Alkmaarsche Courant De Amsterdamsche weak. Voor mtj alleen. RIJTSIGEE. Ruime keuze. Oillijke prijzen. JHo. IWCet, m. Hdnderd Oris an Twlnfigsta Jaargang. Zaterdag 12 November. F n i 11 e t o n. ■n Sm m HETf^DRBS voor aienwe ea gebrulktePfltnlgei ts atg steeds H.H. Waard, Alkuaar. PUBLIGATIE De COMMISSARIS VAN PQLIT1E dor Gcmeente ALKMAAR voetigt do aamcbcht van beUnghebbenden op artitkel 25 van hot Motor- cn Rijwtelrcglement, waarbij hot ter- boden is, tusschen aen half uur na awnson- der- en etn half uur vodr zonsopgang t« rij- den met een (in de hand vastgehouden) elec- trischs aakl&ntaarn. Er moot 'a lantaara aan het rijwiel zelf bevestigd zijn. Tegen overtreding van bedoeld artikel zal voortaan streng opgetreden en in voorkomen- de gevallen proces-verbaal opgemaakt wor- den. Alkmaar, 11 November 1921. - De Commissaris van Politie, 1 W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. XCVIII. lift Athenaeum illustre herleefdt Maandag 1.1. heeft er hierterstede eene plechtigheid vam bijzonderen aard plants ge- nad; de teruggave aan de Universiteit vaa Amsterdam van haar bakermat; de Oude Acnietenkapel op den Oudezijds-VoorbuTg- wat, waarin twee eeuwcn lang eht Athenae um Illustre do Doorluchtige Schole, ge- vestigd was. Zoo, geloof ik, vertel ik het beste, hoe de situatie is. Men hoort in deze dagem weer spreken van de pieteitivolle wijze waar- Dp de eenige kloosterkapel die ons, Amster- dammers, nog uit de middeleeuwen rest, her- steld is. Maar van een- herstel, eene restau- ratie, in de eigenlijke beteekenis des woords kon geen sprake zijn, alleen al niet omdat het herstelde gebouw hestemd was voor modern gebruik, en omdat dat gebruik zich aansloot aan de tweede bestemming die de kapel in den loop der tijden gehad heeft': de universi- taire. Het is dan ook geeni gerestaureerde kloosterkapel, het is het gerestaureerde Athe naeum, zij het dan ook dat mem do resten ram da® oorapronkelijksa kerkbouw eooveel mogelijk ontzien en hersteld heeft. In tusschen, hoe dit zij, wij rnogen over deze restauratie tevreden zijn. Want de toe- stand waarin dit in elk geval1 zeer eerwaarde, historische gebouw, zich de laatste jar en be yond, was meer dan ergerlijk. De laatste vaate bestemming die het had was die van openibare meisjesschool; de zoogenaamde Agnietenschool. In verband daarmee was het op allerlei wijzen verbouwd en verwaar- loosd. De gevel, de oude Oothische kerk- gevel. was bestreken met portland-cement, dat door den invloed van allerlei weersge- steldheden zeer moxsig was geworden. Zoo maar brutaal voor den. gevel, zonder eenig verband daarmede zonder zei fa eenige poging tot het scheppen van zoo'n verband, stond, vrij in de lucbt, een1 moderne, gegoten ijzcren draaitrap; een noodtrap zoogenaamd (ofschoon ik er van overtuigd beni oat ;nge val van brand geen kind levend beneden: was gekomen)Em aan den zijgevel van het ka- pelletje, hoog im de lucht, «i steunend op een soort van image muggepootsn, hinlg, zoo op de manier van een. nest van klipzwaluwen, een wonderlijke uitbouw, de school-W. C. (zonder W, want van eenlgszins moderne inrichting was natuurlijk geem sprake). Die muggepooten. bleken minder sis steunsels dan wel als afvoerpijpen, als loozingen dienst te doen. Men zal toegeven dat een Bchandelijker uitmonstering van een oud ge bouw, een oud kerkgebouw, wel niet denk- baar was. Kwam men. het gebouW binneni dam vend men onder in den kelder de vroegere on- derkerk een donkere, geheimzinnige ruim- te, met zwiare karbeelen. eni moerbalken met grafsteenen ook uit lang vervlogen dagen, <ae speelplaats voor de sehoolkinderen. Daarboven wareni dan .twee tamelijik ruime maar onbebagelijke schoollokalen, en nog hooger, op den zolder eenige nog minder voor schoolgebruik dienstige lokalen. Al die rommel is er nu uitgebroken; de grondvesten zijn vernieuwd wat heel noodig was, want toen het leeg was bleek het gebouw sterk verzakt, en daatna is men aan de restauratie begonnen, aan het herstel van den toestand Door Andfe Corihis. Geantoriaeerde vertaling van W. E. P 13) Wel, op een Donderdag, toen de groote wasch gedaan werd en Guicharde thuis had moeten blijven, was ik alleen naar den wiin- gerd gegaan. Met den grooten mand, waarin ik mijn oogst had verzameld, kwam ik l'ang- zaami het steile pad1 op, dat naar de stad voert. Tot mijin verbazing kwam mijn zuster het pad afrenneni. Ze kwam me zeker tege- moet, want toen ze mij1 zag, bleef ze staan. Zij had een linnen blouse aan, die ze alleen maar thuis droeg en geen hoed op. Ze riep: „Kom gauw vWat is er dan?" Ik wist niet wat ik ervan denken moest zij bierin zoo'n agitatie.... Toen. ik VIak bij haar was, greep ze mij bij: den arm; en. ze lachte en keek mij' aan. met de oogem vo.1 tra- „Neen, schrik maar niet. Kom gauw, Broe- der wacht op je." „Maar wat is er dan toch ,'Dat zal moeder je wel zeggen." Terwijl wij sael voortliepen, voelde ik de heerlijke lentekoelte langs mijn gelaat strij- ken, alsol twee handen het zacht omsloten. we kwamen de stad in. Het scheen alsof het blauw van den hemel door de open vensters tot diep in de huizen drong. De spiegels aan de muren weerkaatsten het zoodat de donke re faoeken der kamers er door verlicht wer- den; op de glimmende meubels glinsterde het koper. wOuidhardie, is he* iota heerlijks?" schikt maken van het gebouw van moderne universitaire deeleinden. En het resnltaat is vaak verrassend, ook wel eens ontnuchterend. Daar is al dadelijk het poortje \ran natuur en1 baksteen aan den Oudezijds-Voorburg- wal. Het steenfaouwwerk is zorgyuldig opge- hoogd en het metselwerk voorziehtig afge- halct. Door het afloopen heeft men nog eene kleine mystificatie ontdekt. De poort ';ermeld- de nl. het jaartal 1631. Het bleek echter dat de stok van de 6 en de onderste helft van de 3 van stopverf waren. Vroeger hadi er ge- staan 1571. Op deze wijze heeft men inder- tijd dit poortje, oorspronkelijk staande voor den ouden, Stadstimmertuin. voor het nieuwe doel geschikt gemaakt. In net poortje hangt nu weer, als weleer, een gesmeed ijzeren heik, met den ouden naam: Athenaeum Illustre. Op het voorpleintje dat men dan betreedt, is in het midden van. den vloer, een windroos aangebracht, waaruit blijkt dat de kapel niet zuiver georienteerd was. Achter zidh ziet men aan de binnenzijde van den straatmuur, de altaarsteen en stukken grafwerk uit de ouderkerk ingemetseld. En voor u uit rijst omhoog de als een pihenix uit zijne assche herrezen baksteenien< voorgevel van de kapel. In den Gothischen gevel is nu weer het hoog spits boograam van de kapel van de kapel aangebracht. Bij de inrichting tot Athenae um had men dit raam op den zolder .gemaakt en in de zaal van het dicht- Athenaeum op de eerste verdieping in de penantem twee kleine ramen ingdhakt. Tusschen beide was later bovendien een radvenster ingemaakt. Dat alles is nu weer verdwenen en het oude metselwerk is zooveel mogelijk hersteld met oude steen em bandvormsteen uit deni oven van L. H. Westerhout te Zuil<«i aan de Vecht. De oude onderkerb is nu ingeridit tot vestiaire. Ook vindt men er twee collegeka- mars (een voor de paedagogiek en een voor de philosophic). Dit deel lijfct mij het minst- welgeslaagd alsrestauratie. Maar hieraan draagt natuurlijk de moderne be stemming achuld. Ik verwijt het dan ook nie- mand, maar toch deed het mij even vreemd aan, toen ik daar op den nieuwen tegelvloer stond, en bedacht dat daaronder de nonnen ran het oude Agnietenklooster hun eeuwigen slaap sliepen. Want menl heeft de oude lijk- kisten met het stoffelijk overschot der vrome vrouwen weer in den ouden groad ter ruste gelegd. Midden in ket onderkuis, de oude ouder kerk, voert een- nieuwe trap u omhoog naar de eerste verdieping. Deze trap wordt be: che- nen door den luister van een groot gebrand- schilderd glasraam. De glasschilder, W. Bogtman te Haarlem, is er de maker van. Het raam bevat de beeltenissen van de twee eerste hoogleeraren van het Athenaeum, dr. Gerard1 Vossius en Caspar Baerlacus. En onwillekeurig dentken wij aan de getuigenis die Vondel van den eerste, den „profes3or der Historien E Amsterdam", gaf: „A1 wat in boecken steeckt is in dat hooft gevaren!" Dan betreden wij1 de groote gehoorzaal, dezelfde ruimte die daartoe diende in den tijd van het Athenaeum Illustre, (1632— 1832), de zaal dua waar Vossius en van Baerle geleeraard hebben, en waar later de Geniestet alk jong student zou zitten, en waarop hij zijn spotdickt ,,'t-Schotje" zou dicuten.. Het is due wel een macht van historische kerinneringen die kier voor ons oprijst. Het is ren wit gepleisterd graf Behangen met portretten Die soma bij 't Amsterdamsch LaEjn, Verschrikkelijke oogen zetten! Zoo zong de Genestet. Welnu de pleister- zoldering is nu verdwenen, en daaronder uit kwam een balkenplafond, donker bruin van kleur en beschilderd met een' rijk, goud- kleurig tulpenornamtot. Dit is een'schoone tooi van deze oude zaal, die bovendien' bij- zondere bekoring ontleent aan de mooie oude donker-bruine kapbalken met om den andere aan de witte muren een platte stijl met kar- beel em een1 muurstijl. Aan deze muurstijleni zijn de gesneden koppen der vier Evangelis- ten hersteld, of liever weder aangebracht; want slech'ts een. dezer is verminkt terugge- vonden. Ook de oude spitboogvensters met in lood gevatte ruiten zijn gerestaureerd, en het groote raam, aan het einde der zaal, heeft bovendien een gehrandschilderde voor- stelllng, die de geheele gesohiedenis, de dub- bele geschiedenis, van het gebouw in beeld brengt. De linkerhelft geeft de Agnietenka- pel in vogelvlucht weer, zooals wij' het kloos- ter vinden op de bekende kaart van Amster- „Je zult't wel hooren." Toen we bij' de voordeur waren, riep zij1: „liier is ze I" en ik hoorde, dat mama door de eetkamer kwam aanhollen. Zijl omhelsde mij:, zij1 nam mij' mee en toen Ouicharde de deur achter haar gesloten had, zei ze: „Alvere!.... dokter Gourdon is zooeven hier geweest om je ten huwelijk te vragen." En ze hadden beide tranen in de oogen, terwijl ik, tegen de tafel geleund, naar den blauwen hemel keek, die ook in ons huis bin- nengedrongen. „Je bent ten huwelijk gevraagd,... denk eens zei mama ernstig en toch hartstochte- lijk, met samengevouwen handen. „Jle bent ten huwelijk gevraagd..." her- haalde Guicharde. Zii omhelsde mij en keek mij vol verbaasdfe bewondering aan. Het leek alsof er een wonder met mij; gebeurd was. „Je hebt kem lief, fa ket niet, je koudt ini- Hilers van hem?" vroeg Guicharde. E!n mama zei keel ernstig: „0je meet wel heel veel van hem hou- den." Zij! verteldem mij, dat hij' dien avood mijn antwoord zou komen halen, waaraan hij! niet twijjelde. Voordat hiji kwam, toen1 het bo- gon te schemeren, ging ik den tuin' in en ik zat lanigen tijd op dten steenen. rand langs het rijvertje. Met heel mijn hart wilde ik hoopvol zijn; maar toch.... mifn oogleden wa ren zoo zwaar en ik moest de oogen wel neer- slaan. iDe maan rustte als een pare! diep in het donkere water en wanneer een koeltje er over stxeek, trilde zij! en loste zich op in klei ne, haastige zilveren golfjes ...Nu ik zoover ben met mijn armzalig ver- haal, zou ik eigenlijk imoeten verteleln, hoe de eerste weken cm de eerste maanden van ons huwelijk waren, en hoe ik, ten spijt van ekm, Qeeatffa MAaite. Btei tuCKS*- de ncnnenfiguur daarnevens is ontleend aan het Familietafreel uit het reventer van het klcoster, geschilderd door Jan van Hout, (1506) en voorstellend de priorin Grietje j Korsgen Elbertsen, met hare familie. Het origin-eel be vindt zich thans in het Kaiser Friedrich Museum te Berlijn. De rechterhelft is gevuld met eene voorstelling van het in- wendige dezer zaal, in deni tijd van het Athe naeum, naar een prent uit den z.g. Fouquet- 1 atlas, en brengend eene disputatie in beeld. Hieraan zijn de portretten toegevoegdi van twee bekende figuren uit die periode van het gebouw: P. Burmenus, secundus, en D. I. van Lennep. Aan de aChterzijde van het gebouw op de zelfde verdieping vindt men een kleine col- lege-zaal, eveneena met zoo'n mooi tulpen- plafond, en op de zoldeiYerdieping zijn de philosophische, de paedagogische en de juri- disdhe bibliotheek ondergebracht. Dat is dus ook eene herleving van de oude traditie. Want twee eeuwem ilang is hier de Stadsbi- bliotheek ge\restigd gnweest. Deze zolderver- dieping ontleent eene bijzondere schoonheid aan de oorspronkelijke eikenho'Uteni kerkkap, die nog geheel intact is, met dien verstande dat vandalenhanden er indertijd het snijwerk van hebben afgehakt. Eindelijk vermeld1 ik nog dat op het dak weer het oude kloostertorentje is gereconstru- eerd. Daar de oude lui-klok weg was, is hiexvoor de oude klok uit het Voormalig rechthuis in Watergraafsmeer gekocht. Zij draagt tot opschrift: Arendt Boole*1 Ao 1778. Op het torentje is weder geplaatst de restauratie die er wezen mag. Summe summarum is het dua wel eene origineete oude rcodkoperem windvaaii van het Athenaeum. De Gemeente Amsterdam heeft hiermede in elk geval een mooie stad van pieteit ge daan! WAGENAAR Jr. iviarn Dept. IDit Uit ohko Staatsmachine, Hier dft daar uit de Staatsbegrooting. Jl, Hbofdstuk V A (Onderwijs, Kunsten ea Wetenschappen) heeft tot eindcijfer van do 312 artikelen de diet onbelangrijke #om van 148.121.113, d. i. 14.488.680 meer dan de raming voor 1921. Vian dit meerdero be- bedrag komt 4.671.060 op rekening van het lager onderwiji en 2.292.622 op dia van het nijyerheids- en biandelsonderwijB. Voor uitgave* ten' behoeve van leerzalen is 27.000 meer uiigetrokkenvoor bevorde- ring van muziek en zang 43.000 meer en voor tegemoetkoming in de kosten van on derwijs aan jongelieden van buitengewonen aanleg 25.000 meer; de lactate post is op 225.000 uitgetrokken. Voor't Hooger Onderwijs wordt gevraagd 11.754.709, voor f Middelb. Onderw. 14.629.640, voor 'i Lager Onderwijs 88i.509.010, voor Kunsten en Wetenschap pen f 3.337.324, voor Pensioenen, vergoedin- d'ingen', toelagen, gratification, wachtgelden, enz. 10.983.478, voor Onvoorziene behoef- ten 31.000, voor 'Kosten van het Departe- ment en van het onderwijs in't algemeen 738.437. IDe H.B.S. ite Sneek cn Gorkum zullen met ingang van 1 Sept. 1922 door het Rijk war den overgenomen. Verschillende inn'rhtingert voor fiandelson- derwijs krijgen meer subsidie o.a. te A1 'k- maar 28,775, Delft f 100 Den Haag 2950, Haarlem 47.389, 's Hertogen- bosch' 5525, Leiden f 3320, Nijmegoa 26.725, Zutphen 23250. Op deze begrooting is nog geen rekening gehouden met de onderwijzersopleiding (L.O.) en de scholen voor buitengewoon on derwijs. Voor jaarwedtien, enz. bij ket openbaar la ger onderwijs wordt geraamd 49.440.000 en voor het bijzonder onderwijs 37.610.000. De Koninklij'ke Academie van Wetenschap pen is stout geweest. Zij heeft zonder er ae regeering iets van te zeggen. schulden .ge maakt van ruim1 f 68.000 en vraagt nu ver- hooging van haar subsidie om: die schuidea af te doen en haar verhandelingen te blijven: uitgeven. De minister wil jaarlijks 14.700 meer geven, maar eischt dan ook, dat de schuid in 10 jaar zal zijn gedelgd. Voor enkele groote vereenigin'gen worden subsidies uittgetrokken!Het Alg. Ntederl. Verbond1 10.000 Heemschut 5000; Ver- eeniging tot bchoud van Natuurmonumenten 5000Orkesten en de Nederlandsche Ope ra santen 160.000. Van dit laatste bedrag krijgt de Arnhemsche Orkestvereeniging 16.000. Het Groniingsche orkeat 15.000i, alles wat ik had gevroesd, toch wel meende, dat ik gelukkig wa6. Misschien herhaalde Fa- bien wel wat ,al te dikwijls: „Frans Landar- gues hield van je, is het niet... hij1 had je im- mers lief?" En in die oogenblikken werd1 zijn bewondering voor mijl nog hartstochtelijker, zijn liefde nog heftiger, zijh teedere omhel- zingen nog vuriger. Hij: liet alles in den steek, vergat alles en scheen ook overdag niet van mij te kunnen scheiden; het heerlij ke gevoel van bemind te worden maakte mij onvatbaar voor iedere andere gewaarwor- ding; en toen Fabien zijn bezoeken ging her- vatten en' van's morgena vroeg a! rondreed, bracht ik mijn heelen dag door dat moet ik erkennen met op hem te wachten en van alle geluiden van den avond was er geen enkel mij' zoo welkom als het haastige ge- snor van den kleinen motor, die zijn kleine, grijze auto wegvoerde cn. weer naar mij terugbracht over de stoftige wegea. Ja, nu zou ik dat alles eigenlijk moe ten rertellen.... Maar die tijld duurde «iet lang. Wat Fabien noem.de zijn gezonde ver- stand, kwam even' gauw terug als de vloed' weer het zand bedekt, dat een- korte poos is gedroogd door den wind en gekoesterd door de zon en even spoedig begon hij1 mij! weer met ophel over de dorre deugden van zijn moeder te spreken en' mij' die tot voorbeeld te stellen. iHij! richtte onze leefwijze geheel in met die augstvallige voorzichtigheidi en die kleine berekeningen, die bij: hem niet alleen de kleinste daad beheerschten, miaar zelfs al wat hij aan gedachten en gevoelens bezat. Maar toch:, biji wat hij! ook van mij vroeg en wat hij: mijl ook voor raad gaf, wilde ik het liefst maar niet doordenken, niets onderzoe- ken en hem blindelings gehoorzamen; en ik deed mijn best mezelf goed voor te houden, dat hij gelijk had in alles.... 'Mlet heel mijn hart deed ik er mijn hest voor, ik wilde niet zien, zoo was het goed.... Maar toch langza- dentieorkcst 25.000 cn tie Nederlandsche opera f 30.000'. IHoofdstuk VI (Marine). Voorloopig be- staat dit Hbofdstuk nog. Sedert langen tijd denkt men er over om net departcmenr van Marine met Oorlog te vereenigin'gen tot het »t. van Defensie (niet Landsverdediging). it hoofdstuk bestaat, bulte«' het aange- vraagde voor Onvoorziene uitgaven, uit twee afd'eelingen, de militaire en de neit-militaire mtgaven. De eerste betreffen de vloot en wat daarmee eamenhangt; de laatste zijn noodig voor het loodswezen, de betonning, bebake- ning en kustverlichting. Voor de militaire uitgaven wordt 48.953.202 aangevraagd, voor de niet-inilitaire 10.140.549. Aanvr a gen voor nieuw te bouwen eche- pen doet de minister niet. Voor voartzetting en uitvoering van den bouw van vaartuigen, waartOe reeds besloten was, wordt in't ge heel 19.361.914 vereischit, waarvan 7.692.592.50 ten laste van de Indische be grooting komt. Do verhooging van Kef hoofdstuk vergele- ken bij! 1921 bedraagt 6.889.059, maar daarvan is ongeveer 1 Vi millioen noodig voor traktementftn, enz. Voor den eiet-mili- tairen' dienst moet er 683.410 wezen vooj? twee stoomloodsvaartuigen. Da ,,'Koningin Rengentes", con pantser- schip, zal als onbruikbaar verkocht worden en twee kanonncerbootcn wordea ook buiten dienst gesteld. 'De mogelijkheid bestaat, dat een van deze kanonneerbooten tot drijvenda stookblietank zal worden ingericht, wat voor- deeliger is en praktischer aan de bouw van een vast gebouw to Willemsoord voor dat doel. Voor de geestelijke verzorging van het ma- rine-personeel wordt in 't geheel 10.000 meer uitgetrokken, daaronder begrepen de traktementen van vlootpredikanten en aal- moezenier. Bij: di t Hoofd^uk moot till aanmerktn g wor den genomen, dat tegenover de kosten voor het loodswezen staan de ontvangsten loods- gelden, die in 1920' de somi van 1.828.417,09 bedroegen. Van de kosten der betonning, enz. van de Westeischelde wordt terugbetaling gedaan door Belgie. 'Hoofdstuk VII A (Nationale Schuid). Dat is een heel eenvoudig hoofdstuk, dat maar 15 artikelen omvat en' waarop zoo goed1 als niets al te dingen valt. Aan rente moet betaaldi worden f 71,668.751,30. Voor amortisatie en a flossing wordt geraamd1 18.573.500 «r voor onvoorziene behoeftem f 25.000. Zuiver vaste postern rijn het niet, doordat wegens koersversdjil wel eens meer of min der kan worden geamortiseerd dan bij de aanbieding der begrooting wordt verwacht. In zooverre speculeert ook het rijk. Zoo kon er in 1920 meer 1XA proc. N. W.S. worden aangekocht uit de toegestane som dan men verwach't had en daardoor werd natuurlijk rente uitgewoniien. Met den aankoop van 314 pCt. Nationale 'Schuid was het anders- om. Dat ondanks de vaststelling van een he- drag kan inwisselen komt daardoor, dat be- paald is, dat ook de vrijgekomen' rente voor aflossing kan worden bes'teed. Daar deze vrijgekomen rente afwissolt is ook de amorti- satie en aflossing verand'erlijk. Hoofdstuk VII B (Departement van Fi- nancien) omvat den eigenlijken financieelen' dienst. In 'it geheel wordt 220.650.384,01 (let op die halve cent!) aangevraagd, dat is 21 841.658.6214 meer dan voor 1921. voor buitengewone uitgaven wordt in totaal 19.013.030 meer geraamd!, zoodat voor dc gewone uitgaven maar 2.828.628,6214 meer was gevraagd. Een niet onbelangrijk deel daarvan i.858.805) is meer noodig voor kosten van administratie der directe be- lastingen, welke vereischt worden, doordat de heffing van de gemeeatelijke inkomsten- belasting door het Rijk is overgenomen, Ook wegens uitkeeringen wordt een aanzienlijk bedrag 1.437 120) meer gevorderd. Uit de buitengewone uitgaver voor 1922 teekenen wijl aan: Woningwet f 100.000.000; Woningbouw met premie 15.000.000; Landarbeiderswet f 2.500.000; Zuidterzee- fonds 3.000.000. Daarentegen vervalleil de meeste crisisuitgaven. Dat overigens traktementsverhoogingen heel wat vragen ligt voor de hand Wij st'ippen nu zoo een efl ander aan. Eenige ambtenaren komen in aanmerking voor buitengewone traktementsverhooging wegens ijver, geschikiheid. bekwaamheid en uitstekende wijze van werken Het aange vraagd bedrag is niet hoog, maar worden. die eigenschappen niet in ieder geeischt? IDe dienst der directe belastingen, invoer- merhand... het hielp niet,... langzamerhand zag ik mijn verblinding...®.chom dat goed te 'kunnen uiitleggen, moetie zeker meer gele- zen hebben, meer woorden tot je besdiikking hebben' en in die geheimzinnige, teere sfeer van verborgen hartewenschlen en zielsverdriet beter den weg kennem, meer zeker zijn... Sonis is het niet meer dan een enkel woord, dat je zoudt wenschen niet gehoord te hebben* een andere maal is het de onvwrzichtigheia dat je gevraagd hebt: „waaraan denk je?" en1 als die gedachte je dan in voile waarheid gezegd wordt, bemerk je hoe laag-bij-den-grond: die was en hoe teleurgesteld je je voelt. En ein delijk, na zooveel tekursfellin'gen, komt er een oogenblik, dat duidelijk voor je staat de geestelijke armoede, die je zooveel dagen lang niet hebt wil ten kennen en niet hebt wil- len zien.... iHlet was midden In den herfet; d« mooie dagexi' werden weer afgewisseld1 door regen- dagen, ea hoewel de zon nog warn1 was, bracht de wind toch' al dat prikkelende mee, van de scherpe kou, die naderde. Toen het avond werd, begon de noordenwind te ruk- ken aan de kleine, dorre blaadjes van onze accacia; hij! schudde de deuren ruw been en weer, gleed tusschen de spleten van de blin- den en ik kreeg het zoo fcoud, dat ik in mijn kamier een groot hbutvuur maakte, het eer ste vuurtje van den winter. De sombere ka- mer vroolijkte er dadelijk van op; een lichte pick danste op de oude meubels; het gevoel van onrust en ircurigheid, dat ik nu en dan had, en dat ik den heelen' dag niet van mij af had kunnen' zetten, verdween, en ik wachtte, naast het vuur zittend, en Fabien, even verlangend, geloof ik, als ik had ge daan in onze wittebroodsweken, toen ik bij het open raam op hem1 zat te wachten. Maar hij! kwam thuis een en al zenuwachtig- heid en begon zijn verslag van dien dag met mij d adelijk te vertel ten, dat hij langs1 „La rechten en accijnzem en de waarborg en be- last ing van gouden en zilveren werken zal in geheel 27.829.229 kosten, waartegen- vtv.1 jiatuurlijk ook inkomsten staan. In dezen tijd is het misschien niet cngfr wenscht om cijfers te vernemen omtrent de kerkgenootschappen, voor zoover die mat den Staat in betrekking staan. to't geheel wordt bijgedragen voor 1528 predikanten der Hervormden tot een bedrag van 1.162.901,2954voor 53 Evang.-Luther- schen' met 37.535J50; voor 10 Hersteld Ev.» Luth. met 4325; voor 39 Doopsgezinde® met f 11.850; voor 25 Remonstranten met f 20.000. Voor kinder-, school- en academio- geldett' wordt 96.000 uitgekeerd. De kos ten van het kerkbestuur der genoemde secten bedragen 46.100. Voor het R.-K. kerkgenootechap worden ds kosten van het kerkbestuur geraamd op 21.000. Voor 1733 plaatselijk dienstdoen- de geestelijkeni worden de rijkstraktementea op 531.349.77^ gesteld. Bovendien is nog f 21.565,5114 noodig voor „onveranderlij- ke compentien", waaronder als mericwaar- dig mag genoemd worden 1 voor &n ka- pelaan in Gel der land!, en twee pastoors krij gen' samen 41,47. E!en andere merkwaardTge post is een sub sidie van 600 die in 1809 is toegekend aan de Icerk van den H. Lodewijh t« Leiden en nog steeds wordt uitbetaald. Voor de Oud-Bisschoppelljke Cleresie wordt betaald! 4300 voor het kerkbestuur «a 7000 voor 19 kerkleeraren. De kosten van het Israelietisch kerkbe stuur bedragen f 3550 en' aan trakiem«nten en toelagen wordt f 10.900 betaald. Uit de lange ilijst van uitkeeringea e.dgf. nemen wij alleen die, welke het rijk doet aas de gemeenten op grond van' de haast ver- ouderde. althans onbruikbaar geblevea, wci van 1897 en waarvan' het bedrag gesteld1 is 13.750.000, wat echter in. verband md pas aangenomen rcgelinfl wel te laag zal zijn. 'Hoofdstuk VIII (Oorfog). Het einddjfer is 75.863.388 of 1.085.033 meer dan voor 1921 was toegestaan. Volkomen zuiver is dat niet. In de begrooting toch voor 1922 zijn uitgaven opgenomen, die voor 1921 eersi later Werden goedgekeurd1 of nog op goedkeuring wachiten. Neeml men die ia aanmerking, dan is de begrooting voor 1922 ongeveer 2 millioen lager dan voor een- ia 1921 is toegestaan. Enkele postea zijln inder- daad lager, geraamd of vervallen, maar daartegenover staan ook verhoogingen ea nieuwe posten. Zoo b.v. 1.844.000 voor aan» vulling en herstel van artillerie-materiaal, 908'.000i voor de luditvaartafdeeling; 212.430 voor lgerpaarde»; 290.000 meer voor schadevergoeding krachten ds inund'atie-wet; 592.338 ten dienste van de verhooging van 's lands weexbaarheid; 236.000 voor kampeeren en manoeuvres ea dan nog belangrijke sommen voor pensioe- nenl e.d.g. 'Door het vrij late optreden va* den tegea- woordigec minister, is deze maar ten deele aansprakelijk voor deze begrooting, die bij zijn optreden1 al gcreed lag. Wel is er mi® of tneer rekering gehoudrn met de nieuwe rege* ling van den diensfplicht. 1 itvoerig behandelt de minister to de E v. T de poMetroepen eni hun bestemming. Ia hoofdzaak zullen zij1 dienstdoen ala politie- macht in het ieger. worden ze daarbuiten ge» bruikt, dan zijn dat dienste®, waarvoor geeai volslagen politiemanneni noodig zijn. Die kunnen dan zelf hun gewone taak blijven ver- vulien. to het leger kunnen zij den dienst doen, die tot nog toe door de marechausseo werd verricht, die eigenlijk Riikspo] itie en geen militair coips is. iHet corps politietroepen zail bestaan uti 20 Officieren en 700 onderofficieren en mln- deren, van welke laatste® maar 200 vast flan Cloche" komend, er binne® was gegaan om mevr. Land argues een visate te inaken en dat zij hem heel vriendelijk ontvangen had. Deze onbarmhartige rrouw met haar hoog- moedlig hart, die zoo onverzoenlijk was is haar werk had niet de minste notitie van mijn huwelijk genomen, zooals zij1 trouwens nooit eenige aandacht schonk aan wat dan ook in ons nederig bestaan. Zij1 had de on- beschaamdheid gehad aan Fabien' te zeggen, toen hij1 het haar mededeelde: „Spreek mij alstublieft niet van de menschen, als u vrien- den met miji blijven wil..." Daama had hij haar niet weergezien, hij1 had Frans ook niet meer gezien, die 1® Spanje reisde met Ju lie Berard, werd er gezegd en die hem op zijln annonce precies vier woorden als ge- lukwenscheni had geschreven. HSj sneed er zeker weer over op, dat hij! to' de societeit an en d an een zekcren Rom a in de Buires ont- moette, een neef Tan Frans van moeders- kant, die hem gedurende zijn tfwezigheid «ls directeur van de steengroeven verving. Over dezen jongen man sprekend, zei F»- bien altijd ,,'Mijn vriend de Buires...." Maar dat wss alleen maar een beetje belachelijk. En fk hoopte, dat we nu voorcaan de Landarguet even verachtelijk konden negeeren als zij het ons hadden gedaan. Joen Fabien.' mij1 dus van zijn bezoek ver- telde, kon ik een kreet van verbazing niet weerhouden. Uiterst verwonderd keek hij mij aan. „Maar", zei hij1, „zij is tegenover mij altijd heel vriendelijk geweest. Ik zal niet zoo dwaas wezen een dergelijke relatie te late* verloren gaan." Ik geloof, dat de nuchterheid en de koude oprechtheid, waaTmee hij deze paar woorden uitsprak, mi} nog het meest pijia deden. Wordt vervolgd. B«Q1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5