Alkmaarsche Courant
Voor mij alleen.
In en om „de brandende stad".
Woensdag 2 November.
F e n i 11 e t o n.
S®7 1921.
Honderd Orie en Twintlgste Jaargang.
(Vervolg.)
Met bijzondere welwillendheid worden wij
in keranis gebracht met alle onderdeelen;
drie deskundigen uit de fabriek zelf stellen
zich te onzer beschikking en, van de ont-
werpen der ingenieurs af tot aan de volko-
men gereed zijnde locomotief toe, zien wij de
conceptie van den vernuftigen, mensch zich
verstoffelijken in ij-zer en staal. Het is van
stap tot stap een tocht vol verrassingende
gedachte op het papier gezet, de teekening
uitgewerkt in houten vonnen soma, door
zeer bijzonder kundige werklieden, recht-
streeks als het ware uitgebeiteld in den
zandvorm, die het gietsel moet opnemen
de houten vormen ingegraven in den bodem,
daarna het hout verwijderd en de vorm met
vloeibaar ijzer of staal gevuld, dan de zorg-
vuldige afwerking van de aldus verkregen
ijizeren of stalen onderdeelen, eindelijk de bij-
eenvoe^in'*' tot het groote, kolossale ^evaar
te, dat een trein dwars door America twee
oceanen zal doen verbinden. En inmiddels,
terwijl we dat zien, roll en over onze hoofden
de beweegbare bruggen met niet te becijife-
ren zware lasten, beuken de haulers en dreu-
neni ratelend de electrische drijvers, die de
bouten inklinken in de van te voren met auto-
matiSche kracht en matemathische precies-
heid ingeboorde gaten. Het is soms een weel-
de van lijn en kleur, als het gesinolten staal
in gloeiende gulpera den oven verlaat of
wanneer peezige mannenarmen de machines
te hulp komen en dirigeeren naar den wil
van den meester. Bit herhaling zijn het too-
neelen voor onzen Heyenbrock met zijn voor-
liefde voor de flitsende glansen van kokend
metaal en de victorieuse, domineerende geste
van den gespierden arm. En evenals gis-
teren denken we aan Verharen, dien ge-
weldige, en onwillekeurig zien we zijn „Pas-
seur d'eau voor onze oogen, zijn „Passeux
d'eau", die, na alle teleurstelling:
Se prit h travailler si fort
Que tout son corps craqua d'efforts,
Et que son coeur trembla de fievre et
d'epouvante.
'Want het is een glorieus schopwspel, dit
spel van den- metaalbewerker met de gloeien
de ertsen.
En avant, chauffeur!
Het duizelt ons: de stilte buiten, de hoog-
te van den hemel-koepel, de frissche lucht
werken even als eenc verdooving. Maar dat
gaat gauw voorbij. Terug naar het centrum
gaan we, naar het oude, imponeerende paleis
van den1 gouverneur, dat terugwijst naar de
eerste helft der XVIe eeuw, toen het de zetel
was der vorst-bisschoppen. We worden er be-
groefc door den heer Horrent, directeur-
hoofdredaeteur van het .Journal de Ltege",
die ons voor de officieele ontvangst door den
gouverneur der provincie aan dezen voor-
stelt. In de groote receptie-zaal, waarvan de
oorspronkelijike renaissance-stijl, wat archi-
tectuur betreft, zuiver is bewaard, spreekt
hij tot ons zijn eerste woord is er een van
dankbaarheid jegens Nederland voor wat dit
voor Belgie en speciaal voor de bewoners
der provincie Luik heeft gedaan, toen de
Duitsche inval zooveel rouw en ruine bracht.
Die hulp was niet vergeten en zou niet ver-
geten1 worden. Zij was onafscheidelij-k verbon-
den aan het leed van den oorlog. Sedert wa-
ren -i-,!" hii' w'lde het niet ontkennen
J?-0!61!1-. ,?erezen> wrijvingen, die eene
nidelijke verwijdering tusschen de beide vol-
keren hadden veroorzaakt, doch hij wilde
die net liefst beschouwen als malentendus,
die zouden verdwijnen en plaats maken voor
®ude hartelijke betrekkingen, Daarom
achtte hi] deze ontmoeting der journalisten
een goede zaak. Zij- kon krachtig medehelpen
om de vnendschapsbanden nauwer aan te
h-alen, het uur der wederzijdsche vertrouwen
te doen herleven.
Daarna sprak hij over de gruwelijke ver-
woestingen, door de Duitschers aangericht
en vestigde, vervolgens de aanda.ht op den
krachtiigen arbeid der reconstructie en van
het economised herstel, dat het land te zien
geeft, met name in de provincie Luik Hii
was overiuigd, dat wij ons daarover zouden
yerheugen en terwijl hij ons onder de hoede
der Luiksche gastvrijheid aangename uren
toewenscht, drukte hij' de verwachting uit
dat Bel fie en Nederland beiden daarvan het
goede gevolg zouden ondervinden.
Het was een hartelijk en een ongekunsteld
woord, dat de heer Gregoire had gesproken
Daarop ingaande, sprak de woordvoerder
der Nederlandsche journalisten over de
vriendelijke ontvangst, hun bereid, over hun
Door Andre Corthis.
Geautoriseerde vertaling van W. E. P
4)
De eesnste d'agen dmt Lagahde waren niet zoo
freurig, als we geyreesdl hadden. Af onze ra-
men hadden het uitzicht op de velden en- we
hadden het prachtiigc fandschap altijldl voor
ons. We vonden het heerlijk een tuin te heb-
ben, die hoog boven' de vlakte tag, en van-
waar we deni weg konden zien en, wat veixier,
de Rhone en1 die lange, kale heuvelrijen, die
voortd'urend van kleur veranderden. En ten
slotte was de ontvangst die ons teni deel! viel
van de z de der eenvoudige burgerij, en omge-
vrng, waarin mijni grootmoeder van moederis
kant had verkeerd, niet vij and'ignieuwsgieriig
waren ze natuur'ijk wet. Guicharde had het
heel juist opgemerkt, die treurige geschiede-
ois was a!1 zioo lang geledlen1 en zulk een cmbe-
sproken gedrag was er op gevolgd!
iM'aar moeder wilde toch liever niet uit-
gaan. Zij1 wende zich aan alleen's Zondaigs
ait hiuis te komen. wanneer zij naar de vroeg-
ute ff'mg, •iigcn'lijk oimdat »j vond. dat dat,
mcum, waaii jpsdidMuitig was aj aiai Oui-
waardeering van deze officieele receptie in
het oude historische paleis en over de be-
wondering, die zij gevoelden bij hetgeen1 zij
reeds aan herleving en1 aan verdubbelde ener-
gie gezien hadden' in deze mooie prvoincie,
waar industrie en natuur wedijveren in rijk-
dom. Hij meende, dat ontmoetingen als
deze groot nut konden hebben, omdat eene
pers, die zich hare verantwoordelijkheid be-
wust is. een machtige hefboom kan zijn om
de publieke opinie in goede richting te lei-
den.
Met vreugde had hij de erkenning der
dankbaarheid1 vernomen, die de Belgen be-
waarden voor Nederland's hulp. en met niet
minder voldoening de verklaring gehoord,
dat de sedert ontstane wrijvingen als malen
tendus moesteni worden beschouwd en zoo
spoedig mogelijk dienden te verdwijnen.
Hij hoopte, dat dit bezoek daartoe mocht
medewerken en, terugkeerende tot het doel
van het bezoek, verklaarde hg, dat de Neder
landsche journalisten niet al te zeer verwon-
derd waren over den wederoubouw en den
nieuwen bloei der Waalsche industrie. Zij
wisten imnters, dat deze provincie het eerst
den herstellenden arbeid zou aanvangeni,
zooals zij, de eerste geweest was om' het hoofd
te bieden en hoe! aan den' geweldigen
eersten aanval van den vijiand. Hij achtte
den gouverneur gelukkig, eene dergelijke
rovincie te regeeren en wenschte hem toe
ier en in zijn land de oude welvaart te zien
hersteld en aan Belgie de zegeningen te zien
hergeven van een niet meer gestoorden
vreae.
De schuimende champagneglazen werden
omhoog geheven. Een handdruk besloot deze
korte internationale gedachtenwisseling. Zelf
geleidde de gouverneur ons rond door het
imposante gebouw, waar, behalve zijne per-
soonlijke vertxekken, ook de zalen der pro-
vinciale regeering en de zetel de rechtdijke
colleges zijn te vinden.
Hier en daar werd ons gewezen gp histo
rische herinneringen: een kamer, waar Na-
polen sliep, enkele zeer mooie stijlmeubelen,
gobelins van Vlaamsche meesters. boiseries
van onmiskenbare waarde. „Les Hollandais
sont der connaisseurs, je le sais", zeide de
hoffelijke gastheer, en' waarschijnlijk maak-
te h:j daarom zijn verontschuldigingeni voor
de waardelooze espagnolettes en deurkruk-
ken. ..Que voulez-vous, Messieurs, les Alle-
mands ont pris ceux qui y etaient avant; le
beau quivre bronze a dfi leur servir pour la
fabrication de leurs projectiles!"
Het bezoek was ten' einde. Nog even1 sloe-
gen we een blik op de opmerkelijke zuilen-
gaanderijen, die twee groote binnenpleinen
omringen, en weldra zaten we in ons hotel
aan een, lunch, waar behalve vertegenwoor-
digers der Luiksche industrie, kolonel Naes-
sens. de verdediger van het fort Loncin
het laatate fort, dat in 1914 door de Duit
schers genomen werd, nadat het tot eene
ruine was geschoten ons opwachtte.
Aan hem. zijn wij een onvergetelijke herin-
nering verschuldigd. Hij zou ons geleiden
naar de plek, waar den 15en Augustus 1014
de strijd ont Luik eindigde, toen, wat er van
de bezetting restte, onder de puinhoopen
werd bedolven, en van waar hij zelf met
wonden overdekt, gedeeltelijk verbrand, on
der een stuk muur werd weggehaald, meer
dood dan levend: „un damne 6vad.e de l'en-
fer", zooals de historieschrijiver hem noemt.
Hij en de weinige overlevenden hadden' ech-
ter eene glorie, deze, saamgeperst in den
uitroep: Le fort de Loncin ne s est pas rendu!
Neen, het had zich niet overgegeven. Het
was in de lucht gesprongen. Zijn comman
dant en zijn troepem hadden hun woord, hun
wachtwoord, gehouden: On ne se renldra
pas!
Over dat bezoek aan het fort en1 onze laat-
ste indrukken in de provincie Luik nog eeni-
ge mededeelingen in een derde artikel.
A- J. B. B.
ProTlnciaal Nienws
UIT KOEDIJK.
Vervolg raadsvergadering.)
De verordening op het beffen van school-
gelden.
B. en W. stelden een progressieve regeling
voor welke iets meer van de bewoners vorder-
de dan de door den heer Hart voorgestelde
regeling, later door B. en W. overgenomen
en door den raad z. h. s. aangenomen.
De regeling is nu zoo, dat van 1000 tot
1260 inkomen een schoolgeld van 2.60
verschuldigd is. Van f 1251 tot 1500 3,
van f 1501 tot 1750 4, van 1751 tot
2000 6, van 2001 tot 2500 9, van
2501 tot 3000 13, van 3000 tot
4000 18, van 4001 tot 5000 24,
van 5000 en hooger 30 per leerling.
De heer v. d.Woude kon zich met de ta-
rieven voor de lagere scholeni wel vereenigen,
doch vond het tarief voor het vervolgonder-
wijs wel wat hoog.
Spr. stelde voor dit als volgt te regelen
van 1000—/ 1250 1, van 1251 tot
1500 2, van 1501 tot 1750 3, van
1751 tot 2000 4, van 2000 tot 2500
cbarde nam dddelijfc de zorg voor de huis-
houden op zich, besliste in alles en deed alles
goed ook. Zij ging elken morgen met ons
dienstmeisje naar de marict en kwam vender
eigenlajfc de dteur niet uit. En ik ging in mdjn
eentje op omitdefciknigstochten uit in de stad,
niet in de nieuiwe wijken, waar het witte r-aad-
huis stond1 een de school met de 'groote ven-
sters, dlaiti vond ik alles leeldjk; maar ik zocbt
hij, voorkeur het oude gedeelte met het pla-
vedsel van puntige keien, die paleizen, waar
kaTdinailen! woonden1 en veldheeren, met prach-
tige, klinkende namen, die de armste men-
schen mij alien konden noemen, de kromme
straatjes met gewelfde poortjes, waarin een
geziicht met door dleni tijldl gehavendc lippeni of
een verweerde .acanthusbloem gebeeldhouwd
was, de nauwe pleinen, de balkons van smeed-
ijzer, die in hun vlecMwenk initialien! of spreu-
ken vertoonden.
Maar e6n keen todi, Tiep ik de heele 'buiten-
wijk door en igtilng lang® „la Glioche", het land-
goedl Van, de Laudiargues, en ik zag tusschen
'belt hek, de 'boomen eni dte bloeuien dloor het
ibredde, groote fibis, waar ik nooit zou binnen-
igaan.
Een! a<n!deren keen reed mevrouw Laudar-
■gues, miijln grootmoeder, mijni rakelilnlg® voor-
bij id hlaar laag rfjitu,i(gje,, getnokken door twee
watte paarden. Ik zaig hiaar sneeulwwit haar,
dte tarde oogen, haar kanteri sluier...
Bh dial wweni 'die gabeuntfwdiit. vuw
5, van f 2501 tot 3000 7, van 3000
tot 4000 9, van 4000 tot 5000 11,
boven 6000 inkomen 13.
Spr. vreesde dat anders weinig gebruik
van het vervolgonderwija gemaakt zou wor
den.
De voorzitter meende dat het alleen ging
over de bedragen van 1000 tot 3000 in
komen. Van 5000 waren er in de gemeente
zeer weinigen.
De heer Mulder wees er op dat de kinde-
ren die het vervolgonderwijs volgen al ieta
kunnen verdienen.
De voorzitter merkte nog op dat bij het
L. O. volgens de wet het minimum 2.60
er jaar moet zijn. Bij het vervolgonderwijs
estaat meer vrijheid.
De heer Hart was geen voorstander van
schoolgelden,. De wet eischt dit nu eenmaal
en spr. wil dan ook slechts voorstellen in de
lste klassen de progressie niet zoo sterk te
doen zijn en het 3e kind vrij te stellen.
lemand met 2:5 in de week inkomen met
een paar kinderen op school is er slecht aan
toe. In de 4e klasse wilde spr. het 4e kind
vrij laten.
De voorzitter wees er op dat het vrijstellen
van kinderen uit hetzelfde gezin door de wet
wordt geregeld.
'De heer Hart wilde in ieder geval zoo wei
nig mogelijk schoolgeld heffen. Spr. wilde
van 1000 tot 1250 en van 1250 tot
1500 inkomen een klasse maken.
De heer en Mulder en Verduin ondersteun-
den het voorstel.
B. en W. namen het voorstel hierop over,
waarop het z. h. st. werd aangenomen.
De heer v. d. Woude stelde voor de rege
ling als bovengenoemd te maken-.
De heer Hart wilde met 25 cent beginnen
en voor elke klas met 23 cent stijgen. Het
vervolgonderwijs gaat al slecht ten platte-
lande. Het moet te doen zijn om leerlingen.
iSpr. wil slechts eenig geld heffen omdat
de wet het verlangd.
De heer v. d. Woude meende, dat tegen een
schoolgeld van 1 cent per avond geen be-
zwaar kan bestaan.
B. en W. namen het voorstel van den heer
v. d. Woude over.
Dit voorstel werd hierop z. h. s. aange
nomen.
De verordening op de invordering werd
conform het voorstel aangenomen.
De heer Hart betoogde nog de wenische-
lijkheid om het schoolgeld per maand in-
plaats van 3 maanden te innen,.
Om practiscbe reden-en werd hiervan af
gezien.
Op voorstel van B. en W. werden: hierna
de instructies der gemeente-opzichter conform
de voorstellen gewijzigd.
De voorzitter deelde mede, dat door B. en
W. was overgenomen hetgeen de heer Hart
had voorgesteld.
Het salaris wordt nu 250 zonder per
centage voor nieuwbouw enz.
In bespreking kwam nu het voorstel van
een drietal raadsleden om ten, behoeve van
Willem Bleeker een noodwoning te bouwen.
De heer v. d. Woude\had vernomen, dat de
verzekeringsmaatschappij de gemeenite ver-
antwoordelijk zou stellen voor brand in de
belendende perceelen, wanneer de woning
van Bleeker daar bleef staan. Spr. vreest
brand. De toestand is inwendig verschrikke-
lijk en spr. kreeg den indruk dat dit gezin
een woning noodig heeft waar goed frissche
lucht in kan komen. Het is een zeer smerige
huishouding. Men mag hen daar evenwel
niet laten wonen,.
De heer Hart wilde met alle mogelij'ke
middelen ingrijpen. Het is meer dan ver-
schrikkelij-k. De kinderen mogen de dupe niet
worden.
De heer v. d. Woude zeide dat niemand
aan den persoon in kwestie een' woning wilde
verhuren.
De heer Hart zou gaarne zien dat de
voogdijraad wegens verwaarloozing ingreep.
De heer Qud-t meende dat het gezin nu
niets anders heeft dan een varkenshok. Het
is niet mogelijk om in die boet de zaak netjes
te houden.
De heer v. d. Woude wilde de kosten zou
gering mogelijk maken. Toen het gezin een
goede woning bewoonde was het ook een
bende. Spr. wilde overleg met het R. K. Kerk-
bestuur te Oudorp.
De heer Verduin deelde mede, dat dit
Kerkbestuur destijds zich reeds goed had 'ge-
dragen. Spr. was overtuigd dat ingegrepen
moest worden.
De heer Bart wenschte dan de m-eeste
spoed te betrachten.
De heer Verduin zeide dat de man niet
van Koedijk wil. De zomer was gunstig wat
het weer betrof. De winter staat nu voor de
deur en er moet ingegrepen worden.
De voorzitter stelde voor B. en W. te
machtigen met spoed een premetieve nood
woning te bouwen.
Hiertoe werd besloten.
De heer Hart wilde het gezin voorts in
comite bespreken.
De heer Hart besprak hierop het snelle rij-
mijni leveni ;n Laigardie tot den dag, waarop
ilk voor het efersiti miijp neef Trans Landlar-
gues' ontmO'ette.
ilk had) hepi een paar keer uit 'die verte ge
zien Iterwijil hij op de wajnldelplaate of 'iangs
de -Rhondkaide liep; ik haid1 'gehoord, dat hij
het was en ik Ikon "hem, herken.raeni; maar ik
sprak eerst vier oiaanlden na onze aankoimslt
met, helm, op het plein, deni dlag van de jaar-
markL Biji die fontein etondl een' geknotte pla-
(iaan, die de zon vrij; spel lielt en het water
glihsterfcte z66, dat het de oogen vealblSndde
maar er omheeni stionkKeni igroote boomern en
in Idle sdiadulw daanwani zaten' die groentevier-
koopsiters, op kleine bauikjes of op samenge-
Vouiwen zakken1 melt 'hlaar kleuriilge manden
voor zidh. Een eindi verder hiadden die vrcem-
de IkoopM hun tenten eni hun, sitiell ajges op-
igeslllaigen. 'Rose en blauwe omderrdkiken, ge-
streepte, gebloemlde en' geprilkkelde blouses,
stevi'ge hemden, helkleurige linten,, ceintuurs
met g,espen, atlb lag in, bonten inengelin® op-
'gestapelldl in de. platile1 manldieni, tiHe linbeiwege-
llijlk hingeni in idle drukkemd'e -alilmosfeer, a'teof
ze ziwaar wiaren van wiairmte en mooii weer. Er
wterden ook kettingen, veikodhit en brodhes,
laadzen, linlnen sdhloenen. messen, oldeur.... Ik
stale het plein over ini ide schaduw, een klein
kod-tje, woei' door het dkhitie geblaiderte. Er
waren z66veel m'ensdien en er was z66'n |ge-
dJranjg, Idlaifi nietoand diem dag lette op die
doefcter vwfl Cutteacym Lsn'dargjjas, dte suktem
den met auto's en motoren in de gemeenite.
Reeds is er weer een hond overreden en1 de
dokter vertelde spr. dat men vandaag of
morgen voor het feit staat dat een kind dood-
gereden wordt. Spr. wil ter voorkoming
krachtig ingrijpen en hoopte dat de nieuwe
rijksveldwachter daarvoor zal medewerken.
Spr. stelde voor een chronometer aan te
schaf-fem.
Hiertoe werd besloten.
UIT STQlMPETOREN.
MaandagaYond vergaderde de afdeeling
Oterleek-lStompetoren Yan den 'Bond voor
Staatspensionneering in cate Kokkes alhier.
Wegens afwezigheid van den voorzitter werd
de vergadering geleid door den vice-voorzit-
ter, den heer J. de Wit, die alien welkom
heette, waarna de secretaris de notulen der
vorige vergadering las, welke onder dank-
zegging werden goedgekeurd.
De ingekomem stukken waren van weinig
belang. Door den heer P. Groot werd ver-
slag uitgebracht van de vergadering der Fe-
deratie Alkmaar, waaruit bleek, dat deze
ijverig propaganda maakt. Hier eni te Scha-
gen bestaan plannen, om d-e daar tusschen
gelegen dorpem en plaatsen zooveel mogelijk
te bewerken tot afdeelingen en voor hand-
teekeningen voor het volkspetitionnemen-t.
Daarna bracht de heer Bontes een- keurig
eni uitgebreid verslag uit van de algem-eene
vergadering te Utrecht, waarvoor hij, even
als de heer Gixx/', den welvexdiendien dank
der vergadering ontving.
Voor de propaganda in den a.s. winter
werd op voorstel van het bestuur met alge-
meene stemmen besloten, hier en te Oterleek
weder een tooneelstuk te doen opvoeren. Op
voorstel van d'en heer Verweel ward de heer
P. Sneeboer te Rustenburg benoemd tot bode
der afdeeling.
De heer N. Zwiep, vroeger alhier en thans
te Brielsch-Nieuwland, is benoemd tot voor-
ganger bij de Vrijz. Herv. te Rotterdam.
Binnenland
SCHRIFTEDIJ K DE AN'TWOOR DE
VRAGEN.
Op de Yragen van den heer De Groot be-
treffende terugbetaling aan werkgevers van
ten onxechte geplakte rentezegels:
Is het den- minister bekend, dat de Raden
van Arbeid bij informatie mededeelden, dat
personen met een vast weekloon, d'at omge-
rekend tot jaarloon meer dan 2000 per jaar
bedroeg, niet, em dat personen, wier uurloon
omgerekend tot jaarloon boven de 2000
per jaar kwam, wel onder de verplichte ver-
zekering van de Invaliditeitswet vielen?
Is het deni minister bekend, dat het bedrag
van rentezegels, geplakt voor de eerste cate
goric van personen, in de vorige vraag ge-
noemd, en dus ten onrechte geplakt, aan den
werkgever zijn terugbetaald zonder opvorde-
ring van de zijide van dien werkgever?
Is aan den minister bekend dat de beslis-
sing van den Centra'len Raad van Beroep,
waa-rbij is bepaald, dat geen zegels behoeven
geplakt te worden door den weriegever voor
personen-, wier uur-, week- of maandloon
omgerekend tot jaarloon een bedrag van
2000 of meer aangeeft?
Is het den' minister bekend, dat, mede naar
aanleiding van een door den minister date
22 Juni 1921 aan de -Raden van Arbeid ge-
zonden circulaire, de terugave van het bedrag
van de krachtenis de beslissing van den Gen-
tralen Raad1 van Beroep ten onrechte geplak
te zegels aan de werkgevers, die daarom ver-
zocht-en, wordt geweigerd?
Acht de minister deze weigering niet zoo-
danig in strijd met alle begrippen van rechi
em billijkheid, dat hij alsnog kan besluiten
last te geven, het bedrag van de kraehtens
de beslissing van den Cenitralen Raad van
Beroep ten onrechte geplakte zegels aan
rechthebbenden1 terug te betalen1?
Zoo neen, kan de minister dan mededeelen
op welke -rechtsgronden de weigering van die
terugbetaling berust?
heeft die minister van arbeid geantwoord:
1. Ondergeteekende acht het niat onwaar-
schijnlijk, dat de Radem van Arbeid, althans
vele Raden van Arbeid, die onder vraag 1
bedoelde informatie hebben vers-trekt.
2. Het antwoord op de tweed'e vraag luidt
ontkennend. Terugbetaling van de premie
zonder opvordering van de zijde van den
betrokken werkgever, zou in het algemeen
houwens practisch onmogelijk zijn, aange-
zien noch uit de remtekaart van den verze-
kerde, noch uit de daarop geplakte renteze-
I frels kan blijken, dat de verzekerde een jaar
loon geniet van 2000 of meer.
3. Het antwoord op de derde vraag luidt
bevestigend.
4. 5, 6. Op deze vragen kan het volgende
worden geantwoord.
Mede naar aanleiding van de door onder
geteekende, d.d. 22 Juni 1921, aan de Raden
van Arbeid gerichte circulaire, geschiedt te
rugbetaling van door den werkgever betaal-
de premie in de beide volgende gevallem:
a. ingeval bij een1 rechterlijlke uitspraak is
beslist, dat voorden in die uitspraak genoem-
alt'ijdl dtoor zooveel nlemvsigi'erjge bliiklken' ge
volgd) weddl .Ik izie haar nog voor me, zooals
ze daar op d'iepi (morgan imet toaar -gespMel-
dte jap-on en haar ^mvoudigetm, rond'en hoed
o-ver het pleip ffiep. 't Schijinlt) mij;, -alsof 'ilk helf
zellf was. Zij' is met gewordlem, wat iSk niu ben.
En 'dlilkiwijls denk 'ik, ond'ainkis de j-aren^ diie er
tussdiien liggen, d'at ziji dlaar nog is, op een
zocm'ilgen' Jultaorgien', te. middieni van een
groote imeniilgte mensdhep, die haar duwep en
h-aar minacht'en en dlail zij -tot mijln 'oudend'om,
tot niijn dloodl zoo zal1 blSjfven, sdhuw, Verrukt
over het prachtiige weer, met een hart, luid
kltoppenldj, in afwtadhittiirHg vam' het eigehMjke
leven,.
Ondter al 'die kooplual waren, en, die tit het
noorden, Iktwajnen, lan'deren -uit d'en Elizas, en
weer anldlereni uiit een nog zufdelijker zuid'en
dan, het onza Ik zag er zelfe <een Spanjaard
bijl, die kanten te koop aanbood'. He ging- naar
hem- toe,, niet omi 'iets te fcoopen1, wa-nlt ik hiald
predes lllwee fran'cs biji mij. die Guichiardle imiji
m-ddiegegieven hadl osn een klein: rietein miamdr
je ite koopm van een' Zigerjnervrouw. dichit bij'
dfe h-rug; m-aar ik vomldl het pretti'g die fenge
eindem kapit te zieni golivein, die met een paar
spel Id-em of met houlteini knijpertje® aan eein
stralkl gespanplen koond) vastgehechlt Warep.
De man baSdl een' donkere gejaiatskleur en
mooie oogen-- en ini zijin vlugge, tot koopen
aar.tnioddigcr.idle zinndtjea, haspdde hij op een
ftltecgrappiiapto masnjJar em piuu- woandm w*
den verzekerde door den werkgever geen
premie behoeft te worden betaald:
b. ingeval bij1 een rechterlijke uitspraak is
beslist, dat voor een bepaalden arbeid'er door
den werkgever ge enpremie behoeft te wor
den- betaald, terwijl de werkgever in overleg
met den Raad van Arbeid er van heeft afge-
zien ook ten aanzien van zijn betalingsplicht
met betrekking tot zijn overige arbeiders, die
in hetzeifde geval verkeeren als dat, waarop
de uitspraak van den rechter betrekking had,
beroep in te stellen.
Buiten- deze gevallen bestaat voor terug
betaling van premie geen- rechtsgrond. De
werkgever, die Yan meening is voor een ar-
beider geen premie schuldig te zijn, vindt in
d'e Invaliditeitswet de noodige rechtsmidde-
len om voor zijn belangen te waken. Maakt
hij van die middelen geen. gebruik, dan ge
schiedt dat voor zijn eigen- risico.
Daarbij komt nog het volgende:
De verzekering van een arbeider, wiens
jaarloon 2000 per jaar of meer komt te
bedragen, blijft voortbestaan, zoolang de
verzekerde niet d'e verklaring heeft afgelegd,
dat hij de verzekering als vervallen be-
schouwt. Voor deze verzekerden blijft derhal-
ve premie verschuldigd. Wel bepaalt art. 188
der Invaliditeitswet, dat de premie in geval
len, als hier bed'oeld, door den verzekerde
wordt betaald, m-aar de Raad van Arbeid
heeft biji de vereffening der r-entekaart niet te
onderzoeken door wien de premie is betaald,
maar uitsluitend of de verschuldigde premie
is voldaan. Het geval is immers niet uitge-
sloten en in de practijk heeft dit zich
rn-eermalen voorgedaan dat de werkgever,
hetzij uit liberaliteit, hetzij kraehtens met den
arbeider aangegaan beding,- met de premie-
betaling blijft voortgaan.
Doet zich nu een der gevallen voor, welke
volgens de Invaliditeitswet aanleiding geven
tot ren-tetoekenning dan worden bij de bere-
kening der rente alle betaalde premifin me-
degeteld.
Het zal duidelijk zijn. dat onder de boven
aangegeven omstand'igheden, het teruggeven
van premie aan den1 werkgever, die, na ge-
durende dikwijls langen tijd doorgegaan te
zijn met de betaling, op een1 gegeven oogen-
bli'k tot andere gedachten komt, ook op bil-
lijkheidsgronden uitgesloten is. Het invali-
diteitsfonds heeft immers al dien tijd risico
geloopen.
'Ten slote mo ge nog, onder verwijzing naar
art. 12 van de wet bou-dende algemeene be-
palingen der wetgeving van het Koninkrijk
(wet van 15 Mei 1829, 'Stbl. no. 28), wordea
opgemerkt, dat de bedoelde uitspraak van
den Centralera Raad van Beroep uitsluitend
betrekking heeft op het bepaalde, bij die
uitspraak van den- Centralera Raad vara
uitspraak berechte, geval, zoodat nimmer
kan worden gezegd, dat kraehtens die uit
spraak door andere werkgevers ten1 onrechte
zegels zijn geplakt.
Op vragen van den heer Van der Waerden
betreffende een onderzoek naar de mogelijk-
heid van conoentratie van de Rijksbouw-
diensten heeft de minister van waterstaat ge
antwoord:
Uit het feit, dat de opdracht aan dte cotn-
missiie in zabe reorganisatie van den- dienst
der landsgebouwen zich uitsluitend beperkt
tot de onder het departement van waterstaat
behoorerade diensten, mag worden afgeleid,
dat het onderzoek naar de mogelijkheid van
centralisatie van alle Rijiksbouwdiensten, al
thans vgorloopig, niet in de bedoeling ligt
De redera, welke tot die beperkte opdracht
heeft geleid, is, dat de regeering aanvankelijk
yan oord-eel was, dat een verdere conoentra
tie van d'e bouwdiensten, zoo min uit een1
technisch als uit een financieel oogpunt, ge-
wenscht zou zijn.
Onder deze omstandigheden meende de
ondergeteekende zoowel in de opdracht der
commissie als bij haar installatie, zich te
moeten onthouden- van eenige zinspeling op
een- algemeene centralisatie.
De regeering is eehter beried, deze aange-
legeraheid nader te overwegen, nadat de com
missie haar advies heeft uitgebracht.
Op vragen van den heer Bomans betref
fende voorgenomeni opheffing van Radeni van
Arbeid en het in verband daa-rmede nemen
van maatregelen in het belang van het per-
soneel bij die Raden, heeft de minister van
arbeid geantwoord:
1. Bij voorkomende geleg-eraheden, in het
bijzonder bij vacature in het korps der voor-
ziters, wordt door ondergeteekende overwo-
o-en, of niet het gebied van den betrokken
Raad bij dat van een naburigen Raad zou
kunnera worden gevoegd.
Uiteraard zal van zoodanige wijziging in
de verdeeling van het Rijlk in gebieden van
Raden van Arbeid mede bezuiniging op de
uitgaven van de sociale verzekering het ge
volg zijn.
Op d'e samenstelling, bezoldiging, enz.,
van het personeel der Raden van Arbeid
heeft de ondergeteekende geen rechtstreek-
schen invloed. De Raden van Arbeid benoe-
men en ontslaan zelfstandig het benoodigde
personeel en- stellen, behoudens bet toezicht
ons dEialect vain, pnotence dooreen met zijn
eiigieni itaalitje. Hfij' hadl een' vrtmwtje bij zich
met glliainizeind) :gi;tzwar-t haar era groote zi-lve-
ren' riihgen- in, de ooren. De wagera, waanmee
zij rt'noteolkiken,, sKlondl achter staliletje; er was
eeni vierkani raam am an' een- rood lint hielldi de
wliite iglordijn.tjiejs bijeen... En' ik verbeellddte miji,
hoe die wagon eens's avoli,dis ver weg over die
grenS ziou trekfcen,'terugi niaar dte zomgeblai-
ketrjdle dbrpem iini diat dlorre, gtioedenkie lanl,
waar geen boomen ghoeien'.....
Op daiil oogienbOfik klw-am ik in t jgednang te
sitaain, naas-t e,en jonige vrouw, dfe ini de bene-
deni stad! wioonde eni JuB Btenarid heette. Op
haar gtedlraig was wel, eens wait aan te mer-
keni, ziji Uinoee excentrieke hodden, idie haar
gilianzendl haar 'goeTdi deden- uifkomerr, en1 moe-
dleir hlafdl rnlijl aangeradetn, ailtijd) eeni amd'enen
Wcaint uit te kijken, w-annieer 'ik haar voodbij-
l'iep. Ik dteedi dus' een- stap naar voren1 om van
haar af te kiomeni. Zij gfopte adhiter rndj- en, ilk
hoorde haar zeggen, -in -antwoord1 op een
virtaag van iem-a-rad):
„Och, Wat! Frans! je houdt me voor den
gek! Je weeitl we,l, dat je traij geen cadleaux
meer kunt geven.... Weet je, wat je doet: bield
liever je nichtjp, AllVere Landiarg-ues Wat van
die kanlteni aianl, dte ziji met zooveel belamg-
sbeTliLng1 bekijfct."
(Woidt tewvMgid.)