Alkmas/selie Courant De Amsferdamsche week. DamrQbrieb. Brleven nit Berlfln. Hondsrd Oris en Twintigste Jaargang. Zaterdag 23 Juli. F e n i 11 e t o n. Christoffel en Columbus m*. iro. LXXXII. De Amsterdamsche Waterlelding. Eene tustorische inleiding. De regen, blijft uit; de warmte duurt voort, en* dies vind ik vrijheid om mijne lezers nog eens lastig te vallen giet ee water-praatje. Ditaiaal wil ik iets meedeele omtrent de Amsterdamsche Waterleiding; de wijze dus waarop wij, hoofdstedelinge, van drinkwa- ter word en voorzien. Men zal begrijpen dat hieraan, aan die voorziening, voor eene stad van 7OO.O0O inwoners, nogal.wat vast zit. En ik doe dit aan de hand van eene voor- dracht van een: bij uitstek deskundige, den heer H. Swagerman, hoofd-inspecteur van de Gemeentewaterleiding, welke voordracht kortgeleden gebouden is op de Tentoonstel- ling voor Woninginrichting, en waarop toen, jammer genoeg, niet voldoende aandacht is gevallen. Tevens zal ik er dan nog iets uit eigen hoofde aan toevoegen. Vroeger was de watervoorziening van de hoofdstad uiterst gebrekkig zooals nu nog ten platten lande; zij was eenvoudig overgelaten aan den regenval. In tijden van droogte, zooals wij nu beleven, was men aangewezen op bet water van de Vecht, dat met schuiten werd; aangevoerd en verkocht tege prijzen, welke stegen n a annate* het wa'tergebrek nijpender werd. Het verhaal gaat zelfs dat, indie de vraag hi te groot was, en de Vechtwatervoorraad in de schuit dreigde uitgeput te rake, bet tekort eenvou dig werd aangevuld door verwijdering van de stop uit het bodemgat, tengevolge waar- van de laatkomers op gracht- in plaats van op. Vechtwater werden onthaald. Het was) in het jaar 1846 dat door den Gep. Majoor der Genie C. D. Vaillant een ontwerp werd gemaakt om Amsterdam van duinwater te voorzien. Een door hem aange- vraagde concessie werd in 1849 door het ue- meetebestuur verleend, maar de voorzich- tige Hollandsche geldmanne van die dagen achtten de zaak blijkbaar niet levensvatbaar en waagden er hun kapitaal niet aan. De bekende dichter en prozaschrijver Mr. Jacob van Lennep heeft toen den stoot gegeven voor dei verwezenlijking. Het gevolg van zijn ingrijpen was dat, ondanks alle tegenwer- king, zij het dan ook met behulp van En- gelsch kapitaal, bij acte van 11 Juli 1851, de Duinwatermaaischappij werd opgericht, bij welke maatschappij de concessie-Vaillant werd ingebracht. In hetzelfde jaar, en wel den1 11 den No vember!, werd door den Prins van Oranje de eerste spade in den duingrond gestoken, ter plaatse waar zich thans de naar deze ge- beurtenis genoemde Oranje-kom bevindt, en daarmede werd bet werk der watervoorzie ning van de hoofdstad aangevangen. -Het werk werd met voOrtvarendheid aan- gepakt en reeds in het voorjaar van 1853 waren pompstation en transportleiding in zooverre gereed, dat de Amsterdammers, daartoe bij duizenden opgekomen, genieten konden van den aanblik der springfontein, opgesteld aan de Willems-, thans beter be- kend als de Haarlemmerpoort. In den drogen winter van 1853 op '54 werd bij deze fontein het duinwater verkrijg- baar gesteld tegen 1 cent per enkner onder bedjng, dat gelijktijdig niet meer dan twee emmers aan een afnemer mocht worden1 ver- strekt. Ook toen wist men dus reeds wat rantsoeneeren beteekent. Deze maatregel was echter vermoedelijk genomen om weder- verkoop te voorkomen en de waterverstrek- kmg zelve bedoeld als eene reclame voor de zaak. Op 1 Mei 1854 was het leggen der stads- buizen voldoende gevorderd, zoodat met het aansluiten der perceelen1 kon worden1 aange vangen. Het aantal abonnementen bedroeg op die datum niet meer of minder dan 8 staks! ■Na een betrekkelij-k kort tijdperk aangemcrist de met-roorzieire, otatengewoc®- snelle uitbreiding onzer stad en de toenc- mende hoogbouw, welke het bedxijf eischen stelden, waaraan het niet of althans niet volkomen kon voldoen. En hiennede trad voor de Amsterdam mers een tijdperk in, waarin z» aan den lijve gevoelden wat „behelpen beteekent. Wie niet een benedenhuis of eerste verdieping bewoonde, kon zijn keu-kenkraan meer als keukenversiering dan wel als een gebruiks- voorwerp beschouwen. Allee des nachts was tengevolge van het venninderd gebruik de druk zoodanig, dat er ook op de bovenste verdiepingen water te verkrijgen was. Het „regende" in die dagen zoowel inge- zonden stukken als spotprenten in de cou ranten en veelVuldig waren ook de klachten die recbtstreeks aan de Directie werden ge- richt. Ziehier een Btaaltje van poetische critiek: De burger die een woning vond, Hoog boven den beganen grond, Die merkt alleen nog aan de kraan, Dat er een leiding moet bestaan. De Vechtstroom kwam er later bij, Toen dacht met recht de burgerij Zoo gaat ie goed, zoo gaat ie goed! Nu komt er zat in overvloed! Ach, dit is geenszins het geval, Getuigen, klachten zonder tal En menig mist bij 't ongemak Zijn goeden, ouden regenbak. Dat het intusschen, ondanks alles, ook niet aan waardeering ontbrak, blijkt uit het volgende. in -Schoolmeestertrant vervaardig- de gedicnt: Het is zeker en gewis Dat de Waterleiding een zeer nuttig zaafcje is Want v66r 40 jaar bepaald Werd er 30 cents voor twee emmers water betaald En hoe was het dan nog; ja't was om te beven! Door een microscoop gezien, was het vol leven. Ofschoon men nu, volgens zeggen, soms een bloedzuiger vangt Zulks is te veihelpen, als men een filtreertje aan't kraantje hangt; Daarom roep ik gerust, met Amstel's burgerij Veel heil en geluk aan de Duinwater- Maatschappij. De bekende Dr. E. Laurillard zond aan de Directie zijn visitekaartje met de min of meer sarcastische opmerking: „Dr. E. Laurillard merict meer regelmaat op in het presenteeren der kwitanties, dan in de levering van water." Toch, het moet het dOrstig Amsterdam ter eere worden nagegeven,) over't algemeen werd de waternood met filosofische berus- ting aanvaard en menig huismoedertje of- ferde een uurtje van haar nachtrust op om, van den hoog het voor de van grooten bloei, begon de Duinwater-Maat- scnappij echter te kwijnen, wat ten slotte I 7al it leidde tot haar vdrdwijning. Als een der hoofdoorzaken daarvan dienit wel te worden ;eren nachtdruk profiteered, luishoudling benoodigde water te gare. Vanwege de Maatschappij werde in de trapportalen, tapkranen, z.g. hulpkra- nen, aangebracht, zelfs werden op de inmid- dels voltooide Vechtwaterleiding, enkele aansluitingen gemaakt met de bedoeling om, door het Vechtwater als werkwater beschik- baar te stellen, het duinwaterverbruik te ont- laslen, doch al deze maatregel en bleken te slotte onvoldoede lapmiddele te zijn, e het eind was, dat het Gemeetebestuur -de Maatschappij te opzichte van de naleving harer concessie-voorwaarde in gebreke stel- de, en het bedrijf met ingang van 1 Januari 1896 overnam. Het laat zich begrijpe, dat de Gemeete vanaf dit tijdstip er ernstig naar streefde om nu zelf te bereiken wat zij tevergeefs van haar concessionaris gevor- derd had, n.l. een goede watervoorzieing. Hoe zij dat bereikte vertel ik een volgede maal. Voorshands zij alleeni meegedeeld, dat aan de H-aarlemmerweg eto pompstation werd gebouwd, eeo ringleiding om de stad gelegd ter #rkrijging van ee betere drink- verdeeling in het buizennet, e de diepwater- winning in het duin ter hand genome. De ze werke hadde tegevolge dat sinds 1903 en toevoer fen druk zoodanig verbeterd zijn dat de waterlevering ook op de boveste woonverdiepinge verzekerd is. Zelfs in de ze heete tijd nu er zooveel wate verbruikt e ook vee! vermorst wordt. Over de onver- antwoordelijke wijze waarop vele Amster- I dammers met het kostelijke nat omspringe zal ik de volgede maal frapante cijfers geve! WAGENAAR Jr. Aan de Dammers 1 Met dank voor de ontvange oplossinge van probleem 660 (auteur Kleute). Stand: Zwart: 1, 2, 3, 7, 9, 12, 20, 39. Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 31, 33, 36, 44. Op 1 osaingi 1 39:50 2. 50:13 3. 20:18 4 7 16 5. 16:27 1. 2. 3. 4. 5. 6. 33-29 29—24! 19 17 17—11 26-21 31 4! Goede oplossinge ontvingen wit van de heerenW Blokdijk, P. Dekker e D. Gerling te Alkmaar. UIT DE PARTIJ. De volgede stande zijn uit partijea In wedstrijden in den Haag gespeeld: Uit ©Kje Zwart: 3, 6, 9, 11, 13/19, 23, 24. Wit: 25/28, 32, 33, 35, 38, 41/45. In dezen stand dreigt van zwart 17—22, 11 31, 23—28, 13—18 e 19 46. Wit speelt dan ook: 9 1. 44—39 1. 14—20? 2. 25 14 2. 9 20 3. 24 35 4. 23:34 5. 35 24 6 16 27 3. 4. 5. 6. 7. 25 14 35—30 33—29 39 :30 27—21 32 25! Echtscheullngszaken. Dat echtscheiding ee veel vaker voorko- mend verschijasel is geworden, dan het jare gelede was, zal wel niet betwat worde. Het is hier niet de plaats om dat verschijnsel te beschouwe e echtscheiding af te keure of te verdedige, of wel ee vendaxing ie zoeke voor de zaak, waarom bet gaat. Maar er zijn gevolge van de echtscheiding, die herzieing behoeve, ook al, omdat de be- palinge, die het burgeriiik wetboek daarom- tret bevat, zijn vastgesteld in ee tijdl, toe de omstanaighede anders ware. Daar is allereerst de uitkeering, die de eee partij bij scheiding aan de andere zal hebbe te doe. Art. 280 B. W. bepaalt, dat de ecfatgenoot op wiens (wier) verzoek de echtscheiding wordt uitgesproken, bij: gee geoegkame in- komsten redht heeft op ee uitkeering, te laa- te van ide andere partij, door de reditbank te bepale. Art. 281 B. W. schrijft dan voor, dat bij de vaststelling van die uitkeering, reikeing zal moete worde gehoude met de staat e het fortuin van de tot uitkeering verplichte. Natuurlijk wordt er bij in aanmeridng geno men de beboefte van de andere partij. Ver- Van de wit-speler, de heer J. J. Kem- mers, mooi gezien. In de partij tusschen de heere A. e J. Ja cobs kwam deze stand voor: Zwart: 2, 3, 6/9, 11, 13, 15, 16, 19, 20, 23/26 Wit: 22, 31, 32, 33, 35/43, 45, 46, 48. Zwart speelt 16—21. Wit kan de schijf- winst door 3228 niet neme wegens 2430 en 20 49 Wit speelt na 16—21, 60) door de schrijfster van Elisabeth and her German Garde" XXVIII. In de kalmste aller gemoedsstemminge svond mijnheer Twist zich in't vertrek dat ais theekamer was aangeweze. 't Lag vol met mer e daar verspreide artikele, van aiie^Kanten werd getimmerd e opgehange, fiinho f on.^er deze ongunstige omstan- -imil' 1 iedereen' z'e hoe 'n allergezel- nnC het zou zijn. -rnoUff h pe.n Armen" wilde ee speciaal ge- d w l worden voor de regendagen, w °P'Se dagen in de winter, wan-neer f111 stuk door g661, f Lotoligaste teeinde raad wer- it'begm?en en bereid o® a"es, let- Iwrft Sf<3an te g"lPen' dai hen- ees een LI ?aar?fes^'c 8-edruip van den re- g n a-ngs de ruiten kon doe vergete.. Brid- dfnWa\ ^oost'm ze speeldeni het dan ook van 't ontbijt tot 't naar-bed-gaan maar op den vierde of vijfden dag werde ze al tureluursch van 't indelooze zitte. e waren moe van't rondhange, draaierie" van yerveling; al hun aangebore vriende- ujkhead lret hun in de steek; ze wed em norsch en prikkelbaar. Zelfs als ze wonne, ware ze kwaad e alls ze verloren-, was er gee land met hem te bezeifem. Als ze voor- uit geweten hadde dat het om deze tijd zink slecht wee 2bu worde in Califoirnie, hadden ze wel gezorgd e niet te zijn, maar ]e wist mooit precies wannear de regetijd mviel, en< meer dan eens b'leef het schittered mooi weed tot na Kerstmis. En hoe schitte- remd! Ee paradijs van goude licht e Ikoesteede warmte, terwijl je vrienden in't Ooste met ijzige smeeuwstorme te worste- le hadde. Nu wilde mijnh. Twist die arme rege- slacfatoffers ee. aamtrekkelijke ondebreking in hun lange namiddage verschaffe. Hij zou hun te hulp kome, e fl-ink e vl'ug, waar't Op zakelijk handele -aankwam, nam hij zidh voor, te zarge dat die rampzalige stervelinge gedurede het slechte weer 's middaigs geregeld in „De Ope Arme" zouden kunnem tneedrinke. Met vooruitzie- de blik had hij ee overdekte toegang. la te maken1, waardoor me zonder eem drup- pel rege te voele, van zijn auto in zijn huis kon kome, e aan 't einide der theekamer een groote open -haard late bouwen, die met zijn vroolijk ggvlam e geknetter de gas- ten moest verwelko^ien- en ook de diepst neersdachtige zou opmonstere. De gebakjes altijd heerlijk zoude op regedage prima zijn. Li Koo bezat ee geheim recept hem door zijm moeder nagelate, zooals hij beweerde voor ee> soort van taartjes, z66 bizonder e z66 zeldzaam broos e fijn, dat de tweelinge hem verzocht hadde die voor de regeweke te beware, als ee spScialiti de la maison. Onder de eevou- digen -naam van Rege^gebak zoude ze 't publiek worde aamgebode e zich ee plaats in hun harten e mage verovere. Mijriheer Twist voelde dat er iets typisch. Amerikaansdh in die naam stak eeivou- dig, practisch e zakelijk e grappig in tegenspraak met het luchtige, tongstreelede, bijna te verfijnde van het artikel zelve. Die dag te Los Angelo® had Li Koo ee paar ge bakjes van deze edele soorf uit de plooie van zijn gewaad te voorschijm getooverd'e ze hadde teirecht de sohaal onmiddelijk naar zijn Kant doe doorslaan. De tweelinge troffe mijnheer Twist druk in de weer met het aanmake van ee proef- vuur, om zich te overtuige dat de naard 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 33—28 32 21 39—34? 37 :28 38—32 34 :14 14 :23 35 :24 1. 2. 3. 4 5. 6. 7. 8. 21—27 26 :17 23 32 17—21 24—29 13—19 25—30 20 47! Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 661 van M. COE, Amsterdam. Zwart: 7, 8, 12, 13, 14, 17, 18,19, dam op 48. Wit: 15, 21, 25, 28, 29, 30, 34, 38, 43, 44. Zeer mooi van ontleding! Oplossingen vo6r of op Woensdag 27 Juli, Bureau van dit blad. niet rookte. De architect e hij, beide in hun hemdsmouwen, bouwde handig ee brandstapeltje van houtblokke e krulle. Er was zoo'n lawaai in de kamer van de tunmerlui, die het latwerk voor de rame spijkerde e van het geknetter van fiout, dat de aannemer e mijnheer Twist teikes weer op het vuur gooide, dat mijnheer Twist alleen uit den breeden glumlach, die des aan- nemers gezicht plotseling verhelderde toe deze zidh oinkeerde om ee niew- blok te pakken, de gevolgtrekking maakte, dat iets gee verband houdede met het werk achter zijn rug voorviel. Omkijkede ontdiekte hij de Anna's, die hem haastig, tussdhe de rommel door, trachtten te bereike. ,,Hallo!"riep hij hun vroolijk toe. Maar ze antwoordde niet. Ze schee verstoord, of ernstig gestemd in ieder geval Wat Zoude ze met mevrouw Bilton hebbe iiitgespookt?" vroeg hij zidh dadelijk af Maar al te gauw zou hij 't hoore. „We 'hebbeni mevrouw Bitlon de betrekking opgezegd", bracht Anna-Rose, hijged, ge- agiteerd uit, zoodra ze zijn oor dicht geoeg genaderd was om zidh onder al het rumoer verstaanbaar te maken. Zooals gewoonlijk bij hevige emoties, wa re haar wamge vuurrood e leke haar ooge door't contrast blauwer e schittere- der dan ooit. „We kunne't eeVoudig niet langer uit- houden," vervolgde ze, toe mijnlheer Twist haar verstomd aankeek. „En u zou't ook niet kunne," vervolgde ze nog eeS e steed® beftiger, doordat hij nog altijd niet antwoordde. „Natuurlijk niet," viel Anna-FeTicitas hoewel met ee weifelend hart op hooge toon in. „Eigenlijk is het uw sdhuld. We hadde't nog wel kunne verdrage als we haar niet ook's nachts bij ons behbefde te hebbe." mindert het inkome of het fortum van gee, die tot uitkeering verplicht is, dam kan deze venninderd worde. Van verhooging is gee sprake. Dit laatste is ee leemte gebleke. Eee zijds is het inkome van meige schuldeaar vergroot, maar ongetwijfeld zijn de befaoef- te van de rechthebbende andere geworde, te deele door veranderde voorwaarde voor het maatschappelijk leve, ten deele ook door de zeer gewijzigde waarde van het geld. •Dit heeft aanleiding gegeve tot ee weis- ontwerp tot wijziging van art. 281 e eeige andere artikele, die een daarmee overee- koinstig gebied bestrijke. Er moet n.l. ook gelegenheid zijn om de eeret bepaalde uitkee ring te verhooge, wanneer de staat van de uitkeeringsplietige die hoogere uitkeering toelaat e de beboefte der andere partij dit eischt. Beide voorwaarde moete same- gaane de rechter zal dus, als herzieing wordt aangevraagdl, moete nagaan, of hij bij de echtscheiding, wanneer toe de omstan- dighede z66 ware geweest, als ze nu zijn, ee hoogere uitkeering zou hebbe toegeked. Niet elke vermecrdering van fortuin zal dus tot ee hoogere uitkeering aanleiding behoe- ven te geve; dat zal allee daar het geval zijn, als de beboefte van de eischede partij ook werkelijk groote zijn, dan bij de eerste vaststelling het geval was. Dat is in't kort in boofdzaak de iiiihoud van het wetje ter her zieing van art. 281 B. W. Ee andere zaak is de kwestie van het aan- gaan van ee niew huwelijfc tussche de ge- scheide echtgeoote. Art. 90 B. W. bepaalt, dat tussche perso- ne. wie huwelijk om welke rede ook, door echtscheiding is ontbonde, nimmer ee nieuw huwenjk mag plaats hebbe. 'Die bepaling its wel ee beetje ciraconiscfa, in elk geval te streg. Het is toch iimmera mo- gelijk, dat na de echtscheiding, het berouw optreedt ove het in drift of overij'ling geo- me besluit om de band te vebreke; net is evezeer mogelijk, dat de grieven, die tot ver- vreeidmg van aiau en vrouw aanleiding ga ve, ophoude te bestaan of zelfij blijke lang niet zoo eg te zijn geweest, a's aanvankelijk schee. De mogelijkheid1 van hertrouwe voor- fcomt bovedie onwettig sameleve de ge- scheidee. Op deze overweging is het wetsontwerp ge- baseed, tot „Beperking van het vebod van hertrouwe, gelegen in art. 90 van het Bur- gerlijk wetboek." Dat wetsontwerp wil echte de heeeniging tot ^enmaal bepeken. Wie eeret trouwt, daar- na scheiding laat gaan, late hertrouwt met de vroegere echtgeoot e dan wee tot scheiding komt, maakt van. het huwelijk ee spellet je of toont, dat het beouw ove de aan- vankelijke scheiding, niet diep geworteld1 was. Ook wordt ee nieuwe verbintenis van de ge- scheide echtgeoote eeret na ee jaar na de scheiding mogelijk. Door ee nieuw huwelijk 'tussche de beide gewezen echtgeoote zulle volges het wetsontwerp alle vroegere vennogeiisrechte- lijke verhoudinge herleve. Dat zal o.a. het geval zijn met vroeger gestelde huwelijks- voorwaarde. Het zou andere mogelijk zijn, dat de scheiding sleebts was aangevraagd om aan knellede bepalinge, waarvan het gewicht eerst late wed ingezien, te ontko- fflat. Maar <je verplicfctlnge, <Se in dec* de scheiding zijn aanvaard blijven v£.i kradit. Overiges moete bij ee niew huwelijk de gescheideen, alle fonnaliteite in acht worde geomen, alaoi het ee geheel niew huwelijk gold. De kindere uit hef eerste huwelijk worde echte gee voor- of stiefkindee in de zin de wet En alles wat tijdens h^t eerste huwe lijk bepaald of uitgesproke was aangaande de uitoefening van de oudelijke macht blijft van kracht. De vade of de moede, of beide die uit de oudelijke madht ontzet of daar van ontheve ware, blijve dat, totdat op wettige wijze die macht hereteld is. Het wetsontwerp is in behandeling, in zoo verre, dat e Voorloopig Veralag ove is uit- gebracht. Het spreefct vanzelf, dat bij' ee zoo tee on- derwerp als echtscheiding de meeningen zee uiteeliepe e vele wcinig voelde voor de wensch van andere om ee algemeee he- zieing de bepalinge omtret echtschei ding te bevordere. Sommigen vreesde zelfs, dat de nu voorgestelde wijziginge de edit- scheidinge talrijke zoude doe worde. Sommige vedediges van het ontwerp be- treurde net echter, dat wel ee verbod was opgeome om ten dede male te huwen, maar niet om te tweede male te scheide Wie na scheiding hertrouwen, bewijzen, dat de scheiding niet op redelijke gronde heeft plaats gehad'; maar dan moete zij, volgens deze kamerlede, ook niet in de gelegenheid worde gesteld om nog eens onredelijk te han dele. De vraag werd gesteld, of niet nog ee an dere bepaling moest worden opgeome, dia gericht is tege al te wispeltunge mensche; net was de vraag of ee nernieuwd eerste hu welijk geoorloofd zou zijn, als na de schei ding ee huwelijk met dede zou zijn aange- gaan, dat ook alWeer ontbonde was. Op die wijze zoude allerlei netelige vrage kunne ontstaan ove huwelij'ksgoedeeredit. Dat e ekele ware, die zelfs voor ee derde huwelijk ware na ee tweede schei ding, volgt al uit het bovenvermelde. En dat e tege ee zoo lichtvaardig spel bedefcin- ge wede geopped, ligt voor de hand. Zoove wij wete is de Memorie van Ant- woord nog niet verschee. XXX. Belijn, midde Juli. Kunstzinnig Belijn brengt op't oogenblik hulde aan de groote Hollandsche kunste- naar, die aan de spits de expressionistische beweging stand: Vincet van Gogh. In 't vroegere kroonprinselijk paleis, de tnodeme qfdeeling van de „Nationalgaleie", waar reeds eeige maande de tetoonstelling van jonge Hollandsche kunst plaats vond, heeft me nu ees alles bijeegebracht, wat e van de weke van de beoemde voorganger van de nieuwe schilderkunst te vinde was in het Berlijnsche partieliee bezit. Deze tentoonstelling verwierf des te leye- diger bijval, omdat de National-galerie e dat is ee groote leemte gee enkel werk van Gogh bezit. Hoe dat mogelijk is? Nu, dat houdt nauw verband met de poiltieke toe- stande in Duitschland. Onder't oude regieme was het cmmogelijfc om werk van de groote Hollander in de Galerie onder te brege, omdat de antipa- thie van den keizer tege al het „moderne" onoverwinlijk was, e de keiker zelf zich de toestemming tot 't doe van niewe aankoo- pe voorbehoude had. Me herinnert zich nu met ergernis een geval, dat zich 15 jaar gelede afspeelde. Destijds wede aan de Nationalgaleie 6 uitgekoze schilderetukke van van Oogh aangebode „voor ee appel en ee ei" zij moeste tezame 18000 Mrk opbregen! Maar er kwam niets van. Want er was niemand, die het durfde wage', de keizer ook maar om zijn instemming te vra ge Na de revolutie echter was er gee geld voorhande, om schilderije van de meester machtig te worde, daar de prijs er van in- tussche geweldig .was gestege. Zoo komt het, dat van Oogh tot nu toe in onze Staats- collectie werkelijk niet vertegewoordigd is. Wat de Staat verzuimde, heretelde ge- lukkig de particuliere kunstliefhebbere e -verzamelaars Wij zie nu met vregde wat zij in onze stad vast legde. De gehede ont- wikkeling van van Gogh is in deze tentoon stelling door voortreffelijke voorbeelde te volgen, en de macht zijner pereoonlijkheid komt op grootsche wijze tot uiting. Steeds opniew staat me er over verbaasd/ welk ee „Kom eens mee naar buiten," verzocht mijnheer Twist, he voorgaande naar de verandadeur. Gehoorzaam volgde ze hem; Anna-Rose bevende van opwinding, Anna-Felicitas be- zig' zich zelf wijs te make, dat ze veratan- dig e rechtmatijg gehandeld hadde. Met in iedere hand ee blok, sfond de aannemer he glimlached na te kij'ke. Er was iets aan de Twinklers dat zijn hart vct- heugde, teikes als hij he te zie kreeg. Hij en zijn collega-experts hadde 't zeer be- treurd, dat ze, door mevrouw Bilton's komst, de zoo plezierig aangeknoopte vriedschap niet verder hadde kunne ontwikkelen e duidde he^ op hun wandeling naar huis, met familiare geegenheid aan als „het le ke stelletje". "Ln nu, begon mijnheer Twist, nadat hij krege u nooit meer te zie1 ,de Annas door de veranda naar het einde van de tain had gebracht, „wil jullie me ze ker wel ees precies vertelle wat je gedaan hebt." ,,U moest eerder vrage wat mevrouw Bilton igedaan had," antwoordde Anna-Fe- licitas, zich in haar voile lengte oprichtede. 't Speet haar, dat Christoffel s zeuwachtig- heid veel afbreuk deed aan haar waardig- heid. „Ik kan me wel ongeveer voorstelle wat ze gedaan heeft," yerzakerde 'haar mijnheer Twist. _„Neerr, dat kunt u niet dat kunt u niet!" barstte Anna-Rose los. „Dat kan nie mand dat zou gee stervfeling kunne die niet dag e nacht met haar same is nfe- weest!" „Ze is eenvoudig zichzelf, mevrouw Bil- ton> geweest", veronderde mijnheer Twi^t, ee siigaret aanstekende om zich ee air van kalimte te geve. „Juist," stesnde Anna-Felicitas toe. „Dns zal't ook niet kunne verwondere, dat wij eevoudig Twinklers zijn geweest. „0 hemel," steunde mijnheer Twist on danks zijn sigaret. „0, hemel!" „We hebbe mevrouw Bilton de betrek king opgezegd", vervolgde Anna-Feliritaa, met ee pleditig gebaar, „omdat we tot on ze spijt ondervonde hebben, dat we niet bij elkaar passe." „Is het tot haar doorgedronge, dat jullie haar ihaar cong^ gaven?" vroeg niijnheer Twist; zich inspannede om kalm te bl'ijvm. „We hebbe't haar geschreve." „En heeft ze't geleze?" „We gave haar't briefje in de hand, e zijn toe weggevloge om haar gelegenheid te geve, het rustig in zich op te nemie. U had ons ook niet zoo altijd met haar allee moete late," barstte Anna-Rose opnieuw los. t Was verkeerd van u wreed we Het ons maar dag e nacht aan ons lot over we konde maar altijd naar haar luisteren naar haar gepraat e naar haar gelees „Zou u 't prettig vinden, om, terwijl u rich uitkleedde,_ al maar door voorgeleze te wor de door iemand, die daar maar rustig met haar kleere aan zit? We konde nooit, nooit ee1 mond ope doe. Ze ging tweemaal daagis de velde of't bosch met ons in om ee luchtje te scheppe e bracht ons dan weer naar huis net of we babies in ee kin- derwage ware of sohape of koeie, of gevangeen, die ze bang was te late ont- snappe. Dag noch nacht hebbe we ooit ee minuut voor onszelf gehad! We hebbe nooit zelf ees kunne pratenze heeft nooit door iets getoond, dat ze ons als volwasse mesche beschouwde. Altijd, van 's mor- afes vroeg, tot's avonds laat, zijn we ach- tervolgd, bewaakt e toegepraat o o, 't is vreesetijk geweest! Meer dan ver- sdhrikkelijk! Altijd maar stommetje te spele je spraakvermoge misse, beelemaal te vedieze (Wordt vervolgdl).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5