Alkmaarsche Courant VERGADERING van den Gemeenteraad Yrjjdag 4 Maarl op Donderdag 3 Maart. Feuilleton. K». 53. 1921- Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang. De heer Oovers laakte het, dat aan een gemeent egeb ouw eerst geschilderd werd en daaraa de geschilderde goot werd weggeno- men om er een nieuwe te plaatsen. De werkplaats op den hoek van de Mient en Vischmarkt getuigde van een treurige op- iKittinor van de taak door de Schoonneios- „Kijk naar Bergen". vatting van commissie. De heer B o s m a n (Gelach). 0 m De heer G o v e r s hoopte, dat B. en W. er rekening m€d€ zullen houden bij het makcn. van plannen voor werkplaatsen. De heer Wester ho! sprak namens de fractie en deed uitkomen, dat de geheele frac- tie de door hem naar voren gebracbte punten voorstond. De buitenspong late indiening en behan- deling van de begrooting oordeelde spr. on- toelaatbaar. De fractie heeft nu geen vertrou- wen meer, dat het beter zal worden. Men is r^w, nu volgens de Gemeentewet een half jaar te Noordhollandsch Dagolad met den onderti- is nieta dan een aanvoering van mivere reac- tie. Spr. motiveerde deze meening op grond van de memorie van antwoord. Hieruit sprak de wil om den stilstarid van het moeras te doen heerschen. Gepaste zuinigheid wil de fractie steunen, maar het systeem om alles af te wijzen kan niet worden volgehouden. Voor de gehoorzaal en de zwernschool had spr. gaarae gezien, dat de Raad het vo rig jaar zelf een commissie had benoemd. Dai de toestand financied zoo treurig is, betreurde spr. mede op grond van het inter view van Noorderkwartier met den heer J. de Lange C.Jz. Ook de speech van den burgemeester tot de koningin werd in dit opzicnt door spr. aangehaald. Daar heette den toestand van de gemeente volstrekt niet alarmeerend. Spr. betoogde. dat B. en W. nu spreken van 31000 onmbaar uit den H. O. en de vorige maal aansluiten van 1 millioen min der opbrengst uit den H. O. tengevolge van de crisis. De Voorzitter: „De 31000 onin- baar zijn voor 1920." De heer Westerhof „Dan heb ik mij vergist." (Gelach). De heer Westerhof: „Het gelach be- wijst hoe weinig het voorkomt dat ik mij veigis." Spr. ging voort waarom men niet kan spreken van den sJechten financieelen toe stand van Alkmaar. In Utrecht is de belas- tingdruk hooger. Alkmaar is slecbts weini boven het gemiddelde percentage. Zelfe h< laat. Het aantal ambtenaren is vrij sterk ver- groot. Men heeft nu qok een commies-redac- teur, Spreker vemam gaame de oorzaak van de late indiening en verwacht de toczcgging dat het't volgend jaar beter zal worden. Het werkprogram van B. en W. werd door spr. mede besproken. Spr. vroeg met welk recht B. en W. een zelfstandig program de voorkeur willen ver- leenen. De geheele Raad diende zlch daaite- gen te verzetten. Geen lid van den Raad heeft deze punten voorrang willen geven. Het col lege denkt blijkbaar, dat zij aan het hoofd van de gemeente staat en spr. betwist dit op frond van de Gemeentewet en verwees naar art. 134 dier wet. zeen voorrang geven aan punten van een door haar gekozen program en temeer niet waar hier belangrijke voorstellen langer dan een jaar op praeadvies blijven wachten. Wat B. en W. ooder bekwamen spoed ver- staan is verwonderlijk. (Gelach). Als zij het geen algemeen belang achten, dan laat men de zaken liggen. Het prestige van B. en W. wordt niet gebaat bij het lang uitblijven over de meest eenvoudige zaken. Reeds 8 maanden wacht men op het voor- stel adhaesie te betuigen met het wetsont- werp voor plaatselijke keuze. Spr. onderwierp verder hetgeen B. en W. over de salarisherzieningen beweerden, aan een uitvoerige beschouwing. B. en W. hebben er niet zooveel werk aan gehad. Er was een salariscommissie, waarvan de wethouder Sluis voorzitter was, die daar niets meer deed dan de andere raadsleden. Het betrof hier dus geen stuk van het werkprogram van B. en W. Spr. ging met zijn beschouwing verder voort. De Voorzitter: „Het zit hem niet in het college, maar in de ambtenaren, die niet meer konden doen." De heer Westerhof„Het college is houden." niet overbelast geweest" j Mr. Sluis: ,,Uitwassen heeft men bij De Voorzitter: „Dat beweren wij j nationale feesten altijd." ook niet." De heer Westerhof betoogde verder De heer Westerhof: „Ik zou de ste- waarom de S. D. A. P. geen strijd tegen het nogrammen kunnen voorlezen waarin dit j, koningschap voert. De strijd gaat tegen de werd beweerd". Spr. ging met zijn be- maatschappij van heden en als de toren tel ,.Ons Blad" is van meening, dat het in in Alkmaar met alles geen stilstand kan zijn. Spr. betoogde nog de wenschelijkbeid, dat het Rijk de belastingzaken regelt Over de positie van de fractie in den Raad betoogde spreker, dat men de fractie steeds kwalijk nam als ze eens scherper was dan anderen. Steeds steunde de fractie dat- ;ene wat beter was als bet bereiikt kon wor- en. Nooit verwierp de fractie d'atgene wat goed was uit kleine overwegingen. Spr. be treurde het, dat de andere kant dit met voor stellen van de fractie wfel deed. Het moet er niet om gaan wie het voorstelt. Wij consta- teeren dat de burgerlijke groepen zich naar den starren behoudershoek laten drijven. De begrooting is daar het bewijs vaa De heer Thomsen kan niet aantoonen dat wat wij vroegen, niet te dragen zou zijn door de ge- meente-financien. Als dit niet kan, waar dan de moed vandaan gehaald om 5000 uit te trekken voor een dag. De heer B o s m a n „Toch lol gehad." (Gelach). De heer Westerhof: „Lol en geen melk voor de zuigelingen van de armste Gil ders. Wie heeft gezien wat er gebeurde, die mag constateeren, dat het pel van de gepaste feestvreugde niet hoog is. De heer B o s m a n „Breng het ter spra- ke in de modeme vakbeweging, daar zal u wel andere hooren." De heer V e r k e r k „Daar heeft men geen melk mede voor de zuigelingen." I De heer Westerhof„Er is een te- kort aan opvoeding door de bourgeoisie, wel een verfijnde degeneratie in de hoogere klas- sen. De arbeidersmenschen, die nooit iets hebben, bezweken voor het klatergoud. Dit mag men hen niet kwalijk nemcn." Mr. Leesberg: „De natuur ging bo ven de leer." De heer Westerhof: „U als anti-re- volutionnair kan niet beweren, dat de men- schelijke waardigtocid dien dag is hoog ge- hoogere ambtenaren het percentage tn ver- hoogingen niet kleiner wordt dan voor de arbeiders. Doet men dit niet, dan drukt men de toestanden naar beneden. De vrees, dat de hoogere dan weg zouden gaan betwijfelde sprelcer. Zij genieten goede loonen en op jon- ge leeftijd reeds pensioen. Uit de hooger ge- salarieerde intellectueelen komen zij, die meer voelen voor het dienen van het alge meen belang, dan voor een particulier be- drijl, dat vandaag groot en morgen klein is Voorzichtigheid in het opdrijven van de sa- larissen van de hoogere ambtenaren oor deelde spr. noodig. Het weinig bijeen roe- pen van den Raad onderwierp spr. aan cri- tiek. Alle leden zijn meer dan moe om zulke overladen agenda's af te werken. Eens per 3 weken dient de Raad minstens bijeen te ko men. Vroeger is dit nooit zoo geweest. Het is een gevolg van het nieuwe belcid. Het colle ge beschouwt den Raad blijkbaar als hinder- nissen, die genomen moeten worden, tenzij de dictatoriale neigingen Lenin en Trotsky aangewreven, B. en W. gemfecteerd hebben. Spr. laakte het in wethouder Leesberg, dat hij tijdens zijn betoog zit te lezen. Mr. Leesberg zou de opmcrkingen wel beantwoorden, doch aanvaaiddle de aanmer- king niet. De heer Westerhof betoogde vooris, dat de vereenigingswoningbouw niet den steun van den wethouder van publieke wer ken heeft die noodig is. Niets is minder waar dan dat men spoedig door den wo- ningnood heen is Er zijn toestanden die ten hemel schreien. Het getal van mcnschen, die een woning zoeken omdat zij willen trouwen is alleen reeds 200. Voor het volgend jaar zullen er ook zeker 200 noodig zijn. Er wer ken hier veel menachen die buiten wonen en veel grooter dan het getal dat hier woont en edders werkt. De groei van de gemeente is dan ook zeer klein. Spr. becriticcerde de cij- fers van B. en W., die z. i. bewijzen, dat zij twijfelen aan den groei van de stad. De heeren Hoogestraeten kochten voor hun bedrijf reeds vole woningen op en voor de te- genwoordige bewoners moeten er op den duur woningen komen. 200 krotwoningen dienen ook eindelijk eens te worden opge- ruimd. Mr. L e e s b e r.g .In Amsterdam, met een wethouder van uw fractie, is het nog er- ger." wel werd Deureera". spr. gi toog voort en betwijfelde of het college zoo veel had gedaan ter afdoening van het wo- ningvraagstuk. Mr. Leesberg zou met bekwa men spoed de schoolbioscoop ter hand ne- men. Men wacht reeds een jaar. Jaren wacht men op de school voor achterlijke kinderen. Z. i. heeft het college niets uit zichzelf ge daan. Het is niets dan een zaken college. De salarissen van de wethoudiere zijn verdub- beld. Reeds is besproken ze weer te verhoo- gen en ook is hun pensioneering door ten lid naar voren gebracht. De fractie is daar niet tegen, mits de werkprestatie toeneemt en sinds de laatste verhooging kan daarvan niet worden gesproken. Het betoog van B. en W. door Henri Ardell. Naar het Fraasch. 14) „Er wordt Venneld dat Le Goonce vanmor- gen zijn betalimgen heeft gestaakt en_." „Op de vlucht is ,,Mlaar dat is onmogelijk!" zei de dokter, zijn lange, magere gestaite verheffende, als- of hij den adem wild'e opvangen, die hem in den steeik Het. „Dat is onmogelijlkEen zoo betrouwbaar huisDe kapitein schudde het hoofd. „Neen, zoo heel betroubaar niet Denk a?n de gerudiiten d;e geloopen hebben over zijn sol'id iteit, eenige maanden geleden reeds. Wij hebben er nog samen over gepraat." „Ja, dat is waar, wij n<5>ben er over ge praat," herhaalde mijniheer Mofgane op zrulk een' vreemden toon(, d'aii de kapitein plotseling ontsteld door on rust vroeg: „M)organe, had je geld uitstaan bij Le Goonce?" ,,Ik bad daar alles of bijna alles uitstaan, wat het kleine fortuimtje van Arlette uitmaakt, het geld dat haar van haar moeder oekomt en allies wat ilk voor haar heb 'kunnen opsparenAlles, hoont ge? De itoon waanop de dokter sprak was zoo grievend, dat mijniheer Malouzec als bij inge- ving antwoordde „M|organe, maak je niet zoo ongerust over een tijding: die misschien wel onwaar is, of ten miinste zeer overdreven." „Gnwaarl Laat mij de courant zien." Hij las cemige regis en wierp die courant weer op tafel1. „Hoe zou He kunnen twijfelen bij al die zoo nauwkeurige bijzonderheden. Waarechijtelijk tgt er thuit al een telegram waariajJe ram] valt, valt ook het haantje." Spr. vroeg voorts of de Raad de voorstel len van de fractie onbevooroordeeld wil be- zien of in het teeken -wil staan van alien te gen rood. Van het college wenscht spreker daarop antwoord. De entreerede van den voorzitter gewaagde van het roer om in verband met de vermeerdering van het aantal soc.-dem. leden, doch spr. constateerde dat deze het roer in de richting van de reactie had ge- draaid. Inzake de salarissen betoogde spr., dat de schare in overheidsdienst steeds toeneemt. Het kan nooit beter worden wannecr voor de Malouzec, is mijn kind) even arm als het arm ste straatkind) van Douveraenez. Begrijp je, precies even arm!Als ik morgen kwam te sterven, zoo aanstonds, zooals mijn leven steeds wordt bedreigd, zou zij geen andere huilpbrom hebben dan de liefdad'igbeid van haar stieffimoeder. En dat is mijn schuld, o God1 T' „Jouw schuld?" vroeg juffrouw Catherine met zuilk een betrokken gezidit dat ze wel een zeer oude vrouw leek. „Ja, door mijn schuld. Ik herinner mij nu dat Malouzec mij; gewaarschuwd heeft voor de geruchiten die in omloop waren omtrent de bank Le Goonce. En ilk, inplaats van te in- fbrmeeren, te handelen', zoo noodiig mij te ver- anderen in een man van zaken. ik heb mij als een doxnioor laten meesleepen door mijn da- gelijlksdie bezighed'en. Ik ben zooveel moge- lijk gewacht, altijd vervolgdi door die eeuwig- diurmde geddchteweiiken voor de toekomst van Arlette, die ik verzekeren wilde, daar rnijln andere kinderen het fortuin hebben van hun moeder. En het resultaat :s dat ik haar alles laat venliezen wat zij bezat! We'k een f ataliteit druikt er toch op mijWelk 'n vlo^k Hij zweeg, met gebroken stem. Een be- nauwdhedd zooals hij ze reeds kende, kneep zijm hart toe en veroorzaakte hem pijnen. En oen stilte bezwaard door gedachten, vervulae -og m«4gadiMld Op dit het vertrek waarin' de hooge vlammen van het haardvuur een vroolijk licht verspreidden, De kapitein, ontsteld als hij was, dacht na: het hart van dlen trouwen vriend was hevig ont- roerdla Maar Catherine zag den dokter aan, die stilzwijigendl steeds bleef staan, met een ge- zicht zoozeer vcrtrokken van leed, dat zij er verschrikt van was. Zij; had hem' veel liever hooren klagen, zich zelf beschuldigen, uit- bareiten in biittere of heftige woorden, dan hem zoo te zien staan', zonder een woord te spre ken, in zich' zelf de wand van dies aieuwen slag epsluitende. Do veraudaning van rijn ga- „HET WITTE HUIS". KLEEDING OP MAAT. H. S. CL0ECK. De heer Westerhof: ,^en wereld- stad is iets anders en Wibaut erkent den wo- ningnood. Hetgeen „Ons Blad" hier over de ontstellenden woningnood en de krotwonin gen aan het licht bracht, moest voor het col lege een prikkel zijn om niet stil te zitten. Als de huizen van „Rochdale" klaar zullen zijn en ook de middenstandswoningen, zijn er nog 400 woningen tekort. Er zullen ze ker nog 1000 woningen gebouwd moeten worden. Spr. herinnerde aan de met algemeene stemmen aangenomen motie van het vorig jaar, waar in 'n omlijnd plan werd verzocht ter afdoening van den woningnood en be- sprak de thans ingediende motie, waarin te kennen wordt gegeven, dat de Raad meent, dat de moties behooren te worden uitgevoerd. Het antwoord van B. en W. noemde spr. daarop verwonderlijk en voor den gek hou- derij. Een welomliind plan noemde spr. het plan Wibaut voor Amsterdam. B. en W. die nen aan te geven waar ze woningen willen hebben. B. en W. verdedigde nader de mot'e. B. en W. dienen te zeggen dat ze de motie niet kunnen uitvoeren. De Raad kan dan een motie van afkeuring stellen opdat de wethou- ders aftreden. De Raad kan het ook met B. en W. eens zijn, dat de motie onuitvoerbaar was. Dat het college de motie zonder meer naast zich neergelegde, gaat niet op. Beter is het dan maar te zeggen: „De Staat ben ik." De Raad weet dan waaraan hij zich moet houden. Men is hier aan de tafel van B. en W. slechts vlug met mooie woorden. E>e nieuwe wet zal niet veel licht brengen. Er staan nu 58 woningen leeg. Deze zullen nu wel spoedig bewoond zijn. In de practijk zal de nieuwe wet weinig lucht brengen. De frac tie zal nimmer meer voor de semi-permanente woningen stemmen', als aan den Tienenwal zijn geplaatst. Mevr. Au kes had daar een ander oordeel over. De heer Westerhof noemde ze een la'atstrekken was zoo merkbaar, dat een vraag de lippen van juffrouw Malouzec ontsnapte „Yves, heb je pijn?" „JaE)at is m'eis. Ik vraag mij af of het niet beter is dadelijk naar Quimper te gaan om te trachtan te weten te komen ffWat? Op dit late uur zou je niets verae- mcn. Van wien zou je nauwkeurige imlichtin- .tingen kunnen krijgen? Daanenboven, er is geen itrein meer voor van avond. Wacht tot morgen WachtenEen avond doarbrengen, een nacht met die onzekerheid in de ziel? Zal ik dat ooit kunnen Achvennexnen wait er van waar is! Ikzal telegrafeeran naar Quimper. Over eenige uren op zijn miinst zal ik ant woord hebbenIk zal weten Hij nam de courant weer op en las met koorisachtige ijver het telegram over, dat meedoogenloos d'e bijzonderheden van de ramp vennddde, de catastrope reeds in haar geheel openbaande, djfers opgaf die er den omvang van bewezen. Waarom te volharden in zijn twijfel? De ramp was volledig. Indien het ongeluk hem alleen getnoffen had!, hoeveel gemakikelijker zou het te dragen zijn. Mlaar't was zajn Arlette die was gebnoffen, het was voor haar dat de toekomst dreigde zwaar te wordto, zooals het leven- meedoogenloos is voor de anrnenzij was het, het lieve vroolij- ke schepselitje, dat weldra behoeftigheid zou kennen, de misere van een afhankeHJken toe stand, de bitterheidi zijn eigen broodi :te moe' ten verdienen. In een oogenblik besefte de dokter dit alles ten voile, het was of een doodelijke angst hem geheel en al deed samenkrimpen, terwijl een wanhopige smeekbede kermde in zijn hart „Leven, mijlni God In leven bhjven! Lan- gen tijd leven- voor haar Met een stem schor van aandioening sprak de kapitein1 „Micrgajmi, mijn oude kamarand, alt ik in t«a van dianat taan eiK w*at wal, ei**- somber oord van ellende. Het schijnt zoo te zijn geweest: ,hoe kan het het slecbtst gaan". De heer Ringers: „De Schoonheida- commissie heeft het toch goedgekeurd." De heer Westerhof: „Ja, net als den winkel achter de Vischmarkt, waar men de pilaren ziet, maar den winkel moet zoeken." De heer Covers „Voor die Schoon- heidscommissie heb ik niet veel respect." De heer V e r k e r k „Je moet naar Ber gen." (Gelach). De heer Westerhof noemde de uitvoe- ring van het productieve werk droevig en be- riep zich op het ingezonden stuk van den heer van Doom in de Alkmaarsche Courant. De heer C1 o e c k „Wij, moeten voor- zichtig zijn met de credieten maar zoo te ver- leenen. Hadt mij maar niet alleen laten staan." De heer Westerhof zou voorzichtiger worden en betoogde niet te begrijpen waar om de ophooging van het terrein van „Roch- dale" niet door werkverschaffing kan ge- schieden. De heer B o s m a n „Dat zijn wij van Vos gewoon. Met „Goed Wonen" duurde het 18 maanden." De heer Westerhof verdedigde nog- maals zijn motie en verwachtte, dat ieder lid voor de motie van de fractie zou stemmen, los van de todichting. Op grond van de socialisatiegedachte ver- klaarde spr. dat de fractie primcipieel niet tegen winst uit de bedrijven zou zijn, doch wel van meening was, dat men er zoo lang mogeliik af moet blijven. Spr. vertrouwde er op, dat het voorstel inzake de gelden der gas- fabriek wel door Mr. Bosnian zou worden verdedigd. Spr. besprak de demping van de Kooltuin en wees er op, dat er een ster in de raad was gekomen als schoonheidsspedaliteit in den vi rm van den burgemeester, die met de an dere schoonheidsspedaliteit den heer v. d. Btsch van meening venschilde wat hoopvol was. De nuttdgheid aan de demping verbonden stelde spr. duidelijk in het licht. Ook de dem ping van een deel van de Sanderasloof, dat geen polderbelang met zich medebrengt, wil spr. dempen. De heer Covers: Dat deel door u be- doelt kan niet dicht. Het staat in verband met polderbelangen. De heer V e r k e r kDan gooien wij het andere ded dicht. Dempen zullen wij. (Gelach). De heer Westerhof stelde in het licht dat de Zandersloot aan de Nieuwpoortslaan een stinkboel is en gipste het antwoord van B. en W., dat een zooveel mogelijke schoon- houding toezegt. Spr. stelde hierop de mode's inzake het lang uitblijven van de prae-ad- viezen en de wenscheiijkiieid van controle der boekhouding en van de bedrijven. Voorts verdedigde spr. de aanstclling van een schoolverpleegster. Ook de wenschelij'kheid van het hebben van raadsleden in vereenigingen die subsi dies van de gemeente ontvangen stelde spr. in het licht. Spr. verdedigde voorts de door de fractie ingediende motie C, inzake de progressie bij de belastingen. De verruiining van pCt. door de nieuwe gemeentewet mogelijk ge- worden wilde spr. toepassen, vandaar de mo tie. Spr. hoopite, dat het antwoord van B. en W. bevredigend zal zijn en gaf te kennen, dat een starre atwijzing niet goed is in het ge- meentebelang en sprak in dat geval de wensch uit, dat dan de raad zal bewijzen er beter over te denken. De heer v. 't Veer laakte de botte afwijzing van de voorstellen der fractie door B. en W. Zuinig beheer was noodig maar niet een zuinigheid die de wijsheid bedriegt. Het vorig jaar wilde spr. reclame maken vi or Alkmaar als plaats van vestiging. Niets gedaan. Ook niet inzake duurtebestrijding. Ook de politieuitgaven sltijgen. 105000 betaalt men hiervoor. Spr. wees op de dure recherche en meent gezien te hebben dat daar een kentering in komt Het is echter niet voldoende. Ten dienste van de kermis zijn 1100 over men gemaakt, die kosttt 2000 en spr. weet niet, dat dit noodig was bij goed beleid. De paradetent op de Nieuwesloot was aller on gelukkigst geplaatst Spr. wees op het politie optreden noodig door het verkeerd plaatsen van tenten en op het groote politievertoon bij de wedstrijden in het Sportpark. De schouwburgtent op het Kerkplein was slecht gebouwd en gevaarlijk. Bij een paniek zijn de gevolgen niet te overzien. Spr. be- waar, dat ik geheel tot je diienst ben en dat ji niiji groot genoegen zal dtoen, een van d* grootste genoegens die ik nog kan ondervin- den, als je gebruik van mij maakt zooveel je kuntCatherine en ik hebben Ariette altijd beschouwd! ,af zij zoo wat aan ons toebehoorde, en wij] houden van haar als van ons eigen kind1!" „iDat weet ik wel, vriend, en ik dank je dat je bet mij) nog eens herhaait Maar op dit oogenblik staat .ge machteloos evenals ik te- genover dit nieuwe angelut, indien het waar- lijk zoo is. En daarvan moet ik mij gaan ver- verzekeren. Die onzekerheid is een kwelling De twee mannen omvatten elkauder in een stevige omhelzing, zonder dat de kapitein er een woord meer bijvoegde. Hij wist zeker dat Morgane en hij' elkaar begrepen, want zij geloofden in elkauder. 'De dokter ging met juffrouw Malouzec dte kamer uit. 'In't aangrenzende vertrek bleef hij een ooj wiilskra lichamelijk, In een opwelling stak de oude dame hem haar beide hande© toe. Hun oogen ontmoette elkan- der en zij stonden vol' tranen. Met doife stem fluisterde de dokter: „WiLt ge wel gelooveo, Catherine, dat ik mij nog niet kan venbeelden dat de ramp edit waar is? Het is of alles een booze droom is en ik zoo aanstonds zal ontwaken en de tij ding ontvangen, dat ik mij heb laten ver schrikken als een kind1 Wat zult ge mij zwak vinden ,Zwakarme vriendAich, als anze onge- lukikige wenschen iets beteekenden1, wat zou ik dan graag die nieuwe beproeving van je schoudere afnemcu en op de mijne nemen Yves!" .,0, een verschrikkdijke beproeving! Ach, als ik nog maar zeker was den tijd' te hebben' wi.a.BTi Heb, te heretel- sprak het rapport van de commissie van toe zicht op bet L. O. Er komen veel klachten in voor, die de aandacht van den wethouder van onderwijs verdienen. In dteze is overleg tusschen de wethoudere van publieke werken en van onderwijs noodig. De cijfers over de gezondheidstoestand zag spreker gaarne gespecificeerd naar de wel- stand van de bevolking. Spr. infomieerde naar de pensioenen van de overbodig geworden brandgasten. Ook de ophaaldienet noopte spr. ittlkhtin- gen tie vragen. Het uitblijven van het advies over de melk- centrale had spr. afkeuring. Spr. besprak verder de afwerking van de huizen van Volkshuisvesting. Spr. kwam hierop aan den bouw van Roch dale en herinnerde er aan, dat in October 1920 een half jaar na de aanvrage de toe- zegging voor den grond kwam. In December Meek, dat de minister de ren- tevoet met 1 pet. had verhoogd. Dit was niet te voorzien maar de plannen vielen in dui- gen tengevolge van de stagnate bij publieke werken. Mr. Leesberg ontkent dit. De heer v. 't Veer deelde mede, dat 7 weken na het raadsbesluit tot ophooging van het terrein door werklooze arbeiders, er nog niets gedaan is. Spr. vind deze houding abso- luut verkeerd. De weigering van het Doelenveld aan de jongeliedenvereeniging „De Zaaier" gipste sor. als een meten met twee maten. De zaak der Bolsjewieken is spr. niet sympathiek doch men dient het vrije woord hoog te houden. Spr. besprak hierop de leuze van opvoe- ring der productie, aoor de bourgeois aan- gaheven welke leuze door den voorzitter werd verdedigd. Spr. vroeg wat de voorzitter nu zegt van die zelfde bourgeois die nu de ar beiders op straat werpen. Er is reden tot morren en men diende daarom het vrije woord niet te knakken. Spr betoogde voorts, dat de burgerwachtera mid densltan'dere de bolsjewieken zijn. Spr. her innerde aan de actie tegen de navorderings belasting en deed uitkomen, dat de burger wachtera middenstanders naar het stadhuis wilden demonstreeren.- Spr. huldigde de heer Schierbeek die het goed had ingepikt. Dat er veel betaald moet worden komt door den oorlog een gevolg van het kapitalisme. Van liefde over de wereld is geen sprake en de menschen die daarvoor verantwoordelijk zijn, wijzen ons af als opvoeders voor de wee- zen. Spr. wil samenwerking, maar vraagt dan ook meer waardeering voor de sociaal- democraten. De heer Ringers vond in de bouw- verordening geen enkel woord, die aan de sahoonheidscommissie het redit geeft te eischen, dat de oude gevels zooveel mogelijk behouden blijven, met het gevolg, dat men iets heeft gekregen als achter de vischmarkt, wat allerdroevigst is. Spr. deed uitkomen waarom de aanvragers zich bij de eischen van de commissie neerleg- gen en verklaarde gaarne te zien, dat aan aanvragers buiten den raad een beroep op an deren werd teegestaan ten bespoediging van de werkzaamheden. Spr. verzocht ook verplaatsing van de ba- rak aan den Westerweg en het beschikbaar stellen van dien grond voor de particuHere woningbouw. Het woord was hierop aan B. en W. voor de beantwoording. Van half zes tot half acht werd gepauzeerd om het las Most iit doa ianiaaid' aedeiv „HET WITTE HUIS". KINDERKLEEDING. H. S. CL0ECK. A vorutvergadering. De voorzitter had af en rie het gevoel ge had of hij op het beklaagdebankje zat Weinig woorden van waardeering en een groot aantal grieven. Thuis heeft spr. kun nen bedenken dat het niet zoo erg was als het leek. De grieven waren drieerlei. Ten le tegen de te laten indiening, ten 2e tegen de bewoordingen waarin't college den financiee len toestand in de stukken voorstelde en ten 3e de behandeling van den woningnood. Spr. neemt de beantwoording van de te late indiening op zich. Dit zit hem hierin om dat tot stand gebracht is de afzonderlijke be- drijfsbegrooting voor publieke werken een factor van groot belang voor het samenstel- len van de begrooting en van grooter om vang als gedadht was. Dit gaf maanden ver- traging. zekerr van den volgenden1 dagP' Een oogenblik trok het gelaat van juffrouw Molouzec samen „Yves, waarom wil je zoo hardnekkig ver- 'bergen dat je lijdt? Waarom heb je jezelf niet zorgvuLdig verzorgd, zooals je behoorde te doen?" „Ik heb mij zClf behandeld maar als me- d'eus kan ik mij zelf geen illusies maken. Ik zal nooit genezen. Alle wetenschap der we reld venrnag er niets tegen. Ik ben niets meer dan een arm vensieten menschelijk werktuig, mijn hart is zoozeer aangedaam, dat mijn maanden, mijn dagen missdrien geteld zijin." Hij sprak met wanhoopige kalmte. hartver- scheurender om aan te hooren dan klachten; en de onverbiddelijke overtuiging die in hem was werd' ook voor haar wreede zekerheid en veroorzaakte een hevige smart, die haar dloor de ziel sneed. „Ik zeg dat tegen je alleen, Catherine, om dat we zulke oude vrienrien zijn en' ik volko- men vertrouwen in je heh. En dan, er zijn oogen'Miikken waarin de kracht je begeeft om zijn ellende niet uit te schreeuwen, wanneer men zeker is aangehoond te worden. Maar op 't oogenblik moet miemamd lets weten' van de bckentenis die ik je gedaan heb. Waar zou het toe dienen als ze alien wisten dat ik ter dood veroondeeld ben Je gelooft het mij, niet- waar Catherine?" Emstig zei! ze met trillendte lippen „Ik bdoof het je, Yves. Maar ik geloof vast, dat je den toestand van je eigen gezondheid' slecht beoordedt, omd'at je onrust omtrent Ar. lette je doorzicht van gewoonlijk belemmet. Wat er ook gebeurde, ik geloof je evenals mijn brocr gezegd heeft, dat Arle ons kind zal wezen. Wees vezekerd dat wij haar nooit andere zullen beschouwen. Ik hoop, dat die gedachte je verdriiet zoo mogelijk wat minder zwaar zal fEat&i wwolcid).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5