AlKmaarsche Courant la onze straat. FenilletoiL Honderd Oris en Twtntlgste Jaargang, Dlnsdu^ 25 Janunri. t'roviiK'iaal Nipuws ijivt >..,en or L. NDBObWoEBlED t I. v01 veeK eeda scuiw.h, v,u- .ueut c. isiuuijeeukoiust van dt v'er- va.» uuu aei iiiigen der kijksiuin i.itoricaooi .t Scnagcn Maandag 24 jauuari in net hotel „Yredelust" te Schagen gehouden, gewijd aan een lezing van proles sor S. Koenen, hoogleeraai aan da r.and- bouw-Hoogescnool te Wagemngeo, din „Het Pachtwezen" behandelde. De voorzitter, de heer E. Dz. G overs, opende de wederom druk bezochte bijeen- komst met allereerst den verelaggever welkom te heeten. Spreker had dit de vorige maal ver- zuimd en deelde nu mede, dat, evenala het vorig jaar, ook dit jaar van de cureussen uit- siuitcnd verslagen in de Alkmaarsche Cou rant worden opgenomen en later bijeen in boekvonn aan de deelnemers verstrekt zullen worden. De wijze waarop dit was geschied, was in to woord schitterend. Aan de ma- nier, waarop ook de vorige week het veislag was gemaakt, ontleende' spreker het recht van den verslaggever voor dit seizoen reeds bij voorbaat dank te brengen voor het pu- bliek rnaken van het verhandelde. Spr. ver- klaarde hierop, dat de Vereeuiging prof. Koenen, die, om de lezing te kunnea geven, reeds aes Zondags op reis moest, zeer ver- piicht was voor de wijze waarop hij de uiit- noodiging had aangenomen. Pro?. Koenen gewaagde in het schrijven, waann hij de uimoodiging aannam, ai. van een weaerdienst die, bestond in het aan hem gelegenlieid geven van mannen uit de prak- djk net onderwerp te behandelen. Spr. oor- deelde de w<derdienst echter bijzonder klein en was van meening, dat de maatschappij, waarin ieder op zulk een wijze zijn taak aan- vaardde er heel anders zou uitzien. Spreker bracht prof. Koenen dan ook op- recht dank voor het aanvaarden van de uit- uoodiging. (Applaus). Prof. Koenen, het woord bekomende, ving aan met te zeggen, dat het hem een oprecht genoegen deed, de lezing te kunnen houden. Als oud-rijkslandbouwleeraar ishet mij steeds een buitengewone vreugde om mij opnieuw tusschen de mannen van de praktijk te bevinden. Als man van het landbouwon- derwijs is het mij een nog grooter vreugde, dat die mannen van de praktijk, die ik rond- om miji zien, tevens zijn mannen, die het landbouwonderwijs liebben gevolgd, als oud- leerlingen van de Rijkslandbouwwinterschool te Schagcn en reeds daardoor in hun streek de voorgangers zijn zij, die trachten het leerde in praktijk te brengen en trachten da wetenschappelijke werkmethode toe te pas- sen en daardoor aan den spits komen te 6taan van die praktijk. Het is nog geea twee jaar geleden, dat ik met den1 heer Smeeding in deze streek een excursie op landbouwge- bied maakte. Ik heb toon buitengewoon ge- noten, omdat ik nog eens duidelijk zag, wat ik ai wist, hoezeer er hier een eer in gesteld wordt het bedrijf zoodanig te expLoiteeren, dat ieder daarvan genieten kan. Het bestuur heeft mij gevraagdl te spreken over het pachtwezen en ook dat doe ik met vreugde. Want hoezeer ook de pachtkwestto oude kwesties zijn, zoo geldt hier tengevolge van de steeds wisselende tijdsomstandighe- den, dat die kwesties zich toch telkens op nieuw weder in cen min of meer nieuwer licht voordoen. Van de pachtkwesties gelden dediclitregelen: Es ist eine alte Geschichte, Doch bleibt die ewig neu. Na den oorlog is het zeker weer een bran- dende kwestie geworden. Het is bekend, dat in oorlogstijd, tengevolge van de buitenge wone stijging van de prijzen der producten, ook de pachtprijzen tot een ongekende hoog- te zijn opgevoerd. En wijl wij alien weten, dat het zoo niet blijven zal, omdat algemeen verwacht wordt, dat voor den landbouw moeilijke tijden gaan aanbrekep, daar is de pachtkwestie, omdat vele landbouwers zich contractueel gebonden liebben voor een reeks van jaren tot het betalen van een buitenge woon hooge pacht, een zeer bran den de worden. Het gevaar is niet denkbeeldig, zeer veel landbouwers in een moeielijke posi- tie zullen komen. De regeering heeft dat ook gevoeld en het feit, dat van regeeringswege cen Staatscommissie voor de pacht is inge- steld, wijst er op, dat de regeering zich haar taak «bb goad bewent ta, atthaa* omertufgd is, dat een zoodanige kwestie op dit moment een brandeade la. De regeering toondo ess ruirae Mik door aan de eommissie twee opdrachten te geven. ten late maatregeJen te nemen in verb and met t»e ujusoiusiandigneden en ten 2de (dit heeft met direat baast, maar is een zeer belangrijke zaak), wat noodig zal Zfjn in de wet blijvend te wyzigen, opdat het pachtwezen zich langjs gezonue Oanen m mooernen ten zal kunnen ..jaiwddteko. VaumiUdag hoop ik do praktische tejde van net vraagstuk to besprekeo. V66r de pauze wii ik de aandacht vragea voor ids waarop vole van mijn hoarders waarschijnr ujk met gerekend hebbon. Ik stol mij U.L voor om met u in de morgeauren te onaerzoe- ken den wetenschappelij kea grondslag waar op het pachtwezen berust Het ia ook Naar het Engelsdt ran J. E. W) „Wat ziou het zijtn)?" zei mevmuw Bean, naar het raam loopend en voorzich'tig door de kanten gordijnen glurend, zoo dat het niet gemerkt werd. „Het kan niet de japon van mevrouw Watson zijin, want ze is nilet wel gemoeg, om te gaan1. Eta diait mevrouw Sa lisbury zoo'n palk zelf draagit!" „Aflle vrouwen verldezjenhun hoofd bij een lnrwelijk," zei inijinlheer Bean. „Ek bejgrijp niet, waarom. lets zoo verve lends Jy. ik viinidi een huwelijk heeridjk ilk heb ailitijd het gevoel, alsof ik zelf ging trouiwen", lachte mevrouw Bean, met iets van haar oude vrooiliijikhieiid, rnaar het vcfligende oagenblik dniktie ze de hand! tegeni 'haar zajidfe en were grauw om haar irnanid. Mevrouw Salisbury gaat weer weg zon- dter de ddos," berichte mijinheer Bean kort daarop, en vijf mimuten later kwami Sophie, gejaagd' en verward, binnienvliegen'. „Raad! eens, wat er gebcurd' is I Hlet tweede bruidmeiisje liigt zidc met keelpijn en' ik moet haar plaais iinnemen ,.Waarom heb je niet geweigerd1? Je bent niet dadclijk gevraalgd, en1 ik zou het nu niet doan", zei mevrouw Bean, die het altijd voor haar vrienidBn opnam.. „Ik heb geweiigeidf'. zei Sophie, die nog hijgde van 'haast en opwiindang. „Ik zei, dat die j?pon te nauw is, en dat ia ze ook." .NMuurlijk; d'is aidw van awvvouw Bir- op m m mm trouwena mijn bedoeling niet om ook van- middag op het werk van de Staatscommissie, waarvan ik lid ben, yooxuit te loopen. Wan- neer ik over het werk van die eommissie spreek, dan zal het alleea zijn over datgene wat reeds ia gepubliceerd. De bespreking van hedemnorgen zal slechts zijn van weten- Bchappelijk-theoretischen aaid, tot goed be- grip van alles wat het pachtwezen en net is m. i- dxingend noodig, dat ze wordt Waar juist die kant van de vraag weinig naar voren wordt gebracht, daar Kwam het mij juist voor dit te doen m een cring van mannen, die wfitsnschappelijk den- Ook voor vanmiddag zal mijn opwutting waarschijnlijk afwijken van hetgoen u rich hadt voorgesteld. Het ligt niet in mijn bedoe ling u te geven een volliedig overzicht over ue gebreken en deugdao. van het pachtatelsel, da om daaixnee te besprekeo de voontallea en denkbeeldea, die gedaan zijn om in dat steisel verbetering te brengen, om te eindi- gen met een reeks van desiderata (vrome wenschen) cm treat hetgoen de wet ona zou moeten brengen. Vanmiddag hoop ik slechts deae fcene vraag naar vorm te brengen Wat kunoen de iaadbouwvereenigingen zelf doen om de pachtoes.tan.dea ia hun geweat ta ver- beteren? Het ia merkwaardig, dat, waar het laad- xmwvereenigingsleven in beteekenis an can- vang zoo ontzaglijk is toegenomm, dat ex op dit gebied geen actie bestaal Miaschien is het wat eenzijdig, wanneer ik daar vanmiddag bepaald bij zal blijven stilstaan, maar ik meen in uw midden meer nut te kunnen etichten en meer te kunnen bijr dragen tot het verkrijgea van betere toer standen ten aanzien van de pacht in dit west, door deze bepaaide vraag met u on. de oogen te zien, aan wanneer ik zou hou- den een causerie over alles wat op het pacht wezen is gezegd en over de vrome wen schen die daarover de wereld zijn ingezon- den. Daannede komen wij niet verder. M. L ia er over het pachtwezen wel veel ge- praat, maar te weinig gedaan. Het is mijn vaste overtuiging, dat er voor de landbouw- organisaties eene hoogst belangrijke en ui- terst dankbare taak op vervulling ligt te wachten. Ja, ik ben overtuigd, dat wat er van die zijde ten aanzien van de pacht zou kunnen geschieden, zelfs heel wat meer zal kunnea bijdragen tot betere toestanden dan wettelijke regelingen, wclice maar al te licht bureaucratisch, lastig, hinderlijk en onprac- tisch werken, of wel regelingen blijven op het' papier, maar die op het practisch Leven onzer maatschappij geen vat krijgen. ■Vanmorgen wensch ik echter te behande len de vraag: „Wat is de oorzaak, dat er een pachtstelsel bestaan kan?" Hoe komt het, dat er gepacht en verpacht kan worden, dat er is pachrwaarde Hoe komt het, dat die pachtwaarde aan rijzing en daling onderhevig is en welke is de beteekenis van die rijzing en daling voor pachter, verpachter en de gemcenschap? I let gaat dus over een theoretische uiteen- zetting van wat men in1 de staathuishoudkun- moge- van t de eigenaar zelf deel- neemt aan de exploitatie van dien grond. Door de pachtwaarde kan de eigenaar uit den grond regelmatig vliedenda inkomsten verkrijgen en daardoor is de grond een ob ject van geldbelegging geworden en heeft hij handelswaarde, berekend volgens dezelfde methode waarop men op de beurs de waarde van een effect berckent uit het inkomen daar van, n.1. in verband met den rentevoet. Hoe komt het nu, dat grond verpacht en gepacht kan worden? Natuurlijk, omdat er van het bruto inkomen, dat de gsondgebrui- ker na aftrek van hetgeen hij aan bosten heeit uitgegeven en na aftrek van hetgeen hij zelf als onderneaicraloon en als rente voor zijn oftgwcSrotas haf^fffslaptta^ vmr eteh most eischen, in het algemeen nog lets overblijft. Dat ovetblijvende noeant men in de weten- eehap pachtwaarde. Door den boer-eigeuaar worat er in den regel bij de exploitatie van zijn plaats weinig op die pachtwaarde gelet. Wanneer dc boer-eigenaar aan het einde van het jaar zijn boeken opmaakt, dan epreekt wel van nettoopbrengat, maar houdt hij niet utt elkaar, dat die bestaat uit rente van bedrijiskapitaal, ondernemerslooot en pacht waarde en toch is het wenschelijk, dat uit el- kander te houden. Het ondemcuieraloon nodi as bedrijfsinkomen en de pachtwaarde bezit inkomen evens Is de rente uit bedrijfskapitaal. Wanneer men de waarde van den grond wil berekeaen, dan mag natuurlijk alleen dat gene verkapitaliseerd worden, wat werkelijk is bezitsinkomen. De waarde Tan de boerde- rij toch wordt berekend door kapitalineering ran de pachtwaarde Het is in de praktijk bij de exploitatie ran sen eigen plaats zeer gewenscht om een scherp onoerscheid te maken tusschen onder- nemersloon, rente van bedrijfskapitaal en Met gram, dat 10 m pBreduefiekoateM plus ondernemersloon kost en juist ook 10 oplevert, geeft in het geheel geen overschot voor den ondernemer. Deze kan van zulke gronden aan den eigenaar niets uitkeeren. U zult zeggen: „Die gronden zijn er niet." Maar ze zfln er wel. In schrale streken zijn er boerderijen, waarbi) gronden zijn op den grens der bebouwing ea waarvan ae packter zegt: „lk kan ze net zoo goed mlssea als ge- bruiken". Er behoeft dan ook niet veel te gebeuren, of de pachter laat deze gronden liggen. In Gelderland en Overijsel zijn tal van zulke plaatsen. En ieder van ona is geneigd, om voor die akkers den neus op te halen. En toch is het merkwaardige dit, dat de arbeid op die akkers prijsbepalend werkt voor alle. Deze grond heeft de wetenschappelijke betee kenis, prijsbepalend te werken. Wat is nu echter de oorzaak van het ver- schil in productiekosten? Hoe komt het, dat er pachtwaarde kan ont- staan? In hoofdzaak schuilt de oorzaak in vier nemereloon, rente van bedrijlaicapitaaj en in nooiazaas scuum uc wi«a» m oflchtwaarde en daartusschen ligt zelfs nog verschillende omstandigheden. Drie van die een vierde, dien ik noem ondernemerswinst, omstandigheden liggen geheel buiten die een persooolijk karakter draagt. Hoe komt het, dat uit de brutoopbrengst van grand, na aftrek van koeten en ondemc- merstoon, cr in bet aJgemeen nog pacht waarde overechiet? Het antwoord ep die vraag is: ,.dit schuilt in de economische wetten der prijsvorming, dat is de wijze, waarop de prijzen van goe- deren tot stand komea, mede in verband met het feit, dat de voortbrengingskosten voor verschillende kwantums van eenzelfde pro duct niet even hoog zijn. Het is 100 jaar geleden, dat door den En- gelschen staathuishoudkundlge Ricardo voor het eerst scherp werd aangetoond, hoe de prijzen van goederen zich vormden en wel, dat die prijs zich vonnde in zeker verband tot de productiekosten. Dat was al v66r Ricardo gevoeld door Adam Smith, den grondlegger van de moderne economic. Maar Ricardo heeft dat veel scherper aangetoond. South zeide, dat de prijs van het product de neiging. heeft, te schominelen tusschen het bedrag van de productiekosten ba het bedrag van de productiekosten, met inbeglip van het ondernemersloon. Zoodra dit bedrag hooger Is, is er sprake van winst en gaat ieder zoo hard mogelijk produceeren. Daardoor komt er veel op de j Maar deze grond werkt juist prijsbepalend. markt, het aanbod neemt toe, de prijs daalt j De tweede oorzaak van het verschii m pro- en is fiij weer beneden de productiekosten, dan krimpt ieder weer zooveel mogelijk met de productie in, neemt het aanbod af en gaat de prijs weer omhoog. scherper in. Hi) betoogde, dat"men bij de redeneering van Smith een fout maakt, door voor te stellen, of er voor het maken van een bepaald product 6en bedrag is voor productiekosten. Maar zoo is het niet. Wanneer men 1000 mud raan bijeen doet, afkomstig uit verschillen e provincies, dan zijn daar mudden bij, die belangrijk meer hebben gekost dan de an dere en daarin zit nu de geheele kwestie. Ricardo heeft ontdekt, dat de prijs de nei ging heeft, te schommelen rondom het be drag der productiekosten inclusief onderne mersloon van dat deel van het product, het- welk onder de minst gunstige omstandighe den voortgebracht zijnde, tod» moest worden voortgebracht, om aan de vraag bij dien prijs te voldoen. Wanneer van de tarwe een deel is voortgebracht tegen 5.per mud, een ander deel tegen 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12, en hej evenwicht tusschen vraag en aanbod komt tot stand bij een prijs van f 10, dan worden alle mudden tegen f 10 verkocht. Zij, die slechts tegen 11 en 12 kunnen leveren, zullen trachten, wat anders te gaan verbouwen, anders moeten zij met verlics leveren. De prijs schommelt dan om het bedrag aan kosten, inclusief loon - van dat graan, dat van hetgeen nu nog ter toen de geheele Europeesche landbouw in de - -a-1klem kwam door Met feit, dat de stoomuitvin- lijk, dat de gron inkomsten, zonder m- beck 'lijlkt op twee tegen eilkander 'pdiamfaexn, maar ze is elegant. Ze geelt je gevoel Idlaf het onbehoorlajk is, dikker te „Ik heb micM Hannah gezegd, diait mete me zou overhialen, maar tern slotte moest ik toe- geven>,f zei Sophie, te opgewoodleii om zidt te storen aan de tegeowoonddgheild) van mijiv- beer Bean. ..Waaraml?" vroeg mevrouw Bean. „NKdi)t Hianmiah. overroedidie me", ainiwiQortJ- de Sophie; maar ze herhaaiMe niet de oj biing van die scherpe, oudle vrouw, die de zaak besloiten had, omidlaf ze nog ini haar brandde en te pijinlijk was, om met woorden aangeduic te wordeni. Ze was aan het allot van een iange xeeks vepgeefsche argmnenten gekomen, toen mevrouw Salisbury vergeefs gevraaigdl en ge- hromdl had, eo nidvt H'aminah als een spin zau te,wachten, om einldeMjk hoel kalm te zeggen: ,yIk had1 nilet gedacht, Sophie, dat je zoudi willeni, dat iedereen dadhili, dat je ieleurgo- steldJ was, niu je nipt in Aldla's plaats bent." „Als het dat is, wat u denkt, zal ilk het doen", zei de arme kleine vlieg, gloeiendvan gewonden, trolls en boosheid. „Maar het is mijn achulld niet, als de nanfen met groot ge- kraak losbarsten, als ik bij het altaar stau IV kan niet leven zonider adorn te halen." „Dat is dus afgesproken. .Dank je wel, lie- ve Sophie", zei mevrouw Salisbury, en ze gimg gauw hean, uiilt amgst, dat het meisje nog veranderen zou, en veiborg haar erger- niis, dat ze had moeten vragenj, tot een 'gunsti ge geiegenheid. Het huwdijk zou om twee unr plants heb ben, en niemiaod, die een u'itnioddii nans een bohoorlijik auddaigmaal. 1 gebrruiWws ess twaaltf uu» heudla hs«i m Usss, mensch. Wij hebben die te accepteeren, maar de vierde ligt bij ons en wel in de minders of meerdere bekwaamheid van den boer. Spreker wensch tc de vier oarsaken stuk voor stuk te behandelen. Het eerste verschii is het verschii in de vruchtbaarheid van den grond zelf en dat is, hetgeen ons wel het meest imponeert. Er zijn gronden, die met betrekkelijk weinig kosten een groote opbrengst geven. Maar er zijn ook grondep, die zelfs met aanwending van veel kosten en inspanning slechts een gerin- ge opbrengst geven en daarin zit de oor- sprong van het verschii In productiekosten. Wanneer de vraag naar een artikel z66 groot is, dat die slechte grond In cultuur ge- nomen moet worden, om aan de vraag te vol doen, dan zal dat alleen mogelijk zijn, wan neer de prijs a66 hoog la, dat ze verband houdt met de voortbrengiagskosten op dea slechten grond, aoodat de boer daar nog be staan kan. Alle betere gronden zullen dan overschot- ten geven. De beste gronden hebben dan hooge, de andere dan minder hooge of lage pachtwaarde en de allerslechtste gronden, waarop de teelt nog noodig in, geven geen schot, en hebben geen pachtwaarde. alend. greote beteekenis heeft. Er te eek em vce- schil In productiekosten, in verband met het verschii m intensiteit van aanwending van kapitaal en arbeid. Het is het verschii in pro ductiekosten, in verband met het verschijnsel der afnemende opbrengsten, een verschijnsel, dat U alien, als gestudeerde landbouwers bekend te. Wanneer op een land een oogst wordt voortgebracht en die oogst kost per mud gemiddeld 7, en men brengt die oogst door zwaardere bemesting en meerdere ar- beidsverrichting omhoog, dan kost ieder nieuw voortgebracht mud boven de normale oogst meer dan een mud van de vorige oogst. Een verstandig landbouwer gaat dan ook met de intensieve cultuur van zijn grond niet verder dan de rendabiliteitsgrens, zoodat het laatste mud nog net de laatste zak chili be- taalbaar maakte. Het laatste mud van de oogst dekt dus slechts de kosten met inbegrip van een klein kwantum ondernemersloon, maar geeft geen overschot. Het Yoorlaatste mud gaf nog een overschot, dat dd&rvoor nog grooter, enz. en leveren dus pachtwaarde en dit te meer, naarmate zij bij lager intensk teitsgraad zijn voortgebracht. De productiekosten per mud bij deze inten sieve cultuur richten zich rondom den prijs van datgene, dat, onder de minst gunstige omstandigheden voortgebracht, toch moest worden voortgebracht om aan de vraag naar het product te kunnen voldoen. Dit is dus ook een oorzaak van pachtwaar de, maar het gaat hier niet om verschillen tusschen den eenen grond en den andere, maar om het verschii in voortbrengingskos ten van het eene mud in vergelijking met het andere op denzelfden grond. Wanneer alle producenten bij een bepaal- den marktprijs in een gegeven jaar juist tot de rendabiliteitsgrens gaan, dan kost het laatste mud overal evenveel aan productie kosten, zoowel op den rijksten kleigrond, als op den armsten zandgrond. Immers, het dekt overal precJes de kosten met inbegrip van ondernemersloon, zonder pachtwaarde te geven. Op dit punt wordt zelflen de aarraacnr go- vestigd en toch zit daarin de voornaamste oorzaak van de pachtwaarde. Dit zal verder blijken. Wordt Terrolgd.^ StadBiilfrwws overs ductiekosten en dus ook in het ontstaan van de pachtwaarde, is gelegen in het verschii van de ligging aer gronden. De gronden, ge legen dicht bij de markt, zijn zeer gun die, ver van de markt gelegen, minder gun- stig, omdat daar uit den aard der zaak de transportkosten als productiekosten in reke- ning komen en wel in tweeerlei opzicht. Ten eerste bij het vervoer der producten en ten tweede bij den aanvoer van kunstmeststoffen en krachtvoermiddelen. Is de vraag naar een artikel z66 groot, dat ook de slecht gelegen gronden in cultuur moeten worden genomen, dan zal de prijs voor de productiekosten en het ondernemers loon betaald worden. Al hetgeen gunstiger ligt, levert een overschot en dus pachtwaar de, te hooger, naarmate de ligging gunstiger is. Nu te de ligging een begrip, dat voor wij- ziging vatbaar is. Wanneer er een spoor wordt aangelegd, een harde weg. of een stoomtram, of een kanaal gemaakt, dan kan het gebeuren, dat de ongunstigst gelegen gronden, gunstig komen te liggen. De trans portkosten worden minder en zoodoende ook de productiekosten. Die grond wordt dan een concurrent van den grond, die vroeger guns- tig gelegen was. Wij kennen daarvan een geweldig voorbeeld, dat»de ouderen zich wel weten te herinneren, n.l.-de beruchte land- bouwerisis, die heerschte van 1878 tot 1896, i eigenaar een voordeel op. Behalve, isoleerd, dat de cultuur voor Europa met mo- den, wi menschen terugkrijgen productiekos- gelijk was, plotselmg in eer, veel gunstiger 'hitmen nnHprn^mprslnnn is er nop een over- ligging gepiaatst en overvoerden de produc- ia teven markt komt, onder de minst gunstige omstan digheden voortgebracht, en dat bij den prijs van 10 nog noodig is tot dekldng van de vraag. Al het graan, dat minder kostte, levert aan den dat de ten plus ondernemersloon, is er nog een over schot en dat overschot is de oorzaak van alle pachtwaarde. De eigenaar van den groad zal deze rede neering kunnen toepassen: „Op de boerderij boerende, schiet daar voor den gebruiker, wanneer hij zijn kosten ver- oed krijgt plus ondernemersloon, waardoor ij een bestaan heeft, nog wat over. En dat kan hij mij betalen. Zijn er nog liefhebbers?" En die zijn er. Want deze krijgen toch hun kosten vergoed en hebben bovendien een be staan, zij net dan een bestaantje. ding werd toegepast. Door aanleg van spoor- wegen en het in de vaart komen van trans- atlantische stoomschepen, werden reusachti- ge streken in de Ver. Staten, vroeger zoo ge en onder den maaltijldl lecide mevrouw Bean de laatste hand aan den hoed, die® ze moest op hebben; daar ze heel) precies op het puart van kleedmg was, had ze natuurlijik rose ro- zeni gekozien voor een huwdijk in Jurat. 'Hot idee was goed, miaar de bloemrn- ware® hed goedlkoop en niet vdWoendc, om dkn vorm te bedekkem, zoodat de gapingen aangevuld werden met sleutelbloemea van een zomer- hoed van het vorige jaar. ,;Nhji", zei mevrouw Bean, met een- situk brood in hiaar inamdl en hiet Moemenstulk op haar hoofid1 zdtend, „wat vimidit je er van? Ik heb hetti nagemaakt van een portret van lady Margrave iin; The Queen). Zij gaf zeker 60 of 60 'gulden' voor haar hoed'. Waarom de defti- ge menschen zich zoo dOor modistes la tec af- zetten, kan ik niet begnijpenPrecios dezelfide boiod' voor een paar gulden. Ik dadnt, als je deelgemoot zoudt worden, daf hdi dan beter was w ,,Reken daar tock niet laniger op", zei mijn- hcer 'Bean omgedtulddg. Ik hid) het je niet ge zegd ik vend het rid: noodig er in huds zoowel! als op het fcaatoor over te tohben maar de zadk is, dat ntijnheer Salisbury een vreemde op het oog heeft een jortgen man met kapitaal. Ik hoorde heft zijdolings, maar het ib zeker waar, want de man is de geheele wedc het kantoor in- en uitgeloopen en komt na Zaterdag geregeld. Ik heb je gezegd, er met op"te rekenea", voegde hij er boos bij, toen hi] zag, dlat zijn vrouw plotsdling bleek werd, en hij was boos, omdlat het hem speet. Mevrouw Bean zat een oogenfollk hed still, ging toen naar boven, zonder idts te zeggen, terwijl haar blocmenhoud los aan hiaar hand bangelde, en mjjeheer Bean naar hat eten zat te fijltSMi; want UI«im vtsswaehiiHyW' nabea ligging gepiaatst en overvoerden ae produc ten van deze streken de Europeesche markt, met het gevolg, dat de pachtwaarde in Euro- pa zakte en wel zoo, dat tal van landbou wers het niet konden houden en genoodzaakt waren, hun boerderij te verkoopen. Hieruit blijkt wel, hoe bij plotselinge verbetering van ligging, er een geheele omkeer kan komen over de geheele aarde. De derde oorzaak van verschii in produc tiekosten, tevens oorzaak van pachtwaarde, komt veel minder onder onze aandacht en toch zal straks blijken, dat het een geweldig heft hart waarin zaj slterven, even dof en ellen- diig als de groote die sterven bij, hot verties van koninikrijlken in den grond is alto bij die menschhcidl vol komen gelijk; het ware soci- alisme is er geweest, is er niu en zal aWjtdl zijn. Miaar natuurlijk kwamen mijnhieer en me vrouw Bean in die kerk zonder eanig teefkon van gedniktheid en de wachtende menigte in veracheidiene ban ken rondom wend! vroo- lijk, amdat zaj over mevouw Bean's hoed toon spreken. ^Hoe veraint ze het? Rose rozen en gele sleufeltoloemen 1" fluistendte Margaretha 'Nor ton ,^e ziet er sledit uit," zei Eimiilie, die wija werd door haar gd'ulfi, dat op teleuxstel- liirifg volgde. „iDat zou' iedereen doen in boo lets!" lachte het logtetje, die weer bij: hen was, en er zeer lief uitzag in het liohtgrijs. Met de twaalfhotndierd gulden inlcomiatt, die ze had, haar lief gezichtie en haar zeer ach- tenswaandige bloediverwanlten was ze zeker eeni meisje, dat zoo mogelijk voor broer Pie- ter veroverd moest worden en om de waar- heid te zeggen, toen hij naast haar zat, in zijn net pak mdt een bloom in het knoopsgat, scheen hij in alle opzichten 'bereid voor de roL, die hem werdl tocgedacht. ,^De Salisbury's doen de dilngen zei mdjnheer iNorton in Mde veCtrouwdijkheid tegeni zdjn vrouw. ,„Er ziju geen onitoosten: ge- spaard, en toch zpgt men, dat Howard' niets heefl" ,7e zrijn alto blii dat juffrouw Salisbury trouwit z» was al'tijd vandaag hier eni tnor- genl weer weg, en ik geloof, dat mevrouw Sa lisbury het een last vanid, ofschoon ze te slim is, an te zqggen,"-totwoond)d« marouw hior- m, ds* wand door wauBw kum- VEREEINIGTN1G VAIN DEN' HANDEL- DRiLTVEMXEN: ENi DSTDU STKIEELEN MHXDtENSTAND. Do girtersTood1 ini hot ho-tel die Nschtegaal 'gehouden vacgadfering v«n Ibovengenoemidia vereenigmig ward baaocbt door 20 ledien an 7 bestuur&ladea. schoenen en anngaten. „De bloemenl zijln heefl1 m.ooi," zei mevrouw Birbeck, een beetje podanffc „Ik herininer me nog), daf we op het buiten van nnijuz oom mas- sa'a van die witte ixxzen hodden miaar vroe ger «b 'f jaar en alle uit broeikassen. De tuiini was prachtig, hoewel ik er toen niets bijzon1- dera in vontE" jNieen", zei juffrouw White. „En ik koa niet donoomefn toen ik met papa in het Park woandle en Venushaar alia omkruid bcschouw- de, dat ik het huwdijk van die dochter van den ouden iSalisbury zou bijtwonen. Miaar inen is nicjt graag onvrieindlschappeHjk, maar ik moet toch zeggen, dait ik vind, dlat ae slingers van eieren moesteni znja; en de .trofeeen aan idle einden van de bank van boter. 'Dot roil zoo veel passender zijln." De zaak was, dalt tie beide dames heilmelijk ander den indruk waren van' de bijzandere pradhf der veraeringen. Ze gehruikten deze methode, am te trachten zkh weer op 'n zekere hoqgte te plaatsen, vanwaar zaj ruktfig op de Salisbury's konden' neerzien. Daar komt ze!" ging het eindelijk fluiste- ■refnd! door idte kerk, en „Salislbury'8 beste" kwam voor het laaftsft als onigetrouwde vrouw de kerk binneni met zoovodl igerinkd' van wit te en zilveren knalea en oorringen1 en kleine giinSterende dinigen overal., dat ze wel een tooverprinses leek, die ten offer gcleid werd' in ketenen, gemaakt van ijs en dauwdroppela. Mlijnheer Salisbury eclhter dik, rood1 en' ge* wnchtig hieflldl haar neer op den' vasten grand, esn maakte, dat ze niet met geniisch en gerinkefl naar het tooverland toon verdlwij- nen. WwAt vewolgd #•- IML 'i ioU- I n»nolon/4irr\iaAan 1 irrrrpn rrpViAPl hllliwi Qfifl ZHQ." D« Yooraittor, de heer J. Gloeek, heette bij de opening alien welikoim op deze eerate verga- deriiug in dit jaar en wenachte hun voorepoedl in zaken en in hunne families. Wat 'befcreft de zalcen, -vestigde apreketr de aenidiac'ht op een paair herichten in twee bladen, het Ifididen- stamdebl'ad en het Vatobladi voor den ikleerma- kar. Eeratgenoemd iblad nam een) axtikeltge ever uit De Lodde, incake de volkewaxenhui- zen, door de ®roote ®cheepvaartmaat«ch»p- pijen> ten behoeve van hunne persomeelen op- gieri'cht. Het heette daarin, d'at d*r midden1- standi zeer wel tegen die instellinigen van het gioot-tkapitaial ia opigewawen, omd'at een zaak altijd Ibeter igaat, ala ar eigenbelang in het spal ia d'aa wanneer gewedkt wwdit alleen in ioondienat. Het tweede Mad echreef over de uitverkoo- pen van tegenwoordig en sprak ale zijne mea ning uit, dat deze niet wijzen op prij-adalirug. maar d-at zij meest ancouirante artiikelen be- treffen. De goede blijven nog ateed's diiur. De heer OLoeck achtte beide uitlatingen van igenoeg beliamg om zo in d© vergadering mede te deelen en oorucktdeerde eruit, dat de ■rnddenetanid nog steeds goed1 op zijn plaats i*. Hierna kwaom spreker aan zijue op d© agen da aangek ndigde „B©achouwing over de te- genwoordige poaitie van den Middenstand" en 'begon met op te merkon, dlat de pr ijsstij- ging duurde tot Oct. IT., toen er een prijsda- ling intirad. Ale oorzaak daarvoor noemde spr. den lagan geldkoere in versehillendle lan- den, waardoor die 'hier te lande gomakkeLijk oucurxearen. Het verschii in valuta tevens oorzaak, dat de 'buitenlandere hier niet komen koopen, zoodat Nederland1 op zijn eigen verbruik is aangewezen. erschillende z&kenm enschen' moeten nu vaak geld betalen, dat zij in hunne goederen hebben geeto-ken en houden dan uitverkoop om wissels te kunnen voldoen. Natuurlij'k gaan dlan de zoogenaamdle oorlogegoederen het eerst weg. De toestand ia voor one moeilSjk, zei spreker, doord'at imen ona de achuld geeft van do duuirte. Nu zijn het weer de reedere, die den middenntand 'beaohuldigen, zij willien daarom den prije trachten te drukken. Spr. oonstateer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5