Alkmaarsche Courant
De Amsterdamsche week.
Damrubriek.
De wederepbouv m Frankrijk.
Hondefd Drle en Twlntlgste Jaargang.
Zaterdag 26 Maart.
Fenilleton.
199L
den
elk
en
op-
LXV.
Op de Zuid-Afrikaansche Ten
toonstelling. Een mooi en een
rijk land met eene groote toe-
kemst. Het verledenJ
Zaterdag 1.1. is in het Paleis voor Volks-
vlijt geopend de groote Zuid-Afrikaansche
tentoonstelling.
Een paar dagen te voren had de heer Can-
ham, handels-commissaris van de Vereenigde
Staten van Zuid-Afrika, en de ziel van deze
tentoonstelling, de vertegenwoordigers der
verschillende Nederlandsdie dagbladen om
zioh heen verzameld en een soort van voo--
dracht gehouden over den groei en den bloei
van zijn land, een en ander aan de hand van
de officieele handelsstatistieken. Hij ken-
schetste het daarbij als het land van de onbe-
grensde mogelijkheden en toonde met cijfers
aan hoezeer de productie, de export, van ver
schillende artikelen in de laatste jaren is toc-
genomen. En nog ligt een groot gedeelte
van den vruchtbaren en delfstoffen-rijken bo-
dem braak!
Dat was de theorie. De tentoonstelling-
zfelf geeft de practijk, in zooverre men er ae
verschillende Zuid-Afrikaansche producten,
waarover de statistieken handelden, ziet
Trouwens, ook hier blijft de statistiek die
onvermoeide en trouwe metgezellin van
modernen mensch ons begeleiden. Bi;
product liggen kaarten (in het Engelscl
m het Hollandsch) vermeldend de
brengst- en de uitvoercijfers. Zoodoende
wordt de bezoeker dus ook zonder geleide
georienteerd. En doordat de artikelen alle
tentoongesteld worden in diorama's, krijgt
men ook nog een glimpje te zien, een af-
schijnsel, van het Zuia-Afrikaansche land,
„this beautiful and charming country", zoo-
als de Hooge Commissaris van Zuid-Afrika,
Sir Blandenberg, het in zijn openingsrede
noemde. En dat glimpje, dat afschijnsel, doet
naar meer vragen. Ik ben ten minste na een
paar bezoeken aan de tentoonstelling al z6o
ver, dat ik graag eens (voor langer of kor-
ter tijd) naar Zuid-Afrika zou willen over-
wippen al was het alter maar om touris-
tiscne redenen.
Wat een land, denkt men telkens, maar
vooral als men onder den gouden koepel is
getreden, die het middenpunt van de tentoon
stelling uitmaakt. Want daar, in dat centra-
re paviljoen, hangen gekleurde foto's aan den
wand, gevend natuurtafreelen uit Zuid-Afri
ka z66 mooi, zoo liefelijk en zoo grootsch; als
men weinig in het oude Europa vindt.
Daarbij ligt dan, heel handig, lectuur voor
hen die neiging gevoelen tot emigreeren en
immigreeren naar dat dorado.
In den voorhof van het Paviljoen is het
edelste product van Zuid-Afrikaanschen bo-
dem, de sfruisveer, tentoongesteld. Rechts ziet
men de struisvogels, zoowel groote als kleine,
in natura. Links liggen in vitrines als broo-
ze, luchtige kostbaarheden, de boa's, waaiers,
sorties enz. die men ervan gemaakt heeft, in
de heerlijkste en teederste tinten geel, oran-
je, groen, lila, blauw, zwart en wit.
Loopan w5| om het paviljoen heen, dan ont-
moeten wij achtereenvolgens de volgende ar
tikelen: jam en conserven, limonades enz;
versche vruchten, als: peren en pruimen
(ooft zoq groot en mooi dat het wel uit het
Paradijs afkomstig schijnt)dan hammen en
zijden spekboter, kaas en eierenkreeft enz.
En in het paviljoen, dat vergaten wij waar-
lijk nog, en paar zeehonden, wier huid al
mede een waaraevol handelsartikel van Zuid-
Afrika vormt.
Dit is, gelijk gezegd, het hart van de ten
toonstelling. Maar naar dat centrum voert
een breed middenpad, met ter weersijden
alweder diorama's. Aan onze rech ter hand
passeeren wij als wij de zaal binnentreden,
eerst Angora-geiten, en aan onze linker: Me-
rinos-schapen. Ook artikelen (stoffen) die
van de haren en de wol gemaakt zijn, worden
vertoond. Achter het paviljoen loopt het mid
denpad door. Daar ziet men rechts stalen van
de prachtige houtsoorten die Zuid-Afrika op-
levert, en links allerlei jachtiropheeende
door Henri ArdeH. Naar bet Franach.
28)
Sfilzwijgend zijn we onze straat opgeloo-
pen. Ik weet niet hoe de ovrdenkingen vant.Ma-
deleine w.aren, maar de mdjne waren niet
vroolijk. Ik tCacht dat tanite mij heel sdccht op-
gcvoed zou viniden, dat het haar zou spijten
mij in: Parijs te hebben laten komen, dat
Guy ontwrcden zou zdjh en miijn vriend niet
zou willen blijven, omidat hij mij een dom we-
zen vond, dat nergens good voor was dan
maar weer naar haar Brefcagne te worden te-
rulg igcstuuixL.In een woord, ik was in zak
en asdb, toen ik de salon binnentrad, begeleid
door mijn twee lijfwachten, gelijk een gevan-
gene nissdhea twee velldWachtets. Tante, Guy,
Chariot te en Pierre zatea hij de kachel te ipra-
teen. Ton ze ons hoorden, keflcen ze om en
Guy riep uit:
„Adh< hknel! wat er 'Is gebeurd? Jullie ziet
er zoo somber uit
Madeleine, heel edelmoedjg, zwepg. Toen,
om mij niet 'lafhartig te ttoonen!, riep i'k uit
,,Dat Sdotmit amd at ik een dOmheid beg aan
heb."
„Wat dan1? Vertellen!" riepen ze alien te-
gelijk en ze keken of ze iets .ainusanits ver-
wachtten.
Kiij!k maar met zoo verrulktf! Over twee
miinuten zuli u net dentoen als Madeleine en
u zult op mij knorren."
Ilk heb mijn verhaal gedaanmaar hoe ver-
der ik vertolde, hoe h artel ijlker fachten zij,
zoodat bun lachen oolk miij aanstalk. Ze waren
niet boos op mij en' in mijn vreugde van mijn
angtst bevrijd te zijn, heb ik aani Madeleine
gevraagd, taWijl ik haar om dten hals viel
„Madeleine, wees niet ontevreden over mij.
Ik zaiii voortaan Ide vnouwen altijld laten staan,
Maar wij hadden nog niet alle diorama's
le tabak- en de katoencultuur, de
betreffende den
twiBB na eUo mogflffjlDsi twKsea, en ook de
koppen van een paar leeuwen, die in Rhode
sia zijn geschoten.
Verder noem ik onder de tentoongestelde
artikelen nog: huiden en vellen, schors (zoo-
genaamde Wattle Bast (een looistof); mi-
neralen (zooals goud, diamant, steenkool, ko-
per, tin enz.) Vooral die aanwezigheid van
ljzer en kolen bij elkaar, in 66n land, lijkt mij
van veel gewicht. Van de vermeerdering van
de goudproductie leggen reusachtige gouden
ballen van toenemende grootte, die verhou-
dingsgewijze de opbrengst dier productie ver-
tegenwoordigen, getuigenis af. Hier vlak bij,
wij bevinden ons thans aan het einde der
zaal, ziet men een reliefkaart van ZuidrAfri-
ka, met daarop alle spoorwegen ook de ont-
worpen spoorweg naar Cairo), vuurtorens,
hoofdrivieren, bavens enz. In eene vitrine is
een model van een mijn (d.w.z. alle gebou-
wen en bovengrondsche machinerieSn van
de Nieuwe Modderfontein Goudmijn) geex-
poseerd
ijt
genoemd. Er zijn er no;
wijinbouw, le tabak- en
vezelcultuur en de verbouw van ma'is (een
hoofdproduct van Zuid-Amerika) en andere
granen als: haver, gerst en tarwe, Dit alles
bevindt zich in het middengedeelte van de
zaal, en behoort tot de officieele inzendingen
van de Regeering van Zuid-Afrika. Daar-
omheen, onder de galerijens, is een kader van
particuliere inzendingen. Daartoe behoort
in de alilereerste plaais de tiollandr-Zuid-
Afrikalijn, onze nieuwe, eigen verbinding
met onze stamverwanten daar ginds, maar
natuurlijk ook de Union Castle Line. Deze
Engelsche Maatschappij stelt zelfs een heele
hut tentooneen luxe-dekhut aan boord van
de Arundle-Castle. Het is de Union Castle
Line die den geregelden postdienst tusschen
p^gciand en Zuid-Afrika onderhoudt. Ver
der noem ik van de caposanten: de Neder-
landsche Bank voor Zuid-Afrika; het Blauw-
hoedenveemVriesseveem Ltd.; het Bureau
van Handelsinlichtingende Commissie voor
den Ned.-Zuid-Afrikaanschen handel; het
Londensche Ruw-Syndicaat en de Amster
damsche Juweliersfirma Asscher, die een
vereenigden diamantstand hebben (ruw en
gcslepen) enz.
Hiermede is dan, in groote trekken, de
groote zaal beschreven. In de zijzaal aan den
kant van het Frederiksplein, waar Zaterdag
11. de officieele openingsplechtigheid plaats
vond, in tegenwoordigheid van een schitte-
rend gezelschap, is nu eene bioscoop opge-
steld, die's middags .en's avonds scenes uit
het Leven der Voortrekkers, en handelsfilms
te zien geeft.
De twee zalen aan de tuinzijde, zijn inge-
nomen door de cultureele afdeeling van de
Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeni-
ging, die hiermede met het inrichten dezer
afdeeling welke op zichzelf eene tentoon
stelling is, haar 40-jarig jubileum viert. Dit
jubileum zal op den 2den April a.s. op fees-
telijke wijze worden gevierd.
De cultureele afdeeling welke de Ned.
Zuild-Afrikaansche Vereeniging inridhtfce,
geeft te zien: boeken, kaarten, schilderijen
enz. Midden aan den hoofdwand1 in de eer-
ste zaal trof ik drie portrettenwaarvan er
vooral twee mij op deze tentoonstelling van
Engelsch Zuid-Afrika trof fen. In het midden
het conterfeitsel van Prof. P. Harting, de op-
rich ter van de Vereeniging; rechts van hem
Paul Kruger, links Generaal Joubert En
vlak daarbij nog twee andere portrettenGe
neraal de la Rey en generaal Louis Botha.
En even wordt het mij toch te machtig; rij-
zen bittere herinneringen in mij op; denk ik
aan hetgeen gebeurd is; aan hetgeen ge-
weest is en had kunnen zijn
De tweede zaal is volgehangen met schil
derijen van Thems Barnes (18221875)
een kunstzinnig ontdekkingsreiziger, die het
Zuid-Afrikaansche land en volk gemaald
heeft. Hier liggen ook veel portretten bijeen.
Ik zie er: Jan van Riebeek, de stichter van
het Hollandsch Zuid-Afrika; ik zie er Steyn,
en Chr. de Wet enRhodes. Ik zie er ook
Hbllandsdhe Boerenvrienden, als de Amster
damsche hoogleeraar prof. Bellear Spruyt.
En ik vind er ook de mooie gedichtjes van
Montoya, vereenigd onder den titel van „Les
Boers o.a. le Gelderland, les Roissetaisent,
en dan het sublieme: ,J(.ruger et Wilhel-
mine."
Kent gij het nog?
Wij leven zoo snel
Kruger et Wilhetmlne
Aveugle comme Oedipe et comme lui fatal,
al hdbben ziji kinderen op den arm.... omdat
dat nu eenmaal cnoeL"
30 Ntovember.
Charlotte is getrouwdChariotte is zoo-
even voor het diner vertrokkenEn nu is
ze alleen met haar man op reds. Wat moet zij
een vertnouwen in heb hebben om zoo weg te
gaan, zonder vreezeen, al haar familie ach-
ter te laten en Is avoocte nog wel te vertrdk-
ken Welnu, zie zag er votetrdot niet uit of
ze bang was. Inteigendeel
Hoe jaminer dat deze dag nog gauwer ooir
gegaan is dan andere dagen. De morgen
voor twaalven is omjgevlogen met een duize-
lihgweldkende enelheSd, na een aandtoenlSjike
sctne aan het onflbijt, ooidlat Gharlotte dte oip-
meridn(g maalkfe, dat het haar laatste maal-
tijld als jong medsje was. Toen ik zag, dat tan-
iie zeer aamgediaan was, boolg ik maar haar
toe om haar een kua te geven; maar te snel':
ik gooide mijn chocolacfe om. Dat heeft ons
alien weer wat hersteld, Daarenboven wij
hadden1 geen tijd om ons baasten om voor
twaalven Maar te zijn. En op het bepaalde
uuir was Gharlotte niet klaar. Pierre miaakte
zich1 zemuwadhtig voor de gesloten deeur e!n
vroeeg idenee minuut .weer:
„K3an ik niog niet binnenkomeen?"
En altijd antwoordde tante onmeedoogend:
„Neen."
Toen zette Pierre zijn wandelingen heen
en weer nuaar weer voort en gaf Guy, die hem
aanried) kalirt te zijn, met een. dlwaas glim-
Bach je in zdjh knevel ten antwoord
yylk wou 'jou wel eens zien als je in imiijfn
pi'aats was. Ilk weet wel; zdker, dat je ook niet
zou uitmumten door gedhld."
Eindeldjk is die vreeselijke deur openge-
gaan; tante kondigide aan:: „Pierre, je
vrouiwEh Charlotte trad de zaal' in, vol
menschdn en bldemfen. Ze was gdijk een geest-
venschiining in hl: het wit van haar sluier,
haar satijheni japon, haar kanten, haar oran-
je bloesem.... Maar ik heb haar niet op mijn
Ls vlma Krngar vs rara i® retoci WillwS
mine
Mais au suppliant qui's incline:
Je te salue au nom du vieux sol An
cestral",
Dit elle, „et si le del, pour achever vos
peines
„R)§chamait ma courcmne et lc sang de
mes veines
„Je les donnerais au Transvaal,
Je ne puis que prier, en dvoquant 1' Hi«-
toire.
„Souviens-tol du duo cf Albe et du grand
roi, Louis
„Et des Anglais et de tarnt d'autres,
dBlouis
„Par mes aleux qui sont les tiens devant
la Gloire,
„Sache qu 'un tel flambeau ne s'eteint
Kruger baisa la main royale et dit:
„Merd."
WAGENAAR .Jr.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen o^lossingen
van probleem No. 643 (eindspel
tenhalm).
Stand
Zwart: 4, 8, 38.
Wit: 15, 25 en dam op 14.
Zwar-
Opiossing
14- 3
1
2. 3—9
3 25-20
4. 20—14
5. 15: 4
6 4—10
7. 10—15
8. 15 42
9. 42—33
10. 33—39
1. 8—13 gedw.
2. 13-19
3. 4 13
4. 19 10
5. 13—19 gedw.
6. 19—24
7. 24—30
8. 30—34 de bwte
9. 34—40
10. 40-45
11 39—50 wint
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, G. J. C.
Denijs,*D. Gerling te Alkmaar, P. de Groot
te Warmenhuizen.
HET DAMSPEL
Het derde nummer van den nieuwen jaar
gang is zoo juist verschenen. Dit maandblad,
iat elk damliefhebber moet lezcn, kost slechts
drie gulden per jaar. Men kan zich abonnee-
ren of proefnummers aanvragen bij den ad-
ministrateur J. W. van Dartelen, Roosveld-
straat 70, Haarlem.
No. 3 bevat een paar fraaie partijen, varia,
problemen uit den Haarlemscnen wedstrijd,
oplossingen, nieuwe problemen enz. Ook den
volgenden sslagzet troffen wij aan:
Zwart: 1, 3, 6, 8, 9, 11,13, 16, 17, 18, 24,
25 30
Wit': 22, 27, 28, 31, 32, 34, 36/41, 44.
't Spel verliep als volgt:
1. 31—26? 1. 18—23
2. 28:19 2. 17:28
3. 32 23 3. 8—12
4. 19:17 4. 11:33
5. 39 28 5. 30 50!
COMBINATIE.
Men plaatse den volgenden stand eens op
het bori
Zwart: 7, 8, 9, 10, 13, 18, 19, 23, 28, 29.
Wit: 25, 26, 27, 31, 32, 36/39, 43.
gemak kunnen besdbouwen want Guy kwam
mij zeggeni:
„Kom we moeten weg, het is onze beurt, *t
is tijd."
Wij stegen in zijn compeetje, dait ik at her-
kend zou hebben aan het reukje van heel fij-
ne siganen, dat er zweefde en zich vermengde
met den heerlijken geur van mijn bouquet
die maj mij gegeven had. Ik vond die bouquet
zoo beeldig, dat ik het niet kon uithouden en
ik heb er een kus laan gegeven ferwiil ik deed
of ik rook aan de bloamen. Maar Guy merfct
alles op een hij vroeg glimladherid, zonder mij
uit te lachen:
„Waarom kus je je bloemen V
„Om ze te bedanken, dat zoo moor zijn
Be Wou er mijn heele gezidht wel insteken,
zooai's ik heelemaal in de Goibeilles met he-
I'ioiroop van den airmen kapitein kroop, toen
ik nog een heel ktein kind was. IDat vond ik
zoo heerldjk, dat ik pas ben opgehouden mij
dat gemot te yersdhaffen itoen ilk begreep dat
ik mijn diierbare bloemen) kwaad deed1."
„Dat is heelemaal mijn kleine koninginne-
tje waardig. Komi, we moeten uitstappen, wij
zijn er."
Eir waren al heeli wat famiM'elieden en ook
offtciexen. vrienden van Pierre.
Eindeiijlk, na verloop van eenjge minuten,
kwami Charlotte op (haar beurt binnem. Zij
Mom de trap van d'e kerk op aan den arm
van een) ouderen beer, versierd met ridderor-
den, 'q 00m van gewidit. Zij trad de fcerk bin.
nen, wij alien acnter haar aan, als een kudde;
maar een kudd'e de nioei'te waard cm te bekij-
ken; als ik moet oordeelen naar de menigte
blikken, die" op de muzidc van een triomf-
marsch, naar het altaar, schiderend en met
bloetnenJ versierd als een rustalitaar.
De plechrtgheidl Legon. Bij de minste be-
weging van Gharlotre schoten tante en de
keriktienaars toe o.t, haar sluier te schikken.
Tante hadl niet meer haar vroolijk gezicht van
gwoonlijk, maar een ander heel ernstig ge-
Wft speett Mar:
2.
3.
4.
5
6.
7.
27—22
op 18
26-21
33—28
36 :47
4742
39-34
25: 51!
1. 28:17
27 volgt 31 24 en 25 34
L 17 :26
3. 23 41
4. 26:37
5. 37 48
6. 48:30
Ter oplossing voor deze week:
Probleem No. 644
van G. J. C. DENIJS, Alkmaar.
Zwart: 1, 7, 10, 12, 15/18, 22, 23, 26, 28.
^Wit: 21, 24, 25, 29, 31, 32, 34, 35, 37, 38,
Oplossingen v66r of op Woensdag 30
Maart, 12 uur, Bureau van dit Blad.
Correspondence
P. de G. te W. Jammer dat Haarlem niet
is doorgegaan. Zullen uw probleem nazien
en zoo mogelijk volgende week plaaisen.
G, J. C. D. te A. Probleem in dank ont-
vangon. Heden gcplaatst
(Van onzen Parijschen correspondent).
(Nadruk verboden.)
Parijs, 19 Maart.
In NooTd-Frankrijk moeten twee duizend
zeshonderd doipen en steden opnieuw worden
opgebouwdWat dat zeggen wil, ge kunt
u een flauw denkbeeld ervan vonnen wanneer
we nagaam, dat de meesten onzer in hun hee
le leven nog r#£t het tiendie deel van twee
duizendi zes-honderd steden en dorpen hebben
gezien, zelfs al rekent men die mee waar we
slechts langs zijn gespoord.
Twee duizend zes4ionderd steden1 en dor-
pen, rutin drie-honderd-duizendi huilzen, lig
gen geheeli in puin, om nog te ziwijgen van
die welke alleen maar een gapend gat in de
zoldleriiig hebben of een bres in de pui.
Indiiien het opbouwen van elk huis gemid1-
delldl 40.000 francs kost, dian is er 12 milli
ard noodig alleen voor drie drie-honderd-dui
zendi huilzen. En g-esteld! 20 werfclieden bou-
wen een huis op in vier maandien (hetgeen
vrij optimistisch is), en we beschikken over
20.000 werklieden voor dit dloel, dan zouden
er uw zoonfje van negen jaar ktan het u
voorrekenen juist 1200 maanden of hon-
derdl jaren noodig zijn om die vier of vdjf-
hondierdHduizend gezinnen (men' mag aanne-
men, dat de faelft der huizen waren ingericht
op meer dan 6en gezin) weer aan een dak te
helpen....
'Hoeveei jaren en hoeveel mensdheh' zullen
er noodiig zijn om eerst de bouwvallen af fe
breken, het puin weg te iruiimen, de bouwstof-
fenl voort te brengen en ze naar de plaats van
bestemming te voeien?.^. Men duizelt, als
men denkt aan de boven-menschelijke taak.
'Hlet meest fclamimende vraagistuk op het
oogenblik echter is 'het geld. De mensdien die
ziWh! met den wederopbouw van het verWoeste
gebiedi bezi'g houden zitten met de anmen
over elkaar. Zij hebben geen geld meer. Zij
hebben nog net de ardhitecten kunnen beta-
len, die plannen voor den weder-opbouw had
den gemaakt. Daarmee was hun geld preciies
schoon op. En de Regeering, die voor 1921
ook zonder een enkel huis op te bouwen
zich' voor het lastige vraagstulk geplaatst
ziet: met 22 milliard inkomrten.... 56 milli
ard' aan uifgaven te bestrijden de Regee-
heetft emsttiger zorgen, en kan er niet aan den-
ken financieelen steun te verieenen.
Zoo draaim wij in een kringetje rond, waar-
uit de eenige uitweg is: Duitschtand moet be-
talen.
„Als Duitschlandl btaalt" aldus besluit
de Begrootingsrapporteur van de Kamer, de
heer Henri Qicron, zijn vralag, dat juist he
den in druk verscheen „afe Duitschland
betaalt, dan zullen wij onze financieele moei-
lijlkhdden overwdnnen, niettegenstaande de
ontzagldjke lasten welke de oorlog ons heeft
opgelegd1. Als het nifet betaalt, dan is er geen
uitkomen aan („le probleme est insolugfe").
zicht en nu en dan drukte 2ij haar zakdoek
heel vlug op baar oogen. Indien Charlotte or
niet steeds sfra.endi had uitgezien, zou ik per
slot van rdkening gelooven dat het huweiijk
een vrecselijk avontuiu' is De bisschop, die
het huweiijk inzegende, scheen ook te zeggen
dat het lang niet altijd een vroolijke gesoide-
dente lisGeluldkig scdert ik zie hoezeeer me-
vrouw MSorgane nrii op dat punt wat heeft
ik omfcrent deze quaes tie
wij® gem
_ga
niet meer af op de meeting van mensch en van
rijper leeWj'd en zelfs niet van oude menschen.
Ik denk als Charlotte d'at het heeridjk is al
tijd iemand bij je te hebben^ die dial op je is,
die afflcs goed vihdt wat je doet en wat je
zegt zoo is Pierre met Charlotte waar-
mee men kan praten, wandelen, muzaek ma-
ken, danlsien
'Hte't i!s heeell sldht en mSjir geweten is er zeer
door bezwaard, mlaar de preek van Mgr. De-
ronis bradht mij iin. allerldi1 wereldbche over-
pefcuzilrtgen.... En dan die blloemen, die toilet-
tea die meeniigte meensdhea maailoten dat ik
heefemaail, niet het gevoel1 had in een kerk te
zijn en mijn geest oraafde, gadoppeerde door
ile weet niet welk tooverland.... De dacht dat
alls ik ook eens getrouwd was, ik niet meer be.
knofd1 zou Wordtenv ik alles zou kunnn dben
wat wou. Vader, mijn ldeve Vader, zou altijid
bij mij zijn. Wij zouden mlevrouw Morgane
eigetns laten waar ze zelf het liefst wou, als
het ten! minste maar niet in ontze onmiidldellij-
ke nabijjieid was. En wij zouden heel gelukkig
zijn, met Yves en Oorentin.... Ik zag een
knappen joogen mian eeen soort als Guy
die mij kwam zeeggm' dat hij verrukt zou we-
zenals hij mij tot vrouiw had. Hij spralk met
mdjBe maaikte voor den vorm pllchtple-
gingen.... 'Het was heerlijk
IDaar kwam ieimand voor mij; staan. 'Het
was niet een stittoon jomgedinrig maar wel de
kerkdiemaar, die voormijn bidStoel kwam
staan en een diepe buiging voor mij maiatote.
Ik fliiisterde Ouiy toe:
Co de iaypret»iT ■yoegl er aan toa w ':w.
h«m de eenige logisdhe conclusie ile:
„Met alle dwanglmiddelen welke noodig
zullen blijken moeten wij eisdhen dat 'Duitsch
land betaalt. Al moesten we ons rechtstreeka
meester maken van zajn rij'Kdomcien („dussi-
ons-nous nous emparer directement de sea
richesses"), wij zouden elechis nesoen wat ons
toekomt."
Zoo denken velen hier over. Niet uit vedht-
lust, uit ,^nilitari6me" of uit Duitschers-haat.
Mlaar eenvoudig omdat het mort, omdat er
geen andere oplossing is, eff ook omdat het
rechtsgevoel der Fransdhen het eischt.
J a, er zou misschien toch nog wel1 een
andere oplossing kunnen zajn:
Een kleine groep Fransdien, met den afge-
vaardigde Jean Hennessy aan (het hoofd, heb
ben er op aangedrongen de Detachers zelf
weer te l'aten in orde brengen wat hun inval
zoo gtruweMjk heeft verwoest, en inderdaad
verdiende dit denkbeeld ernstige overweging,
te meer waar Duitschland nog onlangs te
Londen duidelijk heeft te kennen gegegeven,
dat het hiertoe wel te vinden zou zijn.
stig, dat de Fransche regeering gemeend heeft
haar absoluut te moeten terzijde schuiven.
Ten eerete is het een feit, dat de groote
meerderheid van de menschen uit de verwoes-
te gebied zelf hartstochteliiki zich ertegen ver-
zetten. Ik heb eenvoudige corpelingen gespro-
ken, die reeds twee zomers hdbben docrge-
bracht om van de winters niet te apreken
in een lugubere houten keet, tochtig, vochL
tig, donker en ongerieflijk, nog niet goed go-
noeg om er laugen tijd beesten of weiktui-
gen in op te bergen, en die toch zonder aarae-
len dit ellendig best aan verkoze®. boven het
leven iin het mooiste huisje Idat ,4>oche"-han-
den voor hen zouden hdbben gebouwd.
Men heeft in Holland geen idee ervan- hoe
zeer de Duitsciher nog hier gehaat en- veraf-
schuwd wordt, niet alleen in het verwoeste ge.
bied, waar men zou schieten op de Duiische
werklieden die er een doip zouden komen op
bouwen. maar zelfs ook in het groote cosmo-
politische Parijs. Ik zeg het niet om ietaand
onaangenaam te zijn, dodh omdat als behoor-
lijk journalist het mijn plidht is te wijjzen op
dit zeer belangrijk en niet te ontkennen ver-
schiijnsel. We mogen het ons kunnen begrij-
pen of niet kunnen begriteen, we hebben er
rekening mee te houden. En het zou zelfs de
Duiltsche belangen slecht dienen zijn, deze
dinigen weg te moffelen uit wereldburgersch^j
of misplatete tact.
'Did haat op zich zelf was reeds reden ge-
noeg voor de regeering om er nog eens twee
keer over te denken, alvorens eenige tiendui-
zenden Duiischere te laten uitziwamen over
het verwoeste gebiedi. Doch er is meer.
Vdlie jaren achitereen is men reeds bezig ge-
weest alle voorbereidende maatregelen te tref-
fen en zich te organiseeren om het werk zelf
te doen. De Fransche bouWmaterialen-indus-
trie heeft zich met het oog op dit doel inge
richt en uiigebretil. Een vereeniging „La Re
naissance des Cit&f" heeft al sinds 1916 een
ontzaglwielklkendien/ voor-arbeid verricht. en ai
de plans ontworpen en uitgewerkt op ae meest
doeltreffende en aesihethiSdie manier. Alles
is berekend op Fransche (en niet alleen op
Fransche, doch rneestal ook plaatselijke)
materia len, -Fransche axchitecien Fransche
werklieden.
Men stelt rich over het algemeen nog teveel
het weder-opbouwen van een twaamal ver
woeste provincies voor als het opslaan van een
j aarbeurs-terrem of een wereld-tentoonslel'-
lin|g. Wanneer ge u echter ook maar opper-
vlakJdg in de details gaat verdiepen, deimst
gc terng voor de geweldig ingewikkelde vraag-
siukken, welke hierbdj opdoemen-: eischen van
comfort, hygiene, esthetiek, kwesties van we-
genboulw, plaveieel, stadsaanleg, verkeer- en
vervoer-mogelijldheden, oveibrttgging, bcplan-
ting, rioleering, Machtoveibrenging, materi1-
alen-keus, overwegingen van theoreti«hen en
tedhnisdhto, economischen en eocialen, adlmii-
nistratieven en financieelen, juridischen en
legalen aard. Alleen reeds de wederopbouw
van Rheims, waardoar een ultgebreide staf
van Amerikaarsche achitecten, speciaal tot
dit doel naar Frankrijk geroepen, een plan
heeft ontworpen, zal een onderaeanfng zajn.
elk vooratelingsvermogen te boven gaande.
Men wil er een nieuwe haven maken met de
noodjge voorgelegenheden in verband met het
kanaal dat de stad doorsnijdt, nieuwe spoor-
lijnen) aanleggeo, veikeengwegen bane© of
verbreeden, nieuwe bruggen en tunnels bou
wen, de boogfe der huizen en de groepeering
der openbare gebouwen opnieuw regelen,
„Wat wil diem man van imlj?"
*IHBj wil dat je onder mijju geldde gaat
oaifecteeren" Be kreeg een harnoltopping bdj
het idie, dat ik zou moeten- randloopen zionder
de geringste onhandigheid te begaan, terwijl
al <fe WliMcen- van kennissen en nieuwsgnerigen
op ntij gevestigd waren. Guy, die mijn plot-
8clingen anglslt niet vermoedlde, voegde er met
een oirmerkbaar glimlfadhje din zijn snor bij
„KSjk niet te veel naar de schoone Christin-
nen1 in deze kerk vereenigd, want dan zou je
vergeten, dat je ooMecteerd... en God weet dat
er met je beuns en zajn inhoud gebeuren zou."
Op mijla beurt flufetetidfe 8k hem 'toe:
„0 Guy, ik zal goed) aplditen. Maar ik ben
zoo bang, dat ik een onlhandigheidl bega F*
„Wees tAaar niet bang.... Alles zal best
gaam."
Zijin kaQimte heeft ntiji goed gedaan: De kerk-
dienaar wadhtte op mij!; hij' begon al inwenr
dig ongeduldig te worden over mijn onbe-
wegelijikheid. Ik zag even de hemelSblauwe ja
pon van Madeleine, die reeds rondzweefde
en op mijh beurt heb ik mij op weg begeven,
met mijn hiand in die van Guy.
Wel-nu. ons coillecteeren is gegaan met een
correctheid, waar Madeleine vemikt over zou
zijn. Charlotte heeft ttnij onder haar skuier toe.
geO acheo-; maar Pierre heeft mij zijn aatinoes
gegeven zonder zijn ernstig gezidht- te verfie-
zen. De aalnwezngen hadden lang niet het-
zel-fde ernstige gelaat; de dames zagen er niet
uit of ze veel gebeden deden- voor de jongge-
trouwden. M-isschien deden zti| het wel in haar
hart, geheel en al' inwendlig. Ik heb verechei-
dene van mijn cavaliers van het bal herkend.
Zij groettesn mij in het voorbijgaan heel be-
scheilden en ik hoorde er een tot Guy fluiste-
nenl:
Ik fdiciteer je ivriend."
FetiCiteeren waartnee?._ Guy was het toch
niet die trouwde.
Wardt vervolgd.