Alkmaarsohe Courant De Amsterdamsche week, Zatordag 2 Juli. Eenilleton. Christoffel en Columbus Dobterpraatjes. Honderd Drle en Twintigste Jaargang. HANDELSAVONDSCHOOL MET 5-JA- RIGE CURSUS. 1921/1922. Ouders en verzorgers, die hunne of de aan hunne zomg toevertrouwde kinderen het onder wijs aan de Handelsavondschool wenschen te doen volgen, behooren zich daartoe aan te maiden bit den Directeur der school, dm hcer J. H, Voort, in de voormalige ambachts- school, staande aan de Docienstraat en wel op Din6dag en Woen6dag 5 en 6 Juili a.s. des avonds van 7 tot 9 uur. Leerlingen. die reeds vroeger de school be- zochten en die krachtens de overgangsbepa- ling deze nog volgens het oude programme kunnen afloopen, zullen opnieuw moeten wor- den aangegeven. Bij voldoande deelname kunnen zij, die aan het einidi van den cursus 1920/1921 het eind- dlploma hebben behaald nog 2 avonden per week d'e lessen volgen in Boekhouden, H'an- dolsrekeneni, Duitsch en Engelsch. Als leerlingen worden tot de le klasse toe- gelaten: a. zij, die een verklaring kunnen ovcrleggen van het hoofd eener lagcre school, waar- udit blijkt, dat zij in het jaar, waarto zij toelating tot de Handelsavondschool vra- igen> met vrucht het 6e Leerjaar zijner school hebben doorloopen en dat hij ze geschiktiacht, het onderwijs van de Hlan- delsavondschool te volgen k. zij, die het toelatingsexamen met good; ge- volg hebben afgelegd. Tot een hoogere dan de le Masse kunnen ook zonder ex a men worden toegelaten leer lingen die bewijzieni hebben gegeven, voldoen- dt ontwikkeling te bezitten om het onderwijs in de klasse waarin zij wenschen te worden op- genomen, te kunnen' volgen. Bij, het ontbre- ken daarvan kan toelating ma afgelegd ex- ameni met gunstigan uitstag plaats hebben. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR: Overwegende dat het Bestuur der Alk- maarsche Vriizinnige School ver een iging eene aanvrage heeft ingediend tot 3tichting van eene bijzondere school voor uitgebreid lager onderwijs; dat de Raad dezer gemeente, ingevolge het derde lid van art. 75 der Lager Onder- wijswet 1920, is gehouden bij de behandeling van deze aanvrage eene beslissing te nemen omtrent de vraag of tot oprichting van een overeenkomstige openbare school zal worden overgegaan dat nun College daarom wenscht na te gaan of in deze gemeente behoefte bestaat aan openbaar uitgebreid lager onderwijs (overeenkomende met het tegenwoordig m.u.l.o.) voor jongens; noodigen de ouders of verzorgers in deze gemeente, welke hun of de aan hunne zorg toevertrouwde jongens van zoodanig onder wijs wenschen te doen gebruiken maken. uit daarvan kennis te geven ter gemeente-siecre- tarie, waartoe tot 16 Juli a.s. iederen werk- dag van 91 uur gelegenheid bestaat. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Wij brengen ter openbare kennis, dat bij ons College is ingekomen een vcrzoek van J. DE MOEL. wonende te Alkmaar, om ver- gunning tot den verkoop van sterken drank voor gebruik ter plaatse van verkoop in de koffiekamer van het peroeel DIJK No. 21. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen bij ons tegen het verleenen van de ge- vraagde vergunning schriftelijk bezwaren worden ingediend. Alkmaar, 1 Juli 1921. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. door de schrijfster van „llieabeth and her German Garden" XXII. Dadelijk, den volganden dag, togen ze op een huis uit, en na twee da,gen hadden ze ge- vonden' wat ze zochten. Niet Jieelemaal" wat ze zochtemi natuurlijk, omdat, zooals Anna Fe licitas verklaarde, er mooit iets in't leven hee- lemaal is, maar toch lets vol aangemame mo- gelijkheden voor het oog der blijde verbeel- ding en' drie paar oogen van.' deze soont be- keken met opiiimistische blikken het kleine bui- tenhuis. Hlet stond rechthoekig op een weg, die om zijn schoomheidi bizonder druk dOor auto's be- reden werd en was er van gescheiden door een groep boomem, bovenaan em met eiken als bezaaide helling, die glooiend naar de zee afdaaide. De achterramen en die onder- deeleni, waarvoor em huis zich een beetje schaamt, grensden aan em dicht cucalyptus- boschje, dat tot aan den voet van't gebergte opkilom. V66r het huis lag een slordige tuto, van de veld'eni afgescheiden door een heg van wilde rozm1. Aan de Westzijde stonden em stuk of wat simaasappelr, citroem- en perzikm- bootnen, de overlevende van wat eenmaal als eem boomgaard bcdoeld' was, en aan den an- deren kaimt em rij, perenboomem, die het ter rain van den weg afscheidden. Verwaarloos- de, ongesnoeide rozm, en 'n reusachtige wis- tenia taadaldm dim vewallae voorgeval. In- dertijd hadi iemandi eens jasinijinen,, sneeuw- balleo en seringw geplant achter de peper- boomen., waannee ze nu een ondoordringbaar schenn vormdeni tusschen den turn en den weg. Sed'ert janen had het leeg gestaan en diaar het van houit was, viel er heel wat aan op te knappen, maar de Jigging was volmaakt. Iedere motorist, die den grooten weg langs kwami, moest het uithangbord buiten de de boomenrij opmerken en zou stelilig graag even stoppeni om het aard'ige hekje binnen te gaan en door den bloeicnden tunnel, dion ze in de dichte serinigen konden kappen^ eens te ko- men kijken wat die „Open Armen;> eigenlijk te beteebenen hiadden. Er werden hun' ook huizen van een. veel be lter en solieder type aangebodeni. Hier had nooit een1 deftige familde in gewoond, zei de makelaar, die hen van hum voorkeur voor dit vervallen boeltje wilde afbrengen. Jaren' ge- ileden was het door een boer gezet, maar in plaats van zich te bepalen bij het drinken van de melik zijner koeien, d'e eenige gepaste drank voor een boer, vond de makelaar, die president was van de piaatselijke afdeeling der Anti- MSsdadiigheids-'Bond, zette hij het melkgeld in drank om en raakte op die inanier geheel a an lager waL De andere huizen, die de makelaar hen aan- beval, waren- -in alle opzichten beter, behalve wat hun liggiing betrof, maar daar de Jig ging juist van overwogend belang was, stem- de miinheer Twist de tweeJingen toe dlie onmilddellijk hun hart verloren. haddbi' aan- het idylliische-bcgroeide vervailen huisje dat dit juist was wat ze hebben moesten:. Een week later had miinheer Twist het dan. ook al gwkocht (de riveaLinjpen is dm warn laten- No. 18. „HELPT ONS DE TUBERCULOSE BESTRIJDEN!" 2. In 1913 stierven in Nederland meer dan 1700 kinderen van nul tot veertien jaar aan tuberculose, in 1919 ruim 2500! De aller-, allermeesten van hen- hadden niet behoeven te sterven, wanneer maar fijdig de voor hun behoud noodige maatregelen waren geno- men. Wan-t het staat wel vast, dat slechts bij zeldmaamste uoitzoindieriing een pasgeho- de dat het gehuund was) er waren er, zoowel hininen als buiteni, den: gamschen diag allerlei werklu-i aan- den -gang om het zoo gauw mo- gelijk bewoonbaar en aantrckkelijk te maken. Nog voor het einde der week was mijnheer Twist er ook in geslaagd een' dame van mid- delbarem leefitijdi te engageeren en een keuken- meid1 op te spoxeni, bultengewoon bedireven op 't gebied van toasit en cake bakken. Zoo d-oet men dat in AmferikaJe maakt eerst goed .met jezelf uit wat je itoodlig hebt, en> tdian ga je beslist en zonder omwegen op je doel af. „En. allies zoo goedkoop!" riepen de twee- lingen verheugd, wier 200 de kruik van de wedtiwe nabiji kwam. Dit geloof wend- evenwel geschokt, toen ze op een keer zonder mijnheer Twist, die't nu te druk had1 hen op al hun expedities te vergezel- len, oretonne gingen uitzoeken, en het werd to taal vernietigd, toen de verscnillentfe roiddel- hare-Ieeftijd-d ames, die op mijnheer Twist's advententies in. de te Acapulco en Los Ange- los verschijnendte bladlen schreven, alien zon der uitzomdering een salaris eischten, hooger d'an het heele Twimlrier-kapitaal De tweelingen dOorleefden een paar kwa- dc oogenblikken, doch een nieuwe gelukkige in'gevimgv ditm-aal van den kant van Anna Rose, bracht uitkomst. ,rBc weet wat," riep ze zegevierend, terwijl haar heele gezicht opklaarde. „We zullien het cofiperaiief maken Mijnheer Twist, viens voorhoofd! diepe rim. pels vertoonde, terwijl hij er over nadacht hoe hij. dfe tweelingen toch zou kunmen bewe- gen zondter bezwaren van zijn geldelijken steun gebruik te maken, greep net denkbeeld met beide handen aan. Hij had1 natuurlijk on- mogselijji laumuDi zaggm. velk bagjrip Abha rare tnberrohjBe heeft meegdrartrt; de xrgel is, dat het kind na de geboorte besmet wordt. Wanneer we dus maar het kind1 zouden kumneu behoeden voor de besmetting, zou •lies gewonnen wezen! Zeventien honderd ziekbedden van langer of korter duur, zeven tien honderd doodkisten, lijkkleeden an be- gTafenissen, dat beloopt toch heel wat in ten jaar, en wanneer al die sommen zijn uitge- geven, dan heeft men niet anders over, dan treurende families, van welke wellicht of waarschijnlijk weer volgende kinderen door de tuberculose worden opgeeischt. Dan heeft men verloren zevenhenhondferd men- schen, van wie een groot aantal zou hebben kunnen bijdragen tot den voorspoed en de welvaart der gemeenschap, aan wier opvoe- ding en verzorging de gemeensohap heeft meaegewerkt, om van hen later in den vorm van nuttigen arbeid het voorgeschotene te- rug te ontvangen. Die zeventienhonderd kinderen beteekenen dus niet alleen een be- langrijk verlies, maar ook een nog veel be- langrijker winstdervingWaarmede de prak- tijk van het leven eenvouddgweg geen reke- ning houdt! A3- diat ,jiu weggegooide" geld1 had ook anders besteed kunnen worden. Wan neer groote en kleine Overheid hun gezond verstand ook eens gewijd hadden aan de vraag, of die jaarlijks weggesmeten kapita- len niet beter rentegevend belegd hadd-en kunnen worden, dan zouden ze een even een- voudig als doeltreffend antwoord hebben g;evonden. Want de zaak is werkelijk dood- simpel! Wanneer in een gezin tuberculose voor- komt, loopen alle leden van dat gezin gevaar besmet te worden. Als de kostwinner ziek is en moeder niet uit werken behoeft te gaan, zal ze toch wel zooveel aandacht aan den zieke moeten schenken, dat de kinderen niet de noodige zorg krijgen. Die worden zooveel mogelijk aan hun lot overgelaten en de straat op gestuurd. Dat ze daar veel goeds leeren zal niemand durven beweren, en ik wijs er heel terloops op, dat er zonder twij- fel oorzakelijk verband bestaat tusschen de misdadigheid der jeugd en het voorkomen van tuberculose in de gezinnen. Het ligt bui ten mijni bestek, hierover verder te spreken. Binnenshuis zijn de kinderen aan besmetting bloot gesteld en zulks temeer, naarmate de behuizing kleiner ep de voeding schraler is. Dit wordt, zoo niet bewezen, aan toch wel heel waarschijnlijk gemaakt door de sterfte- cijfers van 1913, het jaar v66r den oorlog en 1919, het jaar daarna. Hoe zijn nu de be zwaren tegen het verblijf van onbesmette kinderen in een -tuberculeuse omgeving het eenvoudigst te ondervangen iDoor die onbesmette kinderen te verwijde- ren uit hunne gevaarlijke omgeving en hen over te brengen naar gezinnen, die vol'ko- men vrij zijn van de ziekte, en die buiten wo- nm, in een zoogenaamd gezond'e streek. Het zarmoeilijker vallen, de armbesturen te over- tuigen van de wensdielijkheid, onmiddlellijk kostgefd te verstrekken voor de verpleging elders van gezonde kinderen, die men gezond houden wil, dan voor de verzorging van reeds zieke kinderen. Zoo zijn nu eenmaal die dm stellingen. Maar het zal den ouders miinder moeielijk zijn, hun kinderen af te sfcaan ten behoeve van de gezondheid en het levensge- luk van deze laatsten, dan hen bloot te stel len aan een kwijnend bestaan en een vroegtij- digen dood. Met andere woordenik zou wenschen, dat ook in Nederland zou worden opgericht een „Bond tot vrijwaring van kinderen tegen Tu berculose", zooals de Fransche kinderarts Grancher diem to Parijs heeft gesticht, Deze bond werfct met allereenvoudigste middelen. Wanneer zich to een gezin cen geyai van tu berculose voordoet, wordt dat gezin bezocht door een huishezoekster, die een nauwkeurig onderzoek tostelt naar de grootte van het ge zin, de behuizing, de middelen van bestaan en de gezondheid der kinderen'. Laat deze laat- ste schijnbaar niet te wenschen, dan worden de kinderen herhaaldelijk door verschillende arisen onderzocht Wanneer de uitslag van al die onderzoekingen gunstig ia m.a.w. wan neer de kinderen niet aantoonbare tuberculo se hebben, wordt voor hen op het land een on- derkomen gezocht. De ondervinding heeft ge- leerd, dat daarvoor to aaninerkiing komen to de eerste plaats kinderlooze gezinnen en ver- volgens gezinnen met volwassen kinderen Het samenwonen van eigen en vreemde kim- deren heeft te vaak aanleidtog tot moeielijk- heden gegeven. Natuurlijk stelt de vereeni ging zich ter dege op de hoogte van den ge- zondheidstoestand to den ruimsten zin Van't woord van de aanstaande pleegouders. Hun gezin staat ornder geregeld toezicht van een dokter, die het minstens eenmaal per maand bezoektwanneer hij; het kostgeld komt bren gen. Bovendien komt een huishezoekster op Rose aan't woord codperatief vastknoopte, maar hij- vertrouwde siellig, dat hij van haar idiee zou kunnen partij trek ken om de ftoainci- eele moeilij'kheid uit deu weg -te helpen ruimen. „Wat is eigenlijk codperatief?" vroeg Anna Felicitas met nieuweai eerbied voor een zus- ter, die zoo plotseling. zoo'n goed-kltoikenlde zakemwoord te berde bracht en er alles van af scheen te weten. Ze had; het woord wel dik- wijls hooren gebruiken, maar't hing hier toch erg los to) 't hoofdl, zonder ergons eem an- der begrip te raken. „Heb je n-ooit van1 eon cooperatieve ondenfe- ming gdioordl?" vroeg Anna Rose. „Jawel<, maar „Nou dan." „Ja maar, wat zou dan eigenlijk een codpe ratief theehuis zijn," hield Anna Felicitas vol. ,,Een theehuis, dat op een- cooperatieve basis gedxploiteerd wordt," antwoordde Anna Ro se igewichtig. „Iedtereen betaalt voor alles, zoodat niemand to't bijzonder betaalt." „0," zei Anna Felicitas. „Ik bedoel," hervatte Anna Rose, gevoelen- de dat deze uitlegging niet aan overmaat van duidelijkheid lead-, „dlat je de huur en de be- dienden en- de thee en de cakes en alles be taalt uit't geen je verdiend." ,,0," zei Anna Felicitas weer. „En zullen ze rustig en wel wachten tot we't verdiende hebbaii?" Natuurlijk, als we toch ailemaal codpera tief zijn „0 ja," zei Anna Felicitas, die de zaak nog even duiister bleef vinden, doch bij: erva- ring wist, diat Anna Rose boos werd als men te larog op een verklaring bij: haar aandrong. „Een parading idee schoot mijnheer Twist m huip. ja hebt alleen een verkeerd ongeregeftte ffifteri zfeb uveiCuigen rz to^tand van net kind en zijne omgev De resultaten, die de Stichting van Gran cher beredkt, zijn inderdaad voortreffdijk Het spreekt van zelf, dat de stadskindertjee binnen enkele maanden ateyiger en flinker en zwaarder worden. Maar dit is nog niet belt voornaamsteop grond van nauwkeurig bi> gehouden statisdeken is aangetoond, dat van elke honderd kinderen, die to een tuberculeu se omgeving verblijf houden, meer dan zestig duidelijike tuberculose krijgen en meer dan veertig aan hunne tuberculose sterven. Daar- tegenover staat, dat van de 2200 kinderen^ die de Stichting van Grancher heeft ver- zorgd, er maar zeven tuberculose kregen, van wie nog vijf genazen. In de plaats van 60 pet. ziekte en 40 pet. sterfte heeft de Stich- ttog van Grancher 0.3 pet, ziekte en 0.1 pd sterfte! En nu de kostenDeze kunnen uit den aard der zaak niet bijzonder hoog zijn, want ook de ouders moeten zich uilgaven voor hun kin deren getroosiem. Het gaat er to dit geval niet om, dat de kinderen to kostbare zieken- huizen of sanatoria moeten worden ver- pleegd; ze worden eenvoudig aan htm ge vaarlijke omgeving onttrokken en onderge- bradit to een andere, oogevaarlijke, waar ze ook moeten eten en drinken, zoo goed als thuis. Begrijp ik de jongste mededeelingen over de Stichting van Grancher goed, dan is het den pleegouders ook niet to de eersta plaats eram te doen, wtost te maken uit hun werk, maar wel, om mede te werken tot he# behoud van jonge levens. De Stichting van Grancher pakt de boe bij de horens, zij begtot bij het begin, het gezon de kind, dat zij gezond houden wil. Haar nut- tigheid is buitengewoon groot, hare kosten zijn buitengewoon gering. Mogen toch ook aan onze Nederlandsche overiieden de oogen eens etodelijk open gaan. Mogen zij toch zich eens opmaken tot een waaradhtige bestrijding der tuberculosa, die haar hoogtepunt vindt to dfe doodeeavoudiga leer, dat vooricomen nog altijd beter is dan genezen. Waar is de vrcuw of de man, van wien de aansporing zal uitgaan, om op deze logische manner den strijd tegen de tubercu lose aan te btoden? Proyinciaal Nieiiws UIT EGMOND BINNEN. (Vervolg). Na een vergadering to comitfe stfelden B. en W. voor om een nieuwe regeltog vast te stel len, waarbij bepaald wordt om beoedea 1200 geen schoolgeld te faeffen, van 12 tot f 1500 1/12, van 1501 tot 1800 2/12 enz. Dit voorstel werd aangenomen. De verordentog op het keuren van waren werd1 overeenkomstig het ontwerp vastgesteld. Van. mej. Straatman was verzocht om haar werkzaamheden tijdena de waarnemtog van't electrisch bedrijf niet op 10 maar op 25 te waardeeren. B. en W. waren overtuigd, dat het billijb was het verzoek to te willigen. De voorzitter stelde to het licht, dat dfe tij- delijke waarnemtog niet gemakkelijk was. Men moet vaak de vuile wasch van den voor- ganger opknappen. Ete heer Noort wilde het raadsbesluit hand- haven. Adressante was al gelukkig, dat ze aan. de secretarie was benoemd. ■De heer van Dam was v6or het voorstel van B. en W., omdat die het beoordfeelen kun nen. De heer Drie meende, dat haar safaris niet s'echt was, haar diensttijd was zeer kort. De heer Dekker meende, dat het raadsbe sluit gehandhaafd' moest blijven. Hiertos werd met 4 tegen drie stemmen besloten. V66r het verzoek de heeren wethouders en da heer van Dam. Hot kohier van de homdenbelasttog werd faierop vastgesteld. Het venslag van de volkshulsvesting werd voor kennisgeving aangenomen. Het gemeenteverslag over 1920 zal aan de raadsleden worden rondgezonden. De suppletoire begrooting werd overeen komstig het voorstel van B. en W. vastge steld, eveneens het reglement voor het Bur- gerlijk Armhestuur. 'De voorzitter vond het gewenscht de stuk- ken voor de leden eenige dagen ter secretarie ter inzage te leggen. Dit werd goedgevonden. Besloten werd om Mr. van SoniSbeeck eer- vol onfcslag te verleenen als ambtenaar van den burgeriijken stand belast met het voltrek keu van de huwfelijkeu en in diens plaats de nieuwe burgemeester te beu/oemen. Aldus werd besloten. Tot onderwijzeres aan de school te Egmond- Binnen werd benoemd met 4 stemmen Mej. Veldmeijer tegen 1 stem op mej. Pastoor en 2 stemmen bianco. woondi te pakken. Het woord dat je hebben moet is wtostdeeltog. En nu deze onderne- ming ongetwijfeld eem' groot succes zal blijken, zal er ook heel wat wtost gemaakt worden, en zulleni dfe salarissen en de consumptie zonder eenig bezwaar uit de inkomsten betaald kun nen: worden." Daarop verteldc hij hun, dat hi} vam plan was to CaJifornie te blijven1 tot die zaak be- hoorlijk marcheerde en to diem tijd als boek- houdter, secretaris en kassier van de ander- nemtog dlienst ite doen, benevens volgens hem nog de voonnaamste functie als recla- me-ileider. Als ze zoo gocd; wildeni zijn dit deel van de voorbereidende werkzaamheden ge heel aan' hern over te laten, omdat hij, kennis van zakan had!, stond! hij er voor to, dat he# Roode Kruis of zii het Amerikaansche daa- wel het Enge'sche besloten bevoordeelen, er flinik bij zou profiteeren. Op deze sluwe wijze fcreeg mijnheer Twia# de volledige vrijheid om ,,Ete Open Armen" ftoancieel te steunen. Dat systeem van wtost* deelen' leek de tweelingen bewomdferenswaar- dig. Het nam alle bezwaren weg. Zondter eenige gewetems-wroegtog konden ze miu ven der crtetonnes en tinmen' kanren en bordem koo. pen; ja ze werden nu zelfs niet afgeschrikt door het salaris van de dame, geengageerd om als ft ware een degelij'km achfergromd voor hun jeugd: te vormen ja haar hooge eischeni verhcugdfen hen zelfs, omdat ze hun: de overtuigtog gaven, dat ze stfeHig wel bui tengewoon geschifct voor haar ambt moest wezen'. Wie toch zou de hrutaliteit hebben zoo'n salaris te veriiangen als ze niet aan alls geatelds vereischme voldecd (Wordt vwrvolgd Na. IB2. 1991. LXXIX. Naweeen van do wethoudersbe» noemingen. Onze oude gevelsteenen. Het kon niet anders of de sensationeele wet» houdersbenoemingen moesten tot eenige na, weeen leiden, in het bijzonder voor de twee sa« menwerkende partijen, de Vrijheidsbond en de S. D. A. P. Om te beginnen met den Vrijheidsbond: de houding van de kleine raadsfractie van deze nteuvro poKtieko organlssflo heeft lang niet ab gemeen goedkeuring gevonden bij de geestver, wanten. Men leze slechta wat groote kranten als de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de Nieuwe Courant, geschreven hebben naar aan, leiding van het feit dat met behulp van de Vrijheidsbonders niet minder dan drie sociaab democraten op de wethouderszetels geholpen zijn, en ook wat de Voorzitter van den Vrij, heidsbond, de heer Dresselhuya, daarover ge, zegd heeft. Z66 sterk, en z66 algemeen is de afkeuring geweest, dat de afdeeling Amsterdam van den Vrijheidsbond eene vergadering be, legde, waarin de heeren Walrave Boisaevain (Voorzitter van de raadsfractie) en dr. Vos (de nieuw«gekozen wethouder voor de Ge, zondheid) het beleid van de fractie verdedig, den. Het eerste gedeelte van de vergadering, waarin die verdediging plaats had, droeg een openbaar karakter; het tweede gedeelte waarin den leden gelegenheid wcrd gegeven over die verdediging en in het algemeen over het ge, beurde, hunne meening te geven, was huishou, delijk. Wel een bewijs dat het bestuur (de raadsfractie) meende ook bij die discussie har, de noten te kraken te krijgen. En men kan zioh die stemming, die teleurstelling, van velen be, grijpen. Inderdaad is er bij de oprichting van den Vrijheidsbond in uitzicht gesteld dat de nieuwe partij nu eens haar eigen richting zou volgen; zich niet op sieeptouw zou laten nemen door anderen. Maar men heeft wel te bedenken dat de Vrijheidsbond als't ware, door de on, verstandige politiek der kerkelijken in de engte is gedreven, met de sociaal,democraten. En in de tweede plaats ik herinnerde er reeds de vorige maal aan heeft de Bond zich tot niets verbonden. In dit verband wijs ik op het bericht in de Telegraaf dat het college van B. en W. met 4 tegen 3 stemmen (dat zijn de kerkelijken plus den Vrijheidsbonder contra de sociaabdemo, craten) besloten heeft de straffen tegen de 8, Junistakers te handhaven. Dit bevestigt dus de verklaring van dr. Vos in bovengenoemde vergadering, dat de fractie van den Vrijheidsbond zich ten aanzien van de sociaabdemocraten tot niets verbonden heeft; dat zij haar eigen standpunt zal inne, men. Maar er is nog een sterker bewijs hiervoor; de ruzie namelijk, als ik het zoo noemen mag, in de raadsfractie van de S. D. A. P., welk ver, schil van meening geleid heeft tot het aftreden van het nieuwe roode raadslid, de heer Wolf. Deze heer is er erg boos om, dat de sociaabde, mocratische raadsfractie met die van den Vrij, heidsbond heeft samengewerkt, zonder daarbij van den Vrijheidsbond de concessie te verlan, gen, dat deze zou medewerken tot herroeping van het over de stakende gemeentewerklieden geveld vonnis. Ook deze rumor in casa kan strekken tot rechtvaardiging van de houding van den Vrij, heidsbond, maar dit neemt niet weg, dat de aanwezigheid van drie sociaabdemocraten in het college van B. en W. natuurlijk vfer strek, kende politieke gevolgen kan hebben. De drie sociaabdemocraten zitten er ook niet om vliegen te vangen. Zij zullen trachten hunne idealen te verwezenlijken en hunne verkiezing tot wethouder vormt daartoe de eerste stap. Of het hun gelukken zal, dan wel of de Vrij, heidsbond, door handig manoeuvreeren, er in slagen zal den wagen in het rechte spoor te houden (de bond zit, naar men weet, in Raad en college van B. en W. op den wip) zal de toekomst moeten lecren. Dezer dagen heeft te Amsterdam eene ver, gadering plaats gehad van belangstellenden in het behoud van onze oude gevelsteenen. De heeren C. Visser en Corn. J. Gimpel zijn er de aanstichters van. De vergadering heeft geleid tot oprichting van eene vereeniging, en dat is goed. Want, zooals bovengenoemde 'heeren in een propaganda,geschriftje hebben uiteenge, zet: er dreigt gevaar voor de rest van deze oude cultuurmonumentjes, welke het voorge, slacht ons heeft nagelaten. D. w. z. er is niet een plotseling opgekomen gevaar. Het gevaar ontstond langzamerhand. Uit de verwaarloo, zing, welke tot voor weinig jaren het lot was van de gevelsteenen, is een bclangstelling ont, staan, die hun noodlottig dreigt te worden. In den tijd van verwaarloozing werd de vrijgeko, men steen benut voor putdeksel of stoeptrede, wanneer hij althans niet onmiddelijk tot puin werd gestagen. De tijd van belangstelling, die daarop is gevolgd, doet de steen op andere wijze verdwijnen. Antiquairs waren rand en trachten de stee, nen in hun bezit te krijgen, ten einde ze naar het binnen, of het buitenland te verkoopen. Gaan ze naar het binnenland, dan worden ze op onvindbare plaatsen ingemetseld; verdwij, nen ze over de grenzen, dan zijn ze natuurlijk voor altijd voor ons verloren. Sommige steenen verdwijnen geheel spoor, loos..Zoo is bijv. de steen, welke op het titeb bhsd ytca b*rt gwscterSftjw t# nog <3* jsar weggeraakt. Het was een zeventiende, eeuwsche beeldhouwes, die in de stugge grond, stof ,,'t Huis Ter Voort" beitelde, en een leer, looier uit diea tijd merkto er zijn huis aan de Lijnbaansgracht 316, waarin hi) zijn bedrijf uit, oefende, mede. Eenige maanden geleden was de steen plotseling verdwenen en de plaats waar hij had gezeten met metselwerk gevuld. Eene tweede afbeelding in het boekje, ver, beeldt „Dc Groninger Kousenwinkel"; eene aardige voorstelling van het winkelbedrijf uit vroeger tijden. Men vindt dezen curieusen steen in het perceel Wijde Heisteeg 5, waar hij echter niet veilig kan worden geacht met het oog op de hangende plannen tot verandering in deze stadsbuurt. Talloos is de verscheidenheid van voorstel, lingen welke men op de steenen vindt Luimig en stekelig zijn ze soms, zelfs ongegeneerd, ter, wijl men er evengoed een aantal vindt welke getuigen van vromen zin. Vaak is er eene com, binatie van vroomheid en practischen zin, bijv. op den steen „De Vijf Garstenbrooden", wear, op te lezen is: „Naar gunst van mensen moet men meewensen „Maar aan Gods seegen ist al geleegen". (1722). Deze steen is een waar kunstwerk. Men be, schouwe Jezus en zijne discipclen en men lette op de fraai,bewerkte koppen. Het is een huis in de Binnen Dommerstraat, dat dezen steen voert Van zuiver,religieusen aard is de steen, web ke het huis Bagijnhof 19 siert: „Uit Egypten hebbe ik mijnen zoon geroepen" Hoewel de figuren, de zaag, de poging om den plaatselijken plantengroei voor te stellen opvallend primitief is, gaat er van dezen steen niettemin eene bijzondere bekoring uit Men wane ook hem niet veilig. De enkele op het Bagijnhof nog meer aanwezige Apostelenstee, nen doen de vraag rijzen: hoeveel steenen met heiligen zijn hier vroeger meer geweest? De aanstichters willen nu komen tot oprich, ting van een Gevelsteenen,museum. Niet dat zij willen beproeven om de nog hier en daar in de gevels aanwezige steenen bij elkaar te halen. Gclukkig nietl Maar zij willen de door verbouwing en slooping vrijkomende „geschiedenis,relieken" koopen en ze bewaren op eene passende plaats, waarmede ze den grondslag willen vormen voor eene verzame, ling, welke het nageslacht zal kunnen zijn een rijke bron van kennis van het leven en streven van vroegere geslachten. De heeren Visser en Gimpel ontkennen dat de steenen in de gewone musea wel een plaats kunnen vinden. De ingemetselde steen moge het maar weinig verraden, losgenomen is hij een onhandelbaar, lomp ding, totaal ongcschikt om tusschen andere preciosa bewaard te wor, den. De practijk bewijst dit De steenen, welke het Rijks,Museum bezit zijn, op enkele uitzonderingen na, geborgen in een voor den gewonen bezoeker slechts op bij, zonder verzoek toegankelijke kelderruimte, waar zij in het half donker wachten op een be, ter lot En die welke behooren aan het Stede« lijk Museum is het weinig beter vergaan. Blijk» baar weten de museum,directeuren geen raad met de gevelsteenen, wat ook niet te verwon, deren is: krachtens hun wezen vragen zulke steenen eene bijzondere, hun geeigenda wijzo van bewaren. Het doel van de aanstichters is nu: in den turn van een der huizen langs de hoofdgrach, ten de steenen te pLutscn in daarvoor te bou» wen muurtjes van ongeveer een drietal meters hoogte waarboven dan een glazen afdak kan komen om het verder verweeren van de stee, nen te voorkomen. Het zou zeker eene oplossing zijn. Of het de fssing is, weet ik nog zoo zeker niet V66r meen ik dat het streven er op behoort ge, te zijn de gevelsteenen in de gevels langs straten te houden. Daar vervullen zij een taak. Zij bieden afwisseling aan het oog; zijn op hun mooist en geven topografische of wil men liever, historischc aanwijzingen. Er is al te veel in musea geplaatst dat midden in het dagelijksch leven thuis behoort en er eene eigenaardige bekoting aan kan geven. Laat ons op dien weg niet verder voortgaanl WAGENAAR Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5