ASKmaarsche Courant Id onze straat. Honderd Drte en Twlntigste Jaargang. Donderdug 27 Januari. Fenilleton. I92L b»*. ta. Frovinciaal Mauws met van ,,Hoe ver- pacbtwaar- dat de pacht- Men kan pas L. AivEN OP i., aNDbOo\X uEBIED ..j u<- <0iioc wee* ieeus sci.n.v<.n, u_t. .iuoi>ijecnKu..at van ul er- e vd.i uiiu «.eningeu der Kijkaiuin- uitersoiooi .e bcnagcu. Maandag 24 jdnuan m tiet hotel „Vredeluat" te Schagen gehouden, gewijd aan een lezing van proles sor S. Koenen, hoogleeraar aan de Land- bouw-Hpogeschool te Wageningen, die „Het Pachtwezen" behandelde. (Vervolg). Na de pauze ving prof. Koenen aan de behandeling van het practische deel zijn lezing. Spr. stelde daarop de vr. houdt zich de pachtprijs tot de?" Men moet nooit vergeten, waarde pas achteraf blijfct. zeggen hoe groot de waarde is, als er eea op- brengst en productiekosten is en rekening houdcnde met 'het ondememersloon achterai een berekening maakt. Het edgenaardige van ons pachtstelsel, zooals zich dat in de, eeuwen heeft ontwik- keld is, dat contractueel voor een recht van jaren de pachtsom op een vaste jaarlijks te betalen geldsom wordt vastgesteld, hoewel men niet weet hoe groot de opbrengst, hoe hoog de loonen, de productiekosten en de prijs van het product zai zijn. Het pachtstelsfl is en blijift daardoor een sprang in het duister. Principled zal ieder erkennen moetan, dat er ontzaggelijk veel goeds gelegen is iii liet ctenkbeeki o.a. ook door den heer C. Nobel ontwikkeld, die in het Landbouwweekblad voorstelde een pacht stelsel waarbij de prijs telkenjare na afloop van het jaar zou worden bepaald, overeen- komstig de prijzen van het artikel, kosten van kunstmestoffen en arbeid. in Friesland is dit denkbeeld door een van de Cuperussen, in Gelderland door den hea Hartog te Bar- neveld ontwikkeld. Dit systeem van de mobi le pacht is eigenlijk een volkomen juist sy steem en het is jammer, dat het in ons land nog geen ingang vindt, al wil ik wel dit zeg gen, dat het niet overal in gelijke mate goed zai werken. Het stelsel is eigenlijk slechts goed doorvoerbaar bij enkele landbouwlijnen en1 liefst bij zoodanige waar het inkomen van het bedrijf uit een paar -hoofdproducten moet komen. Waar dit niet het geval is zal het stelsel niet zoo juist werken als wordt voor- gesteld. De iweede vraag is in hoeverre wordt er in de praktij'k bij het vaststellea der paciht- som rekening gehouden met het den boer toe- komend ondememersloon. Dit moet toch ge- 6chieden- wil er sprake zijin van een conclu- sie stellen van de pachtwaarde. De pachtprijs zal todh gelijk moeten zijn aan de pachtwaar de. Toch zal baast afltijd het antwoord op de ze vraag moeten luiden, dat er in de praktijk van die berekening niet veel terecht komt, om de doodeenvoudige reden, dat de pachtsom zelden of nooit door kalm .overleg en bereke ning wordt vastgesteld en doorgaans't resul- taat is van loven bieden en opjagen, als ge- volg van de sterke onderlinge concurrentie van gegadigden. Hij. die pachter wordt is in den regei den koning al te rijk, wanneer er voor hemi, als resultaat van zijn werken, in den vorrn van ondememersloon en rente van zijn eigen aangewend kapitaal een bestaantje aan zit. Om eerlijk te oordeelen moeten wij een zeer scfaerp onderscheddi maken tusschen nieuwe verhuur, een nieuwe pachtovereen- komst eni de verlenging van de padhtovereen- komst van hen die reeds jaren op dezelfde plaats zitten met dezelfde eigenaar. Erkend moet worden, dat voor hen die reeds jaren van dezelfden eigenaar op een plaats zitten de pachten betrekkelijk zeer schappelijk zijn. Telkens wanneer een plaats vrij komt ge- 8chiedt de verpachting uit zeer commercieele ovejwegingen. In Friesland volgt dan vaak de publieke verhuring, of een inschrijying per gesloten briefje. Ook gebeurt het in andere provincial, dat de eigenaar geen bepaalde prijs noemt, maar gegadigden gelegenhedd geeft mondeling met hem of zijn menschen te spreken, bij: wel- Ich bespreking van dm leant van dm pachter een bod wordt verlangd. Het antwoord op da vraag, hoe hoog de pachtsom zal zijn, wordt in al deze gevallen eigenlijk overgelatm aan de wet van vraag en aanbod, zonder te zeggen, dat de eige naar altijd in zee gaat met den hoogsten bieder. Vooral niet als hi) in dien persoon niet meent te vinden, den man die hij het best zijn plaats kan toevertrouwen. Het aan- uu meuw-iiunugeu is per jaar maar klein, maar wij weten ook, dat de prijzetL, die daar oeuongen worden, mvloed uitoelenCn op net a-igemecn pacht-niveau der streek. Tal van grondeigenaren iberoepen zich op de geinaak- te pacht bij nieuw-verhuringen, wanneer het op verlenging van de huur aankomt, zoodat de wet van vraag en aanbod, ook daar, waar de pachter reeds langer op zijn plaats zit, dcorwerkt. Gelukkig voor vele grondgebrui- kers laten niet alile eigenaar a zich beinfluen- ceeren, zoodat vele pachters kunnen zeg gen: „Ik zit op schappelijke voorwaarden." In de wanverhouding tusschen het aantal gegadigden en dat der beschikbare plaatsen schuilt echter niet alleen de oorzaak van het te hoog loopen der pachten, maar daarin schuilt naar mijn vaste overtuiging de oor zaak van nagenoeg alle fouten en tekortko- mingen van oris NoderlandSch pachtstelsd, althans van dat in de westelijke en noordelij" ke prwinties. Die wanverhouding toch is oorzaak van zoodanige concurrentie onder de gegadigden, dat hij, die pachter wordt, om zoo te zeggen met handsn en voeten ge- bonden, zich aan zijn landheer moet overge- ven, zoodat ten eerste de pachtsom te hoog wordt, ten tweede de pachtvoorwaarden dbor den eigenaar eenvou. geddcteerd! worden en voor den pachter cLaarom vaak zeer on- gunstig zijn; ten derde de risico voor dien Cter ook veel te groot wordt; immers, die j pacht laat niet toe, om in de goede ja ren "een behoorlijke reserve te vormem, waar- tnee in de magere jaren eventueele verliezen frodekt kunnen worden. Dientengevolgs eul- en verlieskosten zijn bodrijfskapitaal aaa- tasten en zijn bestaanszekerheid zoodoende ondermijnen. 't Is dan volkomen juist, dat mmen ziegt: de risico is te zwaar. Het vierde bezwaar, dat genoemd wordt is, dat de gebruikszekerheid niet groot genoeg is We weten alien, dat van den grondeige- naar afhangt, of de paditer al of niet, ja ren op de plaats blijft. De grondeigenaar weet, dat er voortdUrend 10 of 20 liefheb- bers klaar staan om pachter te worden. 'Zonder machtsmisbruik kan dit er toe lei- den, dat de zekerheid van den pachter in ge- vaar komt. De eigenaar komt er daardoor eerder toe, om den pachter te laten schieten, als men het niet eens wordt bij da verlen ging van de.huur In de vijfde plaats wordt tegen het pacht- stelael aangevoerd en dit hangt weer samen met het vierde, dat die geringe zekerheid van het gebruile&recht, oorzaak is, dat de pach ter den grond niet behandelt, zooals hij zou doen, als het zijn eigendom was. Dan toch zou nij verbeteringen aanbrengen, die hij nu achterwege laat blijvcn. Zelfs wordt vaak de opmerking gemaakt, dat die geringe zeker heid leidt tot verwaarloozing, maar tot de eer van onzen Nederlandsdien boerenstanc mag gezegd worden, dat dit bezwaar maar al te vaak te breed is uitgewerkt door de schrijvers, die over de bezwaren van ons pachtstelsel schreven en op dit punt over- dreven. Maar een feit is het, dat een pacher, die weet, dat hij moet vertrekken, en dit spreekt vanzell in de laatste huurjaren aan het land niet cue zorg besteedt, die hij daar- aan zou besteden, als hij: wist, dat hij kon bliiven. Al deze fouten van ons pachtstelsel respectievelijk een uitvloeisel van dezelfde oorzaak, de veel te sterke onderlinge concur rentie van de zijde der gegadigden. Spr. vraagt zich vaak af, waarom dit pun eigenlijk niet meer overwogen wordt door den boerenstand zelf. Want het zijn tenslotte de landbouwers zelf, die zich en bun beroeps- genooten al deze ellende op den hals halen, door met een te groot aantalgagaxtigden te worden. Dit alles hangt samen met het doen van een beroepskeuze. Spr. kan zich begrijpen dat een groot aantal boerenzoons besluiten het oud-vaderlijk beroep te kiezen, want het is een mooi vak. Maar toch willen vaak maar al te velen boer worden en het liefst in de zelfde streek en zii brengen daardoor zich zelf en anderen door den daaruit voort- vloeienden concurrentiestrijd in groote moei lijkheden. De grond is nu eenmaal niet rek baar. Het aantal plaatsen neemt maar lang- zaam toe. Deze moeilijkheden van die wanverhoudin gen zullen zich in de komende jaren erger doen gevoelm. In de laatste 20 jaren v66t den oorlog gaf vooral in Noord-Holland uit- komst het feit, dat vele landbouwbedrijven in tuinbouwbedrijven konden worden omgezet, waardoor het aantal gelegenheden om brood te verdienen, belangrijk toenam. Maar thans weten wij, dat de tuinbouw, niet alleen momenteel moeilijke jaren doormaakt, maar dat zeer waarschijnlijk die moeilijkheden zich ook in de komende jaren zullen handhaven. Die moeilijkheden houden verband met de valuta en het feit, dat een paar honderd mil- lioen menschen in Europa armer zijn gewor- dai dan te voren; vooral onze Oostelijke bu- rec kunnen voor de tuinbouwproducten niet meer zooveel uitgeven als te voren. Het is dan ook zelfs te verwachten, dat tuingrond weer veranderd wordt in grasland. Als eenmaal de Zuiderzeepolders ter be- bouwing droog gekomen zullen zijn. dan zal het aantal plaatsen weer sterk toenemen, maar daaraan zijn we nog lang niet toe. Dit is slechts toekomstmuziek. Welficht zullen er in een iete nadere toekomst plaatsen gesticht kunnen worden op goeden grond, wanneer het gelukken mag om met behulp van het op te richten Rijksbureau voor alwatering, te komen, tot drooglegging of bemaling van die groote' uitgestrektheden in onze Oostelijke provincial, die tengevolge van de treunge waterstaatkundige toestanden tot nu toe slechts als drassige hooilanden een zeer so- bere opbrengst gaven, niettegenstaande uit- nemende samenstelling van die gronden. Wetlichti zou ook in Noord-Holland in omzetting van grasland tot bouwland hier en daar een middel gelegen kunnen zijn tot het stichten van een aantol intensieve bouw- bedrijven, waardoor meer handen werk zou- den kunnen vinden. niet alleen van aibeiders, an ond< Naar k«t Engelacfe vaa J. E. BUCKLRiOSE. 61) „Ja, ze is mooi, en ook hieel aardi'g", stonde Pietter toe, over wdfc antwoord Sophie belache- Mjk tdleuigesteld wias. Em oageinblik sitilltie volgde, en toen' keerlde Pieter zidi! met een heel roodl gel'aait en aa-n zijn moofie, lichte handscihoeinen plukkend, naar Sophiiie en barste uiit: „Br begon- met haar het hof te miaken, om- dat life verliefd) op jou was, en fdeurgestefld1; maar ik begon veel van ihaar te houden, en zij misschien een beetje'van mij heel waar- schajnliijk niet er is geen reden, waarom ze wel zou maar ate als zdj' er mee door wil gaam, zal ik het better doen." I lij, haaldle diep .adem, en zweetdiruppels stoniden op zijn voorhoofd, en keek zoo plech- tig alls die jeugd' dat alleen kan, maar in zijn grij-ze oogen was die bldk te lezen, dien de rid- dera uiit den- ouden tijld otngeftwijfeld hadden, ate ziji tor wiille van hetgeen zij dte eer noem- den heel dwaze en akelige dingeni dedten. „lk) ik hoop, dat je heel gelukkig zullt zijn", zei Sophie, uit het portierraampje kij- kenld. „0, hier zijn we er,. Laten we gauw naar binnen en tusschen dte menschen gaan; ze zullen ons niet opmerken." Maar natuurlijk kan zoo iets als het flauw vallen van een1 bruidsmeteje niet onopgemeiikt bllij vein' en ofechoon het verb a al van ae nieuwe japon al ate een mogelijke veiMaring ronld- gefluisterd was, dleedl die brutid zelf twee sta- rdg» wd»r«diMi v«a h aar plaats emdter sea liltelr van wiitten Moemen en vroeg, of Sophie nu weer beter was. De bruidegom glimlachte wat omrustig, en hoopte, dat het niets erastigs was, em Sophie antwoordide met zeer duldalijke stem1: „Neen, dank u; nieb emstigers dan (dat gteen ruknte had, omi adem te halen. Zooals u weet, moest ik op het laatste oogenhlik dte japoo van een andier aandoen, het was toen to laait, om ze to laten' veranideren." Toen gimg ze vender, en daar mdjMhteer Ho ward^ vage angst voor een scene <ruui gehed vendwenen was, werdl hij: zoo vrxxolijk, dat jut - frouw White zei, dat nijl toch zeker verliefc I moest zijn, h'ij was zoo dlwaas. „Ek begrdjp niet, waarom ik gekomen ben", voegdle ze er hij. „lk heb het land aan touwe- lijlbenl.'' „Iik dtenk, dait u kwam, omdat ze ui noodig hadden", zei Sophie draatnerig, tenwtij/1 ze dte kamer tnond keek. vMlij noodig haddlenriep jufifirouiw White, „Als men jong is denkt men, dat iedtereen ons noodliig heeft, maar alls men ould wordt, is men gelukkig,, ails men derikt, dat iem'anld' het doet." Een tijd van wachtem en kijken naar de ge- schenken; volgdle, waarbij iiedtereen zijn dgen present trachtite te vinden', en mevxouw Pem- berton vond het heel varvdend, diat haar no- tenkraker overadiaduwd werd' door den zi' veren gebakschotet van de Ndrtons, terwij' juffrouw White haar theemuits moest zoeken in een hoefc achter een sdherm. Mcvtrouw Bean en haar man konden) de gebonduurde Takens niet vinden en ze stonden 'n beetje verlaten, ,te ifeijlken naar dm man, die de nieuwe dteetge- noot moest worden, eni die zich druk met me- vronw SaJliaibury bczig hield, als iemamii, die aan gezetechappen gewend uu Ttet was mark- waardiig, zee eonMittuar huhmuw Bna aut maar ook van ondernemera. Bij de over- strooming, eer. paar jaar geleden, heeft dit met groot succes plaats gehad. Misschien dus, dat ook in die richting nog iets zit. Maar wanneer men alles te zamen neemt, dan blijkt wel, dat in de toekomst de toestand, wat betrdt het aantal plaatsen, niet in ver- houding staat tot het aantal gegadigden, dat het er in de toekomst niet beter voor staat dan. de laatste 20 jaar v6or den oorlog, maar slechter, zoodat de kwestie van de beroeps keuze wel van be lang is. De landbouwers- stand heeft daar wel degelijk belang bij,; hij moet a bij de regeering op aandringen, de gelegen'heid te geven tot de opleiding van ongelui van het platteland, ook in andere beroepen. -Ik zal de laatste zijn, die zegt, dat de landbouwerszoon geen boer moet worden, maar een zekere afleidiing van de stroom, waar die te sterk is, in den vonn van opleiding voor handel, nijverheid, scheepsbouw en' ambachten, moet zeker van belang geacht worden. Spr. denkt ook aan Indite. De regeering leeft in Indie nog vele betrckkingen, waar- voor ze geen Nederlanders kan krijgen. Vol- de bladen1 zal de regeering zelfs 200 iische onderwijzere voor Indite in dienst nemen. Ten plattenlande zal men daaraan meer moeten deuken, omdat men daardoor een klein deel van de stroom weet af te lei- den, zoodat de overblijvenden elkander gem doodende concurrentie behoeven aan te doen. Het is ook een feit, dat vaak de zoon van een landbouwer weer boer wordt uit gemak- zucht. Op de boerderij is bij voor vader een werkkracht, die weinig kost, maar te weindg wordt overwogen, dat daardoor voor de ach- terblijvenden een doodende concurrentie ont- staat bij het inhuren van de plaatsen. Het kan wenschelijk geacht worden, dat hieraan wat paal en perk gesteld wordt. Maar ook dan zullen de fouten aan het pachtwezen er nog zijn en de vraag komt naar voren, wat verder gedaan kan worden, om die fouten te verbeteren. En nu kom ik aan het eigenlijke onderwerp van vanmiddag. Het is maar een kant van de vraag en die zullen we emstig bespreken. De vraag is: „Wat kan dan door de land- bouw-organisaties gedaan worden- ter ver- bctering van de fouten in het pachtstelsel?" En hierbij herhaal ik, wat ik vanmorgen zeide: Over de tout is te veel gepraat in ver- Itouding tot hetgeen a gedaan is. Veel te eenzijdig verwacht men heil van de wet en de overheid. Steeds leest men: „de wet moet dit of dat regelen". Ik zal de laat ste zijn om te ontkennen, dat ons Burgerlijk Wetboek inzake de pachtregeling "erbetcring behoeft. En de Staatscommissie voor het pachtwezen is daarvan ook ten voile over- tuigd. Zij werkt er aan, om van den weige- ver een betere regeling te verkrijgen. Maar men moet daarvan nooit een kapstok maken, om alles aan op te hangen. Wettelijke regelingen zijn goed en noodig, waar het betrett misbruiken tegen te gaan en hinderpalen uit den weg te ruimen, welke aan een gezonde, natuurlijke ontwikkehng in den weg staan el can gmrarm te bwweren d af te leiden. Ook zijn wettelijke regelingen heilzaam, waar zij tot doel hebben, om kracht te geven en steun te verleenen aan gebruiken, welke aan het leven zell ontspruiten. Een hoofwijziging, waartoe de Staatscommissie voor dfe pachtvoorstellen het voorstel heeft gedaan, is, om wanneer een zeer sterke da ting van de prijzen da producten intreedt, bij wlji» van noodmaatregel, het remise- recht een belangrijke uitbreidingf te doen on- dergaam De wettelijke regeling heeft vooral verder beteekenis door sanctie te verleenen, zonaer welke goede gebruiken geen alge- meene invoering mogelijk zou zijn. Maar van een wettelijke regeling is niet met succes te verwachten, dat wij de maatschappij in een bepaalde richting kunen dwingen, volgeas een stelsel uit het brein van den een of ande ren enkeling voortgekomen, want dat geeft niets anders dan droeve resultaten. In zulke fevallen is de wetgever niets dan de verwek- er van een doodgeboren kind of stumper of wangedrocht, waarvan nooit iets goeds is te verwachten. Men- moet dus mea werken in de richting, dat de wetgeva sanctionneert, hetgeen in het practisch leven zelf is tot stand gebracht. Wannea door de organisatie Lets wordt aangevat, dan is dit aanvankelijk plooibaar en aastisch en geeft men het ten slotte een vonn, die het behoeft. De wetgever kan dan daaraan zijn sanctie geven, evenals op het gebied van de landbouwongevallen. En wij weten alien, dat de Landbouw Ondalinge een vonn heeft weten te kiezen, dte beter vol- doet, dan het kostbare product, door den Minister gedacht; wannea dit zou zijn inge- voad, dan zou dat voor de boaen zijn ge- worden een misproduct. Hetgcn spreka op het oog heeft, is niet geheel fantasie. In Friesland, een onzer provincies met't sterkst ontwikkeld pachtwezen en waar hahaaldelijk ook ova minda goede pachttoestanden ge- klaagd was, heeft de Friesche landbouwmaat- schappij de koe bij de borens gevat. In 1910 wad begonnea met een zeer uitgebreide, breed opgezette pacht-enquete, die leidde tot een zeer belangrijk rapport, waaruit bleek, dat ova het meerendeel de pachtvahoudin- gen beter waren dan men had gemeend. Er was ook sprake van weldenkende grondeige naren', maar a was toch een minderheid van gevoelen, waarin de toestanden nog ai wat te wenschen overlieten. De Friesche maatschappij van landbouw heeft toen de verwachting uitgesproken, dat het mogelijk moest zijn om die meerdaheid van eigenaren, die het wel goed voor had- *den, te betrekken in een organisatie tot vabe- taing van de pachrierhouding. Men trachtte met hen samenwerking te zoeken en hen tc bewegen, mede te werken tot de ontwikke- ling van de pachtsvahouding in modernen rin tot bevrediging van beide partijen. Men ging uit van de overweging, dat het belang van den eigenaar en van den pachter niet in die mate uileen week, als vaak is voorgesteld, alsof ze als vuur en wata tegenova elkan der stonden en gelukkig is dat zoo niet Er kend moet worden, dat vele grondeigenaren beseffen, dat te hooge pachten niet in hun voordeel zijn. Zij weten, dat deze aanleiding geven tot roofbouw, verwaarloozing en achteruitgang van zijn bezit De te hooge biedeis zijn niet de beste. Daaronda zittm de onbesuisden, die het a maar op wagen, in de hoop, dat, als het hun tegenloopt, men hen wel in staat zal stellen, wat minder te betalen. Nu zal men zeggen: Wanneer de eigenaar geen be lang heeft bij een te hooge pacht, waarom organiseert hij dan publieke verhuringen, want juist daar en bij inschrijvingen komen te hooge pachten voor. Het antwoord daar op moet luiden, dat die publieke vahurin- gen niet altijd bedoeld zijn om te veel te krij gen. Ze zijn in vele gevallen een uiting van z.wakte. De eigenaar is vaak niet in staat, om vast te stellen, wat de plaats moet oj brengen en dan grijpt hij naar het middel van publieke verhuring of inschrijving om het juiste bedrag da pachtsom vast te stel- haar rose hoed' schean te zijn, die toch opval- ilend) genoeg was, want: dfe menschen lliepen paiatend en' lachend voorbdj, terwijl ze niets schenenl te zden dan bun eiigan handsdwenen, of die neus van hun gfeleidter, of die vagfe niim- te idler zaal. Zfelfs majheer Biean merkte het eindleilijk op. „Er schijnen) hia ndot veel menschen te zijn, die we kennen", zei1 hi). wOf .andos zien- we a met zoo veel bij elkaar. Dat zal- het, dienk ik, zijn." Mevrouw 'Bean kreeg een kleur. -Hfet was dus geen verbeeldiing, want zelfe Fferbert meiikite op, diat de menschen haar vcrmeden! Hlet moest dus waar zijmi, idat memandl van haar hieldl! Mlaar drukte en bewegimg aan het andere cimd da zaal was't teeken, tot bruiid en brm- degom toruggekomen wareni, niadat ze htm trouwkfleeran verwissdd hadden voor een reis- costuum en dezelfde opwinding, die de men schen) voden, als zij een schip to wata zieni gaan, greep mevrouw Bean altijd aan, als zij twee menschen samen belt leven zag inlgaan. Hfet was zelfs nu sterk genloeg, om voor het oogenblik haar eiigen pijneni en gevoel van' doodelijke afgentatheid te batmen, en met haar oude vilughddl liep ze naar de klcekkamer om een' geheimtzdnnig pak te halen. 'Het was op een anidie plaats geilegd, zoodat het geluldlai- ge ipaar in de aulto stapte te middten van een vfloefdi van' confetti van de beliamgstellende me- nigte buiiten, toen mevrouw Bean op eens bo- veni aan de trap verschecn, die van Idle groote open deuren n'aar dte zaal leidde. .^Nliemand heeft een oude schocn gegomd, om geluk aan' te brengen' ik heb a een mee- gebrachit voor't geval ze hijgde en wiorp hat proieotid' naar da snnivende auto, aooda* m bajtoS' dlM mu» wan Am bruwtoaK* tool, an len en om te komen tot de meest iuiste keuze vaak rak oog en verwacht mag worden. 1731.61, alzoo een saldo van 107.30. Het totaai bezit was het vorig jaar 2880.17, nu 2963.10, alzoo een vooruit- gang van f 82.93. Uit het jaarverslag bleek dat 7 bestuurs- vergaderingen zijn gehouden. Uit 14 solllci- tanten was tot bode benoemd de heer A. Boot, het aantal leden bedroeg 232, d. i. 3 minder aan het vorig jaar. Als bestuursledea werden herkozei de teee- ren J. Kuipa, D. Kansen ea J. Hopman, als advisenr de heer C. Kroon. Aan de orde kwam een voorstel van het oestuur om de contributie voortaan om de 14 dagen te innen. Verscheidene bezwaren wer den daartegen geopperd, vooral met het oog op de meerdere leden in een gezin. Het bestuur deelde mede dat het in Broek ook gaat en dat het de vaeeniging een voor deel geeft van 50. Na verdere bespreking werd het vooratel met 27 tegen 49 stemmen verworpen. Na eenige bespreking bleef het bodeloon be paald op \*li cent per lid, de ziekenuitkee- ring op 1.25 per dag, en de contributie bleef 12^ cent per week, hoewel er stemmen opgingen om daarin verandering te brengen. Als afgevaardigden naar de bondsverga- dering werden gekozen de heaen J. Kuiper en P. van Dijk. Ten opzichte van de loonregeling deelde de bode mede dat het hem niet mogelijk zal zijn de werkzaamheden voor de bepaalde vergoe- ding te blijven verrichten. Tot zoolang hij er echter niets voor in de plaats heeft, zal hij het blijven waarnemen. Besloten wad nog om de commissarissea niet een doch twee jaar zitting te laten hou den. Da vereenlging Tuinbouwholang hield Dinsdagmiddag haar jaarvagadoiag. Na de opening door den voorzdtter wad' meege- dcela dat aan den tuinbouwonderwijza den heer O. de Wit als blijvend aandenken een kleed ova zijn waktafel is gesohonken, dat geen zeesterren voor bamesting zijn aange- kocht omdat die te duur blijken te zijn, tot de toeslag op de aardappelen 10 cent per 100 kilo zal zijn en dat van de aandeelen in de N.U.M. 90 pet zal worden uiigekeend en de overige 10 pet. lata in da kas van Qe Noordermarkt zal vloeien. Uit de rekening van dten pexmingmeester bleek een ontvangst van 2977,11 waarbij het saldo vorig jaar groot f 2145,37een uitgaaf van 676,92 3i alzoo een saldo van 2300,18*. Uit het jaarverslag waarin o.m. de toe- stand van het bedrijf in het algemeen wad uiteengezet bleek tevens, dat 3 bestuuro- en 3 ledenvagaderingen zijn gehouden en dat het aantal leden met 8 is teruggegaan en nu 192 is. Als bestuursleden wadten haleozen de nee- ren J. Ootjers en C. Keeman. De zetkoolregeling zal eenige vaandering behooren te ondagaan. Die echter wijtziging wenscht kan dit bij het bestuur kenbaar ma ken. Uit het verslag van de kunstmestcommis- sie bleek, dat is aangekocht: 76000 K.G. chilisalpeta voor 19165, 2500 kilo zwa- velzure ammoiiiak voor 687,50, 18050 kilo kal'iizout voor 1222,89. 'Het gehalte bedroeg voor chili, Maart 15.30 pet., April 15,35 pet., Juni 14,90 pet en het gehalte van kalizout 20.03 pet. Als lid in de commissie wad in de plaats van den hea Reek die bedankte benoemd de heer IJ. Kaan. Bij de rondvraag werden besprekingen ge houden ova de bietenbouw, aan de regeling waaraan veel gebreken kleefden. Algemeen was men van gevoelen dat het noodzakelijk is dat daaromtrent vele en groote vabeteringen noodzakelijk zijn. Besloten werd de kunstmest weer coopera- tief aan te koopen. UIT OUDKARSPEL. In de Langedijker Courant lezen we het volgende baicbt: Oudkarspel. Bij refaendum werd uitge- maakt, dat 956 ingezetenen zich tegen Lan- van pachta. De eigenaar is vaak de schijn- QC bare sterke partij, maar de zwakte in eigen g^dijk een verklaarden, terwqil 85 personen orden, dat dergelijke zidi a voor, of onzijdig vaklaarden personen baeid zullen zijn, mee te waken, gebruik te maken van een bemiddelingsdienst (Wordt vervolgd). UIT NOORDSCHARWOUDE. Het onderling ziekenfonds vagadade Dinsdagavond in het lokaal van den heer Bakkiim. Van de 235 leden waren a 76 op gekomefl. Ongeveer 100 leden hadden geen kennis van verhindering gegeven, waarova de voorzitter vooral in vaband met de ziek- tewet zijn leedwezen uitsprak. Uit de rekening bleek een ontvangst over 1920 van 1838.91, een uitgaaf van den dleftigeni chauffeur in den- rug raakte, jU'St toe ze wegreden. Het laatste wat mijlnhca en' mevrouw Frans Howard van hun trouwparti) zagen, was dus mevrouw 'Bean boven aan de trap, vroolijk, zegeviaend, met haar bloemenhoed op een oar en ovawinning in) haar oogen. IHOOFDSTU'K XIX. iHlet was Zondagmmigcn. Mevrouw Bean zat in de kerk met Betsy aan- haar cene zijde en Bobby aan de 'andere; mijhhea Bean dfeed' etn warddling in' de buitenwijkien1 van Flod- mouilh; de nieuwe meid braadldc het vleesch voor (het middagmaal) en las daar tusscihen door „Van de keuken tot de gravehkroon". Allies was alls gewoondijk en itoch scheen de gewonfe muziek der psalknen aiktooorden 'te tref- fen bij mevrouw Bean, die haar ovaal pijfl desden en haar oogen1 deden branden van omge- weoiDde triamen-. Eidlelijk zong list koor: ,rO, vcrto mij, want illd ben hulpdloos en arm en mijn hart is in mij gewonden mew. Bean schaamde zich vreeselijk, toen zij twee di'lake tranen- onda haar vo-ile langs haar wangenl voteldte rod'len. ZSj durfde ze niet weg vegen, uit vrees, dalt men het zien zou, en ze proefde den zouten) smiaak er van! op haar lip- pen met een soont van veTdHefige vabazing. Waarom huiilde ze? Toen keek ze in haar ge- bedenboek en1 ze wist, dat het was omdat iemand anders iemand zoo menschelijk en heilig en de sympathie van eeuwen ha, die haar hart onitirolerde en- haar deed' weeneu, zooals dte levende aanraking^vah een vrienld) in itijidi van zoTg <toet. Miaar zij was damkbaar, toen de psalmen gezegd waen en zij' knielen Icon, met haar bramdend hoofd tegen de bank nyyj-nniri- cc bti bet etiidla van den dieast gieg aiji gtuw saar huia mm bawanria Wniefta m rt Het lezen van een zoodanig bericht doet eigenaardig aan als men als ingezetene van deze lijst niets mea weet, dan het gerucht dat met lijsten gewakt wordt. Ook spraken we meerdere personen voorstanders van sa- menvoeging bij: wie geen lijst was aangfebo- den. We 'kregen dus den indtuk, dat de lijsten zijn aangebod'en bij hen, die men geen tegen- standers dadht, waarom het ons ons niet juist voorkomt een zoodanig bericht de we- waehttte nitet als gewoonlijlk, om de mensdien in het portaal te groeten1. Mlaar toen zij de voordeur opendeedl, toditle het door het nuis en een ludilt van gehrand vleesch kwam haar tegen, ze liep naar de kcukeni, en) vond haar nieuwe meid staan praten met die buurmeid, towijl' het vleesch lustig brandde in den oven. In buitengewonien itijd zou het misschien niet zoo egg zijn geweest, maar nu sdieen 'het het laatste omgeHuki van earn rampzalig bestaan, en mevrouw 'Bean ging maar die aehterdteur en riep ,,'Elllleniop zooto toon, dat men wist, wat a lkamen zou. j Dit kan> ik niet mea uithoudem." zei- me vrouw Bean), terwijl haar Iknieen kmibten. „lk heb geprobeerdl een) goede meid van je te ma- keni, maar het helpt niets. Je moot maar ova een- maand vertreteken. 'Ellen sdhudden haar hloofdl. „HeeI goed. Ik wil niet eens blijven- hij eeni mevrouw, die niet eerlijk is. De menschen zou- dten me misschien met haar gelijk stdlen. I-k wilide op den vodgendenl betaaldag mijn- dierrsf opzeggen, het is tiius maar een week eerda." ,;Hoe durf je!" hijgdte mevrouw Bean, met haar hand tegen haar zijde gedirukt en grau- we lippen. „0, iedereen weet, dat u niet zoo heel pre- cies boti," smaaldle 'Ellen. „Het meisje nia naast ik bedod nitet Idle van de Watson's— hoordte zeggen diat ui geknoeid hald om den prijs bij' het bridge te krij-gem, cm dat u niet te vertrouwen1 was, als a gold lag, dus u be hoeft niet zoo'n- diukte tiegen miji te maken." ,»Ga naar boven. Pak je koffens begon- mevrouw Bean. Toen zonk ze op 'n stoel in- eern. 'De meid vloog dten tuin wea in en- riep tat het meislje, dat gitehdend aan den anderen kant van1 -muur stood te waditcni: sterft! Loop 'om den dokter. Maar se is blouw gewoaKfeai. Ze eal al dood zijn" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5