Afkmaarsche Gourant Honderd Oris en Twlntlgsts Jaargang. Ponderdag 24 Febrnari. Feuilleton. ProYineiaal Nieuw» MMeLANGRljKE ZAKEN OP LANDBOUWGEB1ED. (Slot). De Voorzitter oordeelde, dat zijn des mor- gens geuitte wensch, dat de lezing iets aieuwa zou geveoj volkomea tot vervulling was gekomen. Spr. hoopte, dat inzake het droogmaken van de Zuiderzee de Engelschen juist hebben gezien, dat de Hollanders, als ze eenmaal oeginnm, van geen ophouden, willen weten. Politieke overwegingen mogen het werk niet ophouden. Aan Holland moet dat s-tukje land worden toegevoegd. Spr. hoopt, dat alien de verwezenlijking van een gedeelte van dat werk mogen beleven. Zeer zeker zal men dan denken aan hetgeen de heer Smeding van- daag naar voren heeft gebracht. Hij had ze ker bij alien de belangstelling voor dat vraagshik opgewekt. De heer J. M. Blauwboer betoogde, dat voor het uitgeven van den grond verschillen de wegen bewandeld kunnen worden. Voor spr. staat vast, dat er 6£n weg boven alle an dere is te verkiezen en wel die van nationali satie. Spr. wees erop, dat hetgeen het vori- ge jaar en ook dit jaar in de cursussen over economic gezegd is, hierop neer kwam, dat wij er voor moeten zorgen, door organi- satie zooveel mogelijk economisch onafhanke- lijk te worden. Ons is duidelijk gewordm, dat, al hetgeen wij doen, tenslotte toCh gaat ten voordeele van dengene, die den grond in zijn bezit heeft. Spr. kan zich dan ook niet voorstellen, dat er nog een econoom be- staat, die aan de landibuowera zou durven adviseeren, om daar, waar de Staat kan op- treden als eigenaar van de grondcn, toch weer over te gaan tot het slcchte systeem1 van grondspeculatie. Spr. wil daarom vasthouden aan de grondnationalisatie. De heer C. Nobel sloot zich aan bij het betoog van den heer Blauwboer. Spr. vroeg, of wel gezegd kan worden, dat de eigenaar een bctere grondgebruiker is dan de huurder. De heer Smeding had geen pleidooi voor den grondeigenaar boven den huurder willen houden. Spr. had in het belang van de pro ductie slecuts het tegenwoordige stelsel op het oog. Het tegenwoordige stelsel heeft ge- maakt dat men een deskundige landbouwbe- volking heeft en een productieverhooging, die valt te roemen. Voor spr. is het een vraag, of men bij grondnationalisatie hetzelfde te zien krijgt. Spr. heeft niet willen beweren, dat de eigenaar den grond beter gebruikt dan de pachter. Spr. wil nog wel als een na- deel van het pachten naar voren brengen, dat dan lang niet alle gebruikers den grond kunnen gebruiken, zooals zij wilden. Landnationalisatie is wel de meest hyper- modeme richting, maar spr. staat op het standpunt en wel uit het oogpunt van pro ductie, dat dit niet de richting is, die men direct uit moet. De heer Blaauboer dadit, dat mm vrij wel in hetzelfde schuitje kwam Nationalisa- tie is niet hetzelfde als social isatie. Spr. is er v66r, dat de Staat optreedt als verhuur- der, maar het pachtcontract moet dan beter worden gemaafct dan tot nog toe, want juist dit zal leiden tot verhooging van productie. De heer Nobel concludeerde, dat blijkbaar nationalisatie op verschillende manieren kan worden toegepast. Spr. geloofde, dat de zaak neerkomt op net pachtvraa-gstuk en was over- tuigd, dat door doelmadge veTpachting een beter landverbruik verkregen wordt dan door veel eigenaren, want dan wordt de grond ge bruikt door de minder-bemiddelde menschen, die meer belang hebben bij een goed gebruik van den grond. De heer Rezelman vond het ook beter, wanneer de Staat eigenaar van de gronden bleef. De. heer Smeding oordeelde, dat voor de vereeniging wel eens een lezing over landna tionalisatie gehouden kan worden. Zeer ze ker zit de kwestie vast op de verpachting. Wanneer men daarvoor een goed systeem weet te vinden, dan komt men in de goede richting, maar dit is niet zoo eenvoudig. Reeds de heer Krfiseman wees erop, dat het moet gaan tusschen een fiscaal beheer (ha lm, wat er van te halm valt) of een vrijgevig beheer met een achterlijken boerenstand,. Spr. vraagt, hoe daaraan tegemoet te ko- men. De heer C. Nobel meent, dat dit volstrekt niet het dilemma is. Men behoeft niet te kie- zen tusschen een fiskaal en em vrijgevig be heer. Hoe het moet, zal spr. nu niet uitma- km, maar hij kan zich best em doelmatige manier indenken Op't oogen hlik heeft mm evmwel 50 pet. pachters en 50 pet. eige- naare-gebruikers. Spr. heeft niet dm indruk, dat 'de grond productiever en beter gefbruikt wordt door de eigenaars-gebruikera als door de pachters. Wanneer de Staat doet, zooals thans de eigenaar-verhuurder, dan voorkomt men het nadeel van het particulier eigen- dom, versnippering. Wat eenmaal gemeen- schappelijk eigendom is, moet men niet meer in handen van particulieren uitgeven. Het is ook volstrekt niet noodig, dat de Staat eige naar blijft. Ook de gemeente kan eigenaresse worden. De heer Smeding meende, in herinnering te moeten brengen hetgeen Prof. Bordewijk heeft betoogd, n.l. dat we alien weten, dat de 7-aaV, wanneer de grond blijft in handen van de Staat, verpolitiekt. Spr. is het er mee eens, dat niet gezegd kan worden, als er een keuze gedaan moet worden tusschen eigenaans en pachters, dat de pachters den grond slechtcr gebruiken. Spr. vraagt alleen, of em nieuwe wijze van grond'gebruik inza ke productie practisch beter resultaat zal ge- ven. Het is em groot gevaar, als de politiek zich van de zaak meester maakt. Wanneer mm voorstander is van een bopaalde rich ting, dan moet mm zich wel afvragm, hoe hot practisch te regelen is. De heer C Nobel had ziin meening daar wel over en die ook meermalm medegedeeld. Mm leest over deze dingen te weimg. Spr. gelooft heilig, dat het een doelmatige manier is, wanneer de Staat verhuurde, zooals de te- Senwoordige eigmaar. Het kan gezegd wor- en, dat in Holland veel van diea grond ge- produceerd wordt. De heer Geitenbeek meende, dat Kampen met het Kampereiland in ons land een voor- beeld van nationalisatie is. De laatste jarm volgde Kampen tegenover de huurders een vrijgevig beheer, met als gevolg, dat de huur ders zeer achterliik bleven. Nu het beheer meer fiskaal wordt, ontstaat er bij die bevol- king meer em drang naar ontwikkeling. Spr vraagt of bekend is, hoe de landnationalisa tie te Kampen werkt. De heer Kooy meende, dat mm allereerst de vraag moest stellen of het rechtvaardig is, dat de grond- m productiemiddelen altijd in handen zijn van particulieren. Wij hebben er rekening mede te houden, dat de toestan- den zoo gegroeid zijn. Maar moet nu de Staat de groote stukken, die zij zelf heeft la- ten droogmaken, weer een speculatie-object maken voor banken en kapitalistm? Spr. kan zich met geen der aan de hand gedane methodm vereenigen. Spr. denkt zidh meer een vorm als die van de Indische Djam- bi-consessie. Hij gelooft, dat het noodzakelijk zal zijn, dat de Staat niet heelemaal de eige naar van den grond blijft, want voor de ver pachting en het beheer heeft men dan weer een groot ambtenarencorps noodig en spr. is bizonder bang voor de ambtenarij, De beste wijze van uitgifte der gronden dacht spr die, waarbij de Staat mede-eigenaar blijft in een groote belangengemeenschap. De Staat moet dan in een verband met groote Bankassodaties voor het grootste deel eigenaar blijven en het meeste te zeggen hou den. Daaraan zit wel het bezwaar, dat er kans is, dat dan toch de politiek een belang- rijke rol gaat spelen, maar desondanks is spr. vo6r het gemengde publieke privaatbe- arijf, zooals vo6r den oorlog ook met de elec- triciteitswerken in Duitschland bestond. Dat de Staat gaat verkoopen, lijkt spr. on- juist en onrechtvaardig. Zoo eenigszins mo gelijk, dan moet de nieuwe grond blijvm het eigmdom van de gemeenschap. De heer Kuiper veronderstelde, dat de pacht van 80 per bunder bij de uitgifte der gronden, zander huis waren berekend. Voor bemal'ing, onderhoud van wegen, stelde spr. ongeveer 40 per bunder. Spr. meende den raad te moeten geven, om de eerste 20 jaar niet te verkoopen. Het Rijk kan dan de ge- bouwen stichten de menschen weten dan, wat ze koopen. Wanneer reeds nu gekocht wordt, door Henri ArdeH. Naar het Fransch 8) Somstijds wanneer de invallen van Arlette een weiniig te ver gingm, verloor juffrouw Catharine haar geddld1 en knorde een beetje op het koninginnetje, dat niet verlegen werd, maar diaddijk ophield met haar spelletje Zij was gehoorzaam aan de person en., dUe zij lief- had en haar onstuimige aard bukte voor het juk, om de liefde te heantwoorden, die men naar toedroeg; trouwens zij maafcte zich vaak driftig tegenover het gezag van anderen. Van daar haar man of meer heftige opstand te- gen mevnouiw Morigane, die niet in staat was zulfc een spontane vurige natuur als die van Arlette te begrijpm. Mevrouw Morgane er- gerde zidi omidat ze Arlette niet ton verande- ren in een heed gewoon meisje; volgzaam, kalm, wehkzaam, een soort levendtge machine, die gemakkdijk in beweging te brengen was Werkzaam, dat was Arlette zeker, maar op haar manier, opgewonder. voor aides wat haar interesseerde, totaal onverschilJig voor al het overige. Haar gcest was een persoon van een zeer onafhankdijjc karakter, die em1 zeer tostbaar paids bewoonde, nog geheel nieuw, met muren van kristal, ljcht en kleui rijk, hermetisch gesloten voor indrngers.. Tot dlat aantal relkende de d gen a res in de eerste pdaats zondcr eenig aarzden de reken- kunde, een zonder twdjfel1 zeer achtenswaardi- ge wetiensahap, maar zoo iets ais een> toover- boelk voor foovenaars, goed voor oude men schen die veel geld1 'hebben gespaard, ver- fclaandle zij smarifelijk, maar zdcer niet voor i'onge meisjes, in het morgenrood staande van let leven. iDaarentegen waren1 de poorten wijdi open- gezet voor twee doorluchtige rusters, geschie- dteoii to. aardlrijkeleuads, nur zij had ad «p haar dan vreest spr. verarming van den boeren stand. De heer Smeding geloofde ook niet, dat het verstandig zou zijn, als de Staat reeds in de eerste jarm den grond vertocht. Spr. is voor verkoopen, wanneer de vrucht- baarheid van dm grond gekomen is. Verschillende stemmen kwamen daar tegm op. De heer Smeding merlrte op, dat in het door hem voorgesfane systeem niets nieuwe is. Het is het systeem, dat wij nu hebben. Wat uit de vergademg gekomen is, beschouwt spr. niet als iets beters, behalve wat de heer Kooy gezegd heeft. Wanneer dat hem be- kend was geweest, dan zou hij voor dezen tusschmvorm misschien wel veel hebben ge- voeld. Spr. beschouwt het overigens als em kwestie van smaak en opvatting, of mm landnationalisatie beter vindt of niet. De heer Blaauboer had het woord land nationalisatie gebruikt als tegenstelling- van dm vertoop van het land aan particulieren. Uit de discussie kan mm wel deze conclusde trekken, dat er niet &n is geweest, die er v66r is, om het land op dezelfde manier als tot nog toe te verkoopen. Allen zijn het er over eens, dat de Staat de gronden in han den moet houden. De door den heer Kooy gewilde tusschen- vorm beoogt toch ook, het speculatieve bezit van dm grond tegm te gaan en zijn beper- king van de nationalisatie van den grond is sleaits em kwestie van uitvoering. De heer Smeding vindt de kwestie van uit voering juist de hoofdzaak. Wanneer men em middel weet aan te geven, waardoor het mogelijk blijkt, dat het op andere wiize be ter kan, dan loopt spr. misschien hard mee. Spr. is niet dwaxs, maar twijfeltslechts aan de uitvoerbaarheifiL De groote nadeelen, aan het tegenwoordige stelsel verbonden, on- derschrijft spr. ten voile. De heer C. Nobel is het met het door den heer Kooy voorgestelde niet eens. Spr. blijft v66r verhuring op een doelmatige manier. Spr. vraagt, ot er nog iets bekend is over dm klaverbouw in pas drooggemaakte polders. De heer Smeding zedae, niet volledig te zijn geweest bij de opsomming van hetgeen in de droogmakerijen verbouwd kan worden. Bij het bespreken daarvan was het 9pr. be- doeling slechts geweest, aan te toonm, dat mm nog belangrij'ke gegevms in oude ge- schriften daarover kan vindm. In dm Waard- m Groetpolder heeft mm evenwel met de teelt van lucerne klaver gunstige ervaring opgedaanl De heer Rezelman vroeg op welk tijd: de prijs van 1500 per H. A. gedacht was. De heer Smeding wist niet, hoe de heer Kruseman dit zich heeft voorgesteld. Hij wil- de per jaar 10.000 bunder verkoopm en spr. neemt dus aan, dat de verkaveling dan al geoeurd is. De heer Kooy vroeg, of de gelden voor de droogmaking allem uit de belastingen wor den verkregen. De heer Smeding decide mede, dat men per jaar 2 millioen uit de belastingpennin- l voor het werk wil uittrekken. In ver- i-d met de waardeverm-indering van het geld wordt al gezegd, dat die 2 milliom, 4 tnillioen moet wordm. Hetgeen er meer noo dig is, moet komen uit de Zuiderzeebank. En dat geld moet dus. terug komen in den vorm van pacht en verkoopsprijzen. De heer Kooy veronderstelde, dat de ban- km, waarmee de Staat dan straks te maken krijgt, dit zeker niet belangeloos zullen doen en dus zeker em woordje willen meespreken over de uitgifte van de grondm. De heer Smeding zeide, dat men zich een Zuiderzeebank heeft gedacht, die zich met de financiering belast en met de uitgifte der grondm. De heer Blaauboer: Wie kan daarvan aan- dcelhouder worden? De heer C. Nobel: Neem de Nederland- sche Bank. Die stelt zich toch in het alge- meen als financieel lichaam op em royaal standpunt. Ook de Zuiderzeebank moet bui- ten de politiek staan. De heer Kooy verklaardc, dat z.i. de Ne derlandsche Bank juist z66 werkte, als hij wilde. Dat straks net lichaam tusschen de Staat en zekere belangengroepen bij de uit gifte van grondm zal doen. Spr. betwijfelt het, dat de zaak met de Staat als alleen-eige- naar buiten de politiek kan blijvm. De heer C. Nobel had zich de gemeente als eigmaar van den grond gedacht. De heer Kooy vreesae, dat dan de politiek vraagd over dat alleen wat haar aantrok. Ghironoloigie, daturas, adtainistratie, die groet- te ze met ,m beleefdie budging; met 'n volmaak- te vrijmoedighdd tiet zij die rivieren, bergen en andere goografische bijeondenhedm liggm op de plaats me hun tot in Iengte van dagen was aangewezen. Zij werd echter geboeid door de rivieren welke soranuige dicr steeken oprie- pen in haar verbeeldiing, die reeds was voor- bereidi dtoor de verhalen- van den kapitein, om van het schilderaditige dfier verre streken te genietem. HSi die diaar ginds gereisd had, in de betooverde landen welke Arlette nooit zou leeren ikennen, waar 'groote, vreemde bloemen bloeidien- onder een ompeilbaar blauwen hemel, beschadiiwd door pradhtige boomm zooals ze allLeen bestonden in de verhalen en legen- dien die ze zoo gaarne las. Want zij' had evenals zeer jonge menschen smaak voor wat wonderlijk is. Zij' was dol op de geschiedenis der heiligen, die wonddren dedten welke haar met bewondering vervulden en nooit ongelooflijk sdienen voor haar naief en vurig geloof Een schepsdtje dus, dat em zeer groote pllaats bddeedlde in het tegenwoor- dig leven van dm goedlen kapitein Malouzec hij: beschouwde haar zonder net uit te spreken wel een weini-g als zijn kind, daarom allem reeds dat hij- haar van klein kindje af aan ge- kend) had en zij alidjdl zijn licvei ing was ge weest van het oogenblik af aan dat hij haar had leeren loopen En waariijk, indien Malouzec dien dag niet nog meer igenoot van dim schittcrenden, rus- tiigen Zondagmorgen, dan kwam het omdat hij te vergeefe wadftte op zijn vriendinnetje. Hij had haar bijna niet meer gezien sedert de familie Chausey eenskilaps voor den daj was gekomen en net redit opeischte degel'ij! kennis met haar te maken door haar geheel en al in te palmen. „Em beschikking van de Voorzicnigheid, waarover redien was zich- te verheugen." ver- klaarlde juffrouw Gatherine. ,^oo za-1 het kind: de familie van haar moedp Icarea- kiflam Jte, h*t was gasd, steads lafiteui em nog belangrijker rol gaat spelm. De heer C. Nobel merkte op, dat er reeds vele gemeentm zijn, die gronden verhuren. Mm kan het aan am meest-biedende verhu- rm m spr. vindt dat de beste waarborg. Vraag en aan bod zal dan de zaak rege len en spr. ziet daarvan gem verkeerde re- sultaten, maar mkel goede. De grond kom-t dan in handen van degmsn, die het beste werken. D« Voorzitter vroeg of men zidh denkt het peil voor het IJselmeer van 40 c. M. bmedm A. P. te krijgm, door het openzetten der slui- zm bij eb. Spr. vemam gaame, als dit zoo was, of dit voldoende zou zijn. De heer Smeding zeide, dat mm meende van. wel. Spr. decide mede, dat er menschen zijn, die het daarmee niet ems zijn, omdat zij vreezen voor stormweer, waardoor te veel water in het IJselmeer zou komen te staan omdat er dan niet gespuid kan wordm. Daartegen wordt evmwel aangevoerd dat de stormai nooit zoolang duren, dat het niet- spuien zoo'n nadeelige invloed heeft. Men meent zeker, dat de 30 sluizrn voldoende ge- legenheid voor de afwatering geven. De Voorzitter dankte hierop namens alien den inleider voor zijn lezing. Spr. feliciteerde dm heer Smeding ermede, dat hij in de Ver- emiging em dergelijke belangstelling heeft weten te wekken. Spr. was ervan overtui-gd, dat door de lezing velen zullm trachtm over de zaak meer kennis op te doen. De heer Smeding had door de lezir.g weer bewezen, op welk een uitaemmde wijze hij zijn plicht vervult, om'steeds meer de ledcu van de veremiging kennis bij te brengen. De Vereeniging was hem daarvoor dlankbaar. Het was spr. taak, om de serie lezimgen van dit jaar te sluitm. De cursussen warcn a-h.w. in het leven geroepen door de stem, uit de Vereeniging naar vorm gekomen. De Ver eeniging moet zijn een vereeniging van voort- gezette studie. De belangstelling voor de cursussen leverdm het bewijs, dat mm het goede pad was opgegaan. Spr. wilde de cursua sluiten, met dte hoop uit te spreken, dat het de Veremiging gege- ven m-oge zijn, op dm gevolgden weg voort te gaan, dat zij leder jaar zal kunnen be- schikkm over em goede serie van onderwer- pen en personm. Wanneer dat steeds ge- schied-t, zooals -tot nog toe geheel of bijna gfiheel belangeloos, dan zal dat zeker tot huitengewonc dankbaarheid stemmen. Spr. hoopte, dat niet geschroomd zal wordm om, wanneer er in de beurs getast moet worden, het potje van het vorige jaar, welk potje dit jaar waarschijnlijk vergroot zal wordm, aan te fasten, dat dan alle deelnemers deze wijze van sa-men ontwikkelm zoo zeer op prijs weten te stel'len, dat zij, wanneer dat potje uitgeput mocht zijn, zullm zeggen „Wij gaan toch door." De Engelschman, die beweerde, dat de Hollander, wat hij begint, doorzet, moet in het gelijk geateld wordm. (Applaus). UIT WARMBNHU'IZEN. Stadsnieuws ALGEMEEN VERSLAG DER AFDEELINGEN VAN DEN RAAD BETREFFENDE HET ONDERZOEK DER GEMEENTEBEGROOT1NG, DIENST 1921, en MEMORIE VAN ANTWOORD VAN BURGEMEESTER EN WETHOU- DERS. (Vervolg). UITGAVEN Volgnumer 77. Vele leden achten het gewenscht, dat erne pensioenregeling der wethoudeis tot stand kome. Zij zullm daartoe gaame een voor- stel van B. en W. tegemoet zien. Em lid is van oordeel, dat hunne jaarwedden opnieuw verhooging behoeven. B. en W. antwoordm: Op den door vele leden geodenden aan- drang is de Burgemeester gaame bereid om- trent de pensionneering van de Wethouders een vooraracht uit te lokkm Volgnummer 117. Em der leden zou de Schennerpoort niet wenschen te herplaatsen. Met het oog op de bclangen van het verkeer dient hij herplaat toe, maar 'hij voor zidi bodacht met stil gmot, al vondl ihij zich zelf ook 'heel egoist, dat die schatterende familie van Ariette niet zoo 'heel lanjg in 'Douamenez zou blijven. En dat bediaehit hij nog eens, terwijl -hij- in de schaduw van een ddchten noteboom geze- ten, het blOeiende uitzichit van zij-n tuin bewon- dieide. Random hem, in de lanen, verepreidde de zon em helder licht, hier en daar afgewis- seld door de dbnkere schaduwplek van een fak, waar de insecten om hem' -gonsden, dronken van het zonnelicht, m in -het oneimdige blauw van die zomerlucht zweefden de zwa-luwen in gril'lige boohten met breede wiekslag, die hen scheen mee te voeren naar dte trillmde opperVliakte dter zee. De waime wind bezwangerd met em niet to verfclaren- geur van rijpe aardlbeien en le- limi, voendte eensklaps het geluid mede van kloJqgelui m de kapitein dachit: ,^oo aan- stonds, als Catherine uit de hoogmlis komt, zal ziji mij wat van Arlette kunnen vertellm het kind laa-t mij- aan mijln Hot over Die beschuldiging was 'n vermetel oordeel] Plotsddng kreeg hij daarvan't bewijs, want op hetzelfde oo-genbiik veracheen op den drem- pel van het huis em tenger peraoontje, dat in een vaart de trappen van de stoep kwam af- loopm eni den tuin in, die zich baadkic in zon- iicht. „Dag kapitein riep zij vroolijk. „Wat, ben ie daar, bm je daar heusdi, to- ninginnetje. Ik d-acht dat je mij; heelemaal ver- gat, dat je naar het Pardon ging zonder je oudten vnmdl de weldaad van een bezoekje it komen brengen 'En in zijn twee groote handen vatte hij de kteine hand van Arlette. „ASs u zooiets geloofd hcht, kapitein, dan is u em- ondankbare man Maar ik weet ze ker, dat u het niet geloofd hebt, dat zou al te slechf zijnWij' gaan zoo aanstonds naar Ker gootMaar ik ben ontsn-apt om even naar hier naar toe loopen f' Zij hief haar jeugdig gezichfje naar hem op, haar blozeiide wangen gloeiden van de wamiite. Haar voorhoofd met die losse krullen- de haartjes was geheel bezweetmijinheer Ma louzec maakte er zich ongerust over. „Ach, kindlje, ie had je om mij niet zoo warm moeten loopen! Ik zou nog wel em dag- je langer gewacbt hebben todat je weer vrij was. De famiilie Chausey vertrekt immers mor- gen?" „Ik weet het nog niet zeker! O, kapitein, ik wou dat ze altijd! hier bleven 'Het is zoo heeridjk ze hier te hebbenEn voor a 1 nu me vrouw Morgane weg is Wel, Arlette, wat loop je gauw met de menschen weg!" zei hij1 met een- vage op wel ling van jalouzic. „Maar kapitein, ze zijin ook zoo aardiig mij Zelfs de verloofde van' Charlotte! Em officier, weet u, em bijzonder nette man Hij schijnt opgeiogen te wezm Charlotte tot vrouw te 'krij'gm ,;Dat wil ik best geloovmOp em afstand is het huwelijk altijd em heel aantrekkelijke geschiedenis „Op een' afsfand1?..Em van dichithSj „Van dicht bij..-.. vamdlcht bij... Damha-n-gt van den smaak af!" mompeld-e de kapitein, eensklaps bcmcrkte dat hii zich op em deli- fcaat terreim had gewaagd. HSj vroeg dan ook om den loop der over- pdnzingm- van Arlette in een. andere rich ting te leiden: „En je tamte?.... 'Daar zeg je niets van'." ,,Tante? Em allerliefst mensch.... Ik houd al heel veel van haar!" ,,'Miooi zoo, het kan niet beter Je bent dol op de heele familie, tot den verfoofde en je mooien neef toe..." „Doil op ze zijn, niet; ik 'houd van hen... Het is zoo heerrijk van dc menschen te houden1! Maar ik geloof d'at ik van allemaal Guy nog u toe te gaan. Hlet was werkeldjk ved' te lang de aardigste vinid.. Hdj is wertolijik lied aardig, gcledtaJ dat ik u hai' laatat gezien had! Kij-k kapitein 1" iuho« want iW hM UiuiM1 tuHigf Wnd<«, WMja, vt< sing de poort naar zijn oordeel in elk geval te wordm verbreed. Ook heeft djt lid bedm- king tegm de hooge koeten van een nieuw pannendak op em varkenshok der boerderij „Oos*wijk". B. en W. antwoordm: Wij herinncren aan het Koninklijk Bcsluit, waarbij de gemeente is verplicht de oor- spronkelijke beeldengroepen op de Schenner poort wederom te doen aanbrengen. Dat dit zonder poort onmogelijk is spreekt vanzell; dc poort kan dus niet verdwijnen. En hare verbaeding is onmogelijk omdat het bestaan- de hek er bij past, dat andera het karakter van afsluiting zou verliezm. Het ware juister geweest te spreken van een varkensschuur dan van een hok, De be- staande afdekking met em mastiek plat tost veel aan onderhoud door te veel condensatie- water en maakt de schuur minder goed bruik- baar. De oanvarikelijke raming van 554 is trouwens tot 200 teruggebracht. Volgnummer 120. Sommige leden betoogm de wmschelijk- heid van eene bestrating der Eikeknberg- straat en van het betegelen der trottoii's voor de huizm van Volkshuisvesting aldaar alsr mede van eene bestrating ier Landdwars- straten en van erne rioleering en bestrating ten behoeve der nieuwe woningen aan den Baansingel. B. en w. antwoorden: In afwijking van de oorspronkcliike bedoe- ,ling is de benarding van de Eikelenberg- straat, van de trottoirs aldaar en van oe Landdwarsstraten deslijds om redenen van bezuiniging uitgevoerd, zooals ze thans nog is; een verandering van dien tocstand zou n oodzakelij kerwijze ten Laste moeten komen van de gemeente of van de bewoners. Deze laatsten zullen daaryoor echter wel geen ver hooging van hun toch reeds hooge huurprii- zen widen geven en om redenen van voor de gemeente geboden zuinigheid achtm wij ver andering voor rekening van de gemeente thans ook uitgeslotea De verkoop van dm grond langs den Baan singel aan dte Vereeniging „Gocd Wonen" (bijlage No. 14 van 1918) is geschicd onder verbintmis der gemeente om am bestaandm weg ten noorden van de gebouwde perceelen te beharden. Hoe die beharding zou zijn is niet bepaald. Voor zoover op dit oogenblik mogelijk heeft de gemeente aan hare verplich- ting voldaan; zij heeft aan behardingswer- ken thans uitgegeven 715. Er zijn nog enkele gedeclten onder handen te nemen, wel ke thans echter nog niet vrij zijn. Zoolang al daar gebouwd wordt en abnormaal verkeer zich verzet tegm wegverbetering, zal de be- staande tocstand moeten gehandhaaid blijven. Voor de rioleering zijn de gelden reeds op de begrooting uitgetrokkm. Volgnummer 132. Em lid zou wegens dm slechtm toestand der boomm langs dm Munnikmweg erne be- planting met nieuwe verlangen. B en W antwoordm: Em nieuwe beplanting met boomm van den Munnikmweg is zeer kostbaar; zij zou ten minste f 5000 vorderen; de bedoeling is daarom de bestaande schietwilgm tot knot- wilgen te vervormm en de bestaande open plaatsen met nieuwe jonge wilgen in te plan- ten. Volgnummei' 133a. Em der leden is van oordeel^ dat de finan- cieele opzet van het sportparkbedrijf te on- gunstig is voorgesteld. B en W antwoordm: Bij de behandcling der begrooting van het sportpark voor 1921 zullm wij op de ge- maakte opmerking terugkomm. Volgnummer 137. Door em der leden is de vraag gesteld of het niet mogelijk is door aanvaarding van een andere regeling dezen post te verlagen. B. en W. antwoorden: Er is op dit oogenblik in onderzoek de vraag of een wijziging van de bestaande poli- tie^uniform wensehelijk is; daarbij zal tevens nagegaan kunnm wordm of bezuiniging op dezen post mogelijk is. Volgnummer 138. B. en W. stellen voor dit volgnummer te verhoogen met 210 voor het aanschaffen van eenig noodzakelijk meubilair voor de ka- mer der hoofdagenten, bestaande in een schrijftafel wegens het versleten zijn van de bestaande en het doen aanbrengen van em zestal kastjes, teen voor elk der hoofdagenten, die in de wachtkamer verblijf moeten hou- ben je toch opgewonrien voor niets P' Arlette sprong op uit dom schammdstoel', waarin ze vroolijk Hag te wiegelm. ,.Voor nietsAls u Guy maar zag, dan ver- zeker ik u, d!at hiji den zelfden dndiruk op u zou maken als op mijHij is verrukkelijk Hi/ zou votaaakt zdjtrt, als..." ,,A1« wat?" Zij ging weer ziftm in den fauteuil m greep en passant een aardbd en beet er in mei' haar fi^ie tandijes. ,,Als ik zeker w;st dat hi/ mij. niet voor dm gek houdt!" „Houidt hij je voor dten gekMaar dan is het een heel slccht opgevood1 man.... Hoe kan' hij d'an -in je smaak vallm „Bk ben nog niet hedemaal zeker, of hij mij voor den 'gek houdt.... Maar hij' heeft oogen, die mij opnemcn als em merkwaardigheid. Zeg, is er iets buitengewoons aan mij Kijk mij ems goed' aan.... alsof u mi| niet kendte...." IDe kapiteiin keek heel nauwigezet. Zif was wor hem gaan staan, rechtop, met haar slank figuurtje, zoo goed' geproportionneerd, dat mm er niet over dlacht op te merken dat zij kileimi was. Het bloed vlOeide onder de door- zichfige huid en klteuidle de lippm rood, en de oogen schiitterden als zwart fluweel terwijl zij wijd open den ouden man vragend' aamza- -gen. terwijl hi/ rijln onderzodk voorzettc. „Welnu, kapitein, is er iets buitengewoons aan mij Volstrekt niets, kindje, maar misschien bm: je andters dan die Parijsche jonge d'ames! Daarom missdren wijidf hij zooved aandacht aan je Ja, dat zal het zijn zei ze peinzend. „En- fm, ik hoop dlat zijn onbescheiden oogen niet in mijn- gedachtm 'gezim hebben, dat „Dat ik hem heelemaal naar mijn zin vind O kapitein, ik begrijp dat men 'n jong mensch charmant vindt, wanneer hij zoo levendig is, zoo vroolijk, zoo beminnelijk wan neer hij andere stodea gezien hesft dan Dou- arsemM, waanar Wj mm dingm 48. I921> Bij de Zondag gehouden atemminig door leden van de Ned. herv. gemeente alhier werd met 'bijna algemeene stemmen besloten tot behoud van een kiescollege. „Wait'?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5