Alkmaarsche Courant
VERGADERING
van den Gemeenteraad
Yrjjdag 4 Maarl
op Donderdag 3 Maart.
Feuilleton.
K». 53. 1921-
Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang.
De heer Oovers laakte het, dat aan een
gemeent egeb ouw eerst geschilderd werd en
daaraa de geschilderde goot werd weggeno-
men om er een nieuwe te plaatsen.
De werkplaats op den hoek van de Mient
en Vischmarkt getuigde van een treurige op-
iKittinor van de taak door de Schoonneios-
„Kijk naar Bergen".
vatting van
commissie.
De heer B o s m a n
(Gelach). 0 m
De heer G o v e r s hoopte, dat B. en W. er
rekening m€d€ zullen houden bij het makcn.
van plannen voor werkplaatsen.
De heer Wester ho! sprak namens de
fractie en deed uitkomen, dat de geheele frac-
tie de door hem naar voren gebracbte punten
voorstond.
De buitenspong late indiening en behan-
deling van de begrooting oordeelde spr. on-
toelaatbaar. De fractie heeft nu geen vertrou-
wen meer, dat het beter zal worden. Men is r^w,
nu volgens de Gemeentewet een half jaar te Noordhollandsch Dagolad met den onderti-
is nieta dan een aanvoering van mivere reac-
tie.
Spr. motiveerde deze meening op grond
van de memorie van antwoord. Hieruit sprak
de wil om den stilstarid van het moeras te
doen heerschen. Gepaste zuinigheid wil de
fractie steunen, maar het systeem om alles af
te wijzen kan niet worden volgehouden.
Voor de gehoorzaal en de zwernschool
had spr. gaarae gezien, dat de Raad het vo
rig jaar zelf een commissie had benoemd.
Dai de toestand financied zoo treurig is,
betreurde spr. mede op grond van het inter
view van Noorderkwartier met den heer J. de
Lange C.Jz.
Ook de speech van den burgemeester tot
de koningin werd in dit opzicnt door spr.
aangehaald. Daar heette den toestand van de
gemeente volstrekt niet alarmeerend.
Spr. betoogde. dat B. en W. nu spreken
van 31000 onmbaar uit den H. O. en de
vorige maal aansluiten van 1 millioen min
der opbrengst uit den H. O. tengevolge van
de crisis.
De Voorzitter: „De 31000 onin-
baar zijn voor 1920."
De heer Westerhof „Dan heb ik mij
vergist." (Gelach).
De heer Westerhof: „Het gelach be-
wijst hoe weinig het voorkomt dat ik mij
veigis."
Spr. ging voort waarom men niet kan
spreken van den sJechten financieelen toe
stand van Alkmaar. In Utrecht is de belas-
tingdruk hooger. Alkmaar is slecbts weini
boven het gemiddelde percentage. Zelfe h<
laat.
Het aantal ambtenaren is vrij sterk ver-
groot. Men heeft nu qok een commies-redac-
teur,
Spreker vemam gaame de oorzaak van de
late indiening en verwacht de toczcgging dat
het't volgend jaar beter zal worden.
Het werkprogram van B. en W. werd door
spr. mede besproken.
Spr. vroeg met welk recht B. en W. een
zelfstandig program de voorkeur willen ver-
leenen. De geheele Raad diende zlch daaite-
gen te verzetten. Geen lid van den Raad heeft
deze punten voorrang willen geven. Het col
lege denkt blijkbaar, dat zij aan het hoofd
van de gemeente staat en spr. betwist dit op
frond van de Gemeentewet en verwees naar
art. 134 dier wet.
zeen
voorrang geven aan punten van een door
haar gekozen program en temeer niet waar
hier belangrijke voorstellen langer dan een
jaar op praeadvies blijven wachten.
Wat B. en W. ooder bekwamen spoed ver-
staan is verwonderlijk. (Gelach).
Als zij het geen algemeen belang achten,
dan laat men de zaken liggen. Het prestige
van B. en W. wordt niet gebaat bij het lang
uitblijven over de meest eenvoudige zaken.
Reeds 8 maanden wacht men op het voor-
stel adhaesie te betuigen met het wetsont-
werp voor plaatselijke keuze.
Spr. onderwierp verder hetgeen B. en W.
over de salarisherzieningen beweerden, aan
een uitvoerige beschouwing. B. en W. hebben
er niet zooveel werk aan gehad. Er was een
salariscommissie, waarvan de wethouder
Sluis voorzitter was, die daar niets meer
deed dan de andere raadsleden. Het betrof
hier dus geen stuk van het werkprogram van
B. en W.
Spr. ging met zijn beschouwing verder
voort.
De Voorzitter: „Het zit hem niet in
het college, maar in de ambtenaren, die niet
meer konden doen."
De heer Westerhof„Het college is houden."
niet overbelast geweest" j Mr. Sluis: ,,Uitwassen heeft men bij
De Voorzitter: „Dat beweren wij j nationale feesten altijd."
ook niet." De heer Westerhof betoogde verder
De heer Westerhof: „Ik zou de ste- waarom de S. D. A. P. geen strijd tegen het
nogrammen kunnen voorlezen waarin dit j, koningschap voert. De strijd gaat tegen de
werd beweerd". Spr. ging met zijn be- maatschappij van heden en als de toren
tel ,.Ons Blad" is van meening, dat het in
in Alkmaar met alles geen stilstand kan
zijn.
Spr. betoogde nog de wenschelijkbeid, dat
het Rijk de belastingzaken regelt
Over de positie van de fractie in den
Raad betoogde spreker, dat men de fractie
steeds kwalijk nam als ze eens scherper was
dan anderen. Steeds steunde de fractie dat-
;ene wat beter was als bet bereiikt kon wor-
en. Nooit verwierp de fractie d'atgene wat
goed was uit kleine overwegingen. Spr. be
treurde het, dat de andere kant dit met voor
stellen van de fractie wfel deed. Het moet er
niet om gaan wie het voorstelt. Wij consta-
teeren dat de burgerlijke groepen zich naar
den starren behoudershoek laten drijven. De
begrooting is daar het bewijs vaa De heer
Thomsen kan niet aantoonen dat wat wij
vroegen, niet te dragen zou zijn door de ge-
meente-financien. Als dit niet kan, waar dan
de moed vandaan gehaald om 5000 uit te
trekken voor een dag.
De heer B o s m a n „Toch lol gehad."
(Gelach).
De heer Westerhof: „Lol en geen
melk voor de zuigelingen van de armste Gil
ders. Wie heeft gezien wat er gebeurde, die
mag constateeren, dat het pel van de gepaste
feestvreugde niet hoog is.
De heer B o s m a n „Breng het ter spra-
ke in de modeme vakbeweging, daar zal u
wel andere hooren."
De heer V e r k e r k „Daar heeft men
geen melk mede voor de zuigelingen."
I De heer Westerhof„Er is een te-
kort aan opvoeding door de bourgeoisie, wel
een verfijnde degeneratie in de hoogere klas-
sen. De arbeidersmenschen, die nooit iets
hebben, bezweken voor het klatergoud. Dit
mag men hen niet kwalijk nemcn."
Mr. Leesberg: „De natuur ging bo
ven de leer."
De heer Westerhof: „U als anti-re-
volutionnair kan niet beweren, dat de men-
schelijke waardigtocid dien dag is hoog ge-
hoogere ambtenaren het percentage tn ver-
hoogingen niet kleiner wordt dan voor de
arbeiders. Doet men dit niet, dan drukt men
de toestanden naar beneden. De vrees, dat de
hoogere dan weg zouden gaan betwijfelde
sprelcer. Zij genieten goede loonen en op jon-
ge leeftijd reeds pensioen. Uit de hooger ge-
salarieerde intellectueelen komen zij, die
meer voelen voor het dienen van het alge
meen belang, dan voor een particulier be-
drijl, dat vandaag groot en morgen klein is
Voorzichtigheid in het opdrijven van de sa-
larissen van de hoogere ambtenaren oor
deelde spr. noodig. Het weinig bijeen roe-
pen van den Raad onderwierp spr. aan cri-
tiek. Alle leden zijn meer dan moe om zulke
overladen agenda's af te werken. Eens per 3
weken dient de Raad minstens bijeen te ko
men. Vroeger is dit nooit zoo geweest. Het is
een gevolg van het nieuwe belcid. Het colle
ge beschouwt den Raad blijkbaar als hinder-
nissen, die genomen moeten worden, tenzij
de dictatoriale neigingen Lenin en Trotsky
aangewreven, B. en W. gemfecteerd hebben.
Spr. laakte het in wethouder Leesberg, dat
hij tijdens zijn betoog zit te lezen.
Mr. Leesberg zou de opmcrkingen wel
beantwoorden, doch aanvaaiddle de aanmer-
king niet.
De heer Westerhof betoogde vooris,
dat de vereenigingswoningbouw niet den
steun van den wethouder van publieke wer
ken heeft die noodig is. Niets is minder
waar dan dat men spoedig door den wo-
ningnood heen is Er zijn toestanden die ten
hemel schreien. Het getal van mcnschen, die
een woning zoeken omdat zij willen trouwen
is alleen reeds 200. Voor het volgend jaar
zullen er ook zeker 200 noodig zijn. Er wer
ken hier veel menachen die buiten wonen en
veel grooter dan het getal dat hier woont en
edders werkt. De groei van de gemeente is
dan ook zeer klein. Spr. becriticcerde de cij-
fers van B. en W., die z. i. bewijzen, dat zij
twijfelen aan den groei van de stad.
De heeren Hoogestraeten kochten voor hun
bedrijf reeds vole woningen op en voor de te-
genwoordige bewoners moeten er op den
duur woningen komen. 200 krotwoningen
dienen ook eindelijk eens te worden opge-
ruimd.
Mr. L e e s b e r.g .In Amsterdam, met
een wethouder van uw fractie, is het nog er-
ger."
wel werd Deureera". spr. gi
toog voort en betwijfelde of het college zoo
veel had gedaan ter afdoening van het wo-
ningvraagstuk. Mr. Leesberg zou met bekwa
men spoed de schoolbioscoop ter hand ne-
men. Men wacht reeds een jaar. Jaren wacht
men op de school voor achterlijke kinderen.
Z. i. heeft het college niets uit zichzelf ge
daan. Het is niets dan een zaken college. De
salarissen van de wethoudiere zijn verdub-
beld. Reeds is besproken ze weer te verhoo-
gen en ook is hun pensioneering door ten
lid naar voren gebracht. De fractie is daar
niet tegen, mits de werkprestatie toeneemt en
sinds de laatste verhooging kan daarvan niet
worden gesproken. Het betoog van B. en W.
door Henri Ardell. Naar het Fraasch.
14)
„Er wordt Venneld dat Le Goonce vanmor-
gen zijn betalimgen heeft gestaakt en_."
„Op de vlucht is
,,Mlaar dat is onmogelijk!" zei de dokter,
zijn lange, magere gestaite verheffende, als-
of hij den adem wild'e opvangen, die hem in
den steeik Het. „Dat is onmogelijlkEen zoo
betrouwbaar huisDe kapitein schudde het
hoofd.
„Neen, zoo heel betroubaar niet Denk a?n
de gerudiiten d;e geloopen hebben over zijn
sol'id iteit, eenige maanden geleden reeds. Wij
hebben er nog samen over gepraat."
„Ja, dat is waar, wij n<5>ben er over ge
praat," herhaalde mijniheer Mofgane op zrulk
een' vreemden toon(, d'aii de kapitein plotseling
ontsteld door on rust vroeg:
„M)organe, had je geld uitstaan bij Le
Goonce?" ,,Ik bad daar alles of bijna alles
uitstaan, wat het kleine fortuimtje van Arlette
uitmaakt, het geld dat haar van haar moeder
oekomt en allies wat ilk voor haar heb 'kunnen
opsparenAlles, hoont ge?
De itoon waanop de dokter sprak was zoo
grievend, dat mijniheer Malouzec als bij inge-
ving antwoordde
„M|organe, maak je niet zoo ongerust over
een tijding: die misschien wel onwaar is, of ten
miinste zeer overdreven."
„Gnwaarl Laat mij de courant zien."
Hij las cemige regis en wierp die courant
weer op tafel1.
„Hoe zou He kunnen twijfelen bij al die zoo
nauwkeurige bijzonderheden. Waarechijtelijk
tgt er thuit al een telegram waariajJe ram]
valt, valt ook het haantje."
Spr. vroeg voorts of de Raad de voorstel
len van de fractie onbevooroordeeld wil be-
zien of in het teeken -wil staan van alien te
gen rood.
Van het college wenscht spreker daarop
antwoord. De entreerede van den voorzitter
gewaagde van het roer om in verband met
de vermeerdering van het aantal soc.-dem.
leden, doch spr. constateerde dat deze het
roer in de richting van de reactie had ge-
draaid.
Inzake de salarissen betoogde spr., dat de
schare in overheidsdienst steeds toeneemt.
Het kan nooit beter worden wannecr voor de
Malouzec, is mijn kind) even arm als het arm
ste straatkind) van Douveraenez. Begrijp je,
precies even arm!Als ik morgen kwam te
sterven, zoo aanstonds, zooals mijn leven
steeds wordt bedreigd, zou zij geen andere
huilpbrom hebben dan de liefdad'igbeid van
haar stieffimoeder. En dat is mijn schuld, o
God1 T'
„Jouw schuld?" vroeg juffrouw Catherine
met zuilk een betrokken gezidit dat ze wel een
zeer oude vrouw leek.
„Ja, door mijn schuld. Ik herinner mij nu
dat Malouzec mij; gewaarschuwd heeft voor
de geruchiten die in omloop waren omtrent
de bank Le Goonce. En ilk, inplaats van te in-
fbrmeeren, te handelen', zoo noodiig mij te ver-
anderen in een man van zaken. ik heb mij als
een doxnioor laten meesleepen door mijn da-
gelijlksdie bezighed'en. Ik ben zooveel moge-
lijk gewacht, altijd vervolgdi door die eeuwig-
diurmde geddchteweiiken voor de toekomst
van Arlette, die ik verzekeren wilde, daar
rnijln andere kinderen het fortuin hebben van
hun moeder. En het resultaat :s dat ik haar
alles laat venliezen wat zij bezat! We'k een
f ataliteit druikt er toch op mijWelk 'n vlo^k
Hij zweeg, met gebroken stem. Een be-
nauwdhedd zooals hij ze reeds kende, kneep
zijm hart toe en veroorzaakte hem pijnen. En
oen stilte bezwaard door gedachten, vervulae
-og m«4gadiMld
Op dit
het vertrek waarin' de hooge vlammen van het
haardvuur een vroolijk licht verspreidden, De
kapitein, ontsteld als hij was, dacht na: het
hart van dlen trouwen vriend was hevig ont-
roerdla
Maar Catherine zag den dokter aan, die
stilzwijigendl steeds bleef staan, met een ge-
zicht zoozeer vcrtrokken van leed, dat zij er
verschrikt van was. Zij; had hem' veel liever
hooren klagen, zich zelf beschuldigen, uit-
bareiten in biittere of heftige woorden, dan hem
zoo te zien staan', zonder een woord te spre
ken, in zich' zelf de wand van dies aieuwen
slag epsluitende. Do veraudaning van rijn ga-
„HET WITTE HUIS".
KLEEDING OP MAAT.
H. S. CL0ECK.
De heer Westerhof: ,^en wereld-
stad is iets anders en Wibaut erkent den wo-
ningnood. Hetgeen „Ons Blad" hier over de
ontstellenden woningnood en de krotwonin
gen aan het licht bracht, moest voor het col
lege een prikkel zijn om niet stil te zitten.
Als de huizen van „Rochdale" klaar zullen
zijn en ook de middenstandswoningen, zijn
er nog 400 woningen tekort. Er zullen ze
ker nog 1000 woningen gebouwd moeten
worden.
Spr. herinnerde aan de met algemeene
stemmen aangenomen motie van het vorig
jaar, waar in 'n omlijnd plan werd verzocht
ter afdoening van den woningnood en be-
sprak de thans ingediende motie, waarin te
kennen wordt gegeven, dat de Raad meent,
dat de moties behooren te worden uitgevoerd.
Het antwoord van B. en W. noemde spr.
daarop verwonderlijk en voor den gek hou-
derij. Een welomliind plan noemde spr. het
plan Wibaut voor Amsterdam. B. en W. die
nen aan te geven waar ze woningen willen
hebben. B. en W. verdedigde nader de mot'e.
B. en W. dienen te zeggen dat ze de motie
niet kunnen uitvoeren. De Raad kan dan een
motie van afkeuring stellen opdat de wethou-
ders aftreden. De Raad kan het ook met B.
en W. eens zijn, dat de motie onuitvoerbaar
was. Dat het college de motie zonder meer
naast zich neergelegde, gaat niet op. Beter is
het dan maar te zeggen: „De Staat ben ik."
De Raad weet dan waaraan hij zich moet
houden. Men is hier aan de tafel van B. en
W. slechts vlug met mooie woorden. E>e
nieuwe wet zal niet veel licht brengen. Er
staan nu 58 woningen leeg. Deze zullen nu
wel spoedig bewoond zijn. In de practijk zal
de nieuwe wet weinig lucht brengen. De frac
tie zal nimmer meer voor de semi-permanente
woningen stemmen', als aan den Tienenwal
zijn geplaatst.
Mevr. Au kes had daar een ander oordeel
over.
De heer Westerhof noemde ze een
la'atstrekken was zoo merkbaar, dat een vraag
de lippen van juffrouw Malouzec ontsnapte
„Yves, heb je pijn?"
„JaE)at is m'eis. Ik vraag mij af of
het niet beter is dadelijk naar Quimper te
gaan om te trachtan te weten te komen
ffWat? Op dit late uur zou je niets verae-
mcn. Van wien zou je nauwkeurige imlichtin-
.tingen kunnen krijgen? Daanenboven, er is
geen itrein meer voor van avond. Wacht tot
morgen
WachtenEen avond doarbrengen, een
nacht met die onzekerheid in de ziel? Zal ik
dat ooit kunnen Achvennexnen wait er van
waar is! Ikzal telegrafeeran naar Quimper.
Over eenige uren op zijn miinst zal ik ant
woord hebbenIk zal weten
Hij nam de courant weer op en las met
koorisachtige ijver het telegram over, dat
meedoogenloos d'e bijzonderheden van de
ramp vennddde, de catastrope reeds in haar
geheel openbaande, djfers opgaf die er den
omvang van bewezen. Waarom te volharden
in zijn twijfel? De ramp was volledig. Indien
het ongeluk hem alleen getnoffen had!, hoeveel
gemakikelijker zou het te dragen zijn. Mlaar't
was zajn Arlette die was gebnoffen, het was
voor haar dat de toekomst dreigde zwaar te
wordto, zooals het leven- meedoogenloos is
voor de anrnenzij was het, het lieve vroolij-
ke schepselitje, dat weldra behoeftigheid zou
kennen, de misere van een afhankeHJken toe
stand, de bitterheidi zijn eigen broodi :te moe'
ten verdienen.
In een oogenblik besefte de dokter dit alles
ten voile, het was of een doodelijke angst hem
geheel en al deed samenkrimpen, terwijl een
wanhopige smeekbede kermde in zijn hart
„Leven, mijlni God In leven bhjven! Lan-
gen tijd leven- voor haar
Met een stem schor van aandioening sprak
de kapitein1
„Micrgajmi, mijn oude kamarand, alt ik in
t«a van dianat taan eiK w*at wal, ei**-
somber oord van ellende. Het schijnt zoo te
zijn geweest: ,hoe kan het het slecbtst gaan".
De heer Ringers: „De Schoonheida-
commissie heeft het toch goedgekeurd."
De heer Westerhof: „Ja, net als den
winkel achter de Vischmarkt, waar men de
pilaren ziet, maar den winkel moet zoeken."
De heer Covers „Voor die Schoon-
heidscommissie heb ik niet veel respect."
De heer V e r k e r k „Je moet naar Ber
gen." (Gelach).
De heer Westerhof noemde de uitvoe-
ring van het productieve werk droevig en be-
riep zich op het ingezonden stuk van den
heer van Doom in de Alkmaarsche Courant.
De heer C1 o e c k „Wij, moeten voor-
zichtig zijn met de credieten maar zoo te ver-
leenen. Hadt mij maar niet alleen laten staan."
De heer Westerhof zou voorzichtiger
worden en betoogde niet te begrijpen waar
om de ophooging van het terrein van „Roch-
dale" niet door werkverschaffing kan ge-
schieden.
De heer B o s m a n „Dat zijn wij van
Vos gewoon. Met „Goed Wonen" duurde
het 18 maanden."
De heer Westerhof verdedigde nog-
maals zijn motie en verwachtte, dat ieder lid
voor de motie van de fractie zou stemmen,
los van de todichting.
Op grond van de socialisatiegedachte ver-
klaarde spr. dat de fractie primcipieel niet
tegen winst uit de bedrijven zou zijn, doch
wel van meening was, dat men er zoo lang
mogeliik af moet blijven. Spr. vertrouwde er
op, dat het voorstel inzake de gelden der gas-
fabriek wel door Mr. Bosnian zou worden
verdedigd.
Spr. besprak de demping van de Kooltuin
en wees er op, dat er een ster in de raad was
gekomen als schoonheidsspedaliteit in den
vi rm van den burgemeester, die met de an
dere schoonheidsspedaliteit den heer v. d.
Btsch van meening venschilde wat hoopvol
was.
De nuttdgheid aan de demping verbonden
stelde spr. duidelijk in het licht. Ook de dem
ping van een deel van de Sanderasloof, dat
geen polderbelang met zich medebrengt, wil
spr. dempen.
De heer Covers: Dat deel door u be-
doelt kan niet dicht. Het staat in verband
met polderbelangen.
De heer V e r k e r kDan gooien wij
het andere ded dicht. Dempen zullen wij.
(Gelach).
De heer Westerhof stelde in het licht
dat de Zandersloot aan de Nieuwpoortslaan
een stinkboel is en gipste het antwoord van
B. en W., dat een zooveel mogelijke schoon-
houding toezegt. Spr. stelde hierop de mode's
inzake het lang uitblijven van de prae-ad-
viezen en de wenscheiijkiieid van controle
der boekhouding en van de bedrijven. Voorts
verdedigde spr. de aanstclling van een
schoolverpleegster.
Ook de wenschelij'kheid van het hebben
van raadsleden in vereenigingen die subsi
dies van de gemeente ontvangen stelde spr.
in het licht.
Spr. verdedigde voorts de door de fractie
ingediende motie C, inzake de progressie bij
de belastingen. De verruiining van pCt.
door de nieuwe gemeentewet mogelijk ge-
worden wilde spr. toepassen, vandaar de mo
tie. Spr. hoopite, dat het antwoord van B. en
W. bevredigend zal zijn en gaf te kennen, dat
een starre atwijzing niet goed is in het ge-
meentebelang en sprak in dat geval de
wensch uit, dat dan de raad zal bewijzen er
beter over te denken.
De heer v. 't Veer laakte de botte
afwijzing van de voorstellen der fractie door
B. en W. Zuinig beheer was noodig maar
niet een zuinigheid die de wijsheid bedriegt.
Het vorig jaar wilde spr. reclame maken
vi or Alkmaar als plaats van vestiging. Niets
gedaan.
Ook niet inzake duurtebestrijding.
Ook de politieuitgaven sltijgen. 105000
betaalt men hiervoor. Spr. wees op de dure
recherche en meent gezien te hebben dat
daar een kentering in komt Het is echter niet
voldoende.
Ten dienste van de kermis zijn 1100 over
men gemaakt, die kosttt 2000 en spr. weet
niet, dat dit noodig was bij goed beleid. De
paradetent op de Nieuwesloot was aller on
gelukkigst geplaatst Spr. wees op het politie
optreden noodig door het verkeerd plaatsen
van tenten en op het groote politievertoon
bij de wedstrijden in het Sportpark.
De schouwburgtent op het Kerkplein was
slecht gebouwd en gevaarlijk. Bij een paniek
zijn de gevolgen niet te overzien. Spr. be-
waar, dat ik geheel tot je diienst ben en dat ji
niiji groot genoegen zal dtoen, een van d*
grootste genoegens die ik nog kan ondervin-
den, als je gebruik van mij maakt zooveel je
kuntCatherine en ik hebben Ariette altijd
beschouwd! ,af zij zoo wat aan ons toebehoorde,
en wij] houden van haar als van ons eigen
kind1!"
„iDat weet ik wel, vriend, en ik dank je dat
je bet mij) nog eens herhaait Maar op dit
oogenblik staat .ge machteloos evenals ik te-
genover dit nieuwe angelut, indien het waar-
lijk zoo is. En daarvan moet ik mij gaan ver-
verzekeren. Die onzekerheid is een kwelling
De twee mannen omvatten elkauder in een
stevige omhelzing, zonder dat de kapitein er
een woord meer bijvoegde. Hij wist zeker dat
Morgane en hij' elkaar begrepen, want zij
geloofden in elkauder.
'De dokter ging met juffrouw Malouzec dte
kamer uit. 'In't aangrenzende vertrek bleef hij
een ooj
wiilskra
lichamelijk,
In een opwelling stak de oude dame hem haar
beide hande© toe. Hun oogen ontmoette elkan-
der en zij stonden vol' tranen.
Met doife stem fluisterde de dokter:
„WiLt ge wel gelooveo, Catherine, dat ik
mij nog niet kan venbeelden dat de ramp edit
waar is? Het is of alles een booze droom is
en ik zoo aanstonds zal ontwaken en de tij
ding ontvangen, dat ik mij heb laten ver
schrikken als een kind1 Wat zult ge mij zwak
vinden
,Zwakarme vriendAich, als anze onge-
lukikige wenschen iets beteekenden1, wat zou ik
dan graag die nieuwe beproeving van je
schoudere afnemcu en op de mijne nemen
Yves!"
.,0, een verschrikkdijke beproeving! Ach,
als ik nog maar zeker was den tijd' te hebben'
wi.a.BTi Heb, te heretel-
sprak het rapport van de commissie van toe
zicht op bet L. O. Er komen veel klachten
in voor, die de aandacht van den wethouder
van onderwijs verdienen. In dteze is overleg
tusschen de wethoudere van publieke werken
en van onderwijs noodig.
De cijfers over de gezondheidstoestand zag
spreker gaarne gespecificeerd naar de wel-
stand van de bevolking.
Spr. infomieerde naar de pensioenen van
de overbodig geworden brandgasten.
Ook de ophaaldienet noopte spr. ittlkhtin-
gen tie vragen.
Het uitblijven van het advies over de melk-
centrale had spr. afkeuring.
Spr. besprak verder de afwerking van de
huizen van Volkshuisvesting.
Spr. kwam hierop aan den bouw van Roch
dale en herinnerde er aan, dat in October
1920 een half jaar na de aanvrage de toe-
zegging voor den grond kwam.
In December Meek, dat de minister de ren-
tevoet met 1 pet. had verhoogd. Dit was niet
te voorzien maar de plannen vielen in dui-
gen tengevolge van de stagnate bij publieke
werken.
Mr. Leesberg ontkent dit.
De heer v. 't Veer deelde mede, dat 7
weken na het raadsbesluit tot ophooging van
het terrein door werklooze arbeiders, er nog
niets gedaan is. Spr. vind deze houding abso-
luut verkeerd.
De weigering van het Doelenveld aan de
jongeliedenvereeniging „De Zaaier" gipste
sor. als een meten met twee maten. De zaak
der Bolsjewieken is spr. niet sympathiek doch
men dient het vrije woord hoog te houden.
Spr. besprak hierop de leuze van opvoe-
ring der productie, aoor de bourgeois aan-
gaheven welke leuze door den voorzitter werd
verdedigd. Spr. vroeg wat de voorzitter nu
zegt van die zelfde bourgeois die nu de ar
beiders op straat werpen.
Er is reden tot morren en men diende
daarom het vrije woord niet te knakken. Spr
betoogde voorts, dat de burgerwachtera mid
densltan'dere de bolsjewieken zijn. Spr. her
innerde aan de actie tegen de navorderings
belasting en deed uitkomen, dat de burger
wachtera middenstanders naar het stadhuis
wilden demonstreeren.- Spr. huldigde de heer
Schierbeek die het goed had ingepikt.
Dat er veel betaald moet worden komt door
den oorlog een gevolg van het kapitalisme.
Van liefde over de wereld is geen sprake en
de menschen die daarvoor verantwoordelijk
zijn, wijzen ons af als opvoeders voor de wee-
zen. Spr. wil samenwerking, maar vraagt
dan ook meer waardeering voor de sociaal-
democraten.
De heer Ringers vond in de bouw-
verordening geen enkel woord, die aan de
sahoonheidscommissie het redit geeft te
eischen, dat de oude gevels zooveel mogelijk
behouden blijven, met het gevolg, dat men
iets heeft gekregen als achter de vischmarkt,
wat allerdroevigst is.
Spr. deed uitkomen waarom de aanvragers
zich bij de eischen van de commissie neerleg-
gen en verklaarde gaarne te zien, dat aan
aanvragers buiten den raad een beroep op an
deren werd teegestaan ten bespoediging van
de werkzaamheden.
Spr. verzocht ook verplaatsing van de ba-
rak aan den Westerweg en het beschikbaar
stellen van dien grond voor de particuHere
woningbouw.
Het woord was hierop aan B. en W. voor
de beantwoording.
Van half zes tot half acht werd gepauzeerd
om het
las Most iit
doa ianiaaid' aedeiv
„HET WITTE HUIS".
KINDERKLEEDING.
H. S. CL0ECK.
A vorutvergadering.
De voorzitter had af en rie het gevoel ge
had of hij op het beklaagdebankje zat
Weinig woorden van waardeering en een
groot aantal grieven. Thuis heeft spr. kun
nen bedenken dat het niet zoo erg was als
het leek. De grieven waren drieerlei. Ten le
tegen de te laten indiening, ten 2e tegen de
bewoordingen waarin't college den financiee
len toestand in de stukken voorstelde en ten
3e de behandeling van den woningnood.
Spr. neemt de beantwoording van de te
late indiening op zich. Dit zit hem hierin om
dat tot stand gebracht is de afzonderlijke be-
drijfsbegrooting voor publieke werken een
factor van groot belang voor het samenstel-
len van de begrooting en van grooter om
vang als gedadht was. Dit gaf maanden ver-
traging.
zekerr van den volgenden1 dagP'
Een oogenblik trok het gelaat van juffrouw
Molouzec samen
„Yves, waarom wil je zoo hardnekkig ver-
'bergen dat je lijdt? Waarom heb je jezelf niet
zorgvuLdig verzorgd, zooals je behoorde te
doen?"
„Ik heb mij zClf behandeld maar als me-
d'eus kan ik mij zelf geen illusies maken. Ik
zal nooit genezen. Alle wetenschap der we
reld venrnag er niets tegen. Ik ben niets meer
dan een arm vensieten menschelijk werktuig,
mijn hart is zoozeer aangedaam, dat mijn
maanden, mijn dagen missdrien geteld zijin."
Hij sprak met wanhoopige kalmte. hartver-
scheurender om aan te hooren dan klachten;
en de onverbiddelijke overtuiging die in hem
was werd' ook voor haar wreede zekerheid en
veroorzaakte een hevige smart, die haar dloor
de ziel sneed.
„Ik zeg dat tegen je alleen, Catherine, om
dat we zulke oude vrienrien zijn en' ik volko-
men vertrouwen in je heh. En dan, er zijn
oogen'Miikken waarin de kracht je begeeft om
zijn ellende niet uit te schreeuwen, wanneer
men zeker is aangehoond te worden. Maar op
't oogenblik moet miemamd lets weten' van de
bckentenis die ik je gedaan heb. Waar zou
het toe dienen als ze alien wisten dat ik ter
dood veroondeeld ben Je gelooft het mij, niet-
waar Catherine?"
Emstig zei! ze met trillendte lippen
„Ik bdoof het je, Yves. Maar ik geloof vast,
dat je den toestand van je eigen gezondheid'
slecht beoordedt, omd'at je onrust omtrent Ar.
lette je doorzicht van gewoonlijk belemmet.
Wat er ook gebeurde, ik geloof je
evenals mijn brocr gezegd heeft, dat Arle
ons kind zal wezen. Wees vezekerd dat wij
haar nooit andere zullen beschouwen. Ik hoop,
dat die gedachte je verdriiet zoo mogelijk wat
minder zwaar zal
fEat&i wwolcid).