Alkmaarsche Courant
De Amsterdamsche weak.
Voor mtj alleen.
RIJTSIGEE.
Ruime keuze. Oillijke prijzen.
JHo. IWCet,
m.
Hdnderd Oris an Twlnfigsta Jaargang.
Zaterdag 12 November.
F n i 11 e t o n.
■n Sm m
HETf^DRBS voor aienwe
ea gebrulktePfltnlgei ts atg
steeds
H.H. Waard, Alkuaar.
PUBLIGATIE
De COMMISSARIS VAN PQLIT1E dor
Gcmeente ALKMAAR voetigt do aamcbcht
van beUnghebbenden op artitkel 25 van hot
Motor- cn Rijwtelrcglement, waarbij hot ter-
boden is, tusschen aen half uur na awnson-
der- en etn half uur vodr zonsopgang t« rij-
den met een (in de hand vastgehouden) elec-
trischs aakl&ntaarn. Er moot 'a lantaara aan
het rijwiel zelf bevestigd zijn.
Tegen overtreding van bedoeld artikel zal
voortaan streng opgetreden en in voorkomen-
de gevallen proces-verbaal opgemaakt wor-
den.
Alkmaar, 11 November 1921. -
De Commissaris van Politie, 1
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
XCVIII.
lift Athenaeum illustre herleefdt
Maandag 1.1. heeft er hierterstede eene
plechtigheid vam bijzonderen aard plants ge-
nad; de teruggave aan de Universiteit vaa
Amsterdam van haar bakermat; de Oude
Acnietenkapel op den Oudezijds-VoorbuTg-
wat, waarin twee eeuwcn lang eht Athenae
um Illustre do Doorluchtige Schole, ge-
vestigd was.
Zoo, geloof ik, vertel ik het beste, hoe de
situatie is. Men hoort in deze dagem
weer spreken van de pieteitivolle wijze waar-
Dp de eenige kloosterkapel die ons, Amster-
dammers, nog uit de middeleeuwen rest, her-
steld is. Maar van een- herstel, eene restau-
ratie, in de eigenlijke beteekenis des woords
kon geen sprake zijn, alleen al niet omdat het
herstelde gebouw hestemd was voor modern
gebruik, en omdat dat gebruik zich aansloot
aan de tweede bestemming die de kapel in
den loop der tijden gehad heeft': de universi-
taire. Het is dan ook geeni gerestaureerde
kloosterkapel, het is het gerestaureerde Athe
naeum, zij het dan ook dat mem do resten
ram da® oorapronkelijksa kerkbouw eooveel
mogelijk ontzien en hersteld heeft.
In tusschen, hoe dit zij, wij rnogen over
deze restauratie tevreden zijn. Want de toe-
stand waarin dit in elk geval1 zeer eerwaarde,
historische gebouw, zich de laatste jar en be
yond, was meer dan ergerlijk. De laatste
vaate bestemming die het had was die van
openibare meisjesschool; de zoogenaamde
Agnietenschool. In verband daarmee was het
op allerlei wijzen verbouwd en verwaar-
loosd. De gevel, de oude Oothische kerk-
gevel. was bestreken met portland-cement,
dat door den invloed van allerlei weersge-
steldheden zeer moxsig was geworden. Zoo
maar brutaal voor den. gevel, zonder eenig
verband daarmede zonder zei fa eenige
poging tot het scheppen van zoo'n verband,
stond, vrij in de lucbt, een1 moderne, gegoten
ijzcren draaitrap; een noodtrap zoogenaamd
(ofschoon ik er van overtuigd beni oat ;nge
val van brand geen kind levend beneden: was
gekomen)Em aan den zijgevel van het ka-
pelletje, hoog im de lucht, «i steunend op een
soort van image muggepootsn, hinlg, zoo op
de manier van een. nest van klipzwaluwen,
een wonderlijke uitbouw, de school-W. C.
(zonder W, want van eenlgszins moderne
inrichting was natuurlijk geem sprake). Die
muggepooten. bleken minder sis steunsels
dan wel als afvoerpijpen, als loozingen
dienst te doen. Men zal toegeven dat een
Bchandelijker uitmonstering van een oud ge
bouw, een oud kerkgebouw, wel niet denk-
baar was.
Kwam men. het gebouW binneni dam vend
men onder in den kelder de vroegere on-
derkerk een donkere, geheimzinnige ruim-
te, met zwiare karbeelen. eni moerbalken met
grafsteenen ook uit lang vervlogen dagen,
<ae speelplaats voor de sehoolkinderen.
Daarboven wareni dan .twee tamelijik ruime
maar onbebagelijke schoollokalen, en nog
hooger, op den zolder eenige nog minder
voor schoolgebruik dienstige lokalen. Al die
rommel is er nu uitgebroken; de grondvesten
zijn vernieuwd wat heel noodig was, want
toen het leeg was bleek het gebouw sterk
verzakt, en daatna is men aan de restauratie
begonnen, aan het herstel van den toestand
Door Andfe Corihis.
Geantoriaeerde vertaling van W. E. P
13)
Wel, op een Donderdag, toen de groote
wasch gedaan werd en Guicharde thuis had
moeten blijven, was ik alleen naar den wiin-
gerd gegaan. Met den grooten mand, waarin
ik mijn oogst had verzameld, kwam ik l'ang-
zaami het steile pad1 op, dat naar de stad
voert. Tot mijin verbazing kwam mijn zuster
het pad afrenneni. Ze kwam me zeker tege-
moet, want toen ze mij1 zag, bleef ze staan.
Zij had een linnen blouse aan, die ze alleen
maar thuis droeg en geen hoed op. Ze riep:
„Kom gauw
vWat is er dan?"
Ik wist niet wat ik ervan denken moest
zij bierin zoo'n agitatie.... Toen. ik VIak
bij haar was, greep ze mij bij: den arm; en. ze
lachte en keek mij' aan. met de oogem vo.1 tra-
„Neen, schrik maar niet. Kom gauw, Broe-
der wacht op je."
„Maar wat is er dan toch
,'Dat zal moeder je wel zeggen."
Terwijl wij sael voortliepen, voelde ik de
heerlijke lentekoelte langs mijn gelaat strij-
ken, alsol twee handen het zacht omsloten.
we kwamen de stad in. Het scheen alsof het
blauw van den hemel door de open vensters
tot diep in de huizen drong. De spiegels aan
de muren weerkaatsten het zoodat de donke
re faoeken der kamers er door verlicht wer-
den; op de glimmende meubels glinsterde het
koper.
wOuidhardie, is he* iota heerlijks?"
schikt maken van het gebouw van moderne
universitaire deeleinden. En het resnltaat is
vaak verrassend, ook wel eens ontnuchterend.
Daar is al dadelijk het poortje \ran natuur
en1 baksteen aan den Oudezijds-Voorburg-
wal. Het steenfaouwwerk is zorgyuldig opge-
hoogd en het metselwerk voorziehtig afge-
halct. Door het afloopen heeft men nog eene
kleine mystificatie ontdekt. De poort ';ermeld-
de nl. het jaartal 1631. Het bleek echter dat
de stok van de 6 en de onderste helft van de
3 van stopverf waren. Vroeger hadi er ge-
staan 1571. Op deze wijze heeft men inder-
tijd dit poortje, oorspronkelijk staande voor
den ouden, Stadstimmertuin. voor het nieuwe
doel geschikt gemaakt. In net poortje hangt
nu weer, als weleer, een gesmeed ijzeren heik,
met den ouden naam: Athenaeum Illustre.
Op het voorpleintje dat men dan betreedt,
is in het midden van. den vloer, een windroos
aangebracht, waaruit blijkt dat de kapel niet
zuiver georienteerd was. Achter zidh ziet
men aan de binnenzijde van den straatmuur,
de altaarsteen en stukken grafwerk uit de
ouderkerk ingemetseld. En voor u uit rijst
omhoog de als een pihenix uit zijne assche
herrezen baksteenien< voorgevel van de kapel.
In den Gothischen gevel is nu weer het hoog
spits boograam van de kapel van de kapel
aangebracht. Bij de inrichting tot Athenae
um had men dit raam op den zolder
.gemaakt en in de zaal van het
dicht-
Athenaeum
op de eerste verdieping in de penantem twee
kleine ramen ingdhakt. Tusschen beide was
later bovendien een radvenster ingemaakt.
Dat alles is nu weer verdwenen en het oude
metselwerk is zooveel mogelijk hersteld met
oude steen em bandvormsteen uit deni oven
van L. H. Westerhout te Zuil<«i aan de
Vecht.
De oude onderkerb is nu ingeridit tot
vestiaire. Ook vindt men er twee collegeka-
mars (een voor de paedagogiek en een voor
de philosophic). Dit deel lijfct mij het minst-
welgeslaagd alsrestauratie. Maar
hieraan draagt natuurlijk de moderne be
stemming achuld. Ik verwijt het dan ook nie-
mand, maar toch deed het mij even vreemd
aan, toen ik daar op den nieuwen tegelvloer
stond, en bedacht dat daaronder de nonnen
ran het oude Agnietenklooster hun eeuwigen
slaap sliepen. Want menl heeft de oude lijk-
kisten met het stoffelijk overschot der vrome
vrouwen weer in den ouden groad ter ruste
gelegd.
Midden in ket onderkuis, de oude ouder
kerk, voert een- nieuwe trap u omhoog naar
de eerste verdieping. Deze trap wordt be: che-
nen door den luister van een groot gebrand-
schilderd glasraam. De glasschilder, W.
Bogtman te Haarlem, is er de maker van.
Het raam bevat de beeltenissen van de twee
eerste hoogleeraren van het Athenaeum, dr.
Gerard1 Vossius en Caspar Baerlacus. En
onwillekeurig dentken wij aan de getuigenis
die Vondel van den eerste, den „profes3or
der Historien E Amsterdam", gaf:
„A1 wat in boecken steeckt is in dat
hooft gevaren!"
Dan betreden wij1 de groote gehoorzaal,
dezelfde ruimte die daartoe diende in den
tijd van het Athenaeum Illustre, (1632—
1832), de zaal dua waar Vossius en van
Baerle geleeraard hebben, en waar later de
Geniestet alk jong student zou zitten, en
waarop hij zijn spotdickt ,,'t-Schotje" zou
dicuten..
Het is due wel een macht van historische
kerinneringen die kier voor ons oprijst.
Het is ren wit gepleisterd graf
Behangen met portretten
Die soma bij 't Amsterdamsch LaEjn,
Verschrikkelijke oogen zetten!
Zoo zong de Genestet. Welnu de pleister-
zoldering is nu verdwenen, en daaronder
uit kwam een balkenplafond, donker bruin
van kleur en beschilderd met een' rijk, goud-
kleurig tulpenornamtot. Dit is een'schoone
tooi van deze oude zaal, die bovendien' bij-
zondere bekoring ontleent aan de mooie oude
donker-bruine kapbalken met om den andere
aan de witte muren een platte stijl met kar-
beel em een1 muurstijl. Aan deze muurstijleni
zijn de gesneden koppen der vier Evangelis-
ten hersteld, of liever weder aangebracht;
want slech'ts een. dezer is verminkt terugge-
vonden. Ook de oude spitboogvensters met
in lood gevatte ruiten zijn gerestaureerd, en
het groote raam, aan het einde der zaal,
heeft bovendien een gehrandschilderde voor-
stelllng, die de geheele gesohiedenis, de dub-
bele geschiedenis, van het gebouw in beeld
brengt. De linkerhelft geeft de Agnietenka-
pel in vogelvlucht weer, zooals wij' het kloos-
ter vinden op de bekende kaart van Amster-
„Je zult't wel hooren."
Toen we bij' de voordeur waren, riep zij1:
„liier is ze I" en ik hoorde, dat mama door
de eetkamer kwam aanhollen. Zijl omhelsde
mij:, zij1 nam mij' mee en toen Ouicharde de
deur achter haar gesloten had, zei ze:
„Alvere!.... dokter Gourdon is zooeven hier
geweest om je ten huwelijk te vragen."
En ze hadden beide tranen in de oogen,
terwijl ik, tegen de tafel geleund, naar den
blauwen hemel keek, die ook in ons huis bin-
nengedrongen.
„Je bent ten huwelijk gevraagd,... denk
eens zei mama ernstig en toch hartstochte-
lijk, met samengevouwen handen.
„Jle bent ten huwelijk gevraagd..." her-
haalde Guicharde. Zii omhelsde mij en keek
mij vol verbaasdfe bewondering aan. Het
leek alsof er een wonder met mij; gebeurd
was.
„Je hebt kem lief, fa ket niet, je koudt ini-
Hilers van hem?" vroeg Guicharde.
E!n mama zei keel ernstig:
„0je meet wel heel veel van hem hou-
den."
Zij! verteldem mij, dat hij' dien avood mijn
antwoord zou komen halen, waaraan hij! niet
twijjelde. Voordat hiji kwam, toen1 het bo-
gon te schemeren, ging ik den tuin' in en ik
zat lanigen tijd op dten steenen. rand langs
het rijvertje. Met heel mijn hart wilde ik
hoopvol zijn; maar toch.... mifn oogleden wa
ren zoo zwaar en ik moest de oogen wel neer-
slaan. iDe maan rustte als een pare! diep in
het donkere water en wanneer een koeltje er
over stxeek, trilde zij! en loste zich op in klei
ne, haastige zilveren golfjes
...Nu ik zoover ben met mijn armzalig ver-
haal, zou ik eigenlijk imoeten verteleln, hoe
de eerste weken cm de eerste maanden van
ons huwelijk waren, en hoe ik, ten spijt van
ekm, Qeeatffa MAaite. Btei tuCKS*-
de ncnnenfiguur daarnevens is ontleend aan
het Familietafreel uit het reventer van het
klcoster, geschilderd door Jan van Hout,
(1506) en voorstellend de priorin Grietje
j Korsgen Elbertsen, met hare familie. Het
origin-eel be vindt zich thans in het Kaiser
Friedrich Museum te Berlijn. De rechterhelft
is gevuld met eene voorstelling van het in-
wendige dezer zaal, in deni tijd van het Athe
naeum, naar een prent uit den z.g. Fouquet-
1 atlas, en brengend eene disputatie in beeld.
Hieraan zijn de portretten toegevoegdi van
twee bekende figuren uit die periode van het
gebouw: P. Burmenus, secundus, en D. I.
van Lennep.
Aan de aChterzijde van het gebouw op de
zelfde verdieping vindt men een kleine col-
lege-zaal, eveneena met zoo'n mooi tulpen-
plafond, en op de zoldeiYerdieping zijn de
philosophische, de paedagogische en de juri-
disdhe bibliotheek ondergebracht. Dat is dus
ook eene herleving van de oude traditie.
Want twee eeuwem ilang is hier de Stadsbi-
bliotheek ge\restigd gnweest. Deze zolderver-
dieping ontleent eene bijzondere schoonheid
aan de oorspronkelijke eikenho'Uteni kerkkap,
die nog geheel intact is, met dien verstande
dat vandalenhanden er indertijd het snijwerk
van hebben afgehakt.
Eindelijk vermeld1 ik nog dat op het dak
weer het oude kloostertorentje is gereconstru-
eerd. Daar de oude lui-klok weg was, is
hiexvoor de oude klok uit het Voormalig
rechthuis in Watergraafsmeer gekocht. Zij
draagt tot opschrift: Arendt Boole*1 Ao
1778. Op het torentje is weder geplaatst de
restauratie die er wezen mag.
Summe summarum is het dua wel eene
origineete oude rcodkoperem windvaaii van
het Athenaeum.
De Gemeente Amsterdam heeft hiermede
in elk geval een mooie stad van pieteit ge
daan!
WAGENAAR Jr.
iviarn
Dept.
IDit
Uit ohko Staatsmachine,
Hier dft daar uit de Staatsbegrooting. Jl,
Hbofdstuk V A (Onderwijs, Kunsten ea
Wetenschappen) heeft tot eindcijfer van do
312 artikelen de diet onbelangrijke #om van
148.121.113, d. i. 14.488.680 meer dan
de raming voor 1921. Vian dit meerdero be-
bedrag komt 4.671.060 op rekening van het
lager onderwiji en 2.292.622 op dia van
het nijyerheids- en biandelsonderwijB. Voor
uitgave* ten' behoeve van leerzalen is
27.000 meer uiigetrokkenvoor bevorde-
ring van muziek en zang 43.000 meer en
voor tegemoetkoming in de kosten van on
derwijs aan jongelieden van buitengewonen
aanleg 25.000 meer; de lactate post is op
225.000 uitgetrokken.
Voor't Hooger Onderwijs wordt gevraagd
11.754.709, voor f Middelb. Onderw.
14.629.640, voor 'i Lager Onderwijs
88i.509.010, voor Kunsten en Wetenschap
pen f 3.337.324, voor Pensioenen, vergoedin-
d'ingen', toelagen, gratification, wachtgelden,
enz. 10.983.478, voor Onvoorziene behoef-
ten 31.000, voor 'Kosten van het Departe-
ment en van het onderwijs in't algemeen
738.437.
IDe H.B.S. ite Sneek cn Gorkum zullen met
ingang van 1 Sept. 1922 door het Rijk war
den overgenomen.
Verschillende inn'rhtingert voor fiandelson-
derwijs krijgen meer subsidie o.a. te A1 'k-
maar 28,775, Delft f 100 Den Haag
2950, Haarlem 47.389, 's Hertogen-
bosch' 5525, Leiden f 3320, Nijmegoa
26.725, Zutphen 23250.
Op deze begrooting is nog geen rekening
gehouden met de onderwijzersopleiding
(L.O.) en de scholen voor buitengewoon on
derwijs.
Voor jaarwedtien, enz. bij ket openbaar la
ger onderwijs wordt geraamd 49.440.000
en voor het bijzonder onderwijs 37.610.000.
De Koninklij'ke Academie van Wetenschap
pen is stout geweest. Zij heeft zonder er ae
regeering iets van te zeggen. schulden .ge
maakt van ruim1 f 68.000 en vraagt nu ver-
hooging van haar subsidie om: die schuidea
af te doen en haar verhandelingen te blijven:
uitgeven. De minister wil jaarlijks 14.700
meer geven, maar eischt dan ook, dat de
schuid in 10 jaar zal zijn gedelgd.
Voor enkele groote vereenigin'gen worden
subsidies uittgetrokken!Het Alg. Ntederl.
Verbond1 10.000 Heemschut 5000; Ver-
eeniging tot bchoud van Natuurmonumenten
5000Orkesten en de Nederlandsche Ope
ra santen 160.000. Van dit laatste bedrag
krijgt de Arnhemsche Orkestvereeniging
16.000. Het Groniingsche orkeat 15.000i,
alles wat ik had gevroesd, toch wel meende,
dat ik gelukkig wa6. Misschien herhaalde Fa-
bien wel wat ,al te dikwijls: „Frans Landar-
gues hield van je, is het niet... hij1 had je im-
mers lief?" En in die oogenblikken werd1 zijn
bewondering voor mijl nog hartstochtelijker,
zijn liefde nog heftiger, zijh teedere omhel-
zingen nog vuriger. Hij: liet alles in den
steek, vergat alles en scheen ook overdag
niet van mij te kunnen scheiden; het heerlij
ke gevoel van bemind te worden maakte mij
onvatbaar voor iedere andere gewaarwor-
ding; en toen Fabien zijn bezoeken ging her-
vatten en' van's morgena vroeg a! rondreed,
bracht ik mijn heelen dag door dat moet
ik erkennen met op hem te wachten en
van alle geluiden van den avond was er geen
enkel mij' zoo welkom als het haastige ge-
snor van den kleinen motor, die zijn kleine,
grijze auto wegvoerde cn. weer naar mij
terugbracht over de stoftige wegea.
Ja, nu zou ik dat alles eigenlijk moe
ten rertellen.... Maar die tijld duurde «iet
lang. Wat Fabien noem.de zijn gezonde ver-
stand, kwam even' gauw terug als de vloed'
weer het zand bedekt, dat een- korte poos is
gedroogd door den wind en gekoesterd door
de zon en even spoedig begon hij1 mij! weer
met ophel over de dorre deugden van zijn
moeder te spreken en' mij' die tot voorbeeld te
stellen. iHij! richtte onze leefwijze geheel in
met die augstvallige voorzichtigheidi en die
kleine berekeningen, die bij: hem niet alleen
de kleinste daad beheerschten, miaar zelfs al
wat hij aan gedachten en gevoelens bezat.
Maar toch:, biji wat hij! ook van mij vroeg
en wat hij: mijl ook voor raad gaf, wilde ik het
liefst maar niet doordenken, niets onderzoe-
ken en hem blindelings gehoorzamen; en ik
deed mijn best mezelf goed voor te houden,
dat hij gelijk had in alles.... 'Mlet heel mijn
hart deed ik er mijn hest voor, ik wilde niet
zien, zoo was het goed.... Maar toch langza-
dentieorkcst 25.000 cn tie Nederlandsche
opera f 30.000'.
IHoofdstuk VI (Marine). Voorloopig be-
staat dit Hbofdstuk nog. Sedert langen tijd
denkt men er over om net departcmenr van
Marine met Oorlog te vereenigin'gen tot het
»t. van Defensie (niet Landsverdediging).
it hoofdstuk bestaat, bulte«' het aange-
vraagde voor Onvoorziene uitgaven, uit twee
afd'eelingen, de militaire en de neit-militaire
mtgaven. De eerste betreffen de vloot en wat
daarmee eamenhangt; de laatste zijn noodig
voor het loodswezen, de betonning, bebake-
ning en kustverlichting. Voor de militaire
uitgaven wordt 48.953.202 aangevraagd,
voor de niet-inilitaire 10.140.549.
Aanvr a gen voor nieuw te bouwen eche-
pen doet de minister niet. Voor voartzetting
en uitvoering van den bouw van vaartuigen,
waartOe reeds besloten was, wordt in't ge
heel 19.361.914 vereischit, waarvan
7.692.592.50 ten laste van de Indische be
grooting komt.
Do verhooging van Kef hoofdstuk vergele-
ken bij! 1921 bedraagt 6.889.059, maar
daarvan is ongeveer 1 Vi millioen noodig
voor traktementftn, enz. Voor den eiet-mili-
tairen' dienst moet er 683.410 wezen vooj?
twee stoomloodsvaartuigen.
Da ,,'Koningin Rengentes", con pantser-
schip, zal als onbruikbaar verkocht worden
en twee kanonncerbootcn wordea ook buiten
dienst gesteld. 'De mogelijkheid bestaat, dat
een van deze kanonneerbooten tot drijvenda
stookblietank zal worden ingericht, wat voor-
deeliger is en praktischer aan de bouw van
een vast gebouw to Willemsoord voor dat
doel.
Voor de geestelijke verzorging van het ma-
rine-personeel wordt in 't geheel 10.000
meer uitgetrokken, daaronder begrepen de
traktementen van vlootpredikanten en aal-
moezenier.
Bij: di t Hoofd^uk moot till aanmerktn g wor
den genomen, dat tegenover de kosten voor
het loodswezen staan de ontvangsten loods-
gelden, die in 1920' de somi van
1.828.417,09 bedroegen. Van de kosten der
betonning, enz. van de Westeischelde wordt
terugbetaling gedaan door Belgie.
'Hoofdstuk VII A (Nationale Schuid). Dat
is een heel eenvoudig hoofdstuk, dat maar 15
artikelen omvat en' waarop zoo goed1 als niets
al te dingen valt. Aan rente moet betaaldi
worden f 71,668.751,30. Voor amortisatie en
a flossing wordt geraamd1 18.573.500 «r
voor onvoorziene behoeftem f 25.000.
Zuiver vaste postern rijn het niet, doordat
wegens koersversdjil wel eens meer of min
der kan worden geamortiseerd dan bij de
aanbieding der begrooting wordt verwacht.
In zooverre speculeert ook het rijk. Zoo kon
er in 1920 meer 1XA proc. N. W.S. worden
aangekocht uit de toegestane som dan men
verwach't had en daardoor werd natuurlijk
rente uitgewoniien. Met den aankoop van
314 pCt. Nationale 'Schuid was het anders-
om. Dat ondanks de vaststelling van een he-
drag kan inwisselen komt daardoor, dat be-
paald is, dat ook de vrijgekomen' rente voor
aflossing kan worden bes'teed. Daar deze
vrijgekomen rente afwissolt is ook de amorti-
satie en aflossing verand'erlijk.
Hoofdstuk VII B (Departement van Fi-
nancien) omvat den eigenlijken financieelen'
dienst. In 'it geheel wordt 220.650.384,01
(let op die halve cent!) aangevraagd, dat is
21 841.658.6214 meer dan voor 1921.
voor buitengewone uitgaven wordt in totaal
19.013.030 meer geraamd!, zoodat voor dc
gewone uitgaven maar 2.828.628,6214
meer was gevraagd. Een niet onbelangrijk
deel daarvan i.858.805) is meer noodig
voor kosten van administratie der directe be-
lastingen, welke vereischt worden, doordat
de heffing van de gemeeatelijke inkomsten-
belasting door het Rijk is overgenomen, Ook
wegens uitkeeringen wordt een aanzienlijk
bedrag 1.437 120) meer gevorderd.
Uit de buitengewone uitgaver voor 1922
teekenen wijl aan: Woningwet f 100.000.000;
Woningbouw met premie 15.000.000;
Landarbeiderswet f 2.500.000; Zuidterzee-
fonds 3.000.000. Daarentegen vervalleil
de meeste crisisuitgaven.
Dat overigens traktementsverhoogingen
heel wat vragen ligt voor de hand
Wij st'ippen nu zoo een efl ander aan.
Eenige ambtenaren komen in aanmerking
voor buitengewone traktementsverhooging
wegens ijver, geschikiheid. bekwaamheid en
uitstekende wijze van werken Het aange
vraagd bedrag is niet hoog, maar worden. die
eigenschappen niet in ieder geeischt?
IDe dienst der directe belastingen, invoer-
merhand... het hielp niet,... langzamerhand
zag ik mijn verblinding...®.chom dat goed
te 'kunnen uiitleggen, moetie zeker meer gele-
zen hebben, meer woorden tot je besdiikking
hebben' en in die geheimzinnige, teere sfeer
van verborgen hartewenschlen en zielsverdriet
beter den weg kennem, meer zeker zijn... Sonis
is het niet meer dan een enkel woord, dat je
zoudt wenschen niet gehoord te hebben* een
andere maal is het de onvwrzichtigheia dat
je gevraagd hebt: „waaraan denk je?" en1 als
die gedachte je dan in voile waarheid gezegd
wordt, bemerk je hoe laag-bij-den-grond: die
was en hoe teleurgesteld je je voelt. En ein
delijk, na zooveel tekursfellin'gen, komt er
een oogenblik, dat duidelijk voor je staat de
geestelijke armoede, die je zooveel dagen
lang niet hebt wil ten kennen en niet hebt wil-
len zien....
iHlet was midden In den herfet; d« mooie
dagexi' werden weer afgewisseld1 door regen-
dagen, ea hoewel de zon nog warn1 was,
bracht de wind toch' al dat prikkelende mee,
van de scherpe kou, die naderde. Toen het
avond werd, begon de noordenwind te ruk-
ken aan de kleine, dorre blaadjes van onze
accacia; hij! schudde de deuren ruw been en
weer, gleed tusschen de spleten van de blin-
den en ik kreeg het zoo fcoud, dat ik in mijn
kamier een groot hbutvuur maakte, het eer
ste vuurtje van den winter. De sombere ka-
mer vroolijkte er dadelijk van op; een lichte
pick danste op de oude meubels; het gevoel
van onrust en ircurigheid, dat ik nu en dan
had, en dat ik den heelen' dag niet van mij
af had kunnen' zetten, verdween, en ik
wachtte, naast het vuur zittend, en Fabien,
even verlangend, geloof ik, als ik had ge
daan in onze wittebroodsweken, toen ik bij
het open raam op hem1 zat te wachten.
Maar hij! kwam thuis een en al zenuwachtig-
heid en begon zijn verslag van dien dag met
mij d adelijk te vertel ten, dat hij langs1 „La
rechten en accijnzem en de waarborg en be-
last ing van gouden en zilveren werken zal
in geheel 27.829.229 kosten, waartegen-
vtv.1 jiatuurlijk ook inkomsten staan.
In dezen tijd is het misschien niet cngfr
wenscht om cijfers te vernemen omtrent de
kerkgenootschappen, voor zoover die mat
den Staat in betrekking staan. to't geheel
wordt bijgedragen voor 1528 predikanten der
Hervormden tot een bedrag van
1.162.901,2954voor 53 Evang.-Luther-
schen' met 37.535J50; voor 10 Hersteld Ev.»
Luth. met 4325; voor 39 Doopsgezinde®
met f 11.850; voor 25 Remonstranten met
f 20.000. Voor kinder-, school- en academio-
geldett' wordt 96.000 uitgekeerd. De kos
ten van het kerkbestuur der genoemde secten
bedragen 46.100.
Voor het R.-K. kerkgenootechap worden ds
kosten van het kerkbestuur geraamd op
21.000. Voor 1733 plaatselijk dienstdoen-
de geestelijkeni worden de rijkstraktementea
op 531.349.77^ gesteld. Bovendien is nog
f 21.565,5114 noodig voor „onveranderlij-
ke compentien", waaronder als mericwaar-
dig mag genoemd worden 1 voor &n ka-
pelaan in Gel der land!, en twee pastoors krij
gen' samen 41,47.
E!en andere merkwaardTge post is een sub
sidie van 600 die in 1809 is toegekend aan
de Icerk van den H. Lodewijh t« Leiden en
nog steeds wordt uitbetaald.
Voor de Oud-Bisschoppelljke Cleresie
wordt betaald! 4300 voor het kerkbestuur «a
7000 voor 19 kerkleeraren.
De kosten van het Israelietisch kerkbe
stuur bedragen f 3550 en' aan trakiem«nten
en toelagen wordt f 10.900 betaald.
Uit de lange ilijst van uitkeeringea e.dgf.
nemen wij alleen die, welke het rijk doet aas
de gemeenten op grond van' de haast ver-
ouderde. althans onbruikbaar geblevea, wci
van 1897 en waarvan' het bedrag gesteld1 is
13.750.000, wat echter in. verband md
pas aangenomen rcgelinfl wel te laag zal
zijn.
'Hoofdstuk VIII (Oorfog). Het einddjfer is
75.863.388 of 1.085.033 meer dan voor
1921 was toegestaan. Volkomen zuiver is
dat niet. In de begrooting toch voor 1922
zijn uitgaven opgenomen, die voor 1921
eersi later Werden goedgekeurd1 of nog op
goedkeuring wachiten. Neeml men die ia
aanmerking, dan is de begrooting voor 1922
ongeveer 2 millioen lager dan voor een- ia
1921 is toegestaan. Enkele postea zijln inder-
daad lager, geraamd of vervallen, maar
daartegenover staan ook verhoogingen ea
nieuwe posten. Zoo b.v. 1.844.000 voor aan»
vulling en herstel van artillerie-materiaal,
908'.000i voor de luditvaartafdeeling;
212.430 voor lgerpaarde»; 290.000
meer voor schadevergoeding krachten ds
inund'atie-wet; 592.338 ten dienste van de
verhooging van 's lands weexbaarheid;
236.000 voor kampeeren en manoeuvres ea
dan nog belangrijke sommen voor pensioe-
nenl e.d.g.
'Door het vrij late optreden va* den tegea-
woordigec minister, is deze maar ten deele
aansprakelijk voor deze begrooting, die bij
zijn optreden1 al gcreed lag. Wel is er mi® of
tneer rekering gehoudrn met de nieuwe rege*
ling van den diensfplicht.
1 itvoerig behandelt de minister to de E
v. T de poMetroepen eni hun bestemming. Ia
hoofdzaak zullen zij1 dienstdoen ala politie-
macht in het ieger. worden ze daarbuiten ge»
bruikt, dan zijn dat dienste®, waarvoor geeai
volslagen politiemanneni noodig zijn. Die
kunnen dan zelf hun gewone taak blijven ver-
vulien. to het leger kunnen zij den dienst
doen, die tot nog toe door de marechausseo
werd verricht, die eigenlijk Riikspo] itie en
geen militair coips is.
iHet corps politietroepen zail bestaan uti
20 Officieren en 700 onderofficieren en mln-
deren, van welke laatste® maar 200 vast flan
Cloche" komend, er binne® was gegaan om
mevr. Land argues een visate te inaken en dat
zij hem heel vriendelijk ontvangen had.
Deze onbarmhartige rrouw met haar hoog-
moedlig hart, die zoo onverzoenlijk was is
haar werk had niet de minste notitie van
mijn huwelijk genomen, zooals zij1 trouwens
nooit eenige aandacht schonk aan wat dan
ook in ons nederig bestaan. Zij1 had de on-
beschaamdheid gehad aan Fabien' te zeggen,
toen hij1 het haar mededeelde: „Spreek mij
alstublieft niet van de menschen, als u vrien-
den met miji blijven wil..." Daama had hij
haar niet weergezien, hij1 had Frans ook niet
meer gezien, die 1® Spanje reisde met Ju
lie Berard, werd er gezegd en die hem op
zijln annonce precies vier woorden als ge-
lukwenscheni had geschreven. HSj sneed er
zeker weer over op, dat hij! to' de societeit an
en d an een zekcren Rom a in de Buires ont-
moette, een neef Tan Frans van moeders-
kant, die hem gedurende zijn tfwezigheid «ls
directeur van de steengroeven verving.
Over dezen jongen man sprekend, zei F»-
bien altijd
,,'Mijn vriend de Buires...." Maar dat wss
alleen maar een beetje belachelijk. En fk
hoopte, dat we nu voorcaan de Landarguet
even verachtelijk konden negeeren als zij het
ons hadden gedaan.
Joen Fabien.' mij1 dus van zijn bezoek ver-
telde, kon ik een kreet van verbazing niet
weerhouden. Uiterst verwonderd keek hij mij
aan.
„Maar", zei hij1, „zij is tegenover mij altijd
heel vriendelijk geweest. Ik zal niet zoo
dwaas wezen een dergelijke relatie te late*
verloren gaan."
Ik geloof, dat de nuchterheid en de koude
oprechtheid, waaTmee hij deze paar woorden
uitsprak, mi} nog het meest pijia deden.
Wordt vervolgd.
B«Q1.