Alkmaarsche Courant
Parijs che CanserleSo.
Maandag 18 Juli.
Feuilleton.
Christoffel en Columbus
Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang,
vliegtuigen,
Bengaalsch
SPORTIEF FRANKRIJK.
(Van onzen Parijschen correspondent).
(Nadruk verboden).
ParijSj 9 Juli.
Het is maar gelukkig, dat Carpentier niet
gewonnen heeftniet alleen voor den jon-
gen zelf, wien, over het paard getild als hij
is, een dergelijke ontnucntering niet anders
dan goed kan doen, maar ook voor Frankrijk,
dat zich vrees ik in de oogen der we-
reld een beetje zou hebben geblameerd indien
het een overwinning had mogen vieren.
De spanning waarmede de uitslag van deze
„historische ontmoeting" werd tegemoet ge-
zien, ging werkelijk de perken van het ge-
zond verstand te buiten. Ik faoud van sport,
en ik ben een overtuigd voorstander en lief-
hebber van the noble art, die misschien wel
de zuiverste en de meest complete van alle
sporten is. Doch de ophef welke van deze
match is gemaakt, de" manier waarop de
Fransche pers, vele dagen achtereen, de be-
langstelling van het publiek heeft geprikkeld
en omhoog gedreven, de rondweg bespottelij-
ke manier van boksen van den Franschen
kampiocn,de mobilisatie van draadlooze
en Eiffeltoren, schijnwerpers en
heel het reusachtig gedoe van Bengaa
vuur, scheepsroepers, licht-projecties en
strooibiljetten, dat alles was toch buiten ver-
houding.
Als Georges gelijk men hem in de wan-
deling hier noemt gewonnen had, dan was
de menigte die zich tusschen de place de la
Concorde en den faubourg du Temple ver-
drong, zeker het hoofd kwijt geraakt, en we
hadden kans gehad op een algemeene omhel-
zing en verbroedering als op den dag toen de
voorwaarden van den wapenstilstand door
Duitschland waren aanvaard.
Ik zou het jammer voor Frankrijk hebben
gevonden, zoo ik u dat had moeten melden.
Gelukkig hebben de goden anders beschikt.
Het Bengaalsch licht van den Eiffeltoren was
wit,hetgeen nederlaag beteekende
zwart licht heeft men nu eenmaal niet!
en op de strooibiljetten en de p-rojecties
las men„Carpentier a ete battu". Het was
een harde slag voor de Franschen, voor wie
Carpentier nog veel populairder is dan ooit
die andcre Georges het was die eens „de Fere
Pa Victoire" gedoopt werd, maar die nu hce-
lemaal* uit de gratie is„Vadertje Over-
winning", het is in Frankrijk al net als
in Rusland een gevaarlijk voorrecht „vader-
tje" te worden genoemd.
Zoo is de avond van Zaterdag kalm verloo-
pen. Men legde zich erbij neer (hoeveel
mooier is de Fransche uitdrukking: „On se
faisait une rainson"!), en men troostte zich
met de gedachte, dat, mogen de Amerikanen
ook Dempsey hebben, en de Engelschen Le-
monora, het paard dat met het halff-millioen
van den Grand Prix ging strijken, Frankrijk
toch altijd nog de Mame heeft en Verdun
En dit is ook een sportieve glorie.
Het is zeer waarschijnlijk, dat de populari-
teit niet alleen van het boksen, maar van de
sport in het algemeen, belangrijk heeft bijge-
dragen tot de prachtige kwaliteiten waarmee
het Fransche leger de wereld heeft verrast,
evenals zij trouwens ook den Engelschman
en den Amerikaan in korten tijd tot goede sol-
daten heeft gemaakt. Sport kweekt uithou-
dingsvermogen en discipline, tegenwoordigr
heid van geest en moed en zoovele andere
lichamelijke en geestelijke deugden, die in het
burgerlijke en meer nog in het militaire le-
ven uitnemend te pas komen.
Over het algemeen gelooven wij in Neder-
land niet, dat de Franschen een sportief volk
zijn. Wij vergissen ons echter. Reeds in 1914
werd hier enorm druk aan sport gedaan en
vonden niet alleen widrennen en automobi-
lisme, aviatiek en paardensport, doch ook de
meer athletische lichaamsoefeningen, als voet-
bal, lawn-tennis en zwemmen bijv. een zeer
groot aantal beoefenaare. Gedurende en ook
na den oorlog is dit aantal ontzaglijk toege-
nomen en men kan zeggen dat voor elke dub
die in 191-6 bestond, er thans acht geteld
worden. Frankrijk zal, voor het jaar ten ein-
de is, achthonderd rugbyvereenigingen heb
ben, vijftienhonderd voetbalclubs m viifdui-
zend athletiekvereenigingen. (Eigenaardig is,
dat het aantal van deze laatste naar verhou-
ding minder sterk is dan dat der vereenigin-
gen op ander sportgebied Toch nog genoeg
echter om van het geweldige sportieve „r6-
veil" van Frankrijk te getuigcn: het bedraagt
thans zesr k zevenmaal dat van v66r den oor
log.)
Frankrijk heeft begrepen, dat het door de
fysieke ontwikkeling is gered die van zijn
bondgenooten en die van zichzelf en met
enthousiasme heeft het zich aan den arbeid
gezet om de leemten te vullen, die op dit punt
bestonden.
Daarom zullen ook op persoonlijk aan-
dringen van niemand minder dan den heer
Millerand de eerstvolgende Olympische
spelen in 1924 plaats hebben te Parijs. Reeds
is men ernstig met de voortoreiding er van
bezig.
Het Fransche Olympische comity heeft be-
,rekend dat het veertig millioen francs noo-
dig heeft om ze te organiseeren en de buiten-
landsche athleten op waardige wijze te kun
nen -ontvangen. De stad Parijs zal van dit be-
drag de helft betalen en de minister van bui
tenlandsche zaken hoopt de andere helft los
te krijgen van het parlement
,.De Olymoiade van 1924 zei de heer
Gaston Vidai, onder-staatssecretaris van tech-
nisch onderwijs, ons hedenmorgen in een
voordracht voor vertegenwoordigers der bui-
tenland3che pers moet een sportfeest wor
den als sinds den bloeitijd van het oude Hel
las de wereld er nooit meer een heeft aan-
schouwd De regeering is stellig voome-
mens het daarheen te leiden."
Omtrent de juiste plaats waar het sportter-
rein zal worden opgericht, is men het nog
niet eens. Er was eerst gedacht aan het
Champ de Mars, hetzelfde waar de machine-
hall van de laatste groote wereld-tentoonstel-
ling gebouwd was. Dit terrein is prachtig
felegen, vrijwel in het centrum der stad, doch
oewel duizend meter lang bij vijfhonderd
breed1, werd het te klein geacht en thans zoekt
men naar een grooter, dat dan waarschijnlijk
buiten de wallen der stad zal liggen. Binnen
Parijs is er geen.
Het terrem der Olympische Spelen 1924 zal
duurzaam worden ingericht. Men wil niet
iets maken van stuc en beschilderd doek, doch
een werkelijk stadion, het schoonste en het
volmaaktste van de wereld, dat zal zijn als
een blijvend monument, een tempel van de
„education physique", waaraan Frankrijk al
les heeft te dan-ken en welke ieder natie die
haar in eer houdt, groot maakt en sterk en
voor den ondergang behoedt.
In dit kader zullen de Fransche athleten
over drie jaar rendez-vous geven aan de beste
sportsman van alle landen, en het zal uiterst
interessant zijn, te zien hoe zij zich houden.
Vennoedelijk zullen zij geen kwaad figuur
slaan. Zij zijn over het algemeen klein van
gestalte en niet heel sterk van spieren, doch
zij zijn lenig en bewegelijk, en zij1 vergoeden
ruimschoots aan intelligence en snelheid van
handelen wat hun aan musculatuur ontbreekt.
Zij hebben gieduld en uithoudingsvennogesE,
hoewel zij eer sprinters zijn dan stayers, en
zij paren de pittigheid- van den Zuiderling
aan de loyaliteit van den Brit.
Op Engeland heeft Frankrijk bovendien dit
voor: dat het professionalisme, een beroeps-
sportmanschap, hier heel weinig gezicn js, en
zoo goed als niet bestaat.
Men zegt weleens: de Franschen zijn als
champagne, zij schuimen bruisend op, doch
zij zetten niet door, en al heel gauw is de fut
eruitOok dit is een dwaling. In den
oorlog hebben zij reeds het taaie geduld, de
stoere vasthoudendheid getoond, welke hun
eigen is. Wie zich een goed deakbedd wil-
vormen van wat zij zijn, moet eens in ge
dachte dien „Tour de France" meemaken,
die dezer dagen voor den 15en keer gereden
wordt. Meer dan 150 wielrijders, die daar,
vier weken achtereen, op hun fiets heel Frank
rijk afpeddelen, eindelooze -hellingea bekiim-
men, zonbrandende keiwegen behobbelen, met
een gemiddelde van 400 Kilometer per dag.
Heel Frankrijk leeft mee met deze iiinke
jongens, die op hun kar hun land ontdekken,
en nog op hun ouden dag voor hun geest de
herinnering zullen hebben aan de ijsvelden
der Vogeezen, de ciiroen-tuinen van de Ri-
viera en de bebloemde stranden van Norman-
die. Het kleinste boefje weet u te zeggen wie
op het oogenblik „de leiding heeft".
Die „Tour de France", de meest geweldige
wegwedstrijd ter aarde, is een van de vele
manifestaties, waarin zich de otjtwikkelde
door de schrijfster van
^Elisabeth and her German Garden"
,,Ui'tleggen? Licht \rerschaffen?" riep j
mijnheer Twist. „Heb -ik dat niet van't be- i|
gin af gedaan? Heb ik u niet trachten te weer-1
houidien toen u uit wilde stap-pen, -tot ik een j
lamtaamn zou -hebben- gehaald? Heb ik u niet
een paar maal zijn arm -aangeboden langs dit
donkere pad?"
„Miaar waarom- heeft u dan- nieiis gezegd-
mijnheer Twist?" vroag mevrouw Bilton.
jjxiets gezegdl!" riep mijnheer Twist weer. j
Op diit -oogmMik zagen ze het op en neer
bewegende licht van een electrische lantaam -
naderen, wellk v-oorwerp bleek gedragen te 1
worden- door den moniteur, die, gelukkig, nog-
met van *t terrein verdwenen1 was.
Mevrouw IB-iiton uitte haar bldjdschap over
zijn komst, en nada-t ze hem het licht had af-
genomen- om, zoo-als ze't uird-rukte, te kijken
waar haar voeten bel-and- waren, gaf ze't hem
tcrug en stak haar hand- door zijn arm-.
,„Breng me nu maar naar wat buiten rnijn
voohkennis voor dat hotel in de plaats- is
gesteld", verzocht ze, en terwijil- mijnheer
Twist naar de taxi teru-gkeerdle om voor haar
handbagage te zorgen, -liep ze aan den arm
van den monteur voorzichtig naar de loods in
een- ongel-ooflijfc aantal woorden haar verba-
zinig uitende over mijnheer Twist, die zoo na-
la-tig geweest was, haar niets mee te deelen
omtrent het schrappen van het Cosmopolitan-
Hotel uit het plan die campagne.
sportzin der Franschen openbaart.
En als ik u, om te eindigen, nu nog zeg,
dat er alleen reeds hier in de kranten-stalle-
tjes op de boulevards 116 bladea en tijd-
schriften te koop liggen, die uitsluitend aan
sport zijn gewijd en die geregeld koopere vin-
den („Annuaire de la Presse Fran^aise", pag.
1215—1221); dat een dagblad als ,,1'Auto"
mht zijn twee millioen oplaag ongetwijfeld
het voornaamste sport-dagblad van Europa
isdat een enkel lichaam ala de „Touring-
Club de France" 150.000 leden telt, meer dan
eenige andere toeristenbond der wereld
dan zult ge misschien wel willen gelooven,
dat in Frankrijk de sport ter dege beoefend
wordt Ook al lijkt dit niet zoo.
LEO FAUST.
(tpniPBgd Nieuws.
DE AANHOUDENDE DROOGTE.
Men schrijf-t van deskundige zijde aan de
Telegr.:
Dat het buitengewoon droog geweest is
gedurende de ilaats-te maanddn daar-
over zijn wij tot al-len roerend
eens, maar hoe droog het nu eigenlijk wel
was, m.a.w. hoe de in den- laatsten- tijd ge-
vallen neers-lag zich verhoudt tot de alsnor-
maal te beschouwen hoeveel-heid, daarvan
zullen de meeste lezers zich waarschijnlijk
een verkeerde voorstelling maken.
Het antwoord op al dergelijke vragen
wordt gegeven door eene publicatie „K.N.
M.I. No. 94a Maandoverzicht der weersge-
steldheid in Nederland", waarin in zeer ge-
comprimeerden vorm*veel te vinden is om
trent temperatuur, bevolking, zonneschijn,
vochtigheid, neers-lag, onweer, windrichting
en windkracht voor Den Hdder, Leeuwarden
Groniingen, -Hoom, Avereest, Katwijk aan
d. R'ijn, de Bilt, Winterswijk, Vlissingen
Oudenbosch, Gemert en- Maastricht en voor
een uit die plaatsen berekend landgemid-
delde.
In de volgende ta-bef geven- we achter de..
verschillende maanden van de regenhoogte
het landgemiddelde, de norm ale hoeveel heid
uit 28 of meer jar en en- de afwijking in mil
limeters. Het blij'kt dus, dat van de laatste
1-2 maanden- slechts in drie maanden de re-
genval boven normaal was, in negen er on-
der en dat over het geheele jaar een tekort
werd- geboekt van 174 m.m. of wel 25 pet.
van de normale hoeveelheid.
Intusschen zal op het eind van deze maand
als de toestand aanhoudt, dit percentage
aanmeikelijk stijgen, want de 28 m.m.
van Juli 1920 maakt dan plaats voor een ne-
gatieve grootheid van Juli 1921.
Land- Normaal
gemidd.
19
96
37
12
12
47
86
10
29
25
27
37
Afw
Juli
Augustus
September
October
November
December
Januari
Februari
M a art
April
Mei
Juni
1920
Jaar
517
691'
-174
lan-
Of het wel eens meer gedurende zoo
gen tijd zoo droog is geweest?
Deze vraag is s-l-echts gedeeltelijk onder-
zocht, maar het blijkt, dat het voorjaar van
1858, 1862 en 1893 het waarschijnlijk even
slecht of slechter maakten. Over het geheele
land was er toen- een tekort aan regen. Van
Februari- f.m. Mei vie! in 1858 en 1862 te de
Bilt 94 en 97 nun.; in 1893 van Maiart t.m.
Juni slechts 60 m.m., in April van dat jaar
slechts 0.5 m.m. Van Februari t.m. Mei vin
den we als landgemiddelde voor 1921 81 en
van Maart t.m. Juni 118 m.m.; deze getallen
zijn wel niet onderling direct vergelijkbaar,
maar zij laten ons toch wel zien, dat als „de
ouden van dagen- het zich -herinneren kon
den-, dat het dan waarschijnlijk al wel eens
meer zo6 droog was gewees." De onge-
schreven statisfiek is nog gevaarlijker raads-
man dan de geschrevene.
Het buitengewone zit hem thans meer in
den langen duur van het verschijnsel, dan
wel in de hevigheid. Het spreekt -haast van
zelf, dat groote deelen van Europa van de
droogte te lijden faebbeni, want dergelijke ver-
schijnselen worden in het groote laboratori-
um van de natuur voorbereid en uitgewerkt
en- -kunnen uit den -aard der zaa-k geen
plaatselijk karakter dragen. Als eerste
waaraeembaar begeleidend verechijnsel van
di^ droogte en gedeeltelijk ook die droogte
verooxzakend, zien wij bet feit, dat de baro
meter voortdurend, te hoog staat, omdat het
permanente Azorische hooge druk gebied
zich voortdurend tot in onze omgeving uit-
strekt of uitloepers daarheen uitzendt. De
luchtdrukverdeelmg van April en Mei houdt
te lang aan. De' depressies, welke ons den
regen brengen, moeten langs dien hoogen
druk trekken, dringen dus niet in onze omge
ving door en de regen valt in andere, ver
van ons verwijderde streken.
En waarom doet die hooge druk nu zoo
abnormaal? Ziedaar de vraag. maar ook
een vraae:, waarop de meteorologie het ant
woord schuldig moet blijven. Wij kunnen
elkaar nog wel wat vertellen van water-tem-
pertuur, van verlegging van Golfstroom,
van Noordoostpas&aat in den Atlantischen
Oceaan, maar dxaaien dan om de zaak heen
Wij komen toch in laatste instantie terecht
bij de zon, het is zeker, dat vandaar alle
kracht en energie uitgaat, maar de Sphynx
blijft zwijgen, toont 4ioogstens een grootere
of kleinere vlek, maar stelt daarmede de me
teorologie voor nieuwe problemen. Want in
tijden van maxima der zonnevlekken, dus
van verhoogde zonsactiviteit is de tempera
tuur op aarde het laagst.
PROV. STATEN VAN N.-HOLLAND.
Het voorstel van Ged. Staten tot het ver-
leenen van subsidie aan het bureau voor
Nazorg voor achterlijke kinderen te Amster
dam, gaf in de commissie aanltiding tot een
u-itgebreide discussie, waarvan het resultaa
was, dat bij meerdertieid van stemmen be-
sloten is voor te stellen deze voordracht aan
te nemen,echter met -het dringende verzoek
aan Ged Staten in den vervolge bij dergelij
ke aanvragen een meer uigebreide todichting
te geven.
Het voorstel van Ged. Staten tot het ver-
leenen van steun voor de verpleging van tu-
berculoselijders in lighallen werd in de com
missie der Staten met algemeene instemming
begroet.
Inzake de voordracht tot subsidie aan de
Alkmaar-Packet voor den dienst Harlipgen-
Vlidand—Terschelling over 1921 en het
extra-subsidie ter zake van het gdeden yer
lies over 1920 adviseert de commissie gun-
stig te besluiten.
Voorgesteld wordt, goedkeuring te hediten
aan de voordracht van Ged. Staten om hun
maditiging te verleen-en tot het opnemen in
de contracten met de besturen van krankzin-
nigengesichten, die zich- daartoe bereid ver-
klaren, van de bepalingen betreffende den
verpleegprijs der patienten, zooals die zijn
vastgesteld In de op 30 October 1920 te
Utrecht gehouden bespreking van de ver
tegenwoordigers der provinciate besturen.
VEREENIGING VAN LEERAREN IN
DE HANDELSWETENSCHARPEN.
Voor de practijk-examens, gehouden den 6,
7 en 8 Juni j.i. te Alkmaar, Amersfoort, Am
sterdam, Arnhem, Dordrecht, Eindhoven,
's-Graveriha-ge, Grahngen, Haarlem, Hee-
renveen, den Helder, Hengelo, Leeuwarden-,
Rotterdam, Utrecht, Venlo, Vlissingen, Zaan-
dam, Zutfen en Zwolle, hadkien zich 771 can-
didaten aangemeld, resp. voor boekhouden,
Eng., Duitsch, Fransdi, Nederl.'475, 155,
87, 35 en 19. Daarvan slaagden iesp.: 205,
59, 41, 11 en 8, dus totaal 324 canmdaten.
OVERRODE N.
Gistenmiddag omstreelks half vijf had de
heer G.G. in de Sarphatiestraat te Amster
dam het ongeluk met zijn rijwid te slippen
voor een motorwagen van iiju 3, die kwam
aanrijden.
Hij geraafcte onder den wagen, en toen men
hem er onderuit gehaald had, bleek hij reeds
overleden.
BELANGRIJKE VONDST.
Toen gistermiddag te Haarlem een paar
wegwerkers aan den zeeweg vlak bij Over-
veen bezig waren, een bord- waarop „Gevaar-
lij-ke Helling" te plaatsen, stieten zij zij het
graven op twee steenen po-tten van ouder-
wetsch model.
Het bleeik, dat de potten een zeer groot aan
tal koperen en zilveren muntstufcken, datee
rende vanuit het middten van de zeventiende
eeuw, bevatten.
Nog zij gemeld, dat tusschen beide po-tten
zich het skelet van een menschelijke voet be-
vondi, die evenwel zoodanig verteerd was, dat
er weinig meer van over waa
De vondst werd 's namiddags naar het
raadhuis van Bloemendaal overgebradit
SLAGERS EN BEVR0REN VLE-ESCH.
De Nederi, R.-K. Hanzebond van Slagers-
pa-troons heeft een adres gezonden aan dien
Minister van Aibeid, waarvan een afsdhrift
aan het bestuur van den Ned. Boerenbomd
Het hoo-fdbestuur van genoemden 'bond geeft
daarin te kennen
diat de invoer van het buitenlandsche bevro-
ren vleesch, dat in sommige gevallen m-oeilijk
van versch vleesch te ondenscheiden is, eener-
zijds het berekenen van te hooge prijzen aan
het publiek anderzijds unfaire en zelfs oneer-
lijke concurrentie mogelijk maakt;
dat volgens het inzien van het bondsbestuur
een en ander vrijwel onmogelijk zou worden
gemaakt, indien voor het bevroren vleesch een
dergelijke regeling werd getroffen, als die
voor den verkoo-p van margarine geldt. Rede-
nen waarom den Minister wordt verzocht,
te willen bevorderen, dat zoo mogelijk de ver-
koop van bu-itenlandsch bevroren vleesch ver
boden wordt, -tenzij in papier, waarop het
duidelijk als zoodanig wordt aangeduid.
Het bestuur zegt ten slotte gaame in de ge-
legenhedd te warden gesteld, dit veraoek nar
der toe -te lichten.
Z E E-OO RLOGSSCH ADE
In het Departement van Buitenlandsche Za
ken heeft de heer mr. K. Jansma, directeur
van het Bureau voor Zee-oorlogsschade te
Amsterdam, een uiteenzetting van den stand
der werkzaamheden gegeven.
Zooals men weet, is eenigen tijd na den
oorlog door de regeering een commissie inge-
steld, tot het onderzoek van inkomende vor-
deringen, in zake scliade door Nederlanders
bij den oorlog geleden. Voorzitter van die
commissie is mr. B. C. J. Loder en- andere
deskundigen op juridisch en volkrechtelijk ge
bied hebben er eveneeens zitting in. Aan de
ze commissie werd- het sinds 1 November
1919 werkende Bureau verfxraden, dat de
adiministratie en correspondentie voert en de
behandeling der inkomende vorderingen voor
de commissie voo-rbereidt. De arbti-d van dit
Bureau nu heeft de -heer Jansma voor de pens
toegelicht. En er was -tevens een kleine expo-
sitie gemaakt, ten ei-nde het overzi-cht -te ver-
gemakkelijken en schematisch voor te stellen.
Het Bureau is begonnen met in de Neder-
landsche, dte Indisdie en de buitenlandsche
pers op groote schaa opnoepingen te plaat
sen. Ieder Nederlander, die schade door den
oorlog had geleden als gevolg van z.i. on-
redhtvaardige handelingen van een der mo-
gendheden, kon zich opgeven. De commissie
stelde een -termijn van aanmelding, die eenige
malen verlengd werd-, en hoewel thans de
laatstgestelde termijn reeds is overschreden-,
wordt daarop niet zoo angstvallig gelet. Men
kan dus nog steeds vorderingen bij het bu
reau indienen. De vraag deed zdh hierbij
voor, of naamlooze vennootschappen, wier
aandieelhouders buitenlanders zijn-, ook als
Nederlanders moesten worden beschouwd.
Daarbij heef-t de commissie zich op een zoo
breed mogelijk standpunt gesteld Elke naar
het Nederlandsch recht geldi-ge vennootschlap
wordt met een Nederlandsch onderdaan ge-
lijkgesteld en haar vordering wordt in be
handeling genomen.
De inkomende vorderingen zijn natuurlijk
van versdiillenden aard. Er wordt hoofdza-
kelijk onderschei-den in personensdhade en
goederenschade. Zoo zijn er van het indertijd
getoroedeerde stoomsdiip Bandoeng drie
verschillende vorderingen loopende: over
het schip zelf, ton over de lading, en ton over
de sdhade door de bemanning geleden.
In totaal zijn van 1 November 1919 tot 1
Mei 1921 ingediend 4402 vorderingen.
LEERAREN-VERGADERING.
De 90ste algemeene vergadering van het
Genootschap van Leeraren aan Nederland-
sche Gymnasia zal 2 en 3 September a.s. te
Amersfoort worden gehouden. Het bestuur
stelt zich voor de volgende onderwerpen te
doen behandeien: Opening; jaarverslag; re-
kening en verantwoording van den penning-
meester; begrooting 1921—1922; r eferaat
van den heer dr. D. P A. Verrijp over „De
betekenis van het wiskunde-onderwijs voor
de A-leerlingen van het gymnasium, De kwes-
tie der toelatings-examens en der bevordering
door curatoren of leerarencollege. Bespre
king van verschillende rappcrten. Het gehou
den referendum over 33 lesuren per week; re
geling der vacanties; motie Verdam-Zelden-
rust. Verkiezing van Bestuursleden en Week-
blad-redacteur. Referaat van den heer G.
Ras „Das Zentralinstitut fur Erziehung und
Unterricht te Berlijn". Rondvraag en sluir
ting.
WERELDPERSCONGRES.
De heer D. Hans, voorzitter van den Ne-
N». 165. 1921.
i
56) j
De electricien trachtte een woordje in het
midden te brengen, maar werd zonder verderen
egenstand verdrongen, terwijl Anna«Rose, niet
a staat Ianger lijdzaam te luisteren naar haar
enhaalde vragen, waarom mijnheer Twiat haar
zoo in onwetendheid gelaten had, eindelijk haar
stem verhief en uitriep: „Maar mijnheer Twist
wilde het u immers juist uitleggen hij pro=
beerde het aldoor, maar u wou niet luisteren
u wou niet ophouden met praten".
Mevrouw Bilton hiel-d echter op ze de
loods binnentrad1. Haar tong en haar voeten
stonden tegelijk stii. De electricien had al de
lichten aangeknipt en toen het gezelschap uit
den donkeren tuin naderde, gaven de verlichte
ramen het gebouwtje een vroolijk, vriendelijk
aanzien, maar binnenin konden, noch de vele
lichten, noch de vele bossen rose geraniums
het primitieve van de inrichting of de beschei*
denheid der afmetingen verbergen. Boven-dien
waren rose geraniums die de tweelingen ah
tijd geleerd hadden als kostbare, met zorg ge«
kweekte planten te besohouwen in de Calh
fomische oogen van mevrouw Bilton niets dan
onkruid. Sprakeloos keek ze in't rond. Haar
zwijgen gaf de tweelingen een gevoel van groos
te verlichting en terwijl ze in de deuropening
bleven dralen (want mevrouw Bilton en de
monteur vulden samen bij-na het heele keu°>
kentje), slaakten ze een diepen zucht.
„Kijk eens, hoe prachtig de sterren aan den
hemel fonkelen", fluisterde AnnaTelicitas An>
nasRose in. Ze had ze nog niet eerder behoor«
lijk kunnen zien; mevrouw Bilton's stem had
de rust van den heerlijken avond zoo geheel
verstoord.
„Zou ze in haar slaap ook praten?" fluisterde
AnnasRose bezorgd terug.
Maar mijnheer Twist, die op dit moment met
de handbagage aankwam, bleef verschrikt
staan, toen hij mevrouw Bilton niet -hoorde.
't W!as alsof een ijskoude hand hem het hart
dichtneep. Ze wilde natuurlijk niet blijvenl En
ze zou in haar recht zijn, wanneer ze weigerde,
want't was waar, dat hij haar't verblijf in een
eerste»rangs»hotel in uitzicht had gesteld, waar
ze zou logeeren tot ze een behoorlijk en ge»
makkeljjk ingericht buitenhuis zouden betrek«
ken". j|^
19211
71
80
64
78
59
61
47
40
46
40
48
57
+28
4-16
427
—66
—47
—14
439
—30
—17
—15
—21
—20
„Ik wou dat u eens iets zei", begon mijnheer
Twist eindelijk, en hij zette de handkoffertjes
met een bons op den keukenvloer neer.
De tweelingen keken eerst elkaar en toen
hem verrast aan. Etel je voor! Mevrouw Bilton
te vragen of ze eens iets zeggen wilde!
„De meisjes wilden er met alle geweld in",
zei mijnheer Twist geprikkeld, met een hoofd*
beweging naar de Anna's.
„En boven is't nog erger", vervolgde hij roe*
keloos, alles trotseerende.
„Boven erger?" riepen de tweelingen als uit
een mond.
„'t Is juist erg aardig boven", verzekerde An*
na*Felicitas.
,,'t Is er net of je buiten kampeert, zonder
dat je buiten bent", vond Anna*Rose.
,,'t Eenige minder prettige is, dat er te veel
bedden in onze kamer staan", zei Anna*Felici*
tas, „maar dat zou wel te verhelpen zijn", liet
ze er zich tot mijnheer Twist keerende op vol*
gen, „wanneer u
„Mevrouw Bilton, ik wou dat u iets zei" brak
hij haastig en luid haar zin af.
Mevrouw Bilton haalde eens heel, heel diep
adem en keek om zich been. Ze keek het vers
trekje nog eens rond, ze keek naar de zolde*
ring, die den opstaanden pluim van haar hoed
aanraakte en ze keek naar de gezichten van
de tweelingen, en toen, cordate, energieke
vrouw die ze was, nooit*versagende echtgenoo*
te van Bruce D. Bilton, weduwe, die zich, in
een kring van welgestelde vrienden, ondanks
haar klein inkomen moedig had weten te hand*
haven, sprak ze, zeggende:
„Mijnheer Twist, ik begrijp niet wat dit alles
te beteekenen heeft, en u zult mij ongetwijfeld
alle verlangde inlichtingen verstrekken, maar
wat het ook zijn moge, ik ben er de vrouw niet
rfaar, om mijn woord te geven en dan achteruit
te krabbelen. Voor een dergelijke gedragslijn
mogen Pharizeeers en Saduceeers zich niet te
goed hebben geacht; als ik me juist herin*
ner, moest zij in 't bjjzonder tegen zulke prac*
tijken gewaarsohuwd worden maar ik acht er
mij w&l te goed voor. U heeft me in een keet
gebracht, in plaats van in een behoorlijk botel,
zooals u me beloofd had en ik wacht op uwe
verklaring. Maar eerst zou ik heel graag iets
te eten hebben".
XXVIL
Twee weken later was bet theebuis gereed
om geopend te worden, en slechts gedurende
de eerste paar dagen had het gezelschap in den
uitbouw wat gebrek aan comfort over't hoofd
moeten zien. De tweelingen namen het lichame*
lijke, materieele ongemak gaarne voor lief,
maar wat ze niet konden verduren was het
„geestelijk ongemak" van mevrouw Bilton's
voortdurende dichte nabijheid. De physieke
kant van dat nauwe samenleven was niet erg
hinderlijk, in zoo'n allerheerlijkst klimaat,
waar je eigenlijk den wanschen dag in de open
lucht doorbrengt, terwijl hun morgentoilet
een lastig probleem in de beperkte keet*ruimte,
voor iemand, die niet meer jong was en dus
wat behoedzamer te werk moest gaan door
de tweelingen min of meer werd behandeld
alsof ze hondjes waren. Uit bun mandjes ge*
kropen behoefden ze zich maar eens flink te
schudden en uit te rekken, en klaar waren ze!
Ze stonden v66r mevrouw Bilton op, die
echter altijd wakker werd en tegen hen lag te
praten, terwijl ze zich kleedden; en ze gingen
v66r haar naar bed, maar ze kwam altijd bij
hen boven om hen onder't uitkleeden voor te
lezen. Wat mevrouw Bilton's mogelijke toilet*
geheimen betrof, waren ze haar dus niet in den
weg. 't Was werkelijk zooals Anna*Rose gezegd
had, alsof je buiten kampeerde. Je nam je
oogenblikken handig waar, en was je iemand
van mevrouw Bilton's leeftijd, dan hing je een
gordijn voor je priv6 hoekje, voor 't geval je
jeugdige tentgenooten eens niet sliepen, wan*
neer ze er den schjjn van aannamen.
Langzamerhand begon alles vlotter en ge*
makkelijkar te gaan en Icon mevrouw Bilton de
bezwaren en ontberingen der eerste dagen ver*
geten. Zoo verscheen Li Koo op een dringen-d
telegram, zette een oude kachel in het eucalyp*
tusboschje achter het huis en maakte daar,
schijnbaar zonder eenige inspanning allergrap*
pigste nooit*geziene gereohten klaar. Iederen
morgen, bij't aanbreken van den dag, toog hij
naar Acapulco om allerlei op de markt in te
slaan. Bijna onmiddellijk pakte hij allerlei huis*
houdelijk werk aan. Hij was buitengewoon zin*
delijk en zorgde er voor, dat de keet er onbe*
rispelijk uitzag. Tot groote verrassing en vol*
doening van de tweelingen, die zich hadden
voorgesteld allerlei huishoudelijke bezigheden
te moeten blijven doen, nam hij het onderhoud
der kamers dadelijk van hen over en veegde,
dweilde en stofte als een uittftekend gedrild ka<
mermeisje. Heteenige wat hij weigerde te doen
was het opmaken van de drie bedden in de bo*
venkamer. „Mij niet maak dames*bedden", zei
hij kortaf.
Li Koo's salaris was reusachtig, maar't kon
mijnheer Twist toegerust met een gezond
zaken*instinct niets schelen, wat hij betaal*
de, als hij maar de geschikte werkkrachten
kreeg. Hij voe'lde zich dan ook bijzonder vol*
daan over zijn beide employe's en wenschte
zich zelf geluk met dien meevaller. Wat mevr.
Bilton betreft was zijn tevredenheid wel
eenigszins van die eigenaardige en betrekkelijke
soort, waarmee we de nieuwe pijn in een ander
lichaamsdeel aanvaarden, omdat ze ons van de
vroegere afhelpt.
Mevrouw Bilton was hem feitelijk te machtig,
maar dat begonnen de tweelingen hem ook te
worden. Wat de Anna's betrof voelde hij zich
nu veilig en bovendien, er waren toch ook
plaatsen in huis, waar mevrouw Bilton niet
kwam. Zijn slaapkamer bijvoorbeeld. De hemel
zij gedankt voor een rustige slaapkamer, dacht
mijnheer Twist menigmaal. Hij kreeg het kleino
hokje als een veilige haven lief. Wat een zegen
waren toch de conventioneele welvoegelijk*
heidabegrippen!
fPofdt VOBMfbBlfi.
t