Alkmaarsche Gourant
De Amsterdamsche week.
Damrobriek.
Zaterdag 7 Mei.
Feuilleton.
Christoffel en Colnmbus
X*. It».
Honderd Drie en Twlntigste Jaargang.
Wij brengen ter openbare kennis, dat bij
ons College is ingekomen een verzoek van
H. DE BOER, wonende te Alkmaar, om ver-
lof tot den verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterken drank, in het per-
ceel ZEVENHUIZEN 7.
Binnen twee weken na deze bekendmaking
kunnen bij ons tegen het verleenen van het
gevraagde verlof schriftelijk bezwaren wor-
den ingediend.
Alkmaar, 6 Mei 1921.
Burgemeester en Wethoudere van Alkmaar,
W. C. WENDELAAR, Voorzitter.
L v. d. VEGT, loco-Secretaris.
Wii brengen ter openbare kennis, dat bij
ons College is ingekomen een verzoek van
F. A. JORISSEN, wonende te Alkmaar, om
verlof tot den verkoop van alcoholhouden
den drank, anderen dan sterken drank, in het
perceel LA AT 120.
Binnen twee weken na deze bekendmaking
kunnen bij ons tegen het verleenen van het
gevraagde verlof schriftelijk bezwaren wor
den ingediend
Allonaar, 6 Mei 1921.
Burgemeester en Wethoudera van Alkmaar,
W. C. WENDELAAR, Voorzitter.
L. v. d. VEGT, loco-Secretaris.
Het Hoogheemraadschap Noord-
hollands Noorderk war tier.
door de schrijfster van
Elisabeth and her German Garden"
8)
Anna Felicitas merkte bescheiden op, dat ze
niet pruttelde, maar dat ze niet nalaten kon
te denken, hoeveel er voor hen zou afhangen
van de vriendelijkheid van oom Arthur's
vrienden en dat ze liever brieven zou hebben
van tante Alice's vrfenden, die allicht eerder
van hen gehouden hadden. Hierover achtte
Anna Rose't noodig haar te berispen en on-
der 't oog te brengen, dat men aan den voor-
avond van een groote ondememing bezield
moest zijn met een geest van vertrouwen en
enthousiasme en niet aan twijfelmoedigheid
mocht toegeven.
Anmia Felicitas antwoordde dat zie eagenlijfc
niet edit twijfelde of zich1 bezorgd miaakte,
maar chart ze zoo'n hongier kreeg, daar ze se-
dertl het ontbijt niets behoorlijks gegeten had
en ze zich net voelde als de hongerige scba-
pen iim „Lyddias"*), die opkeken en niet ge-
voed werden. En voor't igeval Anna Rose zich
de regel's miisschien niet herinneren mocht,
ha aide ze ze aan: „W:anneer denk je eigen-
lijk dat menschen aan boord eten? Ik geloof
dat we t weggaan uit uit Engeland1 niet
half zoo naar zoudeu viniden als we tniddag-
eten gehad hadden."
„Hc vind't weggaan niet zoo naar", ant
woordde Anna Rose haastig. „Ten minste niet
naardter dan we het behooren te vinden."
„0, ik natuurlijk ooik niet," verzekerde An
na Felicitas.
„En zelfs al vinden1 we het vreeselijk," zei
Anna Rose, tenwijl haar stem even verrader-
Een gediicht van Shelley Vert.
Hjk beefde, ,4am zou miidld'ageteni of geen mid-
dagefcem daar toch niets aan kunmen verande-
ren. Eten kan erastige dingen niet verbete-
ren."
„N)een, maar 'f helot toch wel' om' ze te dr a
gen," vond Anna Felicitas.
„Dragen'!" riep Anna Rose uit, met haar
kin in de hoogitc. „Wij hebben nog niets te
dragen! Zng zulke dingen als-'t-je-Blieft niet
weer. Anna Felicitas!"
„Als ik gegeten heb, zal ik t niet meer
doen," belooMe Anna Felicitas.
Nla eenige aanzeling besloten ze aan' den1
een of ander itle vnagen, of ze er niet gauw ge
geten zou warden, maar de andere passagiers
bleken alle verdiwenien te zijn. Ze waren1 geheel
overgebleven op het sombere dek en't was
overal danker,. De rij patrijspoorten waren
zorgvuillddg gesloten, en de deur, die ze door
waren gegaan toen ze op't dek kwamen,
scheen ook diicht en konden ze niet terug vin
den. 'it Wlas zoo'n rare igewaarword1^ langs
een wand te fasten naar een deur, die ze wis-
ten dat er wezen moest en' toch niet konden
ontdekken, dat ze in lacheni uitbaraten, en hun
cerate vroolijlke oogenbl'ik beleefden, sedert ze
van oom Arthur afscheid1 hadden genomen.
„'t Is net eeni speliletje", zei Anna Rose,
met haar hand zoekend langs den wand strij-
kende.
,Zooiets als Alice in Wonderland," vond
Anna Felicitas, die haar voorbeeld volgrile.
Plotseling trad er een 1'ange gedaante uit
den mist te voorschijn en kwam op hen' af. De
tweelingen staalkten onmiddellijk hun onder-
zoek eni stelden zidi stijif en vol waardig-
heid in! postuur tegen den wand', wachten-
de 'tot dte venschijmng voorbij zou zijn ge
gaan. Maar ze ging niet voorbij;. t Bleek een
mannelijlke gedhamtie te zijn met eenl zeemans-
pet op, een steward dus waarschijnldjk en
ze bielld vlak voor hen' halt en zei met een'
Amarikaansehfl atsm1: wHailof"
Anna Rose doorzocht haastig haar brein
naar een gesehikt antwoord op deze wijze van
aansprekeni, rtterwijl Anna Felicitas, altiidi ge-
nieagdl ellk voorbeeQIdi te volgen, een te
rug mompelende.
Mlaar Anna Rose, overtuigd dat je niet en-
kel „Hlaloloon zeggen tegen iemamd, dien
je voor't eerst omitenoette en dat ze naar itera
te Alice's meaning op die wijze zdlf famili-
arteiten udtlolcten, overwoog diat: „Goeien-
avondl" de cxmveraaitiie misschien in f juiste
spoor zou brengen en zei dit dus.
„U moest aani tafei zijn," merkte de miani
op, geen notitie van haar .antwoord memende.
„Ja, dat viimd' ik ook," stmde Fdlicitas in
volllen ernst toe.
„Zoudt u ons misschien kunnen' zeggen,
hoe we daar moeten komen?" vroeg Anna
Rose nog wel! ffiin of meer op een afetand,
maar toch belteefd, want ook zij wou het erg
graag weten.
„Maar, zeg ais-'t-u-blieft niet, dlat we't aan
den Kap'tein- moeten. vragem," verzocht Anna
Felicitas, zoo mogeliilfc nog emstiger.
„Nleeni", voegde Anna Rose er bijl, „want
dat doen we beslist niet."
De man1 schoot in een latch. „Komt u maai
met mij mee," zei1 hij, met groote passen ven
der stappende; en het tweetal volgde hem
z66 gehoorzaam, alsof zulke gevaarujke we-
zens alls bose Buben niet bestaan konden.
„Eerate zeereis zeker?" vroeg de mam, over
zijn schoud'er omziende.
Jahijgtdie de tweelingen, want de man
had zulke l ange beenen, dlat ze hem met moei-
te bij konden houdten.
„Eingelschen?" vroeg de man.
„Ja," antwoordde Anna Rose.
wDafs te zeggen half en hall," hijgde
de nauwgezette Anna Felicitas.
„,Wiaij zegt u?" vroeg de man.
„Iki zei," adem'loos trachtte Anna Felicitas
binnen zijn gehoor te komen en de zsalc dui-
deJijk te maken ,4c zed: half en half."
„0," zei de man; en na een oogenblik van
stilite, aangevuld door't gehijg der tweelin
gen, ffiet hit er op volgen: „Moeder bij jullie?"
Flieop hadden ze ndeia te zeggen; 't was
zoo'n vreeselijke vraag om te beantwoorden.
GelukHdg herhaalde hij1 haar nief, maar aan
de deur gekomen, die zij tevergeefsch gezocht
hadden, deedi hij die open, stapte in hat hel-
der licht, dat van bannen uit schoen, en zijn
linker arm uiifetekende, hielp hij hen ten voor
ten over den hoogen houten drempeL
Binnen gekomen zagen ze dezelfde stewar
dess, die ze al eender gezien haddden, cpge-
wonden haar ergennis uitende ten minste
zoo klonik het tegen remand in uniform,
wiien't geval ijskoudi scheen te iaten. Toen de
lange man verscheen, zweeg ze plotseling en
trok de geundforimde zijn' handen uilf zijn
zakken en legde plotseling een groot vertoom
van dienstijver aan den1 dag, terwijl de ste
wardess een Mad greep, dat ze naast zich
had gezet, en in een gang wfilde verdwijnen.
Mlaar de man riep kortaf„Hei," waaop
ze zichl dadelijk omkeerde en nog gauwer te-
ruglkwam' dan ze had ifirachten te alipseeTen.
^ie je ze luistert dus alls je „hei 1" te
gen haar roepf," fliuistoide Anna Rose haar
zuster in.
„Ja," stiemde Anna Felicitas toe. „'t b
wocmdeni verspillen' als je haar beleefd aan-
spreekt."
„Wijs deze jonge dames de eetkamer," beval
de man.
„Jawel, sir," antwoordde de stewardess
onderdanig.
Met een fcndk en een glimlachje; dat in een
lachi overging (waarom begrepen1 ze niet)
liet hij hen staan, wenikte den beamhte in uni
form hem' te volgen en ging weer naar dek.
„Wie was die aardige man?" vroeg Anna
Rose, terwijl ze achter de stewardes een een
breeds trap afdaalds, die naar rubber, naar
Dfet zyn wfel
De heeriykste amandeltaartjes!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No 649.
Stand
Zwart: 1, 2, 8, 9, 13. 19, 22, 26, 39 en
twee dammen op 5 en 14.
Wit: 11, 15, 17 21, 25, 28, 32, 35, 42,
46, 49 en dam op 47.
1.
Oplossin
46—41
"i!
22 33
2.
25—20
2.
14 :25
3
35—30
3.
25 :34
4.
11— 7
4.
2 22
5.
32—28
5.
26 17
6.
42—38
6.
33 :42
7.
47 :26
7
22 33
8
15—10
8.
5 14
9.
49-43
9.
39 :48
10.
41—37
10.
48 :31
11.
26 40 en wint.
Zwart heeft nu 2 schijven op 1 en 19, wit
een dam op 40 Op zw. 1924 volgt 4034
(zw. 1—6) 34—39 (zw. 24—29) 39—22 (zw.
29—34) 22—44 (zw. 6—11) 44:6 (zw
34—40) 6—39 en 39—50
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, G. J. C. De-
nijs en D. Gerling te Alkmaar.
UIT DE PARTIJ.
Na hetgeen wij in onze vorige rubrieken
mededeelaen over de match de HaasFabre,
willen wij nu eens een paar combinaties ge
ven, van wat ouder datums.
In het tournooi van 1904 kwamen de vol-
gende aardige zetten voor:
Zwart: 3, 6, 7, 8. 11, 12, 14, 16/19, 23, 29.
Wit: 25, 26, 27, 30, 32, 35/39, 41, 42, 48.
Hier speelde zwart de afruil 1420, maar
hij had beter kunnen laten volgen:
1.
1.
2328
2.
32 :34
2
14—20
3.
25 23
3.
18 :40
4.
35 44
4.
17—21
5.
26 17
5.
12 25!-
machinealie en maar warm eten rook alles
door elkaar.
,yEn zeg nu niet weer diait we t aan den
Kap'tein moeten vragen we weten wel be
ter, verzekerde Anna Felicitas haar, op
zaoht-etreugen toon.
ik dachf daif julillie famrilie waren", ant
woordde de tewardess.
,JDat zijto we oofc," bevestigde Anna Roae.
,We zijn twedimgien."
De stewardess staaide hen verbaasd aaini
„Tweelie(geni? Van wie?"
„Vaa wie?" herhaalde Anna Roee. „Wdk,
van elkaar natuunlijk
wIk meen.': famMle an den Kap'tein," zei
de stewardess kortaf, hen nog ouvriendelajk
aankijkende dan's milddags.
„Uw gediachten schijnem wel Mjlzondier van
den Kap'tein vervulki te zijln," merkte Anna
Felicitas op. „Hij' is niets geen famiillie van
ons."
„Ziitt jullie dan goede vrienden?" infor-
meerde de stewardess, en ze Meef halverwege
de trap staan, om te itweelirgen, die haar ge-
armdl volgden, beurt vooroeurt aain te raj-
ken.
,,'Naituiurlijfc ziiini we goede vrienden," ant-
woardlde Anna Rose wat omigeduTdig. nDacht
u some dat we ruse zoudten maken?"
„Nleen, ik daeht niet dat aemanld1 ruzde zou
maken met dien Kap'tein," anitwoardlde de
stewardess stekelig. „Ten minste niet aan
boord1 van ziijn eigen scMp." Ze wist niet
welke van ae beide meisjes ze amtipathieker
vond de fcorte of de lange.
wDie Kap'tein scfaijnt u maar te achtervol-
gen," merkte Anna relicitas voor de tweede
maal' op.
DE FINANCIeN.
De vraag, die ieder belastingplichtige van het
hoogheemraadschap ongetwyfeld op de lippen
brandt, nu het helaas dan toch eenmaal wel
tot betalen zal moeten komen, is deze: wat
kost me het nieuwe hoogheemraadschap.
Voor zoover als dat thans reeds mogelijk is,
zal ik haar beantwoorden.
Wij moeten hierbij twee zaken onderschei#
den.
Zooals ik reeds heb medegedeeld heeft het
hoogheemraadschap tweeerlei taak. Het wordt
vooreerst belast met het onderhoud van de
Zuiderzeedijken en van de Hondsbossche zee#
wering en het heeft bovendien aan de proving
cie een bijdrage op te brengen in de rente en.
aflossing der door de provincie gesloten
watersnoodleening.
Ik begin dan met het eerstgenoemde: de
voor het vervolg jaarlijks te maken kosten van
het dijksonderhoud. Met dat dijksonderhoud
zijn tot nog toe tal van andere waterschappen
belast geweest Die waterschappen hieven
daarvoor natuurlijk van de belanghebbende
landeigenaren dijkslasten. Ieder deed dat op
zijn wijze. Zoo inden bijv. de Anna Paulow#
napolder, de polder Wieringerwaard, de polder
Waard en Groet, de Zijpe# en Hazepolder, de
polder Callantsoog de benoodigde gelden zelf
rechtstreeks van de ingelanden.
Maar de vier* ambachten van Westfriesland
(De Vier Noorder Koggen, Drechterland, de
Schager# en Niedorper Koggen en Geestmer»
ambacht) sloegen het vereischte bedrag der
„Westfriesche zeedijkskosten" in een bepaalde
verhouding om over de onderscheidene bannen
dier ambachten en in Westfriesland vonden
dan de landeigenaren hun aanslag in de West#
friesche zeedijkskosten uitgedrukt in het be#
lastingbedrag op het aanslagbiljet hunner
banne. Evenzoo geschiedde het ook (behou#
dens een geringe uitzondering) met betrekking
tot het onderhoud van den Noorder IJ» en
Zeedijk (de Asseydelver#zeedijk, de Westza#
nevzeedijk, de Hoogendam te Zaandam, de
Oostzaner»zeedijk, de Waterlandsche zeedijk,
de Nieuwendam bij Monnickendam, de Kat#
wouderszeedijk, de Zuidpolder#zeedijk, de
Zeevangs»zeedijk en Zeevangskeukendijk en
de Schardam en Keukendijk). Ook in de kos#
ten van dit onderhoud droegen de belangheb«
bende waterschappen in bij reglement uange#
geven verhouding bij, n.L aan de Vereeniging
van den Noorder IJ# en Zeedijk, welke bijdra#
ge ieder waterschap voor zich omsloeg over de
ingelanden.
En ook het hoogheemraadschap van den
Hondsbossche en Duinen tot Petten kende be#
houdens weinige uitzonderingen als zijn be#
lastingplichtigen alleen de belanghebbende
waterschappen, die de door hen op te brengen
„Hondsboschgelden" of „Hondsboschkosten"
aan hun belastingplichtige ingelanden op de
aanslagbiljetten in rekening brachten.
Bij de orpichting nu van het nieuwe hoog#
heemraadschap Ma het stondpunt tngenomen,
dat zfj, die tot nog toe met de kosten van het
dijksonderhoud waren belast, in de allereerste
plaats worden geroepen daarvoor ook
voortaan op te komen. Berekend is hoeveel
ieder waterschap tot dat einde in de laatste
tien jaren gemiddeld per jaar had opgebracht
en bepaald is dat het dit bedrag jaarlijks als
vaste bijdrage aan het nieuwe hoogheemraad<
schap verschuldigd zal zijn. Op deze wijze
wordt door de waterschappen (en eenige inge#
landen rechtstreeks) aan het hoogheemraad#
schap jaarlijks opgebracht 188000. De ban#
nen van Westfriesland betalen dit nu niet aan
de ambachten van Westfriesland, de water#
schappen onder den Noorder IJ# en Zeedijk
niet aan de vereeniging van den Noorder IJ# en
Zeedijk, de waterschappen onder den Honds#
bossche niet aan het hoogheemraadschap van
den Hondsbossche. (Het college van hoofd«in«
gelanden van Westfriesland, de vereeniging
van den Noorder I J# en Zeedijk en het hoog<
heemraadschap van den Hondsbossche wor»
den trouwens, zoodra het nieuwe hoogheem#
raadschap de dijken heeft overgenomen, opge#
heven.)
Tot zoover blijft dus wat het bedrag betreft
alles vrijwel by het oude. (Men lette wel op,
dat ik nog steeds behandel de voor het ver«
volg te maken gewone jaarlijksche kosten van
het dijkssonderhoud; de bijdrage in de kosten
van dijksherstelling na den watersnood be#
spreek ik in het volgend artikel.)
Maar het hoogheemraadschap zal zeker met
dit bedrag van 1880000.per jaar voor ge#
woon onderhoud niet kunnen volstaan. Waar#
om niet? Omdat het, zooals bij de oprichting
wel beweerd is, zoo duur zal werken? Och
neen, ik heb hier alleen op het oog de alge#
meene stijging van arbeidsloonen en kosten
materialen, die natuurlijk niet lyken bij die van
de tien jaren, waarin het bedrag van
188000 voldoende was.
Of het hoogheemraadschap duurder werkt,
zal de tijd nog moeten leeren. Zonder uit de
school te klappen, mag ik toch wel zeggen, dat
de dijkgraaf en de hoogheemraden bezield zijn
met den ernstigen wil om in alles zoo eenvou#
dig mogelijk te werken fen wat vooral van
groot belang is dat zij meenen er in geslaagd
te zijn personeel te kiezen dat bereid en in
staat is om hen daarbij trouw ter zijde te
staan. Daarenbover, krijgen zij naast zich een
college van hoofdingelanden, en de stemge#
rechtigde ingelanden zullen zeker wel zorg#
dragen, dat daarin plaats nemen mannen met
helderen, ruimen blik, praktische Noordhol#
landers, die, zonder degelijk onderhoud uit het
oog te verliezen, evenmin „de brei over de mat
zullen smeren". Het hoogheemraadschap zal er
gewis ook op bedacht zijn van de waterschap#
pen, die tot nog toe met het dijkswerk belast
waren, zooveel mogelijk het personeel over te
nemen, dat zij thans kunnen missen. Eenerzijds
geeft dat een waarborg, dat deskundig en er#
varen personeel behouden blijft, anderzijds
ontlast het de waterschappen van personeel
hetwelk zij nu kunnen missen. Ik hoop en ver#
trouw derhalve, dat het hoogheemraadschap
niet duurder zal werken. Zelfs is er een heel
groot voordeel, waarop in dit verband wel eens
mag worden gewezen. Dat voordeel is door
gedeputeerde staten niet genoemd. Dat lag
ook weinig op hun weg. Zooals ik reeds in het
vorig artikel opmerkte, is een eisch van goede
democratic, dat men zelf zooveel doenlijk zijn
zaken bestuurt en zoo weinig mogelijk behoeft
gedwongen te worden van bovenaf. Vooral by
de stoere Noordhollanders is dit een sterk in
het oog loopende mooie karaktertrek.
Welnu tegenover aandrang van bovenaf om
kostbare dijkwerken uit te voeren, waarvan
zij, die de gelden moeten opbrengen, zich wel
eens afvragen of dat wel inderdaad noodig is,
staat het grootere centrale lichaam thans ster#
ker dan voorheen. Acht het bepaalde werken
niet noodig, dan kan het krachtigen tegenweer
bieden aan het provinciaal bestuur, en oordeelt
het de werken wel gewenscht, welnu dan zal
het zeker meer bevrediging geven als een
eigen hoofdambtenaar, die dagelijks met de on#
middellijk belanghebbenden samenwerkt,
daartoe mede heeft geadviseerd. Uit dit oog#
punt beschouwd is door de oprichting van het
hoogheemraadschap de autonomie der water#
schappen wel in hooge mate versterkt
Om misverstand te voorkomen wil ik na#
drukkelijk zeggen, dat ik met het vorenstaande
niet op het oog heb de werken te Andyk,
maar wel iets anders wat in de naaste toe#
komst naar het oordeel van gedeputeerde sta#
ten zou moeten gebeuren en tonnen gouds zou
verslinden.
Mijn artikel mag niet te lang worden. Daar#
om een volgenden keer over de financien meer.
Purmerend. D. KOOIMAN.
- LXXI.
De Internationale Banketbakke#
rydentoonstelling: de Ibata, in het
Palela voor Volkaviyt
Sinda Woensdag 1.L ia er in one kristallen
paleis op het Frederiksplein weer eene nieuwe
tentoonstelling geopend. Pas heeft de Zuid#
Afrikaansche tentoonstelling hare deuren ge#
sloten of de Internationale Banketbakkery#ten#
toonstelling, kortweg de Ibata geheeten, opent
de hare alwedcr, en zet de onafgebroken reeks
van hare voorgangsters voort. Achtereenvol#
gens hebben wij daar nu gehad: de Tentoon#
steiling Het Huis en zyne Inrichting, de Ka>
tholieke Missie#tentoonstelling, de Sport#ten#
toonstelling, de Zuid#Afrikaanache tentoonatel#
ling en nu de Ibata.
De Ibata is niet de minst«aantrekkelijke van
alle. Want zy richt zich tot onzemaag.
En niet waar? de weg naar het* hart
leidt door de maagl En zoo snuift dan in deze
dagen een groot publiek met zichtbaar welge#
vallen de zoete geuren in die het Paleis voor
Volksviyt vullen. Want natuurlijk wordt er
gebakken ook! Geene enkele tentoonstelling
heeft z66veel reden „in werking" te worden
voorgesteld als juist eene banketbakkery#ten#
toonstelling.
Eene groote bakkery mot lunchroom is dan
ook gevestigd in de eerste zijzaal aan de tuin#
zijde. De bedoeling ervan is eigenlyk in de
eerste plaats om twee systemen van ovens met
elkander te vergelyken. De bekende Duitsche
firpia Junker en Ruh exposeert er een gas#
oven, waarvan zy hare specialiteit maakt,
terwyi de Gemeente»Electriciteitswerken te
Amsterdam er eene electriache oven hebben
ingericht En nu wil men zien welke oven,
welk systeem, het beste voldoet; het meest
economisch werkt; welke het eerst op hitte is
en welke het langst die hitte vasthoudt. Be
noem dit in de eerste plaats de bedoeling van
de tentoonstelling. En dat spreekt ook wel van#
zelf! Want deze tentoonstelling wil v66r alles
instructief zijn. Zy wil de beoefenaars van het
vak op de hoogte stellen van het nicuwste en
het beste dat op hun gebied te verkrygen is,
tcneinde aldus het vak zooveel mogelijk up»to#
date te houden. En daarnaast wil men natuur#
lijk ook de belangstelling van het groote pu«
bliek trekken. Dat is van belang voor het wel#
slagen van de tentoonstelling, want de kosten
moeten grootendecls gedekt worden door de
opbrengst der entrfee's. Maar dat is ook in het
belang van het vak#zfelf. Een echte banketbak#
ker vindt dat er nog lang niet genoeg gesmuld
wordt En dat „zoetigheden" ook als volks#
voedsel hare rol spelen is in den oorlogstyd
„volmondig" door de Overheid erkend.
Vlak hierby is het model van een derde
soort van oven tentoongesteld, n.L eene heete#
luchtoven, of liever de doorsnede daarvan. In
werking kan men zoo'n oven zien in de ge#
mcngde brood# en banketbakkery in den tuin.
Deze tuin is nu ook in exploitatie genomen.
In het midden prijkt een fontein, die's avonds
in lichteffecten straalt
In de tweede zijzaal aan de tuinzyde stelt
de bekende firma Ringers te Rotterdam een
geheel chocoladebedrijf in werking voor. Wij
zagen er bonbons vervaardigen die ons het
water op de lippen brr ht Daarnaast ia een
winkel van dezelfde firma waar haar fabri#
kaat verkocht wordt „Wat van chocolade ge#
maakt kan worden" luidt het opschrift op den
achterwand. En tgeen de lichte wanden staan
allerlei chocolade#kunstwerken: een paard, een
schip, een reusachtig paasch#ei met kleine kui#
kentjes er om heen enz. en op den voorgrond
de alweder uit chocolade vervaardige maquet#
te van een groot gebouw. Het is een plan voor
een nieuw stadhuia voor Amsterdam, ontwor#
pen door een koenen jongen architect: Kees
van Reyendam, zoon van den directeur van
de Ambachtsschool te Alkmaar.
In de derde zijzaal, die aan den kant van
het Frederiksplein, is o. a. eene officieele inzen#
ding van de Nederlandsche Banketbakkersver#
eeniging, die in graphieken en statistieken een
beeld geeft van den groei en den bloei van de
organisatie en van hare instellingen. Die in#
zending is geflankeerd, eenerzijds door marse#
peinen vruchten, die verwonderlijk dicht de
natuur nadoen, en anderzijds door een stuk,
een pifece de milieu, voor eene bruiloftstafel;
een wonderwerk van nougat en getrokken sui#
ker.
In de groote zaal, waar zich, onder den koe#
pel, ook een podium voor het orkest bevindt
troffen wij o.a. inzendingen aan van de onder#
linge chocoladefabriek der banketbakkers, de
Union, en van de bekende Engelsche saucen#
firma Crosse en BlackwelL
Io hoofdza«k vtedt men hler da volgando
rubrieken: grondstoffen, voortbrengselen, ma#
chines en gereedschappen en hulpmiddelen.
Vooral de machines, de ovens en de fornuizen,
de kook#, braad# en verwarmingstoestellen; de
ysmachines en koelmachines enz. enz. nemen
netuurlyk eene groote plaats in. Hier vinden
de banketbakkers het nieuwste van het nieuw#
ste op hun gebied. En toepassing daarvan is
waarlyk niet alleen luxe.
De tyden zyn veranderdl Het tydvak 1914/
1920 heeft groote veranderingen in het be#
drijfsleven teweeggebracht Steeds stijgende
loonen en de sterk verkorte arbeidstijden zijn
oorzaken, dat de werkgevers hun bedryf zoo
economisch mogelyk moeten inrichten. De te
duur geworden handenarbeid dient vervangen
te worden door machines, terwijl met het oog
op de verkorting, der arbeldstyden verbeterin#
gen aan de bestaande machines moeten wor#
den aangebracht om de productie op peil te
houden. De brandstoffen zyn erg duur gewor#
den, hetgeen natuurlijk van grooten invloed is
op de onkostenrekening van het bedryf, en
daarom is er overal een streven, een zoeken,
naar nieuwe systemen en verbeteringen in be#
staande om het meest#nuttige effect uit de
brandstoffen te verkrygen.
Ziedaar de eischen waar aan het moderne
banketbakkersbedryf nog altyd in hoofd#
zaak een klein#bedryf moet voldoen in ver#
band met de veranderde tydsomstandigheden,
en voor de vervulling waarvan de Ibata allerlei
middelen aan de hand doet Daartegenover
biedt de tentoonstelling ook een beeld van het
verleden, het verleden van dit by uitstek histo#
rische bedryf der bakkery. Op de g&lery
waar, verderop, ook eene inzending van het
Koloniaal Instituut te zien is vindt men de
historische afdeeling. Van alle zyden is daar#
voor medewerking verleend, door instellingen
zoowel als particulieren. Ik noem de Koninkiy#
ke Bibliotheek, de Universiteit van Amster#
dam, de Rijks#Universiteiten te Leiden en te
Utrecht, het Ryksprentenkabinet, het Ko#
ninklyk Oudheidkundig Genootschap, het Ar#
chief der Gemeente Amsterdam, het Friesch
Genootschap van geschiedenis en oudheid#
kunde, jhr. Six van Vromade te 's Graveland,
dr. D. F. Scheurleer in den Haag en anderen.
Van jhr. Six zagen wy o.m. twee vitrines met
oude kookboeken, beginnend reeds in de 16e
eeuw. En daarnaast is dan het gcheele oude
bedryf in beeld gebracht De architect Hart#
kamp heeft met liefdevolle zorg een „antieken"
banketbakkers winkel en eene daarby behoo#
rende bakkery gereconstrueerd, zooals er nog
een heel enkele hierterstede te vinden is. Het
is een alleraardigst winkeltje met uitgebouw#
de kastjes. In die kastjes ziet men, naast wat
na'ieve oude beeldjes en gekleurd en geslepen
glaswerk, die de fetalage opluisteren, feestelyk
versierde koeken. Op een ondergrdhd van ro#
ze glazuur, versierd met bonte roosjes, zyn in
witte suiker heele gedichten geschreven of lie#
ver „gespoten" (Ik meen ten minste dat z66
de technische term luidt). En de heele inrich#
ting van het winkeltje is in den styL Van de
gezellige, ouderwetsche rood«geschilderde
koekjes#trommels af, tot de koperen vyzels en
de Friesche stoeltjes#klok toe. En op den ach#
tergrond ziet men een trapje dat naar het
achter den winkel gelegen woonvertrek leidt
Typisch is het glazen puitje daarvan met
achter de ramen, de modeste valgordynen met
vermicelli#achtige franje.
Onder het woonvertrek ziet men de ruitjes
van de gewoonlyk in den kelder gelegen bak#
kery. De ruimte op de galery liet echter niet
toe de bakkery op die plaats aantebrengen.
Daarom ligt ze nu naast den winkel. Ook die
oude bakkerij is echt Men treft er aan een
ouderwetsche oven met rookkap; een steenen
mortier; een aan den zolder hangende muisjes#
molen (bak met steenen kogel); een oud hos#
tie#yzer, waarmede de koeken voor het H.
Avondmaal bereid werden, en eene prachtige
verzameling speculaas#prenten; dat zijn de in
beukenhout gesneden vcrmen, met behulp
waarvan de vrijers en vrysters en zoovele an#
dere voorstellingen mfefer gevormd werden.
Tegenwoordig geschiedt dat alweder machi#
naal, door middel van metalen plaatjes welke
bevestigd zijn op een cylinder, zooals de giet#
vormen voor een krant op eene rotatie#pers
zijn bevestigd. In letterlyke en figuurlijke be#
teekenis zijn daardoor tegenwoordig de
„klaasjes" meer stereotiep geworden. Vroeger
konden de houtsnijders veel meer hunne phan#
tasie laten werken. En zoo ziet men hier dan,
naast Bijbelsche voorstellingen, zooals Adam
en Eva, Jonas in den walvisch, Driekoningen
enz., ook galjoten en Moorsche ruiters, en ik
weet al niet wat meer. Vaak hadden de pop#
pen enorme afmetingen. Ik zag o.a. een plank,
met een pop (Napoleon voorstellende) van
een Meter hoogte. De vryster (vaak eene be#
daogdo cflerafbode) tSha eoo'n Tifjwi ""-r.
kreeg was „bon" af. Bovendien werden die
poppen dan nog, zooals men weet, verguld. Ik
zag in de bakkery een pracht«exemplaar van
zoo'n pop, die herinneringen wekte aan de be#
roemde verguld#party by oom de Groot, in
Hildeb rand's Camera Obscure.
En niet alleen aan de Camera heb ik gedacht,
toen ik deze banketbakkery#tentoonstelling
bezocht By het zien van twee oude gobelin»ta#
bleautjes in het winkeltje, voorstellend galante
tafreeltjes uit de 18e eeuw, en by het bewon#
deren van de weergalooze kunststukken van
banketbakkery, kwam mij onwillekeurig in
herinnering het geestig tafreel uit Rostand's
Cyrano, het tafreel in den winkel van Ra»
gueneau, den dichterlijken bakker. Men zal
zich herinneren hoe hij door de hongerige
dichters wordt leeggegeten; hoe hy, met een
traan in het oog, pasfeitjes pakt in een zak,
die zijn vrouw gemaekt heeft van een „Sonnet
aan Philio". Maar vooral d'aeht ik aan zyn re#
cept op rijm: Hoe men de amandcltaartjee
't allerbest bereid welt
Z66 luidt het:
Maak eitjes tot wat schuimig rag,
Met een slag,
En doe in dat schuim, zoo keurlg
Wat citroensap by.
En, of 't honigzoet zy,
Een amandelmelkje geurig!
Leg daarna ook wat vla#pasted
In de ry
Van de vormen waar taartjes in bakken!
Vlughandig erop abrikozen«natl
Zonder spat
Laat druppel na druppel zakken!
Giet uw schuim in die putjes en dan
Zoo gauw't kan.
In den oven er met, en heel gaartjes,
Komen de mollige korstjes snel:
WAGENAAR Jr.
0