Alkmaarsche Courant Voor mij alleen. In en om „de brandende stad". Woensdag 2 November. F e n i 11 e t o n. S®7 1921. Honderd Orie en Twintlgste Jaargang. (Vervolg.) Met bijzondere welwillendheid worden wij in keranis gebracht met alle onderdeelen; drie deskundigen uit de fabriek zelf stellen zich te onzer beschikking en, van de ont- werpen der ingenieurs af tot aan de volko- men gereed zijnde locomotief toe, zien wij de conceptie van den vernuftigen, mensch zich verstoffelijken in ij-zer en staal. Het is van stap tot stap een tocht vol verrassingende gedachte op het papier gezet, de teekening uitgewerkt in houten vonnen soma, door zeer bijzonder kundige werklieden, recht- streeks als het ware uitgebeiteld in den zandvorm, die het gietsel moet opnemen de houten vormen ingegraven in den bodem, daarna het hout verwijderd en de vorm met vloeibaar ijzer of staal gevuld, dan de zorg- vuldige afwerking van de aldus verkregen ijizeren of stalen onderdeelen, eindelijk de bij- eenvoe^in'*' tot het groote, kolossale ^evaar te, dat een trein dwars door America twee oceanen zal doen verbinden. En inmiddels, terwijl we dat zien, roll en over onze hoofden de beweegbare bruggen met niet te becijife- ren zware lasten, beuken de haulers en dreu- neni ratelend de electrische drijvers, die de bouten inklinken in de van te voren met auto- matiSche kracht en matemathische precies- heid ingeboorde gaten. Het is soms een weel- de van lijn en kleur, als het gesinolten staal in gloeiende gulpera den oven verlaat of wanneer peezige mannenarmen de machines te hulp komen en dirigeeren naar den wil van den meester. Bit herhaling zijn het too- neelen voor onzen Heyenbrock met zijn voor- liefde voor de flitsende glansen van kokend metaal en de victorieuse, domineerende geste van den gespierden arm. En evenals gis- teren denken we aan Verharen, dien ge- weldige, en onwillekeurig zien we zijn „Pas- seur d'eau voor onze oogen, zijn „Passeux d'eau", die, na alle teleurstelling: Se prit h travailler si fort Que tout son corps craqua d'efforts, Et que son coeur trembla de fievre et d'epouvante. 'Want het is een glorieus schopwspel, dit spel van den- metaalbewerker met de gloeien de ertsen. En avant, chauffeur! Het duizelt ons: de stilte buiten, de hoog- te van den hemel-koepel, de frissche lucht werken even als eenc verdooving. Maar dat gaat gauw voorbij. Terug naar het centrum gaan we, naar het oude, imponeerende paleis van den1 gouverneur, dat terugwijst naar de eerste helft der XVIe eeuw, toen het de zetel was der vorst-bisschoppen. We worden er be- groefc door den heer Horrent, directeur- hoofdredaeteur van het .Journal de Ltege", die ons voor de officieele ontvangst door den gouverneur der provincie aan dezen voor- stelt. In de groote receptie-zaal, waarvan de oorspronkelijike renaissance-stijl, wat archi- tectuur betreft, zuiver is bewaard, spreekt hij tot ons zijn eerste woord is er een van dankbaarheid jegens Nederland voor wat dit voor Belgie en speciaal voor de bewoners der provincie Luik heeft gedaan, toen de Duitsche inval zooveel rouw en ruine bracht. Die hulp was niet vergeten en zou niet ver- geten1 worden. Zij was onafscheidelij-k verbon- den aan het leed van den oorlog. Sedert wa- ren -i-,!" hii' w'lde het niet ontkennen J?-0!61!1-. ,?erezen> wrijvingen, die eene nidelijke verwijdering tusschen de beide vol- keren hadden veroorzaakt, doch hij wilde die net liefst beschouwen als malentendus, die zouden verdwijnen en plaats maken voor ®ude hartelijke betrekkingen, Daarom achtte hi] deze ontmoeting der journalisten een goede zaak. Zij- kon krachtig medehelpen om de vnendschapsbanden nauwer aan te h-alen, het uur der wederzijdsche vertrouwen te doen herleven. Daarna sprak hij over de gruwelijke ver- woestingen, door de Duitschers aangericht en vestigde, vervolgens de aanda.ht op den krachtiigen arbeid der reconstructie en van het economised herstel, dat het land te zien geeft, met name in de provincie Luik Hii was overiuigd, dat wij ons daarover zouden yerheugen en terwijl hij ons onder de hoede der Luiksche gastvrijheid aangename uren toewenscht, drukte hij' de verwachting uit dat Bel fie en Nederland beiden daarvan het goede gevolg zouden ondervinden. Het was een hartelijk en een ongekunsteld woord, dat de heer Gregoire had gesproken Daarop ingaande, sprak de woordvoerder der Nederlandsche journalisten over de vriendelijke ontvangst, hun bereid, over hun Door Andre Corthis. Geautoriseerde vertaling van W. E. P 4) De eesnste d'agen dmt Lagahde waren niet zoo freurig, als we geyreesdl hadden. Af onze ra- men hadden het uitzicht op de velden en- we hadden het prachtiigc fandschap altijldl voor ons. We vonden het heerlijk een tuin te heb- ben, die hoog boven' de vlakte tag, en van- waar we deni weg konden zien en, wat veixier, de Rhone en1 die lange, kale heuvelrijen, die voortd'urend van kleur veranderden. En ten slotte was de ontvangst die ons teni deel! viel van de z de der eenvoudige burgerij, en omge- vrng, waarin mijni grootmoeder van moederis kant had verkeerd, niet vij and'ignieuwsgieriig waren ze natuur'ijk wet. Guicharde had het heel juist opgemerkt, die treurige geschiede- ois was a!1 zioo lang geledlen1 en zulk een cmbe- sproken gedrag was er op gevolgd! iM'aar moeder wilde toch liever niet uit- gaan. Zij1 wende zich aan alleen's Zondaigs ait hiuis te komen. wanneer zij naar de vroeg- ute ff'mg, •iigcn'lijk oimdat »j vond. dat dat, mcum, waaii jpsdidMuitig was aj aiai Oui- waardeering van deze officieele receptie in het oude historische paleis en over de be- wondering, die zij gevoelden bij hetgeen1 zij reeds aan herleving en1 aan verdubbelde ener- gie gezien hadden' in deze mooie prvoincie, waar industrie en natuur wedijveren in rijk- dom. Hij meende, dat ontmoetingen als deze groot nut konden hebben, omdat eene pers, die zich hare verantwoordelijkheid be- wust is. een machtige hefboom kan zijn om de publieke opinie in goede richting te lei- den. Met vreugde had hij de erkenning der dankbaarheid1 vernomen, die de Belgen be- waarden voor Nederland's hulp. en met niet minder voldoening de verklaring gehoord, dat de sedert ontstane wrijvingen als malen tendus moesteni worden beschouwd en zoo spoedig mogelijk dienden te verdwijnen. Hij hoopte, dat dit bezoek daartoe mocht medewerken en, terugkeerende tot het doel van het bezoek, verklaarde hg, dat de Neder landsche journalisten niet al te zeer verwon- derd waren over den wederoubouw en den nieuwen bloei der Waalsche industrie. Zij wisten imnters, dat deze provincie het eerst den herstellenden arbeid zou aanvangeni, zooals zij, de eerste geweest was om' het hoofd te bieden en hoe! aan den' geweldigen eersten aanval van den vijiand. Hij achtte den gouverneur gelukkig, eene dergelijke rovincie te regeeren en wenschte hem toe ier en in zijn land de oude welvaart te zien hersteld en aan Belgie de zegeningen te zien hergeven van een niet meer gestoorden vreae. De schuimende champagneglazen werden omhoog geheven. Een handdruk besloot deze korte internationale gedachtenwisseling. Zelf geleidde de gouverneur ons rond door het imposante gebouw, waar, behalve zijne per- soonlijke vertxekken, ook de zalen der pro- vinciale regeering en de zetel de rechtdijke colleges zijn te vinden. Hier en daar werd ons gewezen gp histo rische herinneringen: een kamer, waar Na- polen sliep, enkele zeer mooie stijlmeubelen, gobelins van Vlaamsche meesters. boiseries van onmiskenbare waarde. „Les Hollandais sont der connaisseurs, je le sais", zeide de hoffelijke gastheer, en' waarschijnlijk maak- te h:j daarom zijn verontschuldigingeni voor de waardelooze espagnolettes en deurkruk- ken. ..Que voulez-vous, Messieurs, les Alle- mands ont pris ceux qui y etaient avant; le beau quivre bronze a dfi leur servir pour la fabrication de leurs projectiles!" Het bezoek was ten' einde. Nog even1 sloe- gen we een blik op de opmerkelijke zuilen- gaanderijen, die twee groote binnenpleinen omringen, en weldra zaten we in ons hotel aan een, lunch, waar behalve vertegenwoor- digers der Luiksche industrie, kolonel Naes- sens. de verdediger van het fort Loncin het laatate fort, dat in 1914 door de Duit schers genomen werd, nadat het tot eene ruine was geschoten ons opwachtte. Aan hem. zijn wij een onvergetelijke herin- nering verschuldigd. Hij zou ons geleiden naar de plek, waar den 15en Augustus 1014 de strijd ont Luik eindigde, toen, wat er van de bezetting restte, onder de puinhoopen werd bedolven, en van waar hij zelf met wonden overdekt, gedeeltelijk verbrand, on der een stuk muur werd weggehaald, meer dood dan levend: „un damne 6vad.e de l'en- fer", zooals de historieschrijiver hem noemt. Hij en de weinige overlevenden hadden' ech- ter eene glorie, deze, saamgeperst in den uitroep: Le fort de Loncin ne s est pas rendu! Neen, het had zich niet overgegeven. Het was in de lucht gesprongen. Zijn comman dant en zijn troepem hadden hun woord, hun wachtwoord, gehouden: On ne se renldra pas! Over dat bezoek aan het fort en1 onze laat- ste indrukken in de provincie Luik nog eeni- ge mededeelingen in een derde artikel. A- J. B. B. ProTlnciaal Nienws UIT KOEDIJK. Vervolg raadsvergadering.) De verordening op het beffen van school- gelden. B. en W. stelden een progressieve regeling voor welke iets meer van de bewoners vorder- de dan de door den heer Hart voorgestelde regeling, later door B. en W. overgenomen en door den raad z. h. s. aangenomen. De regeling is nu zoo, dat van 1000 tot 1260 inkomen een schoolgeld van 2.60 verschuldigd is. Van f 1251 tot 1500 3, van f 1501 tot 1750 4, van 1751 tot 2000 6, van 2001 tot 2500 9, van 2501 tot 3000 13, van 3000 tot 4000 18, van 4001 tot 5000 24, van 5000 en hooger 30 per leerling. De heer v. d.Woude kon zich met de ta- rieven voor de lagere scholeni wel vereenigen, doch vond het tarief voor het vervolgonder- wijs wel wat hoog. Spr. stelde voor dit als volgt te regelen van 1000—/ 1250 1, van 1251 tot 1500 2, van 1501 tot 1750 3, van 1751 tot 2000 4, van 2000 tot 2500 cbarde nam dddelijfc de zorg voor de huis- houden op zich, besliste in alles en deed alles goed ook. Zij ging elken morgen met ons dienstmeisje naar de marict en kwam vender eigenlajfc de dteur niet uit. En ik ging in mdjn eentje op omitdefciknigstochten uit in de stad, niet in de nieuiwe wijken, waar het witte r-aad- huis stond1 een de school met de 'groote ven- sters, dlaiti vond ik alles leeldjk; maar ik zocbt hij, voorkeur het oude gedeelte met het pla- vedsel van puntige keien, die paleizen, waar kaTdinailen! woonden1 en veldheeren, met prach- tige, klinkende namen, die de armste men- schen mij alien konden noemen, de kromme straatjes met gewelfde poortjes, waarin een geziicht met door dleni tijldl gehavendc lippeni of een verweerde .acanthusbloem gebeeldhouwd was, de nauwe pleinen, de balkons van smeed- ijzer, die in hun vlecMwenk initialien! of spreu- ken vertoonden. Maar e6n keen todi, Tiep ik de heele 'buiten- wijk door en igtilng lang® „la Glioche", het land- goedl Van, de Laudiargues, en ik zag tusschen 'belt hek, de 'boomen eni dte bloeuien dloor het ibredde, groote fibis, waar ik nooit zou binnen- igaan. Een! a<n!deren keen reed mevrouw Laudar- ■gues, miijln grootmoeder, mijni rakelilnlg® voor- bij id hlaar laag rfjitu,i(gje,, getnokken door twee watte paarden. Ik zaig hiaar sneeulwwit haar, dte tarde oogen, haar kanteri sluier... Bh dial wweni 'die gabeuntfwdiit. vuw 5, van f 2501 tot 3000 7, van 3000 tot 4000 9, van 4000 tot 5000 11, boven 6000 inkomen 13. Spr. vreesde dat anders weinig gebruik van het vervolgonderwija gemaakt zou wor den. De voorzitter meende dat het alleen ging over de bedragen van 1000 tot 3000 in komen. Van 5000 waren er in de gemeente zeer weinigen. De heer Mulder wees er op dat de kinde- ren die het vervolgonderwijs volgen al ieta kunnen verdienen. De voorzitter merkte nog op dat bij het L. O. volgens de wet het minimum 2.60 er jaar moet zijn. Bij het vervolgonderwijs estaat meer vrijheid. De heer Hart was geen voorstander van schoolgelden,. De wet eischt dit nu eenmaal en spr. wil dan ook slechts voorstellen in de lste klassen de progressie niet zoo sterk te doen zijn en het 3e kind vrij te stellen. lemand met 2:5 in de week inkomen met een paar kinderen op school is er slecht aan toe. In de 4e klasse wilde spr. het 4e kind vrij laten. De voorzitter wees er op dat het vrijstellen van kinderen uit hetzelfde gezin door de wet wordt geregeld. 'De heer Hart wilde in ieder geval zoo wei nig mogelijk schoolgeld heffen. Spr. wilde van 1000 tot 1250 en van 1250 tot 1500 inkomen een klasse maken. De heer en Mulder en Verduin ondersteun- den het voorstel. B. en W. namen het voorstel hierop over, waarop het z. h. st. werd aangenomen. De heer v. d. Woude stelde voor de rege ling als bovengenoemd te maken-. De heer Hart wilde met 25 cent beginnen en voor elke klas met 23 cent stijgen. Het vervolgonderwijs gaat al slecht ten platte- lande. Het moet te doen zijn om leerlingen. iSpr. wil slechts eenig geld heffen omdat de wet het verlangd. De heer v. d. Woude meende, dat tegen een schoolgeld van 1 cent per avond geen be- zwaar kan bestaan. B. en W. namen het voorstel van den heer v. d. Woude over. Dit voorstel werd hierop z. h. s. aange nomen. De verordening op de invordering werd conform het voorstel aangenomen. De heer Hart betoogde nog de wenische- lijkheid om het schoolgeld per maand in- plaats van 3 maanden te innen,. Om practiscbe reden-en werd hiervan af gezien. Op voorstel van B. en W. werden: hierna de instructies der gemeente-opzichter conform de voorstellen gewijzigd. De voorzitter deelde mede, dat door B. en W. was overgenomen hetgeen de heer Hart had voorgesteld. Het salaris wordt nu 250 zonder per centage voor nieuwbouw enz. In bespreking kwam nu het voorstel van een drietal raadsleden om ten, behoeve van Willem Bleeker een noodwoning te bouwen. De heer v. d. Woude\had vernomen, dat de verzekeringsmaatschappij de gemeenite ver- antwoordelijk zou stellen voor brand in de belendende perceelen, wanneer de woning van Bleeker daar bleef staan. Spr. vreest brand. De toestand is inwendig verschrikke- lijk en spr. kreeg den indruk dat dit gezin een woning noodig heeft waar goed frissche lucht in kan komen. Het is een zeer smerige huishouding. Men mag hen daar evenwel niet laten wonen,. De heer Hart wilde met alle mogelij'ke middelen ingrijpen. Het is meer dan ver- schrikkelij-k. De kinderen mogen de dupe niet worden. De heer v. d. Woude zeide dat niemand aan den persoon in kwestie een' woning wilde verhuren. De heer Hart zou gaarne zien dat de voogdijraad wegens verwaarloozing ingreep. De heer Qud-t meende dat het gezin nu niets anders heeft dan een varkenshok. Het is niet mogelijk om in die boet de zaak netjes te houden. De heer v. d. Woude wilde de kosten zou gering mogelijk maken. Toen het gezin een goede woning bewoonde was het ook een bende. Spr. wilde overleg met het R. K. Kerk- bestuur te Oudorp. De heer Verduin deelde mede, dat dit Kerkbestuur destijds zich reeds goed had 'ge- dragen. Spr. was overtuigd dat ingegrepen moest worden. De heer Bart wenschte dan de m-eeste spoed te betrachten. De heer Verduin zeide dat de man niet van Koedijk wil. De zomer was gunstig wat het weer betrof. De winter staat nu voor de deur en er moet ingegrepen worden. De voorzitter stelde voor B. en W. te machtigen met spoed een premetieve nood woning te bouwen. Hiertoe werd besloten. De heer Hart wilde het gezin voorts in comite bespreken. De heer Hart besprak hierop het snelle rij- mijni leveni ;n Laigardie tot den dag, waarop ilk voor het efersiti miijp neef Trans Landlar- gues' ontmO'ette. ilk had) hepi een paar keer uit 'die verte ge zien Iterwijil hij op de wajnldelplaate of 'iangs de -Rhondkaide liep; ik haid1 'gehoord, dat hij het was en ik Ikon "hem, herken.raeni; maar ik sprak eerst vier oiaanlden na onze aankoimslt met, helm, op het plein, deni dlag van de jaar- markL Biji die fontein etondl een' geknotte pla- (iaan, die de zon vrij; spel lielt en het water glihsterfcte z66, dat het de oogen vealblSndde maar er omheeni stionkKeni igroote boomern en in Idle sdiadulw daanwani zaten' die groentevier- koopsiters, op kleine bauikjes of op samenge- Vouiwen zakken1 melt 'hlaar kleuriilge manden voor zidh. Een eindi verder hiadden die vrcem- de IkoopM hun tenten eni hun, sitiell ajges op- igeslllaigen. 'Rose en blauwe omderrdkiken, ge- streepte, gebloemlde en' geprilkkelde blouses, stevi'ge hemden, helkleurige linten,, ceintuurs met g,espen, atlb lag in, bonten inengelin® op- 'gestapelldl in de. platile1 manldieni, tiHe linbeiwege- llijlk hingeni in idle drukkemd'e -alilmosfeer, a'teof ze ziwaar wiaren van wiairmte en mooii weer. Er wterden ook kettingen, veikodhit en brodhes, laadzen, linlnen sdhloenen. messen, oldeur.... Ik stale het plein over ini ide schaduw, een klein kod-tje, woei' door het dkhitie geblaiderte. Er waren z66veel m'ensdien en er was z66'n |ge- dJranjg, Idlaifi nietoand diem dag lette op die doefcter vwfl Cutteacym Lsn'dargjjas, dte suktem den met auto's en motoren in de gemeenite. Reeds is er weer een hond overreden en1 de dokter vertelde spr. dat men vandaag of morgen voor het feit staat dat een kind dood- gereden wordt. Spr. wil ter voorkoming krachtig ingrijpen en hoopte dat de nieuwe rijksveldwachter daarvoor zal medewerken. Spr. stelde voor een chronometer aan te schaf-fem. Hiertoe werd besloten. UIT STQlMPETOREN. MaandagaYond vergaderde de afdeeling Oterleek-lStompetoren Yan den 'Bond voor Staatspensionneering in cate Kokkes alhier. Wegens afwezigheid van den voorzitter werd de vergadering geleid door den vice-voorzit- ter, den heer J. de Wit, die alien welkom heette, waarna de secretaris de notulen der vorige vergadering las, welke onder dank- zegging werden goedgekeurd. De ingekomem stukken waren van weinig belang. Door den heer P. Groot werd ver- slag uitgebracht van de vergadering der Fe- deratie Alkmaar, waaruit bleek, dat deze ijverig propaganda maakt. Hier eni te Scha- gen bestaan plannen, om d-e daar tusschen gelegen dorpem en plaatsen zooveel mogelijk te bewerken tot afdeelingen en voor hand- teekeningen voor het volkspetitionnemen-t. Daarna bracht de heer Bontes een- keurig eni uitgebreid verslag uit van de algem-eene vergadering te Utrecht, waarvoor hij, even als de heer Gixx/', den welvexdiendien dank der vergadering ontving. Voor de propaganda in den a.s. winter werd op voorstel van het bestuur met alge- meene stemmen besloten, hier en te Oterleek weder een tooneelstuk te doen opvoeren. Op voorstel van d'en heer Verweel ward de heer P. Sneeboer te Rustenburg benoemd tot bode der afdeeling. De heer N. Zwiep, vroeger alhier en thans te Brielsch-Nieuwland, is benoemd tot voor- ganger bij de Vrijz. Herv. te Rotterdam. Binnenland SCHRIFTEDIJ K DE AN'TWOOR DE VRAGEN. Op de Yragen van den heer De Groot be- treffende terugbetaling aan werkgevers van ten onxechte geplakte rentezegels: Is het den- minister bekend, dat de Raden van Arbeid bij informatie mededeelden, dat personen met een vast weekloon, d'at omge- rekend tot jaarloon meer dan 2000 per jaar bedroeg, niet, em dat personen, wier uurloon omgerekend tot jaarloon boven de 2000 per jaar kwam, wel onder de verplichte ver- zekering van de Invaliditeitswet vielen? Is het deni minister bekend, dat het bedrag van rentezegels, geplakt voor de eerste cate goric van personen, in de vorige vraag ge- noemd, en dus ten onrechte geplakt, aan den werkgever zijn terugbetaald zonder opvorde- ring van de zijide van dien werkgever? Is aan den minister bekend dat de beslis- sing van den Centra'len Raad van Beroep, waa-rbij is bepaald, dat geen zegels behoeven geplakt te worden door den weriegever voor personen-, wier uur-, week- of maandloon omgerekend tot jaarloon een bedrag van 2000 of meer aangeeft? Is het den' minister bekend, dat, mede naar aanleiding van een door den minister date 22 Juni 1921 aan de -Raden van Arbeid ge- zonden circulaire, de terugave van het bedrag van de krachtenis de beslissing van den Gen- tralen Raad1 van Beroep ten onrechte geplak te zegels aan de werkgevers, die daarom ver- zocht-en, wordt geweigerd? Acht de minister deze weigering niet zoo- danig in strijd met alle begrippen van rechi em billijkheid, dat hij alsnog kan besluiten last te geven, het bedrag van de kraehtens de beslissing van den Cenitralen Raad van Beroep ten onrechte geplakte zegels aan rechthebbenden1 terug te betalen1? Zoo neen, kan de minister dan mededeelen op welke -rechtsgronden de weigering van die terugbetaling berust? heeft die minister van arbeid geantwoord: 1. Ondergeteekende acht het niat onwaar- schijnlijk, dat de Radem van Arbeid, althans vele Raden van Arbeid, die onder vraag 1 bedoelde informatie hebben vers-trekt. 2. Het antwoord op de tweed'e vraag luidt ontkennend. Terugbetaling van de premie zonder opvordering van de zijde van den betrokken werkgever, zou in het algemeen houwens practisch onmogelijk zijn, aange- zien noch uit de remtekaart van den verze- kerde, noch uit de daarop geplakte renteze- I frels kan blijken, dat de verzekerde een jaar loon geniet van 2000 of meer. 3. Het antwoord op de derde vraag luidt bevestigend. 4. 5, 6. Op deze vragen kan het volgende worden geantwoord. Mede naar aanleiding van de door onder geteekende, d.d. 22 Juni 1921, aan de Raden van Arbeid gerichte circulaire, geschiedt te rugbetaling van door den werkgever betaal- de premie in de beide volgende gevallem: a. ingeval bij een1 rechterlijlke uitspraak is beslist, dat voorden in die uitspraak genoem- alt'ijdl dtoor zooveel nlemvsigi'erjge bliiklken' ge volgd) weddl .Ik izie haar nog voor me, zooals ze daar op d'iepi (morgan imet toaar -gespMel- dte jap-on en haar ^mvoudigetm, rond'en hoed o-ver het pleip ffiep. 't Schijinlt) mij;, -alsof 'ilk helf zellf was. Zij' is met gewordlem, wat iSk niu ben. En 'dlilkiwijls denk 'ik, ond'ainkis de j-aren^ diie er tussdiien liggen, d'at ziji dlaar nog is, op een zocm'ilgen' Jultaorgien', te. middieni van een groote imeniilgte mensdhep, die haar duwep en h-aar minacht'en en dlail zij -tot mijln 'oudend'om, tot niijn dloodl zoo zal1 blSjfven, sdhuw, Verrukt over het prachtiige weer, met een hart, luid kltoppenldj, in afwtadhittiirHg vam' het eigehMjke leven,. Ondter al 'die kooplual waren, en, die tit het noorden, Iktwajnen, lan'deren -uit d'en Elizas, en weer anldlereni uiit een nog zufdelijker zuid'en dan, het onza Ik zag er zelfe <een Spanjaard bijl, die kanten te koop aanbood'. He ging- naar hem- toe,, niet omi 'iets te fcoopen1, wa-nlt ik hiald predes lllwee fran'cs biji mij. die Guichiardle imiji m-ddiegegieven hadl osn een klein: rietein miamdr je ite koopm van een' Zigerjnervrouw. dichit bij' dfe h-rug; m-aar ik vomldl het pretti'g die fenge eindem kapit te zieni golivein, die met een paar spel Id-em of met houlteini knijpertje® aan eein stralkl gespanplen koond) vastgehechlt Warep. De man baSdl een' donkere gejaiatskleur en mooie oogen-- en ini zijin vlugge, tot koopen aar.tnioddigcr.idle zinndtjea, haspdde hij op een ftltecgrappiiapto masnjJar em piuu- woandm w* den verzekerde door den werkgever geen premie behoeft te worden betaald: b. ingeval bij1 een rechterlijke uitspraak is beslist, dat voor een bepaalden arbeid'er door den werkgever ge enpremie behoeft te wor den- betaald, terwijl de werkgever in overleg met den Raad van Arbeid er van heeft afge- zien ook ten aanzien van zijn betalingsplicht met betrekking tot zijn overige arbeiders, die in hetzeifde geval verkeeren als dat, waarop de uitspraak van den rechter betrekking had, beroep in te stellen. Buiten- deze gevallen bestaat voor terug betaling van premie geen- rechtsgrond. De werkgever, die Yan meening is voor een ar- beider geen premie schuldig te zijn, vindt in d'e Invaliditeitswet de noodige rechtsmidde- len om voor zijn belangen te waken. Maakt hij van die middelen geen. gebruik, dan ge schiedt dat voor zijn eigen- risico. Daarbij komt nog het volgende: De verzekering van een arbeider, wiens jaarloon 2000 per jaar of meer komt te bedragen, blijft voortbestaan, zoolang de verzekerde niet d'e verklaring heeft afgelegd, dat hij de verzekering als vervallen be- schouwt. Voor deze verzekerden blijft derhal- ve premie verschuldigd. Wel bepaalt art. 188 der Invaliditeitswet, dat de premie in geval len, als hier bed'oeld, door den verzekerde wordt betaald, m-aar de Raad van Arbeid heeft biji de vereffening der r-entekaart niet te onderzoeken door wien de premie is betaald, maar uitsluitend of de verschuldigde premie is voldaan. Het geval is immers niet uitge- sloten en in de practijk heeft dit zich rn-eermalen voorgedaan dat de werkgever, hetzij uit liberaliteit, hetzij kraehtens met den arbeider aangegaan beding,- met de premie- betaling blijft voortgaan. Doet zich nu een der gevallen voor, welke volgens de Invaliditeitswet aanleiding geven tot ren-tetoekenning dan worden bij de bere- kening der rente alle betaalde premifin me- degeteld. Het zal duidelijk zijn. dat onder de boven aangegeven omstand'igheden, het teruggeven van premie aan den1 werkgever, die, na ge- durende dikwijls langen tijd doorgegaan te zijn met de betaling, op een1 gegeven oogen- bli'k tot andere gedachten komt, ook op bil- lijkheidsgronden uitgesloten is. Het invali- diteitsfonds heeft immers al dien tijd risico geloopen. 'Ten slote mo ge nog, onder verwijzing naar art. 12 van de wet bou-dende algemeene be- palingen der wetgeving van het Koninkrijk (wet van 15 Mei 1829, 'Stbl. no. 28), wordea opgemerkt, dat de bedoelde uitspraak van den Centralera Raad van Beroep uitsluitend betrekking heeft op het bepaalde, bij die uitspraak van den- Centralera Raad vara uitspraak berechte, geval, zoodat nimmer kan worden gezegd, dat kraehtens die uit spraak door andere werkgevers ten1 onrechte zegels zijn geplakt. Op vragen van den heer Van der Waerden betreffende een onderzoek naar de mogelijk- heid van conoentratie van de Rijksbouw- diensten heeft de minister van waterstaat ge antwoord: Uit het feit, dat de opdracht aan dte cotn- missiie in zabe reorganisatie van den- dienst der landsgebouwen zich uitsluitend beperkt tot de onder het departement van waterstaat behoorerade diensten, mag worden afgeleid, dat het onderzoek naar de mogelijkheid van centralisatie van alle Rijiksbouwdiensten, al thans vgorloopig, niet in de bedoeling ligt De redera, welke tot die beperkte opdracht heeft geleid, is, dat de regeering aanvankelijk yan oord-eel was, dat een verdere conoentra tie van d'e bouwdiensten, zoo min uit een1 technisch als uit een financieel oogpunt, ge- wenscht zou zijn. Onder deze omstandigheden meende de ondergeteekende zoowel in de opdracht der commissie als bij haar installatie, zich te moeten onthouden- van eenige zinspeling op een- algemeene centralisatie. De regeering is eehter beried, deze aange- legeraheid nader te overwegen, nadat de com missie haar advies heeft uitgebracht. Op vragen van den heer Bomans betref fende voorgenomeni opheffing van Radeni van Arbeid en het in verband daa-rmede nemen van maatregelen in het belang van het per- soneel bij die Raden, heeft de minister van arbeid geantwoord: 1. Bij voorkomende geleg-eraheden, in het bijzonder bij vacature in het korps der voor- ziters, wordt door ondergeteekende overwo- o-en, of niet het gebied van den betrokken Raad bij dat van een naburigen Raad zou kunnera worden gevoegd. Uiteraard zal van zoodanige wijziging in de verdeeling van het Rijlk in gebieden van Raden van Arbeid mede bezuiniging op de uitgaven van de sociale verzekering het ge volg zijn. Op d'e samenstelling, bezoldiging, enz., van het personeel der Raden van Arbeid heeft de ondergeteekende geen rechtstreek- schen invloed. De Raden van Arbeid benoe- men en ontslaan zelfstandig het benoodigde personeel en- stellen, behoudens bet toezicht ons dEialect vain, pnotence dooreen met zijn eiigieni itaalitje. Hfij' hadl een' vrtmwtje bij zich met glliainizeind) :gi;tzwar-t haar era groote zi-lve- ren' riihgen- in, de ooren. De wagera, waanmee zij rt'noteolkiken,, sKlondl achter staliletje; er was eeni vierkani raam am an' een- rood lint hielldi de wliite iglordijn.tjiejs bijeen... En' ik verbeellddte miji, hoe die wagon eens's avoli,dis ver weg over die grenS ziou trekfcen,'terugi niaar dte zomgeblai- ketrjdle dbrpem iini diat dlorre, gtioedenkie lanl, waar geen boomen ghoeien'..... Op daiil oogienbOfik klw-am ik in t jgednang te sitaain, naas-t e,en jonige vrouw, dfe ini de bene- deni stad! wioonde eni JuB Btenarid heette. Op haar gtedlraig was wel, eens wait aan te mer- keni, ziji Uinoee excentrieke hodden, idie haar gilianzendl haar 'goeTdi deden- uifkomerr, en1 moe- dleir hlafdl rnlijl aangeradetn, ailtijd) eeni amd'enen Wcaint uit te kijken, w-annieer 'ik haar voodbij- l'iep. Ik dteedi dus' een- stap naar voren1 om van haar af te kiomeni. Zij gfopte adhiter rndj- en, ilk hoorde haar zeggen, -in -antwoord1 op een virtaag van iem-a-rad): „Och, Wat! Frans! je houdt me voor den gek! Je weeitl we,l, dat je traij geen cadleaux meer kunt geven.... Weet je, wat je doet: bield liever je nichtjp, AllVere Landiarg-ues Wat van die kanlteni aianl, dte ziji met zooveel belamg- sbeTliLng1 bekijfct." (Woidt tewvMgid.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5