AlKmaarsche Gourant Hondard Oris sn Twlntigste Jaarg?ng. Trjjdag 22 April. VERGADERING van den Gemeenteraad. Feuilleton. VAKKEN VAN ONDERWIJS GYM NASIUM EN HANDELSDAGSCHOOL. OPHEFFING CURSUS FRANSCHE TAAL. Mr. Sluis decide mede, dat B. en W den datum op 2 Sept. 1922 willen stellen, met het oog op een cursus die reeds een jaar loopt. Voor nieuwe leerlingen wordt de cur sus direct stop gezet. De heer V e r k e r k vroeg hoe B. en W. daditen over het Fransch aan de Burger- school. De heer Ringers zou gaame zien, dat het Fransch niet werd afgevoerd. Dit voor de kinderen die niet meer dan L. O. krijgen. Mr. Sluis betoogde, dat het voorstel een logisch gevolg was van den eisch van opheffing van Fransch voor toelating voor de H. B. S. Voor de Burgerechool moet de zaak nader .onder de oogen worden gezien. Het voorstel werd met aanteekening van den heer Ringers tegen, aangenomen. VASTSTELLING 1STE SUPPLL. BEGROOTING, DIENST 1921 Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. NADER CREDIET VOOR HET GEMEENTELIJK SPORTPARK. In bijlage No. 52 stellen B. en W den Raad voor te besluiten: a. aan Burgemcester en Wethouders voor de voltooiing van het gemeentelijk sportpark een nader crediet toe te staan van/ 27597,66' of in rond cijfer van 27600; b. het sub a. genoemde bedrag op te nemen in de eerstvolgende te sluiten geldleening. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. ONPEEiHANDSCHE VERHTJRING - BUFFET SQPORTPARK. wegens afwezigheid van den heer Wester- hof aangehouden. WOONPLAATS DIRECTEUR HAN- DELSSCHOLEN. In de vergadering van 22 Januari 1920 be- sloot de Raad den directeur der Handels- scholen voor den tijd van 6dn jaar, ingaande 1 Maart 1920, onthefiing te verleenen van de verplichting om in deze gemeente woon- plaats te hebben. Blijkens schrijven is het genoemden directeur tot heden niet gelukt de beschikking over een hem passende woning in deze gemeente te verkrijgen, waarom hij heeft verzocht te willen bevorderen, dat de Raad het tijdvak gedurende hetwelk hij van bedoelde verplichting is ontheven, alsnog mat erlengt - - ningnood raeenen B. en W. tegen inwilliging een jaar verlengt Met het oog op den nog heerschenden wo- verzoek werd ingewilligd voor van dat verzoek geen bezwaar te kunnen ma- ken, vooral niet nu de Commissie van Toe- zicht op het Middelbaar Onderwijs zich met de gevraagde verlenging kan vereenigen. B. cn W. stellen daarom voor te besluiten: den directeur der Handelsscholen tot 1 Maart 1922 ontheffing te verleenen van de verplichting om zijn woonplaats binnen deze gemeente te hebben. De heer H. E. Bosman vroeg of in het College over dit voorstel al of niet verdeeld- heid bestond. Waarom kan de directeur hier niet wonen als er woningen genoeg zijn? (Gelach). De heer Thom-sen zeide, dat niemand betoogd had dat er woningen genoeg zijn. De heer Bosman wilde het voorstel goedkeuren, onder bepaling dat het slechts voor 66n jaar wordt toegestaan. Mr Sluis wilde in deze dingen op het gebied van vrijstellingen niet te schriel zijn, mits de tak van dienst er niet onder leed.. Het voorstel werd hierop zonder hoofdelij- j ke stemming aangenomen. De Voorzitter decide mede, dat ook I de heer Green, leeraar aan het Gymnasium, verzocht buiten de gemeente te mogen wo nen Mr. S1 uT s vond slechts de hoofdzaak dat men minder aan belasting in het laadje S jaar. ONDERHANDSCHE VERHURING VAN HET PERCEEL RIDDERSTRAAT Nr. 10 In bijlage 50 wordt voorgesteld het per- ceel Ridderstraat nr. 10 met ingang van 1 Mei 1921 opmeuw onderhands te verhuren aan Helena Francisca Vermeeron, Wed. Hen- drikua Adolphua van den Bichelaar, voor den tijd van een jaar, doch met stilzwijgende ver lenging der huur van jaar tot jaar, behou- dens schriftelijke opzegging ten minste drie maanden vo6r het einde van elk huurjaar, voor een huurprijs van 500 per jaar, onder de nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden. Zonder hoofdelijke stemming aidus beslo ten GRONDRTTIL EN ERfPAFSCHEIDING BIJ DE 2e KABELSTRAAT. In Bijlage 51 stellen B. en W. den xaad voor te besfuiten ,.Die natuurliik is. Want cr is hier sprake van een allerliefstt meisje, waar wij alien vetl door Henri ArdeM. Naar het Fransch. 46) „Da-t de tocstand van1 Anlette is zooa's wij vreesden..... Yves Morgane was gerulneera1 toen hij! stierf en Arlette blijft zonder eenig fortuin achfer." Mevrouw Chausey zag haar breeder ver- baasd aan. Hloe -koni hdj;, d)ie zooveel van Ar lette hdeld, met die kalrnte den moeilijken toe- etand van het jonige meisje opnemen? „Guy, dat is heel treurig! Wat moet er van het 'arme kind worden „Juffrouw Gatharina en de kapitein vra- gen ons als vertegenwoordigers van haar fa- mdKe, of zij bij hen' mag blijven. Zij zouden1 haar alls't ware als kind aannemen. Maar Ariette zal hoop ik van hun edehnoedigheid niet behoeven gebruik te maken Mlevrouw Chausey gaf niet dadelijic ant- woordl Toen zei ze langzaam: .jlmrflerd'aad, zij kan niet altijd 'tot hun last blijven, evenmim als tot last van die akelige stiefmoederMdj! duntkt de beste plaats ^oor haar zou wezen bij1 ons. Vind je dat ook niet?" 'Hij boog zich over tot zijn zuster en kuste haar op het haar, zooals hi] deed toen hij een leim zeer aanhankelijk jongetje was. „Dank je dad je dlat begrepen bebt, lieve >tak voor die pedachte MJvs. van houden..Wat mij betreft, daarenboven, ik zal heel veel profi-teeren van haar tegen- woordigheid, want ze zal een gezelligneid voor me zijin wanneer Madeleine op haar beurt getrouwd isDus je zegf dat her ar me kind in It geheel geen fortuin heeft?" ,,'Nlagenoeg niets." En een vreugdle bezielde hem bij de gedach. te, daf hij haar dat fortuin zou verscltaffen, dat zij niet bezat; dat zij aan hem te dan- ken zou hebben' de bitterheid der afhanikelijk- hcid1 niet -te leeren kennen. De stem van zijn zuster schrikte hem wakker. ,Guy, waar denk je aau?" „Aan- allerlei emstige dingen Louise ztg eensje stelt oorecht belang in Arlet- Je bent oprecht aap hem gehecht?" „Zeer gehecht!" heihaa'de zij verrast. „Je stelt belaog in haar toekomst?" „Jla zekerIk zal alles doen wat ik kan om die toekomst zoo gelukkig te maken ais mij mogelijk is Ik-zal haar bij mij houden tot het oogenblik dat ik in de gelegenheid ben haar een goed huwelijk te laten1 ddenIk zal wel een betere partij voor haar kunnen. vnnicten dlan die van mevrouw Harvet." Een oogeniblik stilte. Toen verhdef zich de stem van Guy ernstig „Ik gieloof inderdiaad,, dat het beste voor Ariette zou wezen haar 'te laten trouwen... Maar het is niet noodig, dat je een man voor haar zoekt." Binnenland „Oim)diat, als Ariette wil, zij mijn vtouw zal worden. Met eern ware sfom'heid1 geslagen keek me vrouw Chausey haar breeder aan „Jouw vtouw Ariette jouw vrouw wordem! Ach kom! 'Guy, je schertst!" „Heb ik daar schijn van?" ,,'Het kan foch niet wezen, daf je er werke- lijfk aan denkit Ariette tot vrouw te nemen „Dn waarom niet?" „Wef, omdiat het een kind is, omda-t ze niet van jouw positie, niet uit je kring is, om- dat „Louise, ik bid je, zwij'g. 'De verba zing ver- bindertt je je woordlen te wikken en1 tte wegen en diiit zijn geen woorden dit ik kan: aanhoo- ren. op dit oogenbl'ik vooral' niet De toon1 van> Guy was zoo positief dat me vrouw Chausey begreep, dat zij een ernstig m-aninembesluif tegenover zich had. „Maar Guy, hoe is zu-lk een denkbee'd bij jc opgekomenWaarom wil je met Ariette trouwen? Waarom'?" Een glimliach ontspande Guy's geiaat. „Omdat ik even zwak en even' egoist ben als alle andere mannen en vurig verlanig ge lukkig te wordenomdat ik wcet d'ait al-leen te kunneni worden door Ariette, die ik liefheb..." ,.Heb je Ariette lief? Heb je IdeMe voor haar? Zoo veel dat je je vrijheidi, waar je zoo op gesteld1 bent, -aan haar wilt opofferen!" Ach kom. Je meent, diat je haar liefhebt, dat is het! Zij heeft je eerst geamuseerd.... Je hebt haar bekoorlijk gevonden om haar naiviteit, omdat zij nieta galeali op de vmuwen die je gewooa was ite ontmoeten. Later heb je je nog meer aan haar gehecht, toen je haar ver- d'riet gehidW teen je wist dat zc arm was.. Maar d'at zijn geen voldoende redenen om je hede toekomst te vemietigen De l'ippen van mevrouw Chausey beefden van ontroering en ze bleef staan. Ze kon met meer spreken, zonder de ooger- af te wenden van h-et ennstige gezicht van haar br >er Ik zou intege-ndeei gedacht hebhen Louise, -d'at d'ait' belangirijke redenen waren Maar je vergisit je als je veronderstelt, dat .k uit m-edelijden Ariette tot nam vrouw wil m-a-ken Ik ben geen heil-ige, gem relc', en uit liefda-dig- heid zou ik mij niet in staat achten- mijn le- ven- op te offeren aan een kind, die ik al-leen bcklaagde. Ik wil met Ariette 'trouwen omdat zij; mij inmig dierbaar -is, omdat zij; mijn diroom ver- wezenldjkt: eeni rechit rein jong meisje trou wen. onbekend met al wat leelijk is Am ontze arme menschheid. een jong meisje, dat geen anderen leermeester gekend heeft, waarvan geen enkele man die reinfe ziel heeft besmet!" „Het is dus een ddlettanten opwelling dat je met hiaar wilt trouwen viel, zij1 hem in de rede op denzelfden heftigen onbedwon'gen' toon. ,;Daar ben> ik een- oogenblik bang voor ge- weestNlu weet ik zelrer van nietIk weef maar al te goed' hoezeer -ik mij geheel- aan haar toegewijd heb en hoezeer haar geluk mij ter harte gaat. Louise, als ik je vertelde. d'at ik de man wensclftc te worden van Jeanne d'EMAve, dan sou je je niet BEANITWOORDE VRAGEN. Op vragen' van den heer Os&endorp beiref- fende de regeling der bczoldiging van dte onr derwijizers era onderwijzeressen aan de tuchf- scho-len, Rij'ksopvoed'ingsgestiich'ten en gevan- gen'issen, iuidf het amtwoord van den minister van j ustti tie De bezoldiginig van onderwijzero en de on derwijzeressen aan het Rijisopvoedingsge- stichrt voor meisjes en die van de onderwij zers en onderwijzeressen aan de gevangenissera word't inderdaad' nog uitgekeera overeenkom- stig de bepalingen der wet op het -lager on derwijs, zooals dieze luidden n:a d'e daarin bij de wet van 14 Juli 1919 (Stl)ld. no. 493) ge- brachte wijzi-gingen' met eene vermeerdering van 400 of 600 voor onderwij zers en on derwijzeressen der eerste caiegorie en van 100 of 300 voor die der -tweede cafegorie. In a-fwij'king van het gestelde in de vraag is hierboven niet tevens sprake van de onrfierwij- zers bij de Rijksopvoedingsgestichtera voor jongens omdat aan deze gestichten het onder wijs wordlt gegeven door „opvoedende ambte naren", wier bezoldigimg is geregeld niet in Bijlage B, dk>ch in Bijlage A van' genoemd •De oiKte^teekonde is aanvankelijik van oordeel, d;at de bczoldiging van d'e hierbedoeL de omderwijzers en onderwij zercsscn inder daad behoort te wondeni gcwijzigt in verband met die aanvulling van het Bezoldigingsbe- sluit Burgeriijke Rijksambtcnaren 1920 (St bid. no. 37), zooals deze is gcschicd bij de Kon. besluiten van 16 December 1920 (St bid. no. 699) en van 16 December 1920 ('St.bid. no. 900). Bij schrijven van 24 Februari j.l. is door den ondergeteekende te dezer zake het advies •gevraagri van de Cemtrale Commissie voor georganisoerd overleg to -ambtenaarszaken. Nia oraivangst van het advies van dteze com missie zal hij fen spoeddgste de vendere afdoe- ning dezer aangelegSiheid ter hand ne men. Op de vraag van de heer Albanda het toe- gankelijk zijn van een gesubsidtecrdte hiizon- dere school aileen voor de kinderen van' ledeni mijin plan' verzetten!" ..Nlatuurlijk niet. Je zou een gepast huwe lijk doenJte zou een vrouw trouwen die tot denzelfden kring behoort als jij, van de- zelfdte opvoedin'g, hetzelfde foriuin. Een doffe kneet onfsn'apte aan' Guy's boret „Ha! daar heb je het etodelijk vrijmoedii'g bekend, het ware motief van je tegmkanting.. Dus ook in jouw oogen Louise is het' huwe lijk een quaesfie van geld. Dat de buidel van ieder der twee verioofdten goed gevuld' is, dat is a-lles wat je verlangtAls ik tor vrouw wou nemen het doet er niet toe welk salcnjjop- petje, al was het een' coquette d'ie afschuwe- l'-ijk veel cndervindinig had, maar daaren te gen een mooie hruidscnat meebracht, dan zou je verrukt je tostermntog betuigen en je zou de eerste zijn om mij aan te raden zulk een koop te sluiten:. En diat je Ariette verwerpt, terwij'l je toch zei, dat je haar liefhad en als je ddchter wou behandtelen dan is dat enkel en: aileen omdat ze geen rijke erfge- nnme is!" Guy, ie bent wel hand viel mevrouw Chausey hem to die rede en haar oogen ston- dera vol teamen,. Er was veel waars in dte woorden van haar breeder, ma,ar zij had een- verontschul ltoing. Zij had altijd <aIs een moeder eeizuchrivoor hem gehad em nu sloot hij: zich zelf alle kans op een schitterende toekomst af en wilde zijn levara wijdlen aan een kind zonder fortuin, alleriiefst. dat moest zij erkeranen, maar niet liever dan zoovele anderen. die naar hem toe zouden Icnrafu met de bandies vol goud i tiandjes vol gout eeevsJeA X(. 98, 192L BENOEMING AMBTENAAR GROND- BEDRIJF. MARKTWEZEN EN HET SPORTPARK. Zie de „A1kmaarsdie Gourant" van 19 en 20 dezer. Den heer v. dL Bosch kwam het ge- wenscht voor het voorstel aan te houden. la het voorstel van B. en W. miste spr. een salarisvoorstel, dit kwam hem on-gewenscht voor. De heer V e r k e r k zou ook gaarae zien dat het voorstel werd aangehouden. Aldus werd beslotan. HERlZIENING DER VERiORDHNTNGEN OP H1ET HIEFFEN EN INVOiRDEREN VAN EEN HOOFDELIJEE'N OM'SLAG -nt a a -r hex INKOME0N. In bijlage 58 stellen B. en W. aan den raad voor vast te stellen de volgende VERGRDEfNING tot wijziginig dar vercxr- deninigen op het heffen en invorderen van een hoofdelijken omaLag naar het inbomen (Gem.bl. noe. 591, 606 en 635 en Raadsbe- aluiten d.d. 23 October 1920 en 20 Januaxi 1921). le. In de heffingsverordening in xe voegen •en nieuw artikel IS bin na artikel 13, lnidende: „In afwii'king van het bepaal'.e in ar tikel 13 wordt het tijdvak van 1 Januari 1921 tot en met 30 April 1922 all 66n ef- eonderlijk belastingjear beechouwd. ..Aanslagen over een gedeedte van dit belastLngjoer «n onthefftofea wegens overlijden of vertrek wit de gemeente warden berekend over aeetiende gedeel- ten van een' voljaareaaaslag, inplaats van over twaalfde gedeedten. „Voor het belaetingjaar 1921/22 wordt een percentage van heffing vastgesteld, ale noodi-g wordt geacht oan ten naasten •bij 10/12 maal de opbrengst te veraohaf- fen, welke op de begrooting der plaatse lijke inkomsten voor het jaar 1912 ie uit- getrokken". 2e. in de inningeverordening het slot van artikel 8 le lid te lezenaijn to- vorderbaar in zeven gelij'ke termijnen, vervallende den laatoten April-, Juni-, Augustus-, October-, December 1921, Februari- en April 19122" en in het 3e lid in plants van /November-" ,/Miaart 1922". So. te bepalen, dlat deze vwordening tot wijziging geacht wordt in working te rijn getreden op 1 J anuari 1921. Conform besloten. B. era W. stellen den Raad voor het volgen- die besluit te nemen. De Raad, gezien een verzoek van den heer C. A. Witrte, alhier, paohter van de buffetten op het gsmeenWIijik Sportpark, om aan bam gedurends d« jaren 1921 en 1922 die buffetten orudershanda te varpachten voor een som van 750.per jaar, benevens de ikosten van lioht en 10 per jaar voor watergebxuik voor die buffetten; Overw agenda dat de aangeboden pachtlom alleizins billiik i« te achten en dat bij een opembare verpadhting vermoecUiijik geen h-oo- gwr bedrag zou yarkregen. worden; Besluit: aan den heer 0. A. Witte, alhier, onderehande te varp achten voor de jaxen 1921 en 1922 de buffetten op het gemeentelijk Sportpark voor de ana van 760.— per jaar, benevene de koeten van lioht en J 10.— per jaar voor wa- tergebruik voor die buffetten, zuiks op de nader door B. en W. vast te etellen voorwaar- den en bepalingen. Als voren. VOORSTEL GEMEENTELIJK GROENTENBEDRIJF B. en W. stellen den Raad voor om het 17 November 1920 gedane voorstel van- de soc -dem. raadsfractie, om over te gaan tot het inrichten van een gemeentelijk groenten- bedrijf, met als grondslag verhuur van ge- meentegrondenhet sluiten van levertogs- contracten met producentenvereenigingen rechtstreeksche aankoop ter veiling; verkoop in eigen goed ingerichte verkoopplaatsen, niet te aanvaarden en wel op uitvoerig aan- gegeven gronden. I. B. en W. te machtn^en de sloot tueschen het peroeel op den hoel der 2e Kabel- straat en den dwawweg van den Baan- eingel te doen dempen en in het verlenig- de van den vrijen zijgevel van dat peroeel •en eekuttiag met deux te doen maken. waaxvan de koeten worden ©eraajad op 300.—. II. bij de gemeente Alkmaar koeteloos in „W««ai8« nist?" eigen-dom over te nemen van de N. V. Woningmaatschappij „Aiikmaax" die etrook grand gelegen tu&schen de hietrbo- venbedoelde eohutting en de kadattrale grene van het daarbij 'bedoelde perceel, ter grootte van omatreeki 93 -centiaren, ale op de hierbij overgelegde teekening ie aangeduid, onder voorwaarde dat de koetwa van overdracht komen voor reke- ning der gemeente en door de deur van de hierbovenbedoelde aehutting een reeht van uitgang wordt verieend aan de ver- koopstor. Ala voren. KINDCEIRVOiEDING EN -KLEEDING. Iugevolge art. 11 van het Koniraklij'k Be aluit van den 19 November 1900, Staatablad no. 202, to-t vaatetelling van regelen, waar naar de gemeenteraad bevoegd is aan aohoolgaan- de kinderen, ter bevordering van het echool- bezoek, voeding en kleedting te veretreklken of met dat doeil aubsidie te verleenen, is de Raad verplicht na het veretrijken van het d'ienet- jaar aan Ged-eputeerde -Staten veraiag uit te brengen aangaande de wijze waarop de op de gemeente-begrootinig toegestane bedragen voor het in artikel 35 der Leerpliohtwet om echreveni doel zijn besteed. B. en W. etellen voor om het door hen op- gemaakte entwerp-verelag al® bovenbedoeld, 'twelk zij voor den Raad' ter lezing zullen neer leggen, vast te etellen en te besluiten af- echrift daarvan te zenden aan de Gedeputeer- de Staten dezer provincie en den Inspocteur van het lager oederwije in de inepectie Alk maar. Ails voren. PLAiAfTSEN VAN EEN HEK LANGS DE LINDEGRAOHT. In d» vergadering van de OommiHie ran bijetand voor de publieke werken, gehouden op 21 Maart j.l. is de werochelijkheid betoogd om lange een gedeelte van de Lindegracht aan de zijde van de fabriek „Eiik en Linde" tegenever de verbinding met de Olariesen- buurt ter lengte ran ongeveer 4 Meter, een hek te plaateen om gevaar voor het te water geraken te voorkomen. B. en W. onder schrij ven haar. De koeten van het te maken hek zijn op 100 begioot. Zij etellen voor te besluiten: Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen van 100 voor het doen maken van een hek ter lengte van ongeveer 4 Meter lanjg® de Lindegracht aan de zijde van de fa- fabriek „Eik en Linde" en dteze uitgaaf na der te regelen bij supple to ire begrooting even- tueel bij af- en overschrijving op den dienst van 1921. Als voren. De raad gimg hierop in- comitA. Na de her opening was het woord aan den wetlhouder van het gTondbedrijf, den heer Thomsen, die machtiging vroeg voot den: aan koop van een stukje grond in het Overdie van den heer Imping, groot 1 H.A. 69 A. en 50 cA en wel voor den prijs van 70 cent per M2. Tevens werd- machtiging gevraagd voot het aanvangen van een onteigeningsprocedure in- dien de heer Imping voor dien prijs niet wil verkoopen. De gevraagde machtiging werd z. h. st. ver- leend. SOaRIFTELIJKE VRAGEN. De volgende vragen zijn ingediend: Van den heer Smeenk aan den minister van waterstaat: Kan de minister mededeelen, of de herzie- ning van het puntental (waarop de bez. idi- ging der kantoorhouders bij den post- er te- legraafdienst is -gebascord) naar de ui'kom- sten van 1920 spoedig ..1 plaats hebben? Van den heer Bomans aan de ministers van arbeid en landbouw nijverheid en hander: Is de minieter van arbeid 'bereid >m aan landa-rbeiders, d'ie in verband' met de verierij- ging van een plaatsje een rijlksvoorschot ont- vangen ingevolge d'e Landarbeiderawet, tevens een bouwpremie toe te kennen ikrachtens het Koniniklijk besluit van 8 Nov. 1920, .no. 29? 2. Indien deze vraag bevestigend wordt be- antwoord, naar welk bedrag -meet dan, volgens den minister van landbouw, nijverheid en han- del' het AAn-tiende, waarvan sprake i® in ar tikel 3, lid 1, letter F, der Land-arbeidenswet, worden 'berekend; naar de -koeten van verkrij- ging of m-ceten dde ikosten voor de 'berekening eerst verminderd worden met het bedrag der bouwpremie Van den heer de Banter aan den minister van- binnenlandsche zalken I. Is de minister mi jt van meendng, dat door zijn onderteekening van 22 Maart j.l., no. 3560, afd-. D. B., aan Gledeputeerde Staten der onderscheidene provincien gerichte cir- culaiire, wa-arin er op wordt aangedrongen, dat door toepassing van het bepaalde in art. 243d, laatste lid, der Giemeenitewet zal wor den bevorderd, dat aanslagen in de plaatselij- •ke inkomstenbelasting naar een zuiver inko men van beneden f 800 komen te vervallen, feitelij'k een limiet wordt gesteld voor den aftrek voor nood-za'kelijk leven-sondierho-ud E'-n zoo ja, acht de minister zijn circulaire dan niet in strij-d' met het -op 2 November 1920 bij de behandeling van art. 243d der Ge- meentewet in de Tweede Kamer ook dooT den minister van financier! ingenomen stand- punt, <Lat het niet gewenecht i-» daarvoor een lilmiet te stellen? EL Is de minieter niet van mening, dat bij het bepalen van de gren® waar de heffing van de belaating zal aanvangen, de -plaatseHjke omstaudigheden dem doorelag moeten geven en d'at er daarbij' naar moet worden gestxeefd, die grene zoo laag mogelijk te stellen? HI. I# het den minister bekend', dat in een groot a-antal gemeenten de aftrelk voor nood- zakelijk levenson-derhoud voor de on-gehuwde belaatingplichtigen lager ie dlan voor de ge- huwde belastingplichtige en dat met hand'ha- ving van dat verschil de toepassing der cir culaire er toe zail lei-den, dat voor laatetge- noemde 'belaetingplichtigen de grens van vrij- stelling aanmerlkelijlk -boven 800 valt? IV. Is het den minister bekend, dat in tal van igemeenten de aftrek voor noodza'kelijik levensond'erhoud v-oor ongehuwden mind'er dan 600 bedraagt), zoodat, om de aanslagen beneden een zuiver in'komen van 800 te d-oen vervallen, behalve toepassing van een marge ingevolge art. 243d, laatste lid1, van 200, ook verbooging van den aftrek voor noodiza- kelijik levensond'erhoud' (oih h-ert bestaande verschil te behouden ook van het voor -ge- huwden geldend bedrag) zal moeten plaats hebben Acht de minister ook in die geva-llen het koatenibezwaar niet van belang? V. Is de minieter niet van -oor-dieal, dat het etellen van een marge ingevolge art. 843d, laatste lid, van 200 in tal van gevallen noodwendig medebrengt heriziening van de heffiagsschaal, in dlien zin, diat de 'belasting voor de alsd-an in a-anmerking ikomende laag- s-te belastbare inkomens aanmer'kelijk wordt verminderd, waarvan het gevolg moet aij-n, dat d«- belasting roor de hoogere inkomens in vele -gemeenten belangrijk wordt rerhoogd, hetgeen, waar de inkomstenbelaeting tot het uiterste is opgevoerdi, zeer ernsti-ge gevolgen kan hebben, of acht de minister het -geeni be zwaar, dat van inkomens, die de grens van vrijetelling maar even overschrijden, een be- trekkelijk zeer groot bedirag aan belasting worde gevorderd Zoo ja, is het den minister dan bekend1, dat in vele gemeenten, ook als gevolg hiervan, een aammerkelijke da-ling van de opbrengst der belasting is te verweahten? VI. Is d'e minister niet van- meening, dat waaT het dus geensizins om onbeduidende be dragen gaat, het bezwaar van de invordering der laagste aanslagen niet overwegend- mag zijn, te meer waar de opbrengst aan de ge meente ten goede kornt en de inningskosten zijn voor Tekemng van het rijk VII. Acht de minister het wel juist, dat, wa-ar de wet de invordering der plaatselijke in'komstenbelasting aan 's rijks ambtenaren oipdr-aa-gt, deze invordering zou moeten ge- schiedte-n volgens de gemeentelijke verorde- ningen, waar immere de gemeentelijke wetge- ver aan rijiksambtena-ren niets kan voorschrij- ven en toch de aanvulling der gemeentelijke verordening volgens de aanschrijving aan Ge- deputeerde Staten onvermijdelijik dat 'karakter zou hebben Is de minister derha'lve niet van meening, dat het tot de taak van den -rij-kswetgever be- hoort de daarbij te volgen regelen vast te stel len, zoodat aanvullende bepalingen in de ge meentelijke verordeningen -kunnen worden gemist? Van den heer Wijnkoop aan den minister van binnenlandsche za'ken: Is het den minister bekend, dat in het ge- heele -land wellicht een 40.000, waarvan in Amsterdam een 7000 binnenschippers hun woonplaats hebben, die als het op een stem ming voor Kamer, Staten of raad aankomt, goeddeels niet -binnen de plaats hunner inwo- ning zijn of zelfs kunnen -komen, omdat zij door hun bezigheden op dat moment veelal verre van die plaats verwijd'erd1 zijn? W-a-t is de minister van plan te doen om te ma'ken, dat oak deze menschen, zonder voor hen onmogeiijke reiskosten, van hun: stem- recht er plaatse waar zij- zich toeva-llig op- houden gebruik bunnen maken Acht de -minister het niet billijk, d'at ook voot de aanstaande stemming te Amsterdam op 27 April duizenden 'binnenschippers, die op dat moment niet ter plaatse 'kunnen zijn, door een noodmaatregel in staat gesteld worden alsnog van hun stemrecht gebruik te maken Van den heer Wdjnkoop aan den minister van -land'bouw, nijverheid en handei: Is het den minister bekend, dat de nood ten gevolge van werkloosheid onder de binnen schippers en 'groote afmeting begint aan te nemen? Acht de minister het dan niiet uit dien hoofde noodza'kelijk de zoogenaamde vrije ldjet in de binnenschipperij in te trekken, en uit- sluitend de beu-rtlijst te -handhaven'? Zoo noon, waarom niet? Wat is die minister overigene van plan te gen de groeiende werkloosheid in de binnen- •chipperij en tegen de daaruit voortvloeiends e'llende te doen? De volgende vragen zijn ingediend: Van den heer Btaat aan den- miniiter van binnenlandsche zaken lo. Ia de minieter bereid' om, met het oog op de beizwaren van land- en tuinlbouw, den zomertijdl zoover mogelijk in te krimpen-? 2o. Ie de noiniater bereid om te -bevorderen dat de plaatselijke autarxteiten de publieke klokiken op zannetijdi kunen doen loopen? Van den heer Kruj-t aan de miniaters van buitenl-andsche zaken en van wateristaat: Is het den ministers bekend), dat de direc- teur-generaal der -poeterijen en telegrafie be kend heeft gemaakt, dat de hervatting van het briefpostverkeer met Ruslandi, die den 18den April j.l. zou zijn ingegaan, wegens o-n- voorziene moeilijkheden tusschen de Duiteche en Poolsche postadministratie betreffende de doorzending tot nadere mededeeling is uitge- atdld Kunnen de ministers mededeelen of hun- nerzijds iets, en zoo ja, wat gedaan ie om bet - briefpostverkeer met Riusland langs anderen weg dan via DuitscWand en Folen te bewerk- stelligen. Van den heer. Van der Waerden' aan den minister van onderwijs, kuni-ten en weten- schappe: 1. Is het den minister bekend, diat door de afdleeliug Amsterdam van den leader! and- storm aan directeuren van H. B. S. in Am sterdam is medegedeeld', dat er prijs op ge steld zou worden, als de kaderlandet orm een eerewa-cht voor het paleia op den Dam zou 'betirekken, waarvoor het noodig zou zijn dat leerlingen, ledsn van dsn kaderlandstonm, twee schooltijden verzuimden? 2. Is de minister niet van oordeel, dat deze mededeeling in strijdl is met de dtor den 'ka- derlandstorm in November 1920 verzonden circulaire, waarin onder 4o. wordt verzekerd, dat deze mi Lite ire opleiding geea achode sal toebrengen aan het onderwij* Van dien heer Abr. Staalman aan den mi nister van binnenlandsche zaken: 1. Is het juist, dat van vertchillende mi- nisterieale departementen tal van personen, die als schrijver op jaarloon zijn aangesteld, tot den kler'kenrang zijn bevorderd zonder het gebruikelij'ke examen te hebben afgelegd en daardoor een betere salaris- en pensi-oenisTege- ling hebben verlkregen, maar dat aan het Centraal Bureau voor de Statist!ek zulk een bevordering zonder dit exa-men tot heden' niet mogelijk is gebleken, hoewel de directeur van dit -bureau daartegen geen beizwear heeft 2. Zoo ja, is de minister dan geneigd ook aan gezegd bureau de hiervaor in aanmerking fcomende ^chrij'vers op jaarloon tot klerk te bevorderen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5