AlKmaarsche Courant
la onze straat.
FenilletoiL
Honderd Oris en Twtntlgste Jaargang,
Dlnsdu^ 25 Janunri.
t'roviiK'iaal Nipuws
ijivt >..,en or
L. NDBObWoEBlED
t I. v01 veeK eeda scuiw.h,
v,u- .ueut c. isiuuijeeukoiust van dt v'er-
va.» uuu aei iiiigen der kijksiuin
i.itoricaooi .t Scnagcn Maandag 24
jauuari in net hotel „Yredelust" te Schagen
gehouden, gewijd aan een lezing van proles
sor S. Koenen, hoogleeraai aan da r.and-
bouw-Hoogescnool te Wagemngeo, din „Het
Pachtwezen" behandelde.
De voorzitter, de heer E. Dz. G overs,
opende de wederom druk bezochte bijeen-
komst met allereerst den verelaggever welkom
te heeten. Spreker had dit de vorige maal ver-
zuimd en deelde nu mede, dat, evenala het
vorig jaar, ook dit jaar van de cureussen uit-
siuitcnd verslagen in de Alkmaarsche Cou
rant worden opgenomen en later bijeen in
boekvonn aan de deelnemers verstrekt zullen
worden. De wijze waarop dit was geschied,
was in to woord schitterend. Aan de ma-
nier, waarop ook de vorige week het veislag
was gemaakt, ontleende' spreker het recht
van den verslaggever voor dit seizoen reeds
bij voorbaat dank te brengen voor het pu-
bliek rnaken van het verhandelde. Spr. ver-
klaarde hierop, dat de Vereeuiging prof.
Koenen, die, om de lezing te kunnea geven,
reeds aes Zondags op reis moest, zeer ver-
piicht was voor de wijze waarop hij de uiit-
noodiging had aangenomen.
Pro?. Koenen gewaagde in het schrijven,
waann hij de uimoodiging aannam, ai. van
een weaerdienst die, bestond in het aan hem
gelegenlieid geven van mannen uit de prak-
djk net onderwerp te behandelen. Spr. oor-
deelde de w<derdienst echter bijzonder klein
en was van meening, dat de maatschappij,
waarin ieder op zulk een wijze zijn taak aan-
vaardde er heel anders zou uitzien.
Spreker bracht prof. Koenen dan ook op-
recht dank voor het aanvaarden van de uit-
uoodiging. (Applaus).
Prof. Koenen, het woord bekomende, ving
aan met te zeggen, dat het hem een oprecht
genoegen deed, de lezing te kunnen houden.
Als oud-rijkslandbouwleeraar ishet mij
steeds een buitengewone vreugde om mij
opnieuw tusschen de mannen van de praktijk
te bevinden. Als man van het landbouwon-
derwijs is het mij een nog grooter vreugde,
dat die mannen van de praktijk, die ik rond-
om miji zien, tevens zijn mannen, die het
landbouwonderwijs liebben gevolgd, als oud-
leerlingen van de Rijkslandbouwwinterschool
te Schagcn en reeds daardoor in hun streek
de voorgangers zijn zij, die trachten het
leerde in praktijk te brengen en trachten da
wetenschappelijke werkmethode toe te pas-
sen en daardoor aan den spits komen te
6taan van die praktijk. Het is nog geea twee
jaar geleden, dat ik met den1 heer Smeeding
in deze streek een excursie op landbouwge-
bied maakte. Ik heb toon buitengewoon ge-
noten, omdat ik nog eens duidelijk zag, wat
ik ai wist, hoezeer er hier een eer in gesteld
wordt het bedrijf zoodanig te expLoiteeren,
dat ieder daarvan genieten kan.
Het bestuur heeft mij gevraagdl te spreken
over het pachtwezen en ook dat doe ik met
vreugde. Want hoezeer ook de pachtkwestto
oude kwesties zijn, zoo geldt hier tengevolge
van de steeds wisselende tijdsomstandighe-
den, dat die kwesties zich toch telkens op
nieuw weder in cen min of meer nieuwer
licht voordoen. Van de pachtkwesties gelden
dediclitregelen:
Es ist eine alte Geschichte,
Doch bleibt die ewig neu.
Na den oorlog is het zeker weer een bran-
dende kwestie geworden. Het is bekend, dat
in oorlogstijd, tengevolge van de buitenge
wone stijging van de prijzen der producten,
ook de pachtprijzen tot een ongekende hoog-
te zijn opgevoerd. En wijl wij alien weten,
dat het zoo niet blijven zal, omdat algemeen
verwacht wordt, dat voor den landbouw
moeilijke tijden gaan aanbrekep, daar is de
pachtkwestie, omdat vele landbouwers zich
contractueel gebonden liebben voor een reeks
van jaren tot het betalen van een buitenge
woon hooge pacht, een zeer bran den de
worden. Het gevaar is niet denkbeeldig,
zeer veel landbouwers in een moeielijke posi-
tie zullen komen. De regeering heeft dat ook
gevoeld en het feit, dat van regeeringswege
cen Staatscommissie voor de pacht is inge-
steld, wijst er op, dat de regeering zich haar
taak «bb goad bewent ta, atthaa* omertufgd
is, dat een zoodanige kwestie op dit moment
een brandeade la.
De regeering toondo ess ruirae Mik door
aan de eommissie twee opdrachten te geven.
ten late maatregeJen te nemen in verb and met
t»e ujusoiusiandigneden en ten 2de (dit heeft
met direat baast, maar is een zeer belangrijke
zaak), wat noodig zal Zfjn in de wet blijvend
te wyzigen, opdat het pachtwezen zich langjs
gezonue Oanen m mooernen ten zal kunnen
..jaiwddteko.
VaumiUdag hoop ik do praktische tejde
van net vraagstuk to besprekeo. V66r de
pauze wii ik de aandacht vragea voor ids
waarop vole van mijn hoarders waarschijnr
ujk met gerekend hebbon. Ik stol mij U.L
voor om met u in de morgeauren te onaerzoe-
ken den wetenschappelij kea grondslag waar
op het pachtwezen berust Het ia ook
Naar het Engelsdt ran J. E.
W)
„Wat ziou het zijtn)?" zei mevmuw Bean,
naar het raam loopend en voorzich'tig door
de kanten gordijnen glurend, zoo dat het
niet gemerkt werd. „Het kan niet de japon
van mevrouw Watson zijin, want ze is nilet
wel gemoeg, om te gaan1. Eta diait mevrouw Sa
lisbury zoo'n palk zelf draagit!"
„Aflle vrouwen verldezjenhun hoofd bij een
lnrwelijk," zei inijinlheer Bean. „Ek bejgrijp
niet, waarom. lets zoo verve lends
Jy. ik viinidi een huwelijk heeridjk ilk heb
ailitijd het gevoel, alsof ik zelf ging trouiwen",
lachte mevrouw Bean, met iets van haar oude
vrooiliijikhieiid, rnaar het vcfligende oagenblik
dniktie ze de hand! tegeni 'haar zajidfe en were
grauw om haar irnanid.
Mevrouw Salisbury gaat weer weg zon-
dter de ddos," berichte mijinheer Bean kort
daarop, en vijf mimuten later kwami Sophie,
gejaagd' en verward, binnienvliegen'.
„Raad! eens, wat er gebcurd' is I Hlet tweede
bruidmeiisje liigt zidc met keelpijn en' ik moet
haar plaais iinnemen
,.Waarom heb je niet geweigerd1? Je bent
niet dadclijk gevraalgd, en1 ik zou het nu niet
doan", zei mevrouw Bean, die het altijd voor
haar vrienidBn opnam..
„Ik heb geweiigeidf'. zei Sophie, die nog
hijgde van 'haast en opwiindang. „Ik zei, dat die
j?pon te nauw is, en dat ia ze ook."
.NMuurlijk; d'is aidw van awvvouw Bir-
op m m mm
trouwena mijn bedoeling niet om ook van-
middag op het werk van de Staatscommissie,
waarvan ik lid ben, yooxuit te loopen. Wan-
neer ik over het werk van die eommissie
spreek, dan zal het alleea zijn over datgene
wat reeds ia gepubliceerd. De bespreking
van hedemnorgen zal slechts zijn van weten-
Bchappelijk-theoretischen aaid, tot goed be-
grip van alles wat het pachtwezen
en net is m. i- dxingend noodig, dat ze
wordt Waar juist die kant van de vraag
weinig naar voren wordt gebracht, daar
Kwam het mij juist voor dit te doen m een
cring van mannen, die wfitsnschappelijk den-
Ook voor vanmiddag zal mijn opwutting
waarschijnlijk afwijken van hetgoen u rich
hadt voorgesteld. Het ligt niet in mijn bedoe
ling u te geven een volliedig overzicht over
ue gebreken en deugdao. van het pachtatelsel,
da om daaixnee te besprekeo de voontallea
en denkbeeldea, die gedaan zijn om in dat
steisel verbetering te brengen, om te eindi-
gen met een reeks van desiderata (vrome
wenschen) cm treat hetgoen de wet ona zou
moeten brengen. Vanmiddag hoop ik slechts
deae fcene vraag naar vorm te brengen Wat
kunoen de iaadbouwvereenigingen zelf doen
om de pachtoes.tan.dea ia hun geweat ta ver-
beteren?
Het ia merkwaardig, dat, waar het laad-
xmwvereenigingsleven in beteekenis an can-
vang zoo ontzaglijk is toegenomm, dat ex
op dit gebied geen actie bestaal
Miaschien is het wat eenzijdig, wanneer
ik daar vanmiddag bepaald bij zal blijven
stilstaan, maar ik meen in uw midden meer
nut te kunnen etichten en meer te kunnen bijr
dragen tot het verkrijgea van betere toer
standen ten aanzien van de pacht in dit
west, door deze bepaaide vraag met u on.
de oogen te zien, aan wanneer ik zou hou-
den een causerie over alles wat op het pacht
wezen is gezegd en over de vrome wen
schen die daarover de wereld zijn ingezon-
den. Daannede komen wij niet verder.
M. L ia er over het pachtwezen wel veel ge-
praat, maar te weinig gedaan. Het is mijn
vaste overtuiging, dat er voor de landbouw-
organisaties eene hoogst belangrijke en ui-
terst dankbare taak op vervulling ligt te
wachten. Ja, ik ben overtuigd, dat wat er
van die zijde ten aanzien van de pacht zou
kunnen geschieden, zelfs heel wat meer zal
kunnea bijdragen tot betere toestanden dan
wettelijke regelingen, wclice maar al te licht
bureaucratisch, lastig, hinderlijk en onprac-
tisch werken, of wel regelingen blijven op
het' papier, maar die op het practisch Leven
onzer maatschappij geen vat krijgen.
■Vanmorgen wensch ik echter te behande
len de vraag: „Wat is de oorzaak, dat er een
pachtstelsel bestaan kan?"
Hoe komt het, dat er gepacht en verpacht
kan worden, dat er is pachrwaarde
Hoe komt het, dat die pachtwaarde aan
rijzing en daling onderhevig is en welke is
de beteekenis van die rijzing en daling voor
pachter, verpachter en de gemcenschap?
I let gaat dus over een theoretische uiteen-
zetting van wat men in1 de staathuishoudkun-
moge-
van
t de eigenaar zelf deel-
neemt aan de exploitatie van dien grond.
Door de pachtwaarde kan de eigenaar uit
den grond regelmatig vliedenda inkomsten
verkrijgen en daardoor is de grond een ob
ject van geldbelegging geworden en heeft hij
handelswaarde, berekend volgens dezelfde
methode waarop men op de beurs de waarde
van een effect berckent uit het inkomen daar
van, n.1. in verband met den rentevoet.
Hoe komt het nu, dat grond verpacht en
gepacht kan worden? Natuurlijk, omdat er
van het bruto inkomen, dat de gsondgebrui-
ker na aftrek van hetgeen hij aan bosten heeit
uitgegeven en na aftrek van hetgeen hij zelf
als onderneaicraloon en als rente voor zijn
oftgwcSrotas haf^fffslaptta^ vmr eteh most
eischen, in het algemeen nog lets overblijft.
Dat ovetblijvende noeant men in de weten-
eehap pachtwaarde. Door den boer-eigeuaar
worat er in den regel bij de exploitatie van
zijn plaats weinig op die pachtwaarde gelet.
Wanneer dc boer-eigenaar aan het einde
van het jaar zijn boeken opmaakt, dan epreekt
wel van nettoopbrengat, maar houdt hij
niet utt elkaar, dat die bestaat uit rente van
bedrijiskapitaal, ondernemerslooot en pacht
waarde en toch is het wenschelijk, dat uit el-
kander te houden. Het ondemcuieraloon nodi
as bedrijfsinkomen en de pachtwaarde bezit
inkomen evens Is de rente uit bedrijfskapitaal.
Wanneer men de waarde van den grond
wil berekeaen, dan mag natuurlijk alleen dat
gene verkapitaliseerd worden, wat werkelijk
is bezitsinkomen. De waarde Tan de boerde-
rij toch wordt berekend door kapitalineering
ran de pachtwaarde
Het is in de praktijk bij de exploitatie ran
sen eigen plaats zeer gewenscht om een
scherp onoerscheid te maken tusschen onder-
nemersloon, rente van bedrijfskapitaal en
Met gram, dat 10 m pBreduefiekoateM
plus ondernemersloon kost en juist ook 10
oplevert, geeft in het geheel geen overschot
voor den ondernemer. Deze kan van zulke
gronden aan den eigenaar niets uitkeeren. U
zult zeggen: „Die gronden zijn er niet."
Maar ze zfln er wel. In schrale streken zijn
er boerderijen, waarbi) gronden zijn op den
grens der bebouwing ea waarvan ae packter
zegt: „lk kan ze net zoo goed mlssea als ge-
bruiken".
Er behoeft dan ook niet veel te gebeuren,
of de pachter laat deze gronden liggen. In
Gelderland en Overijsel zijn tal van zulke
plaatsen. En ieder van ona is geneigd, om
voor die akkers den neus op te halen. En
toch is het merkwaardige dit, dat de arbeid
op die akkers prijsbepalend werkt voor alle.
Deze grond heeft de wetenschappelijke betee
kenis, prijsbepalend te werken.
Wat is nu echter de oorzaak van het ver-
schil in productiekosten?
Hoe komt het, dat er pachtwaarde kan ont-
staan?
In hoofdzaak schuilt de oorzaak in vier
nemereloon, rente van bedrijlaicapitaaj en in nooiazaas scuum uc wi«a» m
oflchtwaarde en daartusschen ligt zelfs nog verschillende omstandigheden. Drie van die
een vierde, dien ik noem ondernemerswinst, omstandigheden liggen geheel buiten
die een persooolijk karakter draagt.
Hoe komt het, dat uit de brutoopbrengst
van grand, na aftrek van koeten en ondemc-
merstoon, cr in bet aJgemeen nog pacht
waarde overechiet?
Het antwoord ep die vraag is: ,.dit schuilt
in de economische wetten der prijsvorming,
dat is de wijze, waarop de prijzen van goe-
deren tot stand komea, mede in verband met
het feit, dat de voortbrengingskosten voor
verschillende kwantums van eenzelfde pro
duct niet even hoog zijn.
Het is 100 jaar geleden, dat door den En-
gelschen staathuishoudkundlge Ricardo voor
het eerst scherp werd aangetoond, hoe de
prijzen van goederen zich vormden en wel,
dat die prijs zich vonnde in zeker verband tot
de productiekosten. Dat was al v66r Ricardo
gevoeld door Adam Smith, den grondlegger
van de moderne economic. Maar Ricardo
heeft dat veel scherper aangetoond.
South zeide, dat de prijs van het product
de neiging. heeft, te schominelen tusschen het
bedrag van de productiekosten ba het bedrag
van de productiekosten, met inbeglip van het
ondernemersloon.
Zoodra dit bedrag hooger Is, is er sprake
van winst en gaat ieder zoo hard mogelijk
produceeren. Daardoor komt er veel op de j Maar deze grond werkt juist prijsbepalend.
markt, het aanbod neemt toe, de prijs daalt j De tweede oorzaak van het verschii m pro-
en is fiij weer beneden de productiekosten,
dan krimpt ieder weer zooveel mogelijk met
de productie in, neemt het aanbod af en gaat
de prijs weer omhoog.
scherper in. Hi)
betoogde, dat"men bij de redeneering van
Smith een fout maakt, door voor te stellen, of
er voor het maken van een bepaald product
6en bedrag is voor productiekosten. Maar
zoo is het niet. Wanneer men 1000 mud
raan bijeen doet, afkomstig uit verschillen
e provincies, dan zijn daar mudden bij, die
belangrijk meer hebben gekost dan de an
dere en daarin zit nu de geheele kwestie.
Ricardo heeft ontdekt, dat de prijs de nei
ging heeft, te schommelen rondom het be
drag der productiekosten inclusief onderne
mersloon van dat deel van het product, het-
welk onder de minst gunstige omstandighe
den voortgebracht zijnde, tod» moest worden
voortgebracht, om aan de vraag bij dien
prijs te voldoen. Wanneer van de tarwe een
deel is voortgebracht tegen 5.per mud,
een ander deel tegen 6, 7, 8, 9,
10, 11 en 12, en hej evenwicht tusschen
vraag en aanbod komt tot stand bij een prijs
van f 10, dan worden alle mudden tegen
f 10 verkocht. Zij, die slechts tegen 11 en
12 kunnen leveren, zullen trachten, wat
anders te gaan verbouwen, anders moeten
zij met verlics leveren. De prijs schommelt
dan om het bedrag aan kosten, inclusief loon -
van dat graan, dat van hetgeen nu nog ter toen de geheele Europeesche landbouw in de
- -a-1klem kwam door Met feit, dat de stoomuitvin-
lijk, dat de gron
inkomsten, zonder
m-
beck 'lijlkt op twee tegen eilkander
'pdiamfaexn, maar ze is elegant. Ze geelt je
gevoel Idlaf het onbehoorlajk is, dikker te
„Ik heb micM Hannah gezegd, diait mete me
zou overhialen, maar tern slotte moest ik toe-
geven>,f zei Sophie, te opgewoodleii om zidt
te storen aan de tegeowoonddgheild) van mijiv-
beer Bean.
..Waaraml?" vroeg mevrouw Bean.
„NKdi)t Hianmiah. overroedidie me", ainiwiQortJ-
de Sophie; maar ze herhaaiMe niet de oj
biing van die scherpe, oudle vrouw, die de zaak
besloiten had, omidlaf ze nog ini haar brandde
en te pijinlijk was, om met woorden aangeduic
te wordeni. Ze was aan het allot van een iange
xeeks vepgeefsche argmnenten gekomen, toen
mevrouw Salisbury vergeefs gevraaigdl en ge-
hromdl had, eo nidvt H'aminah als een spin zau
te,wachten, om einldeMjk hoel kalm te zeggen:
,yIk had1 nilet gedacht, Sophie, dat je zoudi
willeni, dat iedereen dadhili, dat je ieleurgo-
steldJ was, niu je nipt in Aldla's plaats bent."
„Als het dat is, wat u denkt, zal ilk het
doen", zei de arme kleine vlieg, gloeiendvan
gewonden, trolls en boosheid. „Maar het is
mijn achulld niet, als de nanfen met groot ge-
kraak losbarsten, als ik bij het altaar stau
IV kan niet leven zonider adorn te halen."
„Dat is dus afgesproken. .Dank je wel, lie-
ve Sophie", zei mevrouw Salisbury, en ze
gimg gauw hean, uiilt amgst, dat het meisje
nog veranderen zou, en veiborg haar erger-
niis, dat ze had moeten vragenj, tot een 'gunsti
ge geiegenheid.
Het huwdijk zou om twee unr plants heb
ben, en niemiaod, die een u'itnioddii
nans een bohoorlijik auddaigmaal. 1
gebrruiWws ess twaaltf uu» heudla hs«i m Usss,
mensch. Wij hebben die te accepteeren, maar
de vierde ligt bij ons en wel in de minders of
meerdere bekwaamheid van den boer.
Spreker wensch tc de vier oarsaken stuk
voor stuk te behandelen.
Het eerste verschii is het verschii in de
vruchtbaarheid van den grond zelf en dat is,
hetgeen ons wel het meest imponeert. Er zijn
gronden, die met betrekkelijk weinig kosten
een groote opbrengst geven. Maar er zijn
ook grondep, die zelfs met aanwending van
veel kosten en inspanning slechts een gerin-
ge opbrengst geven en daarin zit de oor-
sprong van het verschii In productiekosten.
Wanneer de vraag naar een artikel z66
groot is, dat die slechte grond In cultuur ge-
nomen moet worden, om aan de vraag te vol
doen, dan zal dat alleen mogelijk zijn, wan
neer de prijs a66 hoog la, dat ze verband
houdt met de voortbrengiagskosten op dea
slechten grond, aoodat de boer daar nog be
staan kan.
Alle betere gronden zullen dan overschot-
ten geven. De beste gronden hebben dan
hooge, de andere dan minder hooge of lage
pachtwaarde en de allerslechtste gronden,
waarop de teelt nog noodig in, geven geen
schot, en hebben geen pachtwaarde.
alend.
greote beteekenis heeft. Er te eek em vce-
schil In productiekosten, in verband met het
verschii m intensiteit van aanwending van
kapitaal en arbeid. Het is het verschii in pro
ductiekosten, in verband met het verschijnsel
der afnemende opbrengsten, een verschijnsel,
dat U alien, als gestudeerde landbouwers
bekend te. Wanneer op een land een oogst
wordt voortgebracht en die oogst kost per
mud gemiddeld 7, en men brengt die oogst
door zwaardere bemesting en meerdere ar-
beidsverrichting omhoog, dan kost ieder
nieuw voortgebracht mud boven de normale
oogst meer dan een mud van de vorige oogst.
Een verstandig landbouwer gaat dan ook
met de intensieve cultuur van zijn grond niet
verder dan de rendabiliteitsgrens, zoodat het
laatste mud nog net de laatste zak chili be-
taalbaar maakte. Het laatste mud van de
oogst dekt dus slechts de kosten met inbegrip
van een klein kwantum ondernemersloon,
maar geeft geen overschot. Het Yoorlaatste
mud gaf nog een overschot, dat dd&rvoor nog
grooter, enz. en leveren dus pachtwaarde en
dit te meer, naarmate zij bij lager intensk
teitsgraad zijn voortgebracht.
De productiekosten per mud bij deze inten
sieve cultuur richten zich rondom den prijs
van datgene, dat, onder de minst gunstige
omstandigheden voortgebracht, toch moest
worden voortgebracht om aan de vraag naar
het product te kunnen voldoen.
Dit is dus ook een oorzaak van pachtwaar
de, maar het gaat hier niet om verschillen
tusschen den eenen grond en den andere,
maar om het verschii in voortbrengingskos
ten van het eene mud in vergelijking met het
andere op denzelfden grond.
Wanneer alle producenten bij een bepaal-
den marktprijs in een gegeven jaar juist tot
de rendabiliteitsgrens gaan, dan kost het
laatste mud overal evenveel aan productie
kosten, zoowel op den rijksten kleigrond, als
op den armsten zandgrond.
Immers, het dekt overal precJes de kosten
met inbegrip van ondernemersloon, zonder
pachtwaarde te geven.
Op dit punt wordt zelflen de aarraacnr go-
vestigd en toch zit daarin de voornaamste
oorzaak van de pachtwaarde. Dit zal verder
blijken.
Wordt Terrolgd.^
StadBiilfrwws
overs
ductiekosten en dus ook in het ontstaan van
de pachtwaarde, is gelegen in het verschii
van de ligging aer gronden. De gronden, ge
legen dicht bij de markt, zijn zeer gun
die, ver van de markt gelegen, minder gun-
stig, omdat daar uit den aard der zaak de
transportkosten als productiekosten in reke-
ning komen en wel in tweeerlei opzicht. Ten
eerste bij het vervoer der producten en ten
tweede bij den aanvoer van kunstmeststoffen
en krachtvoermiddelen.
Is de vraag naar een artikel z66 groot, dat
ook de slecht gelegen gronden in cultuur
moeten worden genomen, dan zal de prijs
voor de productiekosten en het ondernemers
loon betaald worden. Al hetgeen gunstiger
ligt, levert een overschot en dus pachtwaar
de, te hooger, naarmate de ligging gunstiger
is.
Nu te de ligging een begrip, dat voor wij-
ziging vatbaar is. Wanneer er een spoor
wordt aangelegd, een harde weg. of een
stoomtram, of een kanaal gemaakt, dan kan
het gebeuren, dat de ongunstigst gelegen
gronden, gunstig komen te liggen. De trans
portkosten worden minder en zoodoende ook
de productiekosten. Die grond wordt dan een
concurrent van den grond, die vroeger guns-
tig gelegen was. Wij kennen daarvan een
geweldig voorbeeld, dat»de ouderen zich wel
weten te herinneren, n.l.-de beruchte land-
bouwerisis, die heerschte van 1878 tot 1896,
i eigenaar een voordeel op. Behalve, isoleerd, dat de cultuur voor Europa met mo- den, wi
menschen terugkrijgen productiekos- gelijk was, plotselmg in eer, veel gunstiger 'hitmen
nnHprn^mprslnnn is er nop een over- ligging gepiaatst en overvoerden de produc- ia teven
markt komt, onder de minst gunstige omstan
digheden voortgebracht, en dat bij den prijs
van 10 nog noodig is tot dekldng van de
vraag.
Al het graan, dat minder kostte, levert
aan den
dat de
ten plus ondernemersloon, is er nog een over
schot en dat overschot is de oorzaak van alle
pachtwaarde.
De eigenaar van den groad zal deze rede
neering kunnen toepassen:
„Op de boerderij boerende, schiet daar voor
den gebruiker, wanneer hij zijn kosten ver-
oed krijgt plus ondernemersloon, waardoor
ij een bestaan heeft, nog wat over. En dat
kan hij mij betalen. Zijn er nog liefhebbers?"
En die zijn er. Want deze krijgen toch hun
kosten vergoed en hebben bovendien een be
staan, zij net dan een bestaantje.
ding werd toegepast. Door aanleg van spoor-
wegen en het in de vaart komen van trans-
atlantische stoomschepen, werden reusachti-
ge streken in de Ver. Staten, vroeger zoo ge
en onder den maaltijldl lecide mevrouw Bean
de laatste hand aan den hoed, die® ze moest
op hebben; daar ze heel) precies op het puart
van kleedmg was, had ze natuurlijik rose ro-
zeni gekozien voor een huwdijk in Jurat. 'Hot
idee was goed, miaar de bloemrn- ware® hed
goedlkoop en niet vdWoendc, om dkn vorm te
bedekkem, zoodat de gapingen aangevuld
werden met sleutelbloemea van een zomer-
hoed van het vorige jaar.
,;Nhji", zei mevrouw Bean, met een- situk
brood in hiaar inamdl en hiet Moemenstulk op
haar hoofid1 zdtend, „wat vimidit je er van? Ik
heb hetti nagemaakt van een portret van lady
Margrave iin; The Queen). Zij gaf zeker 60 of
60 'gulden' voor haar hoed'. Waarom de defti-
ge menschen zich zoo dOor modistes la tec af-
zetten, kan ik niet begnijpenPrecios dezelfide
boiod' voor een paar gulden. Ik dadnt, als je
deelgemoot zoudt worden, daf hdi dan beter
was w
,,Reken daar tock niet laniger op", zei mijn-
hcer 'Bean omgedtulddg. Ik hid) het je niet ge
zegd ik vend het rid: noodig er in huds
zoowel! als op het fcaatoor over te tohben
maar de zadk is, dat ntijnheer Salisbury een
vreemde op het oog heeft een jortgen man
met kapitaal. Ik hoorde heft zijdolings, maar
het ib zeker waar, want de man is de geheele
wedc het kantoor in- en uitgeloopen en komt
na Zaterdag geregeld. Ik heb je gezegd, er
met op"te rekenea", voegde hij er boos bij,
toen hi] zag, dlat zijn vrouw plotsdling bleek
werd, en hij was boos, omdlat het hem speet.
Mevrouw Bean zat een oogenfollk hed still,
ging toen naar boven, zonder idts te zeggen,
terwijl haar blocmenhoud los aan hiaar hand
bangelde, en mjjeheer Bean naar hat eten zat
te fijltSMi; want UI«im vtsswaehiiHyW' nabea
ligging gepiaatst en overvoerden ae produc
ten van deze streken de Europeesche markt,
met het gevolg, dat de pachtwaarde in Euro-
pa zakte en wel zoo, dat tal van landbou
wers het niet konden houden en genoodzaakt
waren, hun boerderij te verkoopen. Hieruit
blijkt wel, hoe bij plotselinge verbetering van
ligging, er een geheele omkeer kan komen
over de geheele aarde.
De derde oorzaak van verschii in produc
tiekosten, tevens oorzaak van pachtwaarde,
komt veel minder onder onze aandacht en
toch zal straks blijken, dat het een geweldig
heft hart waarin zaj slterven, even dof en ellen-
diig als de groote die sterven bij, hot verties van
koninikrijlken in den grond is alto bij die
menschhcidl vol komen gelijk; het ware soci-
alisme is er geweest, is er niu en zal aWjtdl zijn.
Miaar natuurlijk kwamen mijnhieer en me
vrouw Bean in die kerk zonder eanig teefkon
van gedniktheid en de wachtende menigte
in veracheidiene ban ken rondom wend! vroo-
lijk, amdat zaj over mevouw Bean's hoed toon
spreken.
^Hoe veraint ze het? Rose rozen en gele
sleufeltoloemen 1" fluistendte Margaretha 'Nor
ton ,^e ziet er sledit uit," zei Eimiilie, die
wija werd door haar gd'ulfi, dat op teleuxstel-
liirifg volgde.
„iDat zou' iedereen doen in boo lets!"
lachte het logtetje, die weer bij: hen was, en
er zeer lief uitzag in het liohtgrijs.
Met de twaalfhotndierd gulden inlcomiatt, die
ze had, haar lief gezichtie en haar zeer ach-
tenswaandige bloediverwanlten was ze zeker
eeni meisje, dat zoo mogelijk voor broer Pie-
ter veroverd moest worden en om de waar-
heid te zeggen, toen hij naast haar zat, in zijn
net pak mdt een bloom in het knoopsgat,
scheen hij in alle opzichten 'bereid voor de roL,
die hem werdl tocgedacht.
,^De Salisbury's doen de dilngen zei
mdjnheer iNorton in Mde veCtrouwdijkheid
tegeni zdjn vrouw. ,„Er ziju geen onitoosten: ge-
spaard, en toch zpgt men, dat Howard' niets
heefl"
,7e zrijn alto blii dat juffrouw Salisbury
trouwit z» was al'tijd vandaag hier eni tnor-
genl weer weg, en ik geloof, dat mevrouw Sa
lisbury het een last vanid, ofschoon ze te slim
is, an te zqggen,"-totwoond)d« marouw hior-
m, ds* wand door wauBw kum-
VEREEINIGTN1G VAIN DEN' HANDEL-
DRiLTVEMXEN: ENi DSTDU STKIEELEN
MHXDtENSTAND.
Do girtersTood1 ini hot ho-tel die Nschtegaal
'gehouden vacgadfering v«n Ibovengenoemidia
vereenigmig ward baaocbt door 20 ledien an 7
bestuur&ladea.
schoenen en anngaten.
„De bloemenl zijln heefl1 m.ooi," zei mevrouw
Birbeck, een beetje podanffc „Ik herininer me
nog), daf we op het buiten van nnijuz oom mas-
sa'a van die witte ixxzen hodden miaar vroe
ger «b 'f jaar en alle uit broeikassen. De tuiini
was prachtig, hoewel ik er toen niets bijzon1-
dera in vontE"
jNieen", zei juffrouw White. „En ik koa
niet donoomefn toen ik met papa in het Park
woandle en Venushaar alia omkruid bcschouw-
de, dat ik het huwdijk van die dochter van den
ouden iSalisbury zou bijtwonen. Miaar inen is
nicjt graag onvrieindlschappeHjk, maar ik moet
toch zeggen, dait ik vind, dlat ae slingers van
eieren moesteni znja; en de .trofeeen aan idle
einden van de bank van boter. 'Dot roil zoo
veel passender zijln."
De zaak was, dalt tie beide dames heilmelijk
ander den indruk waren van' de bijzandere
pradhf der veraeringen. Ze gehruikten deze
methode, am te trachten zkh weer op 'n zekere
hoqgte te plaatsen, vanwaar zaj ruktfig op de
Salisbury's konden' neerzien.
Daar komt ze!" ging het eindelijk fluiste-
■refnd! door idte kerk, en „Salislbury'8 beste"
kwam voor het laaftsft als onigetrouwde vrouw
de kerk binneni met zoovodl igerinkd' van wit
te en zilveren knalea en oorringen1 en kleine
giinSterende dinigen overal., dat ze wel een
tooverprinses leek, die ten offer gcleid werd' in
ketenen, gemaakt van ijs en dauwdroppela.
Mlijnheer Salisbury eclhter dik, rood1 en' ge*
wnchtig hieflldl haar neer op den' vasten
grand, esn maakte, dat ze niet met geniisch
en gerinkefl naar het tooverland toon verdlwij-
nen.
WwAt vewolgd
#•- IML
'i ioU- I n»nolon/4irr\iaAan 1 irrrrpn rrpViAPl hllliwi Qfifl
ZHQ."
D« Yooraittor, de heer J. Gloeek, heette bij
de opening alien welikoim op deze eerate verga-
deriiug in dit jaar en wenachte hun voorepoedl
in zaken en in hunne families. Wat 'befcreft de
zalcen, -vestigde apreketr de aenidiac'ht op een
paair herichten in twee bladen, het Ifididen-
stamdebl'ad en het Vatobladi voor den ikleerma-
kar. Eeratgenoemd iblad nam een) axtikeltge
ever uit De Lodde, incake de volkewaxenhui-
zen, door de ®roote ®cheepvaartmaat«ch»p-
pijen> ten behoeve van hunne persomeelen op-
gieri'cht. Het heette daarin, d'at d*r midden1-
standi zeer wel tegen die instellinigen van het
gioot-tkapitaial ia opigewawen, omd'at een zaak
altijd Ibeter igaat, ala ar eigenbelang in het
spal ia d'aa wanneer gewedkt wwdit alleen in
ioondienat.
Het tweede Mad echreef over de uitverkoo-
pen van tegenwoordig en sprak ale zijne mea
ning uit, dat deze niet wijzen op prij-adalirug.
maar d-at zij meest ancouirante artiikelen be-
treffen. De goede blijven nog ateed's diiur.
De heer OLoeck achtte beide uitlatingen
van igenoeg beliamg om zo in d© vergadering
mede te deelen en oorucktdeerde eruit, dat de
■rnddenetanid nog steeds goed1 op zijn plaats i*.
Hierna kwaom spreker aan zijue op d© agen
da aangek ndigde „B©achouwing over de te-
genwoordige poaitie van den Middenstand"
en 'begon met op te merkon, dlat de pr ijsstij-
ging duurde tot Oct. IT., toen er een prijsda-
ling intirad. Ale oorzaak daarvoor noemde
spr. den lagan geldkoere in versehillendle lan-
den, waardoor die 'hier te lande gomakkeLijk
oucurxearen. Het verschii in valuta
tevens oorzaak, dat de 'buitenlandere hier
niet komen koopen, zoodat Nederland1 op zijn
eigen verbruik is aangewezen. erschillende
z&kenm enschen' moeten nu vaak geld betalen,
dat zij in hunne goederen hebben geeto-ken en
houden dan uitverkoop om wissels te kunnen
voldoen. Natuurlij'k gaan dlan de zoogenaamdle
oorlogegoederen het eerst weg.
De toestand ia voor one moeilSjk, zei spreker,
doord'at imen ona de achuld geeft van do
duuirte. Nu zijn het weer de reedere, die den
middenntand 'beaohuldigen, zij willien daarom
den prije trachten te drukken. Spr. oonstateer-