Alkmaarsche OGurant
Voor mij alleen.
Dondordag 10 November.
Stadsnienws.
£lenn0fnS? de PaUS' niet van de Kar"
F e n i 11 e t o n.
Proyiticiaal Nienws
N«. 284.
1921.1 Kerk De macht ran den Fact wwrft tortiederen Paue, plaatsbekleeder rtjn ran Jem*
Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang,
DE ONFEILBAARHEID
VAN DEN PAUS.
Oisteravcnd behandelde de Dominicaner
Pater C. van Kalmhout uit Zwolle in den
cursus, die een uiteenzetting van de katholie-
ke leer beoogt, het onderwerp: „De onfeil-
baarheid van den Paus".
Ook ditmaal was de kerk flink bezet, hoe-
wel het aantal bezoekers niet zoo groot was
als de eerste maal.
Spreker ving aan met het doen van enkele
mededeelingen en wel: 1. wie hem naar
aanieiding van de conferentie wenschen te
spreken, hebben daartoe de gelegenheid op
Donderdag van hal ell tot half een,
ten 2e dat ook schriftelijke bexnerkingen gaar-
ne in ontvangst worden gen omen; ten 3e d'at
de volgende conferentie Vrijdag a s. wordt
gehouden, het onderwerp zal dan zijn: „De
Bieclit"; ten 4e dat spr. over de stof van he-
denavond ter lezing wenschte aan te bevelen
de brochures: „Gij zijt Petrus, „Heeft Chris-
tus het Pausdom gesticht", „Wat wij niet ge-
looven" en „Het Pausdom aangevallen en
verdedigd". De laatste brochure geeft het de-
bat tusschen de heer Theodoor Wolf en Ds.
Beerens, gehouden in het gebouw „Salvator"
te Amsterdam, naar aanieiding van een alL
daar gehouden conferentie. Spr. raadde deze
brochure ten zeerste aan, omdat het debat
van beide kanten in zeer emstigen toon was
gehouden.
Komende tot zijn onderwerp, herinnerde
spr. er aan, dat de Yorige week behandeld
was"hoe het Roomsche leergezag voor zich
het recht opeischt om de waarheid aan zijn
leden voor te leggen, voor te schrijven en te
vcrklaren.
De Roomsche Kerk laat eenvoudig alien
niet vrij om te houden hetgeen zij widen en
ondanks dien sirengen dwang, ziet gij toch
en zult gij moeten toegeven, dat de Room-
schen er zich aan enderwerpen en ook nog
inwendig diep overtuigd zijn, dat hetgeen
hun als de waarheid wordt voorgesteld, ook
werkelijk de waarheid is. Zij, twijfelen vol-
strekt niet, dat hun gezag zich vergissen
kan. Als laatste reden werd hiervoor opge-
geven, dat dit gezag kwam van God, noch
liegen, noch bedriegen, noch zich vergissen
kan, maar de naaste reden is hierin gelegen,
dat ook het middel waardoor die waarheid
tot ons komt, evenals God, noch liegen, noch'
zich vergissen kan. Die onfeilbaarheid in het
voorstelien der waarheid is gegeven aan het
leergezag der Roomsche Kerk en belichaamd
in een persoon, den wettigen Paus van Rome
Waarom meent de Roomsche, dat de onfeil
baarheid geschcnken is aan iederen wettigen
Paus van Rome? Zie daar het onderwerp
voor dezen avond.
Alvorens deze vraag te behandekn, hebt
gij het recht, mij te vragen: wie die Paus
toch eigenlijk is.
Onze Paus is geen God, ook geen haK-
God, ook geen bovenaardsch wezen, maar
mensch gelijk u zijt en ik ben. De Paus heeft
zijn waardigheid' niet gekregen door geboor-
te, noch door erfopyolging, noch heeft hij
naar die waardigheid gesolliciteerd, maar hij
is mensch gelijk wij, wettig gekozen door de
hoogste waardigheidsbekleeders der Room
sche Kerk, de Kardinalen.
Een dezer Kardinalen, Van Rossum, hebt
gi] kunnen spreken toen hij ons land bezocht
en door de Roomschen feestelijk werd ont-
vangen.
Wanneer een Paus gestorven is, roept de
aecretans alle Kardinalen bijeen, om tot een
h!f1me ,auslieuze over te gaan." IZij komen
Hpr lian tren bePaIen den en de plants
zirli n'Ke £agcn later vereenigen zij
m den St. Pieter en begeven zich
pa, Pczamen'ijk naar de plants, waar de
v-n dpU|tgmChleden zaL Zij word® streng
wereld afgescheiden en mogen J-'-
plaats nooit verlaten, voordat de
die
Pane ue nieuwe
uJ 1S' ,Twee derde der stemmen
Paus Uwn 0?0 k/uze Wannecr de nieuwe
of l'iii HiV i IS' wordt hem gevraagd,
ot hij die keuze aanneemt en neemt hij die
ainaien of Bisschoppen, maar van God-zelf
df macht en de vraardiglicid van <fe R.omscfv
Door Aodte Corthis.
©eautoriseerde vertaling van W. E. P
zaI ikcr uit kunnieni gaan f
dacht ik, en hoe eenvoudig zal (het ziin om
weer bmnem te komen 1
aaSlen'd'beh,oefde ik niet meer te
aarzeien. ,,'Kom, zoodra zij beiden naar
be id zijin.... Ilfc wachtte fcoortach'tig de terug-
komst van Guioharde af. Eindelijk kwam ze
TnPfvLnaar+ het raT' kcek of de blinden
goed vast zaten, zoodat de wind, wanneer
die s nachite weer miocht opsteken, ze niet
zou kunnen losrukkcn.
,jK°m," zei ze, toen a! deze bezigheden wa-
gaan^» "zuIlen we naar hoven
fk geloof wel, dat ik nu een en al ongeduld
uen at kon komen en toch smeekte ik:
vas ,k dacht, dat ik niet gauw genoeg van
neen, nog .niet." 6
nieHni^ a>ieblieft!^ zei moeder. „IJc kan
der, Sp? m'J'n vallen toe van
S3 En zij: stond al op uit haar ann-
tafeli b^zil S t Was op den h'0ek van de
krek hlTLZ kaarsen aan te stekein. Ik
k ek hen. beden aan en smedkte zadit:
niet p-aard' n,iet "Egaan... laat me
met gaan Moeder leunde zwaar op 'de
was CLining' met oud trijjp overtrokken
Was0ie d'an van plan uit te
gaanr1.... op dit uur?...
Maar het tobben en droomen van dien dag
tad Outcharde s blik wa r het liefde nolcf
cherpziende uii
best duidelijk uit de woorden, eenige dagen
later na de keuze, wanneer hij gekroond
wordt, gesproken. Dan plaatst de secretaris-
kardinaal hem de kroon op het hoofd' en
zegt: „Ontvang de tiare, de drievoudige
krocm en weet, dat Gij zijt de vorat des
voiles, de bestuurder der wereld, maar vooral
de plaatsbekleeder van Jeeua Cbriatua op
aarde."
De Paus heeft het volstrekte recht en de
volstrekte macht over de gdoovigen. Gelijk
de stad bestuurd wordt door den Burgemees-
ter. de Provincie door den Gouvemeur en
ons geheel land door de Koningin, zoo
wordt het kleinste deel der R. K. Kerk be
stuurd door den pastoor, een grooter deel
door een bisschop, maar alle deelen en waar
digheidsbekleeders door 6en persoon, den
Paus. Hij is de bisschop van alle bisschop
pen en'tevens bisschop van alle gelbovigen.
Ms Opperleeraar heeft Hij het volste recht
te beslissen in geloofs- en zedezaken. Als
Opperste rechter heeft Hij in kerkelijke ge-
schillen het laatste woord. Allen kunnen zich
op den Paus beroepen, maar tegen den Paus
zelf is geen hooger beroep mogelijk. Die
hoogste macht en "waardigheid heeft de Paus
etikel, omdat hij is de wettige opvolger van
St. Petrus. Hij is de plaatsbekleeder van Je-
zus Christus op aarde. Toen Jczus Christus
nog op aarde rondging, was Hij zelf de Op
perste Koning, de leeraar, de priester van Zijn
volk.
Op zekeren dag stond Hij in de vlakte van
Cesarea Filippi en sprak tot Zijne apostelen:
„Wie zeggen de menschen, dat de Zoon des
menschen is?"
En zij zeiden: Sommigen: JohaJnnes de
Dooper; anderen Elia; anderen weer Jere-
mia of een der profeten.
En Christus zeide: „En wie zegt gij, dat
ik ben?"
Toen zwegen de overigen en nam Petrus
het woord en zeide: „Oij zijt Chriatua, de
Zoon van den levenden Goa."
En toen sprak Christus: „Zalig zijt Gij,
Simon, zoon van Jona, want vleesch en
bleed hebben u dat niet geopenbaard, maar
Mijn Vader, die in den hemel is. En Gij zijt
Petrus en op deze steenrots zal ik Mijn Kerk
bouwen en de poorten der.hel1 zullen haar
niet overweldigen. En aan U zal ik de sleu-
tels van het Koninkrijk der Hemelen geven
en alios wat Gij zult ontbinden op de aarde,
zal in den Hemel ontbonden zijn en wat Gij
op aarde bindt, zal ook in den hemel gebon-
den zijn."
„Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal1 Ik
Mijn Kerk bouwen."
Als deze woorden een beteekenis hebben,
beteekenen zij dan niet, dat Hij de grondslag
van Christus' kerk zal zijn? En gelijk het
fundament het sterkste deel van een gebouw
is, beteekent het dan niet, dat hij de eerste
en voomaamste zal zijn?
En alsof Christus bevreesd was, dat men
dit nog verkeerd zou verstaan, voegde hij' er
aan toe: ,,U zal ik geven de sleutels van het
Koninkrijk der Hemelen en wat gij ontbindt,
zal in den Hemel ontbonden zijn en wat giji
bindt, zal in den Hemel gebonden zijn."
De sleutels geven beteekent in het Oude
Testament dikwijls: macht en waardigheid
In de Rabbijnsche litteratuur wordt het
woord sleutel herhaaldelijk- gebru-ikt voor de
idee: het hebben van macht en waardigheid'
En van Jezus staat in de boeken der Open-
baring: Hij zal nemen een sleutd van het
Huis David, waarmede Jezus' geestelijk Ko-
ningschap bedoe'd wordt.
Binden en ontbinden wordt in de schrif-
tuur herhaaldelijk gebruikt om macht en ge
zag te verklaren. Christus riep die Farizee-
ers toe, dat zij de menschen lasten op den
rug bonden, die zij zelf niet dragen wilden.
Aan deni anderen kant zegt Hij, dat de wet
den mensch bindt en de Profeten den mensch
binden om aan te geven, dat zij wettig en
waarcug gezag over de Joden gekregen had-
den.
Hieruit blijkt, hoe Jezus met de woorden
i» A ,!n en ontbinden en steenrots der
serk Petrus tot een bizondere macht en een
bizondere waardigheid verhief.
"Op deze steenrots zal Ik Mijn kerk bou
wen. Mam- wie is het fundament, de hoek-
steen van Christus 'kerk geweest? Was Hii-
zelf met die hoeksteen En waarom andere
zal Chnstus-zelf Petrus het fundament, de
grondslag van Zijn kerk genoemd hebben
wanneer Hij daarmee niet bedoelde, dat Pe^
trus Zijn plaatsvervanger hier op aarde moest
De roeping-van Petrus is de roeping
van
gemaakt. Hiigand van oamst
„Om wien te ontmoeten?"
,,Ai:v^re!" riep moeder uit.
En hoewel ikde oogon gesloten hield, wist
ik toah hoe haar gelaat vertrok van schrik
en afschuw. Met opgeheven hoofd, zonder
mijn gezicht te bedekken, met mijn handen,
die ik krampachtig om' den rand van de ta'el
ffeklemd hidd, schreide >'k stil. Het- onophou-
dehjik schokken van mijn schouders deed mijn
heele Iichaam' schudden en gaf mij: een on-
draagliijke hoofdpijh. Ik weet niet hoe lang
ik daar wel stond en ik weet niet wat zif op
dat oogenblik begrepen, die twee zwijgende
vroutwen, die mijh smart peilden... ik weet
met hoeyeel ziji begrepen, de eene met haar
hennnermgen, de ander met haar verdriet,
leder met haar eigen smart, waarvan liefde
de oorzaak was.
:Mlamia zei heel zacfit:
„Mij|n anme lieveling..."
„Lieveling".... zei Guicharde.
'Beidan sfcreelden ziji mij' zadit over den
arm: en ik gaf elk van beiden een hand. Met
dichtgeknepen, oogen schreide ik nog steeds.
Maar tochi kwam ik langzamerhand tot beda-
ren, en nu voelde ik, hoe de Vingers van die
twiee hartstochtelijk beeMen in de mijne.
'Hlet regent reeds acbt dagen lang. We heb
ben al haast December. De regen stroomt
langs de steenen muren, die z66 ouid zijn, dat
ze het water opnemen en bijna venmoltnen,
langis de steenen van de sitraat in kleine golf-
jes, zonder ophouden en overal sdiijnt uit
die natte steenen een kille koude op te stijr
gen De regen danst met een vervaarlijke
woede op de pannen van het dak, alsof het
moesf instorten. In dlat eentonige, haastige
geluid, dat zonder ophouden steeds doorgaat,
is lets dat mij1 versuft, en tcgelijk mij onrus-
tig maakt. Ik kan het niet verdragen.
'Het is weer niot zoo'n herfst als toen, na
i dien avond. waarop' ik niet naar Francois
Landargues ging. Om tegen alle sombere
0eve«l«fls, die de in je wakiw reept,
Christus op aarde. God en Christus vertegen-
woordigen hier voor ons tlleen doet da Room
sche Kerk.
Hier hebt gij een- kleine veiklaring voor de
bijna Goddefijke vereering van den Paus.
Men spreekt van een Goddelijka vereering van
den Paus, maar denkt er goed aan, dat de
Roomschen hnmer van den Paus spreken als
mensch. Geen Roomsche zal er aan denken,
den Paus Goddelijke eer te bewijzen. Dat zou
als grove lastering en heiligscheunis worden
beschouwd.
Als dit dan de grootste waardigheid is -van
den Paus, hem hier op aarde gegeven, dan zal
het u zeker niet verwonderen, dat ook aan dien
Paus zeer bizondere voorrechten worden toe-
geschreven en een van die voorrechten is de
onfeilbaarheid. Onfeilbaar zijn beteekent
nietonzondig zijn. Onfeilbaarheid en onzon-
digheid zijn twee begrippen, die volkomen uit
elkander gaan Iemand kan zondig zijn en
toch onfeilbaar wezen. Onfeilbaarheid slaat
op de waarheid en onzondigheid1 slaat op de
goedheid. En zoo hebben de begrippen onfeil
baarheid en onzondigheid ijiets met elkander
te maken. Onfeilbaarheid beteekent: niet kun
nen falen; dat is: geen onwaarheid kunnen
spreken, niet kunnen bedriegen, niet kunnen
liegen, niet zich kunnen vergissen. Iemand1,
die onfeilbaar is, kan n/ooit een leugen zeg
gen, kan een ander niet, zelfs niet te goeder
trouw, in dwaling brengen. Iemand, die on
feilbaar is, spreekt altiid waarheid Wanneer
wij zeggen„de Paus is onfeilbaar," dan be
teekent dat, dat hetgeen de Paus zegt, volko
men altijd waar is, dat de Paus noch liegen,
noch bedriegen, noch zich vergissen kan, dat
de Paus nooit iemand, zelfs niet onbewust en
geheel te goeder tro-uw, in een dwaning kan
brengen.
En al dadelijk vraagt gij mijAls de Paus
mij dus zegt: Morgen zal het mooi weer zijn;
als Hij een brief schrijft, of een groep men
schen in audientis ontvangt of in net gewone,
dagelijksche leyen spreekt, spreekt hij dan al
tijd1 de waarheid? Kan de Paus nooit iemand
bedriegen? Zichzelf nooit in het minst vergis
sen?
Neen, geachte hoorders, dat is de leer der
Roomsche Kerk niet. Dat heeft zij nooit ge-
leerd en zal zij nooit leeren. De Roomsche
Kerk leert, dat de Paus onfeilbaar is in be-
paalde omstandigheden. En deze omstandig-
heden kunnen wij samenvatten in 4 punten.
De Paus is onfeilbaar, als Hij spreekt als
Opperherder der Kerk en als zoodanig een
beslissende uitspraak doet in geloof en zeden
en het doel heeft, dat alle geloovigen die uit
spraak moeten aarniemen.
Er worden dus 4 voorwaarden vereischt
voor en aleer er spra'ke kan zijn van de on
feilbaarheid' van den Paus.
Ten eerste moet Hij spreken als Opperher
der der kerk; ten tweede moet hij doen een be
slissende uitspraak; ten derde: hij moet zich
richten tot alle geloovigenen ten vierde moet
hij spreken in een.zaak van geloof of zeden.
De Paus is Opperherder der kerk, maar te-
vens ook gewoon mensch en kan ook als ge-
woon mensch spreken en schrijven. De Paus
is ook een Godgeleerde en kan als zoodanig
zijn meening over sommige geloofszaken ver-
kondigen. Hij kan die meening neerschrijven
in boeken, maar in al die gevallen spreekt hij
met als Opperherder der Kerk, maar als par-
ticulier persoon, als afzonderlijk geleerde of
als bizondere theologant. En als Hij niet
spreekt als Opperbevelhebber der Kerk, is er
in die andere zaken geen sprake van 'onfeil
baarheid.
Ten tweede de Paus moet doen een beslis
sende uitspraalcdat is: Hij moet de zaa'k
eenvoudig uitoaken. Zoolang Hij twijfelt is
er van onfeilbaarheid geen sprake. Als 'bv
de Paus een heiligverklaring van een bizon-
der persoon inteidt, is Hij niet onfeilbaar.
wanneer Hij zegt, dat zekere meening over
sheen tot de onderdanen van Zijn Kerkelijken
Staat en is dan niet onfeilbaar.
Hij kan ook spreken, alleen tot de bisschop-
pen> tot de priesters, tot de leeken, tot een deel
van Zijn bisdom, soms tot een. bepaald land,
tot een 'bepaald1 volk, ja tot een bepaald we-
relddeel en in geen van die gevallen is *r
sprake van onfeilbaarheid. Hij moet de bedoe-
ling hebben over de geheele wereld alle kinc
deren van Zijn kerk, te verplichten tot Zijn
leer. Dan pas kan er van onfeilbaarheid ge
sproken worden.
Van veel belang is ook het vierde punt, dat
Hij daarbij moet spreken over zaken van ge
loof en zeden. Al sprak Hij tot de geheele
vyereld over een soort politieloe of geschiedkun-
d'ige kwestie, dan is er van onftilbaarheid
geen sprake. Als Hij zegt, dat het licht zoo-
veel duizenden K. M. per seconde aflegt, dan
kan Hij dwalen. Wanneer Hij zegt, dat het
geluid een trilling der lucht is, kan Hij zich
vergissen. Wanneer Hij zegt, dat Alexander
de Groote geleefd heeft in 800, dan vergist
Hij zich.
Wanneer Hij zegt, dat voor een bepaald
land de monarchale regeeringsvonm te verkie-
zen is boven de republiek, dan kan Hij dwa
len. Maar Hiji kan nooit dwalen, wanneer Hij
spreekt ander de vier genoemde voorwaarden,
over geloof en zeden.
Wanneer Hij zegt, dat Jezus Christus de
werkelijke Zoon is geweest van den levenden
God, wanneer Hij zegt, dat in het Heilig Sa
crament Jezus Christus tegenwoordig is,
wanneer Hij zegt, dat er zeven Sacramentera
zijn, niet meer en niet minder, dan doet de
Paus een beslissende uitspraak in geloof en
zeden, maar dan ook sehittert op Zijn voor-
hoofd de Ster der Onfeilbaarheid1. Dan zwij-
gen. alle twisten onder de geleerden en luis-
teren alien in zwijgende stifle en gehoorzar
men. Hemel en aarde zullen voorbijgaan
maar Mijn Woord zal nooit voorbijgaan
(Zie vervolig hoofdblad).
UIT WINKEL.
Op de raadsvergadering van 8 November
waren alle leden tegenwoordig.
In vierband met een vraag van den heer
Kriek of de gemeente verplicht is schoolgdd
te heffen, werd medegedeeld, dat de Onder-
wijswet 1920 geen vrijstelling kent.
Medegedeeld werd, dat het graslaind der
gemeente was verpacht voor 4 jaren voor
290 per jaar.
Ingekomen waren o. a. goedkeuringen van
raadsbesluiten;
een verslag der vergadering van de gasr
commissie;
een vczoek van het gemeentebestuur van
Bergen, dm gemeenschappelijkk op te treden
tegen de regeling van het gemeentebestuur
van Alikmaar inzake nijverheids-onderwijs-
instellingen en de Handdsschool;
een verzoek van het gemeentebestuur van
Twisk c. a., om te trachten wijziging te bren
gen in het stemrecht in de Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten.
Alles op voorstel van B. en W. voor ken-
nisgeving aangenomen.
Door Gedeputeerde Staten werd voorge
steld, in de instructie van de wijkverpleegstor
een werktijd in te voeren van b v. 9 tot 6
uur.
Burg^ en Weth, zijn in correspendentie
met Ged. Staten over de daaraan verbonden
bezwaren.
Aangehouden.
Begrooting 1922. De door Burg, en Weth
opgemaakte begrooting heeft bij de raadsle-
den gecircufeerd en werd thans hi behande-
ling gen omen.
De heer Breebaart sprak over het dienst-
laar >n verband met de vaststelling van bet
belastingjaar van Mei tot Mei.
Jaarwedde van den
v ontvanger. De heer
S Wanneer delijken Oi^Tint^" de^wLfStedto
Hij zegt, dat voor een zekere meening in eeni
zekere zaak wel iets te zeggen is, dan is er
geen sprake van onfeilbaarheid. Zoo heeft de
Paus nog met uitgemaakt de zedelijfcheid van
den hongerstaker, den burgemeester van
Corck. Wel heeft Hij daarover als particu-
lier persoon zijh meening te kennen gegeven,
maar m geen geval- heeft hij een beslissende
uitspraak g'ed'aan. En. daarom is cr in dezen
geen sprake van onfeilbaarheid.
Ten derde: Hij moet spreken tot alle geloo-
lgen en de hedoeling hebben, alle geloovigen
tot zijn uitspraak te verplichten
De Paus, gij weet het, is in de wereld ook
vorst en kan Zijn wetten geven aan Zijne sol-
daten en onderdanen. Maar dan spreekt hij
bcstand_ te zijjn, moet je inwendig heel rijk
zijn of heelemaal arm. Maar ik ben geen
van beide, niet sterk en niet vreesacbtig. Mid-
dielmatigen zooals ik kunnen alleen maar voe.
ten.
Geen enkele dag inderscheidt zich' van de
grauwe dagen die vollgden. Ik zie dien tiild
achter miji niet als een reeks van uren, die
ellfcens een week met een Zondag vormen.
Het is een groote massa, grijs en ziwaar als
die novels, die in November over de velden
hangen. Het weer -was sledit; het werd vroeg
donker. IVloeder was nog onder den indruk
van wat ik haar had moeten opbiechten en
keek miji dikwijls aan met een angstigen,
droevigen blik. Dan sloot zij de oogen en
wanneer zij zoo zat te peinzen kon haar ge-
zrchit ineens zoo bleek en doorschijnend zien.
in die oogenblikkcn had zij berouw voor mij
en verweet zij zichi, dat haar bloed en haar
geest mee de schuld waren van mijn zwak,
.iartstochtel'ij,k karafcter. Zij sprak mij anders
nooit over iets. Ik had haar gesmeekt dat niet
te doen, en ziji begreep mijn verzoek. De naam
Landargues, die tot dien tijd toe, dikwijls
voorfcwam in onze dagelijksche gesprekken,
werd nu nooit meer genoemd.
Ik klaagde niet over verdriet en ik wilde
ook geen verdriet voeten, ik deed: mijn best
dikwijls te lachen, en spande a! miin krach-
len m vooridurend nuttig bezig te zijn;
ik hielp in lief huishouden, en bij he'" naaien
ik vouiwde het linnengoed, ik was bezig met
den mmaak van appels en vijgen voor den
wintervoorraad.
Maar al dacht ik door al die klteine bezig
heden mijh verdriet op zij te zetten, zoodra
ik niets ie 00011 had!, voelde ik het weer in
mij, alsof het de nagels van zijn klauweni in
mijn vleesch drukte. En in mijn verbeelding
of in mijn herinuering rocht ik steeds weer
Frans, d'adit ik steeds weer aan wat hij zei
de bij onze ontooetiingen aan zijn bhk. aan
aija gahaar. Ea dilcwfjla had ik b^at alias lief,
voor den ontvanger aammerkelijk zijn of zul
len verminderd, ook het salaris in overeen-
stemming daarmede te verlagen, ten minste
stapoen te doen om daartoe te komen.
Aldus besloten.
Onderhoud brandspuiten enz. Uitgetrok-
ken op 100.
De heer Kriek stelde voor dit bedfag te ver-
dubbelen.
,v,Df Eeer Spaans zeide, dat de spuit te Lutje-
Wmkel met in orde was.
Besloten werd den post
200
te brengen op
Uitgetrolcken op
Dezen post werd door B. en W. terugge-
Kosten voor de loting.
30.
nomen.
Huur of pacht van lanflerijm. Werd ver-
hoogd met 50, als gevolg der laatste verhi>
ring,
De begrooting werd daama vastgesteld fa
ontvang en uitgaaf op 123748,39. Onvoor-
ziene uitgavaa f 2498,95. HooMel let toaslaa
26000.
Bij de begrooting verleende subsidiin
Vereeniging tot bevordering van het Vak-
onderwijs in Westfriesland 15; de afdeeling
Winkel dier vereeniging f 164,50; Schager
Handeld'rijvende en Industrieele Midden-
standsvereeniging te Schagen 10; Winkel's
Harmonie 50; W. Keetman Wz., voor het
Ontvangsten
ondernemen van een autodienst Winkel—Star
tion Noordscharwoude 300.
Goedgekeurd werd de begrooting voor het
Algemeen Burgerliik Armbestur, in ontvang
en uitgaaf op 7822,73.
Idem de begrooting der gemeenschappelij-
ke gasfabriek.
Deze begrooting is gebaseerd op een ver
plicht verbruik per aansluiting van 25 kub.
Meter per maand, tegen 15 cent per kub. Me
ter en voor het meerdere verbruik 13 cent
per kub. Meter.
Overeenkomstig het voorstel van Ged Sta
ten werd de verordening op ontsmettings-
rechten zoodanig gewijzigd, dat door hen,
wier inkomen beneden 2000 is, niet* wordt
bijged'ragen.
Op de verzoeken van P. Kant en wed. W.
Fijnheer, om ontheffing van het tonnenstelt-
sel voor Lutje-Winkel, werd afwijzend' be-
schikt.
Vervolgonderwijs
Besloten werd de verordening op het Ver
volgonderwijs te wijzigen in overeenstemi-
ming met den wenscn van Ged. Staten.
Voorts werd besloten met het Vervolgon
derwijs zoo spoedig mogelijk te beginnen.
Tot onderwijzend personeel bij hat Veo
volgonderwij9 werdtn benoemd:
Voor WinkelDe heer H. G. Oroenhof, se
vens hoofd, en A. Egmond; voor nuttige
handwerken mei, P. Witlam.
\7oor Lutje-Winkel: Ete heer J. Poste, t«-
ven# hoofd; voor nuttige handwerken mej A
Kluijver,
Onderwijs aan volwasseneu:
Voor het geven van ondcrwij* aan volwaa-
scnen werden benoemd:
Te Winkel: de heer H. G. Groenhof.
Te Lutje-Winkel: de heer J. Poste-
Nooddwoningen
Als huurder voor de 2de noodwoning
werd bij stemming aangewezen C. van der
woldt. Eventueele volgende verhuringen
werden opgedragen aan Burg, en Weth.
Een huurovereenkomst werd vastgesteldi,
overeenkomende met het cntwerp van het
Departement van Arbeid voorgesteld.
De grond bij de noodwoningen zullen B.
en W. zoo goed mogelijk verhuren voor 2 ct.
per vierk. Meter, bij voorkeur aan de bewo-
ners.
Door den Rijksveldwachter werd bezwaar
gemaakt tegen de door den- Raad' vastgestelde
huur van j 4 per week voor zijn woning,
weLce huur zal stijgen in evenredigheid1 met
zijn salarisverhooging, niet meer bedra-renda
dan een dagloon.
Besloten werd de huur zoo te laten en den
Rijksveldwachter in de gdegenheid te stellen
het contract te teekenen of de woning te vep-
Voor de malariabestrijding werd voor 1921
uitgetrokken 5 cent per inwoner.
Arbeidsvoorziening, waarvoor een bewe-
gmg is op touw gezet door de gemeenten, be-
inorende tot de Districts-Arbcidsbeurs te
Helder.
7 a1 in een afzonderlijke vergadering wor
den beahndeld.
Tr. El IT ANNA PA'ULOWNA.
Urtslag der verkooping alhier op 9 Novem-
wr ten overstaan van notaris C. L. v. d.
Bergh te Schagen van eene huismanswoning
aan den Verlengden Meerweg en' den Zwar-
tenweg met wei- en bouWland groot 7 12 48
H. A. ten verzoeke van den heer K. Davids
13894 51 RK' Kerkbestuur voor
'Door bilj artel ubs te Schagen en Helder
is een. match mgezet in de Toelast te Helder.
De vijftallen speelden 15 partijen van 125
wdLe' Tj„het «evolg. d'at Scha-
gm 1644 en Helder 1598 caramboles maalkte.
Het tweede gedeelte zal in de Posthooni te
bchagen worden gespeeld.
UIT AKERSLOOT.
In tegenwoordigheid van het R^m.r van
zijin droefheidi, zijn glimlach, zelfs zijta hard
gemoed', zij,n droevige, kwade gezegdenmaar
ook dikwijls, wanneer ik hem beter begreeo
voelde ik alleen nog maar afkeer voor hem
I wee maal reeds, in de rue Puits-aux-
Boeufs en op de Rhonekade, had ik hem weer-
gezien Ik mocht niet meer alleen uitgaan,
en ik begeende het ook niet; Guichard 'ging
altijd' met mrj. mee. En zonder zijn pas te
verfragen of te versndlen, had hij gegroet
een onverschillig gebaar, maar zijn blik rust-
Ft !ven op mii' I'3? geen verwijit of
smeekibede in, maar alleen een veradhtelijke
lrome, die hijl miji op zijin eigen sdhenpe, ver-
nederende mamer liet voelen. Hield hiji van
mm had hij mij ooit liefgehad?.... Was het
liefde geweesit, die ik voor hem gevoeld had
Maar de dagen gingen voorbij en ik wist
eigenlijk zelf de oorzaak niet meer van alle*
wat mij zoo kwelde.
Hij zelf verdween meer en meer. En ik her-
lnner miji, toen het weer lente werd, de heer-
lijke uren, die ik doorbraeht voor het raam
van mijn kamer, de kleinste kamer aan' het
eind van de witgekalkte gang. Hoe licht en
vredig was het in mijn hart, ik was gelukkig
De zon verdween achter de bergen van Ar-
deche en voor mij hadden haar laafste stra-
len den hemel gezet in een gouden gloed die
overging in zacht geel en weerkaafete in de
breede nvier.
Arme kleine onwetende zielen, zooals de
mijineNlu eens zijn ze vreedzaam, dan weer
worden1 ze verteerd door onrust; ze juichen
in hum dwaas gel'uk, ze zijn tevreden over
hum verstandigheid' en ze weten toch niet,
waar hun eigenlijike thuis is.
De lente was guur en buiTg. zooals in ons
s hudde d^iil^;t S' genoeg om net te doen of hij mijn zichtbare
sriiudde de pas ontloken bloemcn op hun verwarnng niet opmerkte
Stengels zoodat ze klnatoien; maar ook soms j ..O!" zei hij met een-zachter stem het
u n ^arm" d'at ie dacht het koren spiflfc mij als ik herinnerin^en heb wakker
wel te kunnen zien groeien. wanneer je er gemaakt.
paw naar hMfc. Ik Jwfiianwwew U'Mdt
alleen op uit te gaan, ik wandelde in de smal-
le straiten om ons huis en ik zag nu en d:an
dokter Gourdon. Hiji kwam daar om' het kind
van een timmenman op te zoeken, dat aan ge-
IhS? en waarin mevroiiw
Livron, die heel rijk is en een groote vriendin
van de oude mevrouw Landargues veel be-
lang stelde. Hij grootte mij heel eerbiedig en
keek mij lang aan.
Op em dag sprak hij mij aan. Het was
voor het ,.Huis mot de Hoofden", een oud
huis, waar drie heeren en vier dames uit den
rij'd van konrng Frans I, wondermooi efebeeld^
houwd in den grijzen steen, hun hoofden met
paarlien en veercn versicrd, over de vensters
buigen De straat is morsig en heel nauw. Op
hetzelfde oogenblik, dat ik den dokter voor-
bijliqj, gleed ik uit over een appelsehil en
viel bijna. Hij) stak den arm uit om mij tegien
te houden; en toen ik hem. lachend om mijjn. or.-
haindagheid1, bedankte, lachte hij1 ook. Toen
vroeg hij hoe hot met miji ging en informeer-
de met groote belangstclling naar mijn moe-
j?r-,d'e "9 yon enkele maal Zondags zag en
die hijl er, zei hij, wat bleek en moe vond' uit-
zien. Ik antwoordde, dat zij ook werkelijk een
zwakke gezendheid had, en toen bleven Wij
tegenover elkaar staan, beiden niet goed we-
tend, wat hier nog aan toe te voegen.
Toen, gelooif ik, dat hij even aarzelde, v66r
hij vroeg:
'>En heeft u mijnheer Landargues' in lang
met meer gezien?"
Het was maar een ban ale vraag. Maar zij
xraeht miji toch even van mijjn stuk, want ik
verwachtte haar heelemaal niet. Met een over-
dpeven onverschilligheid, die me heel onhan-
d'lg afging, antwoordde ik: ,,A1' een heelen
tijd niet!" Fabien G'ourdon was niet kiesch
- - -
ilti Mteag
Z1JI1 r