AlKmaarsche Courant Hondorri Drle in Twtntigste Jaargang, Vrjjdag 28 JanuarL Prorindaal Nieuws urr oudorp. (Vervolg). Men meende in Friesland, dat het mogelijk was om een bemiddelingsdienst van wege den landbouw te organiseeren, waaraan ver- pachter en pachter hunne belangen zouden kunnen toevertrouwen aan een Bureau, dat zich zoowel zou bezig houden met het doea van taxaties aangaande den juisten pachtprijs a Is00k met het fungeeren van arbiter in alle gevallen, waarin pachter en verpachter het niet eens waren. 6m 00k tegelijkertijd te ko- men tot mer moderne con&ads^bepalingen, werd beslotea, om algemeene pachtsvoor- waarden te ontwerpen. In Noord-Holland heeft in die richting 00k gewerkt Hollands Noorderkwartier, die daarover een commissie benoemde. In Friesland wilde men de pacht- verhoudingen onttrekken aan de geheimzin- nigheid en maken tot een zaak, waarover men praat en dit in het belang van beide partijen. Wat men wilde, moest dus ieta permanents zijn, dat de padhtverhoudingen tot een vast object van waarneming en werkzaamheid inaakte. Men wilde daaraan- verbmden alge meene pachtsvoorwaarden, waarin de mo- derne opvatting over het pachten en verpach- itn en oeheercn van boerderijen werd vastge- legd. Men begon in het najaar van 1913 een Commissie te benoemen, om alles voor te bereiden. In die Commissie hadden zitting 2 grondeigenaren, 3 pachters en 2 onzijdige personen. De voorzitter en de secretaris wa ren de onzijdigen en spr. had de eer, voor zitter van de Commissie te zijn. Secretaris was de heer Broekema van de Friesche Maat schappij van Landbouw. Die Commissie heeft een rapport uitgebracht en de daarin gedane voorstellen zijn in de voorjaarsverga- acring van 1915 door de Friesche Maat van Landbouw behandeld en aangenomen, met a Is resultaat, dat men te Leeuwarden stichtte het Centraal-Pachtbureau. Ook de algemeene pachtvoorwaardcn werden met een kleine wijziging aangenomen. Enkele dingen ver- langcie spr. daarin andere, maar ze zijn ge heel ingericht naar de eischen van Friesland. Dit was in 1915 en als men nu in 1921 vraagt hoe het met de zaak loopt, dan antwoordt spreker: „niet kwaad". Wanmieer de oorlog er niet geweest was, dan zou de ontwikke- ling zeker harder zijn gegaan. In opgaanide tijden wordt niet vaak bemiddeling ge- vraagd, bij achteruitgaande tijden is het an- dersom en zeer waarschijnlijk zal de hulp van het Bureau in de naaste toekomst wel va- ker worden ingeroepen. Het aantal geval len, door het Bureau behandeld, is dus niet zoo groot geweest als in gewone tijden het geval. zou zijn. Het Centraal Pachtbureau te Leeuwarden bestaat uit een onzijdig voor zitter, een lid-huurder en een1 lid-verhuurder. Zij zijn belast met de algemeene lciding en met de arbitrage A!s plaatsvervangende le- den fungeeren z.g.n. districtsdcskundigen. De provincie is in districten verdeeld, die een typisch landbouwbedrijf vormen. Men heeft districtsdeskundigen en plaatselijke deskun- digen. Wanneer de pachtwaarde geschat moet worden, dan geschiedt dat door drie perso nen; de plaatselijke deskundige legt den na- drujc op de locale omstandigheden; de dis- bictsdeskundiige op die van de geheele streek en de provinciate deskundige let er op, dat het stelsel van de provincie als grondgedach- te wordt gevolgd. In de algemeene pachtsvoorwaarden zit hetzelfde beginsel als in de algemeene han- delsvoorwaarden bij de kunstmest- en voede- renmiddelhandel. In die algemeene voor- waarden zijn de principes neergelegd, zooals de Maatschappij die in overeenstemming met de moderne inzichten nuttig en noodig oor- deelt in't belang van beide partijen. Ver- pacht men op algemeene pachtsvoorwaar den, zoo kan het contract grootendeels ver- vallen. Slechts weinige speciale bepalingen blijven noodig. Overigens weet ieder, waaraan hij toe is, en door de voorwaarden te aanvaarden, verbinden beide partijen zich van tevoren tot het onderwerpen van alle ge- schillen aan de uitspraak van het Centraal Pachtbureau. Ook in Geiderland en Over- ijsel is men thans in dezelfde richting werk- zaam. Tengevolge van een inleiding, een half jaar geleden in de Geldersche-Overijselsche Maatschappij van Landbouw gehouden, is er een Commissie benoemd van twee eigenaren, twee pachters, twee rij Icslandbouwconsulen- ten en nog 3 andcre neutralen, van welke Commissie spr. lid en voorzitter is. Deze Commissie heeft opdracht can voor Geider land en Overijsel algemeene pachtsvoorwaar den te maken, Ons is gebleken, dat ook van de zijde van verschillende eigenaren er een groot verlangen bestaat, dat onze zaak tot stand komt. Veel eigenaren wachten reeds op het werk van de Staatscommissie en ho- pen zeer op het tot stand ko-men van een be- trouwbaar en voor beide partijen onpartijdig lichaam. Spreker is overtuigd, dat het geea jaar zal duren, of het plan zal bij het Bestuur worden ingediend. Het gaat ook daar wer- kelkheid worden. Spreker wenschte voorts nog enkele opmer- kingen te maken over de begmselen, die aan de actte ten grondsTag liggen. Men zal daartegen aanvoeren, dat alles geheel iets vrijwiliigs is en dat men daarmee geen kracht kan uitoefenen. Spr. 'meent, dat er wel kracht van uit kan gaan. In de eerste plaats onttrckt.men daardoor de pachtverhoudingen aan de onbekendheid. Ze worden gemaakt tot een zaak van algemeen belang en niet lan- ger door de maatschappij stilzwijgend voor- bij gegaan De belangen van beide partijen worden gezamenlijk behartigd, de conflicten worden verzoenbaar en dit is in het belang van de geheele samenkwing. Mjcn zal hove- ren, dat slechts de goede gvondeigsnaren sul len toetreden en dat mm ban ntet moet betv ben, omdat bij hen de toestanden al goed zijn. Maar juist door de toetreding van een groot aantal deenemera, Icrijgt de organiaatie xraeht, want art) geven die cachet. En daar- uoor wordt de pubiieke opinie bewerkt. De puotiuxe opinie moet z66 worden, dat hi}, die zicfl verzet tegen de wefking van het Pacht- wureau, wordt veroordeeld. Door net bekend worden van vertoeeide go- railen wordt de publieke opinte wakker ge- scuud en wai dit beteeken*, behoeft nkt te worden gczegd. Wanneer men terug deakt aan de oorlogsjaren, dan weet men, dat er van tal van wettelijke maatregelen1, die de pu blieke ouinie niet met zich haddien, weinig tie- recht is gekomen. Wanneer de publieke opi nie zich er mee bezig houdt, dan zit er kracht in. In de praktijk zal de organisatie steun vinden in de overtuiging van de besten en dit zal dan overeenstemmen met de werkelijk- heid. Men is bovendien hiennee nog maar bij het begin en men kan later veel meer tot stand brengen. Spreker dacht aan mobicle pacht, enz. Voorop moest staan, nu een modern pachtsysteem te krijgen. Met allerlei nieuwe dingon moest men zeer voorzichtig zijn. Met befaulp van het Bureau kan mien controle opstellen in den vorm van mobicle pacht. Langzajnerhand doet men allerlei er- varingen op. Dit geldt 'ook, met een recht, aani den pachter gegeven, voor verbeteringen. Op het oogenblik zien vela pachters tegen het doen van verbeteringen op, omdat de ei- genaar de huur niet kan verlcngen. Het Centraal-Bureau heeft een vrijwillfige regeling ontworpen, die bepaalt, dat ae pachter verbeteringen kan aanbrengen en dat hij dan de zekerheid heeft, dat hij bij vertrek een redelijke vergoeding krijgt. Thans ver- trekt de landbouwer vaak, omdat hi} het over tal van zaken met den eigenaar niet eens kan worden. Het is de taak van de organisatie, bij die kwesties de partijen tot elkander te brengen. De Engelsche wet wil de schade- ioosstelling aan den pachter reeds doordrij- ven Spr. Ls van meening, dat er in die rich ting van de organisatie, als die er eenmaal is, ook veel kan uitgaan. 't Komt er op aan, maar eenmaal de eerste stap te zetten. Het is spreker's overtuiging, dat men veel meer langs den weg van ue organisatie zal beriei- ken, dan door plotseling de nieuwe denkbeel- den neer te leggen in de wet. Spr. behoeft de Huurcommissie-wet maar te noemen en't woord sleutelgeld, om aan te toonen, dat er van dergelijke dwangmaatregelen niets te- recht kan komen, waxmeer de publieke opinie zich er niet mee vereenigt De wetgever moet dergelijke maatregelen niet op plompe wijze in het leven roepen. Wat de organisa tie tot stand brengt, draagt karakter en kan meegroeien tot de werkelijkheid. Spreker had het onderwerp zeer ddnzijdig behandeld en eigenlijk slechts de aandaeht gevestigd op 6en bepaalde richting;, maar aan toch eene, waarin heel wat zit, hoewel die tot dusverre is verwaarloosd. Wanneer, hetgeen er gezegd is, er toe mocht bijdrageg, dat er in deze richting ook in Noord-Holland iets tot stand komt, dan gevoelt spreker zich gelukkig, daarvoor een steentje te hebben bijgedragen. (Applaus). De voonzitter oordeelde, dat uit de teeke- nen van instemming wel bleek, dat alien hadden genoten van de inleiding. De eenzijdigheid van spreker was voor het gehoor nieuiws voor de toekomst geweest. Door zeer weinigen was het vraagstuk op deze wijze belidit geworden. Aangegeven werd hoe iets bereikt kan worden. Er zijn meerdere verbeteringen in onze provincie, volgens denkbeelden uit andere landen of onze lie provincie tot ons gekomen, aan te brengen. Spr. was overtuigd, dat het vraag stuk door den spreker naar voren gebracfat de belangstelling van velen had. Spr. oordeelde, dat prof. Koene zeer goed had gedaan met slechts het eene punt van het prachtvraagstuk te belichten. Wij zoeken juist naar de wegen did verbetering in de toekomst kunnen brengen.. Spr. gaf hierop de aanwezigm gelegen- heia om vragen te stellen, nadat hij nog als zijn overtuigmg had uitgesproken met den heer Smeding van meening te zijn, dat op dit gebied iets te doen is voor de te stichten Cen- trale landibouworganisatie. De heer Kooij oordeelde, dat het Ibeter wa re geweest door inplaats van de pachtprijs te spreken over pacht- of grondrente. Prof. Koeman wees er op, dat men in de le helft van de 19e eeuw het Engelsche woord ,?Renf vertaalde door „grondrente" Het juridische begrip „rent" heeft daarmede niets te maken. Wanneer een grondeigenaar geld opneemt tegen een zekere rente, dan wordt de grond verbonden ten behoeve van1 die schuld en in dat geval betaalt de eigenaar aan zijn cre- diteur grondrente. Pierson heeft er op gewezen, dat men in deze taalkundig een fout had gemaakt. Het is dan ook beter de Hollandsdie woorden pachtwaarde en pachtrente te gebruiken. De heer Kooij merkte op, dat prof. Diepen- horst nog al stefk pleit voor het gebruik van het woord grondrente. Prof. Koenen moende, dat deze fout in het boek van prof. Diepenhorst wel kan zijn ont- staan door het bespreken van Duitsche boe- ken. Daar spreekt men van Grondrente en men kan, dat ook in Duitschjand doen omdat men daar voor het woord ,prente" het woord Zinse heeft De heer Kooij" deelde nog rnede, dat dege- ne die in N. H. veel over de mobiele pacht schreef, naar hij hoorde elk jaar van huur- der verandert, omdat bij de practische toe- passing van de mobiele pacht de conflicten niet uitblijven. Prof. Koenen veronderstelde, dat dit wel eens niet het gevolg van de mobiele verpach- ting, maar wel van het mobiel zijn der pach ters kon zijn. (Gelach). De heer Kooij bleef in de mobiele pacht een gevaar zien. Spr. dacht dat het altijd tot conflicten aanleiding zou geven bij het vast- stellen van het risico voor de ondernemers. Prof. Koenen deed uitkomen, diat de grond- idee van de mobiele pacht is, dat allean de padhtsom bernvloed mag worden door con- j'uctuur omstandigheden en door het al of niet slagen van de oogst, volgens de ideen door den heer Hartog uit Barneveld ontwik- keld, waarbij de pachtprijs bepaald wordt in verhouding tot de geproduceerde hoeveel- heid melk en varkens. De heer Nohd die het idee voor N.-kt uitavariria varvial in da tout van het naatje van de Uoue te wMlen uftpiui- aen. Htf wilde de pachtwaarde niet alleen laten op en neer gaan met de gemaakte prij- zen voor de producten, maar ook met de uit- njinsten van het bedrijf in venband met de loenen de kosfen aan kracfitvoer ena. De heer Nobel rnaakte de zaak daardoor te mgewlkkeld. Spr. was er dan. ook voor om 200 eenvoudig mogelijk te beginnen en de pachtwaarde alleen te laten op eh neer gaan met de prijzen voor een paar hoofdprodue- ten. bij iokvee is het al heel moeilijk om de uiiko isten vast te stellen, omdat men niet moet afgaan op de boekeo van den pachter, maar op de genoteerde maiktprijzen. Een onpartijdige commissie kan vender de zaak beoordeelen. De heer Kooij geloofde, dat men met de stalling „de wet moet steeds de bewegingen van het practische leven volgen" een beetje voorzichtig moest zijn. Er kunnen allicht maatregelen noodig zijn die niet direct ge- dragen worden door de publieke opinie. Bij doorvoering van de stalling is het in ieder geval noodig, dat er in ruime mate so- ciaal inzicht aanwezig is. Prof. Koenen: Ik ben niet voor socialisatie eenmaal op dien weg stappen deed, van lie- verlede de overtuiging gevestigd werd, dat men daarop moest voortbouwen. Spr. was overtuigd^, dat, wat men noemde, sociaal be- sef zeer voor ontwikkeling vatbaar was. Wij zijin geen individuen los van elkander, maar ten nauwste aan elkander verbonden. Het gemeenschapsbesef is aan het groeien. De heer Kooij vroeg hierop hoe die spre ker dacht over de soaalisatie in het land bouwbedrijf. Prof. Koenen: Hoe laat is het? (Gelach). Dat is een onderwerp, dat een geheelen dag eisch't. De heer Kooij: Voor u diet moor. Ik mean, dat u er tegen is. Prof. Koenen: Ik ben niet voor socalisatie in het landibouwbedrijif, maar sta toch op het standpunt, dat er in het eocialisatie-rapport veel is, dat ons tot richtsnoer mag strekken. In het algemeen vind ik tegen dit denkbeeld aan te brengen, dat het een te groote macht geeft aan een centrale overheid. De heer Geitebeek vroeg hoe op het oogen blik het pachtbureau in Friesland werkt. In de jaren, dat hij er was hoorde hij, er niet veel goeds over. Steeds werd hem voor de voeten geworpen, dat het veel te veel in het belang van de huurders werkt en die van de veehouders verwaarloost. De paditcommissie had geen tijd en gelegenheid daar de aan daeht op te vestigen, maar er zijn er die het solliritatiesysteem gebruiken en spr. zou dit meer durven aanbevelen dan net pacht bureau. Spr. had voorts in Friesland pradhtige voorbeelden van solidariteitsgevoel onder de landbouwers gezien. In een geval trok het bestuur van een zuivelfabriek naar de eige naar van de plaats met de mededeeling, dat de melk van zijn plaats door de fabriek ge- boycot zou worden, waannee de boer niet op de plaats kan blijven. Spr. was van meening, dat er ook op dit gebied nog veel gedaan kan worden. Prof. Koenen merkte op, dat het solliata- tiesystheem niet in strijd was met het beginsel van het pachtbureau, doch dat dit er bij be- hoorde. Het is een onderdeel van het pachtbu reau. 'Dit bureau hdpt den eigenaar juist om uit de sollicitanten een juiste keuze te doen. Hetgeen werd medegedeeld over het optre- den van het bestuur van de Zuivelfabriek ligt juist in de lijn, dat de publieke opinie er zich voorspant en zoo de plaatselijke gemeen- schap er voorspant. Spr. was er verder van overtuigd dat men in rriesland met het bureau zeer was ingeno- men. Dit blijkt reeds uit het jaarverslag van de Friesche Maatschappij. Als lid van de staatscommissie voor de pachtsverhoudingen stelde spr. het vorig jaar een zeer uitvoerig onderzoek in. Uit een groot aantal antwoorden bleek, dat het bureau zeer goed werkt, maar tengevolge van den oorlog nog te weinig gevallen onder zich hadi. Er was maar een groep personen die er aanvankelijk op gepiqueerd was en dat wa ren de notarissen. (Gelach.) Zij waren bang voor hun positie als admi nistrates van plaatsen, maar dit pleit juist voor een pachtbureau. De heer Smeding erkende dat elk systheem bezwaren heeft. Spr. gevoelde het echter als een groot bezwaar, dat men plaatselijk iemand moest hebben gehad op de hoogte om de pachtwaarde in verband met de praktijk te beoordeelen. De district- en de provinciate deskundigen zullen te veel op de plaatselijke moeten afgaan en daardoor komt er te veel van een peraoon af te hangen. Men moet zoo te groote eischen aan &n persoon stellen. Prof. Koenen had practisch van dit nadeel niets vernomen. Men had ervaringen van de Friesche pachtcommissie. De heer Smeding was het vaak tegengeval- len hoe er in vele streken over vooraanstaan- de personen, die het algemeen belang dienen, wordt gesproken. De heer Koster meende, dat het geen be zwaar behoefde te zijn, dat de plaatselijke deskundige de meeste invloed heeft bij het be- palen van den pachtprijs. Ook bij de boerenleenbanken wordt aan een klein aantal personen een groot vertrouwen geschonken. Het zal niet moeielijk zijn in ve le plaatsen personen te vinden, die reeds het vertrouwen hebben. Nooit zal men iemand krijgen die iedereen bevredigt. Ook kan men veel hebben aan degenen. die gewoon zijn te taxateeren voor hypotheekbanken. De heer Smeding was de le die wilde mede- werken, maar een boerenleenbank was z. i. lang die teere kwestie niet als het vaststellen van de pacht. De heer Koster deelde mede, dat de mede- deelingen van den heer Hibema over zijn ervarinigen, hem altijd1 het idee hadden- gege- venv dat -het gewenschf is ook Nl H. zoo'n 'bu reau te hebben. Hoewel Hibema een stugge natuur is, vernarn spreker toch van verschil lende zijden, dat hij iemand was die volko- men het vertrouwen genoot. Prof. Koenen deelde nog mede, dat ook de heer de Haan uit Friesland nog met genoegen over de opgedane ervaringen spreekt. De heer Smeding verheugde zich er over, '"t het practisch was meegevallen. De heer Geitebeek had reeds vaak de boo- ren gevraagd of zij niet inzagen, dat zij met hun organisatie bjj het einde begonnea, De bo«r die rich opgsniaaart on voor rijn pro ducten hooge prljzen te bedlngen, moet be* denken, dat die straks weer terug vallen in de zakken van de heeren uit den Haag. (Gelach). Spreker bedoelde de in den Haag wonende groot grondbezitters en zag liever, dat de ren begonnen met zich bij het begin te ©r- .amseeren. ue lezing bad spr. dan ook ten zeerste ver- blljd e boeren dlendea ook de solidarlteit te tietrachten. bpr. hoorde een paar heeren zeggen, dat het wat zou zijn voor de vereemgrng van oudleerlingen en vroeg het bestuur ten dien opzichte diligent te willen zijn. De voorzitter vernarn nog gaarne of in Friesland al iets gedaan is bij de jaarlijksche grasverpachtingen van polderbesturen en andere lichamen. Prof. Koenen deelde mede, dat een oproep in de oorlogsjaren om de pacht niet op te ia- gen, welke oproep gedaan werd door den bond van losse landerijenpachters, in de meeste streken niet heeft voldaan. Men leefde toen onder moeielijke omstandigheden. Het geheele bedrijf hing af van de mogeliikheid iets te krijgen en daarom was het solidari teitsgevoel beneden nul. In Zuid Friesland werkte de vereeniging van losse huurders niet zonder succes. De voorzitter oordeelde, dat het verlangen van den heer Geitebeek om in deze diligent te blijven volkomen juist was. Spr. zegrie toe de zaak in een bestuursvergadering ter spra- ke te zullen brengen. Spr. bracht hierop prof. Koenen den dank van de vereeniging. Spr. was overtuigd. dat alien hoogst vol daan huiswaarts zouaen keeren en sloot hier op de vergadering. (Applaus). UIT BERGEN. In „de Rustende Jager" werd gisteravond een druk bezochte jaarvergadering gehouden van de Vereeniging tot Bevordering van het V reemdclingenverkeer. Na opening door den voorzitter, den heer C. F. Zeiler, las deze het jaarverslag, waar- uit wij de inleiding geheel laten volgen. Werd door onzen vroegeren Voorzitter, wijlen den heer Siebert Coster, in zijn jaar verslag over 1919 reeds gereleveerd dat de algemeene toestand na den vrede nog niet van dien aard was, dat men de toekomst weer met vol vertrouwen tegemoet mocht zien en voorspelde hij, ook voor onze Gemeente nog moeilijke tijden, dan heeft de praktijk wel be- wezen, dat de Heer Siebert Coster goed ge zien had. Wij weten alien dat over het alge meen het seizoen 1920 voor onze Gemeente wel wat te wenschen overliet, zij het dan ook dat wij, vooral in vergelijking met andere seizoenplaatsen, niet mogen klagen. Maar toch, het valt niet te ontkennen dat ook de Gemeente Bergen terugslag in den algemeenen gang van zaken ondervonden heeft. Het seizoen was kort en dit is o.i. niet zoozeer te wij ten aan de slechte weersgesteld- heid gedurende de maanden Juli en Augus tus, want juist toen, in de groote vacantie vertoefden er een voldoend aantal vreemde- lingen in onze Gemeente, die welvaart voor het overgroote deel der gemeentenaren, direct of indirect, brachten. Het voor- en naseizoen was echter, ondanks het mooie weer in Juni en de tweede helft in September, bepaald slecht te noemen; en dit ongunstig feit is wel in hoofdzaak daaraan te wijten, dat vele land- genooten het buitenland bezochten. Niet al leen dat vele families weer naar het buiten land trokken, omdat men een 6-tal jaren daar- van afgesloten was geweest en daarom nu naar verandering haakte hetgeen niet meer dan logisch en natuurlijk is doch ook de voor ons zoo ongunstige valuta-verhoudingen speelden daarbij een rol. Voorspellingen zijn altijd moeilijk; doch be- driegen alle teekenen niet, dan worden de toe standen voor het vreemdelingenverkeer voor- alsnog niet beter eer si ecu ter. Te vreezen valt n.l. dat ook wij van de algemeene bin- nenlandsche malaise den terugslag zullen ondervinden. De valuta-kwestie is evenmin verbeterd. Telde vroeger, voor den oorlog, een deel onzer gemeente (Bergen aan Zee) een vrij groot percentage buitenlandsche be- zoekers, wij vreezen dat het nog langea tijd zal duren alvorens bedoelde buitenlanders ons mooie dorp, waar men en van bosch, en duin, tn zee genieten kan, weer zullen bezoe- ken. Dit alles moge niet vroolijk klinken: er is toch geen reden bij de pakken te gaan neer- zitten. Integendeel: de bewustheid dat wij steeds meer het hoofd zullen hebben te bieden aan de concurrentie van andere zomerplaat- sen in ons land, dient onze energie aan te wakkeren. Als wij ons afvragen: wht kan er gedaan worden om vreemdelingen naar Bergen te trekken, dan is er slechts e£n antwoord, nl.: maak de plaats voor de vreemdelingen zoo aantrekkelijk mogelijk. Zeker, we moeten 66k reclame maken. Doch reclame helpt niets, indien men den vreemdeling niet kan bieden wat hij zoekt. En reclame heeft zelfs een slechte uitwerking, indien de vreemdeling minder vindt dan hij volgens die reclame meent te kunnen verwachten. Men is dan te- leurgesteld en een teleurgestelde tourist kan een plaats meer nadeel berokkenen dan 10 te- vredenen voordeel kunnen brengen. Wij heb ben dus te zorgen voor een waardige, eerlijke reclame. En dit geldt niet alleen voor het algemeen, doch voor een ieder individueel. Wij hebben te woekeren met hetgeen wij hier inderdaad hebben: de mooie natuur. An- der amusement hebben wij den vreemdeling nagenoeg niet te bieden; men k6mt daar ook niet voor en wij kunnen vooralsnog in de laatste richting toch niets bereiken, waarin andere seizoenplaatsen ons niet overtreffen. Laten wij dus onze krachten verzamelen op dit punt: het mooie Bergen zoo aantrekkelijk mogelijk te maken. daartoe kan dienen: het mooie wat wij hebben, te behouden; het nieuwe dat komt en komen moet aan te doen passen aan de omgeving; de natuur te ontsluiten door goede wegen; trachten te ko men tot goede verbindingen met het overige deel des lands; den vreemdelingen het meest mogelijke confort te bieden, in verhouding tot de gevraa^de prijzen; die prijzen niet hooger te doen zijn aan redelijkerwijze' rendabele exploitatie vordert; den vreemdeling niet te „plukken", ndch door hotels, pensions of winkelS, ndch door de gemeente door hi te strange toepassing van bclasting-bepalmgen. Men di«t d« tep, die goudan dmma wgt, met voorzlehtigheid te behandelen; haw slachten is niet den aangewezen weg. (Wordt vervolgd). Gmmden voorwerpeo: Ian porteraoaB-ak met eenig geld, in-lichtmg bi} de polftle. urr EOMOND AAN ZEE AMe» komt voor een geval van Nona aapziekte). De patient is reeds mew dan een week alapende. Stadsnieuwis OF v .IN JJbOoVv utBlED „c. c (lj ue v0114,1. AetK iceus •ciutvto, cue .suouijeciiKuij.it van tie Ver- 0 .an oui. .ee.uugeu dci KijKsiuiii- uitersCiiool \e ociiagui, Maantiag 24 januari 111 iiet hotel „Vredelustte Schageu gehouden, gewijd aan een lezing van profes sor S. Koenen, hoogleeraar aan do Land- bouw-Hoogeschool te Wageningen, die „Het Pachtwezen" behandelde. HSRDIINXIN'Q. In d* U>T«ouuuel ran OinthoudwsigwWuir aan d« Laat had ffiatwar-ondr ms h«rd.«ntkiuiK plaata ran Earl liaibtknAO-ht «n Rosa Luxam- huxijf, baidan tfarallan in da Duitsaha rarolu- tia. Da hardaaking-aaTO-nd giaig uit ran da afd'. Alikmaar ran da Cornmunietiach# Partij an dan Oommuniatiachan J«u«d-bond da Zaaiar. Ean 50-tal parvonan war an aanwezig. De rooryittar ran earstganoemde afdaeling, de hear W. Pietersen, oipenda taigen half 9 een half unr na den aangekandigden tijd de bijeenkamst. Op rijn verzoek rerhieren da aanwezigen zich ran hunne zetela, om staande aan te hooren eenige woorden, igeapro-ken tar naged-achtenis van Lieb'knecht en Rosa Lux emburg. Otm in den geeet der Vermoorden be blijven-, w-urd daarna de Tntemationale'ge- eonigen. Hiermede veritlaardie de heer Pieteraen die vergadering -rooir geopend. Daarop deelde hij mede, dat de -bedoetimg was geweest ean groot- sche ibijeenikomst op bouw te zetten, maar daarvoor is veel .geld noodlig en dat hebben de genoemde organisatie# niet. We huurdea daarom een 'kleine zaal intuscehen nog groot gen eg, want hij ia lang niet gsrruld. De-meneehen gaan liever naar de Kkpelkerit om Cdlijn en Idenburg te hoorem, dan te her- d-en'ken den imoord1 op de beide etrijders roox mensohenrechten, zed opr. Groote echuld aan den strijd tegen de communistieehe idea heeft de S. D. A. P., tegen welke epreker aanspOar- de tot fellen etrijd. Spreker hekeld-e het kapitalistieohe stelsel dat geen werk .geeft aan de hongerende me nigte en wildb daarom deze maatschappij otm- ver geworpen he/bben, waar toe hij roora-1 de jeugd wilde opwekken, op dat zij esns ix een oommunistisehe wereld wane. Teruiglkomende. op de S. D. A. P., zei spr, dat de soci a lis ten ran den -beginne een fellen strijd hebben geroerd tegen de Riusa-ische re- volutionnairen. Spretker las rerrolgena een. stuk voor ran Henriette Roland Heist uit de Tribune, wel ke rede verleden week was uitgesproken op een rerg-adering te TJtrecht. Verschillende toestanden in Rusland werden daarin geschil- derd, maar toch, hoe rwaar en moeilijk ook, de hoop dor ooinmunisten op een wereldrevo- 1-utle hebben zij niet kunnen d'ooven. Spreker wekto' ten alette op tot den strijd1 tegen de en silos wat zich tegen het ooimmu- niee rerzet, opd'at dit eens zijn r*an oreral kan plaatsen. De heer G. Porck, die dasrop het woord kreeg, spri*k over Karl Liebknecht sn ds jeugd-. Spreker memoreerde, dat het vooral de jeugd1 is geweest, die ten alien tij-de met .gTOote volharding het socialisme prapageerde. Geen woner dus, dat Liebtknecht zich ook zeer voelde aangebrolkken tot de jeugd, zelfa reeds vo6r 1900 ijverde hij voor de jeugd.beacher- ming en het anti-militairisme. In 1917 werd de jou.gd!oxganisatie in Duitschland gevaarlijk geacht voor den staat. De uitgave van Lieb 'knecht# book „Milita.iri®me en .anti-iinilitai- risme" word- in bos lag genomen, waarmee ge- hoopt werd1 dat de jeugdorganisatie zou zijn vernietigd1. Iiebknecht -kreeg 1% jaar gevan- genisstraf, maar deze had1 een heel andere uit werking: de jeugdorganisatie werd ateeda starker. T en- werd een wet aangenomen, die de zelfstandigheidl dier organisatie® aan atex- ke banden legde. In. Zuid-Duitachl-and pasts men zich daax-bij aan, maar niet in het Nbor- den, waar de soc.-dem. zich met de jeugdorga nisatie gingen belasten. Tegen het opportu- nisme en jparlementarisme der soc.-dtem. bleef Liebkneoht zich verzet ten en steeds weer Iklonk zijn, revolutionnair woord, en al was dan ook de jeugdorganisatie officieel ver bo d-en, het v nd1 igTooten weariclanik bij de jonge- ren. In 1913 was de jeugd' weer zeer eterk re volutionnair vereenigd. Dan, kwanr de oorlog, die oo'k de socia-lieten internationaal naar de w,apenen deed grijpen. Iiebknecht alleen durf-de in- den Rijksdag zijn stem verheffen tegen het voteeren van gelden voor het znili- tairiame. En als we nu herdenken den moord op Liebknecht en Roza Luxemburg d-oor betaal- de beulstnechten, die nog door de Nlederland- sche xegeerin-g worden beechermd, al* we de verschillende internationa'le -bladen lezen, waarin gerchreven wordt over de daden van die twee elachtoffer®, dan zei spr. be- grijpen wij eerst wat zij deden in hun strijd tegen het mi-litairieme. In verband hiermede las de heer Porck een verta-ling voor van de historieche vertel- ling „Nieder mit den krieg" uit de Jugend Internati- nale waarin verteld wordt van een rede tegen den oorlog, door Liebknecht uitge sproken in een cafd in een vooxstad! van Ber lin, waarvoor hij nog denizelfden nacht gear- resteerd werd. Als gevolg van deze rede wer den dien nacht in de stad- overal plakkaten verapreid tegen den oorlog. Overal kwam de revolutionnaire geest n-aar voren, al werden ook hondbrden ver spreiders ervan weggevoerd naar het front, wa-ar zij in de eerste linies geplaatat werden. Door de arrestatie van Liebknecht kon- de revolutde niet worden te- g-emgehouden, al kw,am zij d-an oo'k niet direct. Toen zij eindelijk, uitbra-k en Liebknecht uit de igevangenis bevrijd werd, zag hij echter al aanstonds, dat het niet de re volutionnairen waren, die de overwinnin-g behaadd hadden, maar de eoc.-dem., die met hunne leuzen de massa hadden, bewerkt. Daarom richtte de etrij-der zioh tegen die soc.-dem., die toen vol gens spr. beulsknechten huurden en Lieb knecht en zijn tirouwe medestrijdwter Roza Luxemburg deden venmoorden. Maar de igeest van Liebknecht za-1- blijven doorwerkeni on danks de tegenwerking der soc.-dem., voor spreker's overtuiging. De jongeren vooTal werden door dbn heer Portfk krach'tig opgwedkt om zich mee te werpen in den door Liebknecht aan-gebonden strijd, die door het kapitalisme zoo heftig be- streden wordt, dat d'uizenden en nog sens dui- ssnden sr aaa ten offer -rislsst, isMiar das soil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5