ASkmaarsche Gourant
Brieven nit Berlijn.
Kip pen en Konijnen.
Zaterdag 30 April.
Engelsche brieven.
Hoiiderd Drie en Twlntigste Jaargang.
De Engelsche crisis.
Londen, 26 April.
Engelamd maakit een zeer, zeer moeilijken
rijd mee. TerVijl de belastingbetaler, dat wil
dus zeggen het volk in zijm geheel, leeghloedt
en de stabiliteit der gemeenschap in gevaar
verkeert door de vreeselijk drukkende dinec-
<te en indireote belastingen, zorgt een gedeel-
te der gemeenschap wel, dat de toestand
voortdurend verergert. Dat gedeelte der
bevolking is, wat wij kortweg noemen^ de
os te worden, dat het gevaar van ineenstor-
ten van het trotsche Britschfe Keizerrijk alles-
halve denkbeeldig is.
Maar eerst iets over de belastihgen D^ze
zijin hier ontzettend drukkend en i'k geloof niet
dat er een land iter wereld is, waar zooveel
per hoofd der bevolking opgebracht wordt, n.
1. 22 pd. st. (ongeveer 260), vrouwen en
zuigelingen inbegrepen. Op het oog af lijkt't
krankzinnig, maar het is toch zoo. Van elk
pond Sterling dat men verdient moet de Staat
6 shilling, dus bijna ten derde, aan inkom-
stenbelasting hebben. Dan zijn er de „rates
and taxes", het best te vergelijkem met onze
gemeeratebelasting. Een vriend' van mij woont
in Surbiton, vlak bij London. Zijn huishuur
bedraagt 200 pd. st. per jaar. Daar komt
liefst even 130 pd. st. voor „rates and taxes"
bij. Ik wil hier niet eens spreken van men
schen diie eigendonunen hebben. 'Dien wordt
heelemaal het veil over de ooien gehaald. En
ook de suceessie-rechteu laat ik liever buiten
beschouwiing. Dat is een belashug die men
billijken kae, hoewel deze ook hier enorm
hoog is. Er is mij; een geval bekend! van een
dame, die ma het overlijden van haar vader
17.000 pd. st. erfde. Toen de verschillcnde
belastingen op dit vermogen waren betaald,
kon de dame in kwestie met 6500 pd. st. naar
huds gaani. iDit alles is echter kinderspel ver-
geleken bij; de indireote belastingen Eeipge
voorbeelden illustreeren dit misschien het
best. De wiskey fcost hier twaalf shilling en
sixpence per flescb. Dit is de standaardprijs.
In dit bedlrag is acht sbillingen voor den
Staat. Een pakje gewone „Goldflake" sigaret-
ten 'kost inl den winkel een shilling Bijna
sixpence, dots de helfto, is voor den Staat. En
zoo gaat het nog zeer veel andere artikelen.
Het reizen per trein fcan men in Londen ook
een indireote blasting noemen, daar men er
niet buiten1 kau. iDe afstanden in deze stad
met haar bijna acht millioen bewoners, zijn
zoo geweldig, diat haast iedereen, die in the
City of West-End werkt, den trein moet ne
men om maar zijn (haar) werk te komen. Hon-
derdduizenden wonen in de voorsteden en de
beste en snelste verbindingen zijn de treinen.
De treinen die de verbindingen met de voor-
stedten onderhouden hebben' slechts le en 3e
klasse. Nu is het reizen 3e kl in de drukke
uren niet te doen. Na een vermoeiieuden dag
van hard werken en na misschien een half
uur aan een lus in de motorbus gehangen ie
hebben om het station te bereiken, wil men
dan toch gaarne in den trein zitten. Om
daarin niet telkens teleurgestcld te worden,
moet men een le M. biljet nemen NTu heeft
iedereen zijn abonnement. De meeste voor
steden, de beste, laat ik liever zeggen. liggen
10 a 12 mijien van het hart van Londen. Een
abonnement le kl. voor dien afstand kost on-
eveer een pond per week. U ziet daaruit Jat
it voor een middenstandsiman een zware
belasting is.
Ook dfe ontzettende belasting op automo-
bielen dreigt de populariteit van de auto hier
zwaar te schaden. De belasting bedraagl ten
pond per P.K Een wagen van 25 P.K. wat
toch nog maar een gewone toerwagen voor 'n
middenstander is, moet dus bijna 300 be
lasting per jaar opbrengen. Vele menschen
verkoopen dan ook hun wagen en de motorin-
dustrie ligt tameaj'e op £en oor
En zoo zou ik u nog zeer vele kleinere,
maar niettemin zeer diukkende belastingen
kunnen noemen.
Gisteravond diende de minister van Finan-
cien zijn begrooting in. Dit was de laatste,
die de heer Austen Chamberlain bij het Par-
iement indiiende, daar hij vervangen wordt
door sir Robert Horne. De heer Chamberlain
verwacht dat de belastingen dit jaar
1.216.650.000 ponden sterling zvllen op
brengen. Dit in Hlol'landsclie guldens omge-
zet, geeft zulk een onmogelijk hedrag, dat
men er onwillekeurig van rilt.
Ein nu kom ik, na deze paar uiteenzettin-
fen, tot het punt van uiitg,aing van dezen brief,
ioe daarin verandering te brengen? Als er
geen radicale verandering komt, moet het
land bankroet gaan. De echte rijkdom van
Engeland is zijn Industrie en export. Nu, bei-
den liggen lam gestagen, en de hoofdsdiul-
dlige van dit alles zijn de hooge loon en. Een
van de allergrootste bronnen van rijkdom
hier, zijn de steenkoolmijnen. Dit is wel de al-
lervoornaamste sleutelindustrie van het land.
Sinds zes weken komt echiter geen schepje
steenkool naar den oppervlakte, met het ge-
volg dat iederen dag minder treinen loopen
en zoo goed .als aide fabrieken, die tot noch
toe, niettegenstaamde de industrieelfe crisis, 't
hoofd boven waiter hebben weten te houiden,
hunne deuren moeten sluiitee.
De mijneigenaars hadden den mijhwerklie-
den een verlaging van loonen voorgesteld.
Daarvan wilde men echtei- niets hooren en de
boel werd maar liever stilgelegd. De Engel
sche steenkool kost drie pond per ton van
produceeren. hi het buitenland kan men ech
ter Aimerikaamsche of Belgische steenkool
voor twee pond per ton koopen. Dit groote
prijsverschil dreigde voor de Engels<±e In
dustrie een geweldige strop te worden, daar
tooh steenkool het bloed van de gansche In
dustrie is, en naituurlijk de hoogere prijs op
alle producten dnifcte en daardoor het con-
curreeren in vreemde lanlden geheel onmoge
lijk werd. De laatste paar jaren had de regee-
ring de mijnindustrie met millioenen gesubsi-
dieerd, maar het is natuuriijk vreeselijk on-
billijk om het geheele land belastingen te la-
ten opbrengen om de mijnwerkers hunne loo
nen van itien pond en meer per week voor ze-
ven uren werk per dag, te 'kunnen blijven be-
•alen. Dlie subsidie heeft nu opgehourien' en
e mijneigenaars kunnen1 uit hun eigen zak de
eel te hooge loonen niet betalen.
Mten heeft hier zeer weinlg sympaithie met
de mijinwerkers, die weinig benul van sparen
hfibbeide, met hunne vrouwen en kinderen
reeds groot gebrek lijden. Wat het einde van
dezen strijd zal zijn, is moeilijk te zeggen.
AL'le industri&i lijden aani hetzelfde euvel.
De looneni zijn zeer hoog, de werkdag zeer
kort en in dien1 korten werkdag wordt zoo wei
nig mogelij'k uitgevoerd. De vaikvereenigingen
zijln hier almachtig; daar heefit men biji ons
in Holland geen flauw begrip van. De presi-
denten der vakvereenigingen zijn de ware re-
geerders1 van dit land, en tenzij die tet ander
inzicht komen en de verschillende bonden ad-
viseeren tot het aceepteeren van een verminde-
ring der loonm en wat meer energie in hun
werk, moet het eintde wel' zijn het absoluut te
loor gaan van 9/10 van den export. Htet land
zelf kan men natuuriijk altijd1 blijven bedienen
door het nog hooger opschroeven der inko-
mende rechten op .alle producten uit het bui
tenland, maar daar is de groote exportindus-
itrie niet rnede geholpen.
Hoe enorm hoog die inkomende rechten op
zeer vele artikelen reeds zijn, waardoor lanig-
zamerhand het vrijhandel-systeem door een
van proteotie vervangen is en alles kunstma-
tig duurder wordt, hoop ik u in een volgen-
dai brief aan te toonen.
S. LOOPUIT.
XXV.
Berlijln, April 1921.
In het Berlijnsche leven van de laatste
weken spelen de dooden de grootste rol. Het
bericht van het overliiden van dte ex-keizerin
was wel sedert maanden verwacht, maar toen
het eindelijk uit Nfederland' kwam, maakte
het toch grooter indruk dan men "had mogen
verwachten. Keizerin Augusta Victoria was
nooit wat men pleegt te noemen een populai-
re figuur, noch in, noch buiten Berlijn. Maar
het lot van de ongelukkige vrouw, die tiental-
len van jaren in glans en schittering heeft ge-
leefd en wier levensavond eindigde in 'n som-
bere balilingschap, heeft toch- niemand onbe-
wogien kunnen1 laten. Ein nu is potseliing aan
het licht gekomen, dat er onder de Berlijnsche
bevolking toch een groote sympathie bestaat
voor de Hohenzollerns. Wij kunnen daar
ronduit over spreken. Men' behoeft in het bui-
•tenland niet te gelooven, dat hier iemand'
denkt aan de mogelijkheid' van terugkeer van
het keizerschap. iDaarvan is en kan geen spra-
ke zijn. Ieder die oogen in het hoofd heeft,
ziet duidelijk, dat de monarchic in Duitsch-
land afgedaan heeft en dat alleen in een rus-
tige, steeds verder gaande ontwikkclimg van
dfe democratische en republikeinsche gedach-
te aan ons staatkundiig leven vorm en toe-
komst gegeven ikan worden. Miaar men' kan
niet verwachten, dat die kringen, die vroeger
voor het Hof en de dynastie zoo groote sym
pathie koesterden iets wat wij, oude demo-
craten nooit hebben begrcpen hun vroege-
re gevoelens dadelijk na de revoluitde als oude
plunje hebben- afgelegid. Dat is niet het geval
geweest en dat is in zekeren zin sympathic
ker d an' de houding van de„ Noveniber-socia-
listen", zooals mien ze hier noemt, van de
menschen, die bij1 de revolutie van November
1918 op slag aanh angers wenden van dfe
nieuwe conjunctuur en' plotseling zich gedroe-
gen, als waren ze altijd aanhangers geweest
van het socialisme.
Voor den oorlog bestond in Duitschland
cch zeer overdreven byzantisme. En tot onze
verbazing hebben wij nu bemerkt, dat dat nog
volstrekt niet dood is. De manier waarop de
gevoelens bij den dood van de ex-keizerin
zich' hebben geuit, was zeer rijkeijk doorspfekt
met zeer duidfeliike byzantijinsidie trekken.
Met verbazing hebben- we gezien hoe duizen-
den en nog eens dudzenden zich vehdrongen
hebben bij dfe begravenispleditighcid in Pots
dam. Hoe de menschen, die in de trcdnen geen
plaats konden krijgen, er te voet heengingen,
hoe de reactionaire couranten dit overlijden
gebruikten als een middel voor politieke pro
paganda en hoe de ex-keizerin, wier beste
eigenschap haar bijna burgelijke eenvoud
was, werd beschouwd als de goede genius
van't Duitsche volk. Met verbazing hebben
we gezien hoe plotseling uit tallooze huizen
de oude, geen bestaansrecht meer hfebbende
zwart-wit-roode vlag met rouwfloers werd
gestoken, hoe op straat een aanmerkelijke
handel met portretten van de Hohenzollerns
werd gedreven.
Het was waardiger geweest de zoo zwaar
beproefde vrouw in eenvoud en stiite te be-
graven, in plaats van een begrafenis in te
richten, die door haar rompslomp in oudien
stdj'l, de gedachte aan een vertooning walcker
riep, Maar toch het byzantisme van- thans
is in elk geval minder onsympathie dan dat
van voor 1914. En zoo de begrafenis van de
ex-keizerin als het karakter van een demon-
stratie aannam wat in elk opzicht te be-
treuren is een demonstrate voor een terug
keer van de Hohenzollerns werd het niet
(wat volslagen zinneloos zou zijn geweest),
maar een demonstratie van ontevredenheid
met dfe tegenwoond'ige tocstanden. Menschen,
wier politick besef nog in de windselen ligt,
en zoo zijin er velen in DurtschLamd
verwarren licht oorzaak en gevolg. Zij ver-
beeldien zich, dat aan het ongeluk, dat over
Duitschland is gekomen, era waarvan de ma at
nog steeds niet vol schijnt te zijn, de tegen-
woordige staatevorm sdiuld1 is, aie uit den
chaos nog geein oplossing heeft kunnen vin-
den'. Zijl vergeten., dat de schuld veel meer bij
hot vroegcre regime is te zoekera. Zij zeggen
vroeger was het beteren met wecmoed den-
ken zij dam aami alles, wat eens was, ook aan
dfe monarchic....
Buitemgewoon populair was sedert jaar en
dag in Beriijn een andere persoomlijkheid, die
thans ook het tijdelijke met het eeuwige ver-
wisseld heeft. !Dat was Lorenz Adlon, de
stichter en eigenaar van het beroemde hotel
op den Parizer Platz, tegenover de Branden-
burger Thor. Sinds den dood' van Adolf von
Menzel, den beroemden schilder en Theodor
Mommsem, dera grooten histaricus, waren er
in Berlijn nog maar weinig menschen, die
iedereen kende. Tot hen behoorde Lorenz
Adlom. ;De deftige heer met den vollera, wit-
fen, een weinig coquet gefriseerden baard,
en het groote hoornen lorgnet was overal
te zien, waar er wat te doen was. Zijm popula-
riteit groeide nog, toara zijm hotel, dat sedert
lang een wereldireputatie had, ma den oorlog
als hoofdlkwartier vam de Entente-cominissie
in Berlijm een politick cachet kreeg.
Het begin van Adloo's succesvolle carrii-
rc was im Amsterdam. Diaar bad hij In den
internationalen wedstrijd om 'n groot restau
rant op de Amsterdamschc wereldtentooostel-
ing in de tachtiger jaren den eersten prijs ver-
wcnneni. 'Ik heb zelf meermalen gchoord hoe
Adlon met trots vertelde hoe hij op den dag
van de opening met zijn inrichting kant en
klaar was, daarmee van't oude recht om op
den openimgsdag van een tcntoomstelling nog
niet gereed te zijn, geen gebruik makende. In
Amsterdam heeft men die nauwgezetheid in-
dertijd zeer gewaardeerdhij- pachtite spoedig
daarna het hotel Mille Colonncs. Later ging
hij naar Berlijn.. Eerst was hij dtaar heer en
meester in het bekende restaurant Hiller on
der de Linden, de toevlucht voor alle fijn-
proevers en het rendez-vous van de upper ten.
Maar zijn ideaal bercikte hij met de stich-
tirag van zijm hotel, welks maam een begrip is
gewordien. Men vertelt, dat een Amerikaam-
sche op een brief aan haar echtgcnoot, die in
Europa was. als adres alleen gezet heeft
Hotel Adlon" zonder verdere aanduiding
van land of stad en d'at de brief direct aan
rantzijn bestenuning kwam De manier, waar
op Adlon zijn onderneming leidde, was in
grooten stijt. Eens verteldem gastcn, met wie
hij een zekere vriendschappelijke betrekking
onderhield, van een bijzonder goeden hoteldi-
recteur in Egypte. En Ad'lpn gimg regelrecht
naar Kalno, logeerde een week in het hotel
van den mian, die hem' zoo geroemd was, was
inderdaad verrukt over zijn zakelijke leiding
en..... engageerde hern voor zijn hotel in Ber
lijn. Dit verhaal is geen verzinsel, maar is
letterlijk waar.
Heel anders was het gesteld met een ande-
rera doode van een tar laatste wekenAugust
Scherl, de Berlijnsche krantenkoning, een der
merkwaardigste menschen, die Berlijn binnen
zijn muren gehuisvest heeft. De uitgeverszaak,
die hij gesticht heeft, is een onderneming van
wereldbeteekenis geworden. Het blad, dat zijn
liefste schepping was, de „Beriiner Lokal An-
zeiger", was't eerste van aOe Duitsche bla-
den, dat een oplaag had die vele honderddui-
zenden beliep. Het goed' geillustreerde actu-
.eele weekblad „Die woche", dat door Scherl
in het 'even geroepen werdi, had enorm succes
en riep een volkomen ommekeer in ,'t leven in
't karakter der geillustreerde pers van Euro-
pa. Eera reusachtig aantal andere onderne-
mingen sloot zich biji deze aan, waarvan de
totaal-invloed niet te schatten is. Maar de
mian zelf, die dit alles tot stand gcbracht h;ad-
bleef bijna onzichtbaar; een zoraderling, dte
het geheele jaar behalve zijn familie-leden
nauwelijks een twintigtal menschen de hand
drukte, en van wien het een gril was om zijn
persoonlijik en pairticulier leven te hullen in
een sluier van geheimzin-nigheid. Zijn naam
was elkem dag op aller lippen, maar zijn ver-
schijning was volslagen onbekendl Men wist
in 't geheel niet hoe hij er uit zag, Nlieuwe
medewerkers aan zijn bladen begroctte hij bij
hum komst voor het eerst cm tevens voor het
laatst ziji kregen hun chef na dien nooit
meer te zien.
Men zal vragenhoe heeft deze man dan
zijn bladen en andere ondememingen eigen-
lijk geleid? Daartoe maakte hij gebruik van
een zeer merkwaardigen bemiddelingsper-
soon, die al zijn schikkingen en regelingen
doorzond, .en door wien het geheele verkeer
met den kolossalen staf van medewerkers ge
leid werd. Deze man was Scherls kapper
Een coiffeur, die jaren geleden in de Zim-
merstrasse te Berlijn tegenover het gebouw
der Lokal Anzeiger" een zaak hadeen man,
die eerst dikwijls bij Scherl geroepen werd,
maar tenslotte geheel en al bij hem in dienst
trad, zijn zaak opgaf en verhuisde naar de
uitgeverszaak. Zijn oude werkzaamheden
oefende de heer Titzenreuther zijn naam
mogen wij wel verraden, daar iedereen in lit-
terair Berlijn hem kent voortaan nog
slechts uit ten behoeve van zijn heer en gebie-
der, wiens haar en baard hij verzorgde. Ove-
rigens werd hij, bij wijze van spreken, chef
van het particuliere kantoor van Scherl. In
hem zag de krantenkoning overigens zoo iets
a's de belidiaming van het publiek. En't was
Scherls hoofddoel om diens smaak en neigin-
gen te raden. Voorop stelde hij, dat een der
edelste eigenschappen van de menschen is de
nieuwsgierigheid, en daarom richtte hij' voor
't eerst in Duitschland een uitgebreide be-
richtendienst in, die zich werkelijk ontzag ont-
wikkelde. En't is niet zonder reden als men
constateert, dat Scherl op die manier een her-
vormer geweest is van- het Berlijnsche en
Duitsche dagbladwezen in't algemeen. Men
moet echter niet over't hoofd zien, dat hij
er tegelijkertijd helaas toe bijdroeg, dat het
ernstige en degelijke karakter der oudere Ber
lijnsche bladen te loor ging, en dat zij alle
tenslotte meegesleurd werden door zijn Anie-
rikaansdhen geest iets dat, als zooveel in
de laatste tientallen jaren, niet zoozeer een
daad was van wezenlijk hoogere ontwikkeling
In Holland, waar het dagbladbedrijf het lit-
teraire en degelijke karakter beter bewaard
heeft, zal men dit begrijpen.
Ook overigens was het leven en streven van
August Scherl wonderlijk genoeg. Zijn twee-
de vrouw verkreeg hij op een merkwaardige
manier. Zij was de dochter van een kastelein
in Kufstein in Tirol en genoot bij een schut-
tersfeest als't mooiste meisje van het dorp de
eer om den Oostenrijikschen keizer Franz Jo
seph een dronk te mogen overhandigen-. Dit
tooneeltje was afgebeeld in een Zuid-Duitsch
gei'llustreerd tijdschrift. Scherl werd verliefd
op de photo van 'f meisje, reisde vlug naar
Kufstein en haalde zijn mooie Tirolerin naar
Berlijn, waatmee hij een gelukkig, hoewel
zeer eenzaam, huwelijk inging.
Zijn inkomsten waren voor den tijd van
voor den oorlog sprookjesachtig. Scherl liet
zich b.v. in Griinewald een villa bouwen.
Toen zij klaar was, beviel zij hem niet en
hij heeft haar nooit betrokken. Des zomers
woonde hij in een landhuis dicht bij het Te-
gernmeer in Beiren, bij een berghelling, ge
heel en al afgezonderd van de groote wereld.
Hij nam zijn kok mede naar dit landhuis. De
ze mocht echter niet in zijn villa wonen, doch
werd ingekwartierd in het tamelijk ver ver-
wijderd gelegen dorp, en werd dan el'ken mor-
gen met een equipage afgehaald. Ik heb zelf
den vorigen zomer, toen ik eenige weken aan
het Tegernmeer verbleef, dat schouwspel her-
haaldelijk gezien. In de eenzaamheid kon
Scherl, zooals hij het zelf uitdrukte, „zich
concentreeren", en ontwierp hij de meest uit-
eenloopende plannen. Zoo hield hij zich ja-
renlang bezig met het ontwerpen van een
spoorbaan op ten rail er kwam niets van
terecht, maar het kostie hem enorm veel geld.
Scherl heeft in meer dergelijke plannen, die
hem, naast zijn beroepssucces, groote teleur-
stellingen brachten, millioenen gestoken. Met
kleinigheden hield hij zich niet op. Zonder
twiifel een man met een grooten geest.
Slechts door ten hartstocht was Scherl met
de groote wereld verbondendoor zijn raad-
selachtige liefhebberij voor ordeteekenen
Het keizerlijk Hof was voor hem een met ont
zag te beschouwen oord-van-alle-heerlijkhe-
dende keizer en de keizerin waren zijn af-
goden. Ik sprak hiervoor van het byzantisme,
dat v66r den oorlog in Berlijn zoo schitterend
woekerde: nu, Scherl heeft als weinig ande-
ren er toe bijgedragen, dat dit onkruid gedij-
de. Het is een zonderlinge en melancholieke
schikking van 't noodlot geweest, dat hij nu
slechts enkele dagen na de vroegere keizerin
gestorven is. De vertegenwoordigers van 't-
oude Duitschland verdwijnen meer en meer
Een nieuwe tijd wordt rijp.
Dr. MAX OSBORN.
Uit onze Staatsmachine.
Voor den eigenaar is de onteigening waar-
schijnlij'k een strop, want er is bepaald, dat
bij de vaststelling van de waarde geen reke-
ning mag worden gehouden met de specula-
tieve waarde gedurende of ten gevolge van
buitengewone omstandigheden. Degenen, die
nu weigeren een leegstaande woning te ver-
huren met het doel haar tegen hoogen prijs
te verkoopen, zullen denkelijk wel zoo wijs
zijn zelf tot verhuring over te gaan en niet
het ingrijpen van huurcommisse of de ont
eigening door de gemeente af te wachten.
Waarschijnlijk zal er dus niet vaak ont-
eigend behoeven te worden.
Bij Koninklijk Besluit is vender bepaald,
dat het in alle gemeenten ook verboden is
zonder toestemming van B. en W. een wo
ning af te breken. Dit immers is
evenzeer onttrekken aan de bestemming als
het onbewoond laten, waarover wij boven
spraken. Op overtreding van dit verbod staat
hechtenis van ten hoogste 3 maanden of
geldboete van ten hoogste 2000 gulden.-
Aan een vergunning om een woning af te
breken kunnen B. en W. voorwaarden verbin-
den in veiband met den woningnood. Zij
kunnen b.v. bepalen, dat binnen zekeren tijd
eenzelfde aantal woningen als afgebroken
of aan de bestemming worden ontrokken, bij-
gebouwd moeten worden.
Ook tegen verwaarloozing worden
maatregelen vastgelegd. Wanneer de eige
naar of de rechthebbende een woning, die hij
zelf niet bewoont, niet voldoende onderhoudt
en daardoor onbewoonbaar laat worden, kun
nen B. en W., na vooraf den belanghebbende
gewaarschuwd te hebben, op diens kosten het
noodige laten verridhten om de bewoonbaar-
heid te herstellen. Binnen 8 dagen na de
waarschuwing kan de belanghebbende bij
den Gemeenteraad in beroep komen tegen de
aansehrijving van B. en W. Nu hadden B
en W. ook vroeger, voordat de gewijzigde
wet tot stand kwam, dergelijke bevoegdheid,
maar toen moesten zij vooraf de gezondheids-
commissie raadplegen en was niet een zoo
korte termijn gesteld. Na 1 April j.l. is voor
ditjjeval de gezondheidscommissie uitgescha-
Bij amendment is in de wet de bepaling
opgenomen, dat B. en W. de bevoegdheid
hebben het bouwen van luxe-woningen op te
schorten. Dat amendement is ingeaiend en
aangenomen, om te maken, dat door het bou
wen van luxe-woningen niet een tekort ont-
»taat aan bouwvakarbeidera, die noodig zijn
voor de voorziening aan woningruimte voor
de kleinere burgerij. Zij kunnen dus weigeren
verlof te geven tot het oprichten of vernieu-
wen en uitbreiden van grootere woningen,
wanneer de voorziening in den woningnood
geschaad of vertraagd zou worden door de
uitvoering van dat grootere werk. Tegen een
besluit in dien zin staat beroep open bij den
Minister van Arbeid.
KUIKENS.
Nu er weer kuikens zijn, komt het groote
vraagstuk weer telkens aan de order „hoe-
veel haantjes zouden er nu wel bij zijn? Zal
'k gelukkig wezen met veel, heel veel hennet-
jes?"
Als men kuikens voor zich heeft van een
bepaald ras en van een bekenden kleurslag,
dat men goed kent, dat men reeds meerdere
jaren heeft gefokt, vooral van eigen stam, dan
kan dienaangaande wel wat beoordeeld wor
den. De houding, de stand, de manier van
stappen wijzen dan wel wat aan, maar zeker
heid is er niet. Ja, 't is met sommige rassen
wel z66, dat als de kuikens reeds halfwas
zijn, men't nog niet kan uitmaken. Men moet
dan geduld hebben, tot de zadelveertjes voor
den dag komen. Die kuikens, wier zadelveer
tjes in een ronde stompe top eindigen zijn
hmnetjes, terwijl de in een fijne, spitse punt
uitloopende zadelveeren het vaste kenmerx
zijnder haantjes.
En toch, men wil't zoo graag weten, want
vele jonge haantjes wenscnt men liever niet
te lang aan te houden. Zoo worden vele er-
van dan wel wat al te voorbarig van de hand
gedaan, eigenlijk v66r dat men heeft kunnen
zien ,.wat er eigenlijk voor goeds in zat." Een
waarheid is, dat, jammer genoeg, de zwaar-
ste jonge hanen het eerste gegrepen worden
en juist bij deze voorgroeiers treft men de
beste aanstaande fokhanen aan. Zoo komt het
dikwijls voor, dat de minst krachtige jonge
haan overblijft en deze voor een volgend fok-
seizoen aan het hoofd van den foktoom ge-
plaatst wordt.
Niet te verwonderen dat in zulk een geval
de fokwaarde en het legvennogen bij zulk
een toom verminderen.
Het zou daarom een heel nuttig iets zijn
als men de beslissing zoo vroeg mogelij'k kon
maken. Dat er altijd nog een groote massa
menschen zijn' die bedrogen willen worden,
bewijzen de elk voorja^r terugkeerende adver-
tenties in Buitenlandsiclie, maar ook in Ne-
derlandsche bladen, waarin voor grof geld
werktuigjes worden aangeprezen die „het ge-
s'acht met de meeste juistheid aangeven van
alles wat er bestaat. Van eieren en van die-
ren, levend, ja zelfs dood, gebraden of ge-
kookt, van bloembollen planten, portretten,
van personen, nog in leven of zelfs overleden,
van dat alles geeft het aangeprezen instru-
mentje het juiste geslacht aan
Is het niet om paf te staan, als men zoo
iets telkens weer leest, een' bewijs dat er nog
voldoende dwazen en domme lichtgeloovigen
onder.de menschen van 1921 gevonden wor
den, aie zich z66 laten beetnemen. Is het geen
treurig bewijs van de weinige ontwikkeling,
ondanks het onderwijs van deze dagen.
Een onnoozel stukje kurk, omwonden met
een koperdraadje waaraan een houten klosje
hangt. Bij rondeaande, draaiende beweging
van het daaronaer liggende vrouwelijk, bij
een gewone slingerbeweging zou het manne-
lij'k zijn! Stel U eens voor een mannelijke
bloembol! Een vrouwelijk portret! Een man-
nelijk boomblad; allemaal dingen, die beslist
zonder geslacht zijnNu komt nog't mooie
dat men't niet eens is (zooals mij meermalen
bleek in buitenlandsche tijdschriften) over de
manier van draaien, want sommigen Vermel-
den weer voor mannelijk een ronddraaiende
en voor vrouwelijk een slingerbewegingDe
rijksdaalders glijden intussdien in den zak
van importeurs en men komt in't bezit van
waardelooze prullen
Het is de moeite eigenlijk niet waard hier-
over nog iets te zeggen en daarom nog even
iets anders. Weer anderen meenden ontdekt
te hebben, dat als men een jong kuiken aan
zijn beentje laat hangen en het trekt zich op
als een jongen aan het gymnastiek-rek, dat
het dan een hennetje zou zijn, laat het zich
aan gestrekte beentjes hangeii, dan is het een
haantje. Genomen proeven bewijzen weer de
onhoudbaarheid van deze onderstelling, want
dezelfde diertjes die het eene oogenblik door
hun gymnastische toer een hennetje aanga-
ven, bieken een uurtje later liever een haantje
te wezen.
Er zijn rassen bij welke al vroeg het ver-
schil zich vertoont. Dat zijn de grootkam-
mige Leghorns en andere Middellandsche
Zeerassen, zooals Minorca's en Andalusiers
De hennetjes hebben zoo goed als kleurlooze
kammetjes, terwijl die der haantjes al aardie
rood zijn. Bij geteekende kleurslagen als de
zoogenaamdc Patrijskleurigen hebben de
haantjes levendiger kleuren op him veeren
dan de hennetjes.
Of er dus een haantje uit een kuiken al of
niet zal groeien is maar niet zoo eventjes uit
te maken. Veel hennetjes, dus juist omge-
keerd als de kanarie-kweekers, die maar
steeds verlangend hopen op veel mannen. Ja,
zoo gaat't. Wij willen't maar altijd z66 stel-
len, als wij graag wenschen. We willen zoo
graag de teugels zelf houden en dan maar
steeds bij mooi weer met ons karretje op 'n
lekker gemaktkelijk wegje rijden. Goed', dat't
anders gaat!
De haantjes vormen meestal de helft, dik
wijls de grootere helft der kuikens. Dat is al
tijd zoo geweest en't blijft zoo. Maar ze groot
te krijgen. Dat is de zaak. Uit zich zelf heb
ben kuikens weinig of geen ziekten. Als't met
hen verkeerd gaat, komt dit doorgaans op de
schuldrekening van den houder ervan.
Onzindelijkheid, de kleinste veronadhtza-
ming op de rein'heid in de verblijfplaats, bij
de voer- en drinkbakjes geven kans op inge-
wands-stoorrais9en of diarrhee. Als voorstan-
ders van zoo droog mogelijke voedering kun
nen wij die aanbevelen, daar we vast over-
tuigd zijn van minder 'kans op besmetting
enz.
Een groot onheil voor kuikens is luis of
mijt. Wanneer de kleinen door een leger van
bloedzuigende mijten des nachts worden over
vallen, dan lijden ze weldra aan bloedarmoe-
de. Juist het bloed1 is hun levenmoeten ze
daarvan missen dan kwijnen ze weg.
Een troepje kuikens, dat ondanks voldoen
de voeding, niet vooruitlcomt, dient nauwkeu-
rig onderzocht te worden of ongedierte de
No. 100. i92L
DOS NTEdJWE HU UKWETTEN.
Zooals bek«nd inaig vexomdereitaLd1 -worden
Zijn meit 1 Aipril! ibellangirijlke wajzilgingon in de
hiuiuirWeften in weir Iking getredieax. Ind'ertijd
hebben wij, zooala gfefbruikelijlk i®, eem over-
aidh't igegeven van het wijiziginjgsontweirp,
'toen het nogediend was. Bet komt ons wen-
schelijlk voor nog eens ojp db voomiaamstie
txunten he wijlzen, niu het wetaontweitp wet is
geworden era /eedb van ikraohlt is.
De Wo nio.'grao d w e t opent voor de
aai'torfteiten de geleigenheiid om den eigenaar
Van een waning in, zekere geivallen zijn bezft
te ontnemen. Zij stelt zware straf er op, als
zonder verlof van B. en W. een woning ont»
'troiklken wondt of onttirokken gehoudien wordit
aan de bestemming, die zij op 1 Juni 1920
bad. Twee wagen om d'i't iklwaadl te keeren
ataan oipen. De Hi urn rcoimmiisaie kan ktraoh-
'tens de Huuraanizeigigingawet den eigenaar
(bevelen de woning te v e r t u-
r e n, alls hij daar aedf niet toe overgaat en
ivo-ldloet hfij daaraan nie't, dan ikan zij zelf
iondefr ibepaalide v ooirwaardem tot ver Luring
loVer,gaan. Maar voor grootere woningen zou
idlat misachien 'bezwaarHijlk gaan. In -dat gerva'l
Ikan it o t o-nit eig e n i n g worden over-
Igegiaan. Daardoor. zou aij- gelegenheid hebben
idle ruiime woning zoodanig te verbouiwen,
Idat meer dlan eem geizdn er huilsvesting im zou
Ikiunnen vind'en.
Een zoodanige onteigening kan op eenvou<
jdiger en sneller wijlze (plaats vinden, dan db
bntibilgeningswet heipiaa'lt.
Die onteigening kan geschieden ten name
van de gexneente otf ten name vanj een vod-
gens de Womingtwet exkende vereemilging,
stidhtig of vennootschajp.
De onteigening mag pliaats helblben lo. als
de waning onlbewoonjdl db; 2o. als zij- voor min
der dan de hellft bewoond1 is; 3o. alls de eige
naar db woning verwiaanloost, denlkende, dat
de hUiurder tooh geen andere woning kan
vinden. iDoordat niet opgegeven wordt, hoe
Jang db wioning ombewoondl of -ten halve be-
woonid imoet zij of in weiike mate verwaarloo-
zing gasicihiibdt, ikan, oiik geval op zich zelf be-
sdhouiwd worden.
Oaat de gemeenteraadl tot ontedgemling over,
dan moet het heslui't door de Komingin wor-
dbn goedgekeurdl em voordlait een vooretel tot
onteigening wordt gedlaian, moet de Hiuur-
OQramil&s'ie gehoordl wordendit om 'botsing
tussohen dei Buiur<ximmii3sie eni het Gemeen-
tebastuur te voortkomen. Omgefkeerd moet de
Buurooimimisaie aan B. en W. berichten, als
zij verhjuxing van het pand wenschlt tie geiLas-
ten. Ook de hypothecaire sohuldeaschere,
voor zoover het diat pand1 be to aft, worden
vooriaf gewaarBchurwldl en niatiuur'lijk staat er
beroep o.pen voor de Ibelanghelblbenden. Bet
plan tot onteigening wordt gedurende 30 da«
gen tex viisie ge'lqgd; aan de naderlieggfug
woTdlt belkendheid' gegeven. Miaar lis het ibe-
sluif tot onteiigeiidng genomen en Ikoninklijk
gaedgeikeurid, dan kan- de gemeemte onmid-
delijk bezit nemen van het pand, mits zij bij
de redhthank, die de onteigemingssom heeft
bepaald, d'at badrag in gerechteilijike bewaring
(oo-nsignatdeO heeft gegeven.