Alkmaarsche Courant
De Amsterdamsche week.
Zaterdnir 19 Februari.
Stedeljjk Museum.
Het Provinciaal Electrici-
teitsbedriif Noordholland,
Feuilleton.
a.
iwte
Honderd Drli en Twtntlgste Jaargang.
J® 1904, d* utePtVjJ •WRg®
atwisselend tusschen 1938 en 1947.
„Naar sedert is gebleken, wordt op al deze
contracten, ook op die met gemeenten, die het
in Februari 1919 gedane verzoek om' verh«5o-
ging va® den K. w. prijs met 50% hebben in-
jewilligd, verlies geleden. Laatstbedoelde ver-
looging is toegestaan bij1 39 contracten (gel-
dende voor 45 gemeenten), 3 gemeenten stel-
den niet te accepteerem voorwaard'eni, 7 schort-
ten de beslising op, 12 antwoordden niet en
11 weigerden onvoorwaardelijk.
,Op de contracten met de polders, die dlen
stroora betrekken tegen het verhoogdte tarief
(50% op den iK. W. prijs) wordt geen' ver
lies geleden. Met ongeveer de helft der 31 aan.
jesloten polders werd tersrtond op het ver-
hoogde tarief gecontracteerd. Van de andere
helft heeft de groote meerderheid 6f gewei-
gerd de tariefsverhooging te aanvaaraen, 6f
niet geantwoord op't verzoek om verhoo-
ging. Het laatste contract met't oude tarief
werd op 18 Juli, 1919, het eerste, waarin de
nieuwe prijs bedongen was, den 14 Augustus
d. a. v. afgesloten.
„Va® de contracten met groot-in-
dustrieelen werd het laatste op de oude voor-
waarden op 16 Juni 1919 geteekend. Den
14 de® van die zelfde mtaandi was inmiddels
reeds het eerste contract met het nieuwe ta
rief aangegaan. Infusschcn wordt ook bij de
ze contracten', zelfs in de gevallen. waarin
de '50% verhooging wordt bctaald, verlies
geleden. Edhter is de contractsduur voor bijna
able groot-industricelen, n.l. voor 124, tus
schen de 1 e® 5 jaar.
„fa de Zaanstreek wordt door 26 van die 48
aanigesleten groot-induatrieelen de 50% ver
hooging betaaldl; 10 weigerden, 12 gaven
'een antwoord. Buiten de Zaanstreek werd1
le verhoogiing aanvaartJ door 61 industriee-
len, terwijl 15 nog niet antwoondde® en 5 weir
gerden.
Na 1 Januari 1920 werden gee® onder-
hanidlelinge® gevoerd zondtr dat op de ko-
mendte nieuwe tariefsverhooging, die dezer da-
gen is vaStgesteldi, werd gewezen.
Welk een' toestandi!Ntii moet erkenid, dat het
sedert wat dte gemeenten aangaat hecil wat be-
ter is geworden. Als ik het goad heb is het ge-
tal van 33 gemeenten, die nog niet betaaloen
op 20 October 1920, gedaald! tot 17 of 18
thans. Maar dat zijn er dan toch nog 17 of
18 te veel en daaronder zijn er twee met zeer
veel verbruik. Verbruikte® ze voorlioopig maar
niets, want klanten, die me® moet lever en met
verlies, 'kan men missan als kiespijn. Billijk-
heidlshalve moat -ik er verder op wijze®', d!at
-ook bdjtaa aliie graot-indiusilrieelen aan- de Zaan
aa® wier adlres in de statenvergadering
onlangs de heftigste verwiijtem werden- geuit
roods sedert een'gen tijdi idle verlangde ver
hooging betalen.
Men moet wel bewondteren den ijver en- het
groot gedluldl, zoowel van den directeur als
va® hd: gedelegeerd1 ldid) Dr. Van der Waer-
den, die nog maar steeds voortgaan te trach-
ten om door overreding en overtuiging con-
tractante®, welke in de verhooging niet be-
williiigden, d'aartoe alsnog te brengen. Vooral
de heer Van der Waerdc®, met wien ik her-
haaldlelijk deze aan'geiegenheid besprak, heeft
zichi i® deze zeer veradenstelijfc ganaakt en
aan hem is het goeddeels te danken, dat de
verliezen nit dezen hoofde niet nog grooter
zijn.
Toch is 'hiet duidtelijk, d'at men1 er langs die®
tot nu igevolgdc® wcg sfdlig niet geheel' komf.
Het is verklaarbaar, d'at im zulke omstan-
dii'gheden aan andere tndddelen gedacht werd.
Maar ik voeg er rods v66r ik ze noem aan'
ioe dat ik ze niet goedl vinidi.
Het Hlandeisblad van 10 Nov. 1920 d'eelde
mode, dat het in die bedtoeliing lag de onwilli-
ge contract anien, iedter na afloop van zijn con
tract, het door zijln itoedOen geleden verlies te
laten vergoeden, dloor voor hen een uitzonde-
rmgstarief vast te stellen. Op een vraag van
het statenlidi Korrthals Altes antwoordden ge
deputeerde staten ech'ter van- het bedioelde
bericht met verbazin-g te hebben kennis geno-
men. 'De vraag, of die aangegeve® ged'rags-
liijm zou worden gcvoligd, hadi nimmer een on-
derwerp van igespreking uitgamaalat. Todi
bleef het HandblSMad1 zijn beridht handhaven.
Bij wie het dan wel in die bedoelLng ligt, als
dit niet het geval is bij! het tegenwoordiig col
lege van gedepuiteerdte staiten, vermeld'dte het
Handcilsbladi niet. Biji het college dlat er zal
zijln over 5 jaar, 15 jaar of 26 jaar, wanneer
de contracten geleidelijfc afloopen? Dat zal
't Hlandelsblald toch zeker nog wel' niet weten.
En iegenwoordiige besturen zuillen anderzijds
zich toch wel niet mbeeldie® dienaangaande
nu reeds besluiten te kunnen nemen, waaraan
opvoligendie besturen over 25 jaar in alle ge-
liomwwuLsM criCvoertng cuf?tn guvw. Dtt
maddel1 kan men dus gerust ter zdjoie stellen.
Ntee®, dan is meer aand'ach't waard' een- an
dere hardhandige oplossjng, welke in alien
ernst ter sprake is gekome®. Het lidi van gede-
ernst ter sprake is gekomcn.
Het lid1 van gedeputeerde staten
de heer Hendrix decide in de statenverga
dering mede eeD bespreking van de aangeie-
genheid te hebben gehadl met den minister van
justitie en- als gevolg daarvan te verwachten
de indiening van een ontwerp van wet, welke
kortweg vervallCnveiMaring van de contrac
ten der gemeenten, welke den verboogticn prijs
niet toestaa®, mogelijlk zou make®. Zelis werd
d'aarbdj gevraagdi van teruigwerkende kracht,
zootdlat de betreflende gemeenten, waterschap-
pen en graot-industrieelen zouden moet en be-
ginne® met belangrijke bedragen tot aanzuive-
ring van geleden verliezen,opeens te betalen.
Dat zou zeker een paardenmiddel zijn, het-
welk tusschen P. E. NL en gemeenten, water-
scbappen en groot-indiustrieelen hoogst on-
gewenschte verwijdiering zou te weeg bren
gen e® blijlvend! kwaad' bloed' zou zette®. Mijn
inkfruk is, dat inderdaad imdiiening van zoo-
danig wetsvoorstel geenszins uitgesloten moet-
worden gacht. Of de beide Kamers der staten-
gcneraal het zoude® aanrvaardden is echter op
zichzelf ode nog een vraag. Mlaar het moet
zoover niet komen. iDait moet -tern Slotte toch
ook niet noodig zij®. Ernstige overweging van
deze zeer ernstige zaak doet fnij meenen, dat
het toch niet goedl zou zijn, op deze wijze een-
zijdig aan' 'het verschil va® meening een1 eindfe
te make®, hoezeer ik dan ook meen' dat va®
alle contractanten de biillijkheid eischt al'thans
deze tariefsverhooging toe te etaan (aUhans
deze, want zonder buitengewoae oiaatregele®,
waarover nader, zal het hierbij niet bliijven).
Men moet zich op het siiamdpunt bliiven plaaL
sen, dat de contracten, dit tot heden1 Idle ver
hooging afwezen, te goeder trouw meenen in
biillijkheid d'aartoe gerechitiigd te zijln. Wet+e-
lijke diwang is dan mijns i-nziens ongeoorloofd
en scheidsrechterlijke uitspraak ware veeleer
aan1 te bevelen. Het is mif inzondierheid op de
jongste algemeene vergadering van de afdee
ling 'Noord-'Holland van de vereeniiging van1
Ntederiandsdhe gemeenten gebleken, d'at bijv.
de burgemeester van een' belangrijke gemeente
niet uiit baatzuch't maar om voor hem overwe-
gchdte redfenen meent tot de tariefsverhoo
ging niet te moet en medewericen. (Zijn motie-
ven moge mem niet i® elk opzicht dleelen', men
zal ze toch mioeten respecteeren.)
iDani is er ook nog cen derde middel, en
daartegen zal moeiMjk bezwaar ktunnen war
den gemaakt. iDat igeldt de vraag of inder
daad de contracten de provincie verplichten
tot levering^ naar den' ouden' prijs voort te
gaan, off dait'zij daarmede mag edndigen, het-
zij wegens den inhoud der contracten zell, het-
zij dtoor imroeping van1 force majeure. Ver-
plicht een contract de provincie verder niet,
dia® is zi| natuuriijlk volkomen in haar recht
de stroomlevering te stake®. Over deze gewich-
t'ige vraag hebben gedeputeerde staten
naar zi| in de jongste statenzitting mededeel-
dien' rechtskumrag advies ingewonnen van
niemandl minder dan prof. mr. Paul Sdholten,
hoogteeraar aan de Ataslterdlamsche universi-
teit. Diens advies is nog niet aa® de staten
medegedeeM, maar er verluidt dat het is ge-
geven in voor de provincie gunsfigem zin.
Het wordt dus wel hooge ernst: wetielijtoe
annuleering van contracten of eindigen van
stroomlevering ook zonder dat.
Laat dan toch het gesohil op andere wijze
tot oplossing komen. Ik adit dlat mogelijlk, als
igeluisterd wordt naar het adVies, op 31 Jan.
192'1 gegeven' in haar algemeene vergadering
door de afdeeling Nbord-Holland- der veree
niging va® Nedeniandsche -gemeenten.
Purmeramd. D. KOOIMAN.
door Henri Ardell. Naar het Fransch
6)
Dank zij. deze onverstoorbare openhartig-
heiid, weet ik nu precies hoe het met haar hart
gcsteld! is, ee® heiligd'om waarin niet een
iesder die wil, bi'nnentreedt.... En wat duivel"
zij laat er ail heel weinig uitverkorenen bin-nen
De almachtiige Ooid in diat heiligdom is haar
4 vader, diien zij uitsiluitenri, heel alleen aanbidt
met al de schaittc® van liefde, die zij in over-
vlood schijnt te bezitten. Heel ver achter-
waarts, maar tech nog in de® tempel staan
de twee jongens, Corenti® en Yves. Aan de
deur Staat de volwassen. dochter va® mevrauw
Morganec® aditer de deur, mij dunkt mee-
doogenloos weggezet, mevrauw Morgane
zelf, die mij volgens de n-aieve overdentoingen
van- Arlette, voorkomt als een soort van- hui-
selijke dwingelawd, die haar ondendanen re-
geert voligens onbuigzame wetten nog veel
meer heb ik haar aldus beschouwdi, toe® ik
haar portrait heb igezien in het vertrek dat
haar heiHgtiiom is, de salon!Em weik een
salon!
,jDe gekste kamer va® het heelc huisheeft
Arlette mij giauw verldaard.
,,0 ja W'at is u hard' voor diai anne ver
trek!" „Hee!emaali niet! U zult eens zien!
„Heelemaali niet U zult eens zien!...
De meubels staan precies naast elkaar. Het
zijn -net oude, onaangemame, leelijke, onbewe-
gclijlke menschen, die" zich vervaleni. Vadcr is
net als ikhij heeft een hekl aan de salon en
komt er alleen in als hij niet anders kan. Als
ik naar mijn piano ga, doe ik mijn oogen
dicht als ik de kamer doorloop. U begrijpt
dat ik gevaar loop tegen de meubels aan te
taopm want de tsackn acaa®
steeds op dezelfde plaats en zullen er eeuwig
blijven.
Nieuwsgieriig heb ik gevraagdi:
„Doet u aan muziek
„Dat wil zeggen ik zing en drtar baud ik
van. Maar op miijlm manier.... En die manier
zou u miisschien heel leclijk vindie® want ilk
heb nooit les genome®."
Het begon mij; al meer em meer te interres-
seeren en ik vroeg
,^al ik het genoege® hebben u te booren?"
„Wat? hoorc® zingen? O v.a® avon'dl zooveel
als u wilt
Met diat -anitwoord1 heb -ik mij itevreden moe-
ten stellen en mijn d-ankbetuigingen bekorten
wamt Arlette deedl de deur van de beruchte
salon open.... Ach ze had het geliefkoosd ver-
trefc van mevrauw Morgane niet te Strang be-
oodieelldi. Vlak naast elkaar met §en wiskunsti-
ge n auwkeuri'gheild, stond' d'aar een rij fau-
teuils e® stodlen en nieti -te vergeten, eerv groo
te canape, alle precies oenider bekleedi met
schel groen rips met graote, roode pioonen be-
zaa'dop den schoorsteen, porceleinen vazen',
verbeeldl je Louise, papierem- bloemen.. O
rnoen1, mijn nichtje Arlette 'nadi geen' kwaadl ge-
sproiai va® de salon van haar schoonmoe-
der. Zij zag miji ondeugend aan, ee® giimlach-
je -krullde haar lip.
,„Ik had; gelijk, is't niet?„.. Zeg het mijj
Het doet mij zoo'n plezier als men' het m!ij
cons is. U vindt deze kamer ook miiet verleide-
lijk?"
„Neen dial juilst ®iet", bdkenrite ik terwijl
mijta oogen', waniig verrukt, door genoemide
salon' tfwalende, twee .port ret ten ontmoette®,
in lijlsiten het geheel'e ameublement waardig.
Arlette, wier MSJc den miipc hadi gevolgd,
fluisterde miji toe op beteekenisralle®. too®:
„mevrouw 'Morgane en haar d'ochters, mijn
zuster Bilanehe. Wilt u de photografieen be-
kijkeni? En vooreM ik anitwoord had kunnen
geMen, was zaj als ee® dwarreliwind1 die kamer
Oude Schilderijen op reis. Kuipe-
rijen tegen WiRem. Royaards.
door en lewani ferug met de twee portretten
Zij bleef voor het wagenwijd ope® venster
siaa® waar de frissche resedageur binne®
ikwam Bdj! de® eerste® hliik op mevrauw Mor
gane gestagen, facto ilk tioen dadelij'k begrepeni
waanomi d,e verhouidkig tusschen haar en haar
aardiig ilief dlocbtertje het tegendeel va® i'mtiem
moet zijn. 'De gelaaitstrekke® ware® vrij re-
igelmatig, efl groi, niaar ee® handc lijdi vonnde
de neekening der lippen, even-ails die der wenk-
brauwen, onder ee® laag voorhoofd een
-koppig voorhoofd en laag geplamt haar in
gladde, stijve bandteaux gekapt.... I® 't kort
een alled'aagsch geheel en' een geHaatsuditdruk-
king van' een heerschzucMige vrouw, door-
drangen va® haar eigen gcwicht.
Watt haar doch'ter betrrft, ofschoon zij' veel
op haar geloek, genioot zdj het voomrrechf van
een rand gezicht onder veel uitdrukking, twee
kileine niets zeggenda oogjes en een- zoo ina-
jestueuse buste, &t Airlet'te mij waarlijk her-
haalddlijk moesit verzdkereni dat fact meisje
pas veertien jaar was en niet achttien o:;
twinlttgdiaar haar zwaar figuur het haast
ongedooflijk maafcte.
,;Dat komt omd'at zij heel -groot en' heel d'ik
is!" verklaarde Arlette „Ik zie er iiit als een-
aaim! mugje 'biji haar vogcldken Zij vindt
mij ook een mistoakseH Zijln uw niohljes ook
groat?"
„Ja, vrij groot."
,,En zie® ze er aartitg uit?"
Nlich'tjes, om uw zedigheidl niet te kwetsen,
zal ik mijn antwoord' maar achterwege laten.
Maar Ariebte maakte er haar gcvoilgtrekking
uit diie haar omtsnapte melt een zuchit van af-
gunst:
„Wat moet het heeriijfc zijln om er lief uiit te
zien
Zij was zoo aliertoefcoorlijkst met die uif-
drukking va® naief verlangen' i® haar oogen,
op haar lippen' d'at ik den' uitroep niet bon
woerhjouidfia
nMaar, ni-chtje, daf genoegen moet ge uit-
steken'd goed kennen!"
Zij ridi'tte het hoofd op
„Waarom zegt u dat?"
„Omdat ik het meen".
„Wat meenit u?Dat ik...."
Zij zweeg en Icneeg een vuurfoode ki'eur.
,,'Dat Vrauiwe Nlatuur rich heel rnildl 'heeft
betoond tegenover uJa zeker, dat inieen' iken
ik dienlk dat iederee® dit met miji eens is
„^Dalt weet ik niet.... 'Niemand heeft ooit
zoo iets tot mij- gezegd.... En mevrauw Mor
gane 'beweert zelfs altijd het tegendeelDus
u spreelkt i® ernsit?"
„I® ernst, ja zeker!"
„-U zegt het niet alleen uit beleefdheidi om
mij plezier te idoen
„In de verste verte niet... Be zeg niets dan
de zuivere waarheid
iEr kwam een gilans van kinderidjke vreug-
die op haar gezicht, zij dianste ranidi, Vlugge
fee ails ze was
„0 wat een gelulk, wat een gefiuk. Mevrauw
Margane zal mij dus niet langer kunnen wijs
maikai daf een- fcleilne vrauiw een1 monster is,
wanit u, die im Parijls woont, vindt diat ik er
lief uif ziie en ui moet er venst'and van hebben
Wiaf ben ik -toch blijl dat u gekomen is!"
Diit alles zei' ze met een kinderlijke vreug-
de en zonder zweern van ijdedheiid Mlaar ik
weet niet welke openbaripgen omtrent me-
vtouw Morgane oos gesprek mij nog meer
verschiaft had, als de doifer niet was thuis
gekome® en- ons had) meegenomen am te di-
neeren.
Artette was hard' geweest voor de horde®
van haar stiefmoeder, die ze afschuwelijk ge-
noemd) had. Ze waren leel-ijk, dat kan men
niet tegenspreken, maar toch niet zoo leelijk
als de meubels in de salon. De gedefcte tafel
schltterdte dtoor een' volkomen -gemis aan sier-
1-ijkheid!: ee®' bewondlercnswaarelige bouquet
kamperfoelie alleen in een kritallen loom prijk-
te op het midden van de tafeL, dank zij uiade-
moisselle Arlette, die trouwens verrukt scheeu
over deze veraiering en er bdj iedtere gelegen
heid met ear bepaald amusante voMtoenio'g
naar keek. Hetgeen haar niet verhinderde met
haar vroolijke levend-ighjeid door te praten, ze
schee® niet te verzaddgen van bdjizonderheden
omitrent u alien, leve zuster en michfjes; bii-
zonderheden die ze aamhoortie steeds etende
met haar mooie poesentandjes, melkwit en
fijn, terwijl de jongens naast haar stilzwij-
genld met eetlusf hun- bord leegaten.
Mlaar al voJhardden zij: in hun stil'zwij-
gen, zij schenen vol bewoocfening voor de le-
vendigheid van hue zusje, wier tixmwe diena-
ren ze miif toeschenen. Dokter Miorg-ane onder-
vond zelf ook den invloed van haar lachende
jeugd, want zijn gezicht was een weini|g op-
'gefl'eurti- en hij Week een- zeer initeressamt pra
ter te wezen, op die hoogfe van alles wat zoo
wel de hedendaagsche vietenschap als de 'he-
deadaagsdhe kunst betr-of. Zoodait ik mij nog
afvraag hoe een mian van' zijln- ontwilkkelin-g
er toe heeft ifcunnen' toesluiten zatih zijn heele
lever* te begraven in een- fclein visschersdtorp.
Aan hem en Arlette zo-u ik rijkelijk genoeg
gehad hebben om een alienpretti|gsten avond
door te brengen met pnaten over verechil-
lende onderwerpen maar zonder het te ver-
mnieden, bereiddle mijln nichtje mij een heerlij-
ke verrassing. 'Deze verrassing verschafte ze
miji n a het eten, terwijl wijl in den turn geno-
ten van een onvagelijkelijik schoonen' avond.
Terwijl ik haar 'hoordte praten werd ik eens-
kla-ps getroffe® door den rijkd'om van tone®
in haar stem, en dladelijk iherinnerde ik mij
haar belofte wat muzaefc voor mij te mafcen
Ik heb haar aan die belofte herinnerd1maar
toe® ik opstond om haar in huis te volgen,
hield zij) mij tegen
(VTorBt vervolgd)
G'EYCKNDEN VOaBWEKFEN.
Uifesluitend te bevragen aan bet bureau
ran politie alhier op werkda-gsn ran des
vodrmMdagg 9—1 uur, rich te vervoege* bij
den WACHT^C)0(MMA2slDMNTI.
1 jongensjaa, 3 brochei, 2 roasnlkransen, 1
leeren damea-eeintuur, 1 rrouwanzak met in
houd, 1 hamer, 1 bisrvat, 1 tat, 1 knipmss, 9
arsnbanden, 2 gummilaarien, 2 dekkleeden, 1
man-chetknoop, 1 rilvsrsa oorkno-pje, 1 wa-pen-
,r orsoLriit, 2 gjaals, 1 paarden landdek, 4
portemonnaies imet inbouki, 1 rilveren ket-
tirakje van een collLr,-1 zilverbon, 1 halsket-
ti&g, 1 schroefaleutel, 1 boodschappen taach-
je met inhoud, 1 wandelato-k, 1 medaills, 1
aehoentje van een pop en een ring.
Alkmaar, 18 Feibruari 1921.
De Commisaaria van Politie,
W. TH. VAN GRJETHUIXSEN.
HEX STEDKDIJK MUSEUM ZAL A.8.
ZOfNDAO 20 FEBRUARI, G'EOIPEND
ZIJN VAN 's NAMIDDAGS 13 UTJR,
TEGEN EEIN TOEGANGSPRLTS VAN
10 CENT.
Kinderen beneden de 12 jaar kunnen met
worden toegelaten, van 12—16 jaar rfechts
onder geleide.
In de l-okalen <mag niet gerookt worden.
Het aantal igelijktijdige beioekere mag niet
mser dan 50 bedragen.
Ingang Breeditraat.
BEJDRIJF NIOOfflD-HOLLAND
DE TARIEVEN.
Het verzoek vain het P. E. N. am verhoo
ging van de betaling per K. W. maximale
odasting met 50% kwam in Februari 1010
bij de gemeentebesturen enz. in en in een ver
gadering dier afdeeling Noondl-Holland' van de
vereeniging van Nederlandsiche gemeenten
werdl besloten de zaak aan het corded van een
oommissie ite onderwenpen. Deze commissie
mochit aan> het P. E. 'N. alle gewenschte in-
Mitingen erliangen, inzage nemcn van boe-
kcn en bescheiden en kwam op grand van
uitvoerige becijtfer'ngen in haar uitgebrcid
rapport tot de conclusie, dat de gevraagde ta
riefsverhooging toiilijk was. In een d'aarop
gehouiden algemeene vergadering der afdee
ling Nloord-Hollandi werd met algemeene
siemmen besloten aan die gemecntcbesturen
te adviseeren1 de verhooging met ingang van 1
Januari! 1920 toe te staan. Het P. E. N. had
als dlatum van ingang gevraagd 1 Januari
19119, doch de vergadering meende hieri® niet
te kunnen trade®, omdait de gemeenten niet
meer van af diee dlatum den stroomprijls voor
de verbruikers zouden kunnen verhoogen. Vol-
gens die ddxectie zou de verhooging per K. W.
U., wellke de gemeenten aan haar afnemers
bij' inwilllitging van belt verzoek in- rekening
dienden te brcngen, voor gemeenten met plat-
tdandskarakter 3 tot 5 cent, voor diie met ste-
deliik karakter 2 tot 4 cent bedragen
Helaas hebben niet alle gemeentebesturen
aan dit advies harer organisatie gevolg gege-
ven, terwijil ook verscheidene waterschappen- en
groot-indusirioelen nog niet tot betaling van
de 50% verhooging zi|n kunnen komen. Een
overzicht va® dlen toestand op 20 October
1920 werdi gegevem in een antwoond) van' gede
puteerde staten op vragen van het statentid
iMIichielsen-. Gedeputeerde staten schreven het
voilgende dat ik in zijln belangrijkhtid geheel
overneem:
„Het provinciaal bedirijf, dat met 1 Janu
ari 1917 is opgeridit, heeft 41 contracten met
gemeentelbesturen van ide Kennemer maat-
schappdjl m de Hollanidlsche Electriciteits
maa'.sdiappij overgenomen. Bovendie® wer-
dien 31 nieuwe contracten met gemeenten af-
gesloten1, waarvan het laatste volgens het
oudie tarief wad onderteokend op 30 Novem
ber 191®. terwijl het ecrste. waarin de K. W.
Krijs met 50 pst. was verhoogd, den 15den
laart 1919 weijdl aangegaan.
„De overgenomen en die in de eerste jaren
van het bedrijt atgesToten contracten' hebben'
een duur van 25 a 30 jaar. Elf der contrac
ten met gemeenten vervaillen v66r o'f in 1925,
een contract met een combinatie van zes ge-
WoensdagimicMag a.-s. zal ooze Gemeente-
raad te beslis®en krtjger. over het voorstel
van B. en W. om drie schilderijeiii uit het
beizit der stad1 tajdellij'k af te staan voor eene
tentoonstelling te Parijs, namelijk de zooge-
na-amde kLine ,Anatomische Les1" van Rem
brandt, den „Molen bij Wij'k-bij-Duuratede"
van Jacob van Ruijsdael fen Jlet portret van
Veltman" (den tooneelspeler) dooi Jozef
Israels. Gehoord het advies van de Oommis
sie van Toeeicht en Advies over de Schilde
rijen der Gemeente stellen B. en W. echter
den Raad voor, te* weigeren twee andere
eveneens aarugevraagde meesterwexken onzer
17e eeuwsche achilderschool,,Het Joodsche
BrttMlV *bb an BoogaatwaBfl*
„Blauws Yrouwtje" van den Delftsehen
V ermeer, sulks in verb and met den toestand
dier schilderijen.
Er zit aan deize zaak natuurlijk een alge
meene® en een bijzonderen kant. Wat den al
gemeene® kant betreft Zij allereerst oyger
merkt, dat de tentoonstelling een politiek ka
rakter draagt. Zij moet dieneu oin in Frank-
rij'k weer eens den naam van Holland op alL
ler lippen te brengen en met sympathie, te
doen noemen. lets wat geduremde den wereld-
oorlog, om het nu maar eens euphemstisch
uit te drukken, niet altajd het geval is ge-
weest. En in beginiel is daar zeker nieta yp
tegen, of licrrer: alle* v66r! Het is nog zoo
geik nist om onxs kunst, en dan in hat hijxoa-
der onze oude schilderkunst, al* onze pleit'be-
zorgster te zenden naar Parijs, de ho of Is tad
van het voor kunst zoo lioht-ontvlam'haar
land (en volk). Zeker, de Franaohen kunnen
evengoed naar Holland komen, alls zij onze
kunst willen genieten, gelijk nog een dezer
dagen een inzenider in het Handel&blad be-
toogde. Maar dat doen de Franschen niet
al'thans maar heel enkele Franschen. Eln ho-
vendien is het zenden van lets heel kosthaars
bij wijze van groet, naar een vxeemd land een
daad van oourteoiaie, die door het andere volk
geiwaardeerd moet worden; vooral, als dat
andere volk! zoo gevoalig is voor oourteoiaie
als het Fransche.
'Natuurlijk zijn aa® de verzending van de
oude meeaterwerken over zoo groote afstan-
den, per spoor, groote feeewaren verbonden en
een groot ritico. Hoe imoet man zoo'a onde
schilderij beschermen tegen de gavolgen van
de trilling, het dreunen, het Stooten, enz. ge-
durende e«.® wpoorreia, om van het gevaar
van een sphorwegongeluk walk gevaar
vooral op de Franschen spoorwegen niet
denkbeeldig is nu maar niet te spreken
Ik stelde deee vraag aan een deskundige, en
hiij antWoordde mij dat de schildenjen z6fe
kunnen worden Lngepakt en geiBoleerd' (als
ik dit wcord mag gebruiken) dat er, men-
schelijkerwijze gesproken, niets mee gebeuren
kan. En toen ik daiarop nog eens wees op
deal kana op een spoorwegongeluk, tnerkte hij
(die een voorstander van het verzenden der
schilderijen was) mij. op, dat het buitenlandi
die bezwaren ook niet had aanger-oerd, toen
wij, ter gelegenheid van de kroning van ko-
ningin Wilhelmina, de Rembrandt-tentoon-
stelling inrilchtten, en in verband daarmede
stulkfken uit openbare' en partiteuliere verza-
melingen in den vreemde in bruikltien vroe-
gen. Ein ik moet zeggen: hij: had daarin1 ge
lijk.
Naar men weet hebben deze owerwegingen
er den Raad van Haarlem niet toe kunnen
doen besluiten om de mede-aangevraagde
Halsen uit het Stedelijk beizit voor de ten
toonstelling van Parijs aftestaan, ofschoon
die, volgens mij® deskundige, in uitstekenUe
conditie zijn. Hiji zou er, zoo zeide hiij bij
wijze van overdrijving, wel mede over een
huis durVen gooien.
Minder gunetig dacht deze zeMde delskun-
dige echter over eene expeditie van „Het
Joodsche Bruidje" en „het Blauwe Vrouw-
tje", zul'ks op grond van den prfecairen toe
stand waarin die schilderijen verkeeren. En
ik moet zeggen dat ook een leek dit wel kan
zien. Vooral aan de onderzijue zijn bside doe-
ken rwaar beschadigd, alsof het linnen daar
is uitgeizakt en dientengevoige de oude vert
losgelaten. In verband hiermede is het „Blau-
we Vrouwtje" verscheidene jaren geleden al
achiter glas geplaatst. Iemand die het weten
kan verzekerde mij daf dit ontbindingsproces
het gevolg is van het gebruilk der verwaT-
mingstoestellen in het RSjksJMuseum, een
klacht die niet nieuW is. maar toch wel juist
kan zijn. Eln in ieder geval vraagt men zich
af, waarom er tot dusver aan deze twee doe-
ken, parels van onze national® schilderschat,
niets gedaan is. Kunnen het „Joodische
Bruidje" en het ,31auwe Vrouwtje'' niet
verdoekt worden Ein waarom moest men nu,
als bij toeval, op de verwaarloozing, .waarin
deze meesterwerken verkeerden, opmerklzaam
worden gemaakt? Worden de schilderijen in
het Rijks-MHiseulm, althans de helangrijkste
daarvan, niet geregel'd ge/nspecteerd?
Overigens heeft .het geschrijf en gewrijf
dat deze zaak heeft ui'tgelokt, v66r nog be-
kend was dat B. en W. het „Joodeche Bruid
je" en het „BTauwe Vrouwtje", die beiden
„ziek" zijn, thuis zullen houden tengevol-
ge gehad dat ook de Amsterdammero zfelven
weer meer belangstelling zijn gaan toonen
voor de kostelijike en kostbare vrouwtjes, die
zij, dag in dag uit, m hun midden hadden
zonder er naar om te zien. 't Gaat er mede
m«t d* w^tweoud>" uit Iwt I»w-
vre, die ni haar terugkeer door het publiek
als ee® soort van heilige werd vereerd. ,jEi
is nog nooit", too zeide mij' de supfpoost van
het Rijka-Museum, die in de betreffende zaal
dienst doet, „x66veel belangstelling geweest
voor miijne kinder en als thans". En ik «noet
zeggen dat ik geen uitzondering op den alge
meene® regel vorttt. Ik heb althans in de afge-
loopen week met vernieuwde bewondering de
verechillende meesterstukken in kwestie be-
won'derd. In de eerste plaats het prachtigw
gtuik van Jacob van Rtuysd&el, dat den Molen
bij Wlfa'k-bijrDuuistede te zien geetft, staende
a-an den rivieroever. 0|p den vo-orlgrond, ter
wijl verderop het biaachoppelijk kafteel te
zien is. Men zal zich deze mooie schillderij
met de m«jestueuse wolkenlucht, wel herin-
neren, al waa het alleen maar door een der
duixenden reproductie* die daarvan gemaakt
zijn.
Vlak daarnaa#t, toevallig, hangt Vermeeris
veel-bespro'ken blauwe Vrouwtje, ook wel het
lezende Vrouwtje genoemd. Zij staat aan
tafel een brief te lezen, en is gekleed in een
bla.uw jakje, terwijl ook de atoelen aan tafel
eveneens met blauwe stof bekleed zijn. Tegen
den witten muur hangt een l-andkaart. Dit
kleine schilderijtje frappeetrt telkena weer
door rija parel-toon.
Elen paar schreden verder hangt „he/t
Joodsche bruidje", ook wel gonaamd: ,lBoaz
en Ruth". Volgens sommigen stelt deze
schilkierij niemand anders voor, dan Rem
brandt®# zoon Titus en diens braid- Magda
lene. De schilderij' geeft te zien, een man van
gevorderden leefftijd, die een jong meisje, dat
in rijke kleederen gedioscht ie, met teederen
schroom omvat houdt. ,,Wbj zien 'hier" om
met Sckmidt-Degener te spreken „d-en
vroeg-oudwn Titus, het gelaat van een tering-
lijder, met zijn varwelkte huid' vol rimpels
en zijn holle wangen. Zijn donkere lokken
beginnen reed* te grijzen. Het smeulend pur-
per van zijn onderkleed en de mantel van docf
lei-gTauw passen wel biji die persoonlijkheid,
in wien het ieven weldra zal zijn uitgedoofd-.
Magdalena is ook hier in vorstelijke pracht
gekleed. Het is een fesbijn van schittering
en van licht en kleux. lets wonderbaarLijlkera
dan haar 'beide handen is nooit geschil-derd.
Het is of kleuren en licht zich verbinden en
in atmogfeer overgaan. Het dampt oan die
handen van gloeiende, lich-tende 'kleur, van
gelig wit en oranje en rood. Het is onm-oge-
liij'k die kleurenwerking in woorden te bena-
deren. En om oolk den adhtergrond in die
pracht te laten deelen, snijdt door het donker
de luister van een gouden lij-st. Het zijn de
sclioon8te pendants van man en vrouiw, die
Rembrandt geschilderd heeft".
Dit lezend, zal men moeten toegeven dat
de Rijlks-commiasie van de Parijsche tentoon-
steling well een zeer gelukkige -keuize had ge
daan, toen zij het „Jood»che Bruidje" aan-
wees omi' Nederland in de Lichtstad te verte-
genwoordigen. Maar de toestand waarin de
schilderij verkeert laat nu eenmaal verzen-
ding niet toe. Nu- reeds, terwijl de schilderij
stil aan den muur 'hangt, vallen er telkena
stukjes vert uit. Eh gekikkig is men in de
gelegenlheid om een ander uitnemend staal
van Rembrandt's kunst naar Parijs te zen
den, n.l. de .jAnatcmiische Les van Dr. Deg-
maa#, waarvan rich, een fragment, bevindt
in het Rijks-MUseum. Een fragment, want
het grootete gedeelfie van dit doek is index-
tijd bij een -brand verl-oren gegaan. Wat ons
is, is editor raknschoota voldoende om Rem
brandt's meesterschap te doen uitk-oimen.
Ziehier eene korte aanduiding van de oude
schilderijen uit Amsterdam's 'beizit die wfei,
en die niet op reis gaanAlthans als de Ge-
meenteraad zich met het voorstel van B. en
W. vereenigt. En ik heb goede hoop dat dit
zoo zal zijin
Er wordt geduremde eenigen tijd' van so-
ciaal-democratische zijde hier ter stede eene
campagne gevoerd1 tegen Willem Royaards;
niet openlijk maar verdekt. Men is bczig heel
voorizichtig stemming tegen heim te maken.
Ik denk er niet aan, om hierVoor klle sociaal
democraten van mijne goed© stad verant-
woordelijk te stellen. Ik vermoed zoo dat
meer-bezadigde elementen als Wibaut em Vlie-
gen het hiermede ni rt eens zrijn, gezien hunne
houdlng bij gelegenheid van het „verigeven"
van den stadsechou-wburg. En ik weet ook
andere voorbeelden van jongere sociaal-de-
mocraten die het met de aanleggers van dit
relletje ni t eens zijn. Maar anderzijds mag
ik er op wijzen dat de merkteekenen van de
campagne af en toe te vinden zijn in het or-
gaan van de S. D. A. P., „Het Volk" nu
eens in de tooneelrcritieken of beschouwin-
gen en dan weer in het hoelkje van den