AlKmaarsche Courant
Hondorri Drle in Twtntigste Jaargang,
Vrjjdag 28 JanuarL
Prorindaal Nieuws
urr oudorp.
(Vervolg).
Men meende in Friesland, dat het mogelijk
was om een bemiddelingsdienst van wege
den landbouw te organiseeren, waaraan ver-
pachter en pachter hunne belangen zouden
kunnen toevertrouwen aan een Bureau, dat
zich zoowel zou bezig houden met het doea
van taxaties aangaande den juisten pachtprijs
a Is00k met het fungeeren van arbiter in alle
gevallen, waarin pachter en verpachter het
niet eens waren. 6m 00k tegelijkertijd te ko-
men tot mer moderne con&ads^bepalingen,
werd beslotea, om algemeene pachtsvoor-
waarden te ontwerpen. In Noord-Holland
heeft in die richting 00k gewerkt Hollands
Noorderkwartier, die daarover een commissie
benoemde. In Friesland wilde men de pacht-
verhoudingen onttrekken aan de geheimzin-
nigheid en maken tot een zaak, waarover men
praat en dit in het belang van beide partijen.
Wat men wilde, moest dus ieta permanents
zijn, dat de padhtverhoudingen tot een vast
object van waarneming en werkzaamheid
inaakte. Men wilde daaraan- verbmden alge
meene pachtsvoorwaarden, waarin de mo-
derne opvatting over het pachten en verpach-
itn en oeheercn van boerderijen werd vastge-
legd. Men begon in het najaar van 1913
een Commissie te benoemen, om alles voor te
bereiden. In die Commissie hadden zitting
2 grondeigenaren, 3 pachters en 2 onzijdige
personen. De voorzitter en de secretaris wa
ren de onzijdigen en spr. had de eer, voor
zitter van de Commissie te zijn. Secretaris
was de heer Broekema van de Friesche Maat
schappij van Landbouw. Die Commissie
heeft een rapport uitgebracht en de daarin
gedane voorstellen zijn in de voorjaarsverga-
acring van 1915 door de Friesche Maat van
Landbouw behandeld en aangenomen, met a Is
resultaat, dat men te Leeuwarden stichtte het
Centraal-Pachtbureau. Ook de algemeene
pachtvoorwaardcn werden met een kleine
wijziging aangenomen. Enkele dingen ver-
langcie spr. daarin andere, maar ze zijn ge
heel ingericht naar de eischen van Friesland.
Dit was in 1915 en als men nu in 1921 vraagt
hoe het met de zaak loopt, dan antwoordt
spreker: „niet kwaad". Wanmieer de oorlog
er niet geweest was, dan zou de ontwikke-
ling zeker harder zijn gegaan. In opgaanide
tijden wordt niet vaak bemiddeling ge-
vraagd, bij achteruitgaande tijden is het an-
dersom en zeer waarschijnlijk zal de hulp
van het Bureau in de naaste toekomst wel va-
ker worden ingeroepen. Het aantal geval
len, door het Bureau behandeld, is dus niet
zoo groot geweest als in gewone tijden het
geval. zou zijn. Het Centraal Pachtbureau
te Leeuwarden bestaat uit een onzijdig voor
zitter, een lid-huurder en een1 lid-verhuurder.
Zij zijn belast met de algemeene lciding en
met de arbitrage A!s plaatsvervangende le-
den fungeeren z.g.n. districtsdcskundigen.
De provincie is in districten verdeeld, die een
typisch landbouwbedrijf vormen. Men heeft
districtsdeskundigen en plaatselijke deskun-
digen. Wanneer de pachtwaarde geschat moet
worden, dan geschiedt dat door drie perso
nen; de plaatselijke deskundige legt den na-
drujc op de locale omstandigheden; de dis-
bictsdeskundiige op die van de geheele streek
en de provinciate deskundige let er op, dat
het stelsel van de provincie als grondgedach-
te wordt gevolgd.
In de algemeene pachtsvoorwaarden zit
hetzelfde beginsel als in de algemeene han-
delsvoorwaarden bij de kunstmest- en voede-
renmiddelhandel. In die algemeene voor-
waarden zijn de principes neergelegd, zooals
de Maatschappij die in overeenstemming met
de moderne inzichten nuttig en noodig oor-
deelt in't belang van beide partijen. Ver-
pacht men op algemeene pachtsvoorwaar
den, zoo kan het contract grootendeels ver-
vallen. Slechts weinige speciale bepalingen
blijven noodig. Overigens weet ieder,
waaraan hij toe is, en door de voorwaarden
te aanvaarden, verbinden beide partijen zich
van tevoren tot het onderwerpen van alle ge-
schillen aan de uitspraak van het Centraal
Pachtbureau. Ook in Geiderland en Over-
ijsel is men thans in dezelfde richting werk-
zaam. Tengevolge van een inleiding, een half
jaar geleden in de Geldersche-Overijselsche
Maatschappij van Landbouw gehouden, is er
een Commissie benoemd van twee eigenaren,
twee pachters, twee rij Icslandbouwconsulen-
ten en nog 3 andcre neutralen, van welke
Commissie spr. lid en voorzitter is. Deze
Commissie heeft opdracht can voor Geider
land en Overijsel algemeene pachtsvoorwaar
den te maken, Ons is gebleken, dat ook van
de zijde van verschillende eigenaren er een
groot verlangen bestaat, dat onze zaak tot
stand komt. Veel eigenaren wachten reeds
op het werk van de Staatscommissie en ho-
pen zeer op het tot stand ko-men van een be-
trouwbaar en voor beide partijen onpartijdig
lichaam. Spreker is overtuigd, dat het geea
jaar zal duren, of het plan zal bij het Bestuur
worden ingediend. Het gaat ook daar wer-
kelkheid worden.
Spreker wenschte voorts nog enkele opmer-
kingen te maken over de begmselen, die aan
de actte ten grondsTag liggen. Men zal
daartegen aanvoeren, dat alles geheel iets
vrijwiliigs is en dat men daarmee geen kracht
kan uitoefenen. Spr. 'meent, dat er wel
kracht van uit kan gaan. In de eerste plaats
onttrckt.men daardoor de pachtverhoudingen
aan de onbekendheid. Ze worden gemaakt
tot een zaak van algemeen belang en niet lan-
ger door de maatschappij stilzwijgend voor-
bij gegaan De belangen van beide partijen
worden gezamenlijk behartigd, de conflicten
worden verzoenbaar en dit is in het belang
van de geheele samenkwing. Mjcn zal hove-
ren, dat slechts de goede gvondeigsnaren sul
len toetreden en dat mm ban ntet moet betv
ben, omdat bij hen de toestanden al goed
zijn. Maar juist door de toetreding van een
groot aantal deenemera, Icrijgt de organiaatie
xraeht, want art) geven die cachet. En daar-
uoor wordt de pubiieke opinie bewerkt. De
puotiuxe opinie moet z66 worden, dat hi}, die
zicfl verzet tegen de wefking van het Pacht-
wureau, wordt veroordeeld.
Door net bekend worden van vertoeeide go-
railen wordt de publieke opinte wakker ge-
scuud en wai dit beteeken*, behoeft nkt te
worden gczegd. Wanneer men terug deakt
aan de oorlogsjaren, dan weet men, dat er
van tal van wettelijke maatregelen1, die de pu
blieke ouinie niet met zich haddien, weinig tie-
recht is gekomen. Wanneer de publieke opi
nie zich er mee bezig houdt, dan zit er kracht
in. In de praktijk zal de organisatie steun
vinden in de overtuiging van de besten en dit
zal dan overeenstemmen met de werkelijk-
heid. Men is bovendien hiennee nog maar
bij het begin en men kan later veel meer tot
stand brengen. Spreker dacht aan mobicle
pacht, enz. Voorop moest staan, nu een
modern pachtsysteem te krijgen. Met allerlei
nieuwe dingon moest men zeer voorzichtig
zijn. Met befaulp van het Bureau kan mien
controle opstellen in den vorm van mobicle
pacht. Langzajnerhand doet men allerlei er-
varingen op. Dit geldt 'ook, met een recht,
aani den pachter gegeven, voor verbeteringen.
Op het oogenblik zien vela pachters tegen
het doen van verbeteringen op, omdat de ei-
genaar de huur niet kan verlcngen.
Het Centraal-Bureau heeft een vrijwillfige
regeling ontworpen, die bepaalt, dat ae
pachter verbeteringen kan aanbrengen en dat
hij dan de zekerheid heeft, dat hij bij vertrek
een redelijke vergoeding krijgt. Thans ver-
trekt de landbouwer vaak, omdat hi} het over
tal van zaken met den eigenaar niet eens kan
worden. Het is de taak van de organisatie,
bij die kwesties de partijen tot elkander te
brengen. De Engelsche wet wil de schade-
ioosstelling aan den pachter reeds doordrij-
ven Spr. Ls van meening, dat er in die rich
ting van de organisatie, als die er eenmaal
is, ook veel kan uitgaan. 't Komt er op aan,
maar eenmaal de eerste stap te zetten. Het is
spreker's overtuiging, dat men veel meer
langs den weg van ue organisatie zal beriei-
ken, dan door plotseling de nieuwe denkbeel-
den neer te leggen in de wet. Spr. behoeft
de Huurcommissie-wet maar te noemen en't
woord sleutelgeld, om aan te toonen, dat er
van dergelijke dwangmaatregelen niets te-
recht kan komen, waxmeer de publieke opinie
zich er niet mee vereenigt De wetgever
moet dergelijke maatregelen niet op plompe
wijze in het leven roepen. Wat de organisa
tie tot stand brengt, draagt karakter en kan
meegroeien tot de werkelijkheid.
Spreker had het onderwerp zeer ddnzijdig
behandeld en eigenlijk slechts de aandaeht
gevestigd op 6en bepaalde richting;, maar
aan toch eene, waarin heel wat zit, hoewel
die tot dusverre is verwaarloosd.
Wanneer, hetgeen er gezegd is, er toe
mocht bijdrageg, dat er in deze richting ook
in Noord-Holland iets tot stand komt, dan
gevoelt spreker zich gelukkig, daarvoor een
steentje te hebben bijgedragen. (Applaus).
De voonzitter oordeelde, dat uit de teeke-
nen van instemming wel bleek, dat alien
hadden genoten van de inleiding.
De eenzijdigheid van spreker was voor het
gehoor nieuiws voor de toekomst geweest.
Door zeer weinigen was het vraagstuk op
deze wijze belidit geworden. Aangegeven
werd hoe iets bereikt kan worden. Er zijn
meerdere verbeteringen in onze provincie,
volgens denkbeelden uit andere landen of
onze lie provincie tot ons gekomen, aan te
brengen. Spr. was overtuigd, dat het vraag
stuk door den spreker naar voren gebracfat
de belangstelling van velen had.
Spr. oordeelde, dat prof. Koene zeer goed
had gedaan met slechts het eene punt van
het prachtvraagstuk te belichten. Wij zoeken
juist naar de wegen did verbetering in de
toekomst kunnen brengen..
Spr. gaf hierop de aanwezigm gelegen-
heia om vragen te stellen, nadat hij nog als
zijn overtuigmg had uitgesproken met den
heer Smeding van meening te zijn, dat op dit
gebied iets te doen is voor de te stichten Cen-
trale landibouworganisatie.
De heer Kooij oordeelde, dat het Ibeter wa
re geweest door inplaats van de pachtprijs
te spreken over pacht- of grondrente.
Prof. Koeman wees er op, dat men in de
le helft van de 19e eeuw het Engelsche
woord ,?Renf vertaalde door „grondrente"
Het juridische begrip „rent" heeft daarmede
niets te maken.
Wanneer een grondeigenaar geld opneemt
tegen een zekere rente, dan wordt de grond
verbonden ten behoeve van1 die schuld en in
dat geval betaalt de eigenaar aan zijn cre-
diteur grondrente.
Pierson heeft er op gewezen, dat men in
deze taalkundig een fout had gemaakt. Het
is dan ook beter de Hollandsdie woorden
pachtwaarde en pachtrente te gebruiken.
De heer Kooij merkte op, dat prof. Diepen-
horst nog al stefk pleit voor het gebruik van
het woord grondrente.
Prof. Koenen moende, dat deze fout in het
boek van prof. Diepenhorst wel kan zijn ont-
staan door het bespreken van Duitsche boe-
ken. Daar spreekt men van Grondrente en
men kan, dat ook in Duitschjand doen omdat
men daar voor het woord ,prente" het woord
Zinse heeft
De heer Kooij" deelde nog rnede, dat dege-
ne die in N. H. veel over de mobiele pacht
schreef, naar hij hoorde elk jaar van huur-
der verandert, omdat bij de practische toe-
passing van de mobiele pacht de conflicten
niet uitblijven.
Prof. Koenen veronderstelde, dat dit wel
eens niet het gevolg van de mobiele verpach-
ting, maar wel van het mobiel zijn der pach
ters kon zijn. (Gelach).
De heer Kooij bleef in de mobiele pacht
een gevaar zien. Spr. dacht dat het altijd tot
conflicten aanleiding zou geven bij het vast-
stellen van het risico voor de ondernemers.
Prof. Koenen deed uitkomen, diat de grond-
idee van de mobiele pacht is, dat allean de
padhtsom bernvloed mag worden door con-
j'uctuur omstandigheden en door het al of
niet slagen van de oogst, volgens de ideen
door den heer Hartog uit Barneveld ontwik-
keld, waarbij de pachtprijs bepaald wordt
in verhouding tot de geproduceerde hoeveel-
heid melk en varkens. De heer Nohd die het
idee voor N.-kt uitavariria varvial in da tout
van het naatje van de Uoue te wMlen uftpiui-
aen. Htf wilde de pachtwaarde niet alleen
laten op en neer gaan met de gemaakte prij-
zen voor de producten, maar ook met de uit-
njinsten van het bedrijf in venband met de
loenen de kosfen aan kracfitvoer ena.
De heer Nobel rnaakte de zaak daardoor
te mgewlkkeld. Spr. was er dan. ook voor om
200 eenvoudig mogelijk te beginnen en de
pachtwaarde alleen te laten op eh neer gaan
met de prijzen voor een paar hoofdprodue-
ten. bij iokvee is het al heel moeilijk om de
uiiko isten vast te stellen, omdat men niet
moet afgaan op de boekeo van den pachter,
maar op de genoteerde maiktprijzen.
Een onpartijdige commissie kan vender de
zaak beoordeelen.
De heer Kooij geloofde, dat men met de
stalling „de wet moet steeds de bewegingen
van het practische leven volgen" een beetje
voorzichtig moest zijn. Er kunnen allicht
maatregelen noodig zijn die niet direct ge-
dragen worden door de publieke opinie.
Bij doorvoering van de stalling is het in
ieder geval noodig, dat er in ruime mate so-
ciaal inzicht aanwezig is.
Prof. Koenen: Ik ben niet voor socialisatie
eenmaal op dien weg stappen deed, van lie-
verlede de overtuiging gevestigd werd, dat
men daarop moest voortbouwen. Spr. was
overtuigd^, dat, wat men noemde, sociaal be-
sef zeer voor ontwikkeling vatbaar was.
Wij zijin geen individuen los van elkander,
maar ten nauwste aan elkander verbonden.
Het gemeenschapsbesef is aan het groeien.
De heer Kooij vroeg hierop hoe die spre
ker dacht over de soaalisatie in het land
bouwbedrijf.
Prof. Koenen: Hoe laat is het? (Gelach).
Dat is een onderwerp, dat een geheelen dag
eisch't.
De heer Kooij: Voor u diet moor. Ik mean,
dat u er tegen is.
Prof. Koenen: Ik ben niet voor socalisatie
in het landibouwbedrijif, maar sta toch op het
standpunt, dat er in het eocialisatie-rapport
veel is, dat ons tot richtsnoer mag strekken.
In het algemeen vind ik tegen dit denkbeeld
aan te brengen, dat het een te groote macht
geeft aan een centrale overheid.
De heer Geitebeek vroeg hoe op het oogen
blik het pachtbureau in Friesland werkt. In
de jaren, dat hij er was hoorde hij, er niet
veel goeds over. Steeds werd hem voor de
voeten geworpen, dat het veel te veel in het
belang van de huurders werkt en die van de
veehouders verwaarloost. De paditcommissie
had geen tijd en gelegenheid daar de aan
daeht op te vestigen, maar er zijn er die het
solliritatiesysteem gebruiken en spr. zou dit
meer durven aanbevelen dan net pacht
bureau.
Spr. had voorts in Friesland pradhtige
voorbeelden van solidariteitsgevoel onder de
landbouwers gezien. In een geval trok het
bestuur van een zuivelfabriek naar de eige
naar van de plaats met de mededeeling, dat
de melk van zijn plaats door de fabriek ge-
boycot zou worden, waannee de boer niet op
de plaats kan blijven.
Spr. was van meening, dat er ook op dit
gebied nog veel gedaan kan worden.
Prof. Koenen merkte op, dat het solliata-
tiesystheem niet in strijd was met het beginsel
van het pachtbureau, doch dat dit er bij be-
hoorde. Het is een onderdeel van het pachtbu
reau.
'Dit bureau hdpt den eigenaar juist om uit
de sollicitanten een juiste keuze te doen.
Hetgeen werd medegedeeld over het optre-
den van het bestuur van de Zuivelfabriek
ligt juist in de lijn, dat de publieke opinie er
zich voorspant en zoo de plaatselijke gemeen-
schap er voorspant.
Spr. was er verder van overtuigd dat men
in rriesland met het bureau zeer was ingeno-
men. Dit blijkt reeds uit het jaarverslag van
de Friesche Maatschappij.
Als lid van de staatscommissie voor de
pachtsverhoudingen stelde spr. het vorig jaar
een zeer uitvoerig onderzoek in. Uit een groot
aantal antwoorden bleek, dat het bureau
zeer goed werkt, maar tengevolge van den
oorlog nog te weinig gevallen onder zich
hadi. Er was maar een groep personen die er
aanvankelijk op gepiqueerd was en dat wa
ren de notarissen. (Gelach.)
Zij waren bang voor hun positie als admi
nistrates van plaatsen, maar dit pleit juist
voor een pachtbureau.
De heer Smeding erkende dat elk systheem
bezwaren heeft. Spr. gevoelde het echter als
een groot bezwaar, dat men plaatselijk
iemand moest hebben gehad op de hoogte om
de pachtwaarde in verband met de praktijk te
beoordeelen. De district- en de provinciate
deskundigen zullen te veel op de plaatselijke
moeten afgaan en daardoor komt er te veel
van een peraoon af te hangen.
Men moet zoo te groote eischen aan &n
persoon stellen.
Prof. Koenen had practisch van dit nadeel
niets vernomen. Men had ervaringen van de
Friesche pachtcommissie.
De heer Smeding was het vaak tegengeval-
len hoe er in vele streken over vooraanstaan-
de personen, die het algemeen belang dienen,
wordt gesproken.
De heer Koster meende, dat het geen be
zwaar behoefde te zijn, dat de plaatselijke
deskundige de meeste invloed heeft bij het be-
palen van den pachtprijs.
Ook bij de boerenleenbanken wordt aan een
klein aantal personen een groot vertrouwen
geschonken. Het zal niet moeielijk zijn in ve
le plaatsen personen te vinden, die reeds het
vertrouwen hebben. Nooit zal men iemand
krijgen die iedereen bevredigt. Ook kan men
veel hebben aan degenen. die gewoon zijn te
taxateeren voor hypotheekbanken.
De heer Smeding was de le die wilde mede-
werken, maar een boerenleenbank was z. i.
lang die teere kwestie niet als het vaststellen
van de pacht.
De heer Koster deelde mede, dat de mede-
deelingen van den heer Hibema over zijn
ervarinigen, hem altijd1 het idee hadden- gege-
venv dat -het gewenschf is ook Nl H. zoo'n 'bu
reau te hebben. Hoewel Hibema een stugge
natuur is, vernarn spreker toch van verschil
lende zijden, dat hij iemand was die volko-
men het vertrouwen genoot.
Prof. Koenen deelde nog mede, dat ook de
heer de Haan uit Friesland nog met genoegen
over de opgedane ervaringen spreekt.
De heer Smeding verheugde zich er over,
'"t het practisch was meegevallen.
De heer Geitebeek had reeds vaak de boo-
ren gevraagd of zij niet inzagen, dat zij met
hun organisatie bjj het einde begonnea, De
bo«r die rich opgsniaaart on voor rijn pro
ducten hooge prljzen te bedlngen, moet be*
denken, dat die straks weer terug vallen in de
zakken van de heeren uit den Haag. (Gelach).
Spreker bedoelde de in den Haag wonende
groot grondbezitters en zag liever, dat de
ren begonnen met zich bij het begin te ©r-
.amseeren.
ue lezing bad spr. dan ook ten zeerste ver-
blljd
e boeren dlendea ook de solidarlteit te
tietrachten.
bpr. hoorde een paar heeren zeggen, dat
het wat zou zijn voor de vereemgrng van
oudleerlingen en vroeg het bestuur ten dien
opzichte diligent te willen zijn.
De voorzitter vernarn nog gaarne of in
Friesland al iets gedaan is bij de jaarlijksche
grasverpachtingen van polderbesturen en
andere lichamen.
Prof. Koenen deelde mede, dat een oproep
in de oorlogsjaren om de pacht niet op te ia-
gen, welke oproep gedaan werd door den
bond van losse landerijenpachters, in de
meeste streken niet heeft voldaan. Men leefde
toen onder moeielijke omstandigheden. Het
geheele bedrijf hing af van de mogeliikheid
iets te krijgen en daarom was het solidari
teitsgevoel beneden nul. In Zuid Friesland
werkte de vereeniging van losse huurders
niet zonder succes.
De voorzitter oordeelde, dat het verlangen
van den heer Geitebeek om in deze diligent te
blijven volkomen juist was. Spr. zegrie toe
de zaak in een bestuursvergadering ter spra-
ke te zullen brengen.
Spr. bracht hierop prof. Koenen den dank
van de vereeniging.
Spr. was overtuigd. dat alien hoogst vol
daan huiswaarts zouaen keeren en sloot hier
op de vergadering. (Applaus).
UIT BERGEN.
In „de Rustende Jager" werd gisteravond
een druk bezochte jaarvergadering gehouden
van de Vereeniging tot Bevordering van het
V reemdclingenverkeer.
Na opening door den voorzitter, den heer
C. F. Zeiler, las deze het jaarverslag, waar-
uit wij de inleiding geheel laten volgen.
Werd door onzen vroegeren Voorzitter,
wijlen den heer Siebert Coster, in zijn jaar
verslag over 1919 reeds gereleveerd dat de
algemeene toestand na den vrede nog niet
van dien aard was, dat men de toekomst weer
met vol vertrouwen tegemoet mocht zien en
voorspelde hij, ook voor onze Gemeente nog
moeilijke tijden, dan heeft de praktijk wel be-
wezen, dat de Heer Siebert Coster goed ge
zien had. Wij weten alien dat over het alge
meen het seizoen 1920 voor onze Gemeente
wel wat te wenschen overliet, zij het dan ook
dat wij, vooral in vergelijking met andere
seizoenplaatsen, niet mogen klagen.
Maar toch, het valt niet te ontkennen dat
ook de Gemeente Bergen terugslag in den
algemeenen gang van zaken ondervonden
heeft. Het seizoen was kort en dit is o.i. niet
zoozeer te wij ten aan de slechte weersgesteld-
heid gedurende de maanden Juli en Augus
tus, want juist toen, in de groote vacantie
vertoefden er een voldoend aantal vreemde-
lingen in onze Gemeente, die welvaart voor
het overgroote deel der gemeentenaren, direct
of indirect, brachten. Het voor- en naseizoen
was echter, ondanks het mooie weer in Juni
en de tweede helft in September, bepaald
slecht te noemen; en dit ongunstig feit is wel
in hoofdzaak daaraan te wijten, dat vele land-
genooten het buitenland bezochten. Niet al
leen dat vele families weer naar het buiten
land trokken, omdat men een 6-tal jaren daar-
van afgesloten was geweest en daarom nu
naar verandering haakte hetgeen niet meer
dan logisch en natuurlijk is doch ook de
voor ons zoo ongunstige valuta-verhoudingen
speelden daarbij een rol.
Voorspellingen zijn altijd moeilijk; doch be-
driegen alle teekenen niet, dan worden de toe
standen voor het vreemdelingenverkeer voor-
alsnog niet beter eer si ecu ter. Te vreezen
valt n.l. dat ook wij van de algemeene bin-
nenlandsche malaise den terugslag zullen
ondervinden. De valuta-kwestie is evenmin
verbeterd. Telde vroeger, voor den oorlog,
een deel onzer gemeente (Bergen aan Zee)
een vrij groot percentage buitenlandsche be-
zoekers, wij vreezen dat het nog langea tijd
zal duren alvorens bedoelde buitenlanders
ons mooie dorp, waar men en van bosch, en
duin, tn zee genieten kan, weer zullen bezoe-
ken.
Dit alles moge niet vroolijk klinken: er is
toch geen reden bij de pakken te gaan neer-
zitten. Integendeel: de bewustheid dat wij
steeds meer het hoofd zullen hebben te bieden
aan de concurrentie van andere zomerplaat-
sen in ons land, dient onze energie aan te
wakkeren.
Als wij ons afvragen: wht kan er gedaan
worden om vreemdelingen naar Bergen te
trekken, dan is er slechts e£n antwoord, nl.:
maak de plaats voor de vreemdelingen zoo
aantrekkelijk mogelijk. Zeker, we moeten 66k
reclame maken. Doch reclame helpt niets,
indien men den vreemdeling niet kan bieden
wat hij zoekt. En reclame heeft zelfs een
slechte uitwerking, indien de vreemdeling
minder vindt dan hij volgens die reclame
meent te kunnen verwachten. Men is dan te-
leurgesteld en een teleurgestelde tourist kan
een plaats meer nadeel berokkenen dan 10 te-
vredenen voordeel kunnen brengen. Wij heb
ben dus te zorgen voor een waardige, eerlijke
reclame.
En dit geldt niet alleen voor het algemeen,
doch voor een ieder individueel.
Wij hebben te woekeren met hetgeen wij
hier inderdaad hebben: de mooie natuur. An-
der amusement hebben wij den vreemdeling
nagenoeg niet te bieden; men k6mt daar ook
niet voor en wij kunnen vooralsnog in de
laatste richting toch niets bereiken, waarin
andere seizoenplaatsen ons niet overtreffen.
Laten wij dus onze krachten verzamelen op
dit punt: het mooie Bergen zoo aantrekkelijk
mogelijk te maken. daartoe kan dienen:
het mooie wat wij hebben, te behouden; het
nieuwe dat komt en komen moet aan te
doen passen aan de omgeving; de natuur te
ontsluiten door goede wegen; trachten te ko
men tot goede verbindingen met het overige
deel des lands; den vreemdelingen het meest
mogelijke confort te bieden, in verhouding tot
de gevraa^de prijzen; die prijzen niet hooger
te doen zijn aan redelijkerwijze' rendabele
exploitatie vordert; den vreemdeling niet te
„plukken", ndch door hotels, pensions of
winkelS, ndch door de gemeente door hi te
strange toepassing van bclasting-bepalmgen.
Men di«t d« tep, die goudan dmma wgt,
met voorzlehtigheid te behandelen; haw
slachten is niet den aangewezen weg.
(Wordt vervolgd).
Gmmden voorwerpeo: Ian porteraoaB-ak
met eenig geld,
in-lichtmg bi} de polftle.
urr EOMOND AAN ZEE
AMe» komt voor een geval van Nona
aapziekte). De patient is reeds mew dan
een week alapende.
Stadsnieuwis
OF
v .IN JJbOoVv utBlED
„c. c (lj ue v0114,1. AetK iceus •ciutvto,
cue .suouijeciiKuij.it van tie Ver-
0 .an oui. .ee.uugeu dci KijKsiuiii-
uitersCiiool \e ociiagui, Maantiag 24
januari 111 iiet hotel „Vredelustte Schageu
gehouden, gewijd aan een lezing van profes
sor S. Koenen, hoogleeraar aan do Land-
bouw-Hoogeschool te Wageningen, die „Het
Pachtwezen" behandelde.
HSRDIINXIN'Q.
In d* U>T«ouuuel ran OinthoudwsigwWuir
aan d« Laat had ffiatwar-ondr ms h«rd.«ntkiuiK
plaata ran Earl liaibtknAO-ht «n Rosa Luxam-
huxijf, baidan tfarallan in da Duitsaha rarolu-
tia. Da hardaaking-aaTO-nd giaig uit ran da afd'.
Alikmaar ran da Cornmunietiach# Partij an
dan Oommuniatiachan J«u«d-bond da Zaaiar.
Ean 50-tal parvonan war an aanwezig.
De rooryittar ran earstganoemde afdaeling,
de hear W. Pietersen, oipenda taigen half 9
een half unr na den aangekandigden tijd
de bijeenkamst. Op rijn verzoek rerhieren da
aanwezigen zich ran hunne zetela, om staande
aan te hooren eenige woorden, igeapro-ken tar
naged-achtenis van Lieb'knecht en Rosa Lux
emburg. Otm in den geeet der Vermoorden be
blijven-, w-urd daarna de Tntemationale'ge-
eonigen.
Hiermede veritlaardie de heer Pieteraen die
vergadering -rooir geopend. Daarop deelde hij
mede, dat de -bedoetimg was geweest ean groot-
sche ibijeenikomst op bouw te zetten, maar
daarvoor is veel .geld noodlig en dat hebben
de genoemde organisatie# niet. We huurdea
daarom een 'kleine zaal intuscehen nog
groot gen eg, want hij ia lang niet gsrruld.
De-meneehen gaan liever naar de Kkpelkerit
om Cdlijn en Idenburg te hoorem, dan te her-
d-en'ken den imoord1 op de beide etrijders roox
mensohenrechten, zed opr. Groote echuld aan
den strijd tegen de communistieehe idea heeft
de S. D. A. P., tegen welke epreker aanspOar-
de tot fellen etrijd.
Spreker hekeld-e het kapitalistieohe stelsel
dat geen werk .geeft aan de hongerende me
nigte en wildb daarom deze maatschappij otm-
ver geworpen he/bben, waar toe hij roora-1 de
jeugd wilde opwekken, op dat zij esns ix een
oommunistisehe wereld wane.
Teruiglkomende. op de S. D. A. P., zei spr,
dat de soci a lis ten ran den -beginne een fellen
strijd hebben geroerd tegen de Riusa-ische re-
volutionnairen.
Spretker las rerrolgena een. stuk voor ran
Henriette Roland Heist uit de Tribune, wel
ke rede verleden week was uitgesproken op
een rerg-adering te TJtrecht. Verschillende
toestanden in Rusland werden daarin geschil-
derd, maar toch, hoe rwaar en moeilijk ook,
de hoop dor ooinmunisten op een wereldrevo-
1-utle hebben zij niet kunnen d'ooven. Spreker
wekto' ten alette op tot den strijd1 tegen de
en silos wat zich tegen het ooimmu-
niee rerzet, opd'at dit eens zijn r*an oreral
kan plaatsen.
De heer G. Porck, die dasrop het woord
kreeg, spri*k over Karl Liebknecht sn ds
jeugd-. Spreker memoreerde, dat het vooral
de jeugd1 is geweest, die ten alien tij-de met
.gTOote volharding het socialisme prapageerde.
Geen woner dus, dat Liebtknecht zich ook zeer
voelde aangebrolkken tot de jeugd, zelfa reeds
vo6r 1900 ijverde hij voor de jeugd.beacher-
ming en het anti-militairisme. In 1917 werd
de jou.gd!oxganisatie in Duitschland gevaarlijk
geacht voor den staat. De uitgave van Lieb
'knecht# book „Milita.iri®me en .anti-iinilitai-
risme" word- in bos lag genomen, waarmee ge-
hoopt werd1 dat de jeugdorganisatie zou zijn
vernietigd1. Iiebknecht -kreeg 1% jaar gevan-
genisstraf, maar deze had1 een heel andere uit
werking: de jeugdorganisatie werd ateeda
starker. T en- werd een wet aangenomen, die
de zelfstandigheidl dier organisatie® aan atex-
ke banden legde. In. Zuid-Duitachl-and pasts
men zich daax-bij aan, maar niet in het Nbor-
den, waar de soc.-dem. zich met de jeugdorga
nisatie gingen belasten. Tegen het opportu-
nisme en jparlementarisme der soc.-dtem. bleef
Liebkneoht zich verzet ten en steeds weer
Iklonk zijn, revolutionnair woord, en al was
dan ook de jeugdorganisatie officieel ver bo
d-en, het v nd1 igTooten weariclanik bij de jonge-
ren. In 1913 was de jeugd' weer zeer eterk re
volutionnair vereenigd. Dan, kwanr de oorlog,
die oo'k de socia-lieten internationaal naar de
w,apenen deed grijpen. Iiebknecht alleen
durf-de in- den Rijksdag zijn stem verheffen
tegen het voteeren van gelden voor het znili-
tairiame.
En als we nu herdenken den moord op
Liebknecht en Roza Luxemburg d-oor betaal-
de beulstnechten, die nog door de Nlederland-
sche xegeerin-g worden beechermd, al* we de
verschillende internationa'le -bladen lezen,
waarin gerchreven wordt over de daden van
die twee elachtoffer®, dan zei spr. be-
grijpen wij eerst wat zij deden in hun strijd
tegen het mi-litairieme.
In verband hiermede las de heer Porck
een verta-ling voor van de historieche vertel-
ling „Nieder mit den krieg" uit de Jugend
Internati- nale waarin verteld wordt van een
rede tegen den oorlog, door Liebknecht uitge
sproken in een cafd in een vooxstad! van Ber
lin, waarvoor hij nog denizelfden nacht gear-
resteerd werd. Als gevolg van deze rede wer
den dien nacht in de stad- overal plakkaten
verapreid tegen den oorlog. Overal kwam de
revolutionnaire geest n-aar voren, al werden
ook hondbrden ver spreiders ervan weggevoerd
naar het front, wa-ar zij in de eerste linies
geplaatat werden. Door de arrestatie van
Liebknecht kon- de revolutde niet worden te-
g-emgehouden, al kw,am zij d-an oo'k niet direct.
Toen zij eindelijk, uitbra-k en Liebknecht uit
de igevangenis bevrijd werd, zag hij echter al
aanstonds, dat het niet de re volutionnairen
waren, die de overwinnin-g behaadd hadden,
maar de eoc.-dem., die met hunne leuzen de
massa hadden, bewerkt. Daarom richtte de
etrij-der zioh tegen die soc.-dem., die toen vol
gens spr. beulsknechten huurden en Lieb
knecht en zijn tirouwe medestrijdwter Roza
Luxemburg deden venmoorden. Maar de igeest
van Liebknecht za-1- blijven doorwerkeni on
danks de tegenwerking der soc.-dem., voor
spreker's overtuiging.
De jongeren vooTal werden door dbn heer
Portfk krach'tig opgwedkt om zich mee te
werpen in den door Liebknecht aan-gebonden
strijd, die door het kapitalisme zoo heftig be-
streden wordt, dat d'uizenden en nog sens dui-
ssnden sr aaa ten offer -rislsst, isMiar das soil