DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Atel. v. Moderns Foto's.
Biliijke prijzen.
JOHAN KUHL,
Da jndustfis In bet gedrang.
Mo. 42
Honderd drie en twint&ste jaargang
1921
Abonnom©nt9prijs bij vooruitbctnling por 3 mnnndon f 2.—, fr. per post f 2.50. Bowijsn. 6 ct. Advertontiopr. 25 ct. p. rogol, grootore letters naar plaatsrnlmte.
Brieven franco N.V. Bock- on Ilfandcledr. v.li. Hems. Coster Zoon, Voordam CO, Tel. Admlnlstr. No. 3. Rodactio No. 33.
ZATERDAG Dlrecteur t G. 11. KRAK. HoofdredactourTj. N. AD EM A. JQ FEBECAlvI
I.
Mannen als de heer Snoeck Henkemans
mogen in en buiten onze volksvertegenwoor-
diging met na'ieve verwondering vragen of er
een algemeene crisis bestaat en die vraag
zelf ontkennend beantwoorden, zij zullen zeer
zeker tot de uitzonderingen behooren.
Want het behoeft geen betoog meer, dat de
Nederlandsche industrie leefijk in het ge
drang gekomen is en dat tengevolge daarvan
voor tallooze arbeiders buitengewone maat
regelen getroffen moeten worden.
Deze tijd staat in het teeken van de produc-
tieve werkverschaffing en de financieele
8teunverleenmg bij werkeloosheid.
Naast de organisatie9 kost dit Rijk en ge-
meenten belangrijke bedragen en het is niet
te voorzien en niet te voorspellen wanneer de
toestanden zich zoo zullen wijzigen, dat dit
te veel aan werkkrachten in de Nederland
sche groot- en klein-industrie weer loonenden
arbeid zal vinden.
Wij hebben kort geleden. over de malaise
in het zakenleven senrijvende, ons economisch
leven met een slinger vergeleken, die nu eens
naar de eene en dan weer naar de andere
zijde wordt gedreven en die ten slotte met
steeds kleinere schommelingen weer tot haar
rustpunt zal moeten komen.
Nu eens constateeren wij een gebrek aan
werkkrachten en daardoor een groote erken-
ning van de waarde der arbeidskracht, zich
uitende in hooge loonen en velerlei sociale
maatregelen op arbeidsgebied, dan weer
schijnt de slinger in haar volgende schomme-
ling den anderen kant uit te gaan, wordt er
een te veel aan arbeidskrachten geconsta-
teerd en hebben de arbeidersorganisaties den
strijd tegen werkeloosheid en loonsverlaging
te voeren.
Wij behoeven er niet meer op te wijzen dat
wij tnans in het teeken van het laatste staan,
dat er een werkeloosheid is van zo6 grooten
omvang, dat de arbeidsbeurzen in de laatste
weken haar hoogste totaalcijfers aan werk-
zoekenden boeken, dat er een zo6 belangrijke
loonderving is, dat de organisaties den
krachtigen steun van Rijk en gemeenten be
hoeven om de werkeloozen voor honger en el-
lende te vrijwaren.
Wij zullen trachten in een paar artikelen
het beeld der hedendaagsche malaise in onze
industrie te schilderen, wij zullen trachten
na te sporen hoe ze ontstaan is, waarom ze
blijft voortduren, wat de grieven van fabri-
kanten en arbeiders zijn en hoe men van bei-
de zijden er toe kan medewerken om dit cri-
sistijdperk van zoo kort mogelijken duur te
doen zijn.
Dan is er tevens gelegenheid hier en daar
aan den toestand in onze eigen gemeente
eens de bijzondere aandacht te schenken
Dat er over groote werkeloosheid geklaagd
wordt is het gevolg van het geheel of gedeel-
telijk stilleggen van tal van bedrijven.
Waarom worden deze fabrieken geheel of
gedeeltelijk stop gezet?
In de allereerste plaats natuurlijk omdat
de fabrikant bij het voortduren van den ar
beid niet voldoende finandeel belang heeft.
Werkt hij met verlies, dan zet hij het be-
drijf zoo spoedig mogelijk stil, werkt hij met
een geringe winst, dan kunnen er omstandig-
heden zijn te zware concurrentie van het
buitenland, belemmerende regeeringsmaatre-
gelen of'een te bruusk optreden van arbei-
ders-organisaties die hem de lust tot ver-
der produceeren ontnemen.
Wij zullen nu allereerst eens nagaan welke
belemmerende factoren de fabrikanten zelf
als oorzaak van de tegenwoordige misere
hebben aangegeven.
Wij vinden hiervoor belangrijke gegevens
in de door den Nijverheidsraad gehouden en-
quete.
De daaroo ingekomen antwoorden zijn tot
een rapport verwerkt waarin over het alge-
meen geconcludeerd wordt dat de malaise,
die de Nederlandsche industrie drukt, voor
een zeer belangrijk deel op rekening der bui-
tenlandsche concurrentie moet gesteld wor
den, welke zich zoowel bij afzet in het binnen-
land als bij export doet gevoelen.
Wat de afzet in het binnenland betreft
wordt de buitenlandsche concurrentie vrij
algemeen als een zeer ernstige belemmering
gevoeld en bij afzet naar het buitenland geldt
voor bijna alle exporteerende industrieen,
dat zij in meerdere of mindere mate concur
rentie ondervinden.
De oorzaak der buitenlandsche concurren
tie wordt in de eerste plaats hierin gezocht,
dat onze industrie geruimen tijd in ongunsti-
ge conditie is geplaatst door het verschil in
kolenprijs met net buitenland, welk euvel in
den laatsten tijd wel veel verminderd maar
niet geheel verdwenen is.
Daamaast staat de Nederlandsche in
dustrie in een zeer ongunstige positie tegen-
over de buitenlandsche door het v rschil in
loonen, welk verschil zich zoo *ls uit-
sluitend doet gevoelen tegenover .an;' waar
de oorlog leidde tot een, vergelekeif "bij el
ders, lagen levensstandaard.
Bovendien moet op het verschil in arbeids
tijd gewezen worden. In het buite land wordt
allerwege langer, in sommige industrieen
zelfs yeel langer gewerkt dan hier te lande.
Dit is mogelijk door het niet bestaan van
wa atht-uran-wet of doordat b*j hot Kid*
vam mb der wwt ia iedar gwral Sf v«a
een 45-urige werkweek geen sprake is, 6f aan
de industrie bij hare toepassing meerdere
bewegingsvrijheid wordt gelaten.
Zoo kan b.v. in Duitschland zelfs wette-
lijk, wanneer daaromtrent tusschen werkge-
ver en arbeiders overeenstemming wordt ver-
kregen, een langere werkweek ingevoerd
worden.
De overgangsmaatregelen hier te lande
worden door de fabrikanten als on voldoende
gekenschetst.
In de continu-bedrijven wordt in het bui
tenland met twee en hier te lande met drie
ploegen gewerkt, wat de Nederlandsche be
drijven in een ongunstige positie tegenover
de buitenlandsche plaatst.
Wij komen op den acht-urigen arbeidsdag
en de 45-urige werkweek nog nader terug,
maar willen eerst even verder nagaan wat
door de Nederlandsche fabrikanten nog meer
als tot de malaise medewerkende factoren
wordt opgegeven.
Daartoe behoort het verschil in grondstof-
fenprijs tusschen Nederland en het buiten
land.
Men klaagt er algemeen over dat onze in
dustrie voor de uit net buitenland te betrek-
ken grondstoffen en halffabrikaten veel hoo-
gere prijzen moet betalen dan aan de eigen
fabrikanten in rekening wordt gebracht.
Ook het verschil in kosten van vervoer en
havenkosten speelt een belangrijke rol.
Men klaagt algemeen over hooge vervoer-
kosten zoowel te land als te water en vele in
dustrieen ondervinden bezwaren door de zeer
hooge kosten in de Nederlandsche havens.
Dit verschil in vervoer- en havenkosten
tusschen Nederland en de concurreerende
landen wordt voornamelijk toegeschreven
aan het verschil in loonen en arbeidstijd tus
schen die landen en aan den lagen stand van
vele buitenlandsche valuta.
Zwaar is de druk door belastingen op de
Nederlandsche industrie gelegd, de nog na-
werkende O. W. belasting, de dividend- en
-tantieme-belasting, het zegelrecht en het
statistiekrecht 'en daarbij komen nog de las-
ten der sociale wet geving.
Als meerdere belemmering geldt de de-
preciatie der valuta van vele landen. In tal
van landen wordt de lage valuta als een d?r
oorzaken der bezwaren bij afzet naar die
landen gevoeld.
Van de bezwarende buitenlandsche concur
rentie bij afzet in het binnenland wordt de
lage valuta in de ons omringende landen
genoemd, waardoor Nederland als het ware
overstroomd wordt met buitenlandsche fa-
bnkaten tegen prijzen waartegen onze in
dustrie onmogelijk kan concurreeren.
Door verhoogde invoerrechten in vreemde
landen zien verschillende export-industrieen
zich een groot deel van haar afzetgebied
ontnomen, terwijl andere daardoor niet in de
gelegenheid zijn. hare relaties in het buiten
land uit te breiclen.
Verder doen zich nog in enkele takken van
bedrijf bijzondere omstandigheden voor die
den concurrentiestrijd met het buitenland be-
moeilijken en waarvan wij hier slechts zullen
noemen de binnenlandsche concurrentie wel
ke b. v. in de sigaren-, de confectie- en de
bontindustrie van de zijde der huiswerkers
gevoeld wordt.
De fabrikanten zijn over het algemeen van
oordeel, dat het, om tot betere toestanden te
komen, npodig is, dat, wat de regeling van
den arbeidstijd betreft, opheffing van de ver-
schillen met de toestanden in het buitenland
moet woidcn verkregen.
Door sommige industrieen is te dien einde
de wensch geuit, dat door gemeenschappelijk
overleg van werkgever en arbeiders van de
regelen van de arbeidswet ten aanzien van
den arbeidstijd kan worden afgeweken.
Voorts werd regeeringsingrijpen in den
vorm van handelspolitieke maatregelen wen-
schelijk geoordeela, zooals invoerverboden,
beschermende rechten, een compensatoir va-
luta-recht, een export-premie benevens dif-
ferentieele rechten in de Nederlandsche ko-
lonien.
Hierbij dient vermeld te worden, dat de
sigaren-nijverheid opkomt tegen de voorge-
stelde nieuwe verhooging van het invoerrecht
op sigaren in Nederlandsch Oost-Indie.
Ten aanzien van de kolenprijzen js het
algemeene verlangen, dat deze meer in over
eenstemming worden gebracht met die in de
ons omringende landen.
Tevens is het begrijpelijkerwijze den fabri
kanten een doom in net oog, dat door de
regeering en diverse gemeenten leveranties
van dikwijls grooten omvang en welke
ongetwijfeld als middelen tot net verleenen
van daadwerkelijken steun aan de Neder
landsche industrie kunnen worden be-
schouwd in het buitenland geplaatst wor
den.
Dit alles zijn grieven door verschillende fa
brikanten als oorzaken van den tegenwoor-
digen malaise-toestand naar voren gebracht.
En het is begrijpelijk dat zij maatregelen
overwegen om die belemmeringen zoo spoedig
en afdoende mogelijk uit den weg te ruimen,
waarom het Verbond van Nederlandsche
Fabrikanten-Vereenigingen zooals een
persbericht in verschillende bladen dezer da-
gen meldde dan ook op 24 Februari a.s. te
Amsterdam een congres belegd heeft.
Op dit congres dat voor de Nederland
sche pers nisi tosgankelyk is zull* de be-
drijfsleid«M felegimhaid krijgan zich ever da
nooden van dezen aisistijd uit te spreken en
een vijftal ministers is uitgenoodigd deze be-
sprekingen bij te wonen.
Wij zullen ons hierin niet verder verdiepen
en willen slechts constateeren dat uit het
bovenstaande blijkt dat de Nederlandsche in
dustrie in dezen tijd met zeer groote moei-
lijkheden te kampen heeft.
Er zijn dan, ook ongetwijfeld industrieelen
die in den concurrentiestrijd met het buiten
land momenteel het onderspit delven en die
daarom noodgedwongen, in de hoop op spoe
dig aanbrekende gunstiger omstandigheden,
hun fabrieken geheel of gedeeltelijk nebben
stil gelegd.
Maar er zijn daamaast fabrikanten die
.wel zouden kunnen produceeren maar het
niet doen omdat de te behalen winsten niet
opwegen tegen de ergernis die zij door het
openstellen hunner fabrieken van de zijde
der arbeiders en hunne organisaties onder
vinden.
Wij komen nu aan een teer punt, namelijk
de verhouding tusschen fabrikant en arbei-
der, een verhouding die over het algemeen
niet eene van naast elkaar staande gemeen
schappelijk belanghebbenden bij hetzelfde
bedrijf is, maar eene van scherp tegenover
elkaar staande partijen, beide trachtende be-
slag te leggen op een zoo groot mogelijk
deel van de opbrengst van het bedrijf.
In de meeste industrieen is dan ook niet
van een vergrooting der productie en ver-
meerdering van winst door onderling hulpbe-
toon en toewijding voor den gemeenschappe-
lijken arbeid sprake, maar wel van een elk
voor zich opeischen van de bedrijfswinst en
daardoor van een onderlinge vervreemding,
die het samenwerken tot een kwelling maakt,
de liefde voor den arbeid moet dooden en de
productie door een zekere arbeidsmoeheid
noodwendig moet verkleinen.
Wij zouden kunnen spreken van de immer
als onoverbrugbaar gekenschetste klove tus
schen arbeid en kapitaal.
Wij willen het liever hebben over de gelei-
delijke vervreemding van hen die in de pro
ductie niet tegenover elkaar maar naast
elkaar behoorden te staan, omdat zij elkaar
niet kunnen missen en omdat zij beiden in
het vergrooten van de bedrijfswinst gelijk-
soortige belangen hebben.
Maar de klove is er nu eenmaal, en de als
natuurlijk gekenschetste vijandschap tus
schen patroon en arbeider neemt een steeds
scherper karakter aan, doordat beide partij
en langzamerhand op gelijke kracht zijn ge
komen.
Er is een tijd geweest, dat de fabrikant
ongetwijfeld de sterkste was en naar wille-
keur zijn arbeiders bezoldigen, aannemen en
ontslaan kon.
Toen is de arbeidersorganisatie gegroeid
tot een tnachige vakbeweging en wat het al-
leenstaande individu niet mogelijk was, dat
bleek wel bereikbaar door de organisatie, het
verbond van gelijksoortige werkers.
Meer en meer zagen de fabrikanten zich
in hun vrijheid van bewegen belemmerd,
meer en meer moesten zij rekening houden
met de eischen der steeds machtiger worden-
de organisaties.
En zoo is langzamerhand de tijd geko
men, dat in de allereerste plaats de vakorga-
nisatie de loonen en de rechtspositie der arbei
ders decreteert en den fabrikant bleef niets
anders over dan toe te geven, wilde hij zich
zijn werkkrachten niet ontnomen zien, waar
door zijn bedrijf zou moeten stilliggen en de
ook vpor hem nog te behalen winsten hem
ontglippen zouden.
Er is een tijd geweest en die tijd ligt
nog niet zoo ver achter ons dat er met ae
productie van tal van artikelen, ondanks de
hooge belastingen, ondanks de kosten voor
sociale wetgeving en ondanks de hooge loo
nen, winst te behalen was.
Het was de tijd toen de behoefte aan ar
beidskrachten zoo groot was, dat de arbei
ders voor hun medewerking aan de productie
loonen bedingen konden waarvan zij vroeger
nimmer gedroomd hadden.
Het was de tijd toen de slinger van ons
economisch leven zich opwaarts bewoog.
In dien tijd hadden de fabrikanten de
werkkrachten noodig en dit teekende zich af
in collectieve en andere contracten waarin de
gunstigste bepalingen ten opzichte van het
weekloon waren vastgelegd.
Van dezen opbloei der productie is mo
menteel geen sprake.
Er is door de velerlei reeds boven uiteen-
gezette factoren een wellicht tijdelijke inzin-
king gekomen die een toestand geschapen
heeft waarin de arbeidskracht niet meer ge
zocht wordt, met het directe gevolg, dat hare
waarde niet meer de erkenning van vroeger
vindt.
De wettelijke sociale maatregelen kan de
fabrikant niet meer ongedaan maken, maar
op het arbeidsloon kan hij trachten te bezui-
mgen.
Dit wekt het verzet der organisaties en
juist dit verzet moet momenteel tot een
machtsstrijd leiden waardoor de fabrikant
door willekeurige sluiting van zijn toch wei-
nig baten leverende fabriek zijn machtigste
wapen hanteert.
Hoe dit den algemeen en malaise-toestand
moet vergrooten zull* wij in volgend
artikel sent nadsr besprsle*.
Buitenlandsch Overzicht.
De Engelschen la ten de hoo p op een her-
vatten van de handelsbetrekkingen met Rus-
land nog maar niet varen, ondanks het feit,
dat Krassin meer dan eens verweten is, dat
hij de bolsjewistische propaganda steeds
bleef voeren tegen de overeenkomst in. Van
die hoop sprak ook de koning in zijn rede bij
de opening van de zittingen van het Parle-
ment. Thans heeft Lloya George medege-
deeld waarop die hoop gegrond kan zijn. n.L
op een den 5en Februan uit Moskou ontvan-
gen antwoord1 op de voorstellen der Engd-
sche regeering betreffende de handelsovereen-
komst. Dit antwoord is met de bijbehooren-
de amendementen thans bij de regeering in
behandeling en men verwachtte oat Krassin
spoedig te Xonden zou terugkeeren.
Hoewel reeds dikwijls is verzekerd en
de laatste weken vooral dat de bolsjewis
tische regeering nog slechts een kort bestaan
zal hebben, dank zij haar optreden, waardoor
veel gcvochten en weinig gewerkt wordt, wil
Engeland toch nog wel overeenkom&ten slui-
ten met diezelfde regeering.
Maar of de veelbesproken handelsovereen-
komst aangenomen dan dat zij tot stand
mocht komen zal brengen wat er van ver-
wacht wordt: opheffing of minstens een em-
tig middel tot bestrijding der werkloosheid?
Oudminister en arbeidersafgevaardigde Bar
nes gelooft er niet veel van en noemde het in
het Lagerhuis zelfe een waanvoorstelling.
Dit was bij de behandeling van een aimende-
ment over de werkloosheid.
Hij maakte toen ndg een belangrijke op-
merlang, n.l dat een algeheel onderhoud
van werkloozen door den staat den dood der
vakbeweging zou zijn, omdat deze haar
grootste kracht ontleent aan de oodersteu-
ning van haar leden.
Wat het Lagerhuis ook van Barnes' eerste
uitlating mag den ken, met de tweede zal hij
,bij vele leden ongetwijfeld1 instemming vin
den, daarvoor zijn ze nu eenmaal niet alien
lid van de Labour-party. Lloyd George ging
er dan ook gretig op in met te zeggen, dat de
werkloosheid thans algemeen is in de wereld,
dat de Engelsche regeering veel doet om de
slachtoffers te steunen (12 millioen arbeiders
zijn nu verzekerd tegen werkloosheid en bij
een vorige dcrgelijke crisis, 13 jaar geleden,
bestond die verzekering nog niet), dat zij 23
millioen pond sterling gaf om personen op
het land te vestigen, enz., maar dat zij nu
toch heusch niets meer kan doen. De hulp-
verleening aan het door den oorlog ver arm
de Europa. vraagt ook veel geld. Wat de
oorzaken van de crisis betreft, Lloyd George
noemde daarbij, behalve den. oorlog, nog de
„vredesoplossing". De vrijheid, aan de nieu
we naties verleend, verstoorde de industri-
eele en commencieele machine van Europa.
Een overmatig en hebzuchtig nationalisine
kwam aan den dag. Zoowel in Engeland,
Frankrijk als Amerika heeft men het gevoel,
dat men hooge tariefmuren moet bouwen en
niet de minste hulp aan de nabtuen moet ver
leenen. Dat is de reden van de verlamming
van centraal Europa, en wanneer men voor
centraal Europa niet wat meer nabuurschap
gaat toonen, zal het verleenen van credieten
len behoeve van de handeldrijvenden nog
moeilijker worden. Centraal Europa moet
zich thans verlaten op het gewone handels-
verkeer. Dat is er echter niet, en het is de
taak van Engeland, den weg daartoe te ba-
nen.
Het amendment der Labour-party, waarbij
geeischt werd de werkloozen van staatswege
to onderhouden, werd ten slotte met 262 te
gen 84 stemmen verworpen.
De Beiersche regeering is nu inzake de
ontwapeningskwestie wel gezwkht voor de
rijiksregeering, maar haar minister-president
wii van eenige verantwoordelijkheid voor de
gevolgen van doorvoering van den eisch der
geallieerden niet hooren. Hij heeft zijn op de
conferentie te Berlijn en ook daama ingeno-
men standpunt ten opzichte van de ontwape-
ning nog eens ui teen gezet in den Beierschen
Landdag en verklaarde daaraan geheel vast
te houden. Hij zinspeelde op het „roode
vaar" en nomde de burgerwachten, met
oog op den binnen landschen toestand' zoowel
als met betrekking tot de buitenlandsche be-
dreigingen, een absolute noodzakelijkheid
De burgerwacht had en heeft volgens den
premier geen ander doel dan de bescherming
van eigen persoon en bezitingen en handha-
ving van rust en orde in den staat. Alle po-
litieke vermoedens omtrent haar waar wezen,
zijn even ongegrond als de vrees onzer tegent-
standers, dat zij zou worden gebruikt als een
nationalistisch en militair onstrument in den
dienst der revanche. De „Einwohnerwehr"
zal van zelf verdwijnen, zoodra de staat zijn
norma le sterkte heeft herkregen. Indien de
rijksregeering meent, dat zij zich niet met ons
standpunt kan vereenigen, zoo besloot von
Kahr, dan moet zij voor alle door haar te nq-
men maatregelen ook de volledige verant
woordelijkheid dragen.
Buitenland
VERZET TEGEN DE EISCHEN VAN
PARIJS.
Nog steeds hebben in Duitschland betoo-
gingen plaats tegen de bepalingen der sdha-
deloosstelling, zooals deze te Parijs door
den Oppersten Raad werden vastgesteld.
Na een massabetooging in Leipzig, begaf
de menigte zich in optodnt naar hotel Asto
ria, waar de entcnte-officieren verblijf hou
den. Zij trachtten, het gebouw binnen te
drin^en warden slechts met groote moeita
hiervan tsa-uggehoud*. Daaraa teg* zij
naar den Augustus-Platz, waarbij een der
voormannen een nagebootsten galg droeg,
waaraan een rood-blauw geverfde pop was
opgehangen, welke een rranschman moest
voorstellen.
Volgens de Deutsche Tageszeitung" werd
ook een banier in den stoet meegearagen,
waarop stood geschreven: „Hang alle vij-
andelijlke bloedruigers aan den naaaten lan-
taarnpaal op."
Dit schouwspel ontlokte uitbundige uitin-
gm van instemming en vreugde aan de tal-
rijke menigte, totdat een politiebeambte de
pop in beslag nam.
ONRUST IN SPANJE.
Onbekend gebleven aanvallers hebben te
Barcelona met revolverschoten een arbeider^
die lid was van de Vakvereenigings-Unie, ge-
dood. Twee andere arbeiders werden zwaar
gewond.
De politie te Cordova gaat voort huiszoe-
kingen te doen bij leden van d'e Vakvereeni
gings-Unie Vijf gevaarlijke typen zijn de
staa uitgezet.
DE TRAMSTAKING IN
WESTPHALEN.
De staking der trambeambten heeft zich
nog verder uitgestrekt, dan tot de eigenlijke
industrieele districten. Het trampersoneel
iu Remscheid heeft zich uit sympathie met de
staking daarbij aangesloten. De bond van
werkgevers, waarbij de 34 door de staking
troffen maatschappijen zijn aan
eeft het personeel bekend gemaakt, dat all
die niet op 19 Februari den dienst b<
hebben, zullen worden' ontslagen.
In Duisburg, Hagen en Vohwinkel ligt het
verkeer geheel stil.
DE MOORD OP GRAAF TISZA.
De „Neue Freie Presse" te Weenen bericht,
dat den 20sten Maart het proces inzake den
moord op graaf Tisza beginnen zal. Onge-
veer 180 getuigen zullen worden gehoord,
waaronder 160, die verklaringen zullen af-
leggen omtrent de rol, die de vroegere Hon-
gaarsche minister-president Stephan Frie-
drich daarbij gespeeld heeft. Men neemt aan
dat het proces eenige maanden zal duren.
Stephan rriedrich is overtuigd, dat zijn on-
schuld aan den dag zal treden.
A
EOT B 43.
OPVOERING VAN „REIGEN."
Te Weenen is Woensdag de opvoering van
Schnitzler's ,,Reigenv door ongeveer vijfhoo-
derd jonge lieden met geweld verhinderd.
Zij wierpen de toeschouwers uit de zaal en
zetten het parquet door het openzetten van
de hydraulische inrichting onder water. Eeni
ge personen werden gewond.
Ondanks het verbod van den minister van
Binnenlandsche Zaken werd Donderdag het
stuk opnieuw opgevoerd. Weer gaf het aan-
lciding tot een opgewonden manifestatie. Ver-
scheidene hondterden personen omringden
den schouwburg. Gedurende de voorstdling
werden tegen de bezoekers gewelddadigheden
gepleegd. Vrouwen werden ter aarde gewor-
pen en onbarmhartig geslagen.
De politie herstelde de orde.
DE RADIOSTATIONS IN CHINA.
De „Times" verneemt uit New York:
Het department van buitenlandsche zaken
heeft een nota naar Peking gezonden, waarin
de Chineesche regeering wordt gewaar-
schuwd, dat Amerika het intrekken van de
concessie, verleend aan de American Fede
ral Wireless Company tot het oprichten van
een station voor draadlooze telegrafie te
Shanghai als een onvriendelijke daad zou
beschouwcn. De nota werd gezonden na een
onderzoek naar de gestie van een Engelsche
ondememing, die verklaart, een monopolie
voor draadlooze telegrafie in China te heb
ben en die pressie uitoefent op de regeering
te Peking om de concessie van de Amerikaan-
sdhe maatschappij in te trekken. De nota ver
klaart nadrukkelijk, dat dit in strijd is met
het beginsel van de open deur en Amerika
eischt een biliijke behandeling van zijn on-
derdanen. Naar verluidt, heeft het departe-
ment van Buitenlandsche Zaken zich, inzake
deze kwestie rechtstreeks tot de Engelsche
regeering gewend.
DE NTEIDWE PCXXLREIES VAIN"
gHlAlOKTIFflXXN.
W. BLOKKER, KOORSTR. 4L Dagtl. opts.
In Mei of Jumi zal Sihackleton weer eeen
'(poolreis ondernemen. Hdj zal dan de tusschen
Greenland en Canada gelegen eilanden 'bezoe-
iken, waarh'een reeds meermalen exrpedities
zijn ondemomen. Men vermoedt, dat zijn
reis ten doel heeft te onderzoeken, of er veel
steenkolen op de eilanden zijn en hoe men
den rijkdom aan visch htij die eilanden nuttig
zal kunnen gebruiken.
Shadkleton zal eerst naar de Hudsonbaai
gaan. Vandaar zal hlij de reie voorbzetten
om het Baffinseiland naar de Baffin^baai,
•n vervohppem* ml hi' door de
aaar het Arel Heiberfseiliid reizen. Tiaar