Drie betan^rpke Yragea. Uit onze Staatsmachine. gnsbclasting: in aaiurnerlciin-g komt, die wij in DuilBchland hct ,,Rridi*wropier" noemen of, zooals de scherpc volkshumor het noemt, de Kaiser Wilhelm-GedAchtnisspende". Ten. tweede wordt een nalatenschapsfodasting ge- hcven, die bi} zulfee groote so-mmen en waar- den tot het reueachuge stijgt. En iten derde moet'cr nog ecu successi belasting bebciki worden. De dingen zijn in dit geval nog bi- zander hard daar de erfgenamen ooflc niet in do gelegenneidi zijn, dte oeroemde schildertj- eij zonder meer -to vericoopen Want wij heS>- bc-n ook een kunetuiitvoerwet, die den verkoop van bepaalde, huitengewoon belangrijke wer- ken naar het buitenland verftiedi Er best a at een lijet van de gewichtigate kunatwerJceni in Duitachiland, die dteze-wet aangaat, en Miar- kua Kiappel had zoo prachtig gdkocht, dat bij- na zijbi -heelc verzamdimg er op voorkomt. Een< verkoop in Duifschiiaad zclf Joan niet ter aprake komen, zuUce aormmera, zooals ze hier verlamgd zouden moeten worden, lean tegen- woordiig bij ons geeni particuilier en geen mu- •e-um betalen. Nln staan de erfgenamen <iaar en wetem niet wat te dben. Worden de geweldige belas- tingen z66 berekend, als ik het boven aandnid. de, dan blijft him absoluut niets over dan de schilderijen ja zij hadden dan nog sdiul- den aan den ataait! 'Mien probeert nn de zaak zioo te wendfen, dat de staat ericent: met toe- kennen' van' de boven allle begrip kpstbare schilderijen aan het groote publiekL is alreedis het grootste ded' der beladingsovuSd veref- fend. Alieen slechts wanneer deze opvatting ingang vindt, behouden de erfgenamen van den rijiken man van de geheele nalatensch-ap van hun vader en grootvader nog lets over En sledits dan krijgt ons museum de sdh.il- derijen. Eep merkwaardige geschiedenis, die tegelijkertijd toont, hoe slecht het den ouden rijkdotn in Duitschland tegenwoordig gaat ook dan, als hij zijn geld voor de moowte, edclste doeleinden gebruik heeft. Maar met deze belastingen van deu st rt zijn wij nog lang niet aan het einde. Nn ko- meu de gemeenten, de steden aan de beurt Vroeger hieven bij ons de gemeeuien zeif in- komstenbelastingen, waairvan zij haar uitga- ven bestreden Volgens de nieuwe wetgeving heeft eehter slechts het Diiitsche rijk het recht, directe inkomstenibclaating te heffen Het „Rijk" zal dan aan -le gemoeoten subsi dies geven. Deze subsidies zijn ondei tus- •Chen nergens voldoende. Tengevolge hier- van maken de stadvaderen zich noofdtore- kens, hoe zij met listige buiiengewone nieu we belastingen den inwoners het leven zwaar kumien makc-n |t. h t i lij.sche strrdliuis heeft men een heelc wclriekende ruiker daar- von samcngcsteld. -Daar moot spoedig een ..Woningluxebelasting" geheven worden d. w.z. dat ieder huisvader voor de kamens, die tot het behagen der lamilie dlenen, en wuarvan de nooilzakelijldicld vun de aparte leden van de hulshouding niet duldelijk be- wezen kan worden, een aardig 6ommetje moet betalen Verder zal er ecu „dienstb<j- dcnbelasting" komen dua voor keukcmnel- den, kaniermciden, kinderjuffrouwen en/.. moet inen ulweer aar<iig wat gekl op tafel leggen, Zoo gaat het vercler. Hot ontbreekt er nog maar aan, dat een belasting op rusturen of grapper (tnisschleu slechts op flauwe grappen) of wel een kusbelasting wordt ln- gevoerd. Waarbij ieder Berlijner van de kus- son, die bij in don loop van het jaar get-ft, b ek te houdon en voor het eimiaantal een eed af te leggen zou hcbben Wanneer voor alles luxebeuisting betaald moet worden, zoo is hot niet in to zien, waarom men bij deze mecst geliefde luxe een uitzonderlng zoii ma ken. Wanneer men dit alles hoort, zoo is het eigenlijk niet te begrijpen, dat in onze stad nog zooveel wcrkijvdt en ondernenringslust bestaat. Niettegenstaande is dit het geval, en hfet buitenland mag daaruit oomaken, dat de taaie levenskrachl der Duitscners oox in de ze tijden van ongehoorde verdrukking niet te kort schiet. Zoo zijn er nu plannen tot nieu we bouwwerken opgekomen, waaraan men zich vroeger nooit waagde: n.l. aan de op- richting van j-euzenhuizen naar Ameri- kaansch voorbeeld, dus voor „wolkenkrab- bers." Ook in het tijdvak van onzen grootsten bloei had men zulke plannen als phantasti- sche ontwerpen bescliouwd. N'u gel oof t men, dat men op deze manier de onverdraaglijke last van den woningnood zou kunnen ver- minderen. Men berekent: als het mo- gelijk zou zijn, In het binnengedeelte der groote stecfen in plaats van de ricli daar bevind idc kleinCre inagazijnen of zelfs van oade woonhuizen, die reeds lang voor zaken. bureaux en industriecle doelcinder# ingericht zijn, hemelhooge,wolkenkrabbers te zetten, zoo zou hierdoor een enorme hoeveelheid wo- ningen vrij komen, zonder dat* de stad zich in het onmetelijke zou hoeven uit te breiden. In verschillende steden hebben de architecten reeds prijsvragen uitgesdireven, ontwer pen voor skyscrapers" te verkrtjgen. En nu juist heeft in Berhjn een bekend bouwmees- ter voor den noodigen nieuwen bouw van een staatsbestuur het plan van een huis van 10 verdiepingen uitgewerkt en ter goedkeuring voorgelegd. Volgens Amerikaansch begrip is dat slechts heel bescheiden. maar de Ber- lijnsche politie werd er duizelig van en wei- gerde toestemming. Waarop gjroote ver- toomdheid der arcnitecten, die zoo lang niets te doen hadden, daar door de hooge kosten heelemaal niet gebouwd kon -worden, en die nu groote loonende nieuwe werken in 't ver- schiet zien. De politie zal haar oude inzich- xen spoedig moeten herzien. Op den duur kan zij tegen de openb'are meening in den te- fenwoordigen tijd nauwelijks meer iets doen in zoo zullen wij dan zeker in afzienbaren tijd nieuwe wolkenkrabbers-plannen zien ver- rijzen en misschien werkelijk het schouwspel beleven, dat de hoofdstad van het overwon- nen en xmtredderde land in de verschrikke* lijkste periode, die't ooit opgelegd was, 't aan zien aan nieuwe vormen geeft en ondanks alien nood' met moedigen durf den weg der toekbmst betreedt. Berlijn met wolkenkrab- bers dat zou een nieuw beeld zijn Dr. MAX OSBORN. ProTlnciaal Nieuws. BELANGRIJKE ZAKEN OP IANDBOUWGEBIED. De derde cursus van de Vereeniging van Oud-Leerungen te Schagen, 31 Januari in hotel „Vredeiu8t" gehouden. was gewijd aan een bespreking over de onoerwerpen: „Mo- derne arbeidc-rsbeweging en arbeidsverhou- dingen bij den landbouw, door den heer C. Kooy; leeraar aan de RijkslandBouwwin- terschooi te Schagen. Punt 2 onder Opleitling en Onderwiis oor- deelt spr. buitengewoon oelangrijk. Daarin ueemt de Friesche Maatsehappij stelling te gen het atrevtn om liet lager onderwijs te piatte iande op dezelfde wijze in te richten als op de schoien in de steden. En het derde punt komt heelemaal in de goede richting Het voomaamste is wel het bevorderen van bet vakonderwijs under de jonge landarbea- tiers. Het opnemen van de balrijisleer als vak van onderwijs is gewenscht en zal er zooveel mogelijk op gericht moeten zijn, het aociaai inzidit te vergrooten. Men kan dan- twins wtjzen op de noodzakelijkheid van sa- menwerkmg en toonen. dat men van goeden wtl is. Het persoonlijk contact kan ook tot stand komen door te doen, hetgeen de heer Zeveuster in Lier deed, aan de arbeidere deel- ucmtng in de winst te verzekeren en een maatsehappij op te richten. - Spr. is persoonlijk eeq tegenstander van dat stelsel. Redelijk loon gaat boven dien gereglementeerden maatregeL In Engeland, Austialie en Nieuw-Zeeland heeft men gepro- beerd, een wetteliik loonminimum vast te stel- ien en steeds is dat op fiasco uttgeloopen. In Nederland is een soortgelijke maatregel ge- nomen, door in bestekken van werken, voor het Rijk uit te voeren, minimum looneischen op te nemen. Of dit altijd den loonstandaard zal bdnvloeden, geiooft spr. niet Spr. is van meening, dat deelnamc in de winst in strijd is met het eerlijkheidsprincipe. Wan neer de arbeider deel heeft aan de winst, dan moet hij ook deel kunnen dragen in een ver- lieSu Gemaakte winst wordt meermalen ge- bruikt als reservekapitaai voor slcchte jaren en de arbeider is niet in staat, om zijn deel- name in het verlies te dragen en spr. oor- doelt de maatregel dan ook denzijdig en niet juist. Nog een andere reden is er waarom spr. tegen deelname in de winst is. Stel het ?wal, dat normaai het loon 24 per week is. )ok wanneer de boer verliest, bctaaft hij dat loon uit. Wanneer bcslotcn wordt, om deel name in de winr.t te geven, dan zal het loon met zoo hoog bcpaald worden dan waxmeer dat niet het geval is. De arbcidcrs zullen dan f 18 of J" 20 ontvangen met het uitzicht, later een som ineens te krijgen. En hct ge- beurt dilcwijls, dat een arbeider, al heeft hij maar voor de hclft of voor 10 pet. uitzicht op een sommetje, dat de sum dan al beateed is, eer ze is ontvangen. Blijkt dan aan het eiud van hct jaar, oat er getn winst gemaakt is, dan krijgt dc arbeider niets uitbetaald en k i hij dc gemaakte schuld nici. beta leu. Door het lumgaan van oen inaatschap met den ar beider wordt deze ook aan het bedrijl gobon- den. En in dit geval is die gcbondenheid een vrijhcidsbepvrking. Er is nog een ge- vaar, waarop gelet moot wordem Stel, oat een onderncmcr. die 5000 verdiende, aan zijn vaste arbciciers, die ieder 1000 per jaar vcrdienclon, 750 per jaar plua een uandeel in de winst geeft. Stel, dat nij dan het jaar daarop weer 5000 winst heeft en daat vati j 1000 aan zijn arbeiders geeft. Die hebben dau ieder 1250. Hij zelf qloct dan tevre- den zijn met J 2000. De lioofdelijke omslag in progresatd sauiengestclxL De boer met il 5000 had heel wat te betalen. l>e arbei der met 1000 weluig en met 1250 ook nog met veel, De boer 'met 2000 betaalt nu ook licel wat miudcr en het gevolg it, dat aan belasting van zo&a bedrijf heel wat minder ociaald woidt dan vorige jaren. .Wanneer in een bepaalde omgevlhg veel boeren tot zoo'n maatregel ovcrgaau, dan zal dit tm gcvolge hebben, dat de belastingen voor de anderen stijgen Wanneer then er toe overging, dan zou het maar het beste zijn,' dat men er allc- maal toe overging. Van veel beteektenis vond spr. ook Jict artikel in het laatste num- mer van het Algemeen Landbouwblad over de. loonbepaling bij den landbouw. Spr. gaf in overweging, dit artikel te gaan lezen. Het blijkt ook daar, dat verbetering mogelijk is door het middel, dat spr. hedft aangegeven, het persoonlijk contact. Spr. was zeer zeker buiteijgewoon ttnzijdig geweest. HIJ kon zich voorstellen, dat velcn wat anders, mis schien een meer wetenschappel ijke uitcenziet- ting hadden verwacht. Hi] had zijn onder- werp evenwel z66 ingekleed, omdat de an dere wjjze al zoo vele malen in de courant eh In vergaderingen naar voren was gebracht. Onder deze omstandjgheden had spr. er de Voorkeur aan gegeven, het eene belangrijke punt, het wegncmen van de oorzaken van den strijd, naar voren te brengen. Wanneer ieder in eigen kring zooveel mogelijk wil me- dewerken om dat groote doel te bereiken, wanneer slechts ieder van deze gedachte iets mee naar huis wil dragen, dan was spr.'s moeite voor vandaag rijkelijk beloond. (Ap- plau's). De voorzitter geloofde wel, te mogen constateeren, dat de heer Kooy zijn gedach- ten duidelijk naar voren had gebracht Hij had getoond, op dit gebied niet de eerste de beste te zijn. Spr. verzocht de deelnemera om in de volgende lezingen des middags niet meer onder ac lezing naar binnen te komen, maar te •orgen, op tijd present te zijn. (Ap- plaus). Ook spr. nam aan, dat vakopvoeding de sa- menwerking verhoogt en veel tot de arbeids- vreugde bijdraagt, omdat men daardoor de arbeid leert begrijpen. Wanneer spr. evenwel naar de ambachts- lieden ziet, dan rijst bij hem toch wel twijfet, of vakopleiding tot samenwerking leidt Spr. vraagt daarom, waarom de heer Kooy ver wacht, dat in den landbouw de vakopleiding de samenwerking zal verhoogen. De heer Kooy oordeelde, dat de voorzitter het hem wel moeilijk maakte. Spr. vroeg, of de heer Qovere dan maar wil, dat de men- schen dOm blijven. De voorzitter: „Neen, in geen geval". De heer Kooy meende, er duidelijk op te hebben'gewezen, dat het zijn bedoeling niet is, alleen speciale vakopleiding te hebben. in bet algemeen wil hij bo venal het verantwoOr- delijkheidspeil van de landbouwbevolking hooger brengen. Vakopleiding stelt hij niet op de eerste plaats. Dat in de industrie de vakopleiding niet tot samenwerking heeft ge leid, moet men niet direct toes^hrijven aan het onderwijs. Mfen mag niet vergeten, dat, wanneer de jongens van school komen, direct de invloeden van de praktijk op hen werken. Ook krijgen zij dan dadelijk contact met de fabrieksvereenigingen en krijgen zij andere lectuur onder de oogen. Dit alles kan hen in de verkeerde richtmg sturen. Spr. meent, dat verhooging van het verstandelijx peil van den arbeider een middel kan zijn om tot ar- beidsvreugde te komejj en dat dit in de twee- de plaats hem rijp maakt om bepaalde kwes- ties met hem te bespreken. Het is bekend, dat landbouwers, dm 10 arbeiders hebben, dilcwijls slechts met 66n technische kwesties kunnen bespreken. Als arbeider. in een kunst- mestfabriek heeft spr. in de praktijk veel scheikundige proeven genomen en wel, yan zoodanigen omvang als hij nu als leeraar in de scheikunde niet kap. nemen. Spr. be- greep toen niets'van die proeven. Het klein- ste beetje inzicht daarVoor is bij de arbeiders niet aanwezig en juist daardoor viel de ar beid hen zwaar, terwijl vele ingenieurs dag en nacht aan die zelide proeven werkten om verbeteringen aan te brengen. Qok zij ver- toefdai in die onaangename omgeving, en deden dat met plezier, omdat ze begrepen, wat ze dedca. Dit werd spr. later duidelijk, toen hij door zijn studie van de scheikunde dit ook begreep. Het is niet goed, dat de arbeiders plotnp vcrloren voor hun werk ge- roepen worden. Wanneer zij begrijpen, wat zij doen, gaat het veel beter. De voorzitter constateerde, dat de spreker de opvoeding van de arbeiders in het alge meen, ter bev ordering van het sociaal gevoel, voorop stelde en spr. was ook van meening, dat er in dat opzicht voor de landbouwers niet te veel kan worden gedaan. Dit zal ze ker moeten leiden tot de verhooging van de samenwerking. De heer Kooyv wees er nog op, dat 10 jaar geleden de landarbeider v£r beneden den vakhian stond. Een landarbeider kreeg geen kans am zelfs met de dochter van den ldein- sten boer te trouwen. De zoon van den land arbeider, die naar de ambachtsschool was geweest, kreeg die kans wel. Men moet lee- ren, de landarbeid als een vak te waardee- ren, waar enorm veel inziL W vboer v overtuigd, dat de- gene, die zijn vak goed verstaat, met meer liefde zijn werk verricht. Degeue, die goed ploegt, doet het graag; die het niet kan, wil er liever niet van wetcn. De heer Kooy oordeelde ook dit van groo te beteckenis. Hoe noodig het is, dat de ar beidere wetcn, wat ze doen, blcek hem bij het aanleggen van ceq proefveldje, waarop kalk moest worden gestrooid en wat door ae arbeiders, die door omstandigheden van diep baas geen anwijzingen haden gckregen, ge- heel verkeerd werd gedaan. De heer Smcedln'g las in het resumd van den spreker, dat Staatsiiwncnging, gericht naar de toestanden in de Industrie, voor dm landbouw nood'lottig kunnen zijn. Dit is zeker z66 bcdoeld„wanneer ze op dezelfde wijze bij den landbouw toegepast wordt." Mum hct kan ook z.66 bcdoeld zijn, dat de uitwerking van de sociale wcttn op indu- strlegebied direct reeds noodtottig voor den landbouw kunnen Worden. Spr. oordeelt het evenwel bestaanbaar, dat de industrie er schade van heeft, dat de Staat op liaar gebfed heeft ingegrepm en de land bouw heeft vrljgelaten, waardoor die er van profiteert. Tot nog toe hebben de socialc wetten ge- leid tot kortcr wcrktijd met behoud van bet- zelfde loon. Men client eehter te bedenkm. dat hct in werkelijldteid is: kortcr wcrktijd met behoud van hetzelfde geldelijkc loon. 1 let ia zeer wel mogelijk, dat na Jaren zal blljkcn, dat het zakeli]ke loon lager ia gewor- den, waardoor indirect de arbeiders toch de dupe zijn geworden. De maatrcgelen wer- knt op versctiilkndfc manicren door en spr. oordeelt den 8-urigcn werkdag in het land- bouwbcdrijf iets, wacfrover gepraat moet worden. Men moet onder de oogen zien, hoe het daar zal moeten. Inzake de dcelneming in de winst in het bi'drijf vroeg spr.: „wie zal die winst bepaj len? De winst in het landbouwbedrijf is reeds uiterst moeilijk te controleeren. De boek- houding kan wel een bedrag aangeven, maar of dat ae winst is, is de vraag. In de tweede plaats kan spr. zich voorstel len, dat dc aandeel in da winst hebbende ar beiders zich gcinteresseerd gevoelen bij het bedrijf en het dus beter zullen viuden, dat de leiding in het bedrijf op een andere manier geschiedt, dan zooals de leider meent, dat het moet. De financieele resultaten van hct bedrijf Ttunnen daardoor bei'nvloed worden. Verschil- van meening omtstaat dan en onaangename dingen moeten dan voortvloeicn utt die me dezeggingschap in het bedrijf. Of nu het daardoor te veel gebondea worden aan het bedrijf een nadeel zou zijn, weet spn niet. Juist de landarbeiderswet beoogt, de land- arbeiders.aan het land te binden. Men wil daardoor de stabiliteit van de arbeidersibe- volking te piatte lande in de hand werken. Ook spr. gaat met het laatste artikel in het Landbouwweekblad accoord, maar meent toch, dat er voor de arbeidersorganisaties nog wel een taak is weggelegd, n.1. het loon te brengen op het peil, waarop het zijn kan. Spr. is overtuigd, dat in Groningen het loon met z66 is, als het moest zijn. De heer Kooy had slechts opgemerkt, dat door aandeel in de winst de bewegingsvrij- heid van de arbeiders eenigszins wordt ge- bonden. Spr. had niet bedoeld, dat het ver keerd was, dat die stabiliteit werd bevQrderd. De voorzitter betoogde nog, dat de ver schillende bedrijfsvormen in den landbouw het collectief contract in den landbouw bui tengewoon moeilijk maken. Gaame vcmam spr. waarom de inleider het niet wenschelijk vindL De heer Kooy dacht er precies over als de heer Govers. Spr. wilde nOg op de eigenaardigheid wij- zen, dat bij de cooperatieve afzetfabrieken, de zuivelfabrieken, enz., de boeren zelf in de industrie zijn terecht gekomen. Spr. ziet daar in een niveauleerend middel tegm de over- heersching door de industrie. De heer J. M. Blauboer vroeg, hoe de heer Kooy dit bedoelde. De heer Kooy verwees den heer Blauboer naar het socialisatie-rapport der S. D. A. P. Daarin staat, dat sociaiisatie in den land bouw buitengewoon moeilijk zou zijn, wan neer de landbouwtoestanden waren, zooals vroeger. Nu de landbouw reeds gedeeltelijk in de industrie is gegaan, heeft ook daar con- centratie van kapitaal plaats en wel zoo groot als men dit bij de industrie maar kan denken. De heer Blauboer was het er wel mede band met punt d. De heer Kooy merkte op, dat men wat langs elkander been praatte. Spr. had "mis schien beter gedaan het laatste niet te zeg- gen. De heer BIBauboer was het er wel mede tens, ciat door de zuivelfabrieken de boeren op het oogenblik industrieelen waren ge worden. Het verband daartusschen en de neiging tot daling der prijzen van de produc- ten en tot stijging van de arbeidsloonen zag spreker niet. De heer Kooy wees er op, dat door het in- dustricel worden van vele boeren een groot deel van de schade, die de boeren door hct verschijnsel ondervinden, voor een groot deel genivileerd is. Vroeger werkte de industrie alleen vaak schade brengend aan den land bouw, door het coopereeren trekken de boe ren nu aan den anderen kant ook de voordee- len uit de industrie. De heer Kistemaker vemam gaame wie het door dfcu heer Kooy voor de toekomstige landarbeiders gewilde onderwijs moest ge- veu.- De heer Kooy vreesde, dat nu waarschijn- lijk die menschen niet te best te vinden zullen zijn. Onder de landbouwonderwijzera zijn er weinigen, die weten hoe ze dit moeten bij- brengen. Het is dus eerst noodig, dat deze er zelve wat van leeren. De heer Smeeding oordeelde het een ge- brek in de <oplciding van de landbouwonder- wijzers, dat bij hun oplciding er tc wcinig re- kening mede gehouden is, dat ook zij voor de taak komen te staan de arbeiders sociaal in zicht bij te brengen. Waarschijmlijk worden hierv^or als bijopleiding voor hen speciale cursussen ingesteld. Onze schoien moeten daaraan ook meer aandacht besteden dan vroeger. IX- heer Kooy vreesde niet, dat de jeugdige leeftijd voor de leerlingen daarbij ecu be- zwaar zal zijn. Aan de Landbouw-Winter- school te Schagen geven de leerlingen blijk het zeer op prijs te stellen. De heer Kesteloo dankte voor de uitnoodi- ging, de lezingen bij te woneu. Voor de woordea van dank door den voorzitter hem gebracht voor het winnen van nieuwe leden zegde spreker mede dank. Spr. kvtftin aan c school -lis oud-zeeman. Gulurende de ja ren, dat hij er werkte, heeft hij veel sympa- thie voor den landbouw gekregen. Het ijzer dient gesmecd te worden als hct heet i$. De beste lijd om leden voor dc vereeniging te winnen is, die waarin de ongens de school verLatm. Spr. zal dan ook, zpolang hij aan de school vcrbonden is, de jongens vragen lid te worden. (Applaus). De voorzitter zeide, dat hct juist dezen ijver van den concierge was geweest, die het bestuur aaulciding had gegeven ook hem uit ic- noodigen. Het applaus was wel het bewijs, dat de toc- zegging zeer op prijs wordt gcstcid. Spr, bracht liicrop den heer Kooy danik voor de wijze waarop hij door zijn lezingen het gezichtsveld van de cursisten had ver- ruimd. Spr. waardecrde het. dat de spreker juist dien kant van de kwestie belicht had, die nog maar zer wcinig naar voren gebracht was. Spr, was overtuigd, dat de heer Kooy troef had gcspeeld cii hoopte, dat zijn hoorders, wanneer het er toe kwam, troef zouden be-- kennen. Spr. hoopte, dat dc heer Kooy den dank van ae oud-leerlingen, die lion met bc- langstelling liaden anngehoord, wel zou wil- len aanvaarden. (Applaus). Weria Bfwwaageolmwhigwi begrrepen I Bessft men fist sot-sot I Zen fret nftef versfcrn- <R® tdjtl on era bfiifuu xFeenrtsrdiSttVthoA) a an He nement RttgrpijTi) dn!xeHs!ie!dk BrfkHlbaarheid, tit- sdlootnsid, urinekwalra, renuwoverspsmofng, !<Mmt dsg«fc em sUpsIoozs jiaelitto, Etijve n gestrolfom gOTrrJefcten an pijnltfke epiaren dat zijn d# waanschuwingen. En (reran volgrt spoedig, want renrasrl«x?sing doet ernstigw rersohijnsej^n ontstaan «1« rberuinatiek, Ter ming ran ateen, spit, iachias. grareol-, nier- en blaasontateking. wetersuoht en urinezuui- rergiftiging. De weerstand hangv ef ran die volkomen filtratie ran het blood door door d» werk- aaamheid der nieren. Alios sou good gaan, indien de regele ran do natuur: gezond Ter- •tand, eenvoudig voedsel en gerogeldfi go- woonten, werden toegepaet. Maar ronduit gezegd, krijgt de natuur goon voldoende kans. Do nieren worden raak tot de grans van, uit- putting overspaanen, on dan pa# denkt men na. Draal niet in twijfel. Vgrmijd do gevolgsn van verra arloozin g. Bshcod do nieren mat Footer's Rugpijn Nieren Pillon. Zij varstor- ken do nieren, lenagen do blaaa, en hun wor king doet do rerechijnselan, doOt verzwakking van deze organea veroopsaakt-, r«rdw5jnen. Fostor'a Bugpijn Nieteu Pillon (lot or op, dat do handteekening van James Foster op de doos voorkomt), zijn te Aikmaar verier ijgbaar bij Nierop on Slothouber, I 1.76 per doos. AliBEiLD&GEfiOiilLLiENWET. Tu'ssehen kapitaal on arbeid, tuwehen werk- gevor on werknemor komon al eedert tiontal- lon van jaren telkena weer boteingen voor, die het gevolg zijn van ibolangenvereohillen. Hoe nauw het .'belang van beide partijon, theore- tiaoh goaproken, ook verbonden ia, de praktijk van het leven en van de bedxijven stelt zo tcgenover elkaar. Staking en u 1 tel.uiting zijn <Je uitin^en dier varechillen en worden tevens ads middelen gebruikt om zo te -bealechten. Die belangenverachillen zijn niet nieuw; roede in de wet op de Kamere van Artbeid warden 'bepalingen opgenomen om tqt oplog- aing er van te komen; een bewijs, dat zij bij de invoering van die wet al een acherpen kant vertoondenen ieder weet, dat die lang- zaimerhandl vlij-mecherp ia gewoirden. De eenige poging, die gedaan is om derge- lijke geeohillen uit den wog te ruimen- van overtheidawege, li^t opgesloten in do atiraka bedoelde bepalingen van de wet op do Kamera van Arbeid en veel auooea ia daarmoo niet' bereikt; greet ia het gezag en- de'invloed van dje Kamera nieit; lang niet alle bOdrijven worden er in vertegenwoorddgdialleen minder betedkenende igeechillten worden aan haar o-ordaol onderworpen. Van 69 belangrijke ata- kingen en uitalhitingen ip hat tijdvak 1901 1909 warden maar #8 aan hat ewrdeal van da K. v. A. onderworpen an in maar 6 gavallan gelukte het den atrijdl te beslechten. Van de 366 atakingen in 1910, kwamen er 180 voor in bedrijven, binnen het re&sort der Kamera en maar in 2 gevallen eindigde de staking door haar invloed en van de 21 uitaluitingen, waarvan de Kamera op 10 vat konden 'hebben, werd' maar 1 gesuat door haar inwerking. In 1918 waa het reaultaat al even poover; van 103 atakingen, waarin de Kamera gekend konden worden, werden 3 door haar tuaschen- komat beeindigd en. 1 uitsluiting werd opge- heven. Ala er due van overheidawege wiat gedaan moet worden om den verlammendien invloed van eta'king en uitaiuiting tegen te gaan, dan moet er wat andera gedaan worden. Eln dat ia te meer noodig, omd'at de kane groot is, dat de eoonomieche belangeaatrijd zal toenemen. Van 19111(915 was het gemid'deld aantal stakingen 275 per jaar, in 19101919 was het aohtereenvolgiens 356—324306598. Gaat men daaribij nu, dat juist in onzen tijd het prodiuctieproces geen storing toelaat, dan ia een poging om tot beelechting van dergelijike geschillen te ikomen ten zeerste gerechtvaar- digd. Veraehillende methoden zijn daartoe in de versohi llende l'and'en en eta ten gevolgd. In de eerste plaats kan men aan partijen de vriiheid la ten om binnen de perken der straf- wet het geschjl uit te vechten, maar dc gele- genheid aanlbieden om vrijwillig gebruik te maken- van officinale organon om het geKckil te beslech ten. In de tweede plaats kan men, zooals in Canada, Roemenie, Noorwegen en ten deele in Franlkrijk de paTtijen verpl-ichten om niet tot staking of uitaiuiting-over te gaan, zoo- lang een verzooningsraad bezig ia het geval te onderzoeken. Dat iijkt wat op het beginael van den v, Ikenibond: geen oorlog beginnen, voordat het geschil' onderzoeht ia. In de derde plaats zou men, zooals in Nieuw-Zeeland en Australie, de anbeidavoor- waarden kunnen vaetetellen, waaraan beide partijen zich zouden hebben te onderwerpen en dus staking en uitsluiting ongeoorlcofd verlklare. Zoo iets heeft -men in EngeLand ge daan van 19161917 voor bedrijven, die met de oorlogvoering in verband etonden (Muni- tione of War Act). Maar van dat etakingsver- bod en de gedwongen arbitrage is men spoe dig na den oorlOg teruggekomen. Wat nu.onze Jliinieter van Arbeid heooft met zijn ontwerp„Bepalingen (ter) be voi der ing (van een) vrecdzame bijlegging (van) geschillen over arboidsaangelegeahedon ea (het) voovkomen daarvan" komt het meest overeen met de eerst aaggenomen methods de vrijwil'lige bemiddeiing en arbitrage. De overheid'kan drioiiorlei in -lezen d'oen: zij kan de bemiddelingsorganen instellen; zij kan den gang van dte (bemiddelingeprocedure vaststellen en de rechtegevolgen vastleggeii; z|j kan verder maar dat gaat verder de mogelijkheid scheppen om van overheidewege een enquete in te etelle£ naar de oorzaken van een ingrijpond conflict. Om te doen zien, hoe de Minister zich dit alles voorsteit, doen wij het best het wetso-nt- werp zelf te raadplegen. Het Rijk wordt verdeeld in die trie ton; In elk van die districten en voor enkele daaa-toe aangewezen bedrijven wordt een Rjjbsbemid- delaar aangeeteld, die werkzaam zal zijn aan de vreecfeame bijlegging van arbeidegeschiden of tot het voorkoinen daarvan. Wanneer een geechil ontetaan is, dat tot staking aanleiddng kan geven of reeds gege ven ie, waarbij- tonmi-nste 25 pereonen betrok- ken zijn, waarschuwt de Bungemeester den Rijkebemiddelaar en geeft hem de noodige inlichtingen. Geldt 'het een uitsluiting, dan kunnen de betrok-ken wericg^vers of arbeider# of de besturen hunner orgauisaties de tua- achen-k- met van den Rijksbomiddelaar inroe- pen. a Adht deze het geschil gewichtig gen-oeg, dan stelt hij- zich met partijen in betrekking en kan hij de betrokkencn of hun vertegem- woordi-gerre oprOepen om gehoord te worden. Om dubbele 'bemoeiing: 6n van den Rija»- 'bemid'delaar in van da Kamor van Arbeid te voor komen, wordt aad doze laatste van het optreden van den eerste kennis gegevenhet omgekeerde gebeurt ook, wanneer de tut- schenkomst van de Kaftor van Arbeid of een door haar aangewezen verzoenin gsraad is ge- vr-a agd on toegezegd. Gelukt het dern«Rijl^liemiddelHiir niet het geschil bij to leggon, 'an tracht hij partijen te bowegen de tussohenkomst van oen bemid- delingsiaad in te roepen of -de zaa-k nan een sohoidsgerooht te onderwerpen. Vojgt -bijlogging van het geschil dpor sen dozer middelen, dan wordft daarvahi.akte op- goma-akt. Maar de Rijksibemiddelaar onthoudt zioh van alio ibemoeiinig, wanneer do zaak door eigen be-middetaars of schoidsrechters der -par* tijen behand'eld is, of als hot gaat om eon po ging om te doen afwijken van' ean colleotieve nrbeidsovereenkomst- of van do betlissing van een overbedoeld •cheid»gereoht; of als >het geen belungenverschil, nmar - i r<nhl».re sell 11 is. Zoo do betrokkencn 'bij- een gescliil of oefl vrij groot aan/tial van hon eon s-ohriftolijk vor- zoe'k richten tot den RijkWbomiddelaer, kan doze overgaan tot de vorming van epn lc-mid- d'alinigeraad. De samonrtoll-ing daarvsn heeft plaats in overeenstemming met de partijen; op verzoek van doze kan de Rijk«t>enuddeliuir als voorzitter optreden. Die raad kan werk- gevers, arbeiders en bestuurders van Va-kvor- eenigingen, ook getuigen en deskundigen op- roepen en dezen Eooren door tusaohenkomst van den voorzitter. Blaagt die bemiddelingsraad in de bijlogging van het geechi-L, -dian wordt van de uitkomst aote opgemaa'kt. Slaagt hij niet, dan kan de bemi ddolinger a ad- zijn oord'eel uitepteken en kunnen. partijen de zaak nog pverwegen; of wel zij kunnen zich venbinden het geval nan een scheidegerecht te o-nderwerpen, tot welki eamensteUi-ng de Rij'k»bemiddelaur zijn mede- werking vorleont. Aan dat soheidmgereoht wordt alles moegedeeld'.wat dienstig is te we ten om zijn taak naar behooren te vorvullen. De Rijkebemiddelaar mag zelf niet als •oheidsman optreden. De partijen verbinden zich de eoheidareohtorlijke uitspraa'k te aan vaarden. De M:ihi«ter kan in bepaalde gevallen een acheictareohterlijke uitspraak vamietigen of eon horziening bevel en. Wanneer geen der nu besproken bemidde- lingsmethoden tot een besluit voert, kar do Minitrbsr, mits «r bij hst gwehil mssr dan lw arbeidsrs betr-okken zijn, een commissie van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 6