Alkmaarsche Courant Feuilleton. Woenadag 16 Febrnari. ProTinciaal Nieuws B». 19S1- Honderd Oris an Twlntlgsta Jaargang, BELANGRIJKE ZAKEN OP LANDBOUWGEB1ED Maandag, 14 Februari, werd in hotel „Vredelust" de laatsite cursusvergadering ge- houden van de cursussenreeks 1921, georga- niseerd door de vereeniging van Oud-leerlin- gen van de Rijkslandbouwwinterschool te Schagen. De voorzitter, de heer E. Dz. Go- vers, geloofde, dat hij de vereeniging wel kon feliciteeren, dat in de laatste cursusvergade- ring een van de eereleden, de heer S. Sme ding, directeur van de school, bereid was ge- vonden, het onderwerp„De afsluiting en diroog legging der Zuiderzee" te behandelen. Dat het onderwerp de aandacht van de oud-leerlingen der school heeft, behoefde spr. z.i. ndet aan te stippen. Dat Dr. Steen- huis dit onderwerp met zijn lezing oyer de geologic van N.-Holland en de Zuiderzee voorafging geschiedde mede op verzoek van den heer Smeding en zeer zeker zijn daar door de hoorders meer met het onderwerp bekend geworden. Spr. was overtuigd, dat mm hfflte" een onderwerp zou hooren behan delen, dat niet alleen theoretisch, maar ook pradisch voor de landbouwers van groot be lang is. Dat de heer Smediing dit onderwerp geheel belangeloos voor de vereeniging be- handelde, verplichtte op ziohzelf de vereeni ging reedls tot grooten dank en was weer op- nieuw een bewijs, dat hij de vereeniging een warn hart toedraagt. (Applaus!) De heer Smeding had' gaarne voldaan aan het verzoek om over het onderwerp een le zing te houdien, omdat hij meende, dat tot nog toe van landbouwkundige zijde veel te wemig aandacht is geschonken aan het vraagstuk van de droogmaking der Zuider zee. Spr. meent, dat meer belangstelling noo- dig is en hoopt, dat dit uit zijn voordraoht zal blijken. De zaak is voor Noord-Holland van groot belang, omdat N.-Holland er in de eerste plaats van zal profiteeren. Ook dit zou straks wel nader blijken. Om in een korten tijd een goed overzidht van het vraagstuk te geven, was niet gemak- kelijk. Langzamerhand verscheen daarover een berg lectuur. Jaren en jaren heeft men zich er mee bezig gehouden en zeker is. het niet gemakkelijk, alles, wat daarover in het licht verscheen, door te werken. Spr. heeft dat dan ook niet gedaan. Hij heeft hier en daar de zaak nageplozen en hij hoopt, dat, hetgeen hij zal geven, zijn gehoor een vol- doend inzicht zal geven in de vraagstukken, die in verband met de zaak zijn opgeworpen en aan den dag zijn gekomen. De vroegere planum zal spr. niet behande len. Hij zal slechts in het kort enkele noe- men, omdat daaruit zal blijken, dat hetgeen thans gaat worden, slechts een aanvulltog, een verbetering van een vroeger plan was. Het eerste plan was dat van den ingenieur van den Rijkswaterstaat, Van Diggelen en wel in 1849. Deze wilde de gaten tussdhen de eilanden dichtmaken em van het laatste eiland een afsluitdijk naar Grooihgen. In zijn plan kwamen breede kanalen voor en de afwatcrtog van den IJsel had hij1 zich gedacht in dc richttog van Petten. Zijn plan Sleek onuitvoerbaar, in verband met de diep- - te der gaten tusschen de eilanden. In 1865 verscheen er een nieuw plan van de Maatschappij voor grondcrediet, volgens een ontwerp van den Inspecteur van den Rijkswaterstaat Beyerinck. Dit plan was veel kleiner em beoogde alles droog -te maken bin- nen een dijk van Enkhuizen over. Uhk naar de Ketelmond Daartegen bcstonden dezelfde bezwaren als tegen net wetsontwerp van 1877, betreffende een afsluitdijk van den Blokkerhoek, bezuiden Urk naar den IJsel, welk wetsontwerp later werd ingetrokken. Bij die plannen kreeg mem dan n.l. geen meren en net grootc voordeel daarvan voor de scheepvaart en de waterstaatkundige belan- gen van de omliggende provindes zal straks wel nader in het licht komen. Door die plannen werd echter zoo'veel aan dacht op de kwestie gevestigd, dat het Ka- meriid Buma het voorstel deed, om van siaatswege een onderzoek te dcen instellen. Hiervoor werd toen evenwel nog nieta ge- voeld. 4 Januari 1886 werd die Zuiderzeevereeni- ging opgericht en wel in een vergadering van befangstellendm, besturen, leden van de lands- en gewestelijke vertegenwoordiging en technic, met het doel, een volledig en gron- dig (technisch en ftoandeel) onderzoek in- te stellen, zoodat kan worden vastgesteld, dat van particuliere zijde het toitiatief voor de zaak is genomen. Die Z uiderzeevereeniging heeft verbazend verdienstelijk werk verricht. Acht uitstekende nota's verschenen in het licht, met het gevolg, dat tengevolge van zoo- veel belangstelling de regeering inzag, dat ze aan het werk moest gaan en in 1892 een Staatscommissie instelde om de uitvoerbaar- haid te onderzoeken van de plannen van de Zuiderzeevereeniging, technisch gemaakt door den ingenieur C. Lely, ingenieur van de Zuiderzeevereeniging, later ingenieurs-chef In 1894 verscheen het verslag van de Staats- commisise en dat de plannen van de Zuider zeevereeniging niet slecht waren, bleek wel hieruit, dat de Staatscommissie met kleine uitzonderingen volkomen aansloot bij het Spr. oordeelde deze korte samenvattmg van de geschiedenis voldoende. Om aan te toonen. waarom het plan zooveel beter dan de anoere was, zou spr. te ver voeren en daarom zou hij er zich toe bepalen om het plan van de Zuiderzeevereeniging em de Staatscommissie te bespreken. Spr. toonde het plan op een kaart. Zooals men weet, zal er, volgens de wet van 14 Juni 1918, een af- s'uitdijk gemaakt worden van de-Van Ewijck- sluis naar Wieringen en van Den Oever naar Piiaam (bij Makkum in Friesland!). Deze dijk zal si edits 30 KM. lang zijn, een grondvlak hebben van 80 M. breedte en een bovenvlak van 60 M. In de dijk zullen 30 sluizen van 10 M. breedte ieder, voor de wa- terloozing van het I Jselmeer, worden ge maakt. De gemdddeldle diepte van de zee; waar de dijk komt te liggen, is sledits 3.60 M. Behoudens een paar diepe geulen van het Amsteldiep (11 M. diepte) is de maximum- diepte 614 M., beneder laag water. De af- dijlking is hier dus heel wat uitvoerbaarder dan van het Marsdiep, dat een diepte heeft van 41 M. De hoogte van de dijk is 5.20 M. tot 5.60 M A. P. In verband hiermede, zullen de aansluitende dijken worden verhoogd en wel die langs de rriesche kust en de Balgdijik van den Helder naar de Van Ewijcksluis. Binnen de afsluitdijk zullen vier droog- makerijen ontstaan; ten eerste de Noord- Westelijke droogmakerij (Wieringermeer,) met een oppervlakte van 21700 H.A., waar- van 18700 H.A. klei- en zavelgrondten tweede de Zuidwestelijke droogmakerij Hoornsche Hop) groot 31520 H. A. waar- van 27820 H.A. klei- en zavelgrond; ten derdle de Zuid-Oostelijke droogmakerij, groot 107760 H.A.. waarvan 98990 H.A. klei- en zavelgrond ten vierdte de Noord-Oostelijke, groot 50850 H.A., waarvan 48900 H.A. klei- en zavelgrond; totaal 211.83p H.A. I Wat dit beteekent, zal men begrijpen, als men daar tegenover stelt, de landvenneerde- ring in NOord-Holland dioor de droogmakin- j gen na 1600. De Wieringerwaard, droogge- maakt in 1610, bracht een landoppervlakte van 1560 H.A.de Beemster (1612), 6865 H.A.; de'Punner (1622), 3110 H.A.J de Wijde Wormer (1626) 1620 H.A.; de H.- Hugowaard (1631) 4015 H.A.de Scher mer (1635) 4515 H.A.; Koegras 4500 H.A.; Waard- en Groetpolder 1510 H.A.; de Anna Paulownapolder 5190 H.A.; de Haarlemmermeer der aan. Tusschen de droogmakerijen zal een meer overMijven, (het I Jselmeer, groot 145.000 H.A. Na korten tijd zal dit door de IJsel een zoetwatermeer worden. Dit heeft ontzettend groote voordeelen. Op kaarteu toonde spr. aan, dat men van de droogmakerijen de afsluitdijken z66 ge- legd heeft, dat men een zoo groot mogerijk gebied als kleigrond verkrijgt. De ZuidMOostelijke polder bestaat bijna ge heel uit kleigrond De Wieringermeer is niet de beste, bestaat toch voor het grootste deel uit,klei; vender uit zavelgronden en maar voor een klein deel uit zandgrond. De ande- re droogmakerijen bestaan ook bijna geheel tiit kleigronden. En dat, wat het IJselmeer .wordt, ;bestaat uit zandgrond, waarin diepe eulen, zeer geschikt voor de scheepvaart. let peil van het IJselmeer zal op 40 c.M. beneden A. P. worden gebracht en zoo noo- dig, des zomers, wanneer waterverversching in de omliggende provincies gewenscht is, op 20 c.M. beneden A.P het voorjaar durft men daar niet genoeg af- ma-len, omdat men's zomers een tekort aan water vreest. Wanneer dit, na de afsluiting geval is, net zoefc dan kan men's zomers eenvou- zoete water van het IJselmeer inla- (1824 (1844 (1847 (1852' 18000 H.A.; de IJpolder (1876) 5800 A tezamen 56685 H.A. Van de ruim 211.000 H.A., die droog ge maakt zullen worden, is 194.410 H.A. zavel en kleigrond. De verhouding is dus zeer gunstig. De bodem van de droogmakerijen is hellend. Vandaar, dat het noodig is, die droogmake rijen door kaden in polders te verdeelen, met eigen bemaling. Dit heeft het voordeel, dat men eerst de ondiepste polders kan afmalen en verkavelen, waardoor men voorkomt, dat groote oppervlakten dras liggen, wat zeer nadeelig zou zijn voor de gezondheid. Spr. gaf de droogmakerijen op kaarten na- door Henri Ardei. Naar het Fransch. 4) Toeni dacht ilk idat er oogenblilkken zijtn in het lieven, wanneer de oanvenanoeplaats mioet maken voor idle wetten der eenvouidiige mensch- lievendlheiidl en in eenige kollossale stappen haallde itk het groepje an en aiep: Juffrouw Zij, lceek om: Ik zag de groote zwarte oogen vol schaduw en lidit, zich heel verwouderd op mij vestigen met een kiriderlij'kcin bISk. „Juiffrouw, het regent zoo vreeselijk, dat ik u verzoek mdj de eer aami te doen u onder nuijin paraplu te la:ten beschuifcten." De uiiiild!riilkfcing van verrassing werd! nog duidelijker. En tevenis trok zij1 achiteloos de schoudera op en zei „Dank u, imijnhear. Het kan mij nieis sche- len mat te worden". Dait had ik al eendgen tajidi vennoed1. 'Maar ik had! zelfe geen tijd tot 'anitwoordlen, want er volgide een danderslag zoo hevig, dat wij alille vier opsprongem. Corentiini, die niet de dapperheid zelve was, kwam nader bij zijln zuster en 'ik hoorde de stem van den1 grooten Yves flauw uiitspreken: „Arlletite, je zou beter dOen het voorstel van mdjinheer aan te nemen, want vaidier zal het heel naar vinden als hij weet idlait je in dien regen geloopen hebtf" „ArMite! Wat dunkrt je van difen ouderwet- schen naaan voor zulk een jong schepseltje?" Waarschijnlijk was de vader van! made- mo^selle Aiilette een miaichtig persoon voor haar hoeweli zij een eigcnzmmiigen trek om den- inland had, waarin men zich niet kon ver- -gissen toch kwam zij| bij t noemen van zijn naam1 alileen, gedwee naast mij loopen. En op nieuw zetten wij, het op een loopen, dleo weg op en daar ondier aan het eind onderscheid- dcn/ wdjj eindellijk het stadijc 'Douaracnez, ver- ewolgea in dim niieuweni zxmdvloedl Mlade- auoiBalllla ArWte wloe^a SriiIlmnj0cadi nuunt mij' voort, hoar -levendige oogen zwierven van rechrts naar links zonriler zioi evenwel te ves tige op mijn1 nictiige persoon, maar wel van tijd tot tijd op eenige takjes kamperfbelie, to haar ceintuur gestokein, waarvan de geur nu en dlan tot mij steeg. Ik zag haar slechts van ter zijde; een weer- spannige lok, goudblOnd, viel krullend op haar Inker slaap, door den wind! been en weer bewogen, en iedere mlilnuut wierp zij die met een ongpduidige bewegto® naar achite- ren. De beide jongens spoeidlden zich voort met groote stappen. 'In onze woeste vaart vroeg ik aan mdjm ge- zcllin: ,^oui u miij even wallen zcggen, juf frouw, waar ik u naar toe zal brengen?" „Wij zijn er haastDaar!.... Eaten we ons haasten; over een seconde zijln wij onder dakiP Aan haasten scheen zij gewoon te zijln, want zij kweet er zich uitsteikend van: Hk Icon hoar ndet precies bijlhouden, ik, die de vlug- heid van zoo'ni klein meisje rnistc. ipe jongens verdlwenen to de laan van een 'tuin met een hek e® om been. 'Mademoiselle Ariette schoot voort en ik volgide haar voorbeeld en deed mijn best haar zoo goedi inogelijk te bescher- men tegen den hagel, die ons nu in het ge- zicht sloeg. In ebn sprong was zij de druip- natte trappen op van een klein bardies en be- reitote dien dranpel van een hooge, smalle deur. Daar bleef ik bescheiden staan. Maar haar stem fclonk bijna gebieidend: „Kom bin- nen, mdjnheer, fcom dan toch' gauiw binnen 'En ik gehoorzaaimidie, gedrevcn door het instinct dat oris noopt een schuilpliaats te zoe- ken, wanneer het regent en daarbij dtoor de nieuwsgierigheid te weten te komen' wie die jonge syllphide was. Toen bevond ik mdj in- ite- genwoordigheid van een groote, dikke bour- ledert* met roode rondle wangen, die in de taal van Bretagne, vreeselijk uitvoer tegen den' grooten Yves en den angelukkigen Coren en' hun met een toornilg gebaar het spoor aan- wees van hun bemoddierde voeten op die ttee- De 30 sluizen zouden aanvankelijk in de i W: gepl aatst. Nu den let mei er daar 15< en er ook 15 bij de Friesche kust Oostelijke kop van de dijk bij Wienngen worden geplaatst. Nu denkt men er over, om te plaatsen. In het begin oordeelde men het niet mogelijk, om sluizen in de open zee te plaatsen. In principe adit men dit nu wel uitvoerbaar en dit zou natuurlijk groote voor deelen geven, ook voor de scheepvaart van Amsterdam op Harlingen. Het kanaal van Piaam naar Harlingen, dat ook geprojec- teerd is, zou daardoor dan kunnen verval- lcn. Het maken van de 4 droogmakerijen brengt het maken van een 12-tal kanalen met zich en wel van Piaam naar Harlingen, een ver- lenging van het Zwolsche (hep; boven dte Noord-Oostelijke droogmakerij een gebagger- de geul naar Lemmer, met zijtak naar Taco- zijleen kanaal van Lemmer naar de Linde, voor den afvoer van het Lindewater; bij het Steenjwijkerdliep een klein kanaal door de droogmakerij naar hot IJselmeer; een ka naal in het zwolsche diep, met een bocht ge nomen voor de bezeilbaarheid; dan een groot kanaal van' de Eem in de richttog van de Veluwe naar de Ketelmond en een van de Eem naar Muiderberg; een •kanaal van Am sterdam naar Monnikendam, een van Hoora naar den Blokkershoekvan Medemblik naar Aartswoud en Kolhom; ten Noorden van Monnikendam een kort zijkanaal, om Sdher- merboezem af te 'kunnen malen; dan een ka naal van de uitwateringssluis van de Wie ringerwaard, door de Anna Paulowna been, naar de Van Ewijcksluisverder een kanaal van het Noord^Hollandsch kanaal, binnen langs de Ealgdijk -en ten Zuiden langs en door Wieringen, uitkomende met een schut- en uitwateringssluis to het kanaal door Wie ringen. De taxatie is, dat de 'afsluitdijk gemaakt kan worden in 8 h 9 jaar. De Noord-Weste- lijke droogmakerij kan vanaf het vierde jaar, wanneer er dus in 1925 aan begonnen wvrdt, na 12 jaar klaar zijn. De Zuid-weste- lijke droogmakerij, aanvangende na 6 jaar, kan dan in 15 jaar klaar zijn. Dat zijn de twee droogmakerijen; waarvan voorloopig vastgelegd is, dat ze drooggemaakt zullen worden. Spr. besprak hierop de gevolgen van de afsluiting en stelde allereerst de voordeelen in het licht. Een van die groote voordeelen S behalve de landaanwinntog, dat wij een gesloten IJselmeer krijgen en dus voor de droogmakerijen en andere polders, grenzen- de aan dat meer, geen zeedijken meer behoe- ven te onderhouden, maar met Meerdijken kunnen volstaan. Wel kan dat Meer ook ruw en onstuimig worden, maar het gebied van het IJselmeer is veel kleiner dan dat van dc Zuiderzee en bovendien biedt het dit voor deel, dat het niet, zooals thans de Zuiderzee, bij een bepaalde windlrichting, vol water wordt gestuwd. Het tweede groote voordeel is, dat men daardoor de mogelijkheid schept, een betere waterstaatkundige tocstand te krijgen voor dc omliggende provindes. Een betere afwa- tering van die omliggende provindes is mo gelijk. Spr. noemt in dit verband de Utrecht- sche Vecht, de Eem, de Geldersche vallei, de Beneden-IJsel en het Linde-gebied, enz. Ook met de afwatering van Friesl'and is het lang niet scbitterend gesteld. 's Wintere en in men van de vestibule. Toen ze mij zag, zweeg zij op eens en' scheam zirih af te vragen wie de venmetele was, die zich veroorioofdfe, doornat in eeni vreemidl huiis 'binnen te idlrtogen. En de uitdiruk?ring van haar gezicht was zoo duidC- lijk dat ik lust had haar nederig excuses aan te biedien en naar Douarnenez te loopen. ■Maar juffrouw Arieltte herhaaldle: „Kom dan toch binnen, mijnheer". En' zander 1 anger te aarzelen trad' ik bin nen: Zij haidl een gebaar gemaakt of zij een deur wi'lde opendoen, didit bij haar een hdligtflom d'at ik zeker niet waaid) was te lee- ren -kennen, want de ongeniaakitbare ma-trone maakite een 'gebaar van veron'twaardigtog en sprak eenige woorden in het Breionsch op den woedenden toon die 'haar eigien scheeni te zijn trouwens Ariette scheen' er in hot minst niet verl'egen door te worden. iEen vuurrood'e gloec Steeg haar slechts naar de rose wangen; de eigenztonige plooi om haar lippen wadi wat diieper en- terwijl zij het hoofdje o-pstak, zei ze, met de hand op den knop van die deur „Ik wil, boor je Is mijn vader daar?" „Nben", broinde die vreeselijke vrouw, dit- maal! in het Fransch. „De dokter is nog niet thuiis." 'De dokter! Ik spitste mijn ooren. Ik was bij een dokter! te Douarnenez! Louise, de Tuaikien zijn toch buitengewoon wijs: men ont sn'apt ndet aan' zijn noodlot, en de stem des blOeds is niet wat een ijdel menschenvolk denkt.... Ik vroeg zoo eerbieddg mogelijk ,;Nteemi mij voorat ndet fcwalijfc, juff-rouw, dat ik u dieze vraag durf doeni; maar ben ik scms ten 'hufze van dokter Morgane 7' ,Ja juistzei Mademoiselle Arle#e, ter wijl zij mdj met groote nieuwsgierige oogen aanzag. ,,En iS het ndet mejuffrouw Ariette Morgane die de goedheid heeft mij' dit oogenblik gast- vrijheid aan te bieden?" „J'a", zei ze nog eens op den zei Men toon van' uiterste verrassing. Ik geloof zeker da-t inijn ieugdige verschijning van! de brug Poul davidl begon te gelooven dat het onweer mijn vemtandl is ds was faadl gnaht. b« AriSMa Mowsmuw" het dig ten. Ook voor Noord-Holland zal het van groot voordeel zijn om's zomers zoet water te kun nen tolaten. Drechterland moet nu's zomers brak water tolaten en ook het water van' het Sloord-Holl'andsch Kanaal is brak. Voor de landbouwers in Noord-Holland zal de af sluitdijk dan ook groote voordeelen brengen. Voor FrieSiand is het spuien bij Dokku-m onvoldoende, omdat het te lang duurt, eer het water daar is. In de binnenlanden heeft men daar dus bij hooge boezemstanden over- stroomingen. Bij Tacozijl heeft men d'aar nu flinke be- malingen gekregen, maar men durft er niet te veel uit te laten, omdat men voor den zo- mer een tekort aan water vreest. Baron Ren- gers heeft van Friesland dan ook dit ge- zegd: .^Zoolang de water-inlaat niet gevon- den is, zal de beheersching van den water- toestand1 in Friesland onvoldoende blijven." Het groote gebiedi om de Zuiderzee zal dus ook profiteeren van de droogmaking. Kort geleden schreef het Overijselsche Landbouwblad, nit gaarne aarudcclen te wil- len nemen in de droogmakerijen. Het is ech ter zeer wel mogelijk, dat, wat een particu liere maatschappij tengevolge van de germ- ge rend'abiliteit met kan doen, toch door de staat met voordeel kan gebeuren, omdat de indirecte voordeelen zoo groot zijn. Een par ticuliere maatschappij heeft niets aan de in directe voordeelen. Dat die inlating van zoet water wat kan beteekenen, blijkt wel, als men verneemt, dat Rijnland bij Gouda uit de Hollandsche IJsel 70 tot 190 millioen kub M. water per jaar tolaat, soms per d'ag 2 millioen kub. M. Noch Friesland, noch Overijsel, noch Hollands Noorderkwartier kunnen dit. Men weet, dat door het schutten het door Hol lands Noorderkwartier loopende Noord-Hol- landische Kanaal brak is. De bezwaren, daar- aan verbonden, kennen wij alien, terwijl de voordeelen van de aanwezigheid van zoet water bij ons alien voldoende bekend zijn. Voor Friesland1 ziet men in het plan ook een groot voordeel voor de scheepvaart. Ook warden! voordeelen voor de zoetwater-vissche- rij genoemd, terwijl tevens ongetwijfeld voor de volksgezondheid; met het oog op betere drin-kwatervoorziening, aan het plan groote voordeelen zijn verbonden. Spr. wees nog op het groote belang van de waterverversching voor de volksgezondheid, in verband de vervuiling van het boe- zemwater door rotting, welk water toch vaak door schippers gedronken moet worden. Ook 'besprak spr. to' dit verband de mala ria. Een vraag is, of er altijd voldoende water aanwezig zal zijn voor het tolaten. De IJsel voert het minst to den Herfst, het meeste to het voorjaar aan. Het aangenomen peil voor het IJselmeer is 40 c.M. beneden A.P. Dat van Friesland's bt-ezem 66 c.M. beneden A.P., dat van Scher- merboezem 58 c.M. beneden A.P.inlating is dus altijd mogelijk en men kan desnoods door slutting van de sluizen het peil van het IJselmeer nog opvoeren tot 20 c.M. beneden A. P. Men heeft ook gevraagd„Zal het IJsel meer ni-et dichtslibben De IJsel neemt heel wat materiaal mee, mm heeft de hoeveelheid zand, door de IJsel per jaar meegevoerd getaxeertl op 200.000 kub. M., wel'ke hoeveelheid zich venspreidt over em oppervlakte van 2700 H.A. Voor de Ketelmond zou mm dat zand moeten weg- baggeren. Verder voert de IJsel per jaar mee 400.000 kub. M. sliib; verdeeld over dm bo dem van1 het IJselmeer, zou die bodem daar door in 50 jiaar 154 c. M. verhoogd worden. Daar., waar dat niet gelijkmaitig ge- schiedt, zal mm moeten baggeren. Een derde groot voordeel van het plan is, dat de afsluitdijk niet meer dan 30 K-M. lang is. Mm behoeft daardoor gem kosten te sparen en mm doet dit ook niet. Mm krijlgt een dijk, die absoluuf zeker is en mm heeft dan em veel zekerder watericeering dan thams. Dat d'tt wel! degelijik een factor is, die plett voor het plan, heeft men to 1916 kun nen, onidervinden. Ook is em groot voordeel, dat mm dm spoorweg over de dijk kan logger.. Om te weten, wat mm gaat droo, heeft mm bortogen verricht en dit, oi mm bij de droogmaking van de Wormer en de H.-H- lugowaard voor verrassingen te staan. De H.-iHugowaard leverde Elm zonder compliimenfen voegde zij er een- voudiig bij: „W'aarom vraagt u tndji dait?" ,,Omi de eer te hebbm; juffrouw Morgane, mdj aan u voor te Stellen als uw neef, Guy de Pazamne". „Mijm neefIs u mdjm notf Wel- kt neef? 'Niet uit Ghateauldii, dan zou u em neef zijn van' mito stiefmoeder maar niet van mijO nem; niet van mijl!" Waarom iter wereld sprak zij over GhSrte- auito? Mysterie! Op goed geluk af antwoord- de ik: „Nteem, niet uit Chateaulin, uit Parijs. Be bm hier maar tijldelijk te Douarnenez, m mijln zuster, mevrouw Gh'ausey, komrt 'hier morgen met) haar dochtens. Kent u haar teniminste van naam!?'? Ik maakte op mijl zelf bepaald den indruk van een indrtoiger, van zoo'n zoogenaamden neef die in em comediestuk to eens voor dm dag komt; en ik kreeg em vroolijke lust to lacheni uit te barstem om het verschrikte ge zicht van' de dikke bourlediens, van Yves en van Oorenitin, ook al nevm van mij, maar die hoegemaainld) niets gelcken op huni allerlief' ste zusje. Ik weet niet welke gedachten in haar meisjeshrein Oipkwamm; maar de igoden zi geloofld! zij scheen reeds in alien eenvoue1 zooals ik hemi had1 adngeboden), dim' onbe- kenrim1 bloedverwant te hebbm1 aangmomm em bloedverwant gevonden op den weg tij1- dens eem onweer; torn op dien drempel van vestibule zich em' groot) schaduwbeeld ver- toartde, dat van diem dokter to- eigem persoon. In de verwarring van deze omverwachte voor- stelMng hadden wij hem niet hoorm aanko mm: Voordat ik em woond had kunnm uit- brengm; was Mademoiselle Ariette naar hem tocgesprongen met 'n liefkoozmde beweging hing ziji aan zijn hals em riep „0 vader verbeeMI u zoo ierts geksDeze mijnheer heeft mij zijn' paraplu geleend; 'hi; heet mdjinheer Pazanne m hij is eem neef van ons!" Mijnheer wie? Wat is dat voor com gesdhie- daaisP* set de dokter vemtomd. Tk tnuf Badar m hathudd* da ptwhttflpa war kwam veel meer zandgrond dan~mm verwachtte. Ook het Zuidelijik deel van de Wormier bestaat uit zandgrond. Spr. toonde een kaart van de ged'ane bo rtogen op dm ZuiderzeebodCm en hij toonde aan, dat in 1866 in het Zuidelijk deel 134 gTondboringen gedaan zijn. to 1875 zijn 271, to 1878 zijnl02to 1869 en 1880 zijn to de Wieringermeer boringen gedaan, ter wijl to 1879 de Frieseche Wadden zijn om- derzocht. In 1889 en to 1890 deed de Zuiderzeever eeniging over het resteerende deel nog 2100 boringen, maar binnen de afsluitdijk vallen ongeveer 1050 boringen. Mm meent thans, voldoende houvast te hebbm om aan te geven, waar de verschil- lende grondsoorten liggen. Over de kwali- teit van die grondm zal ik U straks wel meer vertellen. De heer Smeding wilde nu de nadeelen van de droogmaking bespreken. Dat er na deelen aan verbonden zijn, heeft mm dm laatsten tijd wel kunnen merken. Over de Zuiderzee-visschers is heel veel te decn ge- weest. Hun wordt het brood uit de mond go- stooten m tegen het broodeloos maken moet iets gedaan worden. Zij moeten schadeloos gesteld worden. Mm heeft de gemiddelde jaarlijksche opbrengst van de Zuiderzeev-is- scherij getaxeerd m die bedroeg tX milli oen. In verband met de verminderde waarde van het geld was dat to 1920 vier millioen bruto. Daarvan moeten bestaan 4000 meer- derjarige vissahers. Over het geheel is de vis- scherijbevolking niet welvarend, omdat het bedrijf zeer wisselvallig is. Plannen worden beraamd, om hm te helpen, opdat zij op an dere wijze em bestaan kunnen vinden. Er wordt n.l. beweerd; dat de zoetwatervisscherij weinig zal inhouden. Om na te gaan, hoe die visschers geholpen moeten worden, is er een Zuiderzeeraad togesteld m van dim Raad is em sub-eommissie b met het onderzeek aangevangen, om na te gaan, op welke wijze de visscherijbevolking en die van de nevenbe- drijvm tegemoet gekomm moet wordm. In die Gonunissie zittm gem belanghebbenden, maar de Gommissie pleegt voortdurend over- leg met hm en werkt zeer verdimsteluk sa- men met den Zu iderzeevisscherij- Raad. De Zuiderzeevisscherij-Raad m de Commissie hebbm zeer verdienstelijk werk verricht en in 1920 gegevens verzameld. Het doel is, aan de visschers em crediet te verleenen, omdat mm anders een toenemmde werkloosheid vreest. Ten tweede wil mm hen helpen door onderwijs, opdat zij em ander beroep kunnm kiezen en daarvoor is vooral sammwerkiqg gezocht met de Nederl. Vereeniging van Bin- nmvaart-gezagvoerders, die gewezen heeft op de aanwezige va'kscholen tot opleidtog van schippers. 'Etezen winter werden te Elburg, Harder- wijk m Zwolle van die scholen geopmd, ter wijl aan de visscherijscholen te Hoom en Huizm veihoogtog van subsidie werd toege- kend voor reorganisatie van de vissoherij- scholm aldaar. De schadevergoeding, die mm aan de visschers moet geven, is betrek- kelijk zoo gertog, dat dit bezwaar niet z66 groot is, dat mm de zaak niet kan doorzet- ten. Komende tot de economische en financi- eele zijde, wees spr. erop, dat volgens de ge middelde bezetting van dm Nederlandschea bodem ongeveer 45000 beroepslamdbouwerS noodig zullen zijn om voldoende boeren te krijgm voor de droogmakerijm, makmde met hun geztonen em bevolktog van 225.000 zielm. Wanneer de streken zidh voor dm tuinbouw ontwikkelm, dan wordt dat getal nog grooter. Vermeerderd met ambtenaren, neringdoendm m ambachtsliedm, zullm op de droogmakerijm 250 h 300.000 bewoners em bestaan kunnm vinden. In Zeeland be droeg in 1909 de bevolktog 235.000 zielm. Door de droogmakerijm wordt Nederland dus met em bevolktog van em provincie ver meerderd. Mm moet evenwel begrijpen, dat de be volktog langzaam zal groeien, omdat niet alle droogmakerijm gelijk klaar zullm zijn. Mm heeft wel ems gezegd, of er door de droogmakerijm niet em te groot aanbod van grond zou komen. srtell'inig aam deoi dokter, ik noemde mijn naam en toeniaam, wanlt ik was weer bang d'at deze man met zijmi zeer verstandlig uiterlijk, zijn treuri'g en vermoeidi gezicht en bijna geheel grijlze harem, dat deze mam mij als een soort avomtmrier bmchouwdie, die verlangde to zijm home binnem te diringm. In Pari^ zou ik waarschijinlijlk deze weinig vleiende vrees 'heb- beni opgewekt, miaar te Douarnenez is men beter van vertrouwen en gastvrijer. De dokter tvijffelde niet aan mijn lidlentiteiit, hij herin- nende zich jou, Louise en mij udt dien tijld toen ik em' beetje jonger was dan1 de groote Yves, hij gaf miji de hand mi deed ten sdotte niet de deur van het heiligdiom voor ntij open; maar die van zijn eigen kamer, em groot vertrefc met een bureau d'at vol lag met papieren en boeken. De twee jongens warm verdlwmm; juffrouw Ariette was alleen met ons naar bin- aim gegaan en had zich diagelijlks als een jc vriendelijk katie bij 'haar vadtar gmesteliu, maar hij! voelde dadelijk dat haar j'apon en harm oat waren en ofschoon zij vond ,„dat het haar niets kon schdm1 nat te wezen", zond hij haar daidelijk weg am droge kleeren' aan te doen. En op welk een toon van teedere be- zoigdheid Wij' 'bllevm' samen in de groote kamer waar het donker was door het onweer en alsnog het em groot gmot voor hm was began de dok ter over het verlieden te praitm, dm tijd torn jij, Louise, zoo totiem was met zijlni jong vrouwtje, waar hij dol op schijlnt geweest te zijin, zooals 'hij niui dol is op het eenige kind, dait zij| hemi heeft geschonkm, zijn' Ariette. iDc anderen, de twee jongens en zijln' tweede dodder, die op dat oogmiblilk te Chateaulin is imet mevrouw Mlongane, hij heeft ze wel1 lief,, daar twijfel ik niet aan, maar toch op een andere manier; Ariette is zeker dc emdge ware vreugdfe van' zijn leven. Men be.grijpt hot al'leen aan de manier waarop hij1 haar nakajkt. Ziji alleen schijipt de macht te bezit- tcn de sombere uiitdrukktog van mijjn gezicht verhelderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5