DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Atel. v. Moderns Foto's. Biliijke prijzen. JOHAN KUHL, Da jndustfis In bet gedrang. Mo. 42 Honderd drie en twint&ste jaargang 1921 Abonnom©nt9prijs bij vooruitbctnling por 3 mnnndon f 2.—, fr. per post f 2.50. Bowijsn. 6 ct. Advertontiopr. 25 ct. p. rogol, grootore letters naar plaatsrnlmte. Brieven franco N.V. Bock- on Ilfandcledr. v.li. Hems. Coster Zoon, Voordam CO, Tel. Admlnlstr. No. 3. Rodactio No. 33. ZATERDAG Dlrecteur t G. 11. KRAK. HoofdredactourTj. N. AD EM A. JQ FEBECAlvI I. Mannen als de heer Snoeck Henkemans mogen in en buiten onze volksvertegenwoor- diging met na'ieve verwondering vragen of er een algemeene crisis bestaat en die vraag zelf ontkennend beantwoorden, zij zullen zeer zeker tot de uitzonderingen behooren. Want het behoeft geen betoog meer, dat de Nederlandsche industrie leefijk in het ge drang gekomen is en dat tengevolge daarvan voor tallooze arbeiders buitengewone maat regelen getroffen moeten worden. Deze tijd staat in het teeken van de produc- tieve werkverschaffing en de financieele 8teunverleenmg bij werkeloosheid. Naast de organisatie9 kost dit Rijk en ge- meenten belangrijke bedragen en het is niet te voorzien en niet te voorspellen wanneer de toestanden zich zoo zullen wijzigen, dat dit te veel aan werkkrachten in de Nederland sche groot- en klein-industrie weer loonenden arbeid zal vinden. Wij hebben kort geleden. over de malaise in het zakenleven senrijvende, ons economisch leven met een slinger vergeleken, die nu eens naar de eene en dan weer naar de andere zijde wordt gedreven en die ten slotte met steeds kleinere schommelingen weer tot haar rustpunt zal moeten komen. Nu eens constateeren wij een gebrek aan werkkrachten en daardoor een groote erken- ning van de waarde der arbeidskracht, zich uitende in hooge loonen en velerlei sociale maatregelen op arbeidsgebied, dan weer schijnt de slinger in haar volgende schomme- ling den anderen kant uit te gaan, wordt er een te veel aan arbeidskrachten geconsta- teerd en hebben de arbeidersorganisaties den strijd tegen werkeloosheid en loonsverlaging te voeren. Wij behoeven er niet meer op te wijzen dat wij tnans in het teeken van het laatste staan, dat er een werkeloosheid is van zo6 grooten omvang, dat de arbeidsbeurzen in de laatste weken haar hoogste totaalcijfers aan werk- zoekenden boeken, dat er een zo6 belangrijke loonderving is, dat de organisaties den krachtigen steun van Rijk en gemeenten be hoeven om de werkeloozen voor honger en el- lende te vrijwaren. Wij zullen trachten in een paar artikelen het beeld der hedendaagsche malaise in onze industrie te schilderen, wij zullen trachten na te sporen hoe ze ontstaan is, waarom ze blijft voortduren, wat de grieven van fabri- kanten en arbeiders zijn en hoe men van bei- de zijden er toe kan medewerken om dit cri- sistijdperk van zoo kort mogelijken duur te doen zijn. Dan is er tevens gelegenheid hier en daar aan den toestand in onze eigen gemeente eens de bijzondere aandacht te schenken Dat er over groote werkeloosheid geklaagd wordt is het gevolg van het geheel of gedeel- telijk stilleggen van tal van bedrijven. Waarom worden deze fabrieken geheel of gedeeltelijk stop gezet? In de allereerste plaats natuurlijk omdat de fabrikant bij het voortduren van den ar beid niet voldoende finandeel belang heeft. Werkt hij met verlies, dan zet hij het be- drijf zoo spoedig mogelijk stil, werkt hij met een geringe winst, dan kunnen er omstandig- heden zijn te zware concurrentie van het buitenland, belemmerende regeeringsmaatre- gelen of'een te bruusk optreden van arbei- ders-organisaties die hem de lust tot ver- der produceeren ontnemen. Wij zullen nu allereerst eens nagaan welke belemmerende factoren de fabrikanten zelf als oorzaak van de tegenwoordige misere hebben aangegeven. Wij vinden hiervoor belangrijke gegevens in de door den Nijverheidsraad gehouden en- quete. De daaroo ingekomen antwoorden zijn tot een rapport verwerkt waarin over het alge- meen geconcludeerd wordt dat de malaise, die de Nederlandsche industrie drukt, voor een zeer belangrijk deel op rekening der bui- tenlandsche concurrentie moet gesteld wor den, welke zich zoowel bij afzet in het binnen- land als bij export doet gevoelen. Wat de afzet in het binnenland betreft wordt de buitenlandsche concurrentie vrij algemeen als een zeer ernstige belemmering gevoeld en bij afzet naar het buitenland geldt voor bijna alle exporteerende industrieen, dat zij in meerdere of mindere mate concur rentie ondervinden. De oorzaak der buitenlandsche concurren tie wordt in de eerste plaats hierin gezocht, dat onze industrie geruimen tijd in ongunsti- ge conditie is geplaatst door het verschil in kolenprijs met net buitenland, welk euvel in den laatsten tijd wel veel verminderd maar niet geheel verdwenen is. Daamaast staat de Nederlandsche in dustrie in een zeer ongunstige positie tegen- over de buitenlandsche door het v rschil in loonen, welk verschil zich zoo *ls uit- sluitend doet gevoelen tegenover .an;' waar de oorlog leidde tot een, vergelekeif "bij el ders, lagen levensstandaard. Bovendien moet op het verschil in arbeids tijd gewezen worden. In het buite land wordt allerwege langer, in sommige industrieen zelfs yeel langer gewerkt dan hier te lande. Dit is mogelijk door het niet bestaan van wa atht-uran-wet of doordat b*j hot Kid* vam mb der wwt ia iedar gwral Sf v«a een 45-urige werkweek geen sprake is, 6f aan de industrie bij hare toepassing meerdere bewegingsvrijheid wordt gelaten. Zoo kan b.v. in Duitschland zelfs wette- lijk, wanneer daaromtrent tusschen werkge- ver en arbeiders overeenstemming wordt ver- kregen, een langere werkweek ingevoerd worden. De overgangsmaatregelen hier te lande worden door de fabrikanten als on voldoende gekenschetst. In de continu-bedrijven wordt in het bui tenland met twee en hier te lande met drie ploegen gewerkt, wat de Nederlandsche be drijven in een ongunstige positie tegenover de buitenlandsche plaatst. Wij komen op den acht-urigen arbeidsdag en de 45-urige werkweek nog nader terug, maar willen eerst even verder nagaan wat door de Nederlandsche fabrikanten nog meer als tot de malaise medewerkende factoren wordt opgegeven. Daartoe behoort het verschil in grondstof- fenprijs tusschen Nederland en het buiten land. Men klaagt er algemeen over dat onze in dustrie voor de uit net buitenland te betrek- ken grondstoffen en halffabrikaten veel hoo- gere prijzen moet betalen dan aan de eigen fabrikanten in rekening wordt gebracht. Ook het verschil in kosten van vervoer en havenkosten speelt een belangrijke rol. Men klaagt algemeen over hooge vervoer- kosten zoowel te land als te water en vele in dustrieen ondervinden bezwaren door de zeer hooge kosten in de Nederlandsche havens. Dit verschil in vervoer- en havenkosten tusschen Nederland en de concurreerende landen wordt voornamelijk toegeschreven aan het verschil in loonen en arbeidstijd tus schen die landen en aan den lagen stand van vele buitenlandsche valuta. Zwaar is de druk door belastingen op de Nederlandsche industrie gelegd, de nog na- werkende O. W. belasting, de dividend- en -tantieme-belasting, het zegelrecht en het statistiekrecht 'en daarbij komen nog de las- ten der sociale wet geving. Als meerdere belemmering geldt de de- preciatie der valuta van vele landen. In tal van landen wordt de lage valuta als een d?r oorzaken der bezwaren bij afzet naar die landen gevoeld. Van de bezwarende buitenlandsche concur rentie bij afzet in het binnenland wordt de lage valuta in de ons omringende landen genoemd, waardoor Nederland als het ware overstroomd wordt met buitenlandsche fa- bnkaten tegen prijzen waartegen onze in dustrie onmogelijk kan concurreeren. Door verhoogde invoerrechten in vreemde landen zien verschillende export-industrieen zich een groot deel van haar afzetgebied ontnomen, terwijl andere daardoor niet in de gelegenheid zijn. hare relaties in het buiten land uit te breiclen. Verder doen zich nog in enkele takken van bedrijf bijzondere omstandigheden voor die den concurrentiestrijd met het buitenland be- moeilijken en waarvan wij hier slechts zullen noemen de binnenlandsche concurrentie wel ke b. v. in de sigaren-, de confectie- en de bontindustrie van de zijde der huiswerkers gevoeld wordt. De fabrikanten zijn over het algemeen van oordeel, dat het, om tot betere toestanden te komen, npodig is, dat, wat de regeling van den arbeidstijd betreft, opheffing van de ver- schillen met de toestanden in het buitenland moet woidcn verkregen. Door sommige industrieen is te dien einde de wensch geuit, dat door gemeenschappelijk overleg van werkgever en arbeiders van de regelen van de arbeidswet ten aanzien van den arbeidstijd kan worden afgeweken. Voorts werd regeeringsingrijpen in den vorm van handelspolitieke maatregelen wen- schelijk geoordeela, zooals invoerverboden, beschermende rechten, een compensatoir va- luta-recht, een export-premie benevens dif- ferentieele rechten in de Nederlandsche ko- lonien. Hierbij dient vermeld te worden, dat de sigaren-nijverheid opkomt tegen de voorge- stelde nieuwe verhooging van het invoerrecht op sigaren in Nederlandsch Oost-Indie. Ten aanzien van de kolenprijzen js het algemeene verlangen, dat deze meer in over eenstemming worden gebracht met die in de ons omringende landen. Tevens is het begrijpelijkerwijze den fabri kanten een doom in net oog, dat door de regeering en diverse gemeenten leveranties van dikwijls grooten omvang en welke ongetwijfeld als middelen tot net verleenen van daadwerkelijken steun aan de Neder landsche industrie kunnen worden be- schouwd in het buitenland geplaatst wor den. Dit alles zijn grieven door verschillende fa brikanten als oorzaken van den tegenwoor- digen malaise-toestand naar voren gebracht. En het is begrijpelijk dat zij maatregelen overwegen om die belemmeringen zoo spoedig en afdoende mogelijk uit den weg te ruimen, waarom het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten-Vereenigingen zooals een persbericht in verschillende bladen dezer da- gen meldde dan ook op 24 Februari a.s. te Amsterdam een congres belegd heeft. Op dit congres dat voor de Nederland sche pers nisi tosgankelyk is zull* de be- drijfsleid«M felegimhaid krijgan zich ever da nooden van dezen aisistijd uit te spreken en een vijftal ministers is uitgenoodigd deze be- sprekingen bij te wonen. Wij zullen ons hierin niet verder verdiepen en willen slechts constateeren dat uit het bovenstaande blijkt dat de Nederlandsche in dustrie in dezen tijd met zeer groote moei- lijkheden te kampen heeft. Er zijn dan, ook ongetwijfeld industrieelen die in den concurrentiestrijd met het buiten land momenteel het onderspit delven en die daarom noodgedwongen, in de hoop op spoe dig aanbrekende gunstiger omstandigheden, hun fabrieken geheel of gedeeltelijk nebben stil gelegd. Maar er zijn daamaast fabrikanten die .wel zouden kunnen produceeren maar het niet doen omdat de te behalen winsten niet opwegen tegen de ergernis die zij door het openstellen hunner fabrieken van de zijde der arbeiders en hunne organisaties onder vinden. Wij komen nu aan een teer punt, namelijk de verhouding tusschen fabrikant en arbei- der, een verhouding die over het algemeen niet eene van naast elkaar staande gemeen schappelijk belanghebbenden bij hetzelfde bedrijf is, maar eene van scherp tegenover elkaar staande partijen, beide trachtende be- slag te leggen op een zoo groot mogelijk deel van de opbrengst van het bedrijf. In de meeste industrieen is dan ook niet van een vergrooting der productie en ver- meerdering van winst door onderling hulpbe- toon en toewijding voor den gemeenschappe- lijken arbeid sprake, maar wel van een elk voor zich opeischen van de bedrijfswinst en daardoor van een onderlinge vervreemding, die het samenwerken tot een kwelling maakt, de liefde voor den arbeid moet dooden en de productie door een zekere arbeidsmoeheid noodwendig moet verkleinen. Wij zouden kunnen spreken van de immer als onoverbrugbaar gekenschetste klove tus schen arbeid en kapitaal. Wij willen het liever hebben over de gelei- delijke vervreemding van hen die in de pro ductie niet tegenover elkaar maar naast elkaar behoorden te staan, omdat zij elkaar niet kunnen missen en omdat zij beiden in het vergrooten van de bedrijfswinst gelijk- soortige belangen hebben. Maar de klove is er nu eenmaal, en de als natuurlijk gekenschetste vijandschap tus schen patroon en arbeider neemt een steeds scherper karakter aan, doordat beide partij en langzamerhand op gelijke kracht zijn ge komen. Er is een tijd geweest, dat de fabrikant ongetwijfeld de sterkste was en naar wille- keur zijn arbeiders bezoldigen, aannemen en ontslaan kon. Toen is de arbeidersorganisatie gegroeid tot een tnachige vakbeweging en wat het al- leenstaande individu niet mogelijk was, dat bleek wel bereikbaar door de organisatie, het verbond van gelijksoortige werkers. Meer en meer zagen de fabrikanten zich in hun vrijheid van bewegen belemmerd, meer en meer moesten zij rekening houden met de eischen der steeds machtiger worden- de organisaties. En zoo is langzamerhand de tijd geko men, dat in de allereerste plaats de vakorga- nisatie de loonen en de rechtspositie der arbei ders decreteert en den fabrikant bleef niets anders over dan toe te geven, wilde hij zich zijn werkkrachten niet ontnomen zien, waar door zijn bedrijf zou moeten stilliggen en de ook vpor hem nog te behalen winsten hem ontglippen zouden. Er is een tijd geweest en die tijd ligt nog niet zoo ver achter ons dat er met ae productie van tal van artikelen, ondanks de hooge belastingen, ondanks de kosten voor sociale wetgeving en ondanks de hooge loo nen, winst te behalen was. Het was de tijd toen de behoefte aan ar beidskrachten zoo groot was, dat de arbei ders voor hun medewerking aan de productie loonen bedingen konden waarvan zij vroeger nimmer gedroomd hadden. Het was de tijd toen de slinger van ons economisch leven zich opwaarts bewoog. In dien tijd hadden de fabrikanten de werkkrachten noodig en dit teekende zich af in collectieve en andere contracten waarin de gunstigste bepalingen ten opzichte van het weekloon waren vastgelegd. Van dezen opbloei der productie is mo menteel geen sprake. Er is door de velerlei reeds boven uiteen- gezette factoren een wellicht tijdelijke inzin- king gekomen die een toestand geschapen heeft waarin de arbeidskracht niet meer ge zocht wordt, met het directe gevolg, dat hare waarde niet meer de erkenning van vroeger vindt. De wettelijke sociale maatregelen kan de fabrikant niet meer ongedaan maken, maar op het arbeidsloon kan hij trachten te bezui- mgen. Dit wekt het verzet der organisaties en juist dit verzet moet momenteel tot een machtsstrijd leiden waardoor de fabrikant door willekeurige sluiting van zijn toch wei- nig baten leverende fabriek zijn machtigste wapen hanteert. Hoe dit den algemeen en malaise-toestand moet vergrooten zull* wij in volgend artikel sent nadsr besprsle*. Buitenlandsch Overzicht. De Engelschen la ten de hoo p op een her- vatten van de handelsbetrekkingen met Rus- land nog maar niet varen, ondanks het feit, dat Krassin meer dan eens verweten is, dat hij de bolsjewistische propaganda steeds bleef voeren tegen de overeenkomst in. Van die hoop sprak ook de koning in zijn rede bij de opening van de zittingen van het Parle- ment. Thans heeft Lloya George medege- deeld waarop die hoop gegrond kan zijn. n.L op een den 5en Februan uit Moskou ontvan- gen antwoord1 op de voorstellen der Engd- sche regeering betreffende de handelsovereen- komst. Dit antwoord is met de bijbehooren- de amendementen thans bij de regeering in behandeling en men verwachtte oat Krassin spoedig te Xonden zou terugkeeren. Hoewel reeds dikwijls is verzekerd en de laatste weken vooral dat de bolsjewis tische regeering nog slechts een kort bestaan zal hebben, dank zij haar optreden, waardoor veel gcvochten en weinig gewerkt wordt, wil Engeland toch nog wel overeenkom&ten slui- ten met diezelfde regeering. Maar of de veelbesproken handelsovereen- komst aangenomen dan dat zij tot stand mocht komen zal brengen wat er van ver- wacht wordt: opheffing of minstens een em- tig middel tot bestrijding der werkloosheid? Oudminister en arbeidersafgevaardigde Bar nes gelooft er niet veel van en noemde het in het Lagerhuis zelfe een waanvoorstelling. Dit was bij de behandeling van een aimende- ment over de werkloosheid. Hij maakte toen ndg een belangrijke op- merlang, n.l dat een algeheel onderhoud van werkloozen door den staat den dood der vakbeweging zou zijn, omdat deze haar grootste kracht ontleent aan de oodersteu- ning van haar leden. Wat het Lagerhuis ook van Barnes' eerste uitlating mag den ken, met de tweede zal hij ,bij vele leden ongetwijfeld1 instemming vin den, daarvoor zijn ze nu eenmaal niet alien lid van de Labour-party. Lloyd George ging er dan ook gretig op in met te zeggen, dat de werkloosheid thans algemeen is in de wereld, dat de Engelsche regeering veel doet om de slachtoffers te steunen (12 millioen arbeiders zijn nu verzekerd tegen werkloosheid en bij een vorige dcrgelijke crisis, 13 jaar geleden, bestond die verzekering nog niet), dat zij 23 millioen pond sterling gaf om personen op het land te vestigen, enz., maar dat zij nu toch heusch niets meer kan doen. De hulp- verleening aan het door den oorlog ver arm de Europa. vraagt ook veel geld. Wat de oorzaken van de crisis betreft, Lloyd George noemde daarbij, behalve den. oorlog, nog de „vredesoplossing". De vrijheid, aan de nieu we naties verleend, verstoorde de industri- eele en commencieele machine van Europa. Een overmatig en hebzuchtig nationalisine kwam aan den dag. Zoowel in Engeland, Frankrijk als Amerika heeft men het gevoel, dat men hooge tariefmuren moet bouwen en niet de minste hulp aan de nabtuen moet ver leenen. Dat is de reden van de verlamming van centraal Europa, en wanneer men voor centraal Europa niet wat meer nabuurschap gaat toonen, zal het verleenen van credieten len behoeve van de handeldrijvenden nog moeilijker worden. Centraal Europa moet zich thans verlaten op het gewone handels- verkeer. Dat is er echter niet, en het is de taak van Engeland, den weg daartoe te ba- nen. Het amendment der Labour-party, waarbij geeischt werd de werkloozen van staatswege to onderhouden, werd ten slotte met 262 te gen 84 stemmen verworpen. De Beiersche regeering is nu inzake de ontwapeningskwestie wel gezwkht voor de rijiksregeering, maar haar minister-president wii van eenige verantwoordelijkheid voor de gevolgen van doorvoering van den eisch der geallieerden niet hooren. Hij heeft zijn op de conferentie te Berlijn en ook daama ingeno- men standpunt ten opzichte van de ontwape- ning nog eens ui teen gezet in den Beierschen Landdag en verklaarde daaraan geheel vast te houden. Hij zinspeelde op het „roode vaar" en nomde de burgerwachten, met oog op den binnen landschen toestand' zoowel als met betrekking tot de buitenlandsche be- dreigingen, een absolute noodzakelijkheid De burgerwacht had en heeft volgens den premier geen ander doel dan de bescherming van eigen persoon en bezitingen en handha- ving van rust en orde in den staat. Alle po- litieke vermoedens omtrent haar waar wezen, zijn even ongegrond als de vrees onzer tegent- standers, dat zij zou worden gebruikt als een nationalistisch en militair onstrument in den dienst der revanche. De „Einwohnerwehr" zal van zelf verdwijnen, zoodra de staat zijn norma le sterkte heeft herkregen. Indien de rijksregeering meent, dat zij zich niet met ons standpunt kan vereenigen, zoo besloot von Kahr, dan moet zij voor alle door haar te nq- men maatregelen ook de volledige verant woordelijkheid dragen. Buitenland VERZET TEGEN DE EISCHEN VAN PARIJS. Nog steeds hebben in Duitschland betoo- gingen plaats tegen de bepalingen der sdha- deloosstelling, zooals deze te Parijs door den Oppersten Raad werden vastgesteld. Na een massabetooging in Leipzig, begaf de menigte zich in optodnt naar hotel Asto ria, waar de entcnte-officieren verblijf hou den. Zij trachtten, het gebouw binnen te drin^en warden slechts met groote moeita hiervan tsa-uggehoud*. Daaraa teg* zij naar den Augustus-Platz, waarbij een der voormannen een nagebootsten galg droeg, waaraan een rood-blauw geverfde pop was opgehangen, welke een rranschman moest voorstellen. Volgens de Deutsche Tageszeitung" werd ook een banier in den stoet meegearagen, waarop stood geschreven: „Hang alle vij- andelijlke bloedruigers aan den naaaten lan- taarnpaal op." Dit schouwspel ontlokte uitbundige uitin- gm van instemming en vreugde aan de tal- rijke menigte, totdat een politiebeambte de pop in beslag nam. ONRUST IN SPANJE. Onbekend gebleven aanvallers hebben te Barcelona met revolverschoten een arbeider^ die lid was van de Vakvereenigings-Unie, ge- dood. Twee andere arbeiders werden zwaar gewond. De politie te Cordova gaat voort huiszoe- kingen te doen bij leden van d'e Vakvereeni gings-Unie Vijf gevaarlijke typen zijn de staa uitgezet. DE TRAMSTAKING IN WESTPHALEN. De staking der trambeambten heeft zich nog verder uitgestrekt, dan tot de eigenlijke industrieele districten. Het trampersoneel iu Remscheid heeft zich uit sympathie met de staking daarbij aangesloten. De bond van werkgevers, waarbij de 34 door de staking troffen maatschappijen zijn aan eeft het personeel bekend gemaakt, dat all die niet op 19 Februari den dienst b< hebben, zullen worden' ontslagen. In Duisburg, Hagen en Vohwinkel ligt het verkeer geheel stil. DE MOORD OP GRAAF TISZA. De „Neue Freie Presse" te Weenen bericht, dat den 20sten Maart het proces inzake den moord op graaf Tisza beginnen zal. Onge- veer 180 getuigen zullen worden gehoord, waaronder 160, die verklaringen zullen af- leggen omtrent de rol, die de vroegere Hon- gaarsche minister-president Stephan Frie- drich daarbij gespeeld heeft. Men neemt aan dat het proces eenige maanden zal duren. Stephan rriedrich is overtuigd, dat zijn on- schuld aan den dag zal treden. A EOT B 43. OPVOERING VAN „REIGEN." Te Weenen is Woensdag de opvoering van Schnitzler's ,,Reigenv door ongeveer vijfhoo- derd jonge lieden met geweld verhinderd. Zij wierpen de toeschouwers uit de zaal en zetten het parquet door het openzetten van de hydraulische inrichting onder water. Eeni ge personen werden gewond. Ondanks het verbod van den minister van Binnenlandsche Zaken werd Donderdag het stuk opnieuw opgevoerd. Weer gaf het aan- lciding tot een opgewonden manifestatie. Ver- scheidene hondterden personen omringden den schouwburg. Gedurende de voorstdling werden tegen de bezoekers gewelddadigheden gepleegd. Vrouwen werden ter aarde gewor- pen en onbarmhartig geslagen. De politie herstelde de orde. DE RADIOSTATIONS IN CHINA. De „Times" verneemt uit New York: Het department van buitenlandsche zaken heeft een nota naar Peking gezonden, waarin de Chineesche regeering wordt gewaar- schuwd, dat Amerika het intrekken van de concessie, verleend aan de American Fede ral Wireless Company tot het oprichten van een station voor draadlooze telegrafie te Shanghai als een onvriendelijke daad zou beschouwcn. De nota werd gezonden na een onderzoek naar de gestie van een Engelsche ondememing, die verklaart, een monopolie voor draadlooze telegrafie in China te heb ben en die pressie uitoefent op de regeering te Peking om de concessie van de Amerikaan- sdhe maatschappij in te trekken. De nota ver klaart nadrukkelijk, dat dit in strijd is met het beginsel van de open deur en Amerika eischt een biliijke behandeling van zijn on- derdanen. Naar verluidt, heeft het departe- ment van Buitenlandsche Zaken zich, inzake deze kwestie rechtstreeks tot de Engelsche regeering gewend. DE NTEIDWE PCXXLREIES VAIN" gHlAlOKTIFflXXN. W. BLOKKER, KOORSTR. 4L Dagtl. opts. In Mei of Jumi zal Sihackleton weer eeen '(poolreis ondernemen. Hdj zal dan de tusschen Greenland en Canada gelegen eilanden 'bezoe- iken, waarh'een reeds meermalen exrpedities zijn ondemomen. Men vermoedt, dat zijn reis ten doel heeft te onderzoeken, of er veel steenkolen op de eilanden zijn en hoe men den rijkdom aan visch htij die eilanden nuttig zal kunnen gebruiken. Shadkleton zal eerst naar de Hudsonbaai gaan. Vandaar zal hlij de reie voorbzetten om het Baffinseiland naar de Baffin^baai, •n vervohppem* ml hi' door de aaar het Arel Heiberfseiliid reizen. Tiaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 1