Alkmaarsche Gourant Db bekllmming van den „Raoeng". Woensdag 10 Augustas. F e u i 11 e t o n. Christoffel en Columbus Honderd Drie en Twintigste Jaargang, VERV OLGONDERWIJ S. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de Ouders of Verzorgers, die een of meer KIN- DEREN V E RVO LG (HERH ALIN-G S-)ON- DERWIJS willen doen genieten, dat de ge- legenheid tot AANGIFTE bestaat bij het H'oofd) van den CU'RSUS, op DONDER- DAG- en VRIJDAGAVON1D a.s., telkems van 7 tot 8 uur, ten STAD-HUIZE. Asldan' mede te brengen het vaccinatiebe- wijs, alsmede het trouwboekje. Burgemeester en Wethouders van A. F. THOMSEN, Voorz'itter, loco-Burgcmeester. DONATH, Secretaris. GEVON1DEN VOORWERPEN. Uitsliuitend te bevragen .aan het Bureau van Politic in de Langestraat, des daags tusschen 9 en 1 uur (Te vervoegen bij den Wachknminandant.) Twee damestaschjes met en zonder inhoud, 1 baret, I portefeuille met inhoud, 1 rijwiel- ketting, 4 duiven, 1 parasol, 1 (knipmes, 1 ro- zenkrans, 2 portemonnaies met inhoud, 1 paar kl-ompen, 1 dames-hoi logeketting, 1 R.-K. kerkboekje, 1 axmbandje, 1 tinnen boord en 1 rijwiel lantaarn. Altai aar, dan 9den Aug 1921. De fung. Commissaris van Politie. Onze stadgenoot, de heer J. de Vries, 2de officier a b. van de „Banda", van de Stoom- vaart-Maatschappij- „Nederland", schrijft ons uit Panaroekan: Toen ik den 19en Maart j.l. gezamenlijk iAet een Deen de „Papandajan" beklommen had vanutt Garoet, was eerst mijn plan ge- weest daarvan een beschrijving te geven. Maar bij nadere beschouwing is de beklim- ming van laatstgenoemden vulkaan een vrij algemeen bekende excursie en trouwens, het doel van de tocht, het bezichtigen van den krater, loont de moeite niet zoo zeer. Een paar gaten in den kraterbodem, waar stoom uitblaast en verder een zwavellaag, dat is vrij- wel alles hetgeen te zien is. In den oostmoes- son zou men' vanaf den rand een schitterend panorama kunnen hebben over het dal van Garoet, maar ook dit werd ons ontnomen, daar het juist de kentering was van de twee tropische jaargetijden, en dat beteekent op die plaats vanaf 8 uur 'smorgens tot 4 uur s' middags regen en mist. Den 26sten April kwamen we ter reede Pa naroekan en dank zij de malaise in handel en scheepvaart, zouden we hier voorloopig blij- ven liggen wachten op orders. 's Morgens, als de atmosfeer in Indie ret meest helder is, zagen we ver het binnenland in, de blauwe toppen rondom het Idjeni Pla teau. De meest westelijke daarvan is de „Ra- oeng", 3330 Meter hoog. Iederen morgen za gen we hem zijn zware rookkolommen uit- stooten. De bladen in Indie en Holland heb ben reeds geschreven over de verhoogde wer- king van genoemden vulkaan en inderdaad maakt de omgeving zich ongerust voor de toekomst. Ook het z.g.n. Rawah Idjen, een zwavelzuurmeer aan den Oostelijken kant van het plateau, schijnt neigingen te vertoo- nen om over te loopen en als dat gebeurt, beteekent htt den ondergang van een suiker- plantage en fabriek. Spoedig kwam bij eenigen van ons al het verlangen naar lichaamsbeweging op en na eenige besprekingen ren te trachten bii d aelijk vermoeden, dat de weg niet al te achitte- rend zou zijn. Verder zouden we moeten over- nachten in een gouvernementa pcsang gra- han en daarvoor was weer noodig de toe- stemming van den controleur B. B. en voor paarden hadden we de bemiddeling noodig van den wedono van het district Soekosari bij den Yoet van den „Raoeng". Nu heb ik twee woordcn gebruikt, die voor den geacbten le- zer, die onbekend is met Indie, een verklaring beiioeven. Een pesang grahan is een eenvou- dig gebouw, van gouvernements- en soms van particulierswege op een eenzame plek ge- oouwd Dat gebouw wordt beheerd door een Javaan, die daar woont met een paar bedien- den en een kokkie. Wanneer men toestemming heeft van den controleur of ass. resident ter piaatse, kan men in zoo'n pesang grahan te- gen een matigen prijs ovemachten en eten. Een wedono is een Inlandsch Bestuursamb- tenaar over een bepaald district. Java is ver- deeld in verschillende residenties en elk zoo'n residentie is onderverdeeld to districten. Elk district omvat een aantal dorpen of kampongs en aan het hoofd van een k am pong staat een kepala kampong of zooals wc in Holland zouden zeggen: „een dorpsburgemeester". Een wedono nu, is zeer gezien onder de be- volking en hem wordt een eerbicd1 en onder- danigheid betoond, waarop menig Euro- peesch vorst jaloersch zeu kunnen zijn. Men voelt zich daar nog zeer senang (lekker) on der het oude regime en maakt zich nog niet warm voor communisme. Ik zat dus voor drie moeilijkheden, waar- van de laatste twee van minder ernstigen aard De controleur werd opgebeld en gaf toestemming en tevens toezeggtog om den wedono te Soekosari van onze komst te ver- wittigen. Nu was alleen nog maar de kwes- tie van een auto uit den weg te ruimen. En dat ging niet zoo gemakkelijk. Te Bondowo- no was niemand er voor te vtoden Eindelijk na een half uur van allerlei mogelijke en on- mogelij-ke telefoongesprekken, geraakte ik to onderhandeling met een verhuurder te Sitoe- bondo en voor een redelijken prijs werd ik huurdcr van een zespersoons Buick. Nu was alles zoo ver klaar en ik gtog met den sloep naar boord terug Dien avond hebben wc bo- steed met elk een koffer to te pakkon met eet- waren cn kleederen en daarna vrocg te kooi. Den volgenden morgen om zes uur zaten we in de boot en waren na een kwartier aan den steiger De auto stond al klaar, onze ba- gage werd er in geladen en daar gingen we vooruit, eerst naar Sitoebondo, waar nog iemand zich bij het gezelschap zou voegen. Na een kwartier reden we Sitoebondo bin- nen en> pikten onzen laatsten tochtgenoot op. De familie waar hij logeerde, keek ons hoofd- schuddend na. Spoedig waren we buiten de femeente Sitoebondo en snorden we met een inke snelheid over den grooten postweg. Een Indisch of beter gezegd een Javaansch landschap in den vroegen morgen is schitte rend mooi. Sommigen beweren dat Indie eentonig is met zijn altijd groen, maar die menschcn hebben m. i. zeker geen gevoei voor natuurschoon. Het wisselt steeds af. Nu weer zict men aan de rechterhand een veld met rijp suikerriet, van meer dan manshoogte, waarvan de bruine pluimen statig wuiven op den koelen morgenwind; dan weer aan den linker kant rijen sawah's of rijstvelden, waar de rijst m diverse kleuren groen groeit. besloten we met z'n vie- ten bij den krater van den „Ra- oeng" te komen. Maar hoe we daar moesten komen wisten we nog niet en dat het niet ge- makelijk zou zijn, daarvan waren we ook wel overtuigd Dienzelfden middag ben ik naar den admi- nistrateur van de Panaroekan-Maatschappij gegaan en heb hem om inlichtingen gevraagd Door zijn bemiddeling kwam ik per telefoon in verbinding met den eigenaar van een hotel te Bondowoso en deze heer kon mij wel in- lichten, maar voor den tocht was in de eerste plaats een automobiel noodig en die wilde I tier rijden we de kampong Soekosari" bin h.] er met voor verhuren. Dat deed mij al da- nen en houden halt voor d? wontog van den t ui t_.- groen groeit. Licntgroen, bij wit af, de jonge planfjes, gras- groen de halfwas, donicergroen de volwas- sen plant en op de hooger gelegcn sawah's staat het goudgeel, klaar om gemaaid te worden. Plotseling bij een bocht van den weg staat een groote suikerfabriek. Alles dreunt de maaltijd is begonncn. Op lorries wordt het gekapte net aangereden en verdwijnt btonen om daar de bewerking te ondergaan die noodig is voordat de suiker in balen of krand- jangs (manden) verscheept kan worden. De bebouwde streek houdt hier plotseling op en we rijden door een stuk van een oerbosch, heerlijk koel. Soms vliegt een hel gekleurde ieguaan over den weg of een aap grijnst ons toe van een boomtak, om bij het naderen van de auto met groote sprongen in het woud te verdwijnen. Af en toe passeeren we een kam pong waar de kleine Javaantjes juichen, kam- ponghonden woedend blaffdnd achter ons aanhollen en het pluimvee. dat hier gemoedc- XZJSl"* Z1J'n V0€der verschrikt Om 8 uur komen we aan een zijweg en aan den grooten boom hangt een bord: „Soem- berwringin 14 paal". Soemberwringto heet onze pesanggrahan en die is dus nog 21 K M. weg. Nla een kwar- door de schrijfster van Elisabeth and her German Garden" 75) »Dat was mijn zuster", zei hij. „U en zij m stellg van ellkaar houdien." ]'a?" zei Anna Felicifeas, aangen-aam getroftex! door d'iie zinspelinig op een voortge- zetten omiganjg. „Ze ziet er uit alsof ze haar man verloren heeft." r,Dat is ook zoo. Arane meildi! Ber-oerdAf- sdiuiwelijk, alls jonge inannen nu ook nog ge-. wooa sterven. 't Lijtkt zoo onnatuurllijk als ze met in den oorlog zijn. Dellogg is pas een maand) dood. En't was zoo'n baste kerel. Ze koinifc natuurlijlk nag nergens, andters ziou ik haar varumttiddag meebrongen1 voor de thee: maar d'at faindcrt nliet dan gaan1 wc daar maar eens heen." „0, ja?" zei: Anna Felidtas weer, zeer vol- daan. Dellogg? De naam ging't eene -oor to t iandere weer uit. Ze was te zeer van an- dere gedlachiten vervuM om er bij still te staan en dteni toevaligen samenloop op te merken. „Natuurldjk. Dat doe je toeh altijd't eerist?" „Wlat eigenlijfc?" ,yWel, het liefiste het meisje aan je fami ne voorStelien S Alls je haar igevonden hebt. -Als God een man" zijn stem daalde tot een fluisiering ,Jiet geluk schenkt haar te yiriden." En hij: legde zijn hand heel zacht en reader op de handen, die iin haar schoot lagen saamigevouwen Dit was een situatie, waarin Anna Felici- tais zich nog niet geplaatst had gezien, en ze wist niet igoed wat ze beginnen moesf. Ze uaarde op de hand, die de hare bedekte en "erroerde zich niet. Elliott zat ook heel stil •onder iet» te zeggen, maar re voelde, dar hfj haar aankeek Moest ze misschien weggaan? w as dit misschien een van die oogenblMen waarop de yerstandigen, de juist-handeienden weggingen.? Maar hoe jammer op te Staan nu allies juist zoo heeriijk was! u Zou wel haast lunch-tijd zijn. Wat zou tante Alike in zoo'n geval gedaan- hebben? Naar huis gaan om te eten natuurlijk. Maar wat beteekende ean maaatijd, als je op't punt stond en dat geloofde ze nu vast en zeker verliefd te worden? Ze moest het eigemlijk al zijn; an- dters zou ze 'it onaangenaam vinden, dat hij zijn hand op de hare hield. En ze vond het in. tcgendeeil aangenaam. Nlaar die bruine mannenhand kijkende be- kroop haar opeens de lust die te streelen. Maar zou tante Alice... neen, Anna Feiicitas was overtuigd dat tante Alice die niet zou ge- streeld hebben. Ze zou de hand even gedrukt hebben, den jongen man goedendag hebben ~ezegd en daarna als een „echte dame" naar ruis zijn gewanideld om te lunchen. Chriotif- fel zou dat stedlig ook het behoorlijkst vin den. Ontzettend jammer... Maar manieren waren mianieren; dames blijven altijd da mes... Reeds trok ze met dit degelijke voornemen haar rechterhand weg, doch Anna II wist 1 aiter nooit meer hoe het gebeurd was ze dedd1 niets van dien- aard juist het tegenover- ^estelde, want zaeht legde ze haar rechter- landi bovenop de zdjne. XXXV. Inmiddels was imijnheer Twist iln een staat van pijlnlijike onzdkeiheid naar Acapulco door- gereden. Zou hij1 al of niet een eind verder een zijweg inslaan (een weinig gebruikt en nauweriiiks berijdbaar pad, dat dicht bij „De Open Armen" weer uitkwam) en mevrouw Biillton Oipdragen onmiddellijk de laan af to loopen om Anna feiicitas te gaan redden? Zou hij't doen1, of zou hij't niet doen Oedu- wedono. Een oppes schiet too en de wedono komt zelf naar buiten. Hij schudt on# faarte- lijk de hand en noodigt on# to de Maltische taal uit om btonen te komen en op de voor- galerij in een gemakkelijken rietss stoel plaats te nemen. Als we aan zijn vriendelijke uitnoodigtog voldaan hebben, vertelt hij ons, dat hij van onzen kant verwittigd geworden is, wel een weinig te laat, want nu heeft hij; wel voor vier paarden kunnen zorgen, maar koclies om on zen proviand en bagage te dragen, zijn er momentee) niet. Nu is het gemis van koelie# even groot als dat van paarden; beiden zijn onontbeerlijk op zoo'n tocht, dus onze ge- heele tocht schijnt weer to duigen te moeten vallen. Maar met den Javaan, hetzij hoog of laag, moet men altijd veel geduld hebben en men moet ze helpen om te trachten daarop wat anders te verzinnen. Dan behooren bij vier paarden ook vier geleiders van paarden en daarop is nu onze hoop gevestigd. Na een heel discours to het Javaansch, waaivan we geen syllabe begrijpen, hooren we eindelijk weer in het Maleisch van onzen gastheer, dat tegen een goede „kassi presenF' (fooi) de ei- genaren der paarden wel bereid zijn om on1- zen proviand te dragen. Dat bezwaar is dus verder uit den weg geruimd en als twee van onze tochtgenooten, vail de dorpspasar (markt) teruggekeerd zijn met de noodige pro viand, ligt de weg weer afgebakend voor ons en de wedono laat nu in een keurig Chineescli servies thee opdienen door een oppas. We praten beleefdheidshalve nog een poosje met hem over koetjes en kalfjes, maar dan wordt het toch ook weer tijd voor ons om verder te gaan. We bedanken hem voor zijn hulpvaar- aigheid cn gaan per auto weder verder, dit- maal langzaam, gevolgd door de vier Java- nen te paard. De weg wordt vol) bochtea en zeer slecht en het wordt mij langzamerhand duidelijker waaronf er niemand voor te vin den was- om daar zijn auto toe te verhuren. Te half elf rijden we het erf van de Pesang grahan Soemberwringto op: we zijn tot 710 M boven den zeespiegel gestegen. Het klimaat is hier heerlijk en hier zullen we eerst eens gaan. ontbijten en ons vender klaar ma- ken, want nu gaan we pas klimmen. Op zijn vraag geven we den mandoer (beheerder) een verslag van onze visite bij den wedono. Als we daarmee klaar zijn, roept hij uit: „Oah, toewan, tapi saja ada koelies". („Maar, mijn- heer, ik heb wel koelies voor u"). En zoo krijgen we op het laatste moment toch nog 0 bagagedragers, De mandoer zct intusschen koffie en we iaten ons de medegebrachte bo- terhammen wel smaken. Om half twaalf zijn we gereed en stijgen te paard. Slechts een paard heeft zadel en beugels, de andere zijn slechts voorzien van een kussen, op den rug gebonden. Maar daar zijn we gauw aan ge- wend en trouwens een tuimeling. van een Ja vaansch paard op een zandweg op Java is niet zoo bar, daar de paardjes maar 1.50 M. hoog zijn. Voor ons uit loopt de gids en- achter ons de koelies. Drinkwater hebben we zelf ook mee moeten nemen, want boven is niets. Voor watervaten doen dienst twee vier-gallons blikken van de Standard Oil Cy. Vo6r dait we van Soemberwringto vertrokken, hebben wc in het bezoekersboe-k gebladerd en gezien, dat de „Raoeng" het laatst beklommen is in Oc tober 1918, door een ingenieur van de N. I. S. Hij schrijft, dat de bekfirnming zeer loonend is, voor menschen, die met weinig comfort te- vreden zijn en daar zijn we dus op geprepa- reerd. Spoedig slaan we links af en komen in een dicht bosch. Hier en daar zijn nog een paar hectaren weggekapt en wordt mars verbouwd. Sla een uur komen we langs de koffieplantage Sikosari-Kidoel, welke sinds eenigen tijd ver- laten is. Waarom is mij onbekend; de koffie is daar nu rijp, maar tusschen de struiken is't dichtgegroeid met onkruid en het geheel is een wildernis geworden. Als we deze planta- ge voorbii zijn, houdt de weg op en komen we voor een nauwelijks te bekennen voetpad. Waarschijnlijk is dat door een van onze voor- gangers gebaand, maar het is haast niet te rug te vinden en onze geleiders moeten het pad met hunne groote kapmessen weder vrij- maken. De natuur is hier woest en grootsch. Af en toe ontmoeten we troepen groote apen, die van den eenen boom op (fen anderen springen en bij onze nadering en: het ge- schreeuw van de Javanen haastig de vlucht nemen. Dan weer kruist een prachtige wilde pauw ons pad. Gevaarlijk wild hebben we dc geheele reis niet gezien Om half drie's mid dags zijn we zoo vermoeid. dat we besluiten een: kwartier te pauzeeren. De paarden moe- ten nu langs een vrij stcilen weg klimmen met dikwijls ter weerszljaen een diepe elgroui. Te kwart voor drie precies stijgen we weer op en gaan nu weer verder. Het wordt nu voor de paarden af en toe ondoenlijk en we moeten er weer at en meeklauteren. We komen gere- geld in aanraking met bladeren en takken en worden pikzwart in onze witte pakken. Het blijkt, dat alles met een dun laagje fijne zwarte asch is bedekt. Eindelijk te 4 uur 30 namiddags bereiken we Pandok Soemoer. Ter vcrduidelijktog van het volgende zij. ge zegd, dat vorige beklimmers, op een derde van beneden en op een derde van den top on- geveer, een berghutje van takken en riet heb ben gebouwd, om daarto te ovemachten. De benedenste Ls Pondok Soemoer hut bij de bron). De bron is evenwel uitgedroogd en van het hutje staan nog overblijfsclen. Men heeft een afdakje voor den regen, maar daar is ook alles mee gezegd. Dit wordt onze plaats om te ovemachten. De paarden wor den ontzadeld en op een soort grasveld te grazen gezet. Een van de Javanen maakt een knappend houtvuurtje, terwij-1 de anderen hout gaan kappen voor den nach-t. Want de nacht belooft vrij koel te wordenwe zijn, ge stegen tot 1680 Meter. De rijstpan wordt op het vuur gezet en spoedig is het aardig don- ker Doodsche stilte heerscht rondom, alleen het hinneken van de paarden verbreekt soms de stilte en doet ons opschrikkcn. Te 7 uur 'savonds hebben we gegeten en aangezien we doodmoe zijn, rollen we ons to onze jas- sen en trachten te slapen. Een van de ande ren en ik gebruiken samen mijn koffer en de andere twee samen het baaltje rijst als hoofd- 'kussen. We vallen in cen lichten slaap, maar te 11 uur worden we alweer wakker, steen- koud De grond is nat en koud en het vuur is uitgegaan, ondanks de wacht, die we er bij gezet hebben. Hij ligt bij het reotant gloei- ende asch in diepen rust Een van ons schudt hem wakker en hij maakt een nieuw vuur, maar van slapen komt niet meer. We dooden den tijd met praten en sigaretten rooken en zijn biij als het eindelijk vier uur in den mor gen is. Alles wordt uitgepord, de rijst wordt weer gekookt en te half zes precies gaan we op weg. De rest van de klimpartij moet te voet geschieden. En al gauw komen we tot de conclusie, dat het niet mogelijk geweest zou zijn verder te paard te gaan. Steil gaat het pad omhoog over glibberigen bodem. Om de 20 minuten moeten we rasten, om weer op adem te komen. De tocht is schitterend. Plotseling aan een bocht van het pad staan we aan den rand van een afgrond. Daarover hebben we een schitterend panorama over het lage land beneden ons Heel ver links zien we flauw het Tenggergebergte, recht voor ons het Ringgit-gebergte, waarachter Besoe- ki ligt en dan verder rechts het Baloeran- gebergte boven Banjoewangie. Daartusschen ligt de groote vlakte met prachtige kleur- schakeeringen. Nog verder tusschen Ringgit en Balieran is de zilveren streep van de Java Zee te zien. Het is een indrukwekkend ge- zicht. Afe we hier voldoende van genoten hebben, gaan we weer verder, want steeds hooger is het doel. Het pad gaat kron-kelend omhoog Somtijds krijgen we op een hoek den top even te zien en het gedreun van den vulkaan wordt steeds duidelijker, dikwijls met doffe explosies. (Word! vemlfld.) Stfidsnieuws dende de paar eerste minuten besloot hij't wel te doen, daarna, toen zijn verontwaardiging wat began te luwen, kwam hi; tot de conclu sie, dat bij! zich niet bezoiTgd behoefde te ma- ken. De Anna's waren geilukkiig nog te jong voor een ernstjge verl'iefdheid, en zelfs als die E'llMlott dat niet inzag, of Anna Feiicitas door haar lemgte misschien ouider taxeerde, kon hijt in liefdter geval de zaak niet veel verder drij- ven, of tmj'nheer Twisit was al weer teruig. Hoe- wel hij! de voortvarendheid der Britsohe ma rine hieriin oinderscha tie, had1 zijn overwegin-g de gunstiiige uitwerioing hem te katoeeren, zoodat hij!, bdjl den- zijweg gekomen, besloot zijn rit naar Acapuloo voort te zetten. Hier -brach-t hij een paar benauwende en veribijsterende uren door. Aan- dfe bank werd -hij bepaald ze£r koel onfvangen. Sedert zijn trekpot op de markt gekomen wa®, had hi; nooit anders dan de igroo-tet mogelij'ke vookomendheid op een bank ondervonden. Bij: deze gdegenheid echter de- den- zelfis de tlerken koeltjes, en toen hij er na veel moeite eindelijk: in sl-aagde, den direc- teur te spreloen te 'krijgen, moest hi; diens on- me gereserveerdheid wel opmerken. Toen DR A NKBE STR-I J'DI NO (Vervolg). Met het vorenstaande willen wij geenszins zeggen, dat er voor de gemeente bij het be- strijden van het drankmisbruik niets te doen valt. Wij meenen echter, dat hierbij in ande re richting moet worden- gezocht, dan in den laatsten tijd in vele gemeenten en ook hier door de voorstellers van het tapverbod ge- schiedde, dat althans het tapverbod slechts als uiterst middel ter hand moet worden ge- nomen en niet, dan nadat alle andere midde- len gmrobeerd en onvoldoende zijn bevon- den. Wij wenschen dan dienaangaande het volgende aan uw oordeel te onderwerpen. In de eerste plaats dan heeft de Drankwet het noodig gevondem het verbod van de Strafwet om aan dronken lieden bedwelmen- den drank toe te dienen, te verscherpen met een tot den vergunninghouder gericht ver bod om personen in kennelijken staat van dronkenschap in zijn lokaliteit toe te laten, of eentmaal toegelaten zijnde, het voortduren van bun aanwezigheid aldaar te dulden. Voor den verlofhouder bestaat dit verbod niet. Het zal een ieder, die er zich reken- schap van geeft, dat het aantal verloven on- beperkt is en een gevraagd verlof, mits zeke- re voorwaarden vervuld zijn, moet worden erinnerde hij zich wat hi; eerst voor fets zuiiver toevailigs had gehou-den dat, -toen- hi; een half uur te voren de hoofdsferaat door- reed, allle bakende menschen die faiij zag, het hioofdl hadlden aifgewend. Van de bank, waar hij nieis wdjzer werd omtoent het wegblijven der Amecikanen uit „De Open Arm-en", -ging hi; n-aar den advo- caat, die den kooip van ae ,,,herherg" geregeld had1, en weer irM het hem, dat de menschen op straat den anderen kant uitkeken. De -pro- cureur zou, volgens den oudsten klerk, niet voor's middags op't kantoor komen en de klerk zelf, al een man op jaren, en vroeger de beleefdheid, ja onderdainighei)d; zelf, w-as ver* wonderlijlc leortaf. Mdjinheer Twist werd hoe -laager hoe x»- nuwach'tiger en hij: besloot den eersten den besten bekende, dien hij te sprefken -kreeg. te vragen-, wat er aan de hand was, doch hij vond niemand1 fhuis. Iedereen, zijn aannemer, de versohidlende „exper{s" die vroolijke en gediens'tige jo-n-ge manmen waren of te druk om hem: te woord te staan 6f ergens anders aan 'it weric. Met verbeten ergerhis anders aan 't werk Met verbeten ergernds reed hij naar 't Cominiopolitan Hotel om den ouden Riidding te Spreken te vragen, 't Koste hem groote zelfverovering, gedachtig aan de w'ijlze waarop hij was besloten de zaak grondig te onderzoeken. Zoodra hij de veranda be- tr-ad, merkte hij, dat de gesprekken verstom'- den en hij steefsgewijze wend1 opgenomen. In den versten hoeg kreeg hij Ridding in't oog_-heel duideliijk; en hij zag ook heel dui- delijik, dat Ridding hem to't oog kreeg. De oude heer zat men- zijin- gcztoh-t naar den- in- gang; naast lets logs en donkers to een groo ten stool.Zijn Mozend en- van nature vriendie- 1'ijk gezi-cht droeg een uitdrufcking als van iemand1, die alle hoop heeft laten varem. Bij- miijlnheer Twist verschSjning fleurd-e hij zicht- baar op en rees half uit zij-n stoel-, maar de vonmlooze massa in den zetel naast hem, die m-ijnheem Twist voor onbezielde materie had aangezien (ikussens en plaids waarschijnlijk), doch tot de hoogere zoogdieren bleek te behoo ren-, stak -,l- - w een, hand nit en zei iets. Hot o-pende ten rninste dat gedeelte van haar gezi-cht, wat gewoonlijik m-ond genoemd wordt, maar wat m ijn heer Twist verhi-t en opge- wonden als zijn brein was do knip van een grooten zak toescheen. Op dit moment ging er een gezelschap langs den ouden Ridding de hall in, en toen de weg weer vrij Jcwarn, bleek de stodl waarop hij gezeten had leeg. Hi; was verdwenen1! Vo-lkomeh verdwenenAlleen het hoogere zoogdier zat er nog en sloeg mijn- heer Twist met een paar oogen als smeulende kolea gade. verleend, duidelijk zijn, dat dit een leemte in de wet is, welke het wenschelijk is bij plaat- selijke verordening aan te vullen voorzoover de lokaliteiten betreft, waar alcoholhouden- de, andere, dan «terke drank geschonken wordt. Het zich to kennelijken staat van dronkenschap in e«i „herberg" bevirtden is op zich zelf voor den hetrokkene reeds straf- baar krachtens art. 453 van de Strafwet en art. 135 der algemeene politieverordening. Hetzelfde artikel van ae Drankwet ver- biedt, doch wederom alleen voor vergun- ningslokaliteiten, het toelaten van kinderen beneden 16 jaar, tenzij deze zich in gezel schap van een meerderjarige bevinden-, een maatregel, die bedoelt te bereiken, waartoe het verbod in de Strafwet om deze kinderen sterken drank te verkoopen of toe te dienen blijkbaar onmachtig was: hen geheel en al buiten de kroegen te houdea. Ook deze bepa- ltog der Drankwet zouden wij willen uitbrei- den tot de houders van een verlof voor alco- holhoudenden anderen dan sterken drank. Tevens waren dan daarbij de kinderen op doelmatige wijze tegen slecht gezelschap van meerderjarigen te beschermen door het verbod absoluut te maken en tegelijkertijd den Burgemeester de bevoegdheid te verlee- nen- onder door dezen te stellen voorwaar den dispensatie te verleenen. Daarbij kan dan ieder geval op zichzelf beoordeeld wor den, Indien nu, gelijk wij U voorstellen aan deze dispensatie krachtens de verordening de vaste voorwaarde verbonden wordt, dat gedurende den tijd, waarvoor de dispensatie geldt to de lokaliteit geen alcoholhoudenden drank geschonken wordt, meenen wij, dat hiermede zoowel aan het bezwaar tegemoet gekomen wordt, hetwelk die verlofhouder# zouden kunnen opwerpen, die gedurende een gedeelte van dag een deel onzer forensische schooljeugd herbergen, alsook bedoelde jeugd de haar toekomende bescherming vindt. Ten aanzien der buitenigelegenheden zij nog opgemerkt, dat het verbod op de open aanhoorigheden dier lokaliteiten niet van toepassing is. Bescherming der kinderen te gen slecht gezelschap in vergunningslokali- teiten is niet langs den hier voor de verloven aanbevolen weg te verkrijgen, daar de Drank wet in art. 43 hen d-en toegang tot die lokali teiten, mits in gezelschap van een- meerder jarige, gewaarborgd heeft, aan welk feit 'Ive de Raad zich heeft te houden, Toch is hier nog wel iets te bereiken en wel door een uitbreiding van het verkoopverbod in de Strafwet, dat wij in den aanvang dezer alinea noemden.; deze bepaling geldt n.l. al leen voor hen, die sterken drank verkoopen in de uitoefening van hun beroep. Ten aan zien van beide der.hier cursief-gedrukte uit- drukkingen is eene uitbreiding bij gemeente- lijke verordening blijkens elders gevallen be- slissingen niet ongeoorloofd. Op wat ten1 deze ook onder de geldende wetgev-ing voor kinderen te doen valt, had onze Voorzitter o.a. in een bijzondere in structs, ter gelegenheid van de kermis van het vorige jaar aan de politie uitgevaardigd de gelegenheid te wijzen. Ten slotte stellen wij U v66r eene bepaling in het leven te roepen, krachtens welke het verboden zal zijn -in vergunnings- of verlofs- lokaliteiten, voorzoover voor publiek toegan- kelijk, personen toe te laten, die wegens ge regeld misibruik van alcoholhoudenden drank door den Burgemeester aan de houders dier lokaliteiten als zoodanig zijn opgegeven. In- dien daarbij bepaald wordt, dat de opgave geschiedt voor een bepaald'en tijd, wordt daardoor tevens verkregen, dat ten aanzien van een eenimaal op de lijst geplaatste per- soon na eenigen tijd opn-ieuw overweging wenschelijkheid plaats vindt. Zoodoende m°gelijfehieid van correctie bewaard wij hopen, dat van deze bepaling bij de spoedig te verwachten algemeene bekendheid die een plaatsing op de lijst zal bezitten, een sterke preventieve werking zal uitgaan Het zal na onze voorafgaande besohou- wmg-en duidelijk zijn, dat een juist hantee- ren der verschillende wettelijke bepalingen moeiujker blijkt naar mate men zich meer in deze materie heeft ingewerkt en- dat daar- voor eai kennis van maatschappelij-ke en plaatselijke toestanden en van persoonliike •^^andigjieden vereischt Wordt, welke niet altijd in voldoende mate aanwezig zijn bij degenen, die geroepen zijn de bepalingen toe ^assen, nieuwe maatregelen te beramen en t algemeen aan de bestrijding van drank misbruik mede leidi-ng te geven. Een juiste aanwending der uit de gemeentekas hiervoor beschrkbaar gestelde gelden, de vele netelige vraagstukken, welke bij de drankbestrijding steeds weer naar Voren komen, ook een juist Die oogen kon hi; niet weerstaan. HH; pro- beerde bet, aarzelde, en voelde toen, dat hiiji het niet kondus deed1 hij een paar weifelende stappen naar rechts en g-lipte toen haastig de zijdeur uit. Er bleef hem nu nog slechts 6en persoon aver, die hem de geheimziinnige zaak duidelijk zou kunnen maken en dat was de advocaat met wien hij! zijn- voogdijSchap bespro-ken had! Het is waar, hij' was toen kwaad op hem ge weest, maar dat kwam in boofdzaak omidat hij kwaad op zichzelf gieweest was. Over't geheel had hij ioch een vriendschappelijken indruk van hem meegenomen. Eer hij naar hu-is te- rugkeerde, zou Mj1 dezen man- nog als een laatste toevlucht gaan bezoaken. Mdjnheer Twist race-te dus nog eens voor de zooveel- stc maal door de hoofdSiraat. door zijh her- haalde verschij-ni-ng een indruk van haast en onrust makend-e, die niet aan de voorbijgan- onrust makende, die niet aan oe voobijgan-gers gers on-tging Gelukkig Mede deze advocaat op zijin kan toor en vrij. Na al de reeds opgedane ervarin- gen was rnijinheer Twist zeer aangenaam ver- rast, dat hij onmiidd-efllijk -kon worden toege laten. De ontvan.gst, hoewel ko-ud noch warm, getuigde editor van onmiskenbafe belangstel- ling. „Ik kom uw raad1 inwinnen", began iniin- heer Twist. !De advocaat fcnikte. Hi; kion moeilijk ver- ond'erstellen, dat niemand bij! hem kwam om diit niet te doenmaar Mj1 -had geleerd geduld te hebben, met zijn dienten- en hi; kende hun- eigenaardig zwak om over't van zelf spre- kende uit te wajden-. ,.„rk wensdi een eerilijk antwoord op een eer- lijke vraag", hervatte -mijnh. Twist, zijn groo te brillegTazen in spanning op dten rechtsge- leerdte gericht, die weer knilrte. wVerdei", verxocht hlf, toen mljniboer TwW TVtPg. No. 185. 1921. A lilrm!iAf Alkmaar, Augustus 1921.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5