betreden. Heeft het niet veel van een zoeken naar een aa'nleiding tot het opnieuw openen van den strijd tegen Polen? Als het in de neu* trale z6ne tot een botsing komt tusschen Russische en Poolsche troepen, zal de oorlog weer ontketend zijn en dan is het altijd ge* makkelijk te zeggen, dat Polen dan maar tij* dig had moeten zorgen dat zijne soldaten te* ruggeroepen waren. De verontschuldiging, dat dit niet gebeurde wegens het heerschen van de veepest in Polen, zaf dan zeker niet ais een afdoende verklaring worden beschouwd. Reeds worden volgens de Prawda door de bolsjewiki voorbereidselen getroffen voor een winterveldtocht, Er is een bevel uitgevaar* digd, dat alle burgers tot 36 Jaar moeten op* komen en dat in de fabrieken alle weerbare mannen door vrouwen moeten worden ver* vangen. In het gebied van Moskou en Wltebsk is men bezig 15 nieuwe divisies tc vormen. Deze nieuwe afdeelingen zullen, behalve tegen Petljoera en Belachowits, ook wel gebruikt worden tegen Polen. Het feit dat onder de soldaten van eerstgenoemde ook Polen zijn aangetroffen, zal voor Trotzki en de zijnen een aanleiding te meer zijn om ook weer tegen de republiek Polen op te trekken. Het uitge* strekte gebied, dat bij den voorloopigen vrede aan Polen werd toegevoegd de grootte van het land werd ongeveer verdubb'eld zal wei weer onder het sovjet*regieme teruggebracht moeten worden. Trouwens, met Cetljoera is reeds 1als men de berichten mag gelooven bijna af* gerekend. Met een groote legermacht zijn de Russen hem tegemoet getrokken en na dik* wijls zwaren strijd moeten de Oekrainers op verschillende plaatsen de hielen hebben laten zien. De hoofdstad Kief zou daarbij den roo* den in handen zijn gevallen in de laatste maanden is zij trouwens al verschillende kee* ren van bezetting veranderd en de val Ka« menetz»Podolsk moet aanstaande zijn (hij werd reeds gemeld, maar dat schijnt voorba* rig te zijn geweest, daar een later bericht spreekt van een omsingeling). Debolsjewiki hebben er slag van, hunne vijanden efen voor fefen onder handen te nemen. Zullen ze ook nog weer beginnen met Fin* land, Litauen en Letland? De Giiekfch* ex*koning reakt hij de e*t«** te in het gevlei te komen. Tegenover een me* dewerker van den „Matin" en ook tegenover iemand van de „Messagero" heeft hij gespro* ken van zijn vaste overtuiging, dat de gealli* eerden geen hinderpalen zullen in den weg leggen bij zijn terugkeer naar zijn land. Hij was immers nooit Duitschgezind, had altijd geloofd in een vrede door vergelijk en was in den grooten oorlog neutraal gebleven omdat het belang van het land dat meebracht. Van de ideeen van den Duitschen keizer had hij nooit iets moeten hebben enz. Het is nog lang niet zeker, dat de geallieer* den evenzoo een blijk zullen geven van een slecht geheugen. Zij zullen zich nog wel her* inneren hoe hij in den wereldoorlog geens* zins toonde anti»Duitsch te zijn. Bewija daar* voor is een Reuter»telegram, dat reeds meldt, dat Engeland (welks koning een neef is van Konstantijn) en Frankrijk v'een gezamenlijke verklaring zullen afleggen, waarin zij zich ver* zetten tegen het naar .Athene terugkeeren van den cenmaal verdreven vorst. Intusschen groeit in de hoofdstad de onrust voortdurend en volgens de „Times" is het volstrekt niet onmogelijk, dat er ongeregeld* heden zullen ontstaan. De „Temps" spreekt zelfs reeds van de mogelijkheid van burger* oorlog en daarom zouden de huidige eerste minister en Konstantijn thans zoo erg naar de geallieerden overhellen, want ook de premier is volgens zijne jongste uitlatingen nooit pro* Duitsch geweest. Zekerlijk doen de aanhangers van den ex* koning alle moeiten dezen te doen terugkee* ren, de soldaten doen er aan mee de garni* zoenen van verschillende steden hebben hun Venezilistische officleren afgezet en den te* rugkeer van hun vorigen bevelhebber, den ex* kotiing geeischt maar de beslissing in de* zen zal toch wel in Londen en Parijs vallen, al worden er te Athene ook reeds feesten op touw gezet ter eere van Konstantijn en al dragen er nog zoovelen palmtakken als blijk van trouw aan dezen koning, wiens portret bij duizendtallen wordt verspreid. In de sitting van gisteren wend de uitibrei- ding van het gemeentelijk belaatinggebied z. h. et. aangenomcn. Daarna werden de algemeene beschouwin- ■gen over de staatsbegrooting voortgezet. De heer A P. Siaal'maa kwam voor een pereoonlijk feit er tegen op dat de heer Abr. Staalman 't Doniderd'agav. deed' voorkomen, alsof er verband beetond tusschen'a aprekers werkzaamheid voor het Rijk en zijn positie bij de firma Vlessing. Spr. was nooit rijksambto- naar. Hij vervuldo alleen specials opdrachten voor de regeering. Hij heeft het contract tus schen de firma en de regeering nooit gozien en is bereid zijn Kamerlidinaatschap neer te leggen als men een ambtenaar of minister weet te noemen, met wien hij over dat co tract heeft gesproken. De heer Abr. Staalman kon op bij zonderheden niet ingaanhij blijft prijj sWl- alsof er verband bestondtusschen eprekers eommissie. De heer A. P. Staalman constateerde dat de heer Abr. Staalman een hopeloos figuur maakt. Het incident werd1 igesloten. Hen schrijft ons Weinig aanbevelingen zijn z66 op hun plaats in onzen tijd als deze. Kapitalist, werkigever of werknemeT, huisvioiuw of alu leenstaande, ieder moet het doen. Z66 slechts leert men: de tering naar de nering zetten; althans wie verstandig is. Rijks^ en Gem. financieering doen het veelal niet, en 't pu bliek heeft duidelijk te kennen gegeven, hoe het hierover denkt, getuige de onvolteekende Amsterdamsche leening en de eenjge malen overteekende leening van Raam- Men geeft op sommige plaatsen maar uit en soms in 't geheel niet van hen, die de kogten oplegden en best wat twee konden betalen. 't Publiek wordt wijzer, getuige de circulaire „Wie heb ben 't het hardst noodigl" waarin de Utr. St. Nic. eommissie motiveert, waarom zij dit jaar geen uitdeeling houdt. Onze Regeering, die meermalen blijk geeft alles in't werk te stellen, om Holland tot grooter bloei te brenuen, en't Hollandsch te bevorderen (afvohaffing van de F'ransche taal op de L. 8. vulenging van den leertijd), heeft niet voorziea in aanvulling vtor irijge- komen uren. A.inbev.leu <J:ent danonder- richt in vereenv>* i liflo Hell, taal (die tevens in O.- en W.-Indie geleerd dient te worden, gelijk 't Engelsjh in de Briti-ehe ko'onien.) Verplicht aanleeren van 2 vakkeneen hoofd1- een handwerk, eveneens voor hen die ,,stiu- deeren", en voor hen die zich tot de L. 8. be- perken. Een ambadht en kennis van electrici- teit en motcren. Als handarbeid zou nuttig zijn: electrici- teit en motorenkennis, 't leeren van de meest voorkomende reparaties in 't dagel. leven )inzetten van leertjes in kranen, sol- deeren, gordijnenkoord enz.)1 Twee vakken zijn noodig: 1 voor't leveneonderhoud, 1 voor geval van nood. W'ant igeen steun meer uit de Staatskas; dit zij gelijk in Denemarken aan 't BuTgerl. Armbestuur overigelaten en als zoodanlg erkend. Aldus: Rekent en houdt book! waaruit voor eeu verstandig mensch volgt: berekent elke uitgaaf vooraf, zie of ze gerechtvaardigd is, maar vooral: geef niet meer uit dan ge te verteren hebt A. R DE MOORD IN HET SARPHATIPARK. De Vijfde Kamer der Amsterdamsche Recntbank deed gister uitspraak tegen C. J. Koot sa Adr. Strosthoff. die beschuldi'gd wa* ran van diefstsl in vereeniging mat gewald*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 1