Alkmaarsche Courant
De Amsterdamsclie week.
De Man met den Klompvoet
Damrobrlefc.
e
Klppea en Bonljnen.
Uit di Natuur, voor |ong en oud.
Zaterdag 15 October.
F e u i 11 e t o n.
ML? IML
Hondsrd Drie en Twintigste Jaargang,
door Douglas Valentine.
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
Nadruk verboden)
Ik ikwiarn hem tegen torn ze hem de gang
induiwdcn het was vreeselijk. Grundt wil
hem niet uit het oog verliezen. Oh, het was
dwaasheid hier te komen. Ala ik je maar had
kunnen waarschuwen
„Wat dtoefc Grundt hier eigenlijk?" vroeg
ik. „En wat beteekanen die soldaten en die of-
fider?"
„Beste" antwoordde zij etn haar oogen fon-
kelddn plotseling toornig, „ik ben in voorloo
pige hechtenis!"
„Maar, Monica
„Luister! Gerry en die spion van een knecht
van hem maakten de zaak aan het no Hen.
Toen De® dien avond wegging eni niet terug-
kwam stond Gerry er op dat wij de politic er
van im kennis zoudfen stelilen. Hij maakte een!
vreeselijbe scene, toen kwam de 'knecht er aan
te pas. en uit zijn woorden begreep ik dat hij
kwaadl wildb. Ifc durfde Gerry die wiaarheid
niet te zeggen, dus ik liet toe dat hi} een rne-
dedeeling aan de politic zond.
Ze twain en hier, steldbn een oneindig aan-
tal vragen en gingen weer heen, dus toen
dacht ik dat het zaakje afgeloopen was en
ging h'ierheen. Gerry wildb niet meegaan. Hij
is naar Baden getrokkan voor de een of ande-
re nieuwe kuur.
,/Dmgeveer een week Sweden kwam de fean-
ovsrfrstd
tonrechter uit Kleef, die eem oud vriend vao
ons is, met zijn auto hier^en na veel gepraat,
kwam hij opcens voor den dag me ide mede-
deding dat ik mijzelf in arrest kon beschou-
wen en dat een' officier met een detachement
manschiappen' uit Goch het huis z»uden komeni
bewaken iDe goede m'an zou mij alles hd>ben
verteld, wat ik weten wi'lde, maar Mji wisit zelfs
niets: hij voerdte eenvoudig zijn orders uit.
Toen (kwam de lui tenant met zijn manschap-
pen hier aain en sindis dien tijd ben ik een ge-
vangene in mijn eigen 'huis en op mijn eigen
gnondgebied'. Ik was erg (bezorgd over Des
totdat Grundt plotseling verscheen, twee da-
gen geleden; a an zijn gezicht zag ik dadelijk,
dat Des nog in vrijheid was. Maar Francis,
die man: met dien klompvoet kwam hier om
Des te vangen en Mji is gewoan in den val
geloopen."
„En Desmond^' vroeg ik. „Wlat is Klomp
voet van plan met hem te doen."
„Hij is wel een uur met Des "n zijn kamer
gieweest en ik hoorde hem aan Solimalz vertel-
ien, dat hij na het diner „nog eens probeeren
zou." Oh, Francis, ik ben bans voor dien
manhij heeft er met geen woord1 tegen
mij over gesproken dat ik Desmond kende
geen woord er over, dat ik Des in Berlijn heb
geherbergd maar hij weet alles en hij
let voortdurend op mij."
Ik gluurde door de open d'eur in de halh
iDe kaarsen brandden nog op de dinertafd,
waar Klompvoet en de officier op gedtempten
toon' zaten ie praten.
t,Ik ben hier nu Tang genoeg geweest" zei
ik. Miaar voordat He weg ga, moet je mij
antwoorden op een' paar vragen, Monica. Wil
je dat?"
,,-Jia, Francis" zei ze, mdj aanziend.
„Hloe laat is de jach'tpartij morgan?"
„Om tien uur."
„Gaain Grundt en Schmalz ook rnee?"
„Ja,"
„Jij: ook?"
je tegen1 half 66n weer hier terug fcun-
nenl zijni?"
„Niet alleen. Een van hen gaat altijd met
mij mee buitenshuis."
^Zou je mij: niet alleen kunnen oniirooeten
omstredss den1 itijd, ergena buiiten?"
„Eir is een steangroeve buiten een dtoipje
QuelTenburg,op de grens van on® wildl-
park, juist rechts van den- weg. We zoudten
ongeveer zoo ver kunnen zijn tegen itwaatf.
Als het noodig is, zou ik kunnen psroheeren te
ontsn appeal' in een van de gnoeven daar. Als
jij dian krwam en floot zou ik eruit kunnen ko-
men."
,Goed. Dat zou uitstekend gaan. Laten we
het zoo afspreken. Nkx een andere vraag
hoeveel soldiateni heb je hier?"
„Zestien."
„Gaan ze allemaal als kloppers mee?"
„0 neen! Maar tien van hen. De andere
zes en de sergeant blijven' hier achter."
„Heb je hier een auto?"
xNeem, maar Grundt heeft er een."
Hoeveel bedienden zul'len er morgen in
huis zijn?"
„AIleen Johann, de buttler en de meiden,
cen keu'kenmeid eni twee kamermeisjes."
,,Kun je het z6o aanleggen, dat Johann het
huis uit is tusschen tien en half een morgan-
ochtend?"
„Jia, ik kan hem1 maar Kleef zmden met een
brirfje."
„iDte meiden ook
*di am kwwr,M* la g?snraril«
ob ovaral bekrad Toch mag, op zijn zachtrt
genomen, betwyfeld worden, dat de kw*rtel
hardhoorend is, zooals men wil doen voorko*
men. Zeker is het, dat het wyfje zeer vast
broedt en gedurendo het broeden bfjna nim*
mer het nest verlaat Komt men dan in haar
nabyheid, dan bljjft ze roerloos zitten, als in
een staat van verdooving zijnde, en dit heeft
angetwyfeld aanleiding gegeven tot da bewe*
ring der doofheid.
Do kwartal is ovarigen* aeor schnw on leeft
gewoonlyk vorscholen tusschen de lango
graanhalmen of in het lange gras. Hij loopt
zeer snel, zoodat men. wanneer men hem even
heeft bespied, moeiliik opnieuw in het oog
kan krijgen. Ook vliegt hij zeer snel, maar
nooit hooger dan <ten k twee Meters boven
den grond. Als de paartijd daar is, dan le-
veren de mannetjes hevige gevechten en
richten daarbij de korte staartvederen om-
hoog; ook de andere vederen worden mln of
meer opgericht, zoodat deze dieren er dan
vrij verwoed uitzien. Het nest wordt eerst
dan gemaakt, wanneer de meeste andere vo
gelsoorten reeds in het bezit zijn van eieren
en jongen, n.l. in de tweede helft van Juni of
het begin van Juli. Vandaar het riimpje:
In de ma and Md
Leggen alle vogels een el,
Benalve de kwartel en de sprlet,
Die leggen in de Meimaand niet.
Op sonnni^e plaatsm worden er nog aan
toegevoegd ae regels:
Maar in den ^tooibejonw"
En dan krijgen ze berouw.
Dat berouw krijgen in den hooitijd, moet
alzoo beduiden, dat er dan vde nericn be-
schadigd en veraield worden door zeis en
maaimachine.
Zoo'n nest ziet er zeer eenvoudig uit. 't Is
alleen een kleine ultholling in den grond en
daarin worden enkele gTaan- of grashalmen
gelegd: ziedaar, het huwdijksbootje. Hierin
worden gelegd ongeveer 12 eieren, soms wel
16, die in verhouding tot den: vogel tamelijk
froot zijn. Ze zien er glanzig uit, zijn licht-
ruin van kleur en bedekt met donkerbruine
stippen en vlekken. Nadat het wijfje 18 h 20
dagen heeft gebroed, komen de jongen te
voorschijn, die dadelijk na de geboorte het
nest verlaten en dan reeds vrij vlug de been-
tjes kunnen reppen. Ook groeien de jonge
kwarteltjes vrij snel, wat, met het oog op het
reeds spoedige vertrek naar de winterkwar-
tieren goed te pas komt.
Zoo heel lang vertoeft de kwartel niet bij
ons te lande. Eerst in het begin van Mel
laat hij zich hier zien en reeds in September
is hij tot vertrek gereed. Enkele blijven1 tot
October, doch vele verhuizen niet verder dan
tot in het Zuiden van Europa. De verhuizin-
gen over de Middellandsche Zee hebben dik
wijls plaats in vluchten van vele duizenden
biieen, doch ook in Zuid-Europa en Noord-
Afrika is men, naar het schijnit, nogal op
kwartelboutjes gesteld, want vela kwartela
worden er opgevangen.
In den zomertijd vindt men kwartels in het
geheele gematigde Europa en ook in het war-
mere Zuidelijk deel. En ook in Noord-Afrika,
in Azie tot in Hindostan komen deze volgela
broedende voor.
De Kwartel mag, evenala de Wachtelko-
ning, tot de vogels gerekend worden, die
voor den landman in het verborgen weldoea
Hij voedt zich hoofdzakelijk met dierlijk
voedsel, bestaande uit wormeo, slakken, in-
secten en hun maskers. Ook gebruiken ze
wel plantenvoedsel, doch niet veel anders
dan zaden van grassen en onkruiden, die
voor landbouwer en veehouder weinig of
geen waarde hebben. Een enkel graankor-
reltje daartusschen, dat andera toch verloren
zou gaan, mag ook al als geen verlies aange-
merkt worden.
Dat de Kwartel ook Wachtel wordt ge
noemd en de Wachtelkoning dikwijls met den
naam Kwartelkoning bestempeld wordt, be-
wijst wel, dat er tuschen deze vogelsoorten
een nauwer verband gezocht wordt, dan er
in werkelijkheid bestaat. De levenswijze van
beide vogels is vrijwel gelijk; beide levert ze
in het verborgen, doch ze behooren tot tame
lijk uiteenloopcnde orden. De Kwartel be-
hoort tot de orde der Raxores of Krabvogels
en tot de familie der Perdicidae of Patrijzen:
de Wachtelkoning evenwel moet gerekend
worden tot de orde der Curxores of Loopvo-
gels en tot de familie der Rallidae of Ralach-
tigen. De kwartel moet men zoeken in het
bouwland, de wachtelkoning leeft liever in
het lange gras der hooilanden.
J DAALDER D
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
„Jia, de meiden ook."
„Goed. Wil je jnu nog voor d5ng zor-
fen' het nuoeilijlkBte van alles? He zou wil-
len, dat je ecu boodsehap aan Desmond
bracht. Kun je dat klaarspelen?"
Vertel me, wat je boodschap la, dan loan
ik je vraag beaubwoorden."
-,It wou, dat je hem zeide, dat hfl Grundt
tot elfcen pnija moet wcerhoudbn morgen op
de jacht te gaanin elk geval niet tus
schen1 tien en1 twaalf. HSj moet Grundt laten
gelooven, dat hi} hem1 za] vertellen, waar
Grundt het document kan vinden, dat hi}
zoektmaar Mi moet hem gedurende die
uren in onzekerheid laten*."
„En dlaarna?"
„Ejr zal geen1 „dlaama" zijn" zei ik.
Iik zal zorgen dat .Des je boodschap krijgt",
antwoordde Monicai, ,,ik zal die zelf overbren-
gen".
„Nleen, Mlonicazei ik, „ik wil niet dat je
„Francis"zij sprak bijna fluisferend
„Mijn leven in dat land is voorbij"
en* zi} wees op haar weduwklced'
„Karl werd bij1 Predeal gedood drie weken
geleden Je weet even' goed1 als it. dat ik
evenzeer in deze zaak betrokkeni ben als jij en
Des en ik wil alles wagen als je mij
maar met je mee wilt nemen1... ik bedoel, wan
neer je Haar stem begaf haar
Ik hoorde het versdhuiven van' «teelen in
den hoelk van' db hall, waar de gasten van
tafel opsionden.
;,iDe Fran Graf in heeft slechts te beyelen,"
zei ik. 'Mevrouw de 'Gravin weet, dat ik jarea
gewacht heb
Klompvoet 'kwam' door de hail gestrom-
peld naar de open deur.
Ik kon niet verwachten, diat, me-
▼aa weblittB Ho. CT2 (aotaw M«wr)
stand:
Zwart: 1, 4, 9, 12, 13, 14, 1 9, 21, 22,
35, 41.
Wit: 24, 25, 26, 28,29, 30, 33, 34, 38, 39,
42f 43, 44, 50.
Oplosslng
1. 28—23 1. 19:28
1 29—23 2. 18:49
3. 50-44 3. 49 40
4. 42—37 4. 41 :32
5. 38 7 5. 1 12
6. 33 11 6 16 7
7. 2610 7 4:15
8. 39—34 8. 40 20
9. 25 3 9. 35 24
waama wit door 3—20 (zw. 24—30) an
20—29 wiat.
Goede oplossingan ontvlngen wij vaa da
heeren W. Blokdijk, P. Dekker, J. K. P. Dirk-
se, D. Gerling te Alkmaar, J. Smit te Heer-
hugowaard en B Vellinga te Rotterdam.
UIT DE PARTIJ.
In een partij, te Bordeaux gespeeld, zag die
heer Vidal een goeden lokzet:
Zwart: 3, 7, 8, 9, 10, 13, 16, 18, 19, 2»,
26, 30.
Wit: 22, 25, 27, 32, 33, 34, 36, 38, 39. 42,
45, 48.
Alls wit nu opeeltii:
1. 21—17
en zwart wil door 1. 7—13 een,' schljf
probeeren te winnen, dan laal wit volgea:
2. 42—37 2. 12 21
3. 27—22 3. 18:27
4. 34—29 4. 23 49
5. 38 49 5. 27 29
6. 25 5!
EINDSPEL.
Wit wint in het volgende eindspel:
Zwart: 36, 39.
Wit: 28 en 2 dammen op 4 en 37.
door eenvoudig 2218 te spelen. Zwart moet
dan 36—41 6pelen (omdat 3731 dieigt).
Wit slaat 37 46 en zwart speelt 3944 Wit
2218 en waar nu zwart op dam gaat, zei
wit zijn dam van1 46 cr voor en wini
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 673
van J. BERGIER.
Zwart: 1, 3 8, 10, 11, 13, 14, 17, 19, 21,
22. 24, 25, 27. i8.
Wit: 30, 33740, 42, 43, 45/48.
Oplossingen v66r of op 20 October, Bu
reau van dit Blad.
vrouw de Gravin z66 goedgunstig zou,zijn
Ik had nooit durven hopen, dat mV
vrouw de gravin zooveel voor mij zou hebben
willen doen Mevrouw de Gravin heeft
mij zeer gelukkig gemaakt."
iKlompvoet stond op den* drempel en IwV
terd'e naar mijn stamelend'e d*ankbetuigiingen.
„Jle kunt je goed' mecbrengen, wanneer je
morgen komtziei Monica. „De jacht*
opziener zal je zeggen, hoe laat je hier moet
zijn."
Toen zond zij: tni} weg, maar terwijl ik
heenging hoorde ik haar zeggen1:
„Herr 'DOk'tor! Kan ik een oogentoEk met a
spreken?"
Hoofdstuk XVriL
ft ga verder mi Met verkaaL
Ik was in de bfljarfkamer van het basfeel,
een muffe kamer, die blijkbaar weinig ge-
hruikt werd, want het rook er vochtig. Toch
brandlde er een' vuur in d'en haandi, en* op een
tafel1 In den hoek, die bezaafd was met papie-
ren, stond een alktendoos.
Klompvoet droeg een smoking en toen hij
iachte, schudde zijn witte ovehhemd mee
Voor een oogenblifc echter dacht ik weinig aan
hem of aan d'e grimmig-nitziende Browning,
d'ie hi} in de vuist Meld'. Mliln ooren waren
gespitst op ieder geluid', dat de tegenwoord-
digheid van Francis in den tuin Icon verra-
den Maar alles bleef stil als het gral.
Klompvoet kwam, nog hoorbaar grinne-
kend, naar mij toe. Ik dacht, dat hi} mij wilde
doodschieten, hij kwam zoo regelrecht en zoo
snel op mij1 af, maar het was alleen maar om
achter mij te komen en die deur te sluiten zoo-
XCIV.
Da Internationale Hygiene*
tentoonstelling.
Jui»t nan weak geleden, op Zaterdag 8 Ob*
tober 1.1., is in het Paleis roor Volksvlijt gs*
opend da Internationale Hygienetentoonstel*
ling, kort-wag naar modernen trant go*
haeten: da I. T. H. A.
Het plan tot de organisatie ran deze tan*
toonstelling is geboren uit het inzicht, dat de
tegenwoordige generatie roor de oyergroote
meerderheid de vreldaden van eene geregelde
zorg voor de gezondheid niet kent, of zelfs ge*
ringschat, en dat deze geringschatting in
hoofdzaak berust op gebrek aan kennis van
het menschelijk organisme en van de levens*
voorwaarden. De tentoonstelling wil de ge«
dachte verwezenlyken, die alle vooraanstaan*
de hygienisten reeds sedert jaren in hun boe*
zem dragen, de gedachte, de regelen der ge*
zondheidsleer in alle kringen der bevojking
bekendheid te doen verkrijgen, de menschen
tot het bewust zyn te brengen, dat de gezond*
heid de eenige bron is van menschelijk geluk,
van lichamelijk en zedelijk welzijn, en een
ieder op overtuigende wijze duidelijk te ma*
ken, dat het in de macht van elk individu ligt,
zijne gezondheid en zyne krachten te behou*
den en te verhoogen.
Ziedaar de eenvoudige waarheid, vraarvan
de samenstellers van deze tentoonstelling zijn
uitgegaan. Het is de secretaris van de ten*
toonstelling, de Amsterdamsche geneesheer dr,
M. de Hartogh, die op deze wijze dio waar*
heid onder woorden heeft gebracht En hi] is
natuurlijk niet de eenige. Het zelfde motief
kan men vinden in de uitspraken van tal van
autoriteiten en geleerden, opgenomen in den
catalogus van deze tentoonstelling, en in da re*
devoeringen waarmeda de Minister van Ar*
beid, Mr. Aalberse en de Voorzitter van do
tentoonstelling, dr. Abraham* (oucWethoudor
voor de Volksgezondheid te dezer stede) do
tentoonstelling openden, Wat er ook door do
overheid gedaan wordt ter bevordering van
de volksgezondheid, al dat werk is half work,
levert niet het voile rendement op, ala die
werkzaamheid niet gedragen wordt door het
bewustzijn bij ons volk*zfelf dat de getroffen
hygienische maatregelen noodzakelijk zijn, al*
dus de Minister. De tentoonstelling is dus niet
in de eerste plaats eene wetenschappelijke ten*
toonstelling, al ontmoet men de wetenschap,
onze trouwe en onvermoeide helpster in den
strijd tegen de volksziekten, ook overal op de
tentoonstelling.
De I. T. H. A. richt zich in de eerste plaats
tot u en mij, lezer en lezeres, tot het publiek.
Zij wil niet zoozeer de wetenschap als wel de
hygienische maatregelen populariseeren. En
zoo h ebb en de aanstichters dan ook zelfs de
dichtkunst te hulp geroepen om het publiek
te bereiken.
Clinge Doorenbos wijdde de volgende rege*
len aan de Eubiothiek, anders gezegd: de Le»
venskunst.
Zet open je deuren en ramen
Al lijkt het een stadsmensch wat kil.
Op Burgers! Te wapen! Te wapenl
Past op de Tuberkebbacil!
Eenvoudige, krachtige voeding,
Wees zind'lijk, spuw niet op den grond,
Laat lucht en laat licht in uw woning,
Je hand als je hoest voor je mond.
Men ziet het: 'tis dezelfde goede raad die
hygienisten zelven u geven. Alleen is Clinge
Doorenbos een beetje ondeugend daarbij (on*
deugend maar waar!), want hi} eindigt aldus:
Heb j' al deze dingen gelezen
En al deze wenken gezien,
Ga dan, op een zonnigen morgen,
Op stap tusschen achten en tien,
Geniet van het kloppen van kleedjes,
Dan kun je daama, met fatsoen,
(Je hebt zelfs nog kans op „cum Iaude")
Examen voor stofzuiger doen.
Het is eene waarheid, eene lachende waar*
heid, die de autoriteiten maar eens ter harte
moeten nemen. Eenerzijds worden millioenen
uitgegeven voor allerlei maatregelen in het
belang der hygiene, maar anderzijds staat de
overheid toe dat die maatregelen buiten wer*
king worden gesteld, althans dat de goede wer*
king ervan verhinderd wordt. De les in de
hygiene die wij krijgen op de tentoonstelling
wordt dag aan dag op den openbaren weg te
schande gemaakt met medewerking van de
Eene roornamo plaats noemt op dew ten*
toonstelling natuurlijk de tuberculose»bestrij
ding in. De verschillende vereenigingen en in*
stellingen, die op dit gebied werken, zooals:
de Nederlandsche Centrale Vereeniging, de
Amsterdamsche Vereeniging, de R. K, Ver*
eeniging en de Finsen»inrichting te Heerenveen
hebben samen een stand gevormd, en maken
op eenvoudige wijze aan het publiek duidelijk
welke de oorzaak is van het ontstaan en het
blijven voortbestaan van de tuberculose, eene
ziekte waaraan naar men weet jaarlyks
meer dan tiendulzend personen hlertelande
overI(jden. Men krijgt nu onder den micros*
coop den tuberkel*bacil*zfclf te zien. Men ziet
hoe klein zoo'n bacil is, bijv. vergeleken by
een knop van een speld, en begrypt hoe ge*
makkelyk cen hoestende, opgevende tubercu*
loselijder by'v. een te voren gezonden zuige*
ling, een gezond ander kind of een gezonden
volwassene kan besmetten. Ook wordt nog
eens duidelijk gemaakt en dit kan evenmin
genoeg herhaald worden dat slechte voe*
ding, verkeerd bewoond huizen (waar het
licht buitengesloten wordt door dikke gordy*
nen, het waschgoed te drogen hangt in de
woonkamer, het eten gekookt wordt enz.)
kunnen meewerken tot het voortwoekeren en
het verbreiden van de „witte pest". En het*
zelfde geldt voor slechtgebouwda woningen,
misbruik van alcohol enz.
Tevens tracht men in de hoof den det bee
zoekcrs te hameren want er zyn harde kop*
pen bij! dat do ziekte het best beatreden
kan worden door naar den doktet te gaan.
Kwakzalvers kunnen geene wonderen verrich*
ten! Het middel van Eilers bestaat uit: vette
olie, ijzerpoeder, teer en petroleum; en een
geneesmiddel van het Staphorster boertje uit:
zoethout, sennabladen, kalmoeswortel, gem*
berwortel en zwavel. In het byzonder mag ook
de aandacht gevraagd worden voor de inzen*
ding van de Amsterdamsche vereeniging. Zy
geeft een duidelyk beeld (in diorama*vorm)
van de plannen van onzen Minister van Ar*
beid; het verdeelen van on* land in districten
waarby elk district voorzien wordt van een
consultatiebureau. In overleg met den huis*
arts wordt hier iStgemaakt, wat in het belang
van desn patient en van het gezin kan worden
gedaan. Op denzelfden stand ziet men oene
aanschouwelyke voorstelling van de lishtbe*
handeling van lupus^patienten.
De grootste inzending van d« geheelo ten*
toonstelling en teven* een der meest interes*
sante is die van het Koloniale Instituut. Men
vindt haar in het midden*paviljoen. De bedoe*
ling van hare uitstalling is, toe te hchten de
algemeene en de bijzondere maatregelen welke
in Nederlandschdndie in het belang der
volksgezondheid worden genomen en kunnen
genomen worden.
Als uitgangspunt dient de sterfte*statistick
der arbeiders bij de Senembah«Tabaks Mij. te
Deli. Men weet hoe door een doeltreffend hy*
gienisch stelsel de hooge sterfte daar binnen
normale grenzen is teruggedrongen. Dit is te
danken aan algemeene maatregelen als: onder*
zoek, statistiek, gecentraliseerde genpeskundi*
ge dienst, drinkwatervoorziening, woningtoe*
zicht, quarantaine enz., en door bijzondere
maatregelen tegen ziekten als: pokken, cholera,
mijnwormziekten, malaria, berisberi, typhus,
pest, framboesia tropica, geslachtsziekten, le»
pra, dysenterie enz. 't Is werkelijk frappant,
7.66 als men daar de gezondheidstoestand on*
der de arbeiders verbeterd heeft. Afschrik*
wekkend bijna Is de collectie wasmodellen
van verschillende huidziekten, in de eerste
plaats van de z.g. Framboesia tropica, zoo ge*
noemd omdat de uitslag het aanzien heeft van
frambozen. Het Koloniaal Instituut heeft den
waskunstenaar K. Kasten naar Indie gezonden
en deze heeft eene gansche verzameling was*
modellen gemaakt (in de natuurlijke kleuren)
die op sprekende wijze den emst van deze
ziekte in het licht stellen. Direct kan hieraan
echter toegevoegd worden, dat er een alleszins
afdoend middel tegen bestaat, het welbekende
Salversaan. Duizenden en nog eens duizenden
zijn hierdoor reeds van hun afzichtelijke kwaal
verlost en de tijd schijnt niet verre meer dat
ze geheel verdwenen zal zijn.
Helaas is men met andere huidziekten als
lepra nog niet zoover. Daarentegen mag er
nog wel even aan worden herinnerd dat men
er ook in geslaagd is de oorzaak van eene an*
dere Indische ziekte, de beri*beri, te ontdek*
ken. Die oorzaak school1 in het vcrwijderen
(bij machinale bewerking) van het zilvervlies*
je, dat den korrel van de rijst (het volksvoed*
sel in Indie) omsluit. Wij menschen kunnen
nu eenmaal niet gezond leven zonder die edel*
stoffen of vitamimen. Het ontdekken van de
oorzaak stelt thans in staat de ziekte afdoende
te bestrijden.
Eenigszins huiveringwekkend zijn de buisjes
met cholera* en pestsbacillen hier aanwezig, en
die misschien voldoende zyn om heel Amster*
dka te beasBeStsei.
Liever dan hierbfj lang sffttMtaan wandelen
wij daarom verder, en in hot bijzonder maak ik
u hierby attent op de inzending van het
..Deutsche Hygiene Museum" te Dresden, die
o, m. te zien geeft allerlei phantastisch»verlich»
te preparaten van organen en orgaandeelen
van mensch en dier, die doorzichtbaar gemaakt
zijn volgens eene zeer byzondere gepatenteer*
de werkwijze. Ook ziet men hier de ontwikka*
ling van de menschelijke vrucht op zeer duide*
lijke en belangwekkende wyzo voorgesteld.
Zeer bclangrijk zijn voorts vooral de inzen*
dingen van het Department van Arbe*d
(keuring van levensmiddelen, malariabestrij*
ding, eentraal laboratorium voor de volksge*
zondheld vleesehkeuring, volkshuisvegting en
drankweer) en die van de Amsterdamsche Ge*
meentebedryven en diensten, in het byzonder
natuurlijk de Gezondheidsdienst en de Genees*
kundigo dienst, alsmede de historische afdee*
ling. De volgende week hoop ik daaromtrent
wat te vertellen.
WAGENAAR Jr.
JACHTVOGELS.
KW ARTELS.
In de Jachtwet worden de kwartela onder
klein wild gerekend, evenala patryzem, waar*
aan zo zeer nauw verwant zijn.
De Kwartel (Coturnix ooturnix) bchoort tot
de familie der patry zen (Perdix) en komt, voor
zooverre het dea vorm betrcft, geheel overeea
m<*t dea gewonen patrya Da Kwartel la even*
wel zeer veel kleiner en als jachtvogel voor het
schietgeweer van weinig of geen betockenls.
Het vangen van kwartela geschiedde vrocger
veel met netten, en nog wordt deze Uefhebbe*
ry op sommiga plaatsen uitgeoefend. In oude
plakaten werd dit genoemd: „het weispel van
kwartelen" en deze uitdrukking I* ook over*
genomen in de bestaande Jachtwet.
De netten, voor het vangen benoodlgd,
worden uitgespacnen in de nabijheid van ko*
renveld'en, waarin zich kwartels ophouden. Do
kwartelvanger heeft in een schuilplaat* achter
het net post gevat en is voorzien van een zoo*
genaamd kwartelbeentje, d. i. een fluitje,
waarmede het geluid van het kwarteiwyfje kan
nagebootst worden. De miumetjes worden
hierdoor gelokt en vlicgen in het net, waarin
ze vast schakelen, zoodat ze levend govangen
worden. Ieder jaar wordt op de publicatiebor*
den aangekondigd, van wanneer tot wanneer
„het weispel van kwartelen met steekgarea of
vliegnet mag geschieden en tot het uitoefenen
or van heeft men noodig eenzelfde acta als
voor het vangen van waterwild met slagnetten
en het vangen van houtsnippen met laat*, war*,
of valflouwen, d.i. een zoogenaamde „kleiuo
jachtacte", die vijf gulden kost, onverminderd
het zegelrecht. Men kan dit alles nalezen in
de artikels 6 en 17 van de „Wet tot regeling
der jagt".
De kwartel heeft, evenals zyn familiegenoo*
ten, een kort, ineengedrongen lichaam, in ver*
gelyking waarvan de kop klein is. Hieraan
reeds kan men zien, dat hij tot de hoendervo*
gels gerekend moet worden. De mannetjes der
patryzen hebben sporen boven den achterteen
die men b(j de kwartelmannetjes te vergeefs
zoekt
Ook heeft de kwartel geheel onbevederde
voetwortels. De staart van den kwartel is klein
en wordt gewoonlyk hangende gedragen. Al*
leen bij gemoedsaandoeningen en vechtpartyen
wordt de staart opgericht. De vleugel* zyn
kort afgerond. De snavel is een weinig gebo*
gen, van voren bruin en verder vleeschkleurig.
Verder is het vogeltje gekenmerkt door geel*
roode oogen en licht vleeschkleurige pooten.
De vederen der bovendeelen zijn roestkleurig,
met zwart en wit gemarmerd. Elko staartve*
der heeft aan den rand een roestkleurige, sik*
kelvormige vlek. Op den kop ziet men drio
lichte strepen; de buik is witachtig, borst en
keel zijn roestkleurig en deze kleur is bij de
mannetjes begrensd door een flauw wittea,
zwartgezoomden halsband. Bij de wyfjes is de
keel wit en de borst zwart gevleki Meor wil*
len we niet van vorm en kleur zeggen, dbch
verder nog iets mededeelen aangaando de
eigenaardige levenswijze en het verbreidings*
gebied van dezen vogel, die zich in een ge*
deelte van het jaar meer laat hoorera dan wel
zien.
Vele dichters hebben gebezigd het woord
..kwartelslagen", en ze duiden daarmede iets
liefelijks aan. \Vie hebben dit liefelijke evenwel
meer te zoeken in den schoonen Ientetyd, wan*
neer de kwartel zijn eigenaardig ..slaan" laat
hooren, dan wel in het geluid zelf, dat niet
bijzonder mooi is, en in den paar* en broedtyd
zeer dikwijls gehoord wordt op plaatsen, die
geschikt zyn voor aestgelegenheid voor deze
vogels.
By velen leeft ook nog de meening voort,
dat de kwartels doof zyn. Het gezegde „doof,
NAZOMER IN DE PLUIMVEE-
WERELD.
Met het merkbaar korten der dagen U do
leg onzer kippen niet alleen aterk achteruitge*
gaan bij de overjarige hennen, maar staat by
de meesten geheel stop. De jonge vroegbroed*