DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Handelsavondschool.
■s Groote
Paardenmarkt
De Man met den Klompvoef
De Amsterdamsche week.
te Alkmaar,
op Maandag 5 September 1921.
Bo. 206.
Unrated trie en daaEgaag.
1921
ZATEEDA6
8 SEPTEMBER
Feuilleton.
Deze Cotiranf word! ELKEN A VOND, bekalve op Zon- en Feesfdagen, nitgegeven.
Abormcmentspr^s bfl veorniibetaliag p3 maanden tooi Alkmaar 2.—, franco door
het geheele Rijk 2JJ0.
AlzonderlJjke eo btwfsnttmmers 5 cents.
Prfls dec gewone Advert entiln.
Per regei 0.25, bfl groote contraden rabai. Oroote letters naai plaatuntate.
Brieves franco aan de N.V. Boek- en HandeUdrnkkerl vfh. HERMa. COSTER A ZOON,
Voordam C 9.
Directeur ft. EL EBAH.
Telefooimummer 3. -
Telefoonnr. Redaeiio 38.
Hacfttradaotear i U. H. APElffA.
Cursus 1931—1922.
TOELATINGS- en HEEEXAMEJTS op
Maandag 5 en Dinsdag 6 Sept. e.k. in het
gebouw der school (Doelenstraat hoek Ged.
Nieuwealoot), 'savonds half 7.
AANYANG DER LESSEN op Donderdag
8 Sept., 's avonds 6Vs uur.
Zij, die rich hebben aangemeld voor plaat-
sing in de le klasse en geen briefkaart van
ondergeteekende hebben ontvangen, mogen
aannemen dat zij zonder examen tot de
school zijn toegelaten.
Alkmaar, 27 Aug. 1921.
De Directeur der H. A. S.,
J. H. VOORT.
SCHOOL VOOR VOORBEREIDEND
MIDDELBAAR TECHNISOH ONDER
WIJS.
O-pleiding voor het toelatingsexamen der
Middelhare Technische Sdholen.
Inschrijving van nieuwe leerlingen.
De toschrijving is opengesteld van 5 tot. en
met 9 SEPTEMBER a.s., in het gebouw der
Ambachteschool, gedurende de schoolurem
Bif de aangifte moet het geboortebewijs of
trouwboekje wordem medegebracht. Verdere
inlichtingen geeft de Directeur.
Zie aanplakbiljetten.
GEM. AVONDSCHOOL VOOR
AM© ACHTSLIEDEN MET 5-JARIGEN
CUR9US EN VOORTGEZETTE
KLASSEN.
Inschrijving van rtieuwe leerlingen.
De inschrijving is opengesteld van 5 tot en
met 9 SEPTEMBER a.s., in het gebouw der
Ambachtsschoolgedurende de schooluren.
Bij de aangifte moet bet geboortebewijs of
trouwboekje worden medegebracht. Verdere
inlichtingen geeft de Directeur.
Zie aanplakbiljetten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR maken bekend dat, op
DINSDAG 6 SEPTEMBER a.s. de brug bij
de St. ANN ASTRA AT bij het LUTTIK-
OUDORP voor ALLE VERKEER GESLO-
TEN ZAL ZIJN en op WOENSDAG 7
SEPTEMBER a.s. de BRUG bij den DIJK
voor het scheepvaartverfceer.
10)
door Douglas Valentine
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
Nadruk verboden)
Hoofdstuk VI.
PAARDE'NMARKT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter lalgemeane
kenniis, dat ter gelegenheid van de PAAR
DENMARKT op MAANDAG 5 SEPTEM
BER a.s. de aan' te voeren dieren alleen naar
de miarkt mogen worden gebracht over de
FRIESCHE1 DRUG en door de PIETER-
STRAAT van de Handelskade af.
De dieren, die over de Boompoortsbrug bij
het Zeglis de stad btonenkomen, mogen alleen'
naar de miarkt gebracht worden, langs de
Vooormeer en de Bierkade, over de Schermer-
vlotbrug em langs den Kanaaldijk maar de
Friesche bru^.
Aide dieren, die niet over de Friesche brug
de stad1 binnenkomen', moeten zoodanig ver-
voerd' worden, dat ze door de Pieterstraat
van de Handelskade af ter markt komenalle
overige toegangen tot de nuarkt worden afge-
zet.
Bij de Friesche brug en aan de Pieterstraat
zullen de aan te voeren dieren deskundig wor
den onderzocht.
V66r dea morgens zeven uur mogen geen
dieren geplaatst worden op de inarkE, die dies
namiddags vier uur eindigt.
Voor het piiaatsen der paarden worden aan-
'ewezen die Dijk, de Doonbraak en zoo noo-
Jig het Toremburg en de Achterweg, en voor
het plaatsen dear veulens een gedeelte van het
Waagpleta.
De gewone Miaamdagsche week markt been
op bovengenoemden datum plaats rondom het
"'"aaggebouw.
Alkmaar, den 30 Augustus 1921
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. C. WE'NDELAAR, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Ik pak den Berlijnschen tretn en laat een man-
ken nteneer op het perron achter.
Ik was gevangen ate een, rat in den val. Ik
k-o-n niet terugkeeren langs den weg, diem ik
gekomen was en de eenige uitgang was geslo-
fen. De deur van, die ruimte vodr het souster-
rain en het raam waren de eenige wegen,
waarlangs iik nit het kleine btonenplaatsje kon
ontsnappen. De deur was gesloten, het raam
was van ijzeren staven voorzien. Ik zait er lee-
lij'k in. Wat mij nu te doen stond, was te wach-
ten totdat mijn afwezigheid was ontdlekt en'
het gebrotoen touw de plaats zou aanwijzen,
waar ik mij bevond. Dan zouden ze naar het
kieine plaatsje komen, ik zou tegenover „de
Poot" geplaatst worden en dan kon ik me
wel ophangen.
Zoo bedaand ate ik kon', onderzocht ik het
plaatsje, met groote snelheid. Het was een
voch'tige, donkere ruimto; het eenilge licht, dat
er doordronig, kwam' uit de bijkeuken. Ik ont-
dekte een paar inhamimein in den muur, onder
het kleine binnenplaatsje, dfe eene was volge-
stapeld met houtbldkken, de andere met ge-
broken ikisten', oude flesschen en dergdijke
soort afval. Ik onderzocht deze, totdat mijn
handen in aanraking kwamen1 met de vochti-
ge steenen van den muur en achter, maar te-
vergeefs. Deur en raam bleven de eenige we-
getn om te ontsmiappen.
Vier Meine bllikten' vuilnisbakken1 stonden
op een rij1 voor deze twee openingen, een' vijf-
de was op ziji gezet onder de ijzeren trap. Zij
warm alle vijf bijna vol afval, en konden dus
met dienen als schuilplaats. In ieder geval
LXXXVIII.
De Qemeentebegrooting voor 1922.
Koninginnedag.
In het laatst van de vorige week is einde-
lijk de lang-verwachte begrooting van in-
komsten en uitgaven der Gemeente Amster
dam voor 1922 verschenen. D. w. z.: zij is
nog niet volledig. Nadat Zaterdag 1.1. in een
officieel communique aan de pers, de voor-
naamste cijfers waren meegedeeld, volgde
Maandagavond het Gemeenteblad met de be-
redeneerde toelichting. De gedetailleerde
toelichting berust echter nog op de Stads-
drukkerij. Wellicht is de bestuurswisseling
aan deze late verschijning niet vreemd ge-
weest, ofschoon de portefeuille van finanaen
toch in handen van den heer Wibaut is ge-
bleven.
Hoe dit zij, de Qemeentebegrooting voor
1922 ziet er anders uit dan hare voorgang-
sters, ik bedoel dat de toelichting al zeer so
ber is. Ze is niet meer dan eene technische
uiteenzetting, eene op breeden leest geschoei-
de beschouwing over den financieelen toe-
stand van Amsterdam ontbreekt eraan. Is
hiervan de omstandigheid schuld dat we een
nieuwen Burgemeester hebben, die zich nog
in de zaken moet inwerken, of komt hierin de
strookte het niet miet de rol, dlie ik speelde,
noch met inijn gevoel voor humor, om ont-
dekt te worden door de hotelbedisnden, ver-
stopt in" een vuilnisbak.
Ik was ten einde raad! wat te doen. Ik had
zooveel igewaagd, alles1 was zoo verrassend
goed gegaan, diat net rampzalig zou zijn, de
vrijheid, die ik bijna bereifct had, mij ve zien
ontgaan.
Een gevoel van groote tdeurstelling maak-
te zich van mij meester, ik werd er ellendig
en wanhopig onder. Toen hoorde ik voetstap-
pen en mijn hoop herleefde weer. Ik kroop te-
rug in de duistere ruimte achter de vuilnis
bakken die voor de holte in den muur het
dichtst bij de deur stonden.
B'imnen in het hotel' naderdcn voetstappen
de bijkeuken. Ik hoorde een deur opengaap;
toen hoorde ik een' marmenstefli z'ngeu Hij
zon'g met een mooi, zacht baritongehiid het po-
pulaire Duitsche liedje
Das haben die MSdchen so gerne,
Die 'imi Stubchen und d!e im S along
iHij haalde het woord1 ,,salong" met welbe-
hagen uit en vibreerde en trillerde; het ef
fect was blijkbaar z66 naar zijn zin, dat hi
het couplet nog eens over zong. Een gebons
en gerammel ate van fosse voorwerpen in een
leege doos vortnde de begeleidkiig van zijn
zang.
„Een vroolijke ventzei ik hij mijzelf. Als
ik maar kon zien, wie het was. Maar ik
durfde me niet in die streep van licht te w_a-
gcn, varawaar het alleen mogelijk was om in
de bijkeuken' te zien.
Het zingen hield op. Weer hoorde ik een
deur opengaan. Ging hij weg?
Toen zag ik een smalle streep licht onder
dc deur van het sousterrain.
Het volgende oogenblik werd1 die opengre-
gooid en- die kellner Kari verscheen. nog in
zijn blauwe voorschoot, met een emmet to el-
ke hand.
HEji 'kwam- in dfe richting van de vuilnisbak
ken.
Hfead Wilsonte raad' kwiam miji ire de ge-
alwezigheid van homogeniteit tusschen de
eden van het college van B. en W. (die ta
mers niet door een covenant zijn verbonden)
tot uiting. Ik weet het niet. Maar opmerke-
ijk is de verschijningsvorm van deze begroo
ting wel. B. en W. bepalen zich tot de me-
eeling, die geen nieuws bevat, dat we zui-
nig zullen moeten zijn. Letterlijk lezen wij:
det evenwicht is niet gemakkelijk verkregen.
Verschillende aan ons, ingezonden begrootin-
gen wezen aanvanKelijk hoogere uitgaven
aan, dan ten slotte zijn opgenomen. Wij zijn
er echter van uitgegaan, dat ernstig rekening
moet worden gehouden met de ongunstige
economische omstandigheden en vooruitzich-
ten, welke op de inkomsten der Gemeente van
belangrijken invloed zullen zijn en dat de
uitgaven zich aan die omstandigheden moe
ten aanpassen. Dientengevolge hebben be-
langrijke verminderingen op de uitgaven
plaats gehad, die wij echter alleen op die pos-
ten hebben toegepast, waarvan wij de zeker-
heid hadden, dat vermindering mogelijk was
en dus niet zou leiden tot' overBChriiding.
Met het tot stand brengen van het even
wicht op de den raad aangeboden begrooting
achten wij onze taak evenwel niet afgedaan;
wij blijven voortdurend bedacht op eene ver
dere inkrtaping der uitgavea op die posten.
waarop dit met de minste schade voor het
algemeen belang mogelijk is.
Voild toutDit jaar heeft wethouder Wi
baut niet, zooals vorige jaren, eene vernufti-
;e vondst gedaan nopens de oorzaken van
len slechten financieelen toestand der ge
meente; dit jaar is er geen begrootings-cry.
Maar overigens is het natuurlijk weer van
hetzelfde laken een pak. De gewone uitgaven
zijn weer schrikbarend gestegen: en de ge
wone inkomsten houden daarmeae ook maar
in de verste verten geen gelijken tred. Van
't eind-cijfer der begrooting ad 97.950.000
(excusez du pea, het vorig jaar was het
„maar" /87.280.000) komt met meer dan
4.977.000 op rekening van den buitenge-
wonen dienst, zoodat de gewone inkomsten
en uitgaven zijn geraamd op 92.973.000,
dat is 10.063.000 hooger dan voor 1921.
Ik kan er niet aan denken alle posten of
ook zelfa maar alle hoofdstukken te noemen
die tot deze vermeerdering van uitgaven heb
ben bijgedragen. Natuurlijk speelt de grens-
uitbreidxng ook eene rol, maar in hoofdzaak
is het natuurlijk het gewone accrfes. Om een
paar voorbeelden te noemen! Hoofdstuk III
der uitgaven (onderhoud der gemeente-eigen-
dommen en nadeelige saldi bedrijven) wijst
in totaal een bedrag aan van 10.485.748,
of ruim een half millioen hooger dan voor
1921. Voornamelijk de handelsinrichtingen
en de vuilverbranding dragen hiertoe bij. De
eerste door de groote bedragen van nieuw
kapitaal, die in dit bedrijf worden gestoken
en nog niet dadelijk inkomsten opleveren;
wat dus op den duur wel terecht komt. De
vuilverbranding, doordat de tot dusver ge-
volgde veronderstelling, dat dit bedrijf geen
verlies zou opleveren, veel te optimistisch ge»
bleken is. Wat erger is!
Hoofdstuk IV der uitgaven (openbare vei-
ligheid, verlichting en brandweer) is ge-
dachten: „Alls je boos bent, tel d'an tot vier;
ate je heel1 boos beat, vtoek dan." Ik was miet
boos, maar verschrikt, heviig verschrikt, zt>6
dat ik mijn hart hoorde bonzen Niettemin
volgde ilk den raadi van detnl wijzen imain' en
telide biji mezelfeen, twee, dlrie, vier, een, twee,
drie, vier; terwijl mijw hart scheen te fcalinee-
ren: blijf kalm, Mijf kata, blijf katal Al dien
tijdl bteef ik gehurkt zitten achter de eerste
twee vuilindsbakken het dichtst biji de deur.
De kellner neurtede zijn deuMtje nog tens
met een d'tepe bromstem, terwijili hij' een oogen
blik stilstomldi bij1 de deur. Toen stak hij lang-
zaarn het plaatsje over.
Zou hij stilstaan bij de afvalbakken, waar-
achter ik igedofcesn zat?
Neen, Mj giimg voorbij.
De derde? De vierde?
Neenf
Mj liep het plaatsje over en1 ging naar den
vuilnisbak onder de trap.
Ik zcgende inwendig de zorgvuldige ge-
woonten van den' Duitscher, die zelfs zijn af
val in verschi'lilende afdeeltogen. onderbrengt.
De man1 sfcondl met zijn rug naar de deur
'Nu of nooit moest ik het wagen.
Ik kroop achter mijm beschermende afval
bakken vand'aan, bereikte op mijn teenen de
deur en' stapte muisstil het huis binnenv Juist
toen1 ik btonengtog, hooidte ik, dat 'Karl den
-deksell van' den bak weer sloot.
Een' donkere gang strekte zich voor mij uit.
Dadelijk redite van mij stond! de deux van de
bijkeuken wijd open. Die bijkeuken moest ik,
*t koste wat't wilde, vennijden. De man zou
daar eens kuinnen blijven en ik kon1 't er niet
op wagen' mij door hem terug te laten drij-
ven naar den ingang van het hotel.
Ik sloop de donkere gang door met de han
den ifecht voor rruiji ratgestrekt. Daar stootte
ik tegen' de Mink van een deur. Ik dtruikte er
tegen, de deur ging naar binnen open en- ik
ging er doorfieen. Terwijl ik zacht de deur
achter mij' sloot, hoorde ik Karl's zwaren stap
en't -knarseni van1 den sleuitel, teen hij' de deur
aloot.
raamd op 10.485.748 of ruta een half
millioen hooger dan voor 1921. Deze stijging
komt geheel voor rekening van ds politie,
hoewel geene andere uitbreiding van perso-
neel van eenige beteekenis, anders dan voor
de grensuitbreiding wordt gevraagd. Het
politiecorps is namelijk, tengevolge van de
annexatie, uitgebreid met 4 inspecteurs, 7 bri
gadiers, 4 hoofdagenten en 41 agenten. Al
leen door uit te gaan van een ander systeem
van bewaking, waarbij meer van rijwielen
zal worden gebruik gemaakt, is verdere uit
breiding van het corps vermeaen. In verband
hiermeae zullen o.m. 160 rijwielen en 6 mo-
torrijwielen worden aangeschaft.
Hoofdstuk VI, onderwijs, is geraamd op
19.246.244 of 3.849.137 hooger dan
voor 1921. Deze hoogere uitgaven zijn voor-
al het gevolg van de plaats gehad hebbende
salarisverhooging en de volledige inwerking-
treding van de nieuwe lager onderwijswet,
terwijl ook de annexatie uit den aard der
zaak tot de stijging bijdroeg. Het middelbaar
onderwijs en het gymnasium eischen hoogere
uitgaven, o.a. door het raadsbesluit tot het
kosteloos verstrekken van boeken en verder
door uitbreiding van het aantal H. B. Scho-
len.
Tegenover de stijging der uitgaven voor
het lager onderwijs staat echter een nog
grooter toeneming der ontvangsten.
De begTooting voor 1922 is dus door de
volledige inweridngtreding der nieuwe la-
ger-onderwijswet nog wel gebaat; het is ech
ter de vraag of die bate niet in eene schade
zal verkeeren, wanneer de aanbouw van
nieuwe bijzondere scholen voor rekening van
de gemeente groote kapitalen van haar vor-
dert.
Hoofdstuk VIII (rente en aflossing) is ge
raamd op 20.350.000 of 2.546.000 hoo
ger dan voor 1921. Dit vloeit natuurlijk
vooruit de enorme toeneming van de gemeen-
teschuld, als gevolg van ae buitengewone
uitgaven en voorts uit de overneming der
schulden van de geannexeerde gemeenten.
Tegenover deze hooge uitgaven staan ge-
lukkig ook verschillende hoogere ontvangs
ten. Die welke een gevolg zijn van de grens
uitbreiding hebben als tegenwicht rijksbij-
dragen en belastingen. Hetzelfde geldt, zoo
als ik reeds aanstipte, voor het onderwijs. De
toeneming der uitgaven voor rente en aflos-
singen wordt belangrijk overtroffen door de
stijging der ontvangsten van bedrijven voor
rente en aflossing. De winstuitkeering der ge-
meentelijke electriciteitswerken moest belang
rijk lager worden gesteld (zij is geraamd op
3.600.000 of 1.600.000 minder dan voor
1921), maar die der gemeentelijke waterlei-
dingen kon hooger worden geraamd
600.000 tegen f 250.000 voor 1921) en
ook andere ontvangsten lieten eene hoogere
raming toe (o.a. huren, pachten, erfpachten.)
Een en ander tezamen heeft het toch nog
mogelijk gemaakt, de begrooting te doen
sluiten met eene raming van de opbrengst der
opcenten op de rijksbelastingen en van de
eigen plaatselijke belastingen van rond
49.751.000 tegen 47.143.000 voor 1921.
Onder de raming voor 1922 is 800.000 op-
Ik stondi to een soort kast: to' pikdiuistler, en
durfde nauwellijks adem te halen.
Noig eens hoorde ik d'etn main- zijn onwijze
dieuintje ziingen. Ik durfde niet uit mijn' schuil
plaats db gang to kijken, want zijn stem klomk
zoo nabij, dat ik vreesde dat hij nog to de
gang kon zijn.
Dus bteef ik still' staan' wachten.
Ik moet daar wel- een' uur to't danker heb
ben gestaan. Ik hoorde den kellner komen- en
gaan to de bijkeuken1, luisterde naar zijn zwa
ren stap, naar zijn eeuwige gemeurie en naar
het rammelten van huiishoudelijke voorwerpen
terwijl! hij! bezig was met zijn werk. ledere mi-
nuut werd ik gekweld door de wees, dat hij
to de kast to de gang zou komen.
Het was koud in dat vochtige, onderaard-
sche hoi. De kast was ruim genoeg, dus ik
vond, dat ik de overjas, die ik bij me had, wel
kon aantrekken. Toen ik mijn aim uitstrekte,
sloeg mijn hand tegen iets dat uitstak to den
muur achter mij.
„Dluivete!" Ik uiitte een gesmoorden1 vloek,
maar stak meteen mijn handi weer uit om te
v-oelen waaraan- ik me gestooten had. Al tas-
tend voelden mijn vtogers het looude ijzer van
een deurknop. Ik dlrukte er tegen en net gtag
opzij.
Een deur ging open en ik bevond mij to
een tweede kleine ruimte met een reeks stee
nen treden, die naar de straat leidden.
Be kwam to een smialle straat met huizen
aan beide zijden-. Het was een dfeodloopende
straat. Aan' het open etodfe zag ik het schijn
sel van- straa#antaarns.
Dte regen had opgehouden en de atmosfeer
was frisch en Iddker. Opgewekt liep ik de
straat uit en kwam toen- -in een doorgan
waarlangs een gracht liep, waarschijrilijk de
straat, dacht ik, die ik vanuit de ramen1 van
miito sl-aapkamer had gezien. Hotel Sixt lag
aan- den reehterkant van de straat; ik sloeg
dus lioksiaf en> kwam btonen enkele mtouten-
op een open plfeto achter de Beurs. Daar was
genomen als opbrengst van eene nieuwe be-
lasting, welker tovoering evenwel aanvanke-
lijk reeds voor 1921 in de bedoeling had ge-
legen. n.l. die op de verzekering tegen brand-
scnade.
Overigens, en dit is zeker goed nieuws
voor de Amsterdammers, wordt verwacht dat
ondanks den vermoedelijk sterken teruggang
in het belastbaar inkomen, de geraamde op
brengst zal worden verkregen met handha-
vtog van de bestaande belastingen voor oud-
Amsterdam op dezelfde hoogte als thans.
Dus geene bdastingverhooging!
Woensdag is ook hier ter stede de Ko
ninginnedag gevoerd en dat met luste!
't Is eene eigenaardigheid die mij telkens
weer treft. In verkiezingstijd en ook als men
zoo eens den Gemeenteraad rondziet en de
neuzen der sociaal-democraten en conununis-
'en telt, dan krijgt men wel eens den todruk
'lat het grootste gedeelte van Amsterdam
^ocialistisch is. Maar op Koninginnedag is
let net anders om. Al onze arbeiders, in het
bijzonder de gemeente-werklieden, schijnen
dan plotseling royalistisch gezind. 't Is of
len m de ouae dagen leeft van:
„Weg met de sorialen,
„Leve Willem III".
Vooral de kleine man, het volk, viert feest,
m wat sterker is: het viert zfelf feest. Het
'hat zich niet feestvieren; maar organlseert
zhli de vroolijkheid. Er is hierterstede eene
vereeniging, die telken jare weer aan? de lei-
iing van de feestviertog op Koninginnedag
>p zich neemt. Ik bedoel de Vereeniging tot
'eredeling van het Volksvermaak. Of ze in
lie veredeling altijd slaagde laat ik daar.
Vant er is, althans voor mijn gevoel, niet
reel verschil tusschen palingtrekken of kat-
imuppelen, en het uit een luchtballon sprin-
jen van een parachutist zooals nu al weer
rerscheidene jaren geleden hierterstede onder
auspirien van de veredelende vereeniging
plaats vond. Maar dit laat ik nu daar. E>e
Vereeniging doet ten minste wat. Zij schrijft
volkswedstrijden uit, geeft een vuurwerk, en
dit jaar voegde zij er bovendien als extra-
nummer nog een Ridder-Steekspel aan toe.
En duizenden hebben er van genoten;
'smiddags, in het Stadion, van ae gym-
nastiek, de athletiek en de acrobatiek,
'savonds op het terreto van de Amsterdam
sche IJsclub van de gecostumeerde vertoo-
ning. Maar honderdduizenden hebben op
hun eigen wijze feestgevierd. Dat bliikt uit
het beeld dat de stad, de straat op zoo n dag
biedt. Men zit buiten, op de terrassen of in
de cafe's, achter de zware ijzeren tralies, die
met het oog op al te wilde feestelingen zijn
aangebracht; men loopt arm in arm in lange
rijen,al zingend en senreeuwend, en toeterend
en dansend, langs de straat, men organiseert
straatbals om het „pierement", de straator-
gels, die voor deze gelegenheid feestelijk zijn
aangedaan met vlaggedoek en papieren ro-
zen, zooals ook de orgelman of zijn vrouw
hun- tooi van gekleurd vloei (giewoonlijk
bruilofts-mutsen) dragen. Men Lebbert alle
mogelijke soorten van ijs aan de duizend-en-
een karretjes, particuliere zoowel als ijsco-
een standplaats voor huurpaarden, eo- koet-
siers, die in hun vehikels lagen te snurken
Ik porde den eerateii waiktoer en beval hem omij
naar Cafe Tarnowski te rijden.
Ieder, die to Hollandi is geweest, ken-t Cafe
Tarnowski to Rotterdam. Het is een1 reusach-
tig gebouw, waar honderden taffeltjes met
marmereni b,laden staa®, verscholen tusschen
palmien onder een glazeo dak. Bij dag em1 bij
uacht i® het open- de kelllners vo'lgen elkaar
in ploegen op; d-ag en nacbt weergalmt de
hal van het geroep van orders en van
iet gedraaf van kallners. Heerlijke HoIIand-
sdie koffie, een biefetuk met gebakken aardap-
pelen, het lelkkerste van alle Hollandlsdie ge-
rechten, knappend wittebrood nog warm uit
dten oven en smakelijke Hollandsche boter, Idiat
alles was een ruiime vergoed'tag voor de door-
igestane angsten van dien- nacnt. Toen bestri
de ik nog meer koffie, nu zwarte, en een spoor-
boekje en begon onder het genot van een siga-
ret mijn plan te maken.
De trein naar Berlijn vertrok om zeven uur
's morgens ui't Rotterdam. Hfet was nu toen
tien minuten over twee, dus ik had' ruim den
tijd. Van diien nadht af, h'ield ik mezelf voor,
was ik een Duitscher, en van het oogenblik
af trachfte ik niet alleen voortdurendt voor
Duitscher door te gaan, maar ook mijzelf een
Duitscher te voelen.
„Je moet niet alleen een rol sprien", zei
Francis altijd tegen mij, „je moet je heele-
maal to die rol inleven. Als ik me voor Ber-
lijner gtog uitgeven, zou ik niet tevreden zijn
met mijn hoofd' te laten kortknippen en een
ronde dop te dlragen met een mongenjas en
mijn nagris rose te laten manicureeren. Ik
zou begtoneu met mijzelf te overtuigen, dat
ik de Heer der 'Schepping was, dat slechte ma-
nicren het kenmerk zijn van manlijke kracht
en dat oneerfijkheid' de hoogste vorm van di
plomatic is. Eerst dan' zou ik naar het kos-
tuum omzien
Goeje, ouwe Francis! Hoe slim was hij en
hoe goed kendte hij zijn Beriijners!
^Wordt vervolgd).
ALKIAAISCII COBRAHT