Alkmaarsche Courant
Feuilleton.
Woenadag 16 Febrnari.
ProTinciaal Nieuws
B». 19S1-
Honderd Oris an Twlntlgsta Jaargang,
BELANGRIJKE ZAKEN OP
LANDBOUWGEB1ED
Maandag, 14 Februari, werd in hotel
„Vredelust" de laatsite cursusvergadering ge-
houden van de cursussenreeks 1921, georga-
niseerd door de vereeniging van Oud-leerlin-
gen van de Rijkslandbouwwinterschool te
Schagen. De voorzitter, de heer E. Dz. Go-
vers, geloofde, dat hij de vereeniging wel kon
feliciteeren, dat in de laatste cursusvergade-
ring een van de eereleden, de heer S. Sme
ding, directeur van de school, bereid was ge-
vonden, het onderwerp„De afsluiting en
diroog legging der Zuiderzee" te behandelen.
Dat het onderwerp de aandacht van de
oud-leerlingen der school heeft, behoefde
spr. z.i. ndet aan te stippen. Dat Dr. Steen-
huis dit onderwerp met zijn lezing oyer de
geologic van N.-Holland en de Zuiderzee
voorafging geschiedde mede op verzoek van
den heer Smeding en zeer zeker zijn daar
door de hoorders meer met het onderwerp
bekend geworden. Spr. was overtuigd, dat
mm hfflte" een onderwerp zou hooren behan
delen, dat niet alleen theoretisch, maar ook
pradisch voor de landbouwers van groot be
lang is. Dat de heer Smediing dit onderwerp
geheel belangeloos voor de vereeniging be-
handelde, verplichtte op ziohzelf de vereeni
ging reedls tot grooten dank en was weer op-
nieuw een bewijs, dat hij de vereeniging een
warn hart toedraagt. (Applaus!)
De heer Smeding had' gaarne voldaan aan
het verzoek om over het onderwerp een le
zing te houdien, omdat hij meende, dat tot
nog toe van landbouwkundige zijde veel te
wemig aandacht is geschonken aan het
vraagstuk van de droogmaking der Zuider
zee. Spr. meent, dat meer belangstelling noo-
dig is en hoopt, dat dit uit zijn voordraoht
zal blijken. De zaak is voor Noord-Holland
van groot belang, omdat N.-Holland er in
de eerste plaats van zal profiteeren. Ook dit
zou straks wel nader blijken.
Om in een korten tijd een goed overzidht
van het vraagstuk te geven, was niet gemak-
kelijk. Langzamerhand verscheen daarover
een berg lectuur. Jaren en jaren heeft men
zich er mee bezig gehouden en zeker is. het
niet gemakkelijk, alles, wat daarover in het
licht verscheen, door te werken. Spr. heeft
dat dan ook niet gedaan. Hij heeft hier en
daar de zaak nageplozen en hij hoopt, dat,
hetgeen hij zal geven, zijn gehoor een vol-
doend inzicht zal geven in de vraagstukken,
die in verband met de zaak zijn opgeworpen
en aan den dag zijn gekomen.
De vroegere planum zal spr. niet behande
len. Hij zal slechts in het kort enkele noe-
men, omdat daaruit zal blijken, dat hetgeen
thans gaat worden, slechts een aanvulltog,
een verbetering van een vroeger plan was.
Het eerste plan was dat van den ingenieur
van den Rijkswaterstaat, Van Diggelen en
wel in 1849. Deze wilde de gaten tussdhen de
eilanden dichtmaken em van het laatste
eiland een afsluitdijk naar Grooihgen.
In zijn plan kwamen breede kanalen voor
en de afwatcrtog van den IJsel had hij1 zich
gedacht in dc richttog van Petten. Zijn plan
Sleek onuitvoerbaar, in verband met de diep-
- te der gaten tusschen de eilanden.
In 1865 verscheen er een nieuw plan van
de Maatschappij voor grondcrediet, volgens
een ontwerp van den Inspecteur van den
Rijkswaterstaat Beyerinck. Dit plan was veel
kleiner em beoogde alles droog -te maken bin-
nen een dijk van Enkhuizen over. Uhk naar
de Ketelmond Daartegen bcstonden dezelfde
bezwaren als tegen net wetsontwerp van
1877, betreffende een afsluitdijk van den
Blokkerhoek, bezuiden Urk naar den IJsel,
welk wetsontwerp later werd ingetrokken. Bij
die plannen kreeg mem dan n.l. geen meren
en net grootc voordeel daarvan voor de
scheepvaart en de waterstaatkundige belan-
gen van de omliggende provindes zal straks
wel nader in het licht komen.
Door die plannen werd echter zoo'veel aan
dacht op de kwestie gevestigd, dat het Ka-
meriid Buma het voorstel deed, om van
siaatswege een onderzoek te dcen instellen.
Hiervoor werd toen evenwel nog nieta ge-
voeld.
4 Januari 1886 werd die Zuiderzeevereeni-
ging opgericht en wel in een vergadering
van befangstellendm, besturen, leden van de
lands- en gewestelijke vertegenwoordiging en
technic, met het doel, een volledig en gron-
dig (technisch en ftoandeel) onderzoek in- te
stellen, zoodat kan worden vastgesteld, dat
van particuliere zijde het toitiatief voor de
zaak is genomen. Die Z uiderzeevereeniging
heeft verbazend verdienstelijk werk verricht.
Acht uitstekende nota's verschenen in het
licht, met het gevolg, dat tengevolge van zoo-
veel belangstelling de regeering inzag, dat
ze aan het werk moest gaan en in 1892 een
Staatscommissie instelde om de uitvoerbaar-
haid te onderzoeken van de plannen van de
Zuiderzeevereeniging, technisch gemaakt
door den ingenieur C. Lely, ingenieur van de
Zuiderzeevereeniging, later ingenieurs-chef
In 1894 verscheen het verslag van de Staats-
commisise en dat de plannen van de Zuider
zeevereeniging niet slecht waren, bleek wel
hieruit, dat de Staatscommissie met kleine
uitzonderingen volkomen aansloot bij het
Spr. oordeelde deze korte samenvattmg
van de geschiedenis voldoende. Om aan te
toonen. waarom het plan zooveel beter dan
de anoere was, zou spr. te ver voeren en
daarom zou hij er zich toe bepalen om het
plan van de Zuiderzeevereeniging em de
Staatscommissie te bespreken. Spr. toonde
het plan op een kaart. Zooals men weet, zal
er, volgens de wet van 14 Juni 1918, een af-
s'uitdijk gemaakt worden van de-Van Ewijck-
sluis naar Wieringen en van Den Oever naar
Piiaam (bij Makkum in Friesland!). Deze
dijk zal si edits 30 KM. lang zijn, een
grondvlak hebben van 80 M. breedte en een
bovenvlak van 60 M. In de dijk zullen 30
sluizen van 10 M. breedte ieder, voor de wa-
terloozing van het I Jselmeer, worden ge
maakt.
De gemdddeldle diepte van de zee; waar de
dijk komt te liggen, is sledits 3.60 M.
Behoudens een paar diepe geulen van het
Amsteldiep (11 M. diepte) is de maximum-
diepte 614 M., beneder laag water. De af-
dijlking is hier dus heel wat uitvoerbaarder
dan van het Marsdiep, dat een diepte heeft
van 41 M.
De hoogte van de dijk is 5.20 M. tot 5.60
M A. P. In verband hiermede, zullen de
aansluitende dijken worden verhoogd en wel
die langs de rriesche kust en de Balgdijik
van den Helder naar de Van Ewijcksluis.
Binnen de afsluitdijk zullen vier droog-
makerijen ontstaan; ten eerste de Noord-
Westelijke droogmakerij (Wieringermeer,)
met een oppervlakte van 21700 H.A., waar-
van 18700 H.A. klei- en zavelgrondten
tweede de Zuidwestelijke droogmakerij
Hoornsche Hop) groot 31520 H. A. waar-
van 27820 H.A. klei- en zavelgrond; ten
derdle de Zuid-Oostelijke droogmakerij, groot
107760 H.A.. waarvan 98990 H.A. klei- en
zavelgrond ten vierdte de Noord-Oostelijke,
groot 50850 H.A., waarvan 48900 H.A.
klei- en zavelgrond; totaal 211.83p H.A.
I Wat dit beteekent, zal men begrijpen, als
men daar tegenover stelt, de landvenneerde-
ring in NOord-Holland dioor de droogmakin-
j gen na 1600. De Wieringerwaard, droogge-
maakt in 1610, bracht een landoppervlakte
van 1560 H.A.de Beemster (1612), 6865
H.A.; de'Punner (1622), 3110 H.A.J de
Wijde Wormer (1626) 1620 H.A.; de H.-
Hugowaard (1631) 4015 H.A.de Scher
mer (1635) 4515 H.A.; Koegras
4500 H.A.; Waard- en Groetpolder
1510 H.A.; de Anna Paulownapolder
5190 H.A.; de Haarlemmermeer
der aan.
Tusschen de droogmakerijen zal een meer
overMijven, (het I Jselmeer, groot 145.000
H.A. Na korten tijd zal dit door de IJsel een
zoetwatermeer worden. Dit heeft ontzettend
groote voordeelen.
Op kaarteu toonde spr. aan, dat men van
de droogmakerijen de afsluitdijken z66 ge-
legd heeft, dat men een zoo groot mogerijk
gebied als kleigrond verkrijgt.
De ZuidMOostelijke polder bestaat bijna ge
heel uit kleigrond De Wieringermeer is niet
de beste, bestaat toch voor het grootste deel
uit,klei; vender uit zavelgronden en maar
voor een klein deel uit zandgrond. De ande-
re droogmakerijen bestaan ook bijna geheel
tiit kleigronden. En dat, wat het IJselmeer
.wordt, ;bestaat uit zandgrond, waarin diepe
eulen, zeer geschikt voor de scheepvaart.
let peil van het IJselmeer zal op 40 c.M.
beneden A. P. worden gebracht en zoo noo-
dig, des zomers, wanneer waterverversching
in de omliggende provincies gewenscht is,
op 20 c.M. beneden A.P
het voorjaar durft men daar niet genoeg af-
ma-len, omdat men's zomers een tekort aan
water vreest. Wanneer dit, na de afsluiting
geval is,
net zoefc
dan kan men's zomers eenvou-
zoete water van het IJselmeer inla-
(1824
(1844
(1847
(1852'
18000 H.A.; de IJpolder (1876) 5800
A tezamen 56685 H.A.
Van de ruim 211.000 H.A., die droog ge
maakt zullen worden, is 194.410 H.A. zavel
en kleigrond.
De verhouding is dus zeer gunstig. De
bodem van de droogmakerijen is hellend.
Vandaar, dat het noodig is, die droogmake
rijen door kaden in polders te verdeelen, met
eigen bemaling. Dit heeft het voordeel, dat
men eerst de ondiepste polders kan afmalen
en verkavelen, waardoor men voorkomt, dat
groote oppervlakten dras liggen, wat zeer
nadeelig zou zijn voor de gezondheid.
Spr. gaf de droogmakerijen op kaarten na-
door Henri Ardei. Naar het Fransch.
4)
Toeni dacht ilk idat er oogenblilkken zijtn in
het lieven, wanneer de oanvenanoeplaats mioet
maken voor idle wetten der eenvouidiige mensch-
lievendlheiidl en in eenige kollossale stappen
haallde itk het groepje an en aiep:
Juffrouw
Zij, lceek om: Ik zag de groote zwarte oogen
vol schaduw en lidit, zich heel verwouderd
op mij vestigen met een kiriderlij'kcin bISk.
„Juiffrouw, het regent zoo vreeselijk, dat
ik u verzoek mdj de eer aami te doen u onder
nuijin paraplu te la:ten beschuifcten."
De uiiiild!riilkfcing van verrassing werd! nog
duidelijker. En tevenis trok zij1 achiteloos de
schoudera op en zei
„Dank u, imijnhear. Het kan mij nieis sche-
len mat te worden".
Dait had ik al eendgen tajidi vennoed1. 'Maar
ik had! zelfe geen tijd tot 'anitwoordlen, want
er volgide een danderslag zoo hevig, dat wij
alille vier opsprongem. Corentiini, die niet de
dapperheid zelve was, kwam nader bij zijln
zuster en 'ik hoorde de stem van den1 grooten
Yves flauw uiitspreken:
„Arlletite, je zou beter dOen het voorstel van
mdjinheer aan te nemen, want vaidier zal het
heel naar vinden als hij weet idlait je in dien
regen geloopen hebtf"
„ArMite! Wat dunkrt je van difen ouderwet-
schen naaan voor zulk een jong schepseltje?"
Waarschijnlijk was de vader van! made-
mo^selle Aiilette een miaichtig persoon voor
haar hoeweli zij een eigcnzmmiigen trek om
den- inland had, waarin men zich niet kon ver-
-gissen toch kwam zij| bij t noemen van zijn
naam1 alileen, gedwee naast mij loopen. En op
nieuw zetten wij, het op een loopen, dleo weg
op en daar ondier aan het eind onderscheid-
dcn/ wdjj eindellijk het stadijc 'Douaracnez, ver-
ewolgea in dim niieuweni zxmdvloedl Mlade-
auoiBalllla ArWte wloe^a SriiIlmnj0cadi nuunt mij'
voort, hoar -levendige oogen zwierven van
rechrts naar links zonriler zioi evenwel te ves
tige op mijn1 nictiige persoon, maar wel van
tijd tot tijd op eenige takjes kamperfbelie, to
haar ceintuur gestokein, waarvan de geur nu
en dlan tot mij steeg.
Ik zag haar slechts van ter zijde; een weer-
spannige lok, goudblOnd, viel krullend op
haar Inker slaap, door den wind! been en
weer bewogen, en iedere mlilnuut wierp zij die
met een ongpduidige bewegto® naar achite-
ren.
De beide jongens spoeidlden zich voort met
groote stappen.
'In onze woeste vaart vroeg ik aan mdjm ge-
zcllin: ,^oui u miij even wallen zcggen, juf
frouw, waar ik u naar toe zal brengen?"
„Wij zijn er haastDaar!.... Eaten we
ons haasten; over een seconde zijln wij onder
dakiP
Aan haasten scheen zij gewoon te zijln,
want zij kweet er zich uitsteikend van: Hk Icon
hoar ndet precies bijlhouden, ik, die de vlug-
heid van zoo'ni klein meisje rnistc. ipe jongens
verdlwenen to de laan van een 'tuin met een
hek e® om been. 'Mademoiselle Ariette schoot
voort en ik volgide haar voorbeeld en deed
mijn best haar zoo goedi inogelijk te bescher-
men tegen den hagel, die ons nu in het ge-
zicht sloeg. In ebn sprong was zij de druip-
natte trappen op van een klein bardies en be-
reitote dien dranpel van een hooge, smalle
deur. Daar bleef ik bescheiden staan. Maar
haar stem fclonk bijna gebieidend: „Kom bin-
nen, mdjnheer, fcom dan toch' gauiw binnen
'En ik gehoorzaaimidie, gedrevcn door het
instinct dat oris noopt een schuilpliaats te zoe-
ken, wanneer het regent en daarbij dtoor de
nieuwsgierigheid te weten te komen' wie die
jonge syllphide was. Toen bevond ik mdj in- ite-
genwoordigheid van een groote, dikke bour-
ledert* met roode rondle wangen, die in de
taal van Bretagne, vreeselijk uitvoer tegen den'
grooten Yves en den angelukkigen Coren
en' hun met een toornilg gebaar het spoor aan-
wees van hun bemoddierde voeten op die ttee-
De 30 sluizen zouden aanvankelijk in de
i W:
gepl aatst. Nu den let mei
er daar 15< en er ook 15 bij de Friesche kust
Oostelijke kop van de dijk bij Wienngen
worden geplaatst. Nu denkt men er over, om
te plaatsen. In het begin oordeelde men het
niet mogelijk, om sluizen in de open zee te
plaatsen. In principe adit men dit nu wel
uitvoerbaar en dit zou natuurlijk groote voor
deelen geven, ook voor de scheepvaart van
Amsterdam op Harlingen. Het kanaal van
Piaam naar Harlingen, dat ook geprojec-
teerd is, zou daardoor dan kunnen verval-
lcn.
Het maken van de 4 droogmakerijen brengt
het maken van een 12-tal kanalen met zich
en wel van Piaam naar Harlingen, een ver-
lenging van het Zwolsche (hep; boven dte
Noord-Oostelijke droogmakerij een gebagger-
de geul naar Lemmer, met zijtak naar Taco-
zijleen kanaal van Lemmer naar de Linde,
voor den afvoer van het Lindewater; bij het
Steenjwijkerdliep een klein kanaal door de
droogmakerij naar hot IJselmeer; een ka
naal in het zwolsche diep, met een bocht ge
nomen voor de bezeilbaarheid; dan een groot
kanaal van' de Eem in de richttog van de
Veluwe naar de Ketelmond en een van de
Eem naar Muiderberg; een •kanaal van Am
sterdam naar Monnikendam, een van Hoora
naar den Blokkershoekvan Medemblik naar
Aartswoud en Kolhom; ten Noorden van
Monnikendam een kort zijkanaal, om Sdher-
merboezem af te 'kunnen malen; dan een ka
naal van de uitwateringssluis van de Wie
ringerwaard, door de Anna Paulowna been,
naar de Van Ewijcksluisverder een kanaal
van het Noord^Hollandsch kanaal, binnen
langs de Ealgdijk -en ten Zuiden langs en
door Wieringen, uitkomende met een schut-
en uitwateringssluis to het kanaal door Wie
ringen.
De taxatie is, dat de 'afsluitdijk gemaakt
kan worden in 8 h 9 jaar. De Noord-Weste-
lijke droogmakerij kan vanaf het vierde jaar,
wanneer er dus in 1925 aan begonnen
wvrdt, na 12 jaar klaar zijn. De Zuid-weste-
lijke droogmakerij, aanvangende na 6 jaar,
kan dan in 15 jaar klaar zijn. Dat zijn de
twee droogmakerijen; waarvan voorloopig
vastgelegd is, dat ze drooggemaakt zullen
worden.
Spr. besprak hierop de gevolgen van de
afsluiting en stelde allereerst de voordeelen
in het licht. Een van die groote voordeelen
S behalve de landaanwinntog, dat wij een
gesloten IJselmeer krijgen en dus voor de
droogmakerijen en andere polders, grenzen-
de aan dat meer, geen zeedijken meer behoe-
ven te onderhouden, maar met Meerdijken
kunnen volstaan. Wel kan dat Meer ook ruw
en onstuimig worden, maar het gebied van
het IJselmeer is veel kleiner dan dat van dc
Zuiderzee en bovendien biedt het dit voor
deel, dat het niet, zooals thans de Zuiderzee,
bij een bepaalde windlrichting, vol water
wordt gestuwd.
Het tweede groote voordeel is, dat men
daardoor de mogelijkheid schept, een betere
waterstaatkundige tocstand te krijgen voor
dc omliggende provindes. Een betere afwa-
tering van die omliggende provindes is mo
gelijk. Spr. noemt in dit verband de Utrecht-
sche Vecht, de Eem, de Geldersche vallei,
de Beneden-IJsel en het Linde-gebied, enz.
Ook met de afwatering van Friesl'and is het
lang niet scbitterend gesteld. 's Wintere en in
men van de vestibule. Toen ze mij zag, zweeg
zij op eens en' scheam zirih af te vragen wie de
venmetele was, die zich veroorioofdfe, doornat
in eeni vreemidl huiis 'binnen te idlrtogen. En de
uitdiruk?ring van haar gezicht was zoo duidC-
lijk dat ik lust had haar nederig excuses aan
te biedien en naar Douarnenez te loopen.
■Maar juffrouw Arieltte herhaaldle:
„Kom dan toch binnen, mijnheer".
En' zander 1 anger te aarzelen trad' ik bin
nen: Zij haidl een gebaar gemaakt of zij een
deur wi'lde opendoen, didit bij haar een
hdligtflom d'at ik zeker niet waaid) was te lee-
ren -kennen, want de ongeniaakitbare ma-trone
maakite een 'gebaar van veron'twaardigtog en
sprak eenige woorden in het Breionsch op den
woedenden toon die 'haar eigien scheeni te zijn
trouwens Ariette scheen' er in hot minst niet
verl'egen door te worden. iEen vuurrood'e gloec
Steeg haar slechts naar de rose wangen; de
eigenztonige plooi om haar lippen wadi wat
diieper en- terwijl zij het hoofdje o-pstak, zei ze,
met de hand op den knop van die deur
„Ik wil, boor je Is mijn vader daar?"
„Nben", broinde die vreeselijke vrouw, dit-
maal! in het Fransch. „De dokter is nog niet
thuiis."
'De dokter! Ik spitste mijn ooren. Ik was
bij een dokter! te Douarnenez! Louise, de
Tuaikien zijn toch buitengewoon wijs: men ont
sn'apt ndet aan' zijn noodlot, en de stem des
blOeds is niet wat een ijdel menschenvolk
denkt.... Ik vroeg zoo eerbieddg mogelijk
,;Nteemi mij voorat ndet fcwalijfc, juff-rouw,
dat ik u dieze vraag durf doeni; maar ben ik
scms ten 'hufze van dokter Morgane 7'
,Ja juistzei Mademoiselle Arle#e, ter
wijl zij mdj met groote nieuwsgierige oogen
aanzag.
,,En iS het ndet mejuffrouw Ariette Morgane
die de goedheid heeft mij' dit oogenblik gast-
vrijheid aan te bieden?"
„J'a", zei ze nog eens op den zei Men toon
van' uiterste verrassing. Ik geloof zeker da-t
inijn ieugdige verschijning van! de brug Poul
davidl begon te gelooven dat het onweer mijn
vemtandl is ds was faadl gnaht. b«
AriSMa Mowsmuw"
het
dig
ten.
Ook voor Noord-Holland zal het van groot
voordeel zijn om's zomers zoet water te kun
nen tolaten. Drechterland moet nu's zomers
brak water tolaten en ook het water van' het
Sloord-Holl'andsch Kanaal is brak. Voor de
landbouwers in Noord-Holland zal de af
sluitdijk dan ook groote voordeelen brengen.
Voor FrieSiand is het spuien bij Dokku-m
onvoldoende, omdat het te lang duurt, eer
het water daar is. In de binnenlanden heeft
men daar dus bij hooge boezemstanden over-
stroomingen.
Bij Tacozijl heeft men d'aar nu flinke be-
malingen gekregen, maar men durft er niet
te veel uit te laten, omdat men voor den zo-
mer een tekort aan water vreest. Baron Ren-
gers heeft van Friesland dan ook dit ge-
zegd: .^Zoolang de water-inlaat niet gevon-
den is, zal de beheersching van den water-
toestand1 in Friesland onvoldoende blijven."
Het groote gebiedi om de Zuiderzee zal dus
ook profiteeren van de droogmaking.
Kort geleden schreef het Overijselsche
Landbouwblad, nit gaarne aarudcclen te wil-
len nemen in de droogmakerijen. Het is ech
ter zeer wel mogelijk, dat, wat een particu
liere maatschappij tengevolge van de germ-
ge rend'abiliteit met kan doen, toch door de
staat met voordeel kan gebeuren, omdat de
indirecte voordeelen zoo groot zijn. Een par
ticuliere maatschappij heeft niets aan de in
directe voordeelen.
Dat die inlating van zoet water wat kan
beteekenen, blijkt wel, als men verneemt, dat
Rijnland bij Gouda uit de Hollandsche IJsel
70 tot 190 millioen kub M. water per jaar
tolaat, soms per d'ag 2 millioen kub. M.
Noch Friesland, noch Overijsel, noch
Hollands Noorderkwartier kunnen dit. Men
weet, dat door het schutten het door Hol
lands Noorderkwartier loopende Noord-Hol-
landische Kanaal brak is. De bezwaren, daar-
aan verbonden, kennen wij alien, terwijl de
voordeelen van de aanwezigheid van zoet
water bij ons alien voldoende bekend zijn.
Voor Friesland1 ziet men in het plan ook een
groot voordeel voor de scheepvaart. Ook
warden! voordeelen voor de zoetwater-vissche-
rij genoemd, terwijl tevens ongetwijfeld voor
de volksgezondheid; met het oog op betere
drin-kwatervoorziening, aan het plan groote
voordeelen zijn verbonden.
Spr. wees nog op het groote belang van de
waterverversching voor de volksgezondheid,
in verband de vervuiling van het boe-
zemwater door rotting, welk water toch vaak
door schippers gedronken moet worden.
Ook 'besprak spr. to' dit verband de mala
ria.
Een vraag is, of er altijd voldoende water
aanwezig zal zijn voor het tolaten.
De IJsel voert het minst to den Herfst, het
meeste to het voorjaar aan.
Het aangenomen peil voor het IJselmeer
is 40 c.M. beneden A.P. Dat van Friesland's
bt-ezem 66 c.M. beneden A.P., dat van Scher-
merboezem 58 c.M. beneden A.P.inlating
is dus altijd mogelijk en men kan desnoods
door slutting van de sluizen het peil van het
IJselmeer nog opvoeren tot 20 c.M. beneden
A. P.
Men heeft ook gevraagd„Zal het IJsel
meer ni-et dichtslibben
De IJsel neemt heel wat materiaal mee,
mm heeft de hoeveelheid zand, door de IJsel
per jaar meegevoerd getaxeertl op 200.000
kub. M., wel'ke hoeveelheid zich venspreidt
over em oppervlakte van 2700 H.A. Voor de
Ketelmond zou mm dat zand moeten weg-
baggeren. Verder voert de IJsel per jaar mee
400.000 kub. M. sliib; verdeeld over dm bo
dem van1 het IJselmeer, zou die bodem daar
door in 50 jiaar 154 c. M. verhoogd
worden. Daar., waar dat niet gelijkmaitig ge-
schiedt, zal mm moeten baggeren.
Een derde groot voordeel van het plan is,
dat de afsluitdijk niet meer dan 30 K-M.
lang is. Mm behoeft daardoor gem kosten
te sparen en mm doet dit ook niet.
Mm krijlgt een dijk, die absoluuf zeker is en
mm heeft dan em veel zekerder watericeering
dan thams. Dat d'tt wel! degelijik een factor is,
die plett voor het plan, heeft men to 1916 kun
nen, onidervinden.
Ook is em groot voordeel, dat mm dm
spoorweg over de dijk kan logger..
Om te weten, wat mm gaat droo,
heeft mm bortogen verricht en dit, oi
mm bij de droogmaking van de Wormer en
de H.-H-
lugowaard voor verrassingen
te staan. De H.-iHugowaard leverde
Elm zonder compliimenfen voegde zij er een-
voudiig bij:
„W'aarom vraagt u tndji dait?"
,,Omi de eer te hebbm; juffrouw Morgane,
mdj aan u voor te Stellen als uw neef, Guy de
Pazamne".
„Mijm neefIs u mdjm notf Wel-
kt neef? 'Niet uit Ghateauldii, dan zou u em
neef zijn van' mito stiefmoeder maar niet van
mijO nem; niet van mijl!"
Waarom iter wereld sprak zij over GhSrte-
auito? Mysterie! Op goed geluk af antwoord-
de ik:
„Nteem, niet uit Chateaulin, uit Parijs. Be
bm hier maar tijldelijk te Douarnenez, m mijln
zuster, mevrouw Gh'ausey, komrt 'hier morgen
met) haar dochtens. Kent u haar teniminste van
naam!?'?
Ik maakte op mijl zelf bepaald den indruk
van een indrtoiger, van zoo'n zoogenaamden
neef die in em comediestuk to eens voor dm
dag komt; en ik kreeg em vroolijke lust to
lacheni uit te barstem om het verschrikte ge
zicht van' de dikke bourlediens, van Yves en
van Oorenitin, ook al nevm van mij, maar die
hoegemaainld) niets gelcken op huni allerlief'
ste zusje. Ik weet niet welke gedachten in haar
meisjeshrein Oipkwamm; maar de igoden zi
geloofld! zij scheen reeds in alien eenvoue1
zooals ik hemi had1 adngeboden), dim' onbe-
kenrim1 bloedverwant te hebbm1 aangmomm
em bloedverwant gevonden op den weg tij1-
dens eem onweer; torn op dien drempel van
vestibule zich em' groot) schaduwbeeld ver-
toartde, dat van diem dokter to- eigem persoon.
In de verwarring van deze omverwachte voor-
stelMng hadden wij hem niet hoorm aanko
mm: Voordat ik em woond had kunnm uit-
brengm; was Mademoiselle Ariette naar hem
tocgesprongen met 'n liefkoozmde beweging
hing ziji aan zijn hals em riep
„0 vader verbeeMI u zoo ierts geksDeze
mijnheer heeft mij zijn' paraplu geleend; 'hi;
heet mdjinheer Pazanne m hij is eem neef van
ons!"
Mijnheer wie? Wat is dat voor com gesdhie-
daaisP* set de dokter vemtomd.
Tk tnuf Badar m hathudd* da ptwhttflpa war
kwam
veel
meer zandgrond dan~mm verwachtte. Ook
het Zuidelijik deel van de Wormier bestaat uit
zandgrond.
Spr. toonde een kaart van de ged'ane bo
rtogen op dm ZuiderzeebodCm en hij toonde
aan, dat in 1866 in het Zuidelijk deel 134
gTondboringen gedaan zijn. to 1875 zijn
271, to 1878 zijnl02to 1869 en 1880 zijn
to de Wieringermeer boringen gedaan, ter
wijl to 1879 de Frieseche Wadden zijn om-
derzocht.
In 1889 en to 1890 deed de Zuiderzeever
eeniging over het resteerende deel nog 2100
boringen, maar binnen de afsluitdijk vallen
ongeveer 1050 boringen.
Mm meent thans, voldoende houvast te
hebbm om aan te geven, waar de verschil-
lende grondsoorten liggen. Over de kwali-
teit van die grondm zal ik U straks wel meer
vertellen.
De heer Smeding wilde nu de nadeelen
van de droogmaking bespreken. Dat er na
deelen aan verbonden zijn, heeft mm dm
laatsten tijd wel kunnen merken. Over de
Zuiderzee-visschers is heel veel te decn ge-
weest. Hun wordt het brood uit de mond go-
stooten m tegen het broodeloos maken moet
iets gedaan worden. Zij moeten schadeloos
gesteld worden. Mm heeft de gemiddelde
jaarlijksche opbrengst van de Zuiderzeev-is-
scherij getaxeerd m die bedroeg tX milli
oen. In verband met de verminderde waarde
van het geld was dat to 1920 vier millioen
bruto. Daarvan moeten bestaan 4000 meer-
derjarige vissahers. Over het geheel is de vis-
scherijbevolking niet welvarend, omdat het
bedrijf zeer wisselvallig is. Plannen worden
beraamd, om hm te helpen, opdat zij op an
dere wijze em bestaan kunnen vinden. Er
wordt n.l. beweerd; dat de zoetwatervisscherij
weinig zal inhouden. Om na te gaan, hoe die
visschers geholpen moeten worden, is er een
Zuiderzeeraad togesteld m van dim Raad
is em sub-eommissie b met het onderzeek
aangevangen, om na te gaan, op welke wijze
de visscherijbevolking en die van de nevenbe-
drijvm tegemoet gekomm moet wordm. In
die Gonunissie zittm gem belanghebbenden,
maar de Gommissie pleegt voortdurend over-
leg met hm en werkt zeer verdimsteluk sa-
men met den Zu iderzeevisscherij- Raad. De
Zuiderzeevisscherij-Raad m de Commissie
hebbm zeer verdienstelijk werk verricht en in
1920 gegevens verzameld. Het doel is, aan
de visschers em crediet te verleenen, omdat
mm anders een toenemmde werkloosheid
vreest. Ten tweede wil mm hen helpen door
onderwijs, opdat zij em ander beroep kunnm
kiezen en daarvoor is vooral sammwerkiqg
gezocht met de Nederl. Vereeniging van Bin-
nmvaart-gezagvoerders, die gewezen heeft
op de aanwezige va'kscholen tot opleidtog van
schippers.
'Etezen winter werden te Elburg, Harder-
wijk m Zwolle van die scholen geopmd, ter
wijl aan de visscherijscholen te Hoom en
Huizm veihoogtog van subsidie werd toege-
kend voor reorganisatie van de vissoherij-
scholm aldaar. De schadevergoeding, die
mm aan de visschers moet geven, is betrek-
kelijk zoo gertog, dat dit bezwaar niet z66
groot is, dat mm de zaak niet kan doorzet-
ten. Komende tot de economische en financi-
eele zijde, wees spr. erop, dat volgens de ge
middelde bezetting van dm Nederlandschea
bodem ongeveer 45000 beroepslamdbouwerS
noodig zullen zijn om voldoende boeren te
krijgm voor de droogmakerijm, makmde
met hun geztonen em bevolktog van 225.000
zielm. Wanneer de streken zidh voor dm
tuinbouw ontwikkelm, dan wordt dat getal
nog grooter. Vermeerderd met ambtenaren,
neringdoendm m ambachtsliedm, zullm op
de droogmakerijm 250 h 300.000 bewoners
em bestaan kunnm vinden. In Zeeland be
droeg in 1909 de bevolktog 235.000 zielm.
Door de droogmakerijm wordt Nederland
dus met em bevolktog van em provincie ver
meerderd.
Mm moet evenwel begrijpen, dat de be
volktog langzaam zal groeien, omdat niet
alle droogmakerijm gelijk klaar zullm zijn.
Mm heeft wel ems gezegd, of er door de
droogmakerijm niet em te groot aanbod van
grond zou komen.
srtell'inig aam deoi dokter, ik noemde mijn naam
en toeniaam, wanlt ik was weer bang d'at deze
man met zijmi zeer verstandlig uiterlijk, zijn
treuri'g en vermoeidi gezicht en bijna geheel
grijlze harem, dat deze mam mij als een soort
avomtmrier bmchouwdie, die verlangde to zijm
home binnem te diringm. In Pari^ zou ik
waarschijinlijlk deze weinig vleiende vrees 'heb-
beni opgewekt, miaar te Douarnenez is men
beter van vertrouwen en gastvrijer. De dokter
tvijffelde niet aan mijn lidlentiteiit, hij herin-
nende zich jou, Louise en mij udt dien tijld toen
ik em' beetje jonger was dan1 de groote Yves,
hij gaf miji de hand mi deed ten sdotte niet de
deur van het heiligdiom voor ntij open; maar
die van zijn eigen kamer, em groot vertrefc
met een bureau d'at vol lag met papieren en
boeken. De twee jongens warm verdlwmm;
juffrouw Ariette was alleen met ons naar bin-
aim gegaan en had zich diagelijlks als een jc
vriendelijk katie bij 'haar vadtar gmesteliu,
maar hij! voelde dadelijk dat haar j'apon en
harm oat waren en ofschoon zij vond ,„dat
het haar niets kon schdm1 nat te wezen", zond
hij haar daidelijk weg am droge kleeren' aan
te doen. En op welk een toon van teedere be-
zoigdheid
Wij' 'bllevm' samen in de groote kamer waar
het donker was door het onweer en alsnog het
em groot gmot voor hm was began de dok
ter over het verlieden te praitm, dm tijd torn
jij, Louise, zoo totiem was met zijlni jong
vrouwtje, waar hij dol op schijlnt geweest te
zijin, zooals 'hij niui dol is op het eenige kind,
dait zij| hemi heeft geschonkm, zijn' Ariette.
iDc anderen, de twee jongens en zijln' tweede
dodder, die op dat oogmiblilk te Chateaulin
is imet mevrouw Mlongane, hij heeft ze wel1
lief,, daar twijfel ik niet aan, maar toch op een
andere manier; Ariette is zeker dc emdge
ware vreugdfe van' zijn leven. Men be.grijpt
hot al'leen aan de manier waarop hij1 haar
nakajkt. Ziji alleen schijipt de macht te bezit-
tcn de sombere uiitdrukktog van mijjn gezicht
verhelderen.