Afkmaarsche Gourant
Honderd Oris en Twlntlgsts Jaargang.
Ponderdag 24 Febrnari.
Feuilleton.
ProYineiaal Nieuw»
MMeLANGRljKE ZAKEN OP
LANDBOUWGEB1ED.
(Slot).
De Voorzitter oordeelde, dat zijn des mor-
gens geuitte wensch, dat de lezing iets
aieuwa zou geveoj volkomea tot vervulling
was gekomen.
Spr. hoopte, dat inzake het droogmaken
van de Zuiderzee de Engelschen juist hebben
gezien, dat de Hollanders, als ze eenmaal
oeginnm, van geen ophouden, willen weten.
Politieke overwegingen mogen het werk niet
ophouden. Aan Holland moet dat s-tukje land
worden toegevoegd. Spr. hoopt, dat alien de
verwezenlijking van een gedeelte van dat
werk mogen beleven. Zeer zeker zal men dan
denken aan hetgeen de heer Smeding van-
daag naar voren heeft gebracht. Hij had ze
ker bij alien de belangstelling voor dat
vraagshik opgewekt.
De heer J. M. Blauwboer betoogde, dat
voor het uitgeven van den grond verschillen
de wegen bewandeld kunnen worden. Voor
spr. staat vast, dat er 6£n weg boven alle an
dere is te verkiezen en wel die van nationali
satie. Spr. wees erop, dat hetgeen het vori-
ge jaar en ook dit jaar in de cursussen
over economic gezegd is, hierop neer kwam,
dat wij er voor moeten zorgen, door organi-
satie zooveel mogelijk economisch onafhanke-
lijk te worden. Ons is duidelijk gewordm,
dat, al hetgeen wij doen, tenslotte toCh gaat
ten voordeele van dengene, die den grond in
zijn bezit heeft. Spr. kan zich dan ook niet
voorstellen, dat er nog een econoom be-
staat, die aan de landibuowera zou durven
adviseeren, om daar, waar de Staat kan op-
treden als eigenaar van de grondcn, toch
weer over te gaan tot het slcchte systeem1 van
grondspeculatie. Spr. wil daarom vasthouden
aan de grondnationalisatie.
De heer C. Nobel sloot zich aan bij het
betoog van den heer Blauwboer. Spr. vroeg,
of wel gezegd kan worden, dat de eigenaar
een bctere grondgebruiker is dan de huurder.
De heer Smeding had geen pleidooi voor
den grondeigenaar boven den huurder willen
houden. Spr. had in het belang van de pro
ductie slecuts het tegenwoordige stelsel op
het oog. Het tegenwoordige stelsel heeft ge-
maakt dat men een deskundige landbouwbe-
volking heeft en een productieverhooging,
die valt te roemen. Voor spr. is het een vraag,
of men bij grondnationalisatie hetzelfde te
zien krijgt. Spr. heeft niet willen beweren,
dat de eigenaar den grond beter gebruikt
dan de pachter. Spr. wil nog wel als een na-
deel van het pachten naar voren brengen,
dat dan lang niet alle gebruikers den grond
kunnen gebruiken, zooals zij wilden.
Landnationalisatie is wel de meest hyper-
modeme richting, maar spr. staat op het
standpunt en wel uit het oogpunt van pro
ductie, dat dit niet de richting is, die men
direct uit moet.
De heer Blaauboer dadit, dat mm vrij
wel in hetzelfde schuitje kwam Nationalisa-
tie is niet hetzelfde als social isatie. Spr. is
er v66r, dat de Staat optreedt als verhuur-
der, maar het pachtcontract moet dan beter
worden gemaafct dan tot nog toe, want juist
dit zal leiden tot verhooging van productie.
De heer Nobel concludeerde, dat blijkbaar
nationalisatie op verschillende manieren kan
worden toegepast. Spr. geloofde, dat de zaak
neerkomt op net pachtvraa-gstuk en was over-
tuigd, dat door doelmadge veTpachting een
beter landverbruik verkregen wordt dan door
veel eigenaren, want dan wordt de grond ge
bruikt door de minder-bemiddelde menschen,
die meer belang hebben bij een goed gebruik
van den grond.
De heer Rezelman vond het ook beter,
wanneer de Staat eigenaar van de gronden
bleef.
De. heer Smeding oordeelde, dat voor de
vereeniging wel eens een lezing over landna
tionalisatie gehouden kan worden. Zeer ze
ker zit de kwestie vast op de verpachting.
Wanneer men daarvoor een goed systeem
weet te vinden, dan komt men in de goede
richting, maar dit is niet zoo eenvoudig.
Reeds de heer Krfiseman wees erop, dat het
moet gaan tusschen een fiscaal beheer (ha
lm, wat er van te halm valt) of een vrijgevig
beheer met een achterlijken boerenstand,.
Spr. vraagt, hoe daaraan tegemoet te ko-
men.
De heer C. Nobel meent, dat dit volstrekt
niet het dilemma is. Men behoeft niet te kie-
zen tusschen een fiskaal en em vrijgevig be
heer. Hoe het moet, zal spr. nu niet uitma-
km, maar hij kan zich best em doelmatige
manier indenken Op't oogen hlik heeft mm
evmwel 50 pet. pachters en 50 pet. eige-
naare-gebruikers. Spr. heeft niet dm indruk,
dat 'de grond productiever en beter gefbruikt
wordt door de eigenaars-gebruikera als door
de pachters. Wanneer de Staat doet, zooals
thans de eigenaar-verhuurder, dan voorkomt
men het nadeel van het particulier eigen-
dom, versnippering. Wat eenmaal gemeen-
schappelijk eigendom is, moet men niet meer
in handen van particulieren uitgeven. Het is
ook volstrekt niet noodig, dat de Staat eige
naar blijft. Ook de gemeente kan eigenaresse
worden.
De heer Smeding meende, in herinnering
te moeten brengen hetgeen Prof. Bordewijk
heeft betoogd, n.l. dat we alien weten, dat
de 7-aaV, wanneer de grond blijft in handen
van de Staat, verpolitiekt. Spr. is het er
mee eens, dat niet gezegd kan worden, als er
een keuze gedaan moet worden tusschen
eigenaans en pachters, dat de pachters den
grond slechtcr gebruiken. Spr. vraagt alleen,
of em nieuwe wijze van grond'gebruik inza
ke productie practisch beter resultaat zal ge-
ven. Het is em groot gevaar, als de politiek
zich van de zaak meester maakt. Wanneer
mm voorstander is van een bopaalde rich
ting, dan moet mm zich wel afvragm, hoe
hot practisch te regelen is.
De heer C Nobel had ziin meening daar
wel over en die ook meermalm medegedeeld.
Mm leest over deze dingen te weimg. Spr.
gelooft heilig, dat het een doelmatige manier
is, wanneer de Staat verhuurde, zooals de te-
Senwoordige eigmaar. Het kan gezegd wor-
en, dat in Holland veel van diea grond ge-
produceerd wordt.
De heer Geitenbeek meende, dat Kampen
met het Kampereiland in ons land een voor-
beeld van nationalisatie is. De laatste jarm
volgde Kampen tegenover de huurders een
vrijgevig beheer, met als gevolg, dat de huur
ders zeer achterliik bleven. Nu het beheer
meer fiskaal wordt, ontstaat er bij die bevol-
king meer em drang naar ontwikkeling. Spr
vraagt of bekend is, hoe de landnationalisa
tie te Kampen werkt.
De heer Kooy meende, dat mm allereerst
de vraag moest stellen of het rechtvaardig
is, dat de grond- m productiemiddelen altijd
in handen zijn van particulieren. Wij hebben
er rekening mede te houden, dat de toestan-
den zoo gegroeid zijn. Maar moet nu de
Staat de groote stukken, die zij zelf heeft la-
ten droogmaken, weer een speculatie-object
maken voor banken en kapitalistm?
Spr. kan zich met geen der aan de hand
gedane methodm vereenigen. Spr. denkt zidh
meer een vorm als die van de Indische Djam-
bi-consessie. Hij gelooft, dat het noodzakelijk
zal zijn, dat de Staat niet heelemaal de eige
naar van den grond blijft, want voor de ver
pachting en het beheer heeft men dan weer
een groot ambtenarencorps noodig en spr. is
bizonder bang voor de ambtenarij, De beste
wijze van uitgifte der gronden dacht spr
die, waarbij de Staat mede-eigenaar blijft in
een groote belangengemeenschap.
De Staat moet dan in een verband met
groote Bankassodaties voor het grootste deel
eigenaar blijven en het meeste te zeggen hou
den. Daaraan zit wel het bezwaar, dat er
kans is, dat dan toch de politiek een belang-
rijke rol gaat spelen, maar desondanks is
spr. vo6r het gemengde publieke privaatbe-
arijf, zooals vo6r den oorlog ook met de elec-
triciteitswerken in Duitschland bestond.
Dat de Staat gaat verkoopen, lijkt spr. on-
juist en onrechtvaardig. Zoo eenigszins mo
gelijk, dan moet de nieuwe grond blijvm het
eigmdom van de gemeenschap.
De heer Kuiper veronderstelde, dat de
pacht van 80 per bunder bij de uitgifte der
gronden, zander huis waren berekend. Voor
bemal'ing, onderhoud van wegen, stelde spr.
ongeveer 40 per bunder. Spr. meende den
raad te moeten geven, om de eerste 20 jaar
niet te verkoopen. Het Rijk kan dan de ge-
bouwen stichten de menschen weten dan, wat
ze koopen. Wanneer reeds nu gekocht wordt,
door Henri ArdeH. Naar het Fransch
8)
Somstijds wanneer de invallen van Arlette
een weiniig te ver gingm, verloor juffrouw
Catharine haar geddld1 en knorde een beetje
op het koninginnetje, dat niet verlegen werd,
maar diaddijk ophield met haar spelletje Zij
was gehoorzaam aan de person en., dUe zij lief-
had en haar onstuimige aard bukte voor het
juk, om de liefde te heantwoorden, die men
naar toedroeg; trouwens zij maafcte zich vaak
driftig tegenover het gezag van anderen.
Van daar haar man of meer heftige opstand te-
gen mevnouiw Morigane, die niet in staat was
zulfc een spontane vurige natuur als die van
Arlette te begrijpm. Mevrouw Morgane er-
gerde zidi omidat ze Arlette niet ton verande-
ren in een heed gewoon meisje; volgzaam,
kalm, wehkzaam, een soort levendtge machine,
die gemakkdijk in beweging te brengen was
Werkzaam, dat was Arlette zeker, maar op
haar manier, opgewonder. voor aides wat haar
interesseerde, totaal onverschilJig voor al het
overige. Haar gcest was een persoon van een
zeer onafhankdijjc karakter, die em1 zeer
tostbaar paids bewoonde, nog geheel
nieuw, met muren van kristal, ljcht en kleui
rijk, hermetisch gesloten voor indrngers..
Tot dlat aantal relkende de d gen a res in de
eerste pdaats zondcr eenig aarzden de reken-
kunde, een zonder twdjfel1 zeer achtenswaardi-
ge wetiensahap, maar zoo iets ais een> toover-
boelk voor foovenaars, goed voor oude men
schen die veel geld1 'hebben gespaard, ver-
fclaandle zij smarifelijk, maar zdcer niet voor
i'onge meisjes, in het morgenrood staande van
let leven.
iDaarentegen waren1 de poorten wijdi open-
gezet voor twee doorluchtige rusters, geschie-
dteoii to. aardlrijkeleuads, nur zij had ad
«p haar
dan vreest spr. verarming van den boeren
stand.
De heer Smeding geloofde ook niet, dat
het verstandig zou zijn, als de Staat reeds in
de eerste jarm den grond vertocht.
Spr. is voor verkoopen, wanneer de vrucht-
baarheid van dm grond gekomen is.
Verschillende stemmen kwamen daar tegm
op.
De heer Smeding merlrte op, dat in het
door hem voorgesfane systeem niets nieuwe
is. Het is het systeem, dat wij nu hebben. Wat
uit de vergademg gekomen is, beschouwt
spr. niet als iets beters, behalve wat de heer
Kooy gezegd heeft. Wanneer dat hem be-
kend was geweest, dan zou hij voor dezen
tusschmvorm misschien wel veel hebben ge-
voeld. Spr. beschouwt het overigens als em
kwestie van smaak en opvatting, of mm
landnationalisatie beter vindt of niet.
De heer Blaauboer had het woord land
nationalisatie gebruikt als tegenstelling- van
dm vertoop van het land aan particulieren.
Uit de discussie kan mm wel deze conclusde
trekken, dat er niet &n is geweest, die er
v66r is, om het land op dezelfde manier als
tot nog toe te verkoopen. Allen zijn het er
over eens, dat de Staat de gronden in han
den moet houden.
De door den heer Kooy gewilde tusschen-
vorm beoogt toch ook, het speculatieve bezit
van dm grond tegm te gaan en zijn beper-
king van de nationalisatie van den grond is
sleaits em kwestie van uitvoering.
De heer Smeding vindt de kwestie van uit
voering juist de hoofdzaak. Wanneer men
em middel weet aan te geven, waardoor het
mogelijk blijkt, dat het op andere wiize be
ter kan, dan loopt spr. misschien hard mee.
Spr. is niet dwaxs, maar twijfeltslechts
aan de uitvoerbaarheifiL De groote nadeelen,
aan het tegenwoordige stelsel verbonden, on-
derschrijft spr. ten voile.
De heer C. Nobel is het met het door den
heer Kooy voorgestelde niet eens. Spr. blijft
v66r verhuring op een doelmatige manier.
Spr. vraagt, ot er nog iets bekend is over dm
klaverbouw in pas drooggemaakte polders.
De heer Smeding zedae, niet volledig te
zijn geweest bij de opsomming van hetgeen
in de droogmakerijen verbouwd kan worden.
Bij het bespreken daarvan was het 9pr. be-
doeling slechts geweest, aan te toonm, dat
mm nog belangrij'ke gegevms in oude ge-
schriften daarover kan vindm. In dm Waard-
m Groetpolder heeft mm evenwel met de
teelt van lucerne klaver gunstige ervaring
opgedaanl
De heer Rezelman vroeg op welk tijd:
de prijs van 1500 per H. A. gedacht was.
De heer Smeding wist niet, hoe de heer
Kruseman dit zich heeft voorgesteld. Hij wil-
de per jaar 10.000 bunder verkoopm en spr.
neemt dus aan, dat de verkaveling dan al
geoeurd is.
De heer Kooy vroeg, of de gelden voor de
droogmaking allem uit de belastingen wor
den verkregen.
De heer Smeding decide mede, dat men
per jaar 2 millioen uit de belastingpennin-
l voor het werk wil uittrekken. In ver-
i-d met de waardeverm-indering van het
geld wordt al gezegd, dat die 2 milliom, 4
tnillioen moet wordm. Hetgeen er meer noo
dig is, moet komen uit de Zuiderzeebank. En
dat geld moet dus. terug komen in den vorm
van pacht en verkoopsprijzen.
De heer Kooy veronderstelde, dat de ban-
km, waarmee de Staat dan straks te maken
krijgt, dit zeker niet belangeloos zullen doen
en dus zeker em woordje willen meespreken
over de uitgifte van de grondm.
De heer Smeding zeide, dat men zich een
Zuiderzeebank heeft gedacht, die zich met
de financiering belast en met de uitgifte der
grondm.
De heer Blaauboer: Wie kan daarvan aan-
dcelhouder worden?
De heer C. Nobel: Neem de Nederland-
sche Bank. Die stelt zich toch in het alge-
meen als financieel lichaam op em royaal
standpunt. Ook de Zuiderzeebank moet bui-
ten de politiek staan.
De heer Kooy verklaardc, dat z.i. de Ne
derlandsche Bank juist z66 werkte, als hij
wilde. Dat straks net lichaam tusschen de
Staat en zekere belangengroepen bij de uit
gifte van grondm zal doen. Spr. betwijfelt
het, dat de zaak met de Staat als alleen-eige-
naar buiten de politiek kan blijvm.
De heer C. Nobel had zich de gemeente
als eigmaar van den grond gedacht.
De heer Kooy vreesae, dat dan de politiek
vraagd over dat alleen wat haar aantrok.
Ghironoloigie, daturas, adtainistratie, die groet-
te ze met ,m beleefdie budging; met 'n volmaak-
te vrijmoedighdd tiet zij die rivieren, bergen
en andere goografische bijeondenhedm liggm
op de plaats me hun tot in Iengte van dagen
was aangewezen. Zij werd echter geboeid door
de rivieren welke soranuige dicr steeken oprie-
pen in haar verbeeldiing, die reeds was voor-
bereidi dtoor de verhalen- van den kapitein, om
van het schilderaditige dfier verre streken te
genietem. HSi die diaar ginds gereisd had, in
de betooverde landen welke Arlette nooit zou
leeren ikennen, waar 'groote, vreemde bloemen
bloeidien- onder een ompeilbaar blauwen hemel,
beschadiiwd door pradhtige boomm zooals
ze allLeen bestonden in de verhalen en legen-
dien die ze zoo gaarne las.
Want zij' had evenals zeer jonge menschen
smaak voor wat wonderlijk is. Zij' was dol op
de geschiedenis der heiligen, die wonddren
dedten welke haar met bewondering vervulden
en nooit ongelooflijk sdienen voor haar naief
en vurig geloof Een schepsdtje dus, dat em
zeer groote pllaats bddeedlde in het tegenwoor-
dig leven van dm goedlen kapitein Malouzec
hij: beschouwde haar zonder net uit te spreken
wel een weini-g als zijn kind, daarom allem
reeds dat hij- haar van klein kindje af aan ge-
kend) had en zij alidjdl zijn licvei ing was ge
weest van het oogenblik af aan dat hij haar
had leeren loopen
En waariijk, indien Malouzec dien dag niet
nog meer igenoot van dim schittcrenden, rus-
tiigen Zondagmorgen, dan kwam het omdat
hij te vergeefe wadftte op zijn vriendinnetje.
Hij had haar bijna niet meer gezien sedert
de familie Chausey eenskilaps voor den daj
was gekomen en net redit opeischte degel'ij!
kennis met haar te maken door haar geheel en
al in te palmen.
„Em beschikking van de Voorzicnigheid,
waarover redien was zich- te verheugen." ver-
klaarlde juffrouw Gatherine. ,^oo za-1 het kind:
de familie van haar moedp Icarea- kiflam
Jte, h*t was gasd, steads lafiteui
em nog belangrijker rol gaat spelm.
De heer C. Nobel merkte op, dat er reeds
vele gemeentm zijn, die gronden verhuren.
Mm kan het aan am meest-biedende verhu-
rm m spr. vindt dat de beste waarborg.
Vraag en aan bod zal dan de zaak rege
len en spr. ziet daarvan gem verkeerde re-
sultaten, maar mkel goede. De grond kom-t
dan in handen van degmsn, die het beste
werken.
D« Voorzitter vroeg of men zidh denkt het
peil voor het IJselmeer van 40 c. M. bmedm
A. P. te krijgm, door het openzetten der slui-
zm bij eb. Spr. vemam gaame, als dit zoo
was, of dit voldoende zou zijn.
De heer Smeding zeide, dat mm meende
van. wel. Spr. decide mede, dat er menschen
zijn, die het daarmee niet ems zijn, omdat
zij vreezen voor stormweer, waardoor te veel
water in het IJselmeer zou komen te staan
omdat er dan niet gespuid kan wordm.
Daartegen wordt evmwel aangevoerd dat de
stormai nooit zoolang duren, dat het niet-
spuien zoo'n nadeelige invloed heeft. Men
meent zeker, dat de 30 sluizrn voldoende ge-
legenheid voor de afwatering geven.
De Voorzitter dankte hierop namens alien
den inleider voor zijn lezing. Spr. feliciteerde
dm heer Smeding ermede, dat hij in de Ver-
emiging em dergelijke belangstelling heeft
weten te wekken. Spr. was ervan overtui-gd,
dat door de lezing velen zullm trachtm over
de zaak meer kennis op te doen.
De heer Smeding had door de lezir.g weer
bewezen, op welk een uitaemmde wijze hij
zijn plicht vervult, om'steeds meer de ledcu
van de veremiging kennis bij te brengen. De
Vereeniging was hem daarvoor dlankbaar.
Het was spr. taak, om de serie lezimgen van
dit jaar te sluitm. De cursussen warcn a-h.w.
in het leven geroepen door de stem, uit de
Vereeniging naar vorm gekomen. De Ver
eeniging moet zijn een vereeniging van voort-
gezette studie. De belangstelling voor de
cursussen leverdm het bewijs, dat mm het
goede pad was opgegaan.
Spr. wilde de cursua sluiten, met dte hoop
uit te spreken, dat het de Veremiging gege-
ven m-oge zijn, op dm gevolgden weg voort
te gaan, dat zij leder jaar zal kunnen be-
schikkm over em goede serie van onderwer-
pen en personm. Wanneer dat steeds ge-
schied-t, zooals -tot nog toe geheel of bijna
gfiheel belangeloos, dan zal dat zeker tot
huitengewonc dankbaarheid stemmen. Spr.
hoopte, dat niet geschroomd zal wordm om,
wanneer er in de beurs getast moet worden,
het potje van het vorige jaar, welk potje
dit jaar waarschijnlijk vergroot zal wordm,
aan te fasten, dat dan alle deelnemers deze
wijze van sa-men ontwikkelm zoo zeer op
prijs weten te stel'len, dat zij, wanneer dat
potje uitgeput mocht zijn, zullm zeggen
„Wij gaan toch door."
De Engelschman, die beweerde, dat de
Hollander, wat hij begint, doorzet, moet in
het gelijk geateld wordm. (Applaus).
UIT WARMBNHU'IZEN.
Stadsnieuws
ALGEMEEN VERSLAG
DER AFDEELINGEN VAN DEN RAAD
BETREFFENDE HET ONDERZOEK DER
GEMEENTEBEGROOT1NG,
DIENST 1921,
en
MEMORIE VAN ANTWOORD
VAN BURGEMEESTER EN WETHOU-
DERS.
(Vervolg).
UITGAVEN
Volgnumer 77.
Vele leden achten het gewenscht, dat erne
pensioenregeling der wethoudeis tot stand
kome. Zij zullm daartoe gaame een voor-
stel van B. en W. tegemoet zien. Em lid is
van oordeel, dat hunne jaarwedden opnieuw
verhooging behoeven.
B. en W. antwoordm:
Op den door vele leden geodenden aan-
drang is de Burgemeester gaame bereid om-
trent de pensionneering van de Wethouders
een vooraracht uit te lokkm
Volgnummer 117.
Em der leden zou de Schennerpoort niet
wenschen te herplaatsen. Met het oog op de
bclangen van het verkeer dient hij herplaat
toe, maar 'hij voor zidi bodacht met stil gmot,
al vondl ihij zich zelf ook 'heel egoist, dat die
schatterende familie van Ariette niet zoo 'heel
lanjg in 'Douamenez zou blijven.
En dat bediaehit hij nog eens, terwijl -hij- in
de schaduw van een ddchten noteboom geze-
ten, het blOeiende uitzichit van zij-n tuin bewon-
dieide. Random hem, in de lanen, verepreidde
de zon em helder licht, hier en daar afgewis-
seld door de dbnkere schaduwplek van een fak,
waar de insecten om hem' -gonsden, dronken
van het zonnelicht, m in -het oneimdige blauw
van die zomerlucht zweefden de zwa-luwen
in gril'lige boohten met breede wiekslag, die
hen scheen mee te voeren naar dte trillmde
opperVliakte dter zee.
De waime wind bezwangerd met em niet
to verfclaren- geur van rijpe aardlbeien en le-
limi, voendte eensklaps het geluid mede van
kloJqgelui m de kapitein dachit: ,^oo aan-
stonds, als Catherine uit de hoogmlis komt,
zal ziji mij wat van Arlette kunnen vertellm
het kind laa-t mij- aan mijln Hot over
Die beschuldiging was 'n vermetel oordeel]
Plotsddng kreeg hij daarvan't bewijs, want
op hetzelfde oo-genbiik veracheen op den drem-
pel van het huis em tenger peraoontje, dat in
een vaart de trappen van de stoep kwam af-
loopm eni den tuin in, die zich baadkic in zon-
iicht.
„Dag kapitein riep zij vroolijk.
„Wat, ben ie daar, bm je daar heusdi, to-
ninginnetje. Ik d-acht dat je mij; heelemaal ver-
gat, dat je naar het Pardon ging zonder je
oudten vnmdl de weldaad van een bezoekje
it komen brengen
'En in zijn twee groote handen vatte hij de
kteine hand van Arlette.
„ASs u zooiets geloofd hcht, kapitein, dan
is u em- ondankbare man Maar ik weet ze
ker, dat u het niet geloofd hebt, dat zou al te
slechf zijnWij' gaan zoo aanstonds naar Ker
gootMaar ik ben ontsn-apt om even naar
hier naar toe loopen f'
Zij hief haar jeugdig gezichfje naar hem
op, haar blozeiide wangen gloeiden van de
wamiite. Haar voorhoofd met die losse krullen-
de haartjes was geheel bezweetmijinheer Ma
louzec maakte er zich ongerust over.
„Ach, kindlje, ie had je om mij niet zoo
warm moeten loopen! Ik zou nog wel em dag-
je langer gewacbt hebben todat je weer vrij
was. De famiilie Chausey vertrekt immers mor-
gen?"
„Ik weet het nog niet zeker! O, kapitein,
ik wou dat ze altijd! hier bleven 'Het is zoo
heeridjk ze hier te hebbenEn voor a 1 nu me
vrouw Morgane weg is
Wel, Arlette, wat loop je gauw met de
menschen weg!" zei hij1 met een- vage op wel
ling van jalouzic.
„Maar kapitein, ze zijin ook zoo aardiig
mij Zelfs de verloofde van' Charlotte!
Em officier, weet u, em bijzonder nette man
Hij schijnt opgeiogen te wezm Charlotte tot
vrouw te 'krij'gm
,;Dat wil ik best geloovmOp em afstand
is het huwelijk altijd em heel aantrekkelijke
geschiedenis
„Op een' afsfand1?..Em van dichithSj
„Van dicht bij..-.. vamdlcht bij... Damha-n-gt
van den smaak af!" mompeld-e de kapitein,
eensklaps bcmcrkte dat hii zich op em deli-
fcaat terreim had gewaagd.
HSj vroeg dan ook om den loop der over-
pdnzingm- van Arlette in een. andere rich
ting te leiden: „En je tamte?.... 'Daar zeg je
niets van'."
,,Tante? Em allerliefst mensch.... Ik houd
al heel veel van haar!"
,,'Miooi zoo, het kan niet beter Je bent dol
op de heele familie, tot den verfoofde en je
mooien neef toe..."
„Doil op ze zijn, niet; ik 'houd van hen... Het
is zoo heerrijk van dc menschen te houden1!
Maar ik geloof d'at ik van allemaal Guy nog
u toe te gaan. Hlet was werkeldjk ved' te lang de aardigste vinid.. Hdj is wertolijik lied aardig,
gcledtaJ dat ik u hai' laatat gezien had! Kij-k kapitein 1"
iuho« want iW hM UiuiM1 tuHigf Wnd<«, WMja, vt<
sing de poort naar zijn oordeel in elk geval te
wordm verbreed. Ook heeft djt lid bedm-
king tegm de hooge koeten van een nieuw
pannendak op em varkenshok der boerderij
„Oos*wijk".
B. en W. antwoordm:
Wij herinncren aan het Koninklijk Bcsluit,
waarbij de gemeente is verplicht de oor-
spronkelijke beeldengroepen op de Schenner
poort wederom te doen aanbrengen. Dat dit
zonder poort onmogelijk is spreekt vanzell;
dc poort kan dus niet verdwijnen. En hare
verbaeding is onmogelijk omdat het bestaan-
de hek er bij past, dat andera het karakter
van afsluiting zou verliezm.
Het ware juister geweest te spreken van
een varkensschuur dan van een hok, De be-
staande afdekking met em mastiek plat tost
veel aan onderhoud door te veel condensatie-
water en maakt de schuur minder goed bruik-
baar. De oanvarikelijke raming van 554 is
trouwens tot 200 teruggebracht.
Volgnummer 120.
Sommige leden betoogm de wmschelijk-
heid van eene bestrating der Eikeknberg-
straat en van het betegelen der trottoii's voor
de huizm van Volkshuisvesting aldaar alsr
mede van eene bestrating ier Landdwars-
straten en van erne rioleering en bestrating
ten behoeve der nieuwe woningen aan den
Baansingel.
B. en w. antwoorden:
In afwijking van de oorspronkcliike bedoe-
,ling is de benarding van de Eikelenberg-
straat, van de trottoirs aldaar en van oe
Landdwarsstraten deslijds om redenen van
bezuiniging uitgevoerd, zooals ze thans nog
is; een verandering van dien tocstand zou
n oodzakelij kerwijze ten Laste moeten komen
van de gemeente of van de bewoners. Deze
laatsten zullen daaryoor echter wel geen ver
hooging van hun toch reeds hooge huurprii-
zen widen geven en om redenen van voor de
gemeente geboden zuinigheid achtm wij ver
andering voor rekening van de gemeente
thans ook uitgeslotea
De verkoop van dm grond langs den Baan
singel aan dte Vereeniging „Gocd Wonen"
(bijlage No. 14 van 1918) is geschicd onder
verbintmis der gemeente om am bestaandm
weg ten noorden van de gebouwde perceelen
te beharden. Hoe die beharding zou zijn is
niet bepaald. Voor zoover op dit oogenblik
mogelijk heeft de gemeente aan hare verplich-
ting voldaan; zij heeft aan behardingswer-
ken thans uitgegeven 715. Er zijn nog
enkele gedeclten onder handen te nemen, wel
ke thans echter nog niet vrij zijn. Zoolang al
daar gebouwd wordt en abnormaal verkeer
zich verzet tegm wegverbetering, zal de be-
staande tocstand moeten gehandhaaid blijven.
Voor de rioleering zijn de gelden reeds op
de begrooting uitgetrokkm.
Volgnummer 132.
Em lid zou wegens dm slechtm toestand
der boomm langs dm Munnikmweg erne be-
planting met nieuwe verlangen.
B en W antwoordm:
Em nieuwe beplanting met boomm van
den Munnikmweg is zeer kostbaar; zij zou
ten minste f 5000 vorderen; de bedoeling is
daarom de bestaande schietwilgm tot knot-
wilgen te vervormm en de bestaande open
plaatsen met nieuwe jonge wilgen in te plan-
ten.
Volgnummei' 133a.
Em der leden is van oordeel^ dat de finan-
cieele opzet van het sportparkbedrijf te on-
gunstig is voorgesteld.
B en W antwoordm:
Bij de behandcling der begrooting van het
sportpark voor 1921 zullm wij op de ge-
maakte opmerking terugkomm.
Volgnummer 137.
Door em der leden is de vraag gesteld of
het niet mogelijk is door aanvaarding van
een andere regeling dezen post te verlagen.
B. en W. antwoorden:
Er is op dit oogenblik in onderzoek de
vraag of een wijziging van de bestaande poli-
tie^uniform wensehelijk is; daarbij zal tevens
nagegaan kunnm wordm of bezuiniging op
dezen post mogelijk is.
Volgnummer 138.
B. en W. stellen voor dit volgnummer te
verhoogen met 210 voor het aanschaffen
van eenig noodzakelijk meubilair voor de ka-
mer der hoofdagenten, bestaande in een
schrijftafel wegens het versleten zijn van de
bestaande en het doen aanbrengen van em
zestal kastjes, teen voor elk der hoofdagenten,
die in de wachtkamer verblijf moeten hou-
ben je toch opgewonrien voor niets P'
Arlette sprong op uit dom schammdstoel',
waarin ze vroolijk Hag te wiegelm.
,.Voor nietsAls u Guy maar zag, dan ver-
zeker ik u, d!at hiji den zelfden dndiruk op u
zou maken als op mijHij is verrukkelijk Hi/
zou votaaakt zdjtrt, als..."
,,A1« wat?"
Zij ging weer ziftm in den fauteuil m
greep en passant een aardbd en beet er in
mei' haar fi^ie tandijes.
,,Als ik zeker w;st dat hi/ mij. niet voor dm
gek houdt!"
„Houidt hij je voor dten gekMaar dan is
het een heel slccht opgevood1 man.... Hoe kan'
hij d'an -in je smaak vallm
„Bk ben nog niet hedemaal zeker, of hij mij
voor den 'gek houdt.... Maar hij' heeft oogen,
die mij opnemcn als em merkwaardigheid.
Zeg, is er iets buitengewoons aan mij Kijk
mij ems goed' aan.... alsof u mi| niet kendte...."
IDe kapiteiin keek heel nauwigezet. Zif was
wor hem gaan staan, rechtop, met haar slank
figuurtje, zoo goed' geproportionneerd, dat
mm er niet over dlacht op te merken dat zij
kileimi was. Het bloed vlOeide onder de door-
zichfige huid en klteuidle de lippm rood, en de
oogen schiitterden als zwart fluweel terwijl
zij wijd open den ouden man vragend' aamza-
-gen. terwijl hi/ rijln onderzodk voorzettc.
„Welnu, kapitein, is er iets buitengewoons
aan mij
Volstrekt niets, kindje, maar misschien
bm: je andters dan die Parijsche jonge d'ames!
Daarom missdren wijidf hij zooved aandacht
aan je
Ja, dat zal het zijn zei ze peinzend. „En-
fm, ik hoop dlat zijn onbescheiden oogen niet
in mijn- gedachtm 'gezim hebben, dat
„Dat ik hem heelemaal naar mijn zin vind
O kapitein, ik begrijp dat men 'n jong mensch
charmant vindt, wanneer hij zoo levendig is,
zoo vroolijk, zoo beminnelijk wan
neer hij andere stodea gezien hesft dan Dou-
arsemM, waanar Wj mm dingm
48. I921>
Bij de Zondag gehouden atemminig door
leden van de Ned. herv. gemeente alhier werd
met 'bijna algemeene stemmen besloten tot
behoud van een kiescollege.
„Wait'?"