Alkmaarsche Courant
Honderd Oris en Twlnllgste Jaargang.
Woensdag 16 Maart.
3»Iilltl©.
Feuilleton.
Rechtszaken
Vrijstelling van den dimst wegens dgen
vrifwiltigen dienst, broederdienst of aanwe-
zigheid van in hetzelfde jaar geboren broe-
ders of halfbroeders.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter kennie van belanghebbenden, dat
ten aanzien van vrijstelling van den dienst bij
de militie om een der hienboven vermelde re-
denen <het volgende geldtt:
Eigen vrijwillige dienst.
Tot het verkrijgan van vrijstelling wegens
eigen vrijiwillligen dienst moet worden overge-
legd een bewijs van dienst of een uittreksel
uit het stamboek.
Voor hen, die nog diencsi od witer verbinte-
nils nog loopende is, worden deze stukken
ingediend door de zorg van de daarbij be-
trofcken autoriteiten bij den militieraad, zoo-
der eenige bemoeienis van de zijde van be-
dat
lera
rootere
it een
langhebbenden.
Voor zooveel betreft ragesdirevenen tioor
de militie, die gediend hebben, maar niet
meer in dienst zijn. moet het opgeven van de
reden van vrijstellmg, indien dit niet reeds
bij de insdhrijving 'heeft plaats gehald, door
of vanwege hen gesdhiedten ter secretarie de
zer gemeente, tiissdhen 21 en 31 Maart. bij
voorkeur op MA AND AG 21 MAART a.*,
dm nanriddags tusschen 2 en 5 uur.
Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen
en het indienen van de vereisdite stukken.
Medebrengen van zalkboekje of paapoort is
zeer gewensdit.
BROEDERDIENST
De aandacht wordt er op gev
van een even getal brooders of hal
de helft, van een oneven getal de
helft wordt vrijgesteld, en voorts,
breeder die ter inlijving bestemd is, met be-
trekking tot vrijstelling wegens broederdienst
wordt gelij'kgesteld met een broeder, die
dient. De wet bepaalt n.l., dat 'vrijstelling we
gens broederdienst wOrdt verleend aan den
ingescbrevene, wiens wettiige broeder of half-
brooder (hetzij bestemd is om bij de militie
te worden ingelijfd, of wdl dient of gediend
heeft bij de militie of bij den landstorm, het
zij bis vrijiwilliger dient of gediend heeft bij
de zeemadht, bij het leger bier te lande of
bij de koloniale troepenwat het eerste ge-
val het bestemd zijn ter inlijving bij de
militie betreft, tenzij het voor de inlijving
bepaalde tijdstip reeds verstreken en hij niet
to- inlijving opgekomen is.
Omtrent vervulden dienst bij den land-
storm geldt in het algemeen, oat de broeder
of halfbroeder, die bij den landstorm ge
diend heeft, een werkelijlken dienst van ten
minste ZES MAANDEN moet hebben vol-
bracht. Hiebbij tellen verloven. die 1 anger
d'an vier aidhtereenvolgenlde alagen hebben
geduurd, niet als werke"ijken dienst mede.
Ten aanzien Van personen, die, behaive
bij den landstorm, ook bij de militie hebben
gediemd, worden de werkelijke dienst van den
landstorm en die van de militie samengeteld
Ook geldt voor broederdienst de dienst van
hem, die wegens ziekte of gebreken, door den
clenst bekomen, uit den dienst bij den land
storm is onislagen, of die gedurende zijn
werkelijken dienst bij den landstorm is over-
leden. Hierbij Ikomt het er niet op aan, hoe
lang de werkelijke dienst heeft geduurd.
Ook de dienst van vrijwilligers bij den
landstorm kan onder zekere voorwaarden
voor broederdienst in aanmerking komen.
N'tet aflle landstormdienst geldit voor broe
derdienst. Er zijn verschillende uitzanderin-
gen vastgesteld, waardoor bijvooibeeld bui-
ten aanmerking bliift de tijd, dien landstbrm-
p'ithtigen of landstormivrijwilligers hebben
doorgebradht bij den aanmaak van munitie.
Tot het verkrijjgen van vrijstelling wegens
broederdienst moet Worden overgelegd:
lo. een bewijs van bestemming ter inlij
ving, een bewijs van dienst of een uittreksel
uit het stamboek van elken weitigen broeder
of halfbroeder, die ter Inlijving bestemd is,
dient of gediend heeft, zoomede ten aanzien
van elken wettigen broeder of halfbroeder,
voor wien een plaatsvervanger is gesteld,
een bewijs van dienst of een uittreksel uit her
stamboek van den plaatsvervanger
2o. een getuigschrift betreffende de wet-
tige broedera en halfbroeder* van den inge-
schrevene.
De stukken, onder lo. bedoeld, worden,
voor zoover de reden van vrijlstdlmg reeds
bij. de inschrijviiig ils of bdnnen den hierna
te noemen tijd ter secretarie dezer gemeente
alsnog wordt opgegeven, zonder verdere be
moeienis van de zijde van den ingesdhrevene
opgevraagd en kigediend.
Tot het opmaken van het gettu-igsdhrift, on
der 2o. bedoeld, moet door of vanwege den
ingeschrevene aanvraag worden gedaan ter
secretarie dezer gemeente, tusschen 21 en 31
MAART, bij voorkeur op WOENSDAG en
DON'DERDAG 23 en 24 MAART a.s., des
niamiddags tusschen 2 en 5 uur. Daarbij
moet door of vanwege den ingeschrevene
worden gezorgd voor de tegenwoordigheid
van twee getuigen, die meerderjarige man-
nelijke persionen moeten zijn, van wie kan
Worden aangenomen, dat zij met het gezin,
waartoe de ingeschrevene behoort, voldoen
de bekend zijn
Medebrengen van zakboekjes of paspoor-
ten is zeer gewensdht.
Het getuigsdirift wordt in den regel opge-
maaW door den Burgemeester der gemeente,
waar de belanghebbende voor de militie is
ingeschreven, dodh kan ook door een anderen
burgemeester worden opgemaakt.
Zijn er twee of meer broedera of halfbroe
ders in hetzelfde jaar geboren en moet aan
een of meer van hen vrifatelling wegens broe
derdienst worden verleend, dan Wordt in de
zitting van den mflitieraad door loting uitge-
maakt, aan wien of aan wie hunner de vrij-
stePing zal worden toegekend. Onder
zekere voorwaarden feunnen zij echter
met afwijking hiervan, bij onderlinge
overeenkomst aanwijzec wie hunner om
bedoelde reden zal of zullen worden vrij
gesteld. Minderjarigen moeten voor zulk een
overeenkomst de toestemmdng hebben van
hem of haar, die de ouderiijke macht of
voogdij over hen uitoefent.
Het aangaan van de overeenkomst en het
verleenen van de toestemming kan gesdiie-
den hetzij schriftelijk ten overstaan van den
burgemeester of van een door dezen daartoe
aangewezen gemeenteambtenaar, bij voor
keur op den hiervoren bediodden dag, hetzij
mondeling in de zitting van den militieraad
AANWEZIGHEID VAN IN HETZELF
DE JAAR GEBOREN BROEDERS OF
HALFBROEDERS.
Deze aanwezigheid kan ook op zidhzelf
reden tot vrijlstelTing geven zonder dat er re
den tot vrijstelling wegens broederdienst be-
staat.
Det wet bepaalt namelijk onder zekere
voorwaarden: Indien twee of meer broedera,
die geen recht op vrijstelling wegens broe
derdienst kunnen doen gelden, in hetzelfde
jaar zijn geboren, wordt de helft van hun
getal of, zoo dit oneven is, de grootere helft
vrijgestel'd
Om voor vrijsteWing om die hierbedoelde
reden in aanmerking te toomen, moet door of
vanwege den ingeschrevene tusschen 10 en
18 Juli a.s. ter secretarie dezer gemeente
aanvraag worden gedaan tot het opmaken
van een daartoe vereischt getuigsdhrift.
Wie van de broedera of 'halfbroeders zal
of zullen worden vrijgesteld, wordt uitge-
maakt dloor een loting of bij overeenkomst, op
dezelfde wijze als hiervoren omschreven is
onder „Broederdienst", doch voor dit geval
moet het opmaken van een sohriftelijke over
eenkomst en. het geven van een sdiriftelijke
toestenttning gescliieden in de maand Juli, bij
voorkeur tegelijk met het opmaken van bee
voor vrijstelling vereischt getuigschrift.
Om vrijgesteld te wofden wegens eigen
vrijwilligen dienst of wegens broederdienst,
moet de reden van vrijstelling besfaan op
21 MAART van het jaar, waarin omtrent
hem, voor wien vrijstelling wordt gevraagd,
door den militieraad uitspraak moet worden
gedaan.
Om vrijgesteld te worden wegens aanwe-
zlgheid van In hetzelfde Jaar geboren bree
ders of halfbroeders. moet de reden van vrti-
stelling bestaan op net oogenblik, waarop de
militieraad uitspraak doe*.
Alkmaar, 15 Maart 19i21.
De Burgemeester voomoemd,
W. C. WENDELAAR
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 15 Maari
(Vervolg).
OPUQETTING.
MISH ANDELINO
Na de pauze werd eerst behandeld een
zaak tegen Pieter H. te Alkmaar, Pieter S te
H. en B. hebben hem toen aangegrepen en
op het hoofd geslagen. H sloeg met een
escb, waardoor gduige Woedend verwonti
werd Ook de andere beklaagden hebben
hem slagen toegebracht. Getuige is zoolang
;eslagen tot hij op den grond viel en toen
eeft bcklaagde H. hem in de keel geknepen.
Het nieuwe pak van beklaagde is tenge-
volge van een en ander geheel bedorven. Het
pak heeft 70 gekost. Ook heeft getuige zich
onder geneeskundig* behandcling moeten
stellen. Dat kostte /5.75. Voorts heeft getuige
4 dagen niet kunnen werken. Hierdoor kreeg
hij schade aan loon, totaal 90,50, tot welk
bedrag getuige de hem toegebrachte schade
bepcrkt.
Beklaagden ontkennen Beets te hebben ge
slagen. De twee laatste beklaagden verklaren
dronken te zijn geweest.
Getuige A. Kolk, arbeider te Schermerhorn,
heeft bcklaagde S. tot doodslag op Beets
hooren ophitsen. Hij heeft beklaagde H
met het fleschje zien slaan en voorts alle be
klaagden op Beets zien losslaan.
De arbeider M. Krijgsnian uit Epe heeft
eveneens de mishandeling zien plegen en S.
hooren roepen: „Slaat hem dood!
Ook de getuige v. d. Stad heeft de mishan-
ii anderen.
de beklaagden met
deling gczien door H. en de anderen.
T Is leugen",
door Henri ArdeH. Niaar het Fransch.
22)
En daarop zijn wij: weer in het rijtiriig ge-
srapt om de rij boodschappen af te dioen die
famte en Charlotte, door net naderend huwe-
lijk, tegenwooidlg gehcel in' beslag nemen.
Ze zdjln er zoo van vervuld' dat personen zooals
ik dtie er niets meer te maken hebben er beu
van wordten en doodknoe. Gelukkig schijoen-
zij zelf er in' 'f nrimst niet vennoeid van of-
schoon tante soms nu en dan op erastigen
toon herhaalfIk kan niet meer!
Maar Guy verzekert dat dit niet meer dan
een edite Parissiene-uitroep is en dalt er geen
woordl van waar is. Als ze boodschappen doet
is een Parissienne im haar element, schijnt
het. Om het programma van dlien dag te vol-
gen, zdjln' wij naar een zeer beroemid modiste
gegaan, die hoeden verkocht waar de dames
uit Douarnenez en zelfs uiit Quimper geen
id^e van hebben; hoeden die mdj eensklaps
verklaand hebben waarom Charlotte, de han-
dagheild zelive, voordat ilk uitging aan't werk
van mevrouw Miorgane's modiste, een1 onver-
waohte gedaanteverwissding heeft doen on-
dergaan, waaraan het een heel ndeuw voorko-
men ite dainketi had.
Voor de hooge en talrijlke spiegels zaten de
dames bijna even elegant .als d'e noofdmodiste
en haar ondergesch ifcten.. En dan bekefken de
dames zich zelf. recbts eti limiks en op zij met
uiterate oplettendheid. Tott nu toe had ik nog
niet vermoed, dat het kiezen van een hoed zoo
gewichtiig kon wezen! 'Een van de dames voor-
al, in de verste verte niet mooi, Meresseeide
mij bijzondter. zoo ennstig was zij als zij de
vereohiflende noeden, die de modiste op haar
soepele haren zetite, heschouwde. Het gekste
was, dat haar man er bij was een lange
jonge mam als Guy hij was even, verdiept
als zajl in helt bekijfeen der Tneesteratukkem van
madiame Caroline. !c vond dien man door en
dloor bedachelijk in dat modemagazijn, te mid-
■fm1 van* al die' tiamies, met zdjn ornatig gazichi
«v«n gewiehtig e4 tun was opgedMgw h«
barsten van een bom te veriiinderen. Maar te-
vens amuseerde hij mij zoo, ik was zoo ver
diept in het kijken maar dien' mam, dat ik tan
te rniet hoorde, die, nadat zaj: lang met roada-
me Caroline had .gepraait, riep: „Ariette! Ar-
lette!"
Charlotte heeft mij naar het werkelijke 1e-
ven teruggeroepen, door mijn wang te stree-
len met de viooltjes in; haar manteiltje gesto-
kefl, enO waarom heeft mevrouw Morga
ns dat tooneel niet bijgewoond! tante zei,
dat ik ook op een stoel voor een spiegel moest
gaan zitten en toen; beijverde madame Caroli
ne zich om achtcreenvoligens een1 heele serie
van: haar mooiste stukken' op mijn hoofd te
doen1 verechijnen. Zij zette ze mij heel voor-
zichtig op, verechribte hier en daar de losse
haren en kruiletjcs, gitng dan een weini-g
achteruit, wierp haar Weirn- diik vrouwtjesfi-
guur naar achter en ook haar hoofd met de
fcoperkleurige haren, deed haar oogen half
dicht en uiitte heel builtengewone volzinnen:
„Ja, het dessin is harmonieus en. fijnEen
edit Greuze-kopje, of iiever een Recamice.
Een1 gedicht, mevrouw, vindt u niet, dat hoed-
je op d'at gezichtje? De Jeugd den Winter
ui'tdagendeHet is een genot oen hoofdje te
mogen tooieni, een hoofdje van zulk een ori-
■gineete en' pikante grade. Wij zullen een
meesterstufcje maken. Ik zie het reedlsDe
fcnop ontstaat, de bloem gaat ontluilkenZe
zal in uw smaak valilen, stellig en zeker me
vrouw."
Eh' tusschen die uitroepen door, ladite zij
een tevreden lach, die mij deed denken aan het
fcakelen dler kippen wamneer men hurt zaad
toewerpt. Uit haar meesteretukken; heeft zij er
toen een gemomen van zulk een grilliigen vonm
en zoo opgetuigd, dat ik opsprong van schrifc,
niettegenstaande mijn geloor in Madame Ca
roline.
„Ochl, zet mij zulk een hoed niet op! Ik
zou tijkeni op de geleerde honden die men soms
op den dag van het Pardion ziet loopen."
Mladame Caroline deed opmieuw een1 geka-
fcel hooren'. Maar haar gezicht was een wei-
nig mindler stralend en ik begreep dat mijn
uitroep in zeer slechte aarde was gevallen.
Met waandigheid aniwoordd* zij:
,.U kuntt gmi*t rijn, JuMmuw,
Oterleck, oud 19 jaar, Dirk de J., 21 jaar,
grondwerker te Broek op Langedijk, Albert
K., 21 jaar, transportrijder te Broek op Lan
gedijk en Willem B. Jz., 22 jaar, schipper te
Broek op Langedijk. De twee eerste beklaag
den zijn niet verschenen.
Beklaagden stonden terecht ter zake mis
handeling van den 22-jarigen arbeider D. C.
Beets te Schermerhorn, in den uacht van 21
op 22 November te Schermerhorn.
Getuige Beets stelde een civiele vordering
in ten bedrage van 100 als schadevergoe-
ding.
Getuige bevond zich dien nacht in het cafe
van Reuses te Schermerhorn en is ten 2 ure
naar buiten gegaan. Beklaagde Si is naar
hem toegekomen en heeft geroepen„jongens,
slaat hern maar dood"
roerende eensgezinaheii
Ook de getuige C. Bobbeldijk legde een
verzwarenae verklaring af en de getuige P.
Wit eveneens. Hij heeft dc mishandeling door
B. en de J. zien plegen. Van de anderen heeft
hij niets gezien.
Het O M. achtte het bewijs geleverd. Het
slaan met bierfleschjes is ontzettend gevaar-
lijk.
Eisch tegen H. 2 maanden en tegen de ove-
rigen icder 14 dagen gevangenisstraf.
,,We worden onschuldig gestraft", zeiden
beklaagden.
Daarna werd de zaak tegen den kantoor-
houder Jacob de G. voortgezet met het ver-
hoor van getuige Joh. Barbara v. d. Broek.
huisvr. van J. J. v. d. Bos, oud 62 jaar. Zij
woont naast beklaagde en zit gewoonlijk met
haar man 'savonds thuis. Als de post komt,
neemt zij het bezorgde aan. Er is op 25 Sept
bij haar geen postwisseltje bezorgd. Op 26
Sept. heeft zij tegen haar buurvrouw v. d
Capelle gezegd, dat zij den vorigen dag een
postwissel moest ontvangen en deze niet had
gekregen.
De president verbaasde zich er over, dat
zij daarover niet met haar buurman heeft ge-
sproken.
Dat heeft zij eerst gedaan op 11 October.
Toen heeft beklaagde gezegd: „Zoo, dan
moet je er over schrijven.
Later is beklaagde bij haar in huis geko
men en heeft gezegd: „Die postwissel heb je
gehad, buurvrouw." Maar, bij God", zeide
getuige, „wij hebben niets gehad."
Later is beklaagde weer gekomen om te
zeggen, dat het politiezaken konden worden
en gevraagd om een dubbeltje, omdat hij
over die postwissel naar Den Haag wilde te-
lefoneeren. Getuige heeft toen een dubbeltje
egeven en nooit meer iets van de zaak ge-
oord. Ze is met haar echtgenoot naar Am.
sserdam geweest naar de Maatschappij ,Ne-
derland". Zij heeft gesproken met den boek-
houder Huijse en deze heeft haar het recutje
getoond. Het geld was door hem op 24 Sept
ten zien er nooit uit als geleerde honden. Als
dat niet het gev-ali was zoudfen wij niet zulk
eeni excep+kmeel talrijlke en geddstingeeride
clientele hebben."
Een' goed steeg mij naar't gezicht. Maar
Madame Garoline scheen het niet te bemer-
ken en terwijl zij den hoed dien ik oneeibie-
dig behandelid had ter zijidte leglde, verving zij
hem op mijin haren door een andere die de
algermeene goedkeuring heeft weggedragen, de
rnijne er bij gerekend, Maar ik heb maj wel ge.
wacht daaraan uiting te geven uit vrees weer
de een; of andere zomeid te zeggen. Waarlijk
als ik miij op dat oogenblik in een Spiegel' be-
.keek, maabte ik op mij zel'f den imdlruk een an
der persoon te zijn met dien „ideaaT' van em
hoecf op om met Madame Caroline mee te spre-
ken m; een' japon aan die tante al te voren
voor mij had laten maken volgens uw ver-
langen, lieve vader, en die ik hier bij nrijni
aankomst gevonden heb. Ik zaig er uit als een
echte jonge dameik teek veel grooter dan ge
woonlijk en' mijn figuur was ook heel andere.
veel beterIn ^6ni woord1 ik wil' het u wel
zachtjes bekennen ik vond zelf dat ik er
veel aardiger uitzag! Ik weet zeker dat als
mevrouw 'Morgane en Blanche mij zoo van
gtidaamite verwissdldl zagem, zij mij niet meer
durfden vol'houden datMeine vrouwtjes nieis
andere zijn dan ileelijke mislukte schepsels.
Trouwens, als zij dlat hadden voligehouden
zou ik ze itoch niet geloofd hebben! En ik zou
in ieder geval niet tgeschreid hebben zooals
ik vnoeger deed1. Netjes als ik was, bij de ge-
dachte dat ik een- misbaksel was
Verrufct ben. ik bij. Madame Caroline het
buds udtgekomen en ik bleef dat in het rijtuig
toen eensklaps een' schaduw is gevallen over
mijn vreugde. Nadat tante begdeuf door Char
lotte, de tadenten van Madame Caroline had
geprezen, edndiigde zdi gekschcrende:
„Het is jammer dat het talenten zijn die
zich diiur laten betalenNeen, het is geen
kleiinigheid zijn dochiter te laten trouwen
Plotsdling is het mij in de gediachte geko
men1 vader, dat u mij aanibevolen hebt, zeer,
zeer zuinig te zijn en zoo min mogeldjk uit te
en de vrees laat mij niet los dat men
Mil geld moet utijgevan om geklead te
seous ik Mijin' mlhij hm huwdijk
verzonden Zij heeft nooit voor haar man een
postwissel geteekend en ook het geld niet
voor hem ontvangen.
Beklaagde zeide, dat op 25 Sept. bij de be-
zorging van de postwissel het nog dag was.
Zij is dan niet altijd thuis, maar soms bij de
buren.
Getuige beweerde, dat er geen postwilssel
is gebracht
Beklaagde zeide, toen juffrouw v. d. B.
hem over den postwissel sprak, hij direct is
gaan zien in het register en toen zag hij dat
hij op 25 Sept een postwissel had ontvan
gen. die bij op 27 Sept. heeft uitbetaald.
Op een vraag van den officier antwoordde
getuige v. d. B., dat haar man nooit v66r 11
uur uitgaat.
Mr. de Groot vroeg of de getuige 'smor-
gens zelf wel eens vroeg de deur uitgaat
Getuige antwoordde ontkennend. Zij gaat
ook Zaterdagsavonds geen boodschappen
doen.
De antwoorden van deze getuige, een leuk
en welbespraakt oud vrouwtje, verwektm
heel wat hilariteit op de welgevulde trireme.
De brievenbesteller A. Laan heeft op Zater-
dagavond 25 Sept. besteld. Niet bij getuige v.
d. Bos, die niet tot zijn wijk behoort Hij
heeft geen postwissel bezorgd op dien dag
bij v. d. Bos. m
Het is niet zijn werk om het uuratempel te
verzetten. Hij weet niet of er's morgens soma
mee wordt doorgestempeld.
Beklaagde zeide, dat Ihij zwveel mogelijk
het uuratempel om het uur verzet en zeker
doet hij dat's morgens.
De directeur zeide, dat het voorachrift is,
dat de stem pel om het uur moet worden om-
gezet; maar het gebeurt ook wel dat dit
eens wordt nagelaten.
De 48-jarige Anna Hoek, huisvr van v. d.
Capelle, verklaarde, dat haar buurvrouw, juf
frouw v. d. Bos, haar's ZondagB, 26 Septem
ber, heeft gesproken over de niet ontvangen
postwissel. Ze maakte zich ongerust over net
pensiocn, dat zij den vorigen dag had moeten
ontvangen en niet had gekregen.
De getuige antwoorde op een vraag van
den vcrdediger, dat juffrouw v. d. Bos dik-
werf bij haar burenpraatjes komt maken,
maar met's morgens vroeg.
De getuige, de 54-jarige onderwijzeres, mej.
Alida van Nienes, is de huisgenoote van be
klaagde. Het gezin bestaat uit een zoontje
van 12 jaar en er is een dienstbode van 16
jaar. Zij herinnerde zich dat de vrouw des
tiuizes op Maandag 27 Sept. '3avonds om
half 7 is thuis gekomen. Zij heeft de postwis
sel niet geteekend met den naam v. a. Bos.
De getuige F. J W. Huijser, boekhoudcr
bij de Maatschappij „Nederland" te Amster
dam, verklaarde, dat v. d. B. tweemaal per
maand pensioen geniet. De toezending ge-
schiedt Vrijdags, den tweeden en den laat-
sten Vrijdag der maand. V. d. Bos is op 11
October komen klagen, dat hij den vorigen
termijn niet heeft ontvangen. Getuige heeft
toen gezegd. dat hij direct een onderzoek zou
ins tellen De vrouw van v. d. Bo* heeft in
hoofdzaak het woord gedaan.
De rijksveldwachter Geurts Kok heeft op 14
October naar aanleiding van het loopend ge-
rucht beklaagde gehoord. Van v. d. B had
getuige gehoord, dat hij een dronkaard was.
maar dat is absoluut on waar. Ze staat goed
bekend.
Beklaagde kon getuige niet veel zeggen.
Hij heeft nimxner iets met hem te doen gehad
en omtrent zijn financieelen toestand kan get.
geen inlichtingen geven. Hij heeft daarom-
trent geen informatics gedaan. Getuige heeft
verschillende schrifturen in beslag genomen.
De getuige-deskundige P. H. v. Gestel,
leeraar aan de openbare handelsschool te Am
sterdam, heeft met de volgende getuige J. Ott
een schriftuuronderzoek ingesteld naar de
handteekening, voorkomende op de postwis
sel. Getuige heeft met de microscoop de hand-
teekeningen bekeken. De van valschheid ver-
dachte handteekening bestond uit 16 frag-
menten. Ook de handteekening van v. d. Bos
heeft hij bestudeerd. Hij is tot de conclusic
gekomen, dat de handteekening op de post
wissel het karakter draagt te zijn nagetee-
kend door iemand die telkens is blijven ste-
ken. De handteekening van v. d. Bos is ech
ter loopend en de vereohillende letters zijn
aan elkaar veibonden.
Oetuige demonstreerde een en ander zeer
uitvoerig aan de rechtbank, den officier en
den verdediger.
Oetuige aarzelde niet om te verklaren dat
de handteekening voorkomende op de post
wissel niet is die van den rechthebbenden.
Mr. Mulder vroeg of het fragmentorische
in de van valschheid verdachte handteekening
niet kan worden toegeschreven aan een slech
te pen, die voortdurend weigert inkt te ge
ven.
Getuige ontkende zulks.
Mr. Mulder merkte nog op, dat v. d. Bos
zeer slecht van gezicht is
Bcklaagde zeide, dat het hem vreemd voor-
komt, dat het schriftuur moest uitwijzen dat
hij deze handteekening kan hebben gezet
De president zeide, dat de deskundige al-
leen concludeert, dat v. d. Bos de handteeke
ning niet heeft gezet.
Hij zcgt niet dat beklaagde het heeft
daan.
CharlotteIk wist niet hoe ik aan tante zou
vragen mij gerust te stellen en in mijn verle-
genheid was ik heel stil geworden, geheel en
al itegen mijn gewoonte, zoodat .tante het ge-
merkt heeft en mij glimflachend vroeg
„Wat is er Ariette? Ben je nog aftijld bang
dat madame Caroline je er zal doen rata en
als een geleerde hood?"
„0 neen. Maarmaar, ik ben bang dat
ik geen geldl genoeg heb om mijn mooie toi-
letjes te brtalen."
Dat was nu niet heelemaal wiat ik dach-t,
maar werkelijk die bekentenis was te moeilijk
om onder woorden te hrengenen tante keek
mdj aan met oogen, die ilk niet goed begreep.
Zij waren heel' vriendelijk, maar erastig en ik
vroeg dadelijk„Och, tante, u is toch niet boos
op mdj? Vader heeft mdj op het hart gedrukt
heel zuinig te zijn., weet u en ik vraag md;
zelf af hoe ik dalt wezen kan."
„Welsvu, dat zullen wij je wel leeren wees
maar gerust lieve kind, ik hoop dat je vader
tevredten' over jou en over ons zal zijn op dat
punt. Heb maar vertrouwen in mdj,"
Ik deed niets liever en ik uitte een zucbt van
veriich'tdnig, toen ik zag, dat tante zoo zeker
was van de zaak. Daar wij in het rijtuig za
ten, beschermd tegen nieuwsgierige oogen,
heb ik haar uit al nidjn macht omhelsd om1
haar te bedanken en toen kon ik weer vrooldjk
zijn, 'behaive als ik aan u diacht, vader.
Ja zeker, het deed mij plezier voor mij zelf
te weien dat ik bdj het huwelijk van1 Charlotte
geheel en al Asschepoester zou wezen, van
gedaante verwisseld1 door haar peet, maar het
deed mij nog meer plezier voor Guy, met wien
ik zal collecteeren. Ik wist zeker, dat ik aldus
geen voorwerp van schaamte voor hem zou
wezen, zooals mevrouw Morgane mij voor-
speld' had. Em Blanche vooral, die geen gele-
enheid Met voorbdj gaan om- mij te herhalen
ge-
at Guy er voor zou bedan'ken met mij te col
lecteeren ads hij rndjl zoo weinig naar de mode
vond van Parijs enz. 'Het ongelukkigste was,
dat ik het was begonnen te gelooven zonder
het mdji zelf te bekennen sedert ik mij1 bij mijn
nichtjes kon vergelij'ken. En eindelijk scheen
het mij toe, dlat Guy mij stellig ook zoo zou
Tsam ik mij mM giwirigmtald vmM« h*b
ik dan ook dadelijk gewenscht, dat hij het ook
zou zijn. En toen hij een oogenbldkje thuis
veracheefl, op den avond van dien gedenk-
waaixtigen middag, heb ik hem aangekon-
digd, dlat hij bdj net huwelijk van Charlorte
een hervormde Ariette zien zou en dat hij niet
zou hoeven te blozen over mijn buitenmelsjes-
voorkomen, zooals Blanche zeide.
„Dus je zult heel mooi wezen?"
Zedig antwoordde ik:
„Ik zal er aardig uitzien, hoop ik
„En ben je vernilct over dat vooruitzicht?"
JO ja!"
Diezelfda glimJacfc, waarvan ik nog altijd
de beteekenils niet begrijp, is ondei zijn kne-
vel verschenen.
„Dat is nog eens een edit gemeend „o ja
Hm, hm, juffrouw Ariette, zou Parijs reed*
beginnen zijn on'gunstigen invloed op je uit te
oefenen? Begin, je al coquet te worden??"
„0 neen, dat was ik m Douarnez al
„Was je dat al? Waarlijk? Hoe weet je
dat?"
„Omdait kapitedn Malouzec het mij gezegd
heeftjuist op den dag toen ik hem zei hoe
Wij ik was dat ik geen miserabel misbaksel
Wots". En met warmte 'heb ik er bijgevoegd
„En dat hebt u mij gezegd. Ik ben er u dan
ook eeuwig dankbaar voor."
„Je bent veel en veel te goed, ndcbtje Zoo-
ved verdden' ik niet. Ik heb alleen uit recht-
vaardigheidisgevoeli eenige, een weinig ver-
keerde begrippen van mevrouw Morgane op
dat punt willen recti ficeeren. Spreek mij ndet
van dankbaarheid en' vertel mij liever je eer
ste indTukken over Parijs."
Ik deed niets liever. Het is zoo amusant te
kunnen babbelenIk heb hem alles verield,
mijm inririikken, over de ieraseuses, over de be-
diende in het Louvre, over madame Caroline
en haar voortgrangselen, over de heeren die
hoeddn koopen voor hun' vrouwIk vroeg
aan Guy of hij: ze ook niet belachelijk vond in1
die rod. Hij antwoodde heel beslist: ,Zeker."
Wat begrdjpen Guy en- ik elkaar toch goed!
Ik wou dat hij mijn broer was. mijn1 groote
broer; maar ik zou Corentin en Yves ook wil
len houdlen, daar houdl ik echt van til voor
goad!
II*. 61. 1ML
De niet-verechenen beklaftgde Petr. Hendir.
It., koopman, gedomicilieard te Rotterdam,
moest zich verantwoorden ter zake oplichting
gepleeg-d te Wieriugen op 4 Deo. 1920.
Befklaaigdie is koopman in brillen en deed
zich valechelijk voor al® den solieden en gun-
®tig bekenden opticus uit Alkmaar, den heer
Jo-h. Lauwers.
Deze heer verklaarde ale getuige dat hij wel
eens advertenties plaats te voor zijn zaak in
d'e Wieringer Oourant. Hij had bekl. geen op-
dracht gegeven op zijn firma-naam brillen te
verkoopen.
Bekl. gekomen bij den 49-j arigen
eeher S. Wtgemakerr te "Wlieringen, op 4 De
cember. Getuige had later gehoord dat hij R.
heette. Bij hem hadi bekL gezegd dat hij Lau-
were was of neiziger voor die heer. Zijn vpouw
weet dat precies. Getuige wist heuech niet
wat bekl. gzegd heeft, wel had hij gevraagd
of getuige de advertentie niet heeft gelezen
in de Wieringer Oourant. De advertentie
wee daarop voorgeleaen. Bekl. had ook ale in-
formatie-adreeeen genoemd dir. r. Dam en de
deleter op Wieringen. Voor 17.60 heeft ge
tuige toen 2 brillen gekocht. Getuige nieende
dat bekl. in relatie atoad met de firma
Lauwers.
De 46-jarige Grietj® de Vries, vrouw van
Wagemaker, zeide det op een Zaterdag, begin
December 1920 een persoon was gekomen,
die brillen te koop aanbood. Hij vroeg of zij
de advertentie van de oourant hadden gelezen.
Daarop was de courant van Vrijdag gehaald
en d*aar stand een advertentie van den heer
Lauwers. Bekl. had' daarop de advertentie
voorgelezen en zeide: Wij komen al zooveel
jar en op Wieringm.
Zij had toen 2 brillen gekocht, 1 voor 12.50
en 1 voor 7.00. Ze heeft toen een oude bril
ingeruild voot 2. De brillen voldoen wel,
maar het bleek dat zij later een even goeden
bril kon koopen voor 1.B0. Zij kon niet per
tinent zeggen, dat de naam van Lauwers haar
bepaald heeft geanimeerd om vain den man
een bril te koopen.
De heer M. Kater, ©ptdcien te Alkmaar,
werd .gehoord als gebuige-deskundige, had de
brillen bekeken, een was met nikkel en de
andere met koper gemontert. 't Zijn ordinaire
brillen, een daarvan had 40 ot. en die ander
1 waard'e, ruim getaieerd.
De vrouw zeide als ze zulks vooraf had ge-
weten had ze geen brillen bij den man ge
kocht.
Het O. M. had gedagvaard t. z. oplichting
subsidiair unfair® concurrentie.
Spreker kwa-lificeerde het ten la«te gelegde
I als oplichting, primair ten laste gelegde en
vorderde te dier zake 3 rr.aanden gev.