AIKmaarscha Gouranf
In onze straat.
Hondsrd Drle on Twlnftgste Jaargang.
Woensdag 2 Febrnari
Proylnciaal Nieuws
Feuilleton.
S». m. 1981-
BELANGRIJKE ZAKEN OP
LANiDBOUWGEBIED.
Dte derde cursus van de Vereeniging van
Oud-Leernngen te Schagen, 31 Januari in
hotel „Vredelust" gehouden, was gewijd aau
een bespreking over de onderwexpen: „Mo-
deme arbeidersbeweging en arbeidsrverhou-
dingen bij den landbouw, door den heer
C. Kooy, leeraar aan de Rijk&landbouwwin-
tersch'ool te Schagen.
Waartegen moesteu de arbeiders be-
schermd wordn?
Tegen vijandschap. Daar heeft men weer
het verkeerde. Die weitten zijn noodzakelijk
maar ze behoorden overboddg te zijn. Het
voomaamste is, die vijandschap weg te rui-
men. Spr. wil niet terug; hij betoogt met,
dat die so dale wetten maar moeten zwem-
tppti en ctat aan de arbeiders het recht maar
weer ontnomen moet warden, om zich te ver-
eenigen. De leiders der arbeidersbeweging
zullen wel weten te vertellen, hoe noodzake
lijk dat is. Ook in patroonskringen zijn er
genoeg, am daarop te wijzen. Spr. wil heden
slechts het eene punt belichten, net opruimen
van de vijandschap. Voorat wil hij nog een
paar belangrijke maatregelen van die regee-
ring boeken en wel in de eerste plants een
wet van het laatst der vorige eeuw, de wet op
de Kamers van Arbeid, een wet, meer in het
belang van de Industrie dan van den land
bouw, waarbij arbeiders en werkgevers aan-
gewezen werden, een raad van bestuur te
vormen, dua een soort van Arbritage-Hof.
Die wet was verkeerd opgezet en heeft tot
niets kunmen leiden. Keratoma 1920 is Minis
ter Aalberae gekomen met een nteuwe wet,
het ambtelijk verechaffen van rijksmedtedee-
lingen, een instituut, dat de Kamers van Ar
beid moet vmvangen.
Het streven van de arbeidersorganisaties
is, een zekere madit te kunnen uitoefenen en
dit is bij alle organisaties het gevail. De ar-
beidersorgandsiaties vallen uiteen in twee
groepen; aan den eenen kant de modeme,
aan den anderen kant de converitioneele (de
Christelijke en de Roomsche).
„Eendracht maakt machm, over zaeh te
kunnen laten gelden.
Spr. is overtuigd, dlat die vereenigingen
niet meer gemist kunnen worden. 'Niets gaat
echter uit boven het persoonlijk contact, dat
een patroon kan hebben met zijn arbeiders,
om de vijandschap, die heerscht, op te hef-
fen.
Vraagt men spr., of dit al ergens gebeurd
is, dan zegt spr.„Ja". Den vorigen zomer
bracht hij een bezoek aan de fabriek van
Jurgens te Zwijndrecht. Daar werken 15000
menschen. Het is een dorp apart. Er zijn ver
schillende hoofdafdeellingen in die fabriek
met elk een Directeur en boven die afdeelin-
gen staat nog een Directeur, die den naam
heeft: Hoofd van de afdeeling belangen per
son eel. Deze Directeur is de bekende Nedier-
landsche voetballer, de heer Lotsy."
Wat hier in het groot wordt toegepast,
kan ook ieder in het klein toepassen en wordt
reeds door veel boeren toegepast. Want bij
dc boeren vindt spr. de arbcideraverhoudin-
gen nogal ideaal.
Bij die fabriek dan heeft men op drie pun-
ten peraoonlijk contact met de arbeiders.
Aanvanikelijk had men verechrikkelijk te
kampen met de antipathic van de arbeiders
tegen dat instituut. Het eerste werk van het
Hoofd van de afdeeling belangen Personeel
is, de fabriek te verdeelen in verschillende
onderafdeelingen. De 5 onderafdeelingen
zijn weer verdeeld in 18 afdeeliagen. Het
Hoofd van de afdeeling belangen Personeel
heeft nu tot het personeel gezegd: „Ik wil
van tijd tot tijd met jelui praten." Dit kan
ie niet met alle 1500 en1 jelui benoemt dus
maar afgevaardigden."
Op die fabriek werken Roomschen, Chris-
telijken, S. D. A. P.-ers, Neuitralen, ongeor-
ganiseerden en*Oommunisten.
Maar hoe ook de arbeider georganlseerd
is, een goed woord van den baas werkt ko-
lossaal. Spr. weet dit ook uit pereoonlijke er-
varing. Als stoker in een der groote fabrie-
ken van ons land, had hij van's morgens 6
uur tot's middags half 4, 77 mud' kolen op-
gesehept en gem fijd gefaad, em een shik
brood in zijn mond te stoppen. Krom en stijf
was hij genoodzaakf, de stookplaats een
oogenblik te verlaten, om een luchtje te
scheppen. Nauwelijks teuton, werd hij door
den bedrijfsangenieur, bijgenaamd de Paar-
dekop, op de schouders getikt en deze voegde
hem toe: „Kooy, donder naar binnen." Spr.
ging naar biumen, maar stond daarover in
geen pnettige stemming na te denken. De
chef-machinist kwam tot spreker en vroeg
hem; waarom hij zoo stond te kijken Spr
vertelde, dat de Paardekop was gekomen om
op te scheppen. De Qhef-machimst anitwoord-
de: „Er is hier maar teten; die opscheppen
mag en dat ben jij, want ]ij hebt de schop."
Die goede woord bracht spr. dadelijk in
de goede stemming en toen de Chef-machi
nist vroeg, of faii eens naar den Paardekop
moest gaan, zeide spr.: „Laat het maar" en
ging hij weer lustig aan het werk.
Het goede woord was hem meer waard
geweest, dan de mededeeling, dat hij 's Za-
terdags 5 meer zou ontvangen.
In elk van de 18 onderafdeelingen bij Jur
gens krijgt ieder arbeider, die er een jaar
werkt, stemrecht om uit elke afdeeling een
man te kiezen uit candidaten, die op Tijsten,
voorzien van minstens 10 handteekeningen,
moeten worden gesiteld.
De stemming gaat even nauwkeurig als
bij de verkiezingen. De 18 gekozenen vor
men een fabrieksraad, komen bijeen in den
tijd van de fabriek, in een mooi lokaal, waar
ze op goede stoelen zitten, een van hen is
voorzitter en krijgt daarvoor 10 per maand
extra; de anderen ontvangen als leden 5
per maand extra. Een wordt aangewezen als
secretaris, twee keer per maand wordt verga*-
derd; van tijd tot tija ook met de heeren Dod-
sy en Jurgens en deze hebben, evenals de an
deren, aan den voorzitter het woord te vra-
gen. Men zal nu zeggen, dat dit in den
grond der zaak niets is dan poes-pas, maar
voor wie de mentaliteit kent in de fabrieka-
streken, die zal erkennen, dat het van groote
beteekenis is, want daardoor is het er altijd
vrede en komen nooit geschillen voor. Elk
lid van den fabrieksraad mag in den tijd van
de fabriek met iederen man praten, die grie-
ven heeft. Bovendien heerscht het juiste be-
ginsel, dat hij, die om 11 uur wat vraagt, om
12 uur al weet, of het kan of niet. Men laat
de menschen geen week wachten.
In Duitsghland, Engeland en Belgi5 kocht
de heer Lodzy bovendien groote hoeveelhe-
den legergoederen, die beschikbaar werden
gesteld tegen zeer lage prijzen.
De arbeiders kunnen daar ook van de fa
briek bij gewone handelaren brood, melk,
groente, vleesch en vet betrekken. De hande-
laar wordt door het kantoor betaald, het geld
wordt van het salaris van den arbeider afge-
houden en die geniet daarop korting. Men
begon met groente, maar daar moet nog een
massa geld bij, alleen door het wantrouden
der arbeiders, want de maatregel, ingesteld
voor hun eigen bestwil, wordt opgevat als
een middel, om achter hun financieelen toe-
stand te komen of om hen op de eene of an-
dere manier te nekken. De mctjjode, daar
toegepast, kost veel geld, maar het einde zal
toch ontegenzeggelijk gunstig moeten zijn,
want het licht wint het altijd van de duister-
nis en het goede altijd van het kwade. Men
heeft hier met een middel te doen, om door
persoonlijk contact, in de fabriek te trachten,
kapitaal en arbeid met elkaar te verzoenen.
Jurgens probeerde hetzelfde ook in Enge
land op zijn fabriek te Piroliet te Lon-
den. Daar werken 10C0 menschen, alle ge-
organiseerd in de Trade Unions, waarvan
het Beshiur zeide„Het mag niet".
Jurgens ging door, hij liet ze stmmen;
800 bianco van de 1000; 140 tegen en slechts
60 voor. Toch is hij doorgegaan en het resul-
taat is heerlijk geweest, want de fabrieksraad
te Pirfliet die nog maar een jaar werkt,
terwijl die te Zwijndrecht reeds 2 jaar werkt,
is al veel grooter dan die te Zwijndrecht. Hij
geeft al een prachtig maandblaaclje uit en het
is wel een stork bewijs, dat persoonlijk con
tact tot veel nut kon leiden. Spr. weet per
soonlijk, dat conflicten, die te Zwijndrecht
voorkomen, zoo spoedig mogelijk worden op-
gelost. Dat het moeilijk zal gaan om het per
soonlijk contact te verkrijgen, is zeker, en
wel, omdat aan de zijde van het kapitaal het
sociale inzicht van <L groote beteekenis van
samenwerking nog maar al te zeer onibreekt.
Kapitaal en arbeid1 kunnen editor nooit d-
kanders vijanden zijn. Zij hebben elkander
te zeer noodig. Wanneer verschillende uit-
wassen van de baan worden geholpen en dit
kan alleen gebeuren door de haat weg te ne-
Naar he* Engdsch van J. E. BUCKftOSE.
64)
Mlevrouw 'Bean legde haar fiandl op dlen
schouder van haar man en fcloptc die zadte-
jes.
,;Sedert mijlni zidkte schijn ilk er niet zoo
vedi meer am te geven, wat er igebeurt, zoo-
lang wij vieren geaondl em ibijl elikaar zijn",
zei ze.
Mijinheer 'Bean vatte haar hiandl.
,;Well vrouiwtje, dat gevoel heb ik ook wel
een ibeatje," anitlwoardidie hij.
HOOORDSmUK XX.
Sophie was met ndchit Hannah eatoge we-
ken naar Harrogate geweest, enaji lrwam
juist terug, toen mevnouw 'Bean weer'In het
openbare leveni tradl. Elen Idlag na haar teruig-
keer ging ze als gewoonllijk naar de bihliot-
hedo omi de boeken te verrudlen en alles leek
hetzelfde en toch weer vreemd zooals dat ge-
beurt na«eeni'ge weken van afwezagheid. Een
ilichte nevell hing over de grijlze liuizen, de
grijze toren wees naar een grijtze ludit, een'
paar l aatste bladeren vdelen van zulke don-
'kergrijze boomjen, dat zijl wel ziwart geldken.
Sophie kreeg het gevoeBi, alsof de grauwhdd
ook in haar geest gefomen was, en net gehee-
le leven evenzoo gemaakt had. Een man met
een wagen, die „verache vischveradie visch P
riep, gaf wat leven aan de sombenheid, en So
phie had graag willen weten of Pieter Nor-
n al geengageerd was. Hij was ook met de
vacantie weg gevveegt, maar nu zeker weer te
rug op school. Nu, ze zou dien avornd me-
vrouw Bean g&an tipacelan sn dan al da
niauwtjai hnooen.
Ze zuchtte enjegde de zware boeken van
den eenen' arm op deni anderen en het schorre
garoep van den vischkooper kwam naderhij,
iemand Mopte tegen dte venster hdji zette zijn
wagen tegen den kant en ging het tuinpad op.
Toen gebemdie er iets. Het1 was oieis dan een
bleeke licfatstraal, niet stedk genoeg, om zon-
neschijln genocmd te worden, die over de visch
op den wagen viel en ze deed schitteren met
een prachtigcn glans als van oud1 zilver.
'En even als de stem van' den man al het
somhere uit onze straat had) weggevaagdl, gaf
zijn visch udtdlruikkiing aan al wat iiefelijUr was.
De grauwe huizen, di in den mist opdoemden,
werdeni een deel van' iets zeer hanmonieus;
de grauwe lucht had dczelfde teere Ideureni
van Week igoud! en dof zilver met een' lichten
ranldl alS de gl'ans van het zee-ziliver-op den
wagen.
Sophie stond stil en faaalde diep adem; dit
was prachiCig HCt was dus toch waar, dat de
schoooheid oveal verborgen lag, gereed om
bij de rninste aamraking te voorachijn te ko
men.
Wat zij in onze straat geleerd had, scheen
haar zeer dierbaar, terwijl ze met haar boe
ken weer vender ging'- Ze had eem talisman
gevonden, die altijd faclpen zou, om verdriet
•weg te itooveren, zoxg te verliditen en een-
zaamhedd dlraagldjk te maken.
„Is mevrouw Watson weer terug; ik hoop,
dat ze beter is?" zei de boekenverkooper en
Sophie ging naar het sti'llle gededte der bibli-
otheek, waar geen doomen toegelaten werden.
IHet licht van den namijldag viel in de som-
bene tamer en het meisje zat neergehurkt voor
een lage plank, toen zij een- stap achter zich
hoorde en Pieter (Norton stapte vlug naar een
tafeltje voor het hooge venster, hiji zag haar
pas, toen 'hij met zijn voet op haar jiapon trap-
te.
meem me He, het is iuffrouw
Watson", scaznaldn hii wat Manchnifa.
gaat hat u?"
van
mm, dan is spwbar ar zeker van, dat er gem
sprake kan zijn van een bdijvende vijand
schap.
Een groote tegenwerking voor Bet per
soonlijk contact is ook het groote wantrou-
wen, dat er van de zijde dier arbeiders
heerscht En dat is zeker na spreker's uit-
eenzetting, niet te verwonderen, Goed on»
derwijs ontbreekt bij hen maar al te vaak en
spreker zou het daarom juist zoo buitenge-
woon belangrijk vinden, wanneer er invloed
werd uitgeoefend, om de zoons van landar-
beidera in hun vak te bekwamen. Het's Win
ers bezo token e
tera bezoeken van cursussen zal reeds
veel beteekenis zijn en dit is toch m<
Ook bij industrie en nijverheid' geschiedt dit
door menschen, die altijd' loontrekkend zul
len blijven. Het is dan ook zeer gewenscht,
om den toekomstigen landarbeider theore-
tisch yoor zijn vak te bekwamen en hem er
door onderwijs en persoonlijk contact op te
wijzen, dat het noodzakelijk is, dat wij alien
samenwerken tot het algemeen welzijn.
Aan het einde wint het goed't van het
kwaad, het licht van de duistemis. (Applaus).
De voorzitter constateeerde dat de heer
Kooy het bewijs had geleverd zijn onderwerp
geheel te beheerschen. Het was spr. niet be-
kend, dat de heer Kooy in arbeiderskringen
zoo thuis was. Spr. had verzuimd het eere-
lid de heer C. Nobel en die concierge van de
school welkom te heetea en deed1 het daarom
nog bij deze.
Spr. was overtuigd, dat de tearing bij velen
tot verdere studie zal ldden en gaf de aan-
wezigen gelegenheid tot het stellen van vra-
gen.
De heer Jm. Blauwboer was van mealing,
dat de afschaffing van de gilden ook wel
buiten de Fransche revolutie zou zijn ge-
sChied en wel omdat de gilden de productie
betwistten. Niet ieder had de vrijhed om te
producteeren. Men mocht bovendien de
stoom, die was uitgevondem, niet toepassen.
Dit was niet te keeien en door de opheffing
van de gilden werd' de productie vergroot en
kwam er meer welvaart voor alien. Het na-
deel was, dat door de afschaffing van de
gilden, waarbij de arbeid alleen werd gedaan
door menschen met een brevet van bekwaam-
heid, de exploitatie van vrouwen en kinderen
ontstond. Spr. meende echter, dat de groot-
ste factor voor het afschaffen van de gilden
.geweest is de beperking van de productie
dioor de gilden.
De heer Kooy wees er op dat de gilden
in het begin goed werkten en de productie
niet in den weg stonden. Door de ontaardiing
werd dit andera. Spr. vond het eigenaardig,
dat men tegenwoordig naar de reglemen tee-
ring van den gilden weer terug wil, dit blijkt
het sterkst uit het collectieve adbeidscon tract
tusschen de drukkerspatroons en de typogra-
fen. Daarin wordt bepaald hoe groot het
aantal leerlingen mag zijn en ook een rege-
l'ing voor het ontslag van de werklieden aan-
gegeven. Daarin wordt ook bepaald, dat de
arbeiders medezeggingschap moeten hebben
bij het vaststellen der prijtzen voor het diruk-
werk. Prof. Treub ooraeelt het een groote
tout, dat men met het afschaffen van ae gil
den, met het badwater, het kind heeft wegge-
worpen. In de gildareglementeering was op
buitengewone wijze gezorgd, zoowel voor
consumemt, produoent, ails arbeider. Ze wa-
ren noodzakelijk voor de middeleeuwen.
Door de ontaarding werden ze echter een be-
letsel voor de verhooging van de productie.
Dc stoom mocht niet worden toegepast, om
dat het niet in de reglemeaten stond. Een
reglement te Leiden voor het verven van la-
ken, hevatte 350 artikelen. Zoo werd het on-
mogelijk.
Men moet ook niet vergeten, dat de revolu
tie kwam door de verandering in het wijsgee-
rig denken en door dte staatkundige opvat-
ting van de, liberate school, die leerdte, dat
ieder zijn eigen Mang kent, zijn eigen be
lang zoekt en het best in staat is, dat eigen-
belang te behartigen. Door die opvaittingen
meende men, dat niet de ontaarding v^n de
gilden, maar de gilden zelf verkeerd waren.
De heer C. Nobel was het ermee eens, dat
door de Fransche Revolutie veel oude rommel
is opgeruimd. Spr. vroeg, of hij juist had be-
:pen, dat door de Franschet Revolutie het
litie-verbod' algemeen geworden is. Dit
was zi. een geheel verkeerd ding.
De heer Kooy zeide, dat de heer Nobel
hem goed had begrepen. De Fransche Revo
lutie bracht ontegenzeggelijk dingen van on-
berekenbaar nut. Als zoodanig noemde spr.
dc contificatie van de wetgeving.
De heer C. Nobel meende, dat de grond-
^Hoe gaat het u? Ik zocht naar een boek,
maar ik zie het niet Ik zal het den bibliot-
hecaris vragen."
„Mag ik u helpen
iHlij zat een oogenblik op den grand, zon-
ider zich' te bekommeree om de fcnieen in zijn
broeid, en daar beiden ttegdijk naar het ge-
zochtc boek koken, bonsdeni hun hoofd ca te
gen elkaar.
„Neetn me niet kwalijk!"
„Pardon! Ik hioopt, dat ik u geen pijn heb
gedaan."
Zdj stonden op, zich beheeredieude om hun
hoofd niet te wrijiven. Opeens begon Pieter
te lachen.
wNu, ini ieder geval kan niemanld u ziacht
noemen."
„Dat behoeft een meisje ook niet te zijof,,
zei Siophie. „Hoe maken uw zustera het?"
r,Hodli goed. Ze hebben gelogoerd bij die
vriendin, die zoo dikwijls ibijl ons is geweest",
en hij bloosdte hevig.
„0zei Sophie. Striate. Toeni „Ik mag u nu
zeker wel feliciteereni, zonder onbscheiden te
zijn na hetgeen u me verteld heeft?"
IHSji sdhoplte tegen' een boek en daar hij een
boekeniliefhebber was bleek daaiuit zijn op-
winding. „U is zeker blij het te hoorenr^'
,,Erg blljf", zed Sophie met wanmte.
„N!u", antwooidde hij!, „dan spajt het me u
te moeten iteleureteMen, maar ze heeft me be-
dankt. Zij was al diem' tijdl edganldjk al half
igeengagieeixl1 met een ander."
„Wat eeni schandelijk gedrag! Erg hard'
voor u", moffljpeldte Sophie en haar hart begon
tegen baar iribben te bonzen op een nieuwen
en veronfrusttende manier.
IHlij kwam een schrcde dich'terbij en keek
haar door dte schemering aan.
wIk dacht, dat ik degene was, die haar aan
het lijntje hieldi, en intussdhem speelde zij
maar wat met mSji. IHet is bepaald grappig".
„Dai) sou u ajtet viaden, alls u iwariceliik van
(uus 0flheud«i had^ uai Sophia, vwoeisuaaje-
alag van da Franscne Rtevolutia is geweest,
verbetering van arbeidstoestanden en volks-
welvaart, doch dat daaxmee het tegenoverge-
stelde bereikt is.
De heer Kooy geloofde niet, dat dte revo
lutie begonnen is om dte arbeidstoestanden
te verbeteren. Revolutie is een geestelijk ge
beuren en dte Fransche Revolutie werd aan
ook gedragen door de wijsbegeerte van die
tijden. Daardoor begon men tegelijkertijd an-
dere toestanden to verbeteren.
De heer C. Nobel: „Maar is dte Fransche
Revolutie dan niet opgekomen uit het volk?
En niet bedoeld geweest, alle verdrukkera op
te ruimen en den adel op zij te schuiven
De heer Kooy: „De beginsden van de
Fransche Revolutie zijn gemeengoed1 van het
volk geworden, doordat een Voltaire en een
Rousseau de revolutie voorafgingen en hun
denkbeelden werden gepopulanseerd. Het
Duitsche volk van tegenwoordig is niet door
slechte toestanden geworden, wat het thans
is, maar door ecu geestelijk proces, dat door
schrijvera aan den gang gekomen is.
De heer Smeding ondterechrijft het betoog
van den heer Kooy, dat door persoonlijk con
tact betere toestanden kunnen komen. Spr.
vraagt zich af, hoe het komt, dat de in
dustrie, die nooit zoo altruistisdi geweest is,
nu in dezen voorgaat. Spr. gelooft, dat de
industrie d'aarvoor wel niets van haar winst
zal prijsgeven, maar de kosten wel zal af-
wefltelen op de consumenten Door de broe-
derschap van de arbeiders en de industriee-
len zullen de consumenten die dupe worden.
Tusschen die twee molensteenen wordt de
middenstand vermorzeld.
De heer Kooy erkende, dat dat gevaar er
wel is. Het collectief contract in het drukkers-
bedrijf is er reeds een bewijs voor.
De heer J. M. Blauboer oordleeldte, dat In
dien toestand alleen evenwidit gebracht kan
worden door het vereenigen van de gedupeer-
den. De consumenten dienen door een veree
niging macht tegenover macht -te plaatsen.
De heer Kooy meende, dat niet uit het oog
verloren mag worden, dat door hetgieen tie
heer Jurgens doet, het persoonlijk contact
zoeken met zijn aibeidtera, ook de productie
omhoog gaat. Spr. ging tegen het boekdruk-
kerskartteT te keer, omdat verhooging van de
productie daardoor niet bereikt wordt.
De heer Vergaay verondterstelde, dht het
al zich wel zou kunnen voordoen, dat de
d van arbeiders het met den hoofd-direc-
teur niet eens wordt, b.v. wanneer hij het di
vidend van 10 op 5 pot. wil brengen, om de
andere 5 pet. voor dte arbeiders op te eischen.
Daardoor krijgt men dan toch weer een con
flict en dus weer staking.
De heer Kooy zeide, dat de Fabrieksraad al
2)4 jaar werkt, doch dat er nooit staking is
voorgekomen. Door het persoonlijk contact
komt er vertrouwen, de arbeiders krijgen bo
vendien sociaal inzicht en leeren begrijpen,
dat het voor de industrie noodig is, kapitaal
te vormen als eventueele reserve.
De heer Vergaaij meende, dat het toch kan
voorkomen, dat de fabriek moet opdoeken,
omdat men elders veel goedkooper kan pro-
dueeeren. In Duitschland werkt men nu
reeds vel goedkooper.
De heer Kooy oordeelde, dat dit ten op-
zichte van een bepaalde fabriek wel het geval
kan zijn, maar niet ten opzichte van de Jur
gens' fabrieken, want daarvan bestaan er 38
en wel in Nederland, Duitschland, Engeland^
Frankrijk, Voor-Indie en Amerika. Spr. heeft
bovendien niet de ongezondte toestanden, die
op het oogenblik heerschen, maar noimale
toestanden op het oog.
De heer Geitenbeek oordeelde ook, dlat
persoonlijk contact voor de arbeidsverhou-
dingen iets is, wat men niet behoeft te on-
derschatten. Spr. vraagt, hoe het persoonlijk
contact tusschen landbouwer en landarbeider
verstaan moet worden.
De heer Kooy kwam daar vanmiddag op
terug.
De heer J. M. Blauboer weet uit ervaring,
van hoe groote waarde het peraoonlijk con
tact is. Spr. wil dit omschrijven als: dc ar
beiders als menschen behandtelen. Spr. vraagt
evenwel of dit terrain zoo ruim is, dat het
steeds de menschen zal belnvloedcn, hun best
te doen voor dte zaak. Spr. v-r-aagt, of
wanneer blijkt, dat het wantrouwen er z66
diep in zit en ook bij verdere doorvoering
van het peraoonlijk contact, dat de verhou-
dingen scheef blijven en de werkgevers toch
met den nek woiden aangezien, het niet ge
wenscht is om naar prestatie te beloonen,
zooals in Amerika, waar degene, die het
meeste presteert, ook het meeste in zijn por-
temonnaie krijgt. De arbeideraorganisaties
digd.
„Maar dlat died' ik -niet Ik begon met haar
eeret uit wrok omdat ik boos op u was -
en elltemdig en zriji was er n-u eenmaal. Toen
was ik in eem engte gedreven voondat ik wist,
waar ik was en ik moest ermee dteorgaam.
Niet", voegde hij er hdjj, „daji ik mijl sorns niet
geamiuseerd' heh."
(Sophie richfte zich steak op, haar hart (be
gon weer gewoon tie kloppen.
„Hc ben blij, dat u er iets van gtehad hebt!
Goedem middag."
„Wachit evenn zitei hij. „Ik moet u eeret
nog wat vragem. Is u blij! of spijit het u, dat ik
vriji ben
,,'Het kan me nieis schelen", zei1 Sophie,
ikoel en hoog.
„Ja, dat kan wel. He wil eens voor al we
ten."
„Ik begrijp heusch niet ''Ze hield haar
hoofd achterover en' -leek heel 'groot.
!De voeistappen van dten Toopjongen met
een kaara het was den aaidige, ouderwet-
sdie zaak kon men hooren naderen.
,ySophie", fluistteride hijl dringend, „ik heb
jou al dien tijd liefgehad. Ik heb geprobeendi
er over heen te komen, maar het ging niet,
zelfs toen1 ik dachit dat ik niet de irunste kons
had, maar voordat jijl en msvrouw Watson'
weg gingem, begon ik te denken dat je mis-
schien van me waarii gaan houdten, als ik vrij
geweest was, om het te probeeree. Wil je het
mij nu laten probeeren 7s
„Afls je denkt dat het de mocite waand' is
begon Sophie ademioos want haar hart
weer te kloppen.
het pleit voor fij-ne gevoel van den
loopjongen, dat hij, den hoek omlkomende, op
eens en met opzet zijta blaker liet vallen en
naar een afgetegen deel van het hiuis ging om
de kaara weer aan te stekem.
Juffrouw White zag hen samen weggaan
en eei tot mevrouw Pembertom die in die
letskamer oofmowM, dat. ate «e niet gaarai^
begon
Eta
bcleggen daar hun strijdkaasen deehnatfg in
de aandeelen van de fabrieken, waar de geor-
ganiseerde arbeiders werken. Daardoor ge-
nietan zij de revenuen van het bedrijf en zal
men dichter komen bij hetgeen die sorialisten
willen bereiken, als door het peraoonlijk con
tact. Spr. vreest, dat de invloed van het per
aoonlijk oontact zal vervallen, als bet op de
dubbeltjes aankomt. Men zal meer bereiken
door de werkers financieel in de zaak te be
trekken. Men kweekt spaarzaamheid en ar-
beidslust, door hen de gelegenheid te geven,
de penningen van zichzelf door middel van
nun strijdkasaen in de onderoemingen te be-
leg gen, waarin zij werken.
l5e heer Kooy meende, dat, hetgeen de heer
Blauboer wilde, nooit zal gebeuren, wanneer
er geen vertrouwen in den ondememer en1 in
de ondememing bij de arbeiders bestaat.
De heer Blauboer ziet dat niet in. Men kan
d'en leider van een fabriek in zijn kundighe-
den vertrouwen, zonder hem overigens ver
trouwen te schenken. Wanneer de arbeiders
aandeelhoudere gemaakt worden, dan hebben
zij ook te beslissen, of de leider kundig ge
noeg is, uit de zaak te halen, wat er in zit.
Dte heer Kooy oordeeldte, dat men nu dreig-
de, in een bespreking te vervallen over het
dteelhebbersehap in de winst. Daarover kan
men nog wel dagen spreken. Een groot be-
zwaar aaaraan verbonden ligt. volgens spr.
hierin, dat daardoor de arbeiders vast ver
bonden worden aan' de ondememing.
De heer C. Nobel oordeelde, dat de heer
Blauboer uit het Amerikaansche geval, waar-
op hij doelde, em te verre condusie trok. Men
heeft daar, om macht uit te oefenen op den
ondememer, de hypotheek op de fabriek over-
genomen.
De heer Blauboer stemde toe, dat het geval
plaatselijk was. Spr.'s conclusie was evenwel
juist, als men deed, zooals hij het had aange-
geven..
De heer Kooy betwijfelde, of de arbeidlera
het meest tevreden zijn, wanneerzij het meest
in
den
zijde van de zaak. Spr.
-deze lezing meer den nadruk leggen op de
idegele kant van de kwestie. E>e tijdien, waar-
over spreker heeft gesproken, zijn in 1912 af-
geloopen.
De voorzitter sloot hierop de morgenbijr
eenkomst met den wenscli, dat in de middg-
bijeenkomst de kwestie verder uitgewerkt zal
worden. (Applaus).
UIT BEBGEtN.
waren,, ze bet hoorden te zijta. Mevrouw
'emberton bracht dit den volgendem morgen
aan' mevrouw Bean over, die toen in sbaait was
om te zeggen dat het jonge paar zijn plicht
gedaan1 hadi en dial de Nortons er zeer 'Mij
mee waren., al haddten ze natuurlijk liever ge-
ziea, dlat Pieter een meisje met wait geld' geko-
zen had. Zij- kusten' Sophie echter met groote
hartelijlkiheid en waren bliji, dat het niet eager
was. Maar waarvan moesten dte jongelui
leven? Daarvan zou pas na jaren sprake zijn,
verzekende Sophie met! Mozendl gezicht en om
van onderwerp te verandenem vroeg ze, of zdj
gehooid hadden, dlat mijinheer Golding een di
ner zou geven in het Terminus Hotel om het
heretel van mevrouw Bean te vieren. Mlorgen
zxjurien dte uitnoodigin'gten verzonden woiden
en iedereen werd gevraagdi-
Dit gaf inldlerdaadi laffleiding aan. de 'gedach-
ten dter Nortons eigenliilk praatte miemand
in onze straat over iets andcrs, totdat de groo
te gebeurtenis pl'aats had. Het Meeik onmoge-
lijik een. geldjik getal damies als heeren te heb
ben,, dte zaak werd! dus geregeld op dten voet
van een openlbaar feestmaal, en ae voorui't-
zorgendte gastheer bracht uren dloor in over-
leg met den directeur van het Terminus Bo-
tel, die den heer Golding gedurende vele ja
ren gtekend en geateht had, of hij zou zich ze
ker verzet hebbm tegen de bevelen aangaande
de verechheid van de visch en de uitstekende
kwali teit van het vlieesch en de champagne.
Mevrouw Bean haalde het naaisflertje als
't ware v'an den dremipeli van andere klanten,
met de verklaring die werkelijlk op zeer da-
mesachtiige manier aanvaard1 werd dat
geen vrouw, die zich zelf respecteerdte, kan
verechijnen op een te harer eer gegeven (diner,
in eeh japon, die dienst had gedaan voor een
gewone avondparitlj met niets dan sandwiches.
Diit was duiddijk en de eenige vraag, die op-
gelost moest wordten was welke oude ja
pon of japonnen zouden den grond voor de
nteuwe whelping' woanea?
ordf vervolgd)
In verb and met 'het afstemmen door den
raad' van de verzoeken der arbeidersonganiea-
ties en van „Bengens Belang" om weder aan
te sluiten bij het werid'oosheidsibeeluit 1917,
waardoor •werbloozenarbeidere, aangesloten bij
vereenAgimgen met werkloozenkaseen een uit-
keering Ikenden ontvangen, woirdt er heden-
avod in de mefkealon van den beer Booe, een
protestvergaderin'g gehouden, belegd door den
Alg. Ned. BouTwakarbeiderebond en de
S. D. A. P.
Als sprekers voeren het woord' de heeren
Hariot en Westerhof.
Da raad vergaderde Einsdiagmorgen vol-
tallig.
De voorzitter opende de eerste vergadering
met den wensch dat 1921 voor Bergen een
goed jaar zal1 zijn. Br zijn al stemmen opge-
gaan die rerwachten, dat de opbrengsten dat
jaar niet zoo gunstig zullen zijn en zelker ziet
het er in de werel'd niet rooslkleurig uit. Spr.
wil het ibeste bo-pen, maar wanneer de op-
brengsten minder worden, dan zal het per
centage vo r den H. O. hooger moeten.
Spr. heette d'e heeren welkom en sprak de
heste wenechen voor hen en de gemeerute uit.
De notulen van de 3 vorige vengaderingen
werden hierop onder danlkzegging vastgesteld.
Inigekomen was een schrijven van den heer
Besse houdende bericht van aanneming zijner
benoeming tot lid' van het burgerljjk armbe-
stuuT.
Van den heer Dinigerdis was een schrijvem
namens de bewonere van den Zakendijk,
ingeikomen, waarin damk betuigd1 wordt voor
in orde 'brengen van dezen dijlk.
Van den heer Pascha was een (bericht van
't aannamen zijner ibenoeming als onderwijzer.
.Van het bestuur der Berger Sporbvereena-
ging een danlrbetuigimg voor het toegezegde
sportterrein.
Van de V. V. V. een dankbetuiging voor de
subei die verhooging.
Van den nachtwaefht en den opzichter wa
ren darikbetuigingen voor de verhooging van
hun jaarwodden ingeikomen.