Alkmaarsche Courant De Amsferdamsche week. In onze straat. Damrubriek, Zaterdag 29 Januari. Fenilleton. Dokterpraatjes. Uit onze Staatsmachine. Hondard Orie en Twlntlgste Jaargang. LV1I. In het teeken van Moskou. De werkloosheid en het Nieuwe Re- glement van orde in den Raad. De afgeloopen week stond wat Amsterdam, althans wat den Amsterdamschen Raad be- treft, weer in het teeken van Moskou; ik be- doel in het teeken der .Communisten, onder aanvoering van den Sovjet-gezant in Neder- lend, den heer David Wijukoop. In de eerste plaats zijn Woensdag en Don- derdag 1.1. drie communistische moties in on- zen Gemeenteraad behandeld. Er was eene inotie van de raadsleden Lisser, Wijnkoop, Colly en Mevr. van Zelmvan den Berg m zake het verleenen van steun aan werkloozen eene interpellatie van het raadslid Colly, in- zake het te werk stellen van bouwvakarbeiders bij den gemeentelijken woningbouw, en eene tweede interpellatie van hetzelfde raadslid in zake het verwijderen van werklooze bouw vakarbeiders van „hunne" bouwwerken. Wat de in de eerste plaats genoemde motie betreft, stelden de Bolsjewiki zich op het standpunt dat de in nood verkeerende werk loozen niet kunnen wachten, totdat de.Regee- ring in deze haar plicht zal inzien. Daarom wilden zij B. en W. uitnoodigen alsnog voor- loopige maatregelen te nemen, en aan de Amsterdamsche werkloozen eene uitkeering te geven op den grondslag van vol loon en eene uitkeering ineens wegens reeds geleden gebrek. Dat was dus eene herleving van hun oude voorstel, dat reeds in de laatste raads- zitting van 1920 door den Raad verworpen werd. Hetgeep niet belette dat de communis ten nu, een paar weken later, met hetzelfde voorstel terugkwamen. Wederom zonder suc: ces! .Het, voorstel werd ontraden; niet alleeri van constrvatieve zijde en van de tafel van B. en Wl, niet alleen door de sociaal-demo- craten, maar ook door het nieuwe raadslid, den S. P.-er Kolthek. Het algemeene staats- rechterlijke bezwaar, dat ook door de „soci- aal-patriotten" en den.heer Kolthek' gedeeld werd, was dat aldus de Gemeente een taak op zich zou nemen (een enorme taak, veel te zwaar voor hare finandeel-zwakke schou- ders) die „des Rijks" is. Maar aaamaast kwamert bezwaren van ethischen aard. Wethouder Abrahams zei het heel goed, toen hi} opmerkte dat de Ge meente aldus door het geven van vol loon bij werkloosheid en het uitkeeren bovendien van eene premie de menschelijke natuur miskennen zou. En de heer Kolthek sloot zich hierbii aan. Hij verzekerde dat den leider van de vakbeweging hiertelande, in de oorlogsja- ren gebleken is, hoe verderfelijk het systeem is van ondersteuning zonder meer, d. w. z. zonder in ruil daarvoor werk te vragen. Het oefent een demoraliseerenden invloed op d<j arbeiders uit. En vandaar dan ook dat hi] aandrong op productieven arbeid tegen vol loon. Met behoeft geene verwondering te baren dat onder die omstandigheden het voorstel van de communisten verworpen werd. Alleen zij zelven stemden voor! Doriderdag zouden de beide interpellaties- Colly aan de orde komen. De eerste bedoelde B. en W. uittenoodigen maatregelen te tref- fen dat er meerdere bouwvakarbeiders te werk worden gesteld aan den gemeentebouw en dien van de Bouwvereenigingen, en de bedoe- ling van de tweede blijkf uit de vragen, of het den Burgemeester bekend is, dat de agen- ten van politie de werkwillige werkelooze bouwvakarbeiders met geweld van hun werk hebben gezet; (de laatste cursiveering is van den heer Colly zfclf, W.) en zoo ja, of de Burgemeester het daarheen wil leiden dat de ze menschen ongehinderd aan hun werk. kun nen blijven. Dit laatste is niet minder dan potsierlijk. Men weet dat de laatste weken hiertefstede door de werklooze bouwvakarbeiders ge- tracht is vtrschillende bouwwerken „te bezet- ten", onder voorgeven dat er door, de aanne- mers met opzet te weinig werklieden worden gebruikt. Ik kom daarop dadelijk nog even terug. Maar het is toch eene zotheid om te Maar het EngeUch vaa J. E. BUCKROSE. Miaar mevrouw Bean was niet stcrvende, maar binnen een paar uur lag ze te bed1 met een! verpleeigsiier om haar te verzorgen, en1 raijinheer Bean, die met den dokter in de bene- den toner eprak.- „Is er ccnig gevaar?" vnoeg hdj; de oude vraag, die nieuw is voor iedereen, die ziekte in huis heeft. „Ja," zei die dolkter. Ik kan niet onitlkennen, dat er gevaar besfaat, miaar we mioeten het beste hopen. Zoo iatng er leven: is," is er hoop." 'Elm in de dagenj, die volgdcn, werden die woondien dluizend miaal henhaald, want er kon inlets meer bepaaild gezcgd worden. De dok- iter stapte alltijd heel vlug uiit zijn rijibuig. keek redits nog links, opdat hij niet staanae ge- houden zou worden en vragen moest beant- woondent, want, vreemd genoeg, 'hadden we nu gemeridt, wat mevrouw Bean eigemlijic was. Toen zij er was, hadden haar d<waze hoeden en1 haar opgewekitheid, om1 iedereen te hel- pen, ons wat 'blind gmaalkt, maar we zagen ntt, dat het mevrouw Bean was, die aan het leven in onize sitraat zijin bekoring gaf. De sdlnger der openbare meening gang van ver- adiiting naar popularitait in onze Medine ge- meenischap, evenals in die groote op dd we- rdd, en we werden graag gezien, terwijl we angstigi naar het bordije kdken, dat aan het ijzeren hek was vastgcmaaikt, en waarop de berichten omtrent de zielce geschrcven wer den Niet, dan we niet oprecht waren dat wanen we, dat zdjki ook de volken, wanneer 4] hedten een man beschimpen, om dezelfde zaak, waarvoor zij! hem den: volgenden dag aanbidden en was hall een1 gevecht, dat cindigdjg met ean overwitantag van de Mortons, waar Betsy ea Bobby zouden logeesen tijdem bcweitn dat de werkfoizzrn does de polltte van hun werk worden verdreven. Nu echter iets in het algemeen over de kwestie van de werklooze bouwvakarbeiders Ik moet eerlijk verklaren dat het mij langza- merhand wat is gaan duizelen. Er is een nij- pende woningnood, ook in Amsterdam. Dat staat vast! Er is ook een nijpend tekort aan werkkrachten in het bouwvak. Dat staat niet mindpr onomstootelijk vast. Want anders zouden de aannemers niet de /n/zcy-loonen be- talen aan de bouwvakarbeiders, die zij het betalen. Zou er niet gedacht woraen aan „in- voer" van buitenlandsche bouwvakarbeiders om het bestaande tekort aan te vullen. (In den -Haag is dat plan trouwens al werkelijk- heid gewordenj.Maar dan rijst als van zelf de vraag: hoe kunnen er dan op het oogen- blik zoovele werklooze bouwvakarbeiders zijn? Van den eenen kant wordt daarop geant- woord (en het zijn niet alleen de patroons die dit antwoord geven!) die werkloozen zijn geen volwaaraige bouwvakarbeiders. Het zijn werklieden die uit andere vakken naar het bouwvak zijn „afgezakt", een soort van „unskilled labourers", die zich bij de bouw- vakorganisaties hebben aangesloten ter wille van de werkloozen-uitkeering. En heel veel zijn het er bovendien niet! De arbeiders hunnerzijds bestrijden echter het een zoowel als het ander en eerlijk- heidshalve moet ik er ook alweer bijvoegen: niet alleen de arbeiders ontkennen dit. De aannemers, zeggen zij, nemen met opzet een zoo klein mogelijk getal werklieden in dienst, omdat zij die dan beter in hun macht hebben, en oihdat het hun aldus gemakkelijker valt de lastige elementen van hun werk te hou- den. En het getal werkloozen is groot. Een week geleden bedroeg het hierterstede, vol- gens de neutrale Telegraaf: 1400. Volgens dit blad is een der oorzaken van die geweldi- ge werkloosheid ook te zoeken in het feit dat sommige aannemers wachten op de prijsda- ling van bouwmaterialen. Ziehier de stand van de kwestie! Woensdag is zij, zooals gezegd, in den Raad behandeld; maar op het oogenblik dat ik dit schrijf (Donderdagmorgen) is zij nog niet afgehandeld. Ik moet dus voor het.ver- loop van het debat en den afloop der gedach- tenwisseling naar het verslag verwijzen. Wellicht dat ik er in mijn volgenden brief uit- voeriger op kan terugkomen. In de tweede plaats is in laatste raadszit- ting de eenigszins sensationeele zaak behan deld van de herziening van het Reglemept van Orde voor den Raad, welke herziening noodig is geoordeeld in verband met het ob- structiouistisch' rumoer van de communisti- 'sche raadsgroep in de vergadering van 13 Januari 1.1. De belangrijkste nieuwe bepaling is, naar men zich herinneren zal, dat, vol gens art. 16, de Voorzitter aan ae vergade ring kan voorstellen, een lid dat door zijn gedragingen den geregelden gang van zaken in een zitting belemmcrt, den toegang tot de raadszaal en de daarbij belfoorende localitei- ten voor den verderen duur dier zitting te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet be- raadslaagd. Bij aanneming daarvan is het lid verplicht de raadszaal onmiddellijk te verlaten. De Voorzitter zorgt dat het lid zoo noodig hiertoe gedwongen wordt, en, zoo de ze de bedoelde localiteiten gedurende den ge- stelden termijn binnentreedt, daaruit wordt verwijderd. Ziehier, zooals gezegd, de hoofdzaak van de voorgestelde Reglementsherziening, die re- gelrecht gericht is tegen de communisten, en waartegen dezen dan ook .(zooals te ver- wachten was) in hun lijforgaan op het hef- tigst hebben geprotesteerd. ,^Muilkorfmaat regelen tegen het revolutionaire parlemen- tairisme" schreef de redactie van dat blad in een hoofdartikel, dat zeer kenschetsend is voor de opvatting der Amsterdamsche Bols- jewisten omtrent hun taak in den Raad en omtrent de voorgestelde orde-maatregelen. „Iedere zitting van den Gemeenteraad" zoo schreef „de Tribune" „die tot taak heeft de hoofdstad kapitalistisch te besturen, wordt door de communisten omgezet in eene openbare les aan de arbeidersklasse".En la ter nog eens: „En zoo wordt dit heele verte- genwoordigenae college der „democratie" een leersch'ool voor aanschouwelijk onderwijs in de onhoudbaarheid van het kapitalistische stelsel.' Ziehier twee grondstellingen die zoo op het eerste gezicht ook door de sociaal-democra- de ziekte van' hun mocidtar. De anme kimderen \Varen eerst in die war en omrusitiig, maar na oeni tijd werden ze vroolij'ker, en diegcenen van ons, die zddi iets te vcrwijiten hadden, gayen hun Teddybeertjes en chocolade als een soort van offer. Niemand kom iets voor mevrouw Bead! dloem, omdat ze zu'lk een volkomen rust mocst hebben, dat men niet het ijizeren hdk mooht binncngaan, waar het briefjc hing, dat de arme mlijinheer Bean met een wit gezicht en oogen, rood1 van het waken, tweemaal per dag veranderde. Het kindje bij de Gra'pgers kwam wat vroeger ter wereld dan verwacht was, omdat mevrouw Grainger zoo huiilide bij de gedadi- te, dat mevrouw Bean sterven zou, voordat^ zij de gdegennhedd had haar te zeggen, dat ze niet wedceiljjk ondankbaar was, en> dat ze liaar hoeden miooi vond», en ze niet anders zou willen zien. 'En binnen in het hart van ons alien leefde de herinnering aan eeni vriende- lijfcheid, die toen niet opigemerkt was, omdat ze bewezen werd met het voonkomem, alsof het volstrekt igeen moeite was, miaar due nu in den nacht opkwam, om ons bitter verdriet te Veroorzaken. 'De eeniige, die wericelijk van dienst Meek te zdjirr, was Louise, die nu ontvangst van de itreurige tijldiiinlg haar nieuiwbakken echtgenoot weer naar zijta mpodler zond, en teruigkwam, om haar oude plaats in de keuken in te nemen alleen diroeg ze nu een gekleurde stoffon' j'apon en geen mufs alls een concessie aan mensche- lijBce 2waldidd, en om de gehede wereld dui- delijk te makeni, diat zdjl tot dlen fieren staat van getrouwde vrouiw was overgegaan. Eindielijlk werd het weer Zondag, en mijn- heer Gold tag ging langzaam dioor de straat naar de kajtal, waarvan hiji een' der stichters was, ofschoon zijn vrouw de naaikrans van de fcerk had' hij'gewoond, en zonderlinge gedach- ten over zijn eigen eksteroogen en zijn overle- den vrouw en mevrouw Bean gingen door zijn hoofd, terwijl hij de eene net gepoetste laans voor de andere zette, en bij iedere tien meter zijn hoofd sohudde an mompelde: ^ik ton zouden kunnen worden aanreard, maar die men natuurlijk moet beschouwen in het licht van de communistische tactiek, gelijk die nu al eenige malen in onzen Raad gebleken is. „C'est le ton, qui fait la tmusique, niet waar? Van dien toon hebben wij 13 Januari kunnen genieten, meer dan ons lief was! En dien toon wil de Raad niet langer hooren, met eerbiediging van ieders overtuiging en ieders vrijheid van spreken. De Tribune houdt zijn arbeiders-lezers echter voor, dat „men degenen, die de instandhouders en handhavers van uw ontbering met den neus op uw eischen drukken, om nen te dwingen en te noodzaken zich over die eischen uitte- spreken, door hun gehuurde moordenaars, de politierabauwen, van de spreektribune, waar z namens u uw woord voeren, wegsleuren om hun aanklacht en hun vonnis te smoren. Wat natuurlijk onzin en je retaste demogogie is. En even te voren heet het: „Dan zal men hen, die in het wetgevend lichaam dezer stad uw radelooze ellende uitschreeuwen, in het stadsparlement zelf met poliiiesabel en gum- miknuppel tot zwijgen laten ranselen". Wat alweder waanzin is. Ik denk dat Burgemees ter Tellegen, als hij dit gelezen heeft, zblf geschrokken is van de consequenties die de revolutionairen aan zijne. maatregelen van orde willen geven. Ook over deze zaak, die Donderdagavond aan de orde zou komen, kan ik in dezen brief geene beslissing meedeelen. Daarom ten slotte nog 66ne opmerking. Er is tin (bur- erlijk) aagblad, de Telegraaf, die zich tegen eze nieuwe orde-maatregelen heeft ver- klaard. Maak geen martelaren! zoo heeft de redactie van dat blad ons Gemeentebestuur toegeroepen. En ook heeft het gewaarschuwd tegen gelegenheids-wetten als deze. Zoowel in het een als iu 't ander is veel waars. Maar hoe moet ten slotte de Voorzitter van den Raad de orde handhaven, den gere gelden gang der werkzaamheden verzekeren, als hij daarvoor niet over de middelen be- schikt? Zeker, een krachtiger Voorzitter dan Burgemepster Tellegen is, had misschien eene verscherping van het Reglement van Orde niet noodig gehad. Maar onder de ge- geven omstandigheden schoot er niets an ders over. En de communisten hebben het er dan ook naar gemaakt. Trouwens, ik weet nog niet zoo heel zeker, of zij in stilte en inwen- dig niet lachen om dit politieke fortuintje! WAGENAAR Jr. No. 14. ,£orgzame Tuberculoselijders". Tuberculosa woardit gerekeawl tot die besmet- telijke zieikten, ook <ail ei&cht nog niet de wet aangifte van elk geval en waarechuwing er tegen door een' plakbrief aan do deur. Ottndlat het publiek van meening is, dat aangifte en plakbrief de kenteekemen bij uitnemendbeid zjjn van ibeamettelijkheid, vestig ilk daarop nog eens de aandaoht. ben van streek. Ik ben vreeselijlk van siireek". Er was dien morgeni een grooter gehoor ta tie kerk>dan gewoonlijik, en we zeiden, dat het kwam dloor het mooie weer maar we wisten, tiat de oorzaaJc was een1 zekere ongerusthbid, die ons deed vragen, wie't eerst zou heen- gaan, en omdat we aan den. goeden kant wilden zijn; we koniden niefi persoonlijk 'be- droefd zijn, zooals toen mevrouw Goldtag stcrvende wtas, omdat mevrouw Bean zoo jong en levendig was een ded' vain' het le ven zielf. "En to«n miijnheer Birbeck wenschte dat de gemeente zou bidldlen voor een vrouw van deze wijk, die zeer ziek is," veranderde zijn stem van gemaakit beschaafd in een van gehnoken onredntheid,' enl een diepe aiiilte viel voor eeni oogenlbli!k over ons alien, zoo vol van modclijldlen en verdriet en omuitgesproken gebed, dat het een veriidittaig was, toen tnlijn- heer iNlorton zijn neus zoo hard snoot, als een bazuingeschal, can zijn aandoeatag te verber- gea „Een aardig vrouwtje," zei hdj later tot mevrouw Pemberton), toen hij de kerktrappen afkwam. „'Ik heb altijd van haar gehouden ik heb altijd van haar gehoudeo. We heb'ben ooze picnic Zaiendagmiiddag de uitnoodigitagcn waren ai verzonden, voor- dat ze ziek werd. Ik stel het niet graag uit, omdat het dan sdiijnt, alsof we er zeker van' waren, dat ze niet beter wordit," zei mevrouw Pemberton aarzelend. I3c weet niet goed' wat p vO, laat het doorgaanLaat het toch voor- a! dloorgaan l" viel mijnheer Norton in. „We wdllen niet den schijln hebben alsof Toen brak hij ook afen ze Liepen zwijgend dc straat over met elkander. Maar iedereen, die er oorspromkelijik plan op had1 ging naar de picnic, omdat ze niet den' schijn wilden hebben alsof"toch was het niet zeer vroolijk, en de lange tafels onder de boomen van het Catiberry bosch en deze za gen er op dezen Juldiag niet uitlokkend uit als ze andera gedaan zouden hebben. De eigenaar ervan kwam uit zijn huiaje, om van 4. 5 6. 7. 8. 9. 10. 11. 27:38 43-39 39—34 40-34 3832 49-43 50-44 45 5! 4. 5. 6. 7. 8. 9. !9. 16:27 12 21 30 :39 39 30 27 33 38 49 49 40 Goede oplossmgn ontvia'gen wij van de W. Blokdijk, Dekker, D. Gerling te Alk- maar, P. de Groot Jbz. te Warmenhuizea, W. Buis te Bergea-Binnen en Jac. Bekker Ha te Oudkarapel. urr DE PARTI J, In der competitiewedstrijden speelde de heer Lisser van van Embden met zwart en was in den volgenden stand aan zet Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No. 635 (auteur D. Kleen). Stand Zwart: 2, 4, 7/10, 12, 18/20, 23, 24, 26, 30. Wit: 16, 17, 21, 27, 28, 32, 35, 37, 40, 43, 45, Oplossing 2. 26:37 3. 23 32 de gastvrouw den lof te ontvangen voor zijn sdiikking van haar koekjes en broodjes, en zij scheen den somberen geest te beinerken, want hij zei ka'm s U hebt goed eten, een rnooien dlag en een miooie pick; ik weet niet, wat u meer wcnscht en'daarmee png hij naar btaeeni. ,;Nki," zei mevrouw Pembartcn, met haar ewonen tact, „laten we bcsluiten aan nieis f eurigs te deniken, totdat we weer thuia zijn NatuurLijk begonnen' zij, die voor een poos niet aan mevrouw Bean's ziekte gediaoht had den, er meer over te denkco, en die somberheid wend grooter. ^Ik hioor," zei mevrouw 'Norton, door deze steimnitag tot zachte vertrouwelijke mededeelta- gen aangespoord, „dat ze iets op haar ge- moed heeft. Mijn werkjuffr. hielp er, en ze hoorde 'n van de pleegzusters met mmijnheer Bean spreken. Het schijnt, dat ze in de waan is dat de menschen denken, dat ze ergens iets gestolen heeft, en dat houdt't herstel tegen." „Nu, het werd- een beetje gedacht; 'haar ge- drag in de kamens van mijjnheer Howard toen ze d'aar gevonden werd' scheen' dat vcrtelde juffrouw Salisbury iemiandi," z^i me vrouw Pemberton weifelliend1. „lk gdoof, dat daar lets gebeurde iik weet niet wat, maar ta' ieder geval ze werd omtdekt, diat ze uit de toner kwam en ze scheen geen voldoende ver- fclaring to kunnen geven." Ze hield' op en voegde er rustig ui'tdagend hdj: „Ik zie niet in, dat wij1 te berisperi' zijin. Als men' iets niet be- grijpti, denkt men natuurlijk Ze brak weer aL „Matuiurliijik, natuurlijk," stenrde mevrouw Norton toe. „Nbg een boterham, Sophie?" en ze gaf die schaal aan' het mieisje diat aan haar anderen kant zail „Dank u," zed 'Sophie, die moeilijk sdieen te kunnen spreken en. smd adem haalde. Me vrouw Norton is dat waar van mevrouw Bean?" „Ik wist niet, dat je geluisterd1 badt, lieve," zei mevrouw Norton waardag, maar iadereac west er van." Zwart: 6, 9, 11, 13, 14, 16, 19, 23, 24, 26. Wit: 22, 25, 27, 28, 30, 32, 35, 37, 38, 43. Hij speelde 24—29Het beste voor wit is nu 43—39! en den afruil naar dam door 29—33, 11—17 en 13 42 of 44 toe te laten. Wit speelde echter; 38-33 1. 29:49 nn24 1 19-30 28 10, waarop zwart 3.914 10 8 4. 16—21 27 7 5. 49 42 (5 sch. over 16, 2. 13 en 31). EEN FIJN, EENVOUDIG STUKJE. Htt volgende stukje van A. D. yud"ido ver- dient wel belangstelling: 1. 2 3. 4. 5. Zwart: 7, 8, 13, 15, 19, 27, 29, 40. Wit: 22, 25, 31, 38, 41, 42, 48, 49 Zie hier hoe fijn wit wint: 1. 48^—43 1. 27 47 2. 4944 2. 40:49 3 38—33 3. 49 18 4. 33:24 4. 74:20v 5. 25 1 Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 636 van M. C. KINGMA, Delft 2 slaan) '2 slaan) Zwart: 7, 9, 11/15, 20, 24, 30, 40. Wit: 21, 23, 28, 31, 33, 35, 38, 41, 42, 44, 48. Oplossingen v66r of op 3 Februari, Bureau van dit Blad. „Maar er was toch een tientje vendwenen." „0, diat bedoelde Howard' dan bij het huwe- lijk", riep Pieter 'Norton uit Ik had! het totaal vergeften. En in ieder geval wist ik niet wat hij meemde. Hij zei op het laatste oogenblik in groote haast: ,fLeg aan juffrouw White, dat ik van morgen mijn postzegds in pakte en een' tientje kwam van onder de leeren vee ring te voorschijln. Denk er om, het haar te zeggen. Ik heb vergeten het zelf te docn Maar; ik dacht, dat hij1 zenuwadhitig was en maar ids zei om wat te zeggen, zonder precies te weten wat. Dat heb ik wel van meer lui gezien, dis op hum huweHjkSKRs gaan." (Wordt vwwolgd). If*. 24. 1921. I 1 n, 11 11 gg Maar, al is ze dan ook werbelijib besmette- lijk, aij is dit niet gedurende haar geheele be- staan, haar geheai verloop; gevaar voor be- smetting van andetren komt 'betrekkelijk laat. Dit gevaar 'komt, wanneer het longweefsel begint verwoest tie worden. Dan wordeni met de fluimen groote hoevcelhedein tuberkei- bacilien verwijdierd1, die hun vemietigend werk in andere vatbare gestellen kunnen be- g in nen. Het feit, diat men van uagenoeg elken menech kan bewijzen, dat hij minstens een- maal in zijn. leven aan tufoerkelbaoillen her- 'berg heeft verleend, bewijst wed, hoe algemeen de tuberkelbaeil verbreid' is, bewijst in hoe groote hoeveelheden hjj wordt gevonmd1 en opgehoest, bewijwti ook, hoe onzorgvuldig de ldjders omgaan met hunne, voor anderen ge- vaarlijke, uitscheidingen. Voor mij staat dan ook vast, dat de uitspraak van de Niederland1- sohe oentrale vereeniging: „Zindelijke, zorg- zame tuberouloselijderis leveren voor hun om- geving geen besmettingsgevaar op" veel minder atellig moet luiden. Wanneer ik een dengelijke uitsprkak zou moeten diekken met mijne verantwoordielijkheid, dan zou ik op zijn hoogst aldus durven spreken.„ik acht het niet uitgesloten, dat hier en daar wel eens een lijder aan tuberculose zood'anig kan wor den onderwezen en opgevoed, dat hij voor zijn omgeving geen igevaar zal opleveren." De opvoedig toch van onze tuiberculoselij- ders als zood'anig wordt nog veel te weinig tec hand genomon. Hen oipvoeden, zoo dat ze voor hunne omgeving in werlkelijikheid onge- vaarlijk zijn, wil in de eerste plaats zeggen hen er van overtuigen, doordTingen, d'at zij op ssavji fgSj isffok maakt", anderen ziek maken kunnen. Dat Bulks geechiiedt •vccmamelijk dloor het hoee- tenv dat ibeetaat uit een met Icrachtige stooted uitademen, om iets hinderlijks uit de luohtwe- gen te verwijderen. Bij dat hoesten worden «1- ierlei kleiue d'eeltjes nsar 'bnjtes' ge- j; schokt, en in die klelse stuld.e» slljtn sfttse j waarschijnlij'k tube^kelbacillen, Wanp.eer we {j van die heel Ikleine druppeltjes slijm in- axemen, halen we dus ook bacillen op. Droogt het slijm op, dat kan het tot stocf worden en als zood'anig in het vertrek zwo- ven, en ook worden ingeademd. Wie rekening houdt met deze feiten, zal ook tot het besluit komen, dat er wel een heel ibijoomdare zorg- vuldigheid en een ongekende zindelijkheid zouden noodig zijn, oim te voorkomen, dat in het vertrek van een eraatig ziekenlijder ba cillen gereed gevonden worden om zich in een ander lichaam te nestelen. Waar zouden we die zoxgvuldigheid van- daan halen Waar zouden we die zindelijlkheid geleerd hebben? Het kan niet genoeg gezegd worden; dat de „H)Qillandsche" ztadelijkheid., waarop onze huisvrouwen zoo prat gaan, maar heel weinig beteekent iin den strijd tegen ziektekiemen. Otmdat dezorgvuldigheid in dezen veel te veel te wenschen laat. De Hollandsche ztadelijkheid doet hare zaken ta 't groot, en heeft voor het kletae noig geen o%g, die houdt |i eerder de straat voor het huis; dan het eigen lichaam schoon. Die zal niet ta de eerste plaats letten op retaheid van eigen handen, maar er wel aandacht aan schehken, dat de ruiten geaeemd worden en het koparwerk ge- poetst. Ik geef elken lezer van dit opstel ta emisti- ge overweging: een studie te maken' van de alom heerschende ztadelijkheid, en tot voor- werp van studie te kieron de vta'gemagels ran zich zelf en zijne bekendenWonderen zal hij dan zien! Want hij heeft te bedenken, dat elk randje onder de nagela is een berg- plaate niet alleen van j.vuil-", maar ook van baoterien. De ®emdge menachen, die hunne nagels dragon zooals het behoort, zijn de dok- ters, de vroedwouwen en da verpleegsters. Maar zelfs onder dezen treft men nog enkelen aan, die hunne nagels niet kort genoeg hou- den, maar er nog opslagplaatsetn van allerlei ongerechtiigs ran maken. Wie wel eens toegekeken heeft, wanneer een dokter of vroedvrouw de handen waschte met de bedoeltag, ze geschikt te maken voor een bel&ngrijk onderzoek, zal wel den indruk gekregen hebben van belachelijke overdrij ving Maar die indruk is .onjuist; de ondervinding heeft geleerd, dat men om de handen ten naastenbij vrij van ibacterien te krijigen, ze gedurende vole vijf mi- nuten met aandacht moet borstelen met warm water en zeep, om ze dan nog met scheikundige middelen te bewartken, die' over- gebleven ziektekiemen nog zullen kunnen doo- den. Dat wasschen moet inderdaad met aan dacht ge8ohiedenlet bij1 u zelf eens op, lezer, hoe gemakkelijk ge, bij het wasschen van uwe handen, den buitenrand (de pinkzijde) over- slaat. Zelfs handenwaeschen is eene kunst, waarin maar weinigen het tot het meeater- »echap gebracht hebben. Over de zorgvuldigheid, die de tuberculose- ldjder heeft te ibetrachten, om voor zijn omge ving geen besmettingsgevaar op te leve ren, zal ik maar niet verder praten. Neg wel o ver de z i n d e 1 ij 'k h e i d. Zelfs deze moet geleerd' worden, opzettelijk geleerd. Wie ziet, hoe zelfs reede sohoolgaande kinderen hunne handen wasschen: door ze met wat zeep' in te etmeren, nat te maken en aan dien handdobk af te vegen z66 dat deze van van etae wassohing' reedls geheel zwart ia ge- worden, die zal beseffen, dat ook handenwas- sdieni behoort tot de bezigiheden, die men van het afkijken- .alleen1 niet meester wordt. Ztadelijkheid moet geleerd' worden! Waarf Door wien? Hierover later. Uploi 1. 16-11 2. 37—31 3. 32 41 1. 7 16 RUrKSUTTKETBING AiANi DE GEMEEN1XEN. De igeschiodjenia van de uitkeering door het rij'k aan de gemeenten begint ta 1865. In d'at jaar werd' de heffing van stedelajilce accijnzeni Een oogenbl'ik zat Sophie sidli, en haar blik rustte op een groepje aan het andere etadl der tafel, waar Pieter Nbrton zat te lachen en te praten met zijn zusters en hun aardige vrien- din. Toen ging ze rechtop zitten en zeL, dui- delijk en rustig maar met hoogroode kleur: „NTieinandi behoeft laniger verbaasd te zijn, waarom mevrouw Bean naar de kamens van miijnheer Howard1 ging. Zij' ging om iets te stolen, maar het was haar lippen beef- den zoo dat ze even wachten mocst .temidden van doodelijke stilte en groote belangstelling, terwijl Pieter Norton, voorover gebogen zijn oogen op haar igevestigld hidd het was om mij, dat mevrouw iBean ging uit vriende- lijfktheid en goedhcild. Ek was zoo dwaas ge- wocst miijnheer Hbwand mijn portret te zen- den en ik wilde het terug hebben', toen hij zichj ntot Ald'a 'Salisbury verloofd had. 'M'aar ik had geen lust er hem om' te vragen dait zou geweest zijn, alsof ik' er een' bijtzondtere be. teekenis aan gehecht had; hij' zou het niet be- grepen hebben maar mevrouw Bean' deedl dit wel en zij vond het de eenige goede manier, het voor mij te gaan halen en' niets er over te zeggen. Maar ze Icon het natuurlijk niet aan juffrouw White en juffrouw Salisbury zeggen. toen ze kwamen en 'ik denk, da t ze venschrikt was daarom dachten ze Er volgde een sitilite, waarin de stem van juffrouw fte schenp klonk. ta' natuurLijke zelf-recht- vaandigiing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5