ASkmaarsche Gourant Brieven nit Berlijn. Kip pen en Konijnen. Zaterdag 30 April. Engelsche brieven. Hoiiderd Drie en Twlntigste Jaargang. De Engelsche crisis. Londen, 26 April. Engelamd maakit een zeer, zeer moeilijken rijd mee. TerVijl de belastingbetaler, dat wil dus zeggen het volk in zijm geheel, leeghloedt en de stabiliteit der gemeenschap in gevaar verkeert door de vreeselijk drukkende dinec- <te en indireote belastingen, zorgt een gedeel- te der gemeenschap wel, dat de toestand voortdurend verergert. Dat gedeelte der bevolking is, wat wij kortweg noemen^ de os te worden, dat het gevaar van ineenstor- ten van het trotsche Britschfe Keizerrijk alles- halve denkbeeldig is. Maar eerst iets over de belastihgen D^ze zijin hier ontzettend drukkend en i'k geloof niet dat er een land iter wereld is, waar zooveel per hoofd der bevolking opgebracht wordt, n. 1. 22 pd. st. (ongeveer 260), vrouwen en zuigelingen inbegrepen. Op het oog af lijkt't krankzinnig, maar het is toch zoo. Van elk pond Sterling dat men verdient moet de Staat 6 shilling, dus bijna ten derde, aan inkom- stenbelasting hebben. Dan zijn er de „rates and taxes", het best te vergelijkem met onze gemeeratebelasting. Een vriend' van mij woont in Surbiton, vlak bij London. Zijn huishuur bedraagt 200 pd. st. per jaar. Daar komt liefst even 130 pd. st. voor „rates and taxes" bij. Ik wil hier niet eens spreken van men schen diie eigendonunen hebben. 'Dien wordt heelemaal het veil over de ooien gehaald. En ook de suceessie-rechteu laat ik liever buiten beschouwiing. Dat is een belashug die men billijken kae, hoewel deze ook hier enorm hoog is. Er is mij; een geval bekend! van een dame, die ma het overlijden van haar vader 17.000 pd. st. erfde. Toen de verschillcnde belastingen op dit vermogen waren betaald, kon de dame in kwestie met 6500 pd. st. naar huds gaani. iDit alles is echter kinderspel ver- geleken bij; de indireote belastingen Eeipge voorbeelden illustreeren dit misschien het best. De wiskey fcost hier twaalf shilling en sixpence per flescb. Dit is de standaardprijs. In dit bedlrag is acht sbillingen voor den Staat. Een pakje gewone „Goldflake" sigaret- ten 'kost inl den winkel een shilling Bijna sixpence, dots de helfto, is voor den Staat. En zoo gaat het nog zeer veel andere artikelen. Het reizen per trein fcan men in Londen ook een indireote blasting noemen, daar men er niet buiten1 kau. iDe afstanden in deze stad met haar bijna acht millioen bewoners, zijn zoo geweldig, diat haast iedereen, die in the City of West-End werkt, den trein moet ne men om maar zijn (haar) werk te komen. Hon- derdduizenden wonen in de voorsteden en de beste en snelste verbindingen zijn de treinen. De treinen die de verbindingen met de voor- stedten onderhouden hebben' slechts le en 3e klasse. Nu is het reizen 3e kl in de drukke uren niet te doen. Na een vermoeiieuden dag van hard werken en na misschien een half uur aan een lus in de motorbus gehangen ie hebben om het station te bereiken, wil men dan toch gaarne in den trein zitten. Om daarin niet telkens teleurgestcld te worden, moet men een le M. biljet nemen NTu heeft iedereen zijn abonnement. De meeste voor steden, de beste, laat ik liever zeggen. liggen 10 a 12 mijien van het hart van Londen. Een abonnement le kl. voor dien afstand kost on- eveer een pond per week. U ziet daaruit Jat it voor een middenstandsiman een zware belasting is. Ook dfe ontzettende belasting op automo- bielen dreigt de populariteit van de auto hier zwaar te schaden. De belasting bedraagl ten pond per P.K Een wagen van 25 P.K. wat toch nog maar een gewone toerwagen voor 'n middenstander is, moet dus bijna 300 be lasting per jaar opbrengen. Vele menschen verkoopen dan ook hun wagen en de motorin- dustrie ligt tameaj'e op £en oor En zoo zou ik u nog zeer vele kleinere, maar niettemin zeer diukkende belastingen kunnen noemen. Gisteravond diende de minister van Finan- cien zijn begrooting in. Dit was de laatste, die de heer Austen Chamberlain bij het Par- iement indiiende, daar hij vervangen wordt door sir Robert Horne. De heer Chamberlain verwacht dat de belastingen dit jaar 1.216.650.000 ponden sterling zvllen op brengen. Dit in Hlol'landsclie guldens omge- zet, geeft zulk een onmogelijk hedrag, dat men er onwillekeurig van rilt. Ein nu kom ik, na deze paar uiteenzettin- fen, tot het punt van uiitg,aing van dezen brief, ioe daarin verandering te brengen? Als er geen radicale verandering komt, moet het land bankroet gaan. De echte rijkdom van Engeland is zijn Industrie en export. Nu, bei- den liggen lam gestagen, en de hoofdsdiul- dlige van dit alles zijn de hooge loon en. Een van de allergrootste bronnen van rijkdom hier, zijn de steenkoolmijnen. Dit is wel de al- lervoornaamste sleutelindustrie van het land. Sinds zes weken komt echiter geen schepje steenkool naar den oppervlakte, met het ge- volg dat iederen dag minder treinen loopen en zoo goed .als aide fabrieken, die tot noch toe, niettegenstaamde de industrieelfe crisis, 't hoofd boven waiter hebben weten te houiden, hunne deuren moeten sluiitee. De mijneigenaars hadden den mijhwerklie- den een verlaging van loonen voorgesteld. Daarvan wilde men echtei- niets hooren en de boel werd maar liever stilgelegd. De Engel sche steenkool kost drie pond per ton van produceeren. hi het buitenland kan men ech ter Aimerikaamsche of Belgische steenkool voor twee pond per ton koopen. Dit groote prijsverschil dreigde voor de Engels<±e In dustrie een geweldige strop te worden, daar tooh steenkool het bloed van de gansche In dustrie is, en naituurlijk de hoogere prijs op alle producten dnifcte en daardoor het con- curreeren in vreemde lanlden geheel onmoge lijk werd. De laatste paar jaren had de regee- ring de mijnindustrie met millioenen gesubsi- dieerd, maar het is natuuriijk vreeselijk on- billijk om het geheele land belastingen te la- ten opbrengen om de mijnwerkers hunne loo nen van itien pond en meer per week voor ze- ven uren werk per dag, te 'kunnen blijven be- •alen. Dlie subsidie heeft nu opgehourien' en e mijneigenaars kunnen1 uit hun eigen zak de eel te hooge loonen niet betalen. Mten heeft hier zeer weinlg sympaithie met de mijinwerkers, die weinig benul van sparen hfibbeide, met hunne vrouwen en kinderen reeds groot gebrek lijden. Wat het einde van dezen strijd zal zijn, is moeilijk te zeggen. AL'le industri&i lijden aani hetzelfde euvel. De looneni zijn zeer hoog, de werkdag zeer kort en in dien1 korten werkdag wordt zoo wei nig mogelij'k uitgevoerd. De vaikvereenigingen zijln hier almachtig; daar heefit men biji ons in Holland geen flauw begrip van. De presi- denten der vakvereenigingen zijn de ware re- geerders1 van dit land, en tenzij die tet ander inzicht komen en de verschillende bonden ad- viseeren tot het aceepteeren van een verminde- ring der loonm en wat meer energie in hun werk, moet het eintde wel' zijn het absoluut te loor gaan van 9/10 van den export. Htet land zelf kan men natuuriijk altijd1 blijven bedienen door het nog hooger opschroeven der inko- mende rechten op .alle producten uit het bui tenland, maar daar is de groote exportindus- itrie niet rnede geholpen. Hoe enorm hoog die inkomende rechten op zeer vele artikelen reeds zijn, waardoor lanig- zamerhand het vrijhandel-systeem door een van proteotie vervangen is en alles kunstma- tig duurder wordt, hoop ik u in een volgen- dai brief aan te toonen. S. LOOPUIT. XXV. Berlijln, April 1921. In het Berlijnsche leven van de laatste weken spelen de dooden de grootste rol. Het bericht van het overliiden van dte ex-keizerin was wel sedert maanden verwacht, maar toen het eindelijk uit Nfederland' kwam, maakte het toch grooter indruk dan men "had mogen verwachten. Keizerin Augusta Victoria was nooit wat men pleegt te noemen een populai- re figuur, noch in, noch buiten Berlijn. Maar het lot van de ongelukkige vrouw, die tiental- len van jaren in glans en schittering heeft ge- leefd en wier levensavond eindigde in 'n som- bere balilingschap, heeft toch- niemand onbe- wogien kunnen1 laten. Ein nu is potseliing aan het licht gekomen, dat er onder de Berlijnsche bevolking toch een groote sympathie bestaat voor de Hohenzollerns. Wij kunnen daar ronduit over spreken. Men' behoeft in het bui- •tenland niet te gelooven, dat hier iemand' denkt aan de mogelijkheid' van terugkeer van het keizerschap. iDaarvan is en kan geen spra- ke zijn. Ieder die oogen in het hoofd heeft, ziet duidelijk, dat de monarchic in Duitsch- land afgedaan heeft en dat alleen in een rus- tige, steeds verder gaande ontwikkclimg van dfe democratische en republikeinsche gedach- te aan ons staatkundiig leven vorm en toe- komst gegeven ikan worden. Miaar men' kan niet verwachten, dat die kringen, die vroeger voor het Hof en de dynastie zoo groote sym pathie koesterden iets wat wij, oude demo- craten nooit hebben begrcpen hun vroege- re gevoelens dadelijk na de revoluitde als oude plunje hebben- afgelegid. Dat is niet het geval geweest en dat is in zekeren zin sympathic ker d an' de houding van de„ Noveniber-socia- listen", zooals mien ze hier noemt, van de menschen, die bij1 de revolutie van November 1918 op slag aanh angers wenden van dfe nieuwe conjunctuur en' plotseling zich gedroe- gen, als waren ze altijd aanhangers geweest van het socialisme. Voor den oorlog bestond in Duitschland cch zeer overdreven byzantisme. En tot onze verbazing hebben wij nu bemerkt, dat dat nog volstrekt niet dood is. De manier waarop de gevoelens bij den dood van de ex-keizerin zich' hebben geuit, was zeer rijkeijk doorspfekt met zeer duidfeliike byzantijinsidie trekken. Met verbazing hebben- we gezien hoe duizen- den en nog eens dudzenden zich vehdrongen hebben bij dfe begravenispleditighcid in Pots dam. Hoe de menschen, die in de trcdnen geen plaats konden krijgen, er te voet heengingen, hoe de reactionaire couranten dit overlijden gebruikten als een middel voor politieke pro paganda en hoe de ex-keizerin, wier beste eigenschap haar bijna burgelijke eenvoud was, werd beschouwd als de goede genius van't Duitsche volk. Met verbazing hebben we gezien hoe plotseling uit tallooze huizen de oude, geen bestaansrecht meer hfebbende zwart-wit-roode vlag met rouwfloers werd gestoken, hoe op straat een aanmerkelijke handel met portretten van de Hohenzollerns werd gedreven. Het was waardiger geweest de zoo zwaar beproefde vrouw in eenvoud en stiite te be- graven, in plaats van een begrafenis in te richten, die door haar rompslomp in oudien stdj'l, de gedachte aan een vertooning walcker riep, Maar toch het byzantisme van- thans is in elk geval minder onsympathie dan dat van voor 1914. En zoo de begrafenis van de ex-keizerin als het karakter van een demon- stratie aannam wat in elk opzicht te be- treuren is een demonstrate voor een terug keer van de Hohenzollerns werd het niet (wat volslagen zinneloos zou zijn geweest), maar een demonstratie van ontevredenheid met dfe tegenwoond'ige tocstanden. Menschen, wier politick besef nog in de windselen ligt, en zoo zijin er velen in DurtschLamd verwarren licht oorzaak en gevolg. Zij ver- beeldien zich, dat aan het ongeluk, dat over Duitschland is gekomen, era waarvan de ma at nog steeds niet vol schijnt te zijn, de tegen- woordige staatevorm sdiuld1 is, aie uit den chaos nog geein oplossing heeft kunnen vin- den'. Zijl vergeten., dat de schuld veel meer bij hot vroegcre regime is te zoekera. Zij zeggen vroeger was het beteren met wecmoed den- ken zij dam aami alles, wat eens was, ook aan dfe monarchic.... Buitemgewoon populair was sedert jaar en dag in Beriijn een andere persoomlijkheid, die thans ook het tijdelijke met het eeuwige ver- wisseld heeft. !Dat was Lorenz Adlon, de stichter en eigenaar van het beroemde hotel op den Parizer Platz, tegenover de Branden- burger Thor. Sinds den dood' van Adolf von Menzel, den beroemden schilder en Theodor Mommsem, dera grooten histaricus, waren er in Berlijn nog maar weinig menschen, die iedereen kende. Tot hen behoorde Lorenz Adlom. ;De deftige heer met den vollera, wit- fen, een weinig coquet gefriseerden baard, en het groote hoornen lorgnet was overal te zien, waar er wat te doen was. Zijm popula- riteit groeide nog, toara zijm hotel, dat sedert lang een wereldireputatie had, ma den oorlog als hoofdlkwartier vam de Entente-cominissie in Berlijm een politick cachet kreeg. Het begin van Adloo's succesvolle carrii- rc was im Amsterdam. Diaar bad hij In den internationalen wedstrijd om 'n groot restau rant op de Amsterdamschc wereldtentooostel- ing in de tachtiger jaren den eersten prijs ver- wcnneni. 'Ik heb zelf meermalen gchoord hoe Adlon met trots vertelde hoe hij op den dag van de opening met zijn inrichting kant en klaar was, daarmee van't oude recht om op den openimgsdag van een tcntoomstelling nog niet gereed te zijn, geen gebruik makende. In Amsterdam heeft men die nauwgezetheid in- dertijd zeer gewaardeerdhij- pachtite spoedig daarna het hotel Mille Colonncs. Later ging hij naar Berlijn.. Eerst was hij dtaar heer en meester in het bekende restaurant Hiller on der de Linden, de toevlucht voor alle fijn- proevers en het rendez-vous van de upper ten. Maar zijn ideaal bercikte hij met de stich- tirag van zijm hotel, welks maam een begrip is gewordien. Men vertelt, dat een Amerikaam- sche op een brief aan haar echtgcnoot, die in Europa was. als adres alleen gezet heeft Hotel Adlon" zonder verdere aanduiding van land of stad en d'at de brief direct aan rantzijn bestenuning kwam De manier, waar op Adlon zijn onderneming leidde, was in grooten stijt. Eens verteldem gastcn, met wie hij een zekere vriendschappelijke betrekking onderhield, van een bijzonder goeden hoteldi- recteur in Egypte. En Ad'lpn gimg regelrecht naar Kalno, logeerde een week in het hotel van den mian, die hem' zoo geroemd was, was inderdaad verrukt over zijn zakelijke leiding en..... engageerde hern voor zijn hotel in Ber lijn. Dit verhaal is geen verzinsel, maar is letterlijk waar. Heel anders was het gesteld met een ande- rera doode van een tar laatste wekenAugust Scherl, de Berlijnsche krantenkoning, een der merkwaardigste menschen, die Berlijn binnen zijn muren gehuisvest heeft. De uitgeverszaak, die hij gesticht heeft, is een onderneming van wereldbeteekenis geworden. Het blad, dat zijn liefste schepping was, de „Beriiner Lokal An- zeiger", was't eerste van aOe Duitsche bla- den, dat een oplaag had die vele honderddui- zenden beliep. Het goed' geillustreerde actu- .eele weekblad „Die woche", dat door Scherl in het 'even geroepen werdi, had enorm succes en riep een volkomen ommekeer in ,'t leven in 't karakter der geillustreerde pers van Euro- pa. Eera reusachtig aantal andere onderne- mingen sloot zich biji deze aan, waarvan de totaal-invloed niet te schatten is. Maar de mian zelf, die dit alles tot stand gcbracht h;ad- bleef bijna onzichtbaar; een zoraderling, dte het geheele jaar behalve zijn familie-leden nauwelijks een twintigtal menschen de hand drukte, en van wien het een gril was om zijn persoonlijik en pairticulier leven te hullen in een sluier van geheimzin-nigheid. Zijn naam was elkem dag op aller lippen, maar zijn ver- schijning was volslagen onbekendl Men wist in 't geheel niet hoe hij er uit zag, Nlieuwe medewerkers aan zijn bladen begroctte hij bij hum komst voor het eerst cm tevens voor het laatst ziji kregen hun chef na dien nooit meer te zien. Men zal vragenhoe heeft deze man dan zijn bladen en andere ondememingen eigen- lijk geleid? Daartoe maakte hij gebruik van een zeer merkwaardigen bemiddelingsper- soon, die al zijn schikkingen en regelingen doorzond, .en door wien het geheele verkeer met den kolossalen staf van medewerkers ge leid werd. Deze man was Scherls kapper Een coiffeur, die jaren geleden in de Zim- merstrasse te Berlijn tegenover het gebouw der Lokal Anzeiger" een zaak hadeen man, die eerst dikwijls bij Scherl geroepen werd, maar tenslotte geheel en al bij hem in dienst trad, zijn zaak opgaf en verhuisde naar de uitgeverszaak. Zijn oude werkzaamheden oefende de heer Titzenreuther zijn naam mogen wij wel verraden, daar iedereen in lit- terair Berlijn hem kent voortaan nog slechts uit ten behoeve van zijn heer en gebie- der, wiens haar en baard hij verzorgde. Ove- rigens werd hij, bij wijze van spreken, chef van het particuliere kantoor van Scherl. In hem zag de krantenkoning overigens zoo iets a's de belidiaming van het publiek. En't was Scherls hoofddoel om diens smaak en neigin- gen te raden. Voorop stelde hij, dat een der edelste eigenschappen van de menschen is de nieuwsgierigheid, en daarom richtte hij' voor 't eerst in Duitschland een uitgebreide be- richtendienst in, die zich werkelijk ontzag ont- wikkelde. En't is niet zonder reden als men constateert, dat Scherl op die manier een her- vormer geweest is van- het Berlijnsche en Duitsche dagbladwezen in't algemeen. Men moet echter niet over't hoofd zien, dat hij er tegelijkertijd helaas toe bijdroeg, dat het ernstige en degelijke karakter der oudere Ber lijnsche bladen te loor ging, en dat zij alle tenslotte meegesleurd werden door zijn Anie- rikaansdhen geest iets dat, als zooveel in de laatste tientallen jaren, niet zoozeer een daad was van wezenlijk hoogere ontwikkeling In Holland, waar het dagbladbedrijf het lit- teraire en degelijke karakter beter bewaard heeft, zal men dit begrijpen. Ook overigens was het leven en streven van August Scherl wonderlijk genoeg. Zijn twee- de vrouw verkreeg hij op een merkwaardige manier. Zij was de dochter van een kastelein in Kufstein in Tirol en genoot bij een schut- tersfeest als't mooiste meisje van het dorp de eer om den Oostenrijikschen keizer Franz Jo seph een dronk te mogen overhandigen-. Dit tooneeltje was afgebeeld in een Zuid-Duitsch gei'llustreerd tijdschrift. Scherl werd verliefd op de photo van 'f meisje, reisde vlug naar Kufstein en haalde zijn mooie Tirolerin naar Berlijn, waatmee hij een gelukkig, hoewel zeer eenzaam, huwelijk inging. Zijn inkomsten waren voor den tijd van voor den oorlog sprookjesachtig. Scherl liet zich b.v. in Griinewald een villa bouwen. Toen zij klaar was, beviel zij hem niet en hij heeft haar nooit betrokken. Des zomers woonde hij in een landhuis dicht bij het Te- gernmeer in Beiren, bij een berghelling, ge heel en al afgezonderd van de groote wereld. Hij nam zijn kok mede naar dit landhuis. De ze mocht echter niet in zijn villa wonen, doch werd ingekwartierd in het tamelijk ver ver- wijderd gelegen dorp, en werd dan el'ken mor- gen met een equipage afgehaald. Ik heb zelf den vorigen zomer, toen ik eenige weken aan het Tegernmeer verbleef, dat schouwspel her- haaldelijk gezien. In de eenzaamheid kon Scherl, zooals hij het zelf uitdrukte, „zich concentreeren", en ontwierp hij de meest uit- eenloopende plannen. Zoo hield hij zich ja- renlang bezig met het ontwerpen van een spoorbaan op ten rail er kwam niets van terecht, maar het kostie hem enorm veel geld. Scherl heeft in meer dergelijke plannen, die hem, naast zijn beroepssucces, groote teleur- stellingen brachten, millioenen gestoken. Met kleinigheden hield hij zich niet op. Zonder twiifel een man met een grooten geest. Slechts door ten hartstocht was Scherl met de groote wereld verbondendoor zijn raad- selachtige liefhebberij voor ordeteekenen Het keizerlijk Hof was voor hem een met ont zag te beschouwen oord-van-alle-heerlijkhe- dende keizer en de keizerin waren zijn af- goden. Ik sprak hiervoor van het byzantisme, dat v66r den oorlog in Berlijn zoo schitterend woekerde: nu, Scherl heeft als weinig ande- ren er toe bijgedragen, dat dit onkruid gedij- de. Het is een zonderlinge en melancholieke schikking van 't noodlot geweest, dat hij nu slechts enkele dagen na de vroegere keizerin gestorven is. De vertegenwoordigers van 't- oude Duitschland verdwijnen meer en meer Een nieuwe tijd wordt rijp. Dr. MAX OSBORN. Uit onze Staatsmachine. Voor den eigenaar is de onteigening waar- schijnlij'k een strop, want er is bepaald, dat bij de vaststelling van de waarde geen reke- ning mag worden gehouden met de specula- tieve waarde gedurende of ten gevolge van buitengewone omstandigheden. Degenen, die nu weigeren een leegstaande woning te ver- huren met het doel haar tegen hoogen prijs te verkoopen, zullen denkelijk wel zoo wijs zijn zelf tot verhuring over te gaan en niet het ingrijpen van huurcommisse of de ont eigening door de gemeente af te wachten. Waarschijnlijk zal er dus niet vaak ont- eigend behoeven te worden. Bij Koninklijk Besluit is vender bepaald, dat het in alle gemeenten ook verboden is zonder toestemming van B. en W. een wo ning af te breken. Dit immers is evenzeer onttrekken aan de bestemming als het onbewoond laten, waarover wij boven spraken. Op overtreding van dit verbod staat hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van ten hoogste 2000 gulden.- Aan een vergunning om een woning af te breken kunnen B. en W. voorwaarden verbin- den in veiband met den woningnood. Zij kunnen b.v. bepalen, dat binnen zekeren tijd eenzelfde aantal woningen als afgebroken of aan de bestemming worden ontrokken, bij- gebouwd moeten worden. Ook tegen verwaarloozing worden maatregelen vastgelegd. Wanneer de eige naar of de rechthebbende een woning, die hij zelf niet bewoont, niet voldoende onderhoudt en daardoor onbewoonbaar laat worden, kun nen B. en W., na vooraf den belanghebbende gewaarschuwd te hebben, op diens kosten het noodige laten verridhten om de bewoonbaar- heid te herstellen. Binnen 8 dagen na de waarschuwing kan de belanghebbende bij den Gemeenteraad in beroep komen tegen de aansehrijving van B. en W. Nu hadden B en W. ook vroeger, voordat de gewijzigde wet tot stand kwam, dergelijke bevoegdheid, maar toen moesten zij vooraf de gezondheids- commissie raadplegen en was niet een zoo korte termijn gesteld. Na 1 April j.l. is voor ditjjeval de gezondheidscommissie uitgescha- Bij amendment is in de wet de bepaling opgenomen, dat B. en W. de bevoegdheid hebben het bouwen van luxe-woningen op te schorten. Dat amendement is ingeaiend en aangenomen, om te maken, dat door het bou wen van luxe-woningen niet een tekort ont- »taat aan bouwvakarbeidera, die noodig zijn voor de voorziening aan woningruimte voor de kleinere burgerij. Zij kunnen dus weigeren verlof te geven tot het oprichten of vernieu- wen en uitbreiden van grootere woningen, wanneer de voorziening in den woningnood geschaad of vertraagd zou worden door de uitvoering van dat grootere werk. Tegen een besluit in dien zin staat beroep open bij den Minister van Arbeid. KUIKENS. Nu er weer kuikens zijn, komt het groote vraagstuk weer telkens aan de order „hoe- veel haantjes zouden er nu wel bij zijn? Zal 'k gelukkig wezen met veel, heel veel hennet- jes?" Als men kuikens voor zich heeft van een bepaald ras en van een bekenden kleurslag, dat men goed kent, dat men reeds meerdere jaren heeft gefokt, vooral van eigen stam, dan kan dienaangaande wel wat beoordeeld wor den. De houding, de stand, de manier van stappen wijzen dan wel wat aan, maar zeker heid is er niet. Ja, 't is met sommige rassen wel z66, dat als de kuikens reeds halfwas zijn, men't nog niet kan uitmaken. Men moet dan geduld hebben, tot de zadelveertjes voor den dag komen. Die kuikens, wier zadelveer tjes in een ronde stompe top eindigen zijn hmnetjes, terwijl de in een fijne, spitse punt uitloopende zadelveeren het vaste kenmerx zijnder haantjes. En toch, men wil't zoo graag weten, want vele jonge haantjes wenscnt men liever niet te lang aan te houden. Zoo worden vele er- van dan wel wat al te voorbarig van de hand gedaan, eigenlijk v66r dat men heeft kunnen zien ,.wat er eigenlijk voor goeds in zat." Een waarheid is, dat, jammer genoeg, de zwaar- ste jonge hanen het eerste gegrepen worden en juist bij deze voorgroeiers treft men de beste aanstaande fokhanen aan. Zoo komt het dikwijls voor, dat de minst krachtige jonge haan overblijft en deze voor een volgend fok- seizoen aan het hoofd van den foktoom ge- plaatst wordt. Niet te verwonderen dat in zulk een geval de fokwaarde en het legvennogen bij zulk een toom verminderen. Het zou daarom een heel nuttig iets zijn als men de beslissing zoo vroeg mogelij'k kon maken. Dat er altijd nog een groote massa menschen zijn' die bedrogen willen worden, bewijzen de elk voorja^r terugkeerende adver- tenties in Buitenlandsiclie, maar ook in Ne- derlandsche bladen, waarin voor grof geld werktuigjes worden aangeprezen die „het ge- s'acht met de meeste juistheid aangeven van alles wat er bestaat. Van eieren en van die- ren, levend, ja zelfs dood, gebraden of ge- kookt, van bloembollen planten, portretten, van personen, nog in leven of zelfs overleden, van dat alles geeft het aangeprezen instru- mentje het juiste geslacht aan Is het niet om paf te staan, als men zoo iets telkens weer leest, een' bewijs dat er nog voldoende dwazen en domme lichtgeloovigen onder.de menschen van 1921 gevonden wor den, aie zich z66 laten beetnemen. Is het geen treurig bewijs van de weinige ontwikkeling, ondanks het onderwijs van deze dagen. Een onnoozel stukje kurk, omwonden met een koperdraadje waaraan een houten klosje hangt. Bij rondeaande, draaiende beweging van het daaronaer liggende vrouwelijk, bij een gewone slingerbeweging zou het manne- lij'k zijn! Stel U eens voor een mannelijke bloembol! Een vrouwelijk portret! Een man- nelijk boomblad; allemaal dingen, die beslist zonder geslacht zijnNu komt nog't mooie dat men't niet eens is (zooals mij meermalen bleek in buitenlandsche tijdschriften) over de manier van draaien, want sommigen Vermel- den weer voor mannelijk een ronddraaiende en voor vrouwelijk een slingerbewegingDe rijksdaalders glijden intussdien in den zak van importeurs en men komt in't bezit van waardelooze prullen Het is de moeite eigenlijk niet waard hier- over nog iets te zeggen en daarom nog even iets anders. Weer anderen meenden ontdekt te hebben, dat als men een jong kuiken aan zijn beentje laat hangen en het trekt zich op als een jongen aan het gymnastiek-rek, dat het dan een hennetje zou zijn, laat het zich aan gestrekte beentjes hangeii, dan is het een haantje. Genomen proeven bewijzen weer de onhoudbaarheid van deze onderstelling, want dezelfde diertjes die het eene oogenblik door hun gymnastische toer een hennetje aanga- ven, bieken een uurtje later liever een haantje te wezen. Er zijn rassen bij welke al vroeg het ver- schil zich vertoont. Dat zijn de grootkam- mige Leghorns en andere Middellandsche Zeerassen, zooals Minorca's en Andalusiers De hennetjes hebben zoo goed als kleurlooze kammetjes, terwijl die der haantjes al aardie rood zijn. Bij geteekende kleurslagen als de zoogenaamdc Patrijskleurigen hebben de haantjes levendiger kleuren op him veeren dan de hennetjes. Of er dus een haantje uit een kuiken al of niet zal groeien is maar niet zoo eventjes uit te maken. Veel hennetjes, dus juist omge- keerd als de kanarie-kweekers, die maar steeds verlangend hopen op veel mannen. Ja, zoo gaat't. Wij willen't maar altijd z66 stel- len, als wij graag wenschen. We willen zoo graag de teugels zelf houden en dan maar steeds bij mooi weer met ons karretje op 'n lekker gemaktkelijk wegje rijden. Goed', dat't anders gaat! De haantjes vormen meestal de helft, dik wijls de grootere helft der kuikens. Dat is al tijd zoo geweest en't blijft zoo. Maar ze groot te krijgen. Dat is de zaak. Uit zich zelf heb ben kuikens weinig of geen ziekten. Als't met hen verkeerd gaat, komt dit doorgaans op de schuldrekening van den houder ervan. Onzindelijkheid, de kleinste veronadhtza- ming op de rein'heid in de verblijfplaats, bij de voer- en drinkbakjes geven kans op inge- wands-stoorrais9en of diarrhee. Als voorstan- ders van zoo droog mogelijke voedering kun nen wij die aanbevelen, daar we vast over- tuigd zijn van minder 'kans op besmetting enz. Een groot onheil voor kuikens is luis of mijt. Wanneer de kleinen door een leger van bloedzuigende mijten des nachts worden over vallen, dan lijden ze weldra aan bloedarmoe- de. Juist het bloed1 is hun levenmoeten ze daarvan missen dan kwijnen ze weg. Een troepje kuikens, dat ondanks voldoen de voeding, niet vooruitlcomt, dient nauwkeu- rig onderzocht te worden of ongedierte de No. 100. i92L DOS NTEdJWE HU UKWETTEN. Zooals bek«nd inaig vexomdereitaLd1 -worden Zijn meit 1 Aipril! ibellangirijlke wajzilgingon in de hiuiuirWeften in weir Iking getredieax. Ind'ertijd hebben wij, zooala gfefbruikelijlk i®, eem over- aidh't igegeven van het wijiziginjgsontweirp, 'toen het nogediend was. Bet komt ons wen- schelijlk voor nog eens ojp db voomiaamstie txunten he wijlzen, niu het wetaontweitp wet is geworden era /eedb van ikraohlt is. De Wo nio.'grao d w e t opent voor de aai'torfteiten de geleigenheiid om den eigenaar Van een waning in, zekere geivallen zijn bezft te ontnemen. Zij stelt zware straf er op, als zonder verlof van B. en W. een woning ont» 'troiklken wondt of onttirokken gehoudien wordit aan de bestemming, die zij op 1 Juni 1920 bad. Twee wagen om d'i't iklwaadl te keeren ataan oipen. De Hi urn rcoimmiisaie kan ktraoh- 'tens de Huuraanizeigigingawet den eigenaar (bevelen de woning te v e r t u- r e n, alls hij daar aedf niet toe overgaat en ivo-ldloet hfij daaraan nie't, dan ikan zij zelf iondefr ibepaalide v ooirwaardem tot ver Luring loVer,gaan. Maar voor grootere woningen zou idlat misachien 'bezwaarHijlk gaan. In -dat gerva'l Ikan it o t o-nit eig e n i n g worden over- Igegiaan. Daardoor. zou aij- gelegenheid hebben idle ruiime woning zoodanig te verbouiwen, Idat meer dlan eem geizdn er huilsvesting im zou Ikiunnen vind'en. Een zoodanige onteigening kan op eenvou< jdiger en sneller wijlze (plaats vinden, dan db bntibilgeningswet heipiaa'lt. Die onteigening kan geschieden ten name van de gexneente otf ten name vanj een vod- gens de Womingtwet exkende vereemilging, stidhtig of vennootschajp. De onteigening mag pliaats helblben lo. als de waning onlbewoonjdl db; 2o. als zij- voor min der dan de hellft bewoond1 is; 3o. alls de eige naar db woning verwiaanloost, denlkende, dat de hUiurder tooh geen andere woning kan vinden. iDoordat niet opgegeven wordt, hoe Jang db wioning ombewoondl of -ten halve be- woonid imoet zij of in weiike mate verwaarloo- zing gasicihiibdt, ikan, oiik geval op zich zelf be- sdhouiwd worden. Oaat de gemeenteraadl tot ontedgemling over, dan moet het heslui't door de Komingin wor- dbn goedgekeurdl em voordlait een vooretel tot onteigening wordt gedlaian, moet de Hiuur- OQramil&s'ie gehoordl wordendit om 'botsing tussohen dei Buiur<ximmii3sie eni het Gemeen- tebastuur te voortkomen. Omgefkeerd moet de Buurooimimisaie aan B. en W. berichten, als zij verhjuxing van het pand wenschlt tie geiLas- ten. Ook de hypothecaire sohuldeaschere, voor zoover het diat pand1 be to aft, worden vooriaf gewaarBchurwldl en niatiuur'lijk staat er beroep o.pen voor de Ibelanghelblbenden. Bet plan tot onteigening wordt gedurende 30 da« gen tex viisie ge'lqgd; aan de naderlieggfug woTdlt belkendheid' gegeven. Miaar lis het ibe- sluif tot onteiigeiidng genomen en Ikoninklijk gaedgeikeurid, dan kan- de gemeemte onmid- delijk bezit nemen van het pand, mits zij bij de redhthank, die de onteigemingssom heeft bepaald, d'at badrag in gerechteilijike bewaring (oo-nsignatdeO heeft gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 11