Alkmaarsche Courant De Amsterdamsclie week. De Man met den Klompvoet Damrobrlefc. e Klppea en Bonljnen. Uit di Natuur, voor |ong en oud. Zaterdag 15 October. F e u i 11 e t o n. ML? IML Hondsrd Drie en Twintigste Jaargang, door Douglas Valentine. Geautoriseerde vertaling van W. E. P. Nadruk verboden) Ik ikwiarn hem tegen torn ze hem de gang induiwdcn het was vreeselijk. Grundt wil hem niet uit het oog verliezen. Oh, het was dwaasheid hier te komen. Ala ik je maar had kunnen waarschuwen „Wat dtoefc Grundt hier eigenlijk?" vroeg ik. „En wat beteekanen die soldaten en die of- fider?" „Beste" antwoordde zij etn haar oogen fon- kelddn plotseling toornig, „ik ben in voorloo pige hechtenis!" „Maar, Monica „Luister! Gerry en die spion van een knecht van hem maakten de zaak aan het no Hen. Toen De® dien avond wegging eni niet terug- kwam stond Gerry er op dat wij de politic er van im kennis zoudfen stelilen. Hij maakte een! vreeselijbe scene, toen kwam de 'knecht er aan te pas. en uit zijn woorden begreep ik dat hij kwaadl wildb. Ifc durfde Gerry die wiaarheid niet te zeggen, dus ik liet toe dat hi} een rne- dedeeling aan de politic zond. Ze twain en hier, steldbn een oneindig aan- tal vragen en gingen weer heen, dus toen dacht ik dat het zaakje afgeloopen was en ging h'ierheen. Gerry wildb niet meegaan. Hij is naar Baden getrokkan voor de een of ande- re nieuwe kuur. ,/Dmgeveer een week Sweden kwam de fean- ovsrfrstd tonrechter uit Kleef, die eem oud vriend vao ons is, met zijn auto hier^en na veel gepraat, kwam hij opcens voor den dag me ide mede- deding dat ik mijzelf in arrest kon beschou- wen en dat een' officier met een detachement manschiappen' uit Goch het huis z»uden komeni bewaken iDe goede m'an zou mij alles hd>ben verteld, wat ik weten wi'lde, maar Mji wisit zelfs niets: hij voerdte eenvoudig zijn orders uit. Toen (kwam de lui tenant met zijn manschap- pen hier aain en sindis dien tijd ben ik een ge- vangene in mijn eigen 'huis en op mijn eigen gnondgebied'. Ik was erg (bezorgd over Des totdat Grundt plotseling verscheen, twee da- gen geleden; a an zijn gezicht zag ik dadelijk, dat Des nog in vrijheid was. Maar Francis, die man: met dien klompvoet kwam hier om Des te vangen en Mji is gewoan in den val geloopen." „En Desmond^' vroeg ik. „Wlat is Klomp voet van plan met hem te doen." „Hij is wel een uur met Des "n zijn kamer gieweest en ik hoorde hem aan Solimalz vertel- ien, dat hij na het diner „nog eens probeeren zou." Oh, Francis, ik ben bans voor dien manhij heeft er met geen woord1 tegen mij over gesproken dat ik Desmond kende geen woord er over, dat ik Des in Berlijn heb geherbergd maar hij weet alles en hij let voortdurend op mij." Ik gluurde door de open d'eur in de halh iDe kaarsen brandden nog op de dinertafd, waar Klompvoet en de officier op gedtempten toon' zaten ie praten. t,Ik ben hier nu Tang genoeg geweest" zei ik. Miaar voordat He weg ga, moet je mij antwoorden op een' paar vragen, Monica. Wil je dat?" ,,-Jia, Francis" zei ze, mdj aanziend. „Hloe laat is de jach'tpartij morgan?" „Om tien uur." „Gaain Grundt en Schmalz ook rnee?" „Ja," „Jij: ook?" je tegen1 half 66n weer hier terug fcun- nenl zijni?" „Niet alleen. Een van hen gaat altijd met mij mee buitenshuis." ^Zou je mij: niet alleen kunnen oniirooeten omstredss den1 itijd, ergena buiiten?" „Eir is een steangroeve buiten een dtoipje QuelTenburg,op de grens van on® wildl- park, juist rechts van den- weg. We zoudten ongeveer zoo ver kunnen zijn tegen itwaatf. Als het noodig is, zou ik kunnen psroheeren te ontsn appeal' in een van de gnoeven daar. Als jij dian krwam en floot zou ik eruit kunnen ko- men." ,Goed. Dat zou uitstekend gaan. Laten we het zoo afspreken. Nkx een andere vraag hoeveel soldiateni heb je hier?" „Zestien." „Gaan ze allemaal als kloppers mee?" „0 neen! Maar tien van hen. De andere zes en de sergeant blijven' hier achter." „Heb je hier een auto?" xNeem, maar Grundt heeft er een." Hoeveel bedienden zul'len er morgen in huis zijn?" „AIleen Johann, de buttler en de meiden, cen keu'kenmeid eni twee kamermeisjes." ,,Kun je het z6o aanleggen, dat Johann het huis uit is tusschen tien en half een morgan- ochtend?" „Jia, ik kan hem1 maar Kleef zmden met een brirfje." „iDte meiden ook *di am kwwr,M* la g?snraril« ob ovaral bekrad Toch mag, op zijn zachtrt genomen, betwyfeld worden, dat de kw*rtel hardhoorend is, zooals men wil doen voorko* men. Zeker is het, dat het wyfje zeer vast broedt en gedurendo het broeden bfjna nim* mer het nest verlaat Komt men dan in haar nabyheid, dan bljjft ze roerloos zitten, als in een staat van verdooving zijnde, en dit heeft angetwyfeld aanleiding gegeven tot da bewe* ring der doofheid. Do kwartal is ovarigen* aeor schnw on leeft gewoonlyk vorscholen tusschen de lango graanhalmen of in het lange gras. Hij loopt zeer snel, zoodat men. wanneer men hem even heeft bespied, moeiliik opnieuw in het oog kan krijgen. Ook vliegt hij zeer snel, maar nooit hooger dan <ten k twee Meters boven den grond. Als de paartijd daar is, dan le- veren de mannetjes hevige gevechten en richten daarbij de korte staartvederen om- hoog; ook de andere vederen worden mln of meer opgericht, zoodat deze dieren er dan vrij verwoed uitzien. Het nest wordt eerst dan gemaakt, wanneer de meeste andere vo gelsoorten reeds in het bezit zijn van eieren en jongen, n.l. in de tweede helft van Juni of het begin van Juli. Vandaar het riimpje: In de ma and Md Leggen alle vogels een el, Benalve de kwartel en de sprlet, Die leggen in de Meimaand niet. Op sonnni^e plaatsm worden er nog aan toegevoegd ae regels: Maar in den ^tooibejonw" En dan krijgen ze berouw. Dat berouw krijgen in den hooitijd, moet alzoo beduiden, dat er dan vde nericn be- schadigd en veraield worden door zeis en maaimachine. Zoo'n nest ziet er zeer eenvoudig uit. 't Is alleen een kleine ultholling in den grond en daarin worden enkele gTaan- of grashalmen gelegd: ziedaar, het huwdijksbootje. Hierin worden gelegd ongeveer 12 eieren, soms wel 16, die in verhouding tot den: vogel tamelijk froot zijn. Ze zien er glanzig uit, zijn licht- ruin van kleur en bedekt met donkerbruine stippen en vlekken. Nadat het wijfje 18 h 20 dagen heeft gebroed, komen de jongen te voorschijn, die dadelijk na de geboorte het nest verlaten en dan reeds vrij vlug de been- tjes kunnen reppen. Ook groeien de jonge kwarteltjes vrij snel, wat, met het oog op het reeds spoedige vertrek naar de winterkwar- tieren goed te pas komt. Zoo heel lang vertoeft de kwartel niet bij ons te lande. Eerst in het begin van Mel laat hij zich hier zien en reeds in September is hij tot vertrek gereed. Enkele blijven1 tot October, doch vele verhuizen niet verder dan tot in het Zuiden van Europa. De verhuizin- gen over de Middellandsche Zee hebben dik wijls plaats in vluchten van vele duizenden biieen, doch ook in Zuid-Europa en Noord- Afrika is men, naar het schijnit, nogal op kwartelboutjes gesteld, want vela kwartela worden er opgevangen. In den zomertijd vindt men kwartels in het geheele gematigde Europa en ook in het war- mere Zuidelijk deel. En ook in Noord-Afrika, in Azie tot in Hindostan komen deze volgela broedende voor. De Kwartel mag, evenala de Wachtelko- ning, tot de vogels gerekend worden, die voor den landman in het verborgen weldoea Hij voedt zich hoofdzakelijk met dierlijk voedsel, bestaande uit wormeo, slakken, in- secten en hun maskers. Ook gebruiken ze wel plantenvoedsel, doch niet veel anders dan zaden van grassen en onkruiden, die voor landbouwer en veehouder weinig of geen waarde hebben. Een enkel graankor- reltje daartusschen, dat andera toch verloren zou gaan, mag ook al als geen verlies aange- merkt worden. Dat de Kwartel ook Wachtel wordt ge noemd en de Wachtelkoning dikwijls met den naam Kwartelkoning bestempeld wordt, be- wijst wel, dat er tuschen deze vogelsoorten een nauwer verband gezocht wordt, dan er in werkelijkheid bestaat. De levenswijze van beide vogels is vrijwel gelijk; beide levert ze in het verborgen, doch ze behooren tot tame lijk uiteenloopcnde orden. De Kwartel be- hoort tot de orde der Raxores of Krabvogels en tot de familie der Perdicidae of Patrijzen: de Wachtelkoning evenwel moet gerekend worden tot de orde der Curxores of Loopvo- gels en tot de familie der Rallidae of Ralach- tigen. De kwartel moet men zoeken in het bouwland, de wachtelkoning leeft liever in het lange gras der hooilanden. J DAALDER D Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen „Jia, de meiden ook." „Goed. Wil je jnu nog voor d5ng zor- fen' het nuoeilijlkBte van alles? He zou wil- len, dat je ecu boodsehap aan Desmond bracht. Kun je dat klaarspelen?" Vertel me, wat je boodschap la, dan loan ik je vraag beaubwoorden." -,It wou, dat je hem zeide, dat hfl Grundt tot elfcen pnija moet wcerhoudbn morgen op de jacht te gaanin elk geval niet tus schen1 tien en1 twaalf. HSj moet Grundt laten gelooven, dat hi} hem1 za] vertellen, waar Grundt het document kan vinden, dat hi} zoektmaar Mi moet hem gedurende die uren in onzekerheid laten*." „En dlaarna?" „Ejr zal geen1 „dlaama" zijn" zei ik. Iik zal zorgen dat .Des je boodschap krijgt", antwoordde Monicai, ,,ik zal die zelf overbren- gen". „Nleen, Mlonicazei ik, „ik wil niet dat je „Francis"zij sprak bijna fluisferend „Mijn leven in dat land is voorbij" en* zi} wees op haar weduwklced' „Karl werd bij1 Predeal gedood drie weken geleden Je weet even' goed1 als it. dat ik evenzeer in deze zaak betrokkeni ben als jij en Des en ik wil alles wagen als je mij maar met je mee wilt nemen1... ik bedoel, wan neer je Haar stem begaf haar Ik hoorde het versdhuiven van' «teelen in den hoelk van' db hall, waar de gasten van tafel opsionden. ;,iDe Fran Graf in heeft slechts te beyelen," zei ik. 'Mevrouw de 'Gravin weet, dat ik jarea gewacht heb Klompvoet 'kwam' door de hail gestrom- peld naar de open deur. Ik kon niet verwachten, diat, me- ▼aa weblittB Ho. CT2 (aotaw M«wr) stand: Zwart: 1, 4, 9, 12, 13, 14, 1 9, 21, 22, 35, 41. Wit: 24, 25, 26, 28,29, 30, 33, 34, 38, 39, 42f 43, 44, 50. Oplosslng 1. 28—23 1. 19:28 1 29—23 2. 18:49 3. 50-44 3. 49 40 4. 42—37 4. 41 :32 5. 38 7 5. 1 12 6. 33 11 6 16 7 7. 2610 7 4:15 8. 39—34 8. 40 20 9. 25 3 9. 35 24 waama wit door 3—20 (zw. 24—30) an 20—29 wiat. Goede oplossingan ontvlngen wij vaa da heeren W. Blokdijk, P. Dekker, J. K. P. Dirk- se, D. Gerling te Alkmaar, J. Smit te Heer- hugowaard en B Vellinga te Rotterdam. UIT DE PARTIJ. In een partij, te Bordeaux gespeeld, zag die heer Vidal een goeden lokzet: Zwart: 3, 7, 8, 9, 10, 13, 16, 18, 19, 2», 26, 30. Wit: 22, 25, 27, 32, 33, 34, 36, 38, 39. 42, 45, 48. Alls wit nu opeeltii: 1. 21—17 en zwart wil door 1. 7—13 een,' schljf probeeren te winnen, dan laal wit volgea: 2. 42—37 2. 12 21 3. 27—22 3. 18:27 4. 34—29 4. 23 49 5. 38 49 5. 27 29 6. 25 5! EINDSPEL. Wit wint in het volgende eindspel: Zwart: 36, 39. Wit: 28 en 2 dammen op 4 en 37. door eenvoudig 2218 te spelen. Zwart moet dan 36—41 6pelen (omdat 3731 dieigt). Wit slaat 37 46 en zwart speelt 3944 Wit 2218 en waar nu zwart op dam gaat, zei wit zijn dam van1 46 cr voor en wini Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 673 van J. BERGIER. Zwart: 1, 3 8, 10, 11, 13, 14, 17, 19, 21, 22. 24, 25, 27. i8. Wit: 30, 33740, 42, 43, 45/48. Oplossingen v66r of op 20 October, Bu reau van dit Blad. vrouw de Gravin z66 goedgunstig zou,zijn Ik had nooit durven hopen, dat mV vrouw de gravin zooveel voor mij zou hebben willen doen Mevrouw de Gravin heeft mij zeer gelukkig gemaakt." iKlompvoet stond op den* drempel en IwV terd'e naar mijn stamelend'e d*ankbetuigiingen. „Jle kunt je goed' mecbrengen, wanneer je morgen komtziei Monica. „De jacht* opziener zal je zeggen, hoe laat je hier moet zijn." Toen zond zij: tni} weg, maar terwijl ik heenging hoorde ik haar zeggen1: „Herr 'DOk'tor! Kan ik een oogentoEk met a spreken?" Hoofdstuk XVriL ft ga verder mi Met verkaaL Ik was in de bfljarfkamer van het basfeel, een muffe kamer, die blijkbaar weinig ge- hruikt werd, want het rook er vochtig. Toch brandlde er een' vuur in d'en haandi, en* op een tafel1 In den hoek, die bezaafd was met papie- ren, stond een alktendoos. Klompvoet droeg een smoking en toen hij iachte, schudde zijn witte ovehhemd mee Voor een oogenblifc echter dacht ik weinig aan hem of aan d'e grimmig-nitziende Browning, d'ie hi} in de vuist Meld'. Mliln ooren waren gespitst op ieder geluid', dat de tegenwoord- digheid van Francis in den tuin Icon verra- den Maar alles bleef stil als het gral. Klompvoet kwam, nog hoorbaar grinne- kend, naar mij toe. Ik dacht, dat hi} mij wilde doodschieten, hij kwam zoo regelrecht en zoo snel op mij1 af, maar het was alleen maar om achter mij te komen en die deur te sluiten zoo- XCIV. Da Internationale Hygiene* tentoonstelling. Jui»t nan weak geleden, op Zaterdag 8 Ob* tober 1.1., is in het Paleis roor Volksvlijt gs* opend da Internationale Hygienetentoonstel* ling, kort-wag naar modernen trant go* haeten: da I. T. H. A. Het plan tot de organisatie ran deze tan* toonstelling is geboren uit het inzicht, dat de tegenwoordige generatie roor de oyergroote meerderheid de vreldaden van eene geregelde zorg voor de gezondheid niet kent, of zelfs ge* ringschat, en dat deze geringschatting in hoofdzaak berust op gebrek aan kennis van het menschelijk organisme en van de levens* voorwaarden. De tentoonstelling wil de ge« dachte verwezenlyken, die alle vooraanstaan* de hygienisten reeds sedert jaren in hun boe* zem dragen, de gedachte, de regelen der ge* zondheidsleer in alle kringen der bevojking bekendheid te doen verkrijgen, de menschen tot het bewust zyn te brengen, dat de gezond* heid de eenige bron is van menschelijk geluk, van lichamelijk en zedelijk welzijn, en een ieder op overtuigende wijze duidelijk te ma* ken, dat het in de macht van elk individu ligt, zijne gezondheid en zyne krachten te behou* den en te verhoogen. Ziedaar de eenvoudige waarheid, vraarvan de samenstellers van deze tentoonstelling zijn uitgegaan. Het is de secretaris van de ten* toonstelling, de Amsterdamsche geneesheer dr, M. de Hartogh, die op deze wijze dio waar* heid onder woorden heeft gebracht En hi] is natuurlijk niet de eenige. Het zelfde motief kan men vinden in de uitspraken van tal van autoriteiten en geleerden, opgenomen in den catalogus van deze tentoonstelling, en in da re* devoeringen waarmeda de Minister van Ar* beid, Mr. Aalberse en de Voorzitter van do tentoonstelling, dr. Abraham* (oucWethoudor voor de Volksgezondheid te dezer stede) do tentoonstelling openden, Wat er ook door do overheid gedaan wordt ter bevordering van de volksgezondheid, al dat werk is half work, levert niet het voile rendement op, ala die werkzaamheid niet gedragen wordt door het bewustzijn bij ons volk*zfelf dat de getroffen hygienische maatregelen noodzakelijk zijn, al* dus de Minister. De tentoonstelling is dus niet in de eerste plaats eene wetenschappelijke ten* toonstelling, al ontmoet men de wetenschap, onze trouwe en onvermoeide helpster in den strijd tegen de volksziekten, ook overal op de tentoonstelling. De I. T. H. A. richt zich in de eerste plaats tot u en mij, lezer en lezeres, tot het publiek. Zij wil niet zoozeer de wetenschap als wel de hygienische maatregelen populariseeren. En zoo h ebb en de aanstichters dan ook zelfs de dichtkunst te hulp geroepen om het publiek te bereiken. Clinge Doorenbos wijdde de volgende rege* len aan de Eubiothiek, anders gezegd: de Le» venskunst. Zet open je deuren en ramen Al lijkt het een stadsmensch wat kil. Op Burgers! Te wapen! Te wapenl Past op de Tuberkebbacil! Eenvoudige, krachtige voeding, Wees zind'lijk, spuw niet op den grond, Laat lucht en laat licht in uw woning, Je hand als je hoest voor je mond. Men ziet het: 'tis dezelfde goede raad die hygienisten zelven u geven. Alleen is Clinge Doorenbos een beetje ondeugend daarbij (on* deugend maar waar!), want hi} eindigt aldus: Heb j' al deze dingen gelezen En al deze wenken gezien, Ga dan, op een zonnigen morgen, Op stap tusschen achten en tien, Geniet van het kloppen van kleedjes, Dan kun je daama, met fatsoen, (Je hebt zelfs nog kans op „cum Iaude") Examen voor stofzuiger doen. Het is eene waarheid, eene lachende waar* heid, die de autoriteiten maar eens ter harte moeten nemen. Eenerzijds worden millioenen uitgegeven voor allerlei maatregelen in het belang der hygiene, maar anderzijds staat de overheid toe dat die maatregelen buiten wer* king worden gesteld, althans dat de goede wer* king ervan verhinderd wordt. De les in de hygiene die wij krijgen op de tentoonstelling wordt dag aan dag op den openbaren weg te schande gemaakt met medewerking van de Eene roornamo plaats noemt op dew ten* toonstelling natuurlijk de tuberculose»bestrij ding in. De verschillende vereenigingen en in* stellingen, die op dit gebied werken, zooals: de Nederlandsche Centrale Vereeniging, de Amsterdamsche Vereeniging, de R. K, Ver* eeniging en de Finsen»inrichting te Heerenveen hebben samen een stand gevormd, en maken op eenvoudige wijze aan het publiek duidelijk welke de oorzaak is van het ontstaan en het blijven voortbestaan van de tuberculose, eene ziekte waaraan naar men weet jaarlyks meer dan tiendulzend personen hlertelande overI(jden. Men krijgt nu onder den micros* coop den tuberkel*bacil*zfclf te zien. Men ziet hoe klein zoo'n bacil is, bijv. vergeleken by een knop van een speld, en begrypt hoe ge* makkelyk cen hoestende, opgevende tubercu* loselijder by'v. een te voren gezonden zuige* ling, een gezond ander kind of een gezonden volwassene kan besmetten. Ook wordt nog eens duidelijk gemaakt en dit kan evenmin genoeg herhaald worden dat slechte voe* ding, verkeerd bewoond huizen (waar het licht buitengesloten wordt door dikke gordy* nen, het waschgoed te drogen hangt in de woonkamer, het eten gekookt wordt enz.) kunnen meewerken tot het voortwoekeren en het verbreiden van de „witte pest". En het* zelfde geldt voor slechtgebouwda woningen, misbruik van alcohol enz. Tevens tracht men in de hoof den det bee zoekcrs te hameren want er zyn harde kop* pen bij! dat do ziekte het best beatreden kan worden door naar den doktet te gaan. Kwakzalvers kunnen geene wonderen verrich* ten! Het middel van Eilers bestaat uit: vette olie, ijzerpoeder, teer en petroleum; en een geneesmiddel van het Staphorster boertje uit: zoethout, sennabladen, kalmoeswortel, gem* berwortel en zwavel. In het byzonder mag ook de aandacht gevraagd worden voor de inzen* ding van de Amsterdamsche vereeniging. Zy geeft een duidelyk beeld (in diorama*vorm) van de plannen van onzen Minister van Ar* beid; het verdeelen van on* land in districten waarby elk district voorzien wordt van een consultatiebureau. In overleg met den huis* arts wordt hier iStgemaakt, wat in het belang van desn patient en van het gezin kan worden gedaan. Op denzelfden stand ziet men oene aanschouwelyke voorstelling van de lishtbe* handeling van lupus^patienten. De grootste inzending van d« geheelo ten* toonstelling en teven* een der meest interes* sante is die van het Koloniale Instituut. Men vindt haar in het midden*paviljoen. De bedoe* ling van hare uitstalling is, toe te hchten de algemeene en de bijzondere maatregelen welke in Nederlandschdndie in het belang der volksgezondheid worden genomen en kunnen genomen worden. Als uitgangspunt dient de sterfte*statistick der arbeiders bij de Senembah«Tabaks Mij. te Deli. Men weet hoe door een doeltreffend hy* gienisch stelsel de hooge sterfte daar binnen normale grenzen is teruggedrongen. Dit is te danken aan algemeene maatregelen als: onder* zoek, statistiek, gecentraliseerde genpeskundi* ge dienst, drinkwatervoorziening, woningtoe* zicht, quarantaine enz., en door bijzondere maatregelen tegen ziekten als: pokken, cholera, mijnwormziekten, malaria, berisberi, typhus, pest, framboesia tropica, geslachtsziekten, le» pra, dysenterie enz. 't Is werkelijk frappant, 7.66 als men daar de gezondheidstoestand on* der de arbeiders verbeterd heeft. Afschrik* wekkend bijna Is de collectie wasmodellen van verschillende huidziekten, in de eerste plaats van de z.g. Framboesia tropica, zoo ge* noemd omdat de uitslag het aanzien heeft van frambozen. Het Koloniaal Instituut heeft den waskunstenaar K. Kasten naar Indie gezonden en deze heeft eene gansche verzameling was* modellen gemaakt (in de natuurlijke kleuren) die op sprekende wijze den emst van deze ziekte in het licht stellen. Direct kan hieraan echter toegevoegd worden, dat er een alleszins afdoend middel tegen bestaat, het welbekende Salversaan. Duizenden en nog eens duizenden zijn hierdoor reeds van hun afzichtelijke kwaal verlost en de tijd schijnt niet verre meer dat ze geheel verdwenen zal zijn. Helaas is men met andere huidziekten als lepra nog niet zoover. Daarentegen mag er nog wel even aan worden herinnerd dat men er ook in geslaagd is de oorzaak van eene an* dere Indische ziekte, de beri*beri, te ontdek* ken. Die oorzaak school1 in het vcrwijderen (bij machinale bewerking) van het zilvervlies* je, dat den korrel van de rijst (het volksvoed* sel in Indie) omsluit. Wij menschen kunnen nu eenmaal niet gezond leven zonder die edel* stoffen of vitamimen. Het ontdekken van de oorzaak stelt thans in staat de ziekte afdoende te bestrijden. Eenigszins huiveringwekkend zijn de buisjes met cholera* en pestsbacillen hier aanwezig, en die misschien voldoende zyn om heel Amster* dka te beasBeStsei. Liever dan hierbfj lang sffttMtaan wandelen wij daarom verder, en in hot bijzonder maak ik u hierby attent op de inzending van het ..Deutsche Hygiene Museum" te Dresden, die o, m. te zien geeft allerlei phantastisch»verlich» te preparaten van organen en orgaandeelen van mensch en dier, die doorzichtbaar gemaakt zijn volgens eene zeer byzondere gepatenteer* de werkwijze. Ook ziet men hier de ontwikka* ling van de menschelijke vrucht op zeer duide* lijke en belangwekkende wyzo voorgesteld. Zeer bclangrijk zijn voorts vooral de inzen* dingen van het Department van Arbe*d (keuring van levensmiddelen, malariabestrij* ding, eentraal laboratorium voor de volksge* zondheld vleesehkeuring, volkshuisvegting en drankweer) en die van de Amsterdamsche Ge* meentebedryven en diensten, in het byzonder natuurlijk de Gezondheidsdienst en de Genees* kundigo dienst, alsmede de historische afdee* ling. De volgende week hoop ik daaromtrent wat te vertellen. WAGENAAR Jr. JACHTVOGELS. KW ARTELS. In de Jachtwet worden de kwartela onder klein wild gerekend, evenala patryzem, waar* aan zo zeer nauw verwant zijn. De Kwartel (Coturnix ooturnix) bchoort tot de familie der patry zen (Perdix) en komt, voor zooverre het dea vorm betrcft, geheel overeea m<*t dea gewonen patrya Da Kwartel la even* wel zeer veel kleiner en als jachtvogel voor het schietgeweer van weinig of geen betockenls. Het vangen van kwartela geschiedde vrocger veel met netten, en nog wordt deze Uefhebbe* ry op sommiga plaatsen uitgeoefend. In oude plakaten werd dit genoemd: „het weispel van kwartelen" en deze uitdrukking I* ook over* genomen in de bestaande Jachtwet. De netten, voor het vangen benoodlgd, worden uitgespacnen in de nabijheid van ko* renveld'en, waarin zich kwartels ophouden. Do kwartelvanger heeft in een schuilplaat* achter het net post gevat en is voorzien van een zoo* genaamd kwartelbeentje, d. i. een fluitje, waarmede het geluid van het kwarteiwyfje kan nagebootst worden. De miumetjes worden hierdoor gelokt en vlicgen in het net, waarin ze vast schakelen, zoodat ze levend govangen worden. Ieder jaar wordt op de publicatiebor* den aangekondigd, van wanneer tot wanneer „het weispel van kwartelen met steekgarea of vliegnet mag geschieden en tot het uitoefenen or van heeft men noodig eenzelfde acta als voor het vangen van waterwild met slagnetten en het vangen van houtsnippen met laat*, war*, of valflouwen, d.i. een zoogenaamde „kleiuo jachtacte", die vijf gulden kost, onverminderd het zegelrecht. Men kan dit alles nalezen in de artikels 6 en 17 van de „Wet tot regeling der jagt". De kwartel heeft, evenals zyn familiegenoo* ten, een kort, ineengedrongen lichaam, in ver* gelyking waarvan de kop klein is. Hieraan reeds kan men zien, dat hij tot de hoendervo* gels gerekend moet worden. De mannetjes der patryzen hebben sporen boven den achterteen die men b(j de kwartelmannetjes te vergeefs zoekt Ook heeft de kwartel geheel onbevederde voetwortels. De staart van den kwartel is klein en wordt gewoonlyk hangende gedragen. Al* leen bij gemoedsaandoeningen en vechtpartyen wordt de staart opgericht. De vleugel* zyn kort afgerond. De snavel is een weinig gebo* gen, van voren bruin en verder vleeschkleurig. Verder is het vogeltje gekenmerkt door geel* roode oogen en licht vleeschkleurige pooten. De vederen der bovendeelen zijn roestkleurig, met zwart en wit gemarmerd. Elko staartve* der heeft aan den rand een roestkleurige, sik* kelvormige vlek. Op den kop ziet men drio lichte strepen; de buik is witachtig, borst en keel zijn roestkleurig en deze kleur is bij de mannetjes begrensd door een flauw wittea, zwartgezoomden halsband. Bij de wyfjes is de keel wit en de borst zwart gevleki Meor wil* len we niet van vorm en kleur zeggen, dbch verder nog iets mededeelen aangaando de eigenaardige levenswijze en het verbreidings* gebied van dezen vogel, die zich in een ge* deelte van het jaar meer laat hoorera dan wel zien. Vele dichters hebben gebezigd het woord ..kwartelslagen", en ze duiden daarmede iets liefelijks aan. \Vie hebben dit liefelijke evenwel meer te zoeken in den schoonen Ientetyd, wan* neer de kwartel zijn eigenaardig ..slaan" laat hooren, dan wel in het geluid zelf, dat niet bijzonder mooi is, en in den paar* en broedtyd zeer dikwijls gehoord wordt op plaatsen, die geschikt zyn voor aestgelegenheid voor deze vogels. By velen leeft ook nog de meening voort, dat de kwartels doof zyn. Het gezegde „doof, NAZOMER IN DE PLUIMVEE- WERELD. Met het merkbaar korten der dagen U do leg onzer kippen niet alleen aterk achteruitge* gaan bij de overjarige hennen, maar staat by de meesten geheel stop. De jonge vroegbroed*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5