Alkmaarsche Courant De Amsterdamsche week. Zaterdnir 19 Februari. Stedeljjk Museum. Het Provinciaal Electrici- teitsbedriif Noordholland, Feuilleton. a. iwte Honderd Drli en Twtntlgste Jaargang. J® 1904, d* utePtVjJ •WRg® atwisselend tusschen 1938 en 1947. „Naar sedert is gebleken, wordt op al deze contracten, ook op die met gemeenten, die het in Februari 1919 gedane verzoek om' verh«5o- ging va® den K. w. prijs met 50% hebben in- jewilligd, verlies geleden. Laatstbedoelde ver- looging is toegestaan bij1 39 contracten (gel- dende voor 45 gemeenten), 3 gemeenten stel- den niet te accepteerem voorwaard'eni, 7 schort- ten de beslising op, 12 antwoordden niet en 11 weigerden onvoorwaardelijk. ,Op de contracten met de polders, die dlen stroora betrekken tegen het verhoogdte tarief (50% op den iK. W. prijs) wordt geen' ver lies geleden. Met ongeveer de helft der 31 aan. jesloten polders werd tersrtond op het ver- hoogde tarief gecontracteerd. Van de andere helft heeft de groote meerderheid 6f gewei- gerd de tariefsverhooging te aanvaaraen, 6f niet geantwoord op't verzoek om verhoo- ging. Het laatste contract met't oude tarief werd op 18 Juli, 1919, het eerste, waarin de nieuwe prijs bedongen was, den 14 Augustus d. a. v. afgesloten. „Va® de contracten met groot-in- dustrieelen werd het laatste op de oude voor- waarden op 16 Juni 1919 geteekend. Den 14 de® van die zelfde mtaandi was inmiddels reeds het eerste contract met het nieuwe ta rief aangegaan. Infusschcn wordt ook bij de ze contracten', zelfs in de gevallen. waarin de '50% verhooging wordt bctaald, verlies geleden. Edhter is de contractsduur voor bijna able groot-industricelen, n.l. voor 124, tus schen de 1 e® 5 jaar. „fa de Zaanstreek wordt door 26 van die 48 aanigesleten groot-induatrieelen de 50% ver hooging betaaldl; 10 weigerden, 12 gaven 'een antwoord. Buiten de Zaanstreek werd1 le verhoogiing aanvaartJ door 61 industriee- len, terwijl 15 nog niet antwoondde® en 5 weir gerden. Na 1 Januari 1920 werden gee® onder- hanidlelinge® gevoerd zondtr dat op de ko- mendte nieuwe tariefsverhooging, die dezer da- gen is vaStgesteldi, werd gewezen. Welk een' toestandi!Ntii moet erkenid, dat het sedert wat dte gemeenten aangaat hecil wat be- ter is geworden. Als ik het goad heb is het ge- tal van 33 gemeenten, die nog niet betaaloen op 20 October 1920, gedaald! tot 17 of 18 thans. Maar dat zijn er dan toch nog 17 of 18 te veel en daaronder zijn er twee met zeer veel verbruik. Verbruikte® ze voorlioopig maar niets, want klanten, die me® moet lever en met verlies, 'kan men missan als kiespijn. Billijk- heidlshalve moat -ik er verder op wijze®', d!at -ook bdjtaa aliie graot-indiusilrieelen aan- de Zaan aa® wier adlres in de statenvergadering onlangs de heftigste verwiijtem werden- geuit roods sedert een'gen tijdi idle verlangde ver hooging betalen. Men moet wel bewondteren den ijver en- het groot gedluldl, zoowel van den directeur als va® hd: gedelegeerd1 ldid) Dr. Van der Waer- den, die nog maar steeds voortgaan te trach- ten om door overreding en overtuiging con- tractante®, welke in de verhooging niet be- williiigden, d'aartoe alsnog te brengen. Vooral de heer Van der Waerdc®, met wien ik her- haaldlelijk deze aan'geiegenheid besprak, heeft zichi i® deze zeer veradenstelijfc ganaakt en aan hem is het goeddeels te danken, dat de verliezen nit dezen hoofde niet nog grooter zijn. Toch is 'hiet duidtelijk, d'at men1 er langs die® tot nu igevolgdc® wcg sfdlig niet geheel' komf. Het is verklaarbaar, d'at im zulke omstan- dii'gheden aan andere tndddelen gedacht werd. Maar ik voeg er rods v66r ik ze noem aan' ioe dat ik ze niet goedl vinidi. Het Hlandeisblad van 10 Nov. 1920 d'eelde mode, dat het in die bedtoeliing lag de onwilli- ge contract anien, iedter na afloop van zijn con tract, het door zijln itoedOen geleden verlies te laten vergoeden, dloor voor hen een uitzonde- rmgstarief vast te stellen. Op een vraag van het statenlidi Korrthals Altes antwoordden ge deputeerde staten ech'ter van- het bedioelde bericht met verbazin-g te hebben kennis geno- men. 'De vraag, of die aangegeve® ged'rags- liijm zou worden gcvoligd, hadi nimmer een on- derwerp van igespreking uitgamaalat. Todi bleef het HandblSMad1 zijn beridht handhaven. Bij wie het dan wel in die bedoelLng ligt, als dit niet het geval is bij! het tegenwoordiig col lege van gedepuiteerdte staiten, vermeld'dte het Handcilsbladi niet. Biji het college dlat er zal zijln over 5 jaar, 15 jaar of 26 jaar, wanneer de contracten geleidelijfc afloopen? Dat zal 't Hlandelsblald toch zeker nog wel' niet weten. En iegenwoordiige besturen zuillen anderzijds zich toch wel niet mbeeldie® dienaangaande nu reeds besluiten te kunnen nemen, waaraan opvoligendie besturen over 25 jaar in alle ge- liomwwuLsM criCvoertng cuf?tn guvw. Dtt maddel1 kan men dus gerust ter zdjoie stellen. Ntee®, dan is meer aand'ach't waard' een- an dere hardhandige oplossjng, welke in alien ernst ter sprake is gekome®. Het lidi van gede- ernst ter sprake is gekomcn. Het lid1 van gedeputeerde staten de heer Hendrix decide in de statenverga dering mede eeD bespreking van de aangeie- genheid te hebben gehadl met den minister van justitie en- als gevolg daarvan te verwachten de indiening van een ontwerp van wet, welke kortweg vervallCnveiMaring van de contrac ten der gemeenten, welke den verboogticn prijs niet toestaa®, mogelijlk zou make®. Zelis werd d'aarbdj gevraagdi van teruigwerkende kracht, zootdlat de betreflende gemeenten, waterschap- pen en graot-industrieelen zouden moet en be- ginne® met belangrijke bedragen tot aanzuive- ring van geleden verliezen,opeens te betalen. Dat zou zeker een paardenmiddel zijn, het- welk tusschen P. E. NL en gemeenten, water- scbappen en groot-indiustrieelen hoogst on- gewenschte verwijdiering zou te weeg bren gen e® blijlvend! kwaad' bloed' zou zette®. Mijn inkfruk is, dat inderdaad imdiiening van zoo- danig wetsvoorstel geenszins uitgesloten moet- worden gacht. Of de beide Kamers der staten- gcneraal het zoude® aanrvaardden is echter op zichzelf ode nog een vraag. Mlaar het moet zoover niet komen. iDait moet -tern Slotte toch ook niet noodig zij®. Ernstige overweging van deze zeer ernstige zaak doet fnij meenen, dat het toch niet goedl zou zijn, op deze wijze een- zijdig aan' 'het verschil va® meening een1 eindfe te make®, hoezeer ik dan ook meen' dat va® alle contractanten de biillijkheid eischt al'thans deze tariefsverhooging toe te etaan (aUhans deze, want zonder buitengewoae oiaatregele®, waarover nader, zal het hierbij niet bliijven). Men moet zich op het siiamdpunt bliiven plaaL sen, dat de contracten, dit tot heden1 Idle ver hooging afwezen, te goeder trouw meenen in biillijkheid d'aartoe gerechitiigd te zijln. Wet+e- lijke diwang is dan mijns i-nziens ongeoorloofd en scheidsrechterlijke uitspraak ware veeleer aan1 te bevelen. Het is mif inzondierheid op de jongste algemeene vergadering van de afdee ling 'Noord-'Holland van de vereeniiging van1 Ntederiandsdhe gemeenten gebleken, d'at bijv. de burgemeester van een' belangrijke gemeente niet uiit baatzuch't maar om voor hem overwe- gchdte redfenen meent tot de tariefsverhoo ging niet te moet en medewericen. (Zijn motie- ven moge mem niet i® elk opzicht dleelen', men zal ze toch mioeten respecteeren.) iDani is er ook nog cen derde middel, en daartegen zal moeiMjk bezwaar ktunnen war den gemaakt. iDat igeldt de vraag of inder daad de contracten de provincie verplichten tot levering^ naar den' ouden' prijs voort te gaan, off dait'zij daarmede mag edndigen, het- zij wegens den inhoud der contracten zell, het- zij dtoor imroeping van1 force majeure. Ver- plicht een contract de provincie verder niet, dia® is zi| natuuriijlk volkomen in haar recht de stroomlevering te stake®. Over deze gewich- t'ige vraag hebben gedeputeerde staten naar zi| in de jongste statenzitting mededeel- dien' rechtskumrag advies ingewonnen van niemandl minder dan prof. mr. Paul Sdholten, hoogteeraar aan de Ataslterdlamsche universi- teit. Diens advies is nog niet aa® de staten medegedeeM, maar er verluidt dat het is ge- geven in voor de provincie gunsfigem zin. Het wordt dus wel hooge ernst: wetielijtoe annuleering van contracten of eindigen van stroomlevering ook zonder dat. Laat dan toch het gesohil op andere wijze tot oplossing komen. Ik adit dlat mogelijlk, als igeluisterd wordt naar het adVies, op 31 Jan. 192'1 gegeven' in haar algemeene vergadering door de afdeeling Nbord-Holland- der veree niging va® Nedeniandsche -gemeenten. Purmeramd. D. KOOIMAN. door Henri Ardell. Naar het Fransch 6) Dank zij. deze onverstoorbare openhartig- heiid, weet ik nu precies hoe het met haar hart gcsteld! is, ee® heiligd'om waarin niet een iesder die wil, bi'nnentreedt.... En wat duivel" zij laat er ail heel weinig uitverkorenen bin-nen De almachtiige Ooid in diat heiligdom is haar 4 vader, diien zij uitsiluitenri, heel alleen aanbidt met al de schaittc® van liefde, die zij in over- vlood schijnt te bezitten. Heel ver achter- waarts, maar tech nog in de® tempel staan de twee jongens, Corenti® en Yves. Aan de deur Staat de volwassen. dochter va® mevrauw Morganec® aditer de deur, mij dunkt mee- doogenloos weggezet, mevrauw Morgane zelf, die mij volgens de n-aieve overdentoingen van- Arlette, voorkomt als een soort van- hui- selijke dwingelawd, die haar ondendanen re- geert voligens onbuigzame wetten nog veel meer heb ik haar aldus beschouwdi, toe® ik haar portrait heb igezien in het vertrek dat haar heiHgtiiom is, de salon!Em weik een salon! ,jDe gekste kamer va® het heelc huisheeft Arlette mij giauw verldaard. ,,0 ja W'at is u hard' voor diai anne ver trek!" „Hee!emaali niet! U zult eens zien! „Heelemaali niet U zult eens zien!... De meubels staan precies naast elkaar. Het zijn -net oude, onaangemame, leelijke, onbewe- gclijlke menschen, die" zich vervaleni. Vadcr is net als ikhij heeft een hekl aan de salon en komt er alleen in als hij niet anders kan. Als ik naar mijn piano ga, doe ik mijn oogen dicht als ik de kamer doorloop. U begrijpt dat ik gevaar loop tegen de meubels aan te taopm want de tsackn acaa® steeds op dezelfde plaats en zullen er eeuwig blijven. Nieuwsgieriig heb ik gevraagdi: „Doet u aan muziek „Dat wil zeggen ik zing en drtar baud ik van. Maar op miijlm manier.... En die manier zou u miisschien heel leclijk vindie® want ilk heb nooit les genome®." Het begon mij; al meer em meer te interres- seeren en ik vroeg ,^al ik het genoege® hebben u te booren?" „Wat? hoorc® zingen? O v.a® avon'dl zooveel als u wilt Met diat -anitwoord1 heb -ik mij itevreden moe- ten stellen en mijn d-ankbetuigingen bekorten wamt Arlette deedl de deur van de beruchte salon open.... Ach ze had het geliefkoosd ver- trefc van mevrauw Morgane niet te Strang be- oodieelldi. Vlak naast elkaar met §en wiskunsti- ge n auwkeuri'gheild, stond' d'aar een rij fau- teuils e® stodlen en nieti -te vergeten, eerv groo te canape, alle precies oenider bekleedi met schel groen rips met graote, roode pioonen be- zaa'dop den schoorsteen, porceleinen vazen', verbeeldl je Louise, papierem- bloemen.. O rnoen1, mijn nichtje Arlette 'nadi geen' kwaadl ge- sproiai va® de salon van haar schoonmoe- der. Zij zag miji ondeugend aan, ee® giimlach- je -krullde haar lip. ,„Ik had; gelijk, is't niet?„.. Zeg het mijj Het doet mij zoo'n plezier als men' het m!ij cons is. U vindt deze kamer ook miiet verleide- lijk?" „Neen dial juilst ®iet", bdkenrite ik terwijl mijta oogen', waniig verrukt, door genoemide salon' tfwalende, twee .port ret ten ontmoette®, in lijlsiten het geheel'e ameublement waardig. Arlette, wier MSJc den miipc hadi gevolgd, fluisterde miji toe op beteekenisralle®. too®: „mevrouw 'Morgane en haar d'ochters, mijn zuster Bilanehe. Wilt u de photografieen be- kijkeni? En vooreM ik anitwoord had kunnen geMen, was zaj als ee® dwarreliwind1 die kamer Oude Schilderijen op reis. Kuipe- rijen tegen WiRem. Royaards. door en lewani ferug met de twee portretten Zij bleef voor het wagenwijd ope® venster siaa® waar de frissche resedageur binne® ikwam Bdj! de® eerste® hliik op mevrauw Mor gane gestagen, facto ilk tioen dadelij'k begrepeni waanomi d,e verhouidkig tusschen haar en haar aardiig ilief dlocbtertje het tegendeel va® i'mtiem moet zijn. 'De gelaaitstrekke® ware® vrij re- igelmatig, efl groi, niaar ee® handc lijdi vonnde de neekening der lippen, even-ails die der wenk- brauwen, onder ee® laag voorhoofd een -koppig voorhoofd en laag geplamt haar in gladde, stijve bandteaux gekapt.... I® 't kort een alled'aagsch geheel en' een geHaatsuditdruk- king van' een heerschzucMige vrouw, door- drangen va® haar eigen gcwicht. Watt haar doch'ter betrrft, ofschoon zij' veel op haar geloek, genioot zdj het voomrrechf van een rand gezicht onder veel uitdrukking, twee kileine niets zeggenda oogjes en een- zoo ina- jestueuse buste, &t Airlet'te mij waarlijk her- haalddlijk moesit verzdkereni dat fact meisje pas veertien jaar was en niet achttien o:; twinlttgdiaar haar zwaar figuur het haast ongedooflijk maafcte. ,;Dat komt omd'at zij heel -groot en' heel d'ik is!" verklaarde Arlette „Ik zie er iiit als een- aaim! mugje 'biji haar vogcldken Zij vindt mij ook een mistoakseH Zijln uw niohljes ook groat?" „Ja, vrij groot." ,,En zie® ze er aartitg uit?" Nlich'tjes, om uw zedigheidl niet te kwetsen, zal ik mijn antwoord' maar achterwege laten. Maar Ariebte maakte er haar gcvoilgtrekking uit diie haar omtsnapte melt een zuchit van af- gunst: „Wat moet het heeriijfc zijln om er lief uiit te zien Zij was zoo aliertoefcoorlijkst met die uif- drukking va® naief verlangen' i® haar oogen, op haar lippen' d'at ik den' uitroep niet bon woerhjouidfia nMaar, ni-chtje, daf genoegen moet ge uit- steken'd goed kennen!" Zij ridi'tte het hoofd op „Waarom zegt u dat?" „Omdat ik het meen". „Wat meenit u?Dat ik...." Zij zweeg en Icneeg een vuurfoode ki'eur. ,,'Dat Vrauiwe Nlatuur rich heel rnildl 'heeft betoond tegenover uJa zeker, dat inieen' iken ik dienlk dat iederee® dit met miji eens is „^Dalt weet ik niet.... 'Niemand heeft ooit zoo iets tot mij- gezegd.... En mevrauw Mor gane 'beweert zelfs altijd het tegendeelDus u spreelkt i® ernsit?" „I® ernst, ja zeker!" „-U zegt het niet alleen uit beleefdheidi om mij plezier te idoen „In de verste verte niet... Be zeg niets dan de zuivere waarheid iEr kwam een gilans van kinderidjke vreug- die op haar gezicht, zij dianste ranidi, Vlugge fee ails ze was „0 wat een gelulk, wat een gefiuk. Mevrauw Margane zal mij dus niet langer kunnen wijs maikai daf een- fcleilne vrauiw een1 monster is, wanit u, die im Parijls woont, vindt diat ik er lief uif ziie en ui moet er venst'and van hebben Wiaf ben ik -toch blijl dat u gekomen is!" Diit alles zei' ze met een kinderlijke vreug- de en zonder zweern van ijdedheiid Mlaar ik weet niet welke openbaripgen omtrent me- vtouw Morgane oos gesprek mij nog meer verschiaft had, als de doifer niet was thuis gekome® en- ons had) meegenomen am te di- neeren. Artette was hard' geweest voor de horde® van haar stiefmoeder, die ze afschuwelijk ge- noemd) had. Ze waren leel-ijk, dat kan men niet tegenspreken, maar toch niet zoo leelijk als de meubels in de salon. De gedefcte tafel schltterdte dtoor een' volkomen -gemis aan sier- 1-ijkheid!: ee®' bewondlercnswaarelige bouquet kamperfoelie alleen in een kritallen loom prijk- te op het midden van de tafeL, dank zij uiade- moisselle Arlette, die trouwens verrukt scheeu over deze veraiering en er bdj iedtere gelegen heid met ear bepaald amusante voMtoenio'g naar keek. Hetgeen haar niet verhinderde met haar vroolijke levend-ighjeid door te praten, ze schee® niet te verzaddgen van bdjizonderheden omitrent u alien, leve zuster en michfjes; bii- zonderheden die ze aamhoortie steeds etende met haar mooie poesentandjes, melkwit en fijn, terwijl de jongens naast haar stilzwij- genld met eetlusf hun- bord leegaten. Mlaar al voJhardden zij: in hun stil'zwij- gen, zij schenen vol bewoocfening voor de le- vendigheid van hue zusje, wier tixmwe diena- ren ze miif toeschenen. Dokter Miorg-ane onder- vond zelf ook den invloed van haar lachende jeugd, want zijn gezicht was een weini|g op- 'gefl'eurti- en hij Week een- zeer initeressamt pra ter te wezen, op die hoogfe van alles wat zoo wel de hedendaagsche vietenschap als de 'he- deadaagsdhe kunst betr-of. Zoodait ik mij nog afvraag hoe een mian van' zijln- ontwilkkelin-g er toe heeft ifcunnen' toesluiten zatih zijn heele lever* te begraven in een- fclein visschersdtorp. Aan hem en Arlette zo-u ik rijkelijk genoeg gehad hebben om een alienpretti|gsten avond door te brengen met pnaten over verechil- lende onderwerpen maar zonder het te ver- mnieden, bereiddle mijln nichtje mij een heerlij- ke verrassing. 'Deze verrassing verschafte ze miji n a het eten, terwijl wijl in den turn geno- ten van een onvagelijkelijik schoonen' avond. Terwijl ik haar 'hoordte praten werd ik eens- kla-ps getroffe® door den rijkd'om van tone® in haar stem, en dladelijk iherinnerde ik mij haar belofte wat muzaefc voor mij te mafcen Ik heb haar aan die belofte herinnerd1maar toe® ik opstond om haar in huis te volgen, hield zij) mij tegen (VTorBt vervolgd) G'EYCKNDEN VOaBWEKFEN. Uifesluitend te bevragen aan bet bureau ran politie alhier op werkda-gsn ran des vodrmMdagg 9—1 uur, rich te vervoege* bij den WACHT^C)0(MMA2slDMNTI. 1 jongensjaa, 3 brochei, 2 roasnlkransen, 1 leeren damea-eeintuur, 1 rrouwanzak met in houd, 1 hamer, 1 bisrvat, 1 tat, 1 knipmss, 9 arsnbanden, 2 gummilaarien, 2 dekkleeden, 1 man-chetknoop, 1 rilvsrsa oorkno-pje, 1 wa-pen- ,r orsoLriit, 2 gjaals, 1 paarden landdek, 4 portemonnaies imet inbouki, 1 rilveren ket- tirakje van een collLr,-1 zilverbon, 1 halsket- ti&g, 1 schroefaleutel, 1 boodschappen taach- je met inhoud, 1 wandelato-k, 1 medaills, 1 aehoentje van een pop en een ring. Alkmaar, 18 Feibruari 1921. De Commisaaria van Politie, W. TH. VAN GRJETHUIXSEN. HEX STEDKDIJK MUSEUM ZAL A.8. ZOfNDAO 20 FEBRUARI, G'EOIPEND ZIJN VAN 's NAMIDDAGS 13 UTJR, TEGEN EEIN TOEGANGSPRLTS VAN 10 CENT. Kinderen beneden de 12 jaar kunnen met worden toegelaten, van 12—16 jaar rfechts onder geleide. In de l-okalen <mag niet gerookt worden. Het aantal igelijktijdige beioekere mag niet mser dan 50 bedragen. Ingang Breeditraat. BEJDRIJF NIOOfflD-HOLLAND DE TARIEVEN. Het verzoek vain het P. E. N. am verhoo ging van de betaling per K. W. maximale odasting met 50% kwam in Februari 1010 bij de gemeentebesturen enz. in en in een ver gadering dier afdeeling Noondl-Holland' van de vereeniging van Nederlandsiche gemeenten werdl besloten de zaak aan het corded van een oommissie ite onderwenpen. Deze commissie mochit aan> het P. E. 'N. alle gewenschte in- Mitingen erliangen, inzage nemcn van boe- kcn en bescheiden en kwam op grand van uitvoerige becijtfer'ngen in haar uitgebrcid rapport tot de conclusie, dat de gevraagde ta riefsverhooging toiilijk was. In een d'aarop gehouiden algemeene vergadering der afdee ling Nloord-Hollandi werd met algemeene siemmen besloten aan die gemecntcbesturen te adviseeren1 de verhooging met ingang van 1 Januari! 1920 toe te staan. Het P. E. N. had als dlatum van ingang gevraagd 1 Januari 19119, doch de vergadering meende hieri® niet te kunnen trade®, omdait de gemeenten niet meer van af diee dlatum den stroomprijls voor de verbruikers zouden kunnen verhoogen. Vol- gens die ddxectie zou de verhooging per K. W. U., wellke de gemeenten aan haar afnemers bij' inwilllitging van belt verzoek in- rekening dienden te brcngen, voor gemeenten met plat- tdandskarakter 3 tot 5 cent, voor diie met ste- deliik karakter 2 tot 4 cent bedragen Helaas hebben niet alle gemeentebesturen aan dit advies harer organisatie gevolg gege- ven, terwijil ook verscheidene waterschappen- en groot-indusirioelen nog niet tot betaling van de 50% verhooging zi|n kunnen komen. Een overzicht va® dlen toestand op 20 October 1920 werdi gegevem in een antwoond) van' gede puteerde staten op vragen van het statentid iMIichielsen-. Gedeputeerde staten schreven het voilgende dat ik in zijln belangrijkhtid geheel overneem: „Het provinciaal bedirijf, dat met 1 Janu ari 1917 is opgeridit, heeft 41 contracten met gemeentelbesturen van ide Kennemer maat- schappdjl m de Hollanidlsche Electriciteits maa'.sdiappij overgenomen. Bovendie® wer- dien 31 nieuwe contracten met gemeenten af- gesloten1, waarvan het laatste volgens het oudie tarief wad onderteokend op 30 Novem ber 191®. terwijl het ecrste. waarin de K. W. Krijs met 50 pst. was verhoogd, den 15den laart 1919 weijdl aangegaan. „De overgenomen en die in de eerste jaren van het bedrijt atgesToten contracten' hebben' een duur van 25 a 30 jaar. Elf der contrac ten met gemeenten vervaillen v66r o'f in 1925, een contract met een combinatie van zes ge- WoensdagimicMag a.-s. zal ooze Gemeente- raad te beslis®en krtjger. over het voorstel van B. en W. om drie schilderijeiii uit het beizit der stad1 tajdellij'k af te staan voor eene tentoonstelling te Parijs, namelijk de zooge- na-amde kLine ,Anatomische Les1" van Rem brandt, den „Molen bij Wij'k-bij-Duuratede" van Jacob van Ruijsdael fen Jlet portret van Veltman" (den tooneelspeler) dooi Jozef Israels. Gehoord het advies van de Oommis sie van Toeeicht en Advies over de Schilde rijen der Gemeente stellen B. en W. echter den Raad voor, te* weigeren twee andere eveneens aarugevraagde meesterwexken onzer 17e eeuwsche achilderschool,,Het Joodsche BrttMlV *bb an BoogaatwaBfl* „Blauws Yrouwtje" van den Delftsehen V ermeer, sulks in verb and met den toestand dier schilderijen. Er zit aan deize zaak natuurlijk een alge meene® en een bijzonderen kant. Wat den al gemeene® kant betreft Zij allereerst oyger merkt, dat de tentoonstelling een politiek ka rakter draagt. Zij moet dieneu oin in Frank- rij'k weer eens den naam van Holland op alL ler lippen te brengen en met sympathie, te doen noemen. lets wat geduremde den wereld- oorlog, om het nu maar eens euphemstisch uit te drukken, niet altajd het geval is ge- weest. En in beginiel is daar zeker nieta yp tegen, of licrrer: alle* v66r! Het is nog zoo geik nist om onxs kunst, en dan in hat hijxoa- der onze oude schilderkunst, al* onze pleit'be- zorgster te zenden naar Parijs, de ho of Is tad van het voor kunst zoo lioht-ontvlam'haar land (en volk). Zeker, de Franaohen kunnen evengoed naar Holland komen, alls zij onze kunst willen genieten, gelijk nog een dezer dagen een inzenider in het Handel&blad be- toogde. Maar dat doen de Franschen niet al'thans maar heel enkele Franschen. Eln ho- vendien is het zenden van lets heel kosthaars bij wijze van groet, naar een vxeemd land een daad van oourteoiaie, die door het andere volk geiwaardeerd moet worden; vooral, als dat andere volk! zoo gevoalig is voor oourteoiaie als het Fransche. 'Natuurlijk zijn aa® de verzending van de oude meeaterwerken over zoo groote afstan- den, per spoor, groote feeewaren verbonden en een groot ritico. Hoe imoet man zoo'a onde schilderij beschermen tegen de gavolgen van de trilling, het dreunen, het Stooten, enz. ge- durende e«.® wpoorreia, om van het gevaar van een sphorwegongeluk walk gevaar vooral op de Franschen spoorwegen niet denkbeeldig is nu maar niet te spreken Ik stelde deee vraag aan een deskundige, en hiij antWoordde mij dat de schildenjen z6fe kunnen worden Lngepakt en geiBoleerd' (als ik dit wcord mag gebruiken) dat er, men- schelijkerwijze gesproken, niets mee gebeuren kan. En toen ik daiarop nog eens wees op deal kana op een spoorwegongeluk, tnerkte hij (die een voorstander van het verzenden der schilderijen was) mij. op, dat het buitenlandi die bezwaren ook niet had aanger-oerd, toen wij, ter gelegenheid van de kroning van ko- ningin Wilhelmina, de Rembrandt-tentoon- stelling inrilchtten, en in verband daarmede stulkfken uit openbare' en partiteuliere verza- melingen in den vreemde in bruikltien vroe- gen. Ein ik moet zeggen: hij: had daarin1 ge lijk. Naar men weet hebben deze owerwegingen er den Raad van Haarlem niet toe kunnen doen besluiten om de mede-aangevraagde Halsen uit het Stedelijk beizit voor de ten toonstelling van Parijs aftestaan, ofschoon die, volgens mij® deskundige, in uitstekenUe conditie zijn. Hiji zou er, zoo zeide hiij bij wijze van overdrijving, wel mede over een huis durVen gooien. Minder gunetig dacht deze zeMde delskun- dige echter over eene expeditie van „Het Joodsche Bruidje" en „het Blauwe Vrouw- tje", zul'ks op grond van den prfecairen toe stand waarin die schilderijen verkeeren. En ik moet zeggen dat ook een leek dit wel kan zien. Vooral aan de onderzijue zijn bside doe- ken rwaar beschadigd, alsof het linnen daar is uitgeizakt en dientengevoige de oude vert losgelaten. In verband hiermede is het „Blau- we Vrouwtje" verscheidene jaren geleden al achiter glas geplaatst. Iemand die het weten kan verzekerde mij daf dit ontbindingsproces het gevolg is van het gebruilk der verwaT- mingstoestellen in het RSjksJMuseum, een klacht die niet nieuW is. maar toch wel juist kan zijn. Eln in ieder geval vraagt men zich af, waarom er tot dusver aan deze twee doe- ken, parels van onze national® schilderschat, niets gedaan is. Kunnen het „Joodische Bruidje" en het ,31auwe Vrouwtje'' niet verdoekt worden Ein waarom moest men nu, als bij toeval, op de verwaarloozing, .waarin deze meesterwerken verkeerden, opmerklzaam worden gemaakt? Worden de schilderijen in het Rijks-MHiseulm, althans de helangrijkste daarvan, niet geregel'd ge/nspecteerd? Overigens heeft .het geschrijf en gewrijf dat deze zaak heeft ui'tgelokt, v66r nog be- kend was dat B. en W. het „Joodeche Bruid je" en het „BTauwe Vrouwtje", die beiden „ziek" zijn, thuis zullen houden tengevol- ge gehad dat ook de Amsterdammero zfelven weer meer belangstelling zijn gaan toonen voor de kostelijike en kostbare vrouwtjes, die zij, dag in dag uit, m hun midden hadden zonder er naar om te zien. 't Gaat er mede m«t d* w^tweoud>" uit Iwt I»w- vre, die ni haar terugkeer door het publiek als ee® soort van heilige werd vereerd. ,jEi is nog nooit", too zeide mij' de supfpoost van het Rijka-Museum, die in de betreffende zaal dienst doet, „x66veel belangstelling geweest voor miijne kinder en als thans". En ik «noet zeggen dat ik geen uitzondering op den alge meene® regel vorttt. Ik heb althans in de afge- loopen week met vernieuwde bewondering de verechillende meesterstukken in kwestie be- won'derd. In de eerste plaats het prachtigw gtuik van Jacob van Rtuysd&el, dat den Molen bij Wlfa'k-bijrDuuistede te zien geetft, staende a-an den rivieroever. 0|p den vo-orlgrond, ter wijl verderop het biaachoppelijk kafteel te zien is. Men zal zich deze mooie schillderij met de m«jestueuse wolkenlucht, wel herin- neren, al waa het alleen maar door een der duixenden reproductie* die daarvan gemaakt zijn. Vlak daarnaa#t, toevallig, hangt Vermeeris veel-bespro'ken blauwe Vrouwtje, ook wel het lezende Vrouwtje genoemd. Zij staat aan tafel een brief te lezen, en is gekleed in een bla.uw jakje, terwijl ook de atoelen aan tafel eveneens met blauwe stof bekleed zijn. Tegen den witten muur hangt een l-andkaart. Dit kleine schilderijtje frappeetrt telkena weer door rija parel-toon. Elen paar schreden verder hangt „he/t Joodsche bruidje", ook wel gonaamd: ,lBoaz en Ruth". Volgens sommigen stelt deze schilkierij niemand anders voor, dan Rem brandt®# zoon Titus en diens braid- Magda lene. De schilderij' geeft te zien, een man van gevorderden leefftijd, die een jong meisje, dat in rijke kleederen gedioscht ie, met teederen schroom omvat houdt. ,,Wbj zien 'hier" om met Sckmidt-Degener te spreken „d-en vroeg-oudwn Titus, het gelaat van een tering- lijder, met zijn varwelkte huid' vol rimpels en zijn holle wangen. Zijn donkere lokken beginnen reed* te grijzen. Het smeulend pur- per van zijn onderkleed en de mantel van docf lei-gTauw passen wel biji die persoonlijkheid, in wien het ieven weldra zal zijn uitgedoofd-. Magdalena is ook hier in vorstelijke pracht gekleed. Het is een fesbijn van schittering en van licht en kleux. lets wonderbaarLijlkera dan haar 'beide handen is nooit geschil-derd. Het is of kleuren en licht zich verbinden en in atmogfeer overgaan. Het dampt oan die handen van gloeiende, lich-tende 'kleur, van gelig wit en oranje en rood. Het is onm-oge- liij'k die kleurenwerking in woorden te bena- deren. En om oolk den adhtergrond in die pracht te laten deelen, snijdt door het donker de luister van een gouden lij-st. Het zijn de sclioon8te pendants van man en vrouiw, die Rembrandt geschilderd heeft". Dit lezend, zal men moeten toegeven dat de Rijlks-commiasie van de Parijsche tentoon- steling well een zeer gelukkige -keuize had ge daan, toen zij het „Jood»che Bruidje" aan- wees omi' Nederland in de Lichtstad te verte- genwoordigen. Maar de toestand waarin de schilderij verkeert laat nu eenmaal verzen- ding niet toe. Nu- reeds, terwijl de schilderij stil aan den muur 'hangt, vallen er telkena stukjes vert uit. Eh gekikkig is men in de gelegenlheid om een ander uitnemend staal van Rembrandt's kunst naar Parijs te zen den, n.l. de .jAnatcmiische Les van Dr. Deg- maa#, waarvan rich, een fragment, bevindt in het Rijks-MUseum. Een fragment, want het grootete gedeelfie van dit doek is index- tijd bij een -brand verl-oren gegaan. Wat ons is, is editor raknschoota voldoende om Rem brandt's meesterschap te doen uitk-oimen. Ziehier eene korte aanduiding van de oude schilderijen uit Amsterdam's 'beizit die wfei, en die niet op reis gaanAlthans als de Ge- meenteraad zich met het voorstel van B. en W. vereenigt. En ik heb goede hoop dat dit zoo zal zijin Er wordt geduremde eenigen tijd' van so- ciaal-democratische zijde hier ter stede eene campagne gevoerd1 tegen Willem Royaards; niet openlijk maar verdekt. Men is bczig heel voorizichtig stemming tegen heim te maken. Ik denk er niet aan, om hierVoor klle sociaal democraten van mijne goed© stad verant- woordelijk te stellen. Ik vermoed zoo dat meer-bezadigde elementen als Wibaut em Vlie- gen het hiermede ni rt eens zrijn, gezien hunne houdlng bij gelegenheid van het „verigeven" van den stadsechou-wburg. En ik weet ook andere voorbeelden van jongere sociaal-de- mocraten die het met de aanleggers van dit relletje ni t eens zijn. Maar anderzijds mag ik er op wijzen dat de merkteekenen van de campagne af en toe te vinden zijn in het or- gaan van de S. D. A. P., „Het Volk" nu eens in de tooneelrcritieken of beschouwin- gen en dan weer in het hoelkje van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 9