Alkmas/selie Courant
De Amsferdamsche week.
DamrQbrieb.
Brleven nit Berlfln.
Hondsrd Oris en Twintigste Jaargang.
Zaterdag 23 Juli.
F e n i 11 e t o n.
Christoffel en Columbus
m*. iro.
LXXXII.
De Amsterdamsche Waterlelding.
Eene tustorische inleiding.
De regen, blijft uit; de warmte duurt voort,
en* dies vind ik vrijheid om mijne lezers nog
eens lastig te vallen giet ee water-praatje.
Ditaiaal wil ik iets meedeele omtrent de
Amsterdamsche Waterleiding; de wijze dus
waarop wij, hoofdstedelinge, van drinkwa-
ter word en voorzien. Men zal begrijpen dat
hieraan, aan die voorziening, voor eene stad
van 7OO.O0O inwoners, nogal.wat vast zit.
En ik doe dit aan de hand van eene voor-
dracht van een: bij uitstek deskundige, den
heer H. Swagerman, hoofd-inspecteur van
de Gemeentewaterleiding, welke voordracht
kortgeleden gebouden is op de Tentoonstel-
ling voor Woninginrichting, en waarop toen,
jammer genoeg, niet voldoende aandacht is
gevallen. Tevens zal ik er dan nog iets uit
eigen hoofde aan toevoegen.
Vroeger was de watervoorziening van de
hoofdstad uiterst gebrekkig zooals nu
nog ten platten lande; zij was eenvoudig
overgelaten aan den regenval. In tijden van
droogte, zooals wij nu beleven, was men
aangewezen op bet water van de Vecht, dat
met schuiten werd; aangevoerd en verkocht
tege prijzen, welke stegen n a annate* het
wa'tergebrek nijpender werd. Het verhaal
gaat zelfs dat, indie de vraag hi te groot
was, en de Vechtwatervoorraad in de schuit
dreigde uitgeput te rake, bet tekort eenvou
dig werd aangevuld door verwijdering van
de stop uit het bodemgat, tengevolge waar-
van de laatkomers op gracht- in plaats van
op. Vechtwater werden onthaald.
Het was) in het jaar 1846 dat door den
Gep. Majoor der Genie C. D. Vaillant een
ontwerp werd gemaakt om Amsterdam van
duinwater te voorzien. Een door hem aange-
vraagde concessie werd in 1849 door het ue-
meetebestuur verleend, maar de voorzich-
tige Hollandsche geldmanne van die dagen
achtten de zaak blijkbaar niet levensvatbaar
en waagden er hun kapitaal niet aan. De
bekende dichter en prozaschrijver Mr. Jacob
van Lennep heeft toen den stoot gegeven
voor dei verwezenlijking. Het gevolg van zijn
ingrijpen was dat, ondanks alle tegenwer-
king, zij het dan ook met behulp van En-
gelsch kapitaal, bij acte van 11 Juli 1851,
de Duinwatermaaischappij werd opgericht,
bij welke maatschappij de concessie-Vaillant
werd ingebracht.
In hetzelfde jaar, en wel den1 11 den No
vember!, werd door den Prins van Oranje de
eerste spade in den duingrond gestoken, ter
plaatse waar zich thans de naar deze ge-
beurtenis genoemde Oranje-kom bevindt, en
daarmede werd bet werk der watervoorzie
ning van de hoofdstad aangevangen.
-Het werk werd met voOrtvarendheid aan-
gepakt en reeds in het voorjaar van 1853
waren pompstation en transportleiding in
zooverre gereed, dat de Amsterdammers,
daartoe bij duizenden opgekomen, genieten
konden van den aanblik der springfontein,
opgesteld aan de Willems-, thans beter be-
kend als de Haarlemmerpoort.
In den drogen winter van 1853 op '54
werd bij deze fontein het duinwater verkrijg-
baar gesteld tegen 1 cent per enkner onder
bedjng, dat gelijktijdig niet meer dan twee
emmers aan een afnemer mocht worden1 ver-
strekt. Ook toen wist men dus reeds wat
rantsoeneeren beteekent. Deze maatregel
was echter vermoedelijk genomen om weder-
verkoop te voorkomen en de waterverstrek-
kmg zelve bedoeld als eene reclame voor de
zaak.
Op 1 Mei 1854 was het leggen der stads-
buizen voldoende gevorderd, zoodat met het
aansluiten der perceelen1 kon worden1 aange
vangen. Het aantal abonnementen bedroeg
op die datum niet meer of minder dan 8
staks!
■Na een betrekkelij-k kort tijdperk
aangemcrist de met-roorzieire, otatengewoc®-
snelle uitbreiding onzer stad en de toenc-
mende hoogbouw, welke het bedxijf eischen
stelden, waaraan het niet of althans niet
volkomen kon voldoen.
En hiennede trad voor de Amsterdam
mers een tijdperk in, waarin z» aan den
lijve gevoelden wat „behelpen beteekent.
Wie niet een benedenhuis of eerste verdieping
bewoonde, kon zijn keu-kenkraan meer als
keukenversiering dan wel als een gebruiks-
voorwerp beschouwen. Allee des nachts
was tengevolge van het venninderd gebruik
de druk zoodanig, dat er ook op de bovenste
verdiepingen water te verkrijgen was.
Het „regende" in die dagen zoowel inge-
zonden stukken als spotprenten in de cou
ranten en veelVuldig waren ook de klachten
die recbtstreeks aan de Directie werden ge-
richt.
Ziehier een Btaaltje van poetische critiek:
De burger die een woning vond,
Hoog boven den beganen grond,
Die merkt alleen nog aan de kraan,
Dat er een leiding moet bestaan.
De Vechtstroom kwam er later bij,
Toen dacht met recht de burgerij
Zoo gaat ie goed, zoo gaat ie goed!
Nu komt er zat in overvloed!
Ach, dit is geenszins het geval,
Getuigen, klachten zonder tal
En menig mist bij 't ongemak
Zijn goeden, ouden regenbak.
Dat het intusschen, ondanks alles, ook
niet aan waardeering ontbrak, blijkt uit het
volgende. in -Schoolmeestertrant vervaardig-
de gedicnt:
Het is zeker en gewis
Dat de Waterleiding een zeer nuttig zaafcje is
Want v66r 40 jaar bepaald
Werd er 30 cents voor twee emmers water
betaald
En hoe was het dan nog; ja't was om te
beven!
Door een microscoop gezien, was het vol
leven.
Ofschoon men nu, volgens zeggen, soms een
bloedzuiger vangt
Zulks is te veihelpen, als men een filtreertje
aan't kraantje hangt;
Daarom roep ik gerust, met Amstel's burgerij
Veel heil en geluk aan de Duinwater-
Maatschappij.
De bekende Dr. E. Laurillard zond aan de
Directie zijn visitekaartje met de min of meer
sarcastische opmerking: „Dr. E. Laurillard
merict meer regelmaat op in het presenteeren
der kwitanties, dan in de levering van
water."
Toch, het moet het dOrstig Amsterdam
ter eere worden nagegeven,) over't algemeen
werd de waternood met filosofische berus-
ting aanvaard en menig huismoedertje of-
ferde een uurtje van haar nachtrust op om,
van den hoog
het voor de
van
grooten bloei, begon de Duinwater-Maat-
scnappij echter te kwijnen, wat ten slotte I 7al it
leidde tot haar vdrdwijning. Als een der
hoofdoorzaken daarvan dienit wel te worden
;eren nachtdruk profiteered,
luishoudling benoodigde water
te gare. Vanwege de Maatschappij werde
in de trapportalen, tapkranen, z.g. hulpkra-
nen, aangebracht, zelfs werden op de inmid-
dels voltooide Vechtwaterleiding, enkele
aansluitingen gemaakt met de bedoeling om,
door het Vechtwater als werkwater beschik-
baar te stellen, het duinwaterverbruik te ont-
laslen, doch al deze maatregel en bleken te
slotte onvoldoede lapmiddele te zijn, e
het eind was, dat het Gemeetebestuur -de
Maatschappij te opzichte van de naleving
harer concessie-voorwaarde in gebreke stel-
de, en het bedrijf met ingang van 1 Januari
1896 overnam. Het laat zich begrijpe, dat
de Gemeete vanaf dit tijdstip er ernstig
naar streefde om nu zelf te bereiken wat zij
tevergeefs van haar concessionaris gevor-
derd had, n.l. een goede watervoorzieing.
Hoe zij dat bereikte vertel ik een volgede
maal. Voorshands zij alleeni meegedeeld, dat
aan de H-aarlemmerweg eto pompstation
werd gebouwd, eeo ringleiding om de stad
gelegd ter #rkrijging van ee betere drink-
verdeeling in het buizennet, e de diepwater-
winning in het duin ter hand genome. De
ze werke hadde tegevolge dat sinds 1903
en toevoer fen druk zoodanig verbeterd zijn
dat de waterlevering ook op de boveste
woonverdiepinge verzekerd is. Zelfs in de
ze heete tijd nu er zooveel wate verbruikt
e ook vee! vermorst wordt. Over de onver-
antwoordelijke wijze waarop vele Amster-
I dammers met het kostelijke nat omspringe
zal ik de volgede maal frapante cijfers
geve!
WAGENAAR Jr.
Aan de Dammers 1
Met dank voor de ontvange oplossinge
van probleem 660 (auteur Kleute).
Stand:
Zwart: 1, 2, 3, 7, 9, 12, 20, 39.
Wit: 18, 19, 23, 26, 28, 31, 33, 36, 44.
Op 1 osaingi
1 39:50
2. 50:13
3. 20:18
4 7 16
5. 16:27
1.
2.
3.
4.
5.
6.
33-29
29—24!
19 17
17—11
26-21
31 4!
Goede oplossinge ontvingen wit van de
heerenW Blokdijk, P. Dekker e D. Gerling
te Alkmaar.
UIT DE PARTIJ.
De volgede stande zijn uit partijea In
wedstrijden in den Haag gespeeld:
Uit ©Kje
Zwart: 3, 6, 9, 11, 13/19, 23, 24.
Wit: 25/28, 32, 33, 35, 38, 41/45.
In dezen stand dreigt van zwart
17—22,
11 31, 23—28, 13—18 e 19 46. Wit speelt
dan ook: 9
1. 44—39 1. 14—20?
2. 25 14 2. 9 20
3. 24 35
4. 23:34
5. 35 24
6 16 27
3.
4.
5.
6.
7.
25 14
35—30
33—29
39 :30
27—21
32 25!
Echtscheullngszaken.
Dat echtscheiding ee veel vaker voorko-
mend verschijasel is geworden, dan het jare
gelede was, zal wel niet betwat worde. Het
is hier niet de plaats om dat verschijnsel te
beschouwe e echtscheiding af te keure of
te verdedige, of wel ee vendaxing ie zoeke
voor de zaak, waarom bet gaat.
Maar er zijn gevolge van de echtscheiding,
die herzieing behoeve, ook al, omdat de be-
palinge, die het burgeriiik wetboek daarom-
tret bevat, zijn vastgesteld in ee tijdl, toe
de omstanaighede anders ware.
Daar is allereerst de uitkeering, die de eee
partij bij scheiding aan de andere zal hebbe
te doe.
Art. 280 B. W. bepaalt, dat de ecfatgenoot
op wiens (wier) verzoek de echtscheiding
wordt uitgesproken, bij: gee geoegkame in-
komsten redht heeft op ee uitkeering, te laa-
te van ide andere partij, door de reditbank te
bepale.
Art. 281 B. W. schrijft dan voor, dat bij de
vaststelling van die uitkeering, reikeing zal
moete worde gehoude met de staat e
het fortuin van de tot uitkeering verplichte.
Natuurlijk wordt er bij in aanmeridng geno
men de beboefte van de andere partij. Ver-
Van de wit-speler, de heer J. J. Kem-
mers, mooi gezien.
In de partij tusschen de heere A. e J. Ja
cobs kwam deze stand voor:
Zwart: 2, 3, 6/9, 11, 13, 15, 16, 19, 20,
23/26
Wit: 22, 31, 32, 33, 35/43, 45, 46, 48.
Zwart speelt 16—21. Wit kan de schijf-
winst door 3228 niet neme wegens 2430
en 20 49
Wit speelt na 16—21,
60)
door de schrijfster van
Elisabeth and her German Garde"
XXVIII.
In de kalmste aller gemoedsstemminge
svond mijnheer Twist zich in't vertrek dat
ais theekamer was aangeweze. 't Lag vol
met mer e daar verspreide artikele, van
aiie^Kanten werd getimmerd e opgehange,
fiinho f on.^er deze ongunstige omstan-
-imil' 1 iedereen' z'e hoe 'n allergezel-
nnC het zou zijn.
-rnoUff h pe.n Armen" wilde ee speciaal ge-
d w l worden voor de regendagen,
w °P'Se dagen in de winter, wan-neer
f111 stuk door g661,
f Lotoligaste teeinde raad wer-
it'begm?en en bereid o® a"es, let-
Iwrft Sf<3an te g"lPen' dai hen- ees een
LI ?aar?fes^'c 8-edruip van den re-
g n a-ngs de ruiten kon doe vergete.. Brid-
dfnWa\ ^oost'm ze speeldeni het
dan ook van 't ontbijt tot 't naar-bed-gaan
maar op den vierde of vijfden dag werde
ze al tureluursch van 't indelooze zitte.
e waren moe van't rondhange, draaierie"
van yerveling; al hun aangebore vriende-
ujkhead lret hun in de steek; ze wed em
norsch en prikkelbaar. Zelfs als ze wonne,
ware ze kwaad e alls ze verloren-, was er
gee land met hem te bezeifem. Als ze voor-
uit geweten hadde dat het om deze tijd
zink slecht wee 2bu worde in Califoirnie,
hadden ze wel gezorgd e niet te zijn, maar
]e wist mooit precies wannear de regetijd
mviel, en< meer dan eens b'leef het schittered
mooi weed tot na Kerstmis. En hoe schitte-
remd! Ee paradijs van goude licht
e
Ikoesteede warmte, terwijl je vrienden in't
Ooste met ijzige smeeuwstorme te worste-
le hadde.
Nu wilde mijnh. Twist die arme rege-
slacfatoffers ee. aamtrekkelijke ondebreking
in hun lange namiddage verschaffe. Hij
zou hun te hulp kome, e fl-ink e vl'ug,
waar't Op zakelijk handele -aankwam, nam
hij zidh voor, te zarge dat die rampzalige
stervelinge gedurede het slechte weer
's middaigs geregeld in „De Ope Arme"
zouden kunnem tneedrinke. Met vooruitzie-
de blik had hij ee overdekte toegang. la
te maken1, waardoor me zonder eem drup-
pel rege te voele, van zijn auto in zijn huis
kon kome, e aan 't einide der theekamer
een groote open -haard late bouwen, die
met zijn vroolijk ggvlam e geknetter de gas-
ten moest verwelko^ien- en ook de diepst
neersdachtige zou opmonstere. De gebakjes
altijd heerlijk zoude op regedage
prima zijn. Li Koo bezat ee geheim recept
hem door zijm moeder nagelate, zooals
hij beweerde voor ee> soort van taartjes,
z66 bizonder e z66 zeldzaam broos e fijn,
dat de tweelinge hem verzocht hadde die
voor de regeweke te beware, als ee
spScialiti de la maison. Onder de eevou-
digen -naam van Rege^gebak zoude ze 't
publiek worde aamgebode e zich ee
plaats in hun harten e mage verovere.
Mijriheer Twist voelde dat er iets typisch.
Amerikaansdh in die naam stak eeivou-
dig, practisch e zakelijk e grappig in
tegenspraak met het luchtige, tongstreelede,
bijna te verfijnde van het artikel zelve. Die
dag te Los Angelo® had Li Koo ee paar ge
bakjes van deze edele soorf uit de plooie
van zijn gewaad te voorschijm getooverd'e
ze hadde teirecht de sohaal onmiddelijk
naar zijn Kant doe doorslaan.
De tweelinge troffe mijnheer Twist druk
in de weer met het aanmake van ee proef-
vuur, om zich te overtuige dat de naard
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
33—28
32 21
39—34?
37 :28
38—32
34 :14
14 :23
35 :24
1.
2.
3.
4
5.
6.
7.
8.
21—27
26 :17
23 32
17—21
24—29
13—19
25—30
20 47!
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 661
van M. COE, Amsterdam.
Zwart: 7, 8, 12, 13, 14, 17, 18,19, dam
op 48.
Wit: 15, 21, 25, 28, 29, 30, 34, 38, 43, 44.
Zeer mooi van ontleding!
Oplossingen vo6r of op Woensdag 27 Juli,
Bureau van dit blad.
niet rookte. De architect e hij, beide in
hun hemdsmouwen, bouwde handig ee
brandstapeltje van houtblokke e krulle.
Er was zoo'n lawaai in de kamer van de
tunmerlui, die het latwerk voor de rame
spijkerde e van het geknetter van fiout,
dat de aannemer e mijnheer Twist teikes
weer op het vuur gooide, dat mijnheer Twist
alleen uit den breeden glumlach, die des aan-
nemers gezicht plotseling verhelderde toe
deze zidh oinkeerde om ee niew- blok te
pakken, de gevolgtrekking maakte, dat iets
gee verband houdede met het werk
achter zijn rug voorviel.
Omkijkede ontdiekte hij de Anna's, die
hem haastig, tussdhe de rommel door,
trachtten te bereike.
,,Hallo!"riep hij hun vroolijk toe.
Maar ze antwoordde niet. Ze schee
verstoord, of ernstig gestemd in ieder geval
Wat Zoude ze met mevrouw Bilton hebbe
iiitgespookt?" vroeg hij zidh dadelijk af
Maar al te gauw zou hij 't hoore.
„We 'hebbeni mevrouw Bitlon de betrekking
opgezegd", bracht Anna-Rose, hijged, ge-
agiteerd uit, zoodra ze zijn oor dicht geoeg
genaderd was om zidh onder al het rumoer
verstaanbaar te maken.
Zooals gewoonlijk bij hevige emoties, wa
re haar wamge vuurrood e leke haar
ooge door't contrast blauwer e schittere-
der dan ooit.
„We kunne't eeVoudig niet langer uit-
houden," vervolgde ze, toe mijnlheer Twist
haar verstomd aankeek.
„En u zou't ook niet kunne," vervolgde
ze nog eeS e steed® beftiger, doordat hij
nog altijd niet antwoordde.
„Natuurlijk niet," viel Anna-FeTicitas
hoewel met ee weifelend hart op hooge
toon in. „Eigenlijk is het uw sdhuld. We
hadde't nog wel kunne verdrage als we
haar niet ook's nachts bij ons behbefde
te hebbe."
mindert het inkome of het fortum van
gee, die tot uitkeering verplicht is, dam kan
deze venninderd worde. Van verhooging
is gee sprake.
Dit laatste is ee leemte gebleke. Eee
zijds is het inkome van meige schuldeaar
vergroot, maar ongetwijfeld zijn de befaoef-
te van de rechthebbende andere geworde,
te deele door veranderde voorwaarde voor
het maatschappelijk leve, ten deele ook door
de zeer gewijzigde waarde van het geld.
•Dit heeft aanleiding gegeve tot ee weis-
ontwerp tot wijziging van art. 281 e eeige
andere artikele, die een daarmee overee-
koinstig gebied bestrijke. Er moet n.l. ook
gelegenheid zijn om de eeret bepaalde uitkee
ring te verhooge, wanneer de staat van de
uitkeeringsplietige die hoogere uitkeering
toelaat e de beboefte der andere partij dit
eischt. Beide voorwaarde moete same-
gaane de rechter zal dus, als herzieing
wordt aangevraagdl, moete nagaan, of hij bij
de echtscheiding, wanneer toe de omstan-
dighede z66 ware geweest, als ze nu zijn,
ee hoogere uitkeering zou hebbe toegeked.
Niet elke vermecrdering van fortuin zal dus
tot ee hoogere uitkeering aanleiding behoe-
ven te geve; dat zal allee daar het geval
zijn, als de beboefte van de eischede partij
ook werkelijk groote zijn, dan bij de eerste
vaststelling het geval was. Dat is in't kort in
boofdzaak de iiiihoud van het wetje ter her
zieing van art. 281 B. W.
Ee andere zaak is de kwestie van het aan-
gaan van ee niew huwelijfc tussche de ge-
scheide echtgeoote.
Art. 90 B. W. bepaalt, dat tussche perso-
ne. wie huwelijk om welke rede ook, door
echtscheiding is ontbonde, nimmer ee
nieuw huwenjk mag plaats hebbe.
'Die bepaling its wel ee beetje ciraconiscfa,
in elk geval te streg. Het is toch iimmera mo-
gelijk, dat na de echtscheiding, het berouw
optreedt ove het in drift of overij'ling geo-
me besluit om de band te vebreke; net is
evezeer mogelijk, dat de grieven, die tot ver-
vreeidmg van aiau en vrouw aanleiding ga
ve, ophoude te bestaan of zelfij blijke lang
niet zoo eg te zijn geweest, a's aanvankelijk
schee. De mogelijkheid1 van hertrouwe voor-
fcomt bovedie onwettig sameleve de ge-
scheidee.
Op deze overweging is het wetsontwerp ge-
baseed, tot „Beperking van het vebod van
hertrouwe, gelegen in art. 90 van het Bur-
gerlijk wetboek."
Dat wetsontwerp wil echte de heeeniging
tot ^enmaal bepeken. Wie eeret trouwt, daar-
na scheiding laat gaan, late hertrouwt met
de vroegere echtgeoot e dan wee tot
scheiding komt, maakt van. het huwelijk ee
spellet je of toont, dat het beouw ove de aan-
vankelijke scheiding, niet diep geworteld1 was.
Ook wordt ee nieuwe verbintenis van de ge-
scheide echtgeoote eeret na ee jaar na de
scheiding mogelijk.
Door ee nieuw huwelijk 'tussche de beide
gewezen echtgeoote zulle volges het
wetsontwerp alle vroegere vennogeiisrechte-
lijke verhoudinge herleve. Dat zal o.a. het
geval zijn met vroeger gestelde huwelijks-
voorwaarde. Het zou andere mogelijk zijn,
dat de scheiding sleebts was aangevraagd
om aan knellede bepalinge, waarvan het
gewicht eerst late wed ingezien, te ontko-
fflat. Maar <je verplicfctlnge, <Se in dec*
de scheiding zijn aanvaard blijven v£.i
kradit.
Overiges moete bij ee niew huwelijk
de gescheideen, alle fonnaliteite in acht
worde geomen, alaoi het ee geheel niew
huwelijk gold.
De kindere uit hef eerste huwelijk worde
echte gee voor- of stiefkindee in de zin
de wet En alles wat tijdens h^t eerste huwe
lijk bepaald of uitgesproke was aangaande
de uitoefening van de oudelijke macht blijft
van kracht. De vade of de moede, of beide
die uit de oudelijke madht ontzet of daar
van ontheve ware, blijve dat, totdat op
wettige wijze die macht hereteld is.
Het wetsontwerp is in behandeling, in zoo
verre, dat e Voorloopig Veralag ove is uit-
gebracht.
Het spreefct vanzelf, dat bij' ee zoo tee on-
derwerp als echtscheiding de meeningen zee
uiteeliepe e vele wcinig voelde voor de
wensch van andere om ee algemeee he-
zieing de bepalinge omtret echtschei
ding te bevordere. Sommigen vreesde zelfs,
dat de nu voorgestelde wijziginge de edit-
scheidinge talrijke zoude doe worde.
Sommige vedediges van het ontwerp be-
treurde net echter, dat wel ee verbod was
opgeome om ten dede male te huwen,
maar niet om te tweede male te scheide
Wie na scheiding hertrouwen, bewijzen, dat
de scheiding niet op redelijke gronde heeft
plaats gehad'; maar dan moete zij, volgens
deze kamerlede, ook niet in de gelegenheid
worde gesteld om nog eens onredelijk te han
dele.
De vraag werd gesteld, of niet nog ee an
dere bepaling moest worden opgeome, dia
gericht is tege al te wispeltunge mensche;
net was de vraag of ee nernieuwd eerste hu
welijk geoorloofd zou zijn, als na de schei
ding ee huwelijk met dede zou zijn aange-
gaan, dat ook alWeer ontbonde was. Op die
wijze zoude allerlei netelige vrage kunne
ontstaan ove huwelij'ksgoedeeredit.
Dat e ekele ware, die zelfs voor ee
derde huwelijk ware na ee tweede schei
ding, volgt al uit het bovenvermelde. En dat
e tege ee zoo lichtvaardig spel bedefcin-
ge wede geopped, ligt voor de hand.
Zoove wij wete is de Memorie van Ant-
woord nog niet verschee.
XXX.
Belijn, midde Juli.
Kunstzinnig Belijn brengt op't oogenblik
hulde aan de groote Hollandsche kunste-
naar, die aan de spits de expressionistische
beweging stand: Vincet van Gogh. In 't
vroegere kroonprinselijk paleis, de tnodeme
qfdeeling van de „Nationalgaleie", waar
reeds eeige maande de tetoonstelling van
jonge Hollandsche kunst plaats vond, heeft
me nu ees alles bijeegebracht, wat e van
de weke van de beoemde voorganger
van de nieuwe schilderkunst te vinde was
in het Berlijnsche partieliee bezit.
Deze tentoonstelling verwierf des te leye-
diger bijval, omdat de National-galerie e
dat is ee groote leemte gee enkel werk
van Gogh bezit. Hoe dat mogelijk is? Nu,
dat houdt nauw verband met de poiltieke toe-
stande in Duitschland.
Onder't oude regieme was het cmmogelijfc
om werk van de groote Hollander in de
Galerie onder te brege, omdat de antipa-
thie van den keizer tege al het „moderne"
onoverwinlijk was, e de keiker zelf zich de
toestemming tot 't doe van niewe aankoo-
pe voorbehoude had. Me herinnert zich
nu met ergernis een geval, dat zich 15 jaar
gelede afspeelde. Destijds wede aan de
Nationalgaleie 6 uitgekoze schilderetukke
van van Oogh aangebode „voor ee appel
en ee ei" zij moeste tezame 18000 Mrk
opbregen! Maar er kwam niets van. Want
er was niemand, die het durfde wage', de
keizer ook maar om zijn instemming te vra
ge Na de revolutie echter was er gee geld
voorhande, om schilderije van de meester
machtig te worde, daar de prijs er van in-
tussche geweldig .was gestege. Zoo komt
het, dat van Oogh tot nu toe in onze Staats-
collectie werkelijk niet vertegewoordigd is.
Wat de Staat verzuimde, heretelde ge-
lukkig de particuliere kunstliefhebbere e
-verzamelaars Wij zie nu met vregde wat
zij in onze stad vast legde. De gehede ont-
wikkeling van van Gogh is in deze tentoon
stelling door voortreffelijke voorbeelde te
volgen, en de macht zijner pereoonlijkheid
komt op grootsche wijze tot uiting. Steeds
opniew staat me er over verbaasd/ welk ee
„Kom eens mee naar buiten," verzocht
mijnheer Twist, he voorgaande naar de
verandadeur.
Gehoorzaam volgde ze hem; Anna-Rose
bevende van opwinding, Anna-Felicitas be-
zig' zich zelf wijs te make, dat ze veratan-
dig e rechtmatijg gehandeld hadde.
Met in iedere hand ee blok, sfond de
aannemer he glimlached na te kij'ke. Er
was iets aan de Twinklers dat zijn hart vct-
heugde, teikes als hij he te zie kreeg. Hij
en zijn collega-experts hadde 't zeer be-
treurd, dat ze, door mevrouw Bilton's komst,
de zoo plezierig aangeknoopte vriedschap
niet verder hadde kunne ontwikkelen e
duidde he^ op hun wandeling naar huis,
met familiare geegenheid aan als „het le
ke stelletje".
"Ln nu, begon mijnheer Twist, nadat hij krege u nooit meer te zie1
,de Annas door de veranda naar het einde
van de tain had gebracht, „wil jullie me ze
ker wel ees precies vertelle wat je gedaan
hebt."
,,U moest eerder vrage wat mevrouw
Bilton igedaan had," antwoordde Anna-Fe-
licitas, zich in haar voile lengte oprichtede.
't Speet haar, dat Christoffel s zeuwachtig-
heid veel afbreuk deed aan haar waardig-
heid.
„Ik kan me wel ongeveer voorstelle wat
ze gedaan heeft," yerzakerde 'haar mijnheer
Twist.
_„Neerr, dat kunt u niet dat kunt u
niet!" barstte Anna-Rose los. „Dat kan nie
mand dat zou gee stervfeling kunne
die niet dag e nacht met haar same is nfe-
weest!"
„Ze is eenvoudig zichzelf, mevrouw Bil-
ton> geweest", veronderde mijnheer Twi^t,
ee siigaret aanstekende om zich ee air van
kalimte te geve.
„Juist," stesnde Anna-Felicitas toe. „Dns
zal't ook niet kunne verwondere, dat wij
eevoudig Twinklers zijn geweest.
„0 hemel," steunde mijnheer Twist on
danks zijn sigaret. „0, hemel!"
„We hebbe mevrouw Bilton de betrek
king opgezegd", vervolgde Anna-Feliritaa,
met ee pleditig gebaar, „omdat we tot on
ze spijt ondervonde hebben, dat we niet
bij elkaar passe."
„Is het tot haar doorgedronge, dat jullie
haar ihaar cong^ gaven?" vroeg niijnheer
Twist; zich inspannede om kalm te bl'ijvm.
„We hebbe't haar geschreve."
„En heeft ze't geleze?"
„We gave haar't briefje in de hand, e
zijn toe weggevloge om haar gelegenheid
te geve, het rustig in zich op te nemie. U
had ons ook niet zoo altijd met haar allee
moete late," barstte Anna-Rose opnieuw
los. t Was verkeerd van u wreed we
Het ons
maar dag e nacht aan ons lot over we
konde maar altijd naar haar luisteren
naar haar gepraat e naar haar gelees
„Zou u 't prettig vinden, om, terwijl u rich
uitkleedde,_ al maar door voorgeleze te wor
de door iemand, die daar maar rustig met
haar kleere aan zit? We konde nooit,
nooit ee1 mond ope doe. Ze ging tweemaal
daagis de velde of't bosch met ons in om
ee luchtje te scheppe e bracht ons dan
weer naar huis net of we babies in ee kin-
derwage ware of sohape of koeie, of
gevangeen, die ze bang was te late ont-
snappe. Dag noch nacht hebbe we ooit
ee minuut voor onszelf gehad! We hebbe
nooit zelf ees kunne pratenze heeft nooit
door iets getoond, dat ze ons als volwasse
mesche beschouwde. Altijd, van 's mor-
afes vroeg, tot's avonds laat, zijn we ach-
tervolgd, bewaakt e toegepraat o o,
't is vreesetijk geweest! Meer dan ver-
sdhrikkelijk! Altijd maar stommetje te spele
je spraakvermoge misse, beelemaal te
vedieze
(Wordt vervolgdl).