Alkmaarsche Courant Parijs che CanserleSo. Maandag 18 Juli. Feuilleton. Christoffel en Columbus Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang, vliegtuigen, Bengaalsch SPORTIEF FRANKRIJK. (Van onzen Parijschen correspondent). (Nadruk verboden). ParijSj 9 Juli. Het is maar gelukkig, dat Carpentier niet gewonnen heeftniet alleen voor den jon- gen zelf, wien, over het paard getild als hij is, een dergelijke ontnucntering niet anders dan goed kan doen, maar ook voor Frankrijk, dat zich vrees ik in de oogen der we- reld een beetje zou hebben geblameerd indien het een overwinning had mogen vieren. De spanning waarmede de uitslag van deze „historische ontmoeting" werd tegemoet ge- zien, ging werkelijk de perken van het ge- zond verstand te buiten. Ik faoud van sport, en ik ben een overtuigd voorstander en lief- hebber van the noble art, die misschien wel de zuiverste en de meest complete van alle sporten is. Doch de ophef welke van deze match is gemaakt, de" manier waarop de Fransche pers, vele dagen achtereen, de be- langstelling van het publiek heeft geprikkeld en omhoog gedreven, de rondweg bespottelij- ke manier van boksen van den Franschen kampiocn,de mobilisatie van draadlooze en Eiffeltoren, schijnwerpers en heel het reusachtig gedoe van Bengaa vuur, scheepsroepers, licht-projecties en strooibiljetten, dat alles was toch buiten ver- houding. Als Georges gelijk men hem in de wan- deling hier noemt gewonnen had, dan was de menigte die zich tusschen de place de la Concorde en den faubourg du Temple ver- drong, zeker het hoofd kwijt geraakt, en we hadden kans gehad op een algemeene omhel- zing en verbroedering als op den dag toen de voorwaarden van den wapenstilstand door Duitschland waren aanvaard. Ik zou het jammer voor Frankrijk hebben gevonden, zoo ik u dat had moeten melden. Gelukkig hebben de goden anders beschikt. Het Bengaalsch licht van den Eiffeltoren was wit,hetgeen nederlaag beteekende zwart licht heeft men nu eenmaal niet! en op de strooibiljetten en de p-rojecties las men„Carpentier a ete battu". Het was een harde slag voor de Franschen, voor wie Carpentier nog veel populairder is dan ooit die andcre Georges het was die eens „de Fere Pa Victoire" gedoopt werd, maar die nu hce- lemaal* uit de gratie is„Vadertje Over- winning", het is in Frankrijk al net als in Rusland een gevaarlijk voorrecht „vader- tje" te worden genoemd. Zoo is de avond van Zaterdag kalm verloo- pen. Men legde zich erbij neer (hoeveel mooier is de Fransche uitdrukking: „On se faisait une rainson"!), en men troostte zich met de gedachte, dat, mogen de Amerikanen ook Dempsey hebben, en de Engelschen Le- monora, het paard dat met het halff-millioen van den Grand Prix ging strijken, Frankrijk toch altijd nog de Mame heeft en Verdun En dit is ook een sportieve glorie. Het is zeer waarschijnlijk, dat de populari- teit niet alleen van het boksen, maar van de sport in het algemeen, belangrijk heeft bijge- dragen tot de prachtige kwaliteiten waarmee het Fransche leger de wereld heeft verrast, evenals zij trouwens ook den Engelschman en den Amerikaan in korten tijd tot goede sol- daten heeft gemaakt. Sport kweekt uithou- dingsvermogen en discipline, tegenwoordigr heid van geest en moed en zoovele andere lichamelijke en geestelijke deugden, die in het burgerlijke en meer nog in het militaire le- ven uitnemend te pas komen. Over het algemeen gelooven wij in Neder- land niet, dat de Franschen een sportief volk zijn. Wij vergissen ons echter. Reeds in 1914 werd hier enorm druk aan sport gedaan en vonden niet alleen widrennen en automobi- lisme, aviatiek en paardensport, doch ook de meer athletische lichaamsoefeningen, als voet- bal, lawn-tennis en zwemmen bijv. een zeer groot aantal beoefenaare. Gedurende en ook na den oorlog is dit aantal ontzaglijk toege- nomen en men kan zeggen dat voor elke dub die in 191-6 bestond, er thans acht geteld worden. Frankrijk zal, voor het jaar ten ein- de is, achthonderd rugbyvereenigingen heb ben, vijftienhonderd voetbalclubs m viifdui- zend athletiekvereenigingen. (Eigenaardig is, dat het aantal van deze laatste naar verhou- ding minder sterk is dan dat der vereenigin- gen op ander sportgebied Toch nog genoeg echter om van het geweldige sportieve „r6- veil" van Frankrijk te getuigcn: het bedraagt thans zesr k zevenmaal dat van v66r den oor log.) Frankrijk heeft begrepen, dat het door de fysieke ontwikkeling is gered die van zijn bondgenooten en die van zichzelf en met enthousiasme heeft het zich aan den arbeid gezet om de leemten te vullen, die op dit punt bestonden. Daarom zullen ook op persoonlijk aan- dringen van niemand minder dan den heer Millerand de eerstvolgende Olympische spelen in 1924 plaats hebben te Parijs. Reeds is men ernstig met de voortoreiding er van bezig. Het Fransche Olympische comity heeft be- ,rekend dat het veertig millioen francs noo- dig heeft om ze te organiseeren en de buiten- landsche athleten op waardige wijze te kun nen -ontvangen. De stad Parijs zal van dit be- drag de helft betalen en de minister van bui tenlandsche zaken hoopt de andere helft los te krijgen van het parlement ,.De Olymoiade van 1924 zei de heer Gaston Vidai, onder-staatssecretaris van tech- nisch onderwijs, ons hedenmorgen in een voordracht voor vertegenwoordigers der bui- tenland3che pers moet een sportfeest wor den als sinds den bloeitijd van het oude Hel las de wereld er nooit meer een heeft aan- schouwd De regeering is stellig voome- mens het daarheen te leiden." Omtrent de juiste plaats waar het sportter- rein zal worden opgericht, is men het nog niet eens. Er was eerst gedacht aan het Champ de Mars, hetzelfde waar de machine- hall van de laatste groote wereld-tentoonstel- ling gebouwd was. Dit terrein is prachtig felegen, vrijwel in het centrum der stad, doch oewel duizend meter lang bij vijfhonderd breed1, werd het te klein geacht en thans zoekt men naar een grooter, dat dan waarschijnlijk buiten de wallen der stad zal liggen. Binnen Parijs is er geen. Het terrem der Olympische Spelen 1924 zal duurzaam worden ingericht. Men wil niet iets maken van stuc en beschilderd doek, doch een werkelijk stadion, het schoonste en het volmaaktste van de wereld, dat zal zijn als een blijvend monument, een tempel van de „education physique", waaraan Frankrijk al les heeft te dan-ken en welke ieder natie die haar in eer houdt, groot maakt en sterk en voor den ondergang behoedt. In dit kader zullen de Fransche athleten over drie jaar rendez-vous geven aan de beste sportsman van alle landen, en het zal uiterst interessant zijn, te zien hoe zij zich houden. Vennoedelijk zullen zij geen kwaad figuur slaan. Zij zijn over het algemeen klein van gestalte en niet heel sterk van spieren, doch zij zijn lenig en bewegelijk, en zij1 vergoeden ruimschoots aan intelligence en snelheid van handelen wat hun aan musculatuur ontbreekt. Zij hebben gieduld en uithoudingsvennogesE, hoewel zij eer sprinters zijn dan stayers, en zij paren de pittigheid- van den Zuiderling aan de loyaliteit van den Brit. Op Engeland heeft Frankrijk bovendien dit voor: dat het professionalisme, een beroeps- sportmanschap, hier heel weinig gezicn js, en zoo goed als niet bestaat. Men zegt weleens: de Franschen zijn als champagne, zij schuimen bruisend op, doch zij zetten niet door, en al heel gauw is de fut eruitOok dit is een dwaling. In den oorlog hebben zij reeds het taaie geduld, de stoere vasthoudendheid getoond, welke hun eigen is. Wie zich een goed deakbedd wil- vormen van wat zij zijn, moet eens in ge dachte dien „Tour de France" meemaken, die dezer dagen voor den 15en keer gereden wordt. Meer dan 150 wielrijders, die daar, vier weken achtereen, op hun fiets heel Frank rijk afpeddelen, eindelooze -hellingea bekiim- men, zonbrandende keiwegen behobbelen, met een gemiddelde van 400 Kilometer per dag. Heel Frankrijk leeft mee met deze iiinke jongens, die op hun kar hun land ontdekken, en nog op hun ouden dag voor hun geest de herinnering zullen hebben aan de ijsvelden der Vogeezen, de ciiroen-tuinen van de Ri- viera en de bebloemde stranden van Norman- die. Het kleinste boefje weet u te zeggen wie op het oogenblik „de leiding heeft". Die „Tour de France", de meest geweldige wegwedstrijd ter aarde, is een van de vele manifestaties, waarin zich de otjtwikkelde door de schrijfster van ^Elisabeth and her German Garden" ,,Ui'tleggen? Licht \rerschaffen?" riep j mijnheer Twist. „Heb -ik dat niet van't be- i| gin af gedaan? Heb ik u niet trachten te weer-1 houidien toen u uit wilde stap-pen, -tot ik een j lamtaamn zou -hebben- gehaald? Heb ik u niet een paar maal zijn arm -aangeboden langs dit donkere pad?" „Miaar waarom- heeft u dan- nieiis gezegd- mijnheer Twist?" vroag mevrouw Bilton. jjxiets gezegdl!" riep mijnheer Twist weer. j Op diit -oogmMik zagen ze het op en neer bewegende licht van een electrische lantaam - naderen, wellk v-oorwerp bleek gedragen te 1 worden- door den moniteur, die, gelukkig, nog- met van *t terrein verdwenen1 was. Mevrouw IB-iiton uitte haar bldjdschap over zijn komst, en nada-t ze hem het licht had af- genomen- om, zoo-als ze't uird-rukte, te kijken waar haar voeten bel-and- waren, gaf ze't hem tcrug en stak haar hand- door zijn arm-. ,„Breng me nu maar naar wat buiten rnijn voohkennis voor dat hotel in de plaats- is gesteld", verzocht ze, en terwijil- mijnheer Twist naar de taxi teru-gkeerdle om voor haar handbagage te zorgen, -liep ze aan den arm van den monteur voorzichtig naar de loods in een- ongel-ooflijfc aantal woorden haar verba- zinig uitende over mijnheer Twist, die zoo na- la-tig geweest was, haar niets mee te deelen omtrent het schrappen van het Cosmopolitan- Hotel uit het plan die campagne. sportzin der Franschen openbaart. En als ik u, om te eindigen, nu nog zeg, dat er alleen reeds hier in de kranten-stalle- tjes op de boulevards 116 bladea en tijd- schriften te koop liggen, die uitsluitend aan sport zijn gewijd en die geregeld koopere vin- den („Annuaire de la Presse Fran^aise", pag. 1215—1221); dat een dagblad als ,,1'Auto" mht zijn twee millioen oplaag ongetwijfeld het voornaamste sport-dagblad van Europa isdat een enkel lichaam ala de „Touring- Club de France" 150.000 leden telt, meer dan eenige andere toeristenbond der wereld dan zult ge misschien wel willen gelooven, dat in Frankrijk de sport ter dege beoefend wordt Ook al lijkt dit niet zoo. LEO FAUST. (tpniPBgd Nieuws. DE AANHOUDENDE DROOGTE. Men schrijf-t van deskundige zijde aan de Telegr.: Dat het buitengewoon droog geweest is gedurende de ilaats-te maanddn daar- over zijn wij tot al-len roerend eens, maar hoe droog het nu eigenlijk wel was, m.a.w. hoe de in den- laatsten- tijd ge- vallen neers-lag zich verhoudt tot de alsnor- maal te beschouwen hoeveel-heid, daarvan zullen de meeste lezers zich waarschijnlijk een verkeerde voorstelling maken. Het antwoord op al dergelijke vragen wordt gegeven door eene publicatie „K.N. M.I. No. 94a Maandoverzicht der weersge- steldheid in Nederland", waarin in zeer ge- comprimeerden vorm*veel te vinden is om trent temperatuur, bevolking, zonneschijn, vochtigheid, neers-lag, onweer, windrichting en windkracht voor Den Hdder, Leeuwarden Groniingen, -Hoom, Avereest, Katwijk aan d. R'ijn, de Bilt, Winterswijk, Vlissingen Oudenbosch, Gemert en- Maastricht en voor een uit die plaatsen berekend landgemid- delde. In de volgende ta-bef geven- we achter de.. verschillende maanden van de regenhoogte het landgemiddelde, de norm ale hoeveel heid uit 28 of meer jar en en- de afwijking in mil limeters. Het blij'kt dus, dat van de laatste 1-2 maanden- slechts in drie maanden de re- genval boven normaal was, in negen er on- der en dat over het geheele jaar een tekort werd- geboekt van 174 m.m. of wel 25 pet. van de normale hoeveelheid. Intusschen zal op het eind van deze maand als de toestand aanhoudt, dit percentage aanmeikelijk stijgen, want de 28 m.m. van Juli 1920 maakt dan plaats voor een ne- gatieve grootheid van Juli 1921. Land- Normaal gemidd. 19 96 37 12 12 47 86 10 29 25 27 37 Afw Juli Augustus September October November December Januari Februari M a art April Mei Juni 1920 Jaar 517 691' -174 lan- Of het wel eens meer gedurende zoo gen tijd zoo droog is geweest? Deze vraag is s-l-echts gedeeltelijk onder- zocht, maar het blijkt, dat het voorjaar van 1858, 1862 en 1893 het waarschijnlijk even slecht of slechter maakten. Over het geheele land was er toen- een tekort aan regen. Van Februari- f.m. Mei vie! in 1858 en 1862 te de Bilt 94 en 97 nun.; in 1893 van Maiart t.m. Juni slechts 60 m.m., in April van dat jaar slechts 0.5 m.m. Van Februari t.m. Mei vin den we als landgemiddelde voor 1921 81 en van Maart t.m. Juni 118 m.m.; deze getallen zijn wel niet onderling direct vergelijkbaar, maar zij laten ons toch wel zien, dat als „de ouden van dagen- het zich -herinneren kon den-, dat het dan waarschijnlijk al wel eens meer zo6 droog was gewees." De onge- schreven statisfiek is nog gevaarlijker raads- man dan de geschrevene. Het buitengewone zit hem thans meer in den langen duur van het verschijnsel, dan wel in de hevigheid. Het spreekt -haast van zelf, dat groote deelen van Europa van de droogte te lijden faebbeni, want dergelijke ver- schijnselen worden in het groote laboratori- um van de natuur voorbereid en uitgewerkt en- -kunnen uit den -aard der zaa-k geen plaatselijk karakter dragen. Als eerste waaraeembaar begeleidend verechijnsel van di^ droogte en gedeeltelijk ook die droogte verooxzakend, zien wij bet feit, dat de baro meter voortdurend, te hoog staat, omdat het permanente Azorische hooge druk gebied zich voortdurend tot in onze omgeving uit- strekt of uitloepers daarheen uitzendt. De luchtdrukverdeelmg van April en Mei houdt te lang aan. De' depressies, welke ons den regen brengen, moeten langs dien hoogen druk trekken, dringen dus niet in onze omge ving door en de regen valt in andere, ver van ons verwijderde streken. En waarom doet die hooge druk nu zoo abnormaal? Ziedaar de vraag. maar ook een vraae:, waarop de meteorologie het ant woord schuldig moet blijven. Wij kunnen elkaar nog wel wat vertellen van water-tem- pertuur, van verlegging van Golfstroom, van Noordoostpas&aat in den Atlantischen Oceaan, maar dxaaien dan om de zaak heen Wij komen toch in laatste instantie terecht bij de zon, het is zeker, dat vandaar alle kracht en energie uitgaat, maar de Sphynx blijft zwijgen, toont 4ioogstens een grootere of kleinere vlek, maar stelt daarmede de me teorologie voor nieuwe problemen. Want in tijden van maxima der zonnevlekken, dus van verhoogde zonsactiviteit is de tempera tuur op aarde het laagst. PROV. STATEN VAN N.-HOLLAND. Het voorstel van Ged. Staten tot het ver- leenen van subsidie aan het bureau voor Nazorg voor achterlijke kinderen te Amster dam, gaf in de commissie aanltiding tot een u-itgebreide discussie, waarvan het resultaa was, dat bij meerdertieid van stemmen be- sloten is voor te stellen deze voordracht aan te nemen,echter met -het dringende verzoek aan Ged Staten in den vervolge bij dergelij ke aanvragen een meer uigebreide todichting te geven. Het voorstel van Ged. Staten tot het ver- leenen van steun voor de verpleging van tu- berculoselijders in lighallen werd in de com missie der Staten met algemeene instemming begroet. Inzake de voordracht tot subsidie aan de Alkmaar-Packet voor den dienst Harlipgen- Vlidand—Terschelling over 1921 en het extra-subsidie ter zake van het gdeden yer lies over 1920 adviseert de commissie gun- stig te besluiten. Voorgesteld wordt, goedkeuring te hediten aan de voordracht van Ged. Staten om hun maditiging te verleen-en tot het opnemen in de contracten met de besturen van krankzin- nigengesichten, die zich- daartoe bereid ver- klaren, van de bepalingen betreffende den verpleegprijs der patienten, zooals die zijn vastgesteld In de op 30 October 1920 te Utrecht gehouden bespreking van de ver tegenwoordigers der provinciate besturen. VEREENIGING VAN LEERAREN IN DE HANDELSWETENSCHARPEN. Voor de practijk-examens, gehouden den 6, 7 en 8 Juni j.i. te Alkmaar, Amersfoort, Am sterdam, Arnhem, Dordrecht, Eindhoven, 's-Graveriha-ge, Grahngen, Haarlem, Hee- renveen, den Helder, Hengelo, Leeuwarden-, Rotterdam, Utrecht, Venlo, Vlissingen, Zaan- dam, Zutfen en Zwolle, hadkien zich 771 can- didaten aangemeld, resp. voor boekhouden, Eng., Duitsch, Fransdi, Nederl.'475, 155, 87, 35 en 19. Daarvan slaagden iesp.: 205, 59, 41, 11 en 8, dus totaal 324 canmdaten. OVERRODE N. Gistenmiddag omstreelks half vijf had de heer G.G. in de Sarphatiestraat te Amster dam het ongeluk met zijn rijwid te slippen voor een motorwagen van iiju 3, die kwam aanrijden. Hij geraafcte onder den wagen, en toen men hem er onderuit gehaald had, bleek hij reeds overleden. BELANGRIJKE VONDST. Toen gistermiddag te Haarlem een paar wegwerkers aan den zeeweg vlak bij Over- veen bezig waren, een bord- waarop „Gevaar- lij-ke Helling" te plaatsen, stieten zij zij het graven op twee steenen po-tten van ouder- wetsch model. Het bleeik, dat de potten een zeer groot aan tal koperen en zilveren muntstufcken, datee rende vanuit het middten van de zeventiende eeuw, bevatten. Nog zij gemeld, dat tusschen beide po-tten zich het skelet van een menschelijke voet be- vondi, die evenwel zoodanig verteerd was, dat er weinig meer van over waa De vondst werd 's namiddags naar het raadhuis van Bloemendaal overgebradit SLAGERS EN BEVR0REN VLE-ESCH. De Nederi, R.-K. Hanzebond van Slagers- pa-troons heeft een adres gezonden aan dien Minister van Aibeid, waarvan een afsdhrift aan het bestuur van den Ned. Boerenbomd Het hoo-fdbestuur van genoemden 'bond geeft daarin te kennen diat de invoer van het buitenlandsche bevro- ren vleesch, dat in sommige gevallen m-oeilijk van versch vleesch te ondenscheiden is, eener- zijds het berekenen van te hooge prijzen aan het publiek anderzijds unfaire en zelfs oneer- lijke concurrentie mogelijk maakt; dat volgens het inzien van het bondsbestuur een en ander vrijwel onmogelijk zou worden gemaakt, indien voor het bevroren vleesch een dergelijke regeling werd getroffen, als die voor den verkoo-p van margarine geldt. Rede- nen waarom den Minister wordt verzocht, te willen bevorderen, dat zoo mogelijk de ver- koop van bu-itenlandsch bevroren vleesch ver boden wordt, -tenzij in papier, waarop het duidelijk als zoodanig wordt aangeduid. Het bestuur zegt ten slotte gaame in de ge- legenhedd te warden gesteld, dit veraoek nar der toe -te lichten. Z E E-OO RLOGSSCH ADE In het Departement van Buitenlandsche Za ken heeft de heer mr. K. Jansma, directeur van het Bureau voor Zee-oorlogsschade te Amsterdam, een uiteenzetting van den stand der werkzaamheden gegeven. Zooals men weet, is eenigen tijd na den oorlog door de regeering een commissie inge- steld, tot het onderzoek van inkomende vor- deringen, in zake scliade door Nederlanders bij den oorlog geleden. Voorzitter van die commissie is mr. B. C. J. Loder en- andere deskundigen op juridisch en volkrechtelijk ge bied hebben er eveneeens zitting in. Aan de ze commissie werd- het sinds 1 November 1919 werkende Bureau verfxraden, dat de adiministratie en correspondentie voert en de behandeling der inkomende vorderingen voor de commissie voo-rbereidt. De arbti-d van dit Bureau nu heeft de -heer Jansma voor de pens toegelicht. En er was -tevens een kleine expo- sitie gemaakt, ten ei-nde het overzi-cht -te ver- gemakkelijken en schematisch voor te stellen. Het Bureau is begonnen met in de Neder- landsche, dte Indisdie en de buitenlandsche pers op groote schaa opnoepingen te plaat sen. Ieder Nederlander, die schade door den oorlog had geleden als gevolg van z.i. on- redhtvaardige handelingen van een der mo- gendheden, kon zich opgeven. De commissie stelde een -termijn van aanmelding, die eenige malen verlengd werd-, en hoewel thans de laatstgestelde termijn reeds is overschreden-, wordt daarop niet zoo angstvallig gelet. Men kan dus nog steeds vorderingen bij het bu reau indienen. De vraag deed zdh hierbij voor, of naamlooze vennootschappen, wier aandieelhouders buitenlanders zijn-, ook als Nederlanders moesten worden beschouwd. Daarbij heef-t de commissie zich op een zoo breed mogelijk standpunt gesteld Elke naar het Nederlandsch recht geldi-ge vennootschlap wordt met een Nederlandsch onderdaan ge- lijkgesteld en haar vordering wordt in be handeling genomen. De inkomende vorderingen zijn natuurlijk van versdiillenden aard. Er wordt hoofdza- kelijk onderschei-den in personensdhade en goederenschade. Zoo zijn er van het indertijd getoroedeerde stoomsdiip Bandoeng drie verschillende vorderingen loopende: over het schip zelf, ton over de lading, en ton over de sdhade door de bemanning geleden. In totaal zijn van 1 November 1919 tot 1 Mei 1921 ingediend 4402 vorderingen. LEERAREN-VERGADERING. De 90ste algemeene vergadering van het Genootschap van Leeraren aan Nederland- sche Gymnasia zal 2 en 3 September a.s. te Amersfoort worden gehouden. Het bestuur stelt zich voor de volgende onderwerpen te doen behandeien: Opening; jaarverslag; re- kening en verantwoording van den penning- meester; begrooting 1921—1922; r eferaat van den heer dr. D. P A. Verrijp over „De betekenis van het wiskunde-onderwijs voor de A-leerlingen van het gymnasium, De kwes- tie der toelatings-examens en der bevordering door curatoren of leerarencollege. Bespre king van verschillende rappcrten. Het gehou den referendum over 33 lesuren per week; re geling der vacanties; motie Verdam-Zelden- rust. Verkiezing van Bestuursleden en Week- blad-redacteur. Referaat van den heer G. Ras „Das Zentralinstitut fur Erziehung und Unterricht te Berlijn". Rondvraag en sluir ting. WERELDPERSCONGRES. De heer D. Hans, voorzitter van den Ne- N». 165. 1921. i 56) j De electricien trachtte een woordje in het midden te brengen, maar werd zonder verderen egenstand verdrongen, terwijl Anna«Rose, niet a staat Ianger lijdzaam te luisteren naar haar enhaalde vragen, waarom mijnheer Twiat haar zoo in onwetendheid gelaten had, eindelijk haar stem verhief en uitriep: „Maar mijnheer Twist wilde het u immers juist uitleggen hij pro= beerde het aldoor, maar u wou niet luisteren u wou niet ophouden met praten". Mevrouw Bilton hiel-d echter op ze de loods binnentrad1. Haar tong en haar voeten stonden tegelijk stii. De electricien had al de lichten aangeknipt en toen het gezelschap uit den donkeren tuin naderde, gaven de verlichte ramen het gebouwtje een vroolijk, vriendelijk aanzien, maar binnenin konden, noch de vele lichten, noch de vele bossen rose geraniums het primitieve van de inrichting of de beschei* denheid der afmetingen verbergen. Boven-dien waren rose geraniums die de tweelingen ah tijd geleerd hadden als kostbare, met zorg ge« kweekte planten te besohouwen in de Calh fomische oogen van mevrouw Bilton niets dan onkruid. Sprakeloos keek ze in't rond. Haar zwijgen gaf de tweelingen een gevoel van groos te verlichting en terwijl ze in de deuropening bleven dralen (want mevrouw Bilton en de monteur vulden samen bij-na het heele keu°> kentje), slaakten ze een diepen zucht. „Kijk eens, hoe prachtig de sterren aan den hemel fonkelen", fluisterde AnnaTelicitas An> nasRose in. Ze had ze nog niet eerder behoor« lijk kunnen zien; mevrouw Bilton's stem had de rust van den heerlijken avond zoo geheel verstoord. „Zou ze in haar slaap ook praten?" fluisterde AnnasRose bezorgd terug. Maar mijnheer Twist, die op dit moment met de handbagage aankwam, bleef verschrikt staan, toen hij mevrouw Bilton niet -hoorde. 't W!as alsof een ijskoude hand hem het hart dichtneep. Ze wilde natuurlijk niet blijvenl En ze zou in haar recht zijn, wanneer ze weigerde, want't was waar, dat hij haar't verblijf in een eerste»rangs»hotel in uitzicht had gesteld, waar ze zou logeeren tot ze een behoorlijk en ge» makkeljjk ingericht buitenhuis zouden betrek« ken". j|^ 19211 71 80 64 78 59 61 47 40 46 40 48 57 +28 4-16 427 —66 —47 —14 439 —30 —17 —15 —21 —20 „Ik wou dat u eens iets zei", begon mijnheer Twist eindelijk, en hij zette de handkoffertjes met een bons op den keukenvloer neer. De tweelingen keken eerst elkaar en toen hem verrast aan. Etel je voor! Mevrouw Bilton te vragen of ze eens iets zeggen wilde! „De meisjes wilden er met alle geweld in", zei mijnheer Twist geprikkeld, met een hoofd* beweging naar de Anna's. „En boven is't nog erger", vervolgde hij roe* keloos, alles trotseerende. „Boven erger?" riepen de tweelingen als uit een mond. „'t Is juist erg aardig boven", verzekerde An* na*Felicitas. ,,'t Is er net of je buiten kampeert, zonder dat je buiten bent", vond Anna*Rose. ,,'t Eenige minder prettige is, dat er te veel bedden in onze kamer staan", zei Anna*Felici* tas, „maar dat zou wel te verhelpen zijn", liet ze er zich tot mijnheer Twist keerende op vol* gen, „wanneer u „Mevrouw Bilton, ik wou dat u iets zei" brak hij haastig en luid haar zin af. Mevrouw Bilton haalde eens heel, heel diep adem en keek om zich been. Ze keek het vers trekje nog eens rond, ze keek naar de zolde* ring, die den opstaanden pluim van haar hoed aanraakte en ze keek naar de gezichten van de tweelingen, en toen, cordate, energieke vrouw die ze was, nooit*versagende echtgenoo* te van Bruce D. Bilton, weduwe, die zich, in een kring van welgestelde vrienden, ondanks haar klein inkomen moedig had weten te hand* haven, sprak ze, zeggende: „Mijnheer Twist, ik begrijp niet wat dit alles te beteekenen heeft, en u zult mij ongetwijfeld alle verlangde inlichtingen verstrekken, maar wat het ook zijn moge, ik ben er de vrouw niet rfaar, om mijn woord te geven en dan achteruit te krabbelen. Voor een dergelijke gedragslijn mogen Pharizeeers en Saduceeers zich niet te goed hebben geacht; als ik me juist herin* ner, moest zij in 't bjjzonder tegen zulke prac* tijken gewaarsohuwd worden maar ik acht er mij w&l te goed voor. U heeft me in een keet gebracht, in plaats van in een behoorlijk botel, zooals u me beloofd had en ik wacht op uwe verklaring. Maar eerst zou ik heel graag iets te eten hebben". XXVIL Twee weken later was bet theebuis gereed om geopend te worden, en slechts gedurende de eerste paar dagen had het gezelschap in den uitbouw wat gebrek aan comfort over't hoofd moeten zien. De tweelingen namen het lichame* lijke, materieele ongemak gaarne voor lief, maar wat ze niet konden verduren was het „geestelijk ongemak" van mevrouw Bilton's voortdurende dichte nabijheid. De physieke kant van dat nauwe samenleven was niet erg hinderlijk, in zoo'n allerheerlijkst klimaat, waar je eigenlijk den wanschen dag in de open lucht doorbrengt, terwijl hun morgentoilet een lastig probleem in de beperkte keet*ruimte, voor iemand, die niet meer jong was en dus wat behoedzamer te werk moest gaan door de tweelingen min of meer werd behandeld alsof ze hondjes waren. Uit bun mandjes ge* kropen behoefden ze zich maar eens flink te schudden en uit te rekken, en klaar waren ze! Ze stonden v66r mevrouw Bilton op, die echter altijd wakker werd en tegen hen lag te praten, terwijl ze zich kleedden; en ze gingen v66r haar naar bed, maar ze kwam altijd bij hen boven om hen onder't uitkleeden voor te lezen. Wat mevrouw Bilton's mogelijke toilet* geheimen betrof, waren ze haar dus niet in den weg. 't Was werkelijk zooals Anna*Rose gezegd had, alsof je buiten kampeerde. Je nam je oogenblikken handig waar, en was je iemand van mevrouw Bilton's leeftijd, dan hing je een gordijn voor je priv6 hoekje, voor 't geval je jeugdige tentgenooten eens niet sliepen, wan* neer ze er den schjjn van aannamen. Langzamerhand begon alles vlotter en ge* makkelijkar te gaan en Icon mevrouw Bilton de bezwaren en ontberingen der eerste dagen ver* geten. Zoo verscheen Li Koo op een dringen-d telegram, zette een oude kachel in het eucalyp* tusboschje achter het huis en maakte daar, schijnbaar zonder eenige inspanning allergrap* pigste nooit*geziene gereohten klaar. Iederen morgen, bij't aanbreken van den dag, toog hij naar Acapulco om allerlei op de markt in te slaan. Bijna onmiddellijk pakte hij allerlei huis* houdelijk werk aan. Hij was buitengewoon zin* delijk en zorgde er voor, dat de keet er onbe* rispelijk uitzag. Tot groote verrassing en vol* doening van de tweelingen, die zich hadden voorgesteld allerlei huishoudelijke bezigheden te moeten blijven doen, nam hij het onderhoud der kamers dadelijk van hen over en veegde, dweilde en stofte als een uittftekend gedrild ka< mermeisje. Heteenige wat hij weigerde te doen was het opmaken van de drie bedden in de bo* venkamer. „Mij niet maak dames*bedden", zei hij kortaf. Li Koo's salaris was reusachtig, maar't kon mijnheer Twist toegerust met een gezond zaken*instinct niets schelen, wat hij betaal* de, als hij maar de geschikte werkkrachten kreeg. Hij voe'lde zich dan ook bijzonder vol* daan over zijn beide employe's en wenschte zich zelf geluk met dien meevaller. Wat mevr. Bilton betreft was zijn tevredenheid wel eenigszins van die eigenaardige en betrekkelijke soort, waarmee we de nieuwe pijn in een ander lichaamsdeel aanvaarden, omdat ze ons van de vroegere afhelpt. Mevrouw Bilton was hem feitelijk te machtig, maar dat begonnen de tweelingen hem ook te worden. Wat de Anna's betrof voelde hij zich nu veilig en bovendien, er waren toch ook plaatsen in huis, waar mevrouw Bilton niet kwam. Zijn slaapkamer bijvoorbeeld. De hemel zij gedankt voor een rustige slaapkamer, dacht mijnheer Twist menigmaal. Hij kreeg het kleino hokje als een veilige haven lief. Wat een zegen waren toch de conventioneele welvoegelijk* heidabegrippen! fPofdt VOBMfbBlfi. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5