Damrnbrieb.
m
a
m
m
m
AlKmaarscha Gourant
Voor mij alleen.
Hi iM 'wt
Amsterdamsche week.
WH„ Wi w,
m M W W
ik.
M B B
H
S (m Pi Is!
Zaterdag 19 November.
Uit onze Staatsmachine.
F e u i 11 e t o n.
NoortMBSnaOanl 292.000. In 1 efgwraeen
gelden deze sommen wegenverbeteringeo,
wegneming van bochten, aanlcg van voet- en
rijwielpaden, soma ook versterkmg van brug
gen.
De afdeeling Spoorwegen (waarondter ook
tramwegen) vraagit 8.910.245. Daaronder
konnen voor 800.000 voor verandering van-
de spoorweg-dtraaibrug over de Koningsba-
ven te Rotterdam en 500.000 voor den aan-
leg van eco spoorweg Gouda-Waddinx-
veenBoskoopAlphen.
Op den dienst Posterijen, Telegrafie en; Te
lefonie wordt een itekort gerekend van
4.628.138. Voor deze dienstvakken wordt
een afzonderlijke begrooting ingediead, die
niet in; de Staatsbegrooting begrepen is. De
uitgaven, die op de Staatsbegrooting worden
aangegeven, worden geschat op 7.818.178.
Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid en
Handel) wordt geraamd op 69.648.011.50"
of 25.563.325,31 Vi minder dan het vorige
jaar. Uit de Toelichtingen stippeni wif een;
en ander aan. De minister is teruggekomen
van zijn voomemen om Rijks-landbouwscho-
len te stichten. Hij1 ilaat dat aan't particulier
initiatief over, maar wil de scholen ruirn sub-
sidieeren, mits de oprichters voor lokaliteit
en ambtswoning van het hoofd zorgen.
Voor een proefboerderij op de Groning-
sche klei wordt 6000 gevraagd en voor
proetoeminigten en onderzoekingem ten op-
zichte van ziektevrije aardappelen 7000.
De afdeeling Landbouw wordt geraamd op
11.088,572,50^. Op verscheidene posten
kon bezuiniging worden toegepast, maar
nieuwe posten of verhoogingcn staan d'aar
tegenover. In elk geval wordt een besparing
van 203.539,34 54 bereikt. Voor landbouw-
onderwijs wordt in't geheel1 4.967.557 noo
dig geoordeeld.
De afdeeling NSjverheidl eischt
f 52.271.655, dat is f 25.677.810 minder dan
in 1921. IDit verschil, dat bijzonder groot is,
komit echter op een kleinigheid na voort uit
verminderd'e uitgaven voor het StaaiSmijnbe-
drij'f. Wat men, gewoonlijk onder Nijverheid'
verstaat, is niet besnoeid.
Voor de Visscherij wordt 706.405 ge
raamd of 36.270 mm* dan voor 1921. Voor
subsidien ter bevordering van de visscherij-
nijverheid is 21.000 uitgetrokken, vooral
voor die teelt van: gewilde zoetwatervischde
kosten van het instituut voor zuivering van
afvalwafter, dat het binnenwater verpest en
de visch d'oodt, worden geraamd op 50.000.
Nog altijdkomt een' post van 4000 voor
het doodcn van zeehonden, die echter, naar
men verzekert, niet noodig isra er wordt in
't geheel f 26.000 uiitigetrokken voor die zalm-
rijkdom en de zalmiteelt.
iDe iafd, 'Handel vraagt f 4.055.133; vrij-
wel hetzelfde bedrag als voor 1921.
Hoofdstuk X A (Arbeid) heeft cen eindcij-
fer, na een nota van wijziging van
66.706.380. Het voomemen bestaat om ten
gevolge van de vermeerdering van werk-
zaamheden- in verband met de uitvoering der
sociale wetten 't personeel uit te breid'en en
een betere districteverdeeling in te voereri.
Daarvoor is 25.000 noodig. Inderdnad- wa-
ren nu in het grootste district ruim 88.000
werklieden werkzaam tegen ruim 43.000 in
het kleinste. Meer geHjkmatigheid is ge-
wenscht.
Oe kosteni van het vaste personeel der
Rijksverzekeringsbank, ailes inbegrepen, zul-
len bedragen voor 1922 de som van
f 3.044.000, waarbij voor tijdelijk personeel
en andere uitgaven nog komt 236.000. Vol-
gens geldende wetten zal het rij'k voor de uit
voering der Ongevallenwet moeten bijpassen
1 millioen.
De kosten van de R'aden van Arbeid beloo-
pen 1.325.000. Voor traktementen van de
ambtenaren van de beide verzekeringsraden
wordt 86.400 uitgetrokken en voor huis-
vesting en de bureelkosten 31.500.
Voor de Invaliditeitswet, de bijdrage in' het
Invaliditeitsfonds xnedegerekend, wordt
21.924.000 uitgetrokken; voor de Ouder-
domswet 21.405.500.
'Het ond'erdeel volksgezondhdd en volks-
huisvesting heeft een eindcijifer van
15.840.039 en1 dat voor wcrkioosheidsver-
zdkering en Arbeidsbemiddeling 7.418.725.
Hoofdstuk XI (Kbionien) betreft a 11 een de
kosten van het Departement en de uitgaven
ten behoeve vaniSuriname en Curasao; de
uitgaven' voor Indie zijn vervat in1 de Indi-
sche begrooting. Het eindcijfer van dit hoofd
stuk is dus niet hoog en wordt geraamd op
7.218.465, waarvam voor Suriname komt
f 3.400.579' en voor Curasao 1.749.955.
'Aan pensioenen voor oud-Gouvernears en
frtm ■weCuwn wrt?t toot Serin ame gr^agfl
26.255 en voor Curasao J 11.121. Tot die
oud-Gouverneurs behoort ook de heer C.
Lely, die 4000 geniet; hiji heeft ook pen-
sioen als minister en geniet de schadefoos-
stelling als lid der Twcede- Kamer.
Hoofdstuk XII (Onvoorziene uitgaven) is
wel het eenvou'digste; het heeft een' vast eind
cijfer van 50.000. Bij het hoofdstuk is een
staat gevoegd' van de uiil die som gedane uit
gaven over 1920. Ben paar postal moteeren
wij:
Sdiaderoosstelling* aan' nabestaanden van
door militaire buitengewone kommiezen dOod-
geschoten grensbewoners 7000. Begrafe-
niskosten vaQ omgekomen vliegeniers
2093,60.
Ten slotte komt de Wet op de Middelen.
De minister begint al dadelijk met er op te
wijizen, dat, gezien den) algemeeneni toestland,
een raming zeer bezwaarlijk is. Als die in-
komstieni in de eerste maanden van dit jaar
de raming verre overtroffen', is dat vooraj toe
te schrijveni aan de verhooging van den
drankaccijns en aan de omstandigheid, dat
de directe belastingen nog gebaseerd waren
op inkomsten van v66r den tegenwoordigen
crisis in het economisch leven. De overige
middelen zijn benedien de raming gebleven.
Voor 1922 is geen beterschap te wachilen, als
het economisch leven' zich niet hcrstelt.
Voor enkele heffingen iaten wij hier d!e ra
ming voor 1922 volgen.
Grondbelasting f 17.567 000
Personeele belasting 21.170.000
Inkomstenbelasting 88.000.000
Dividend^- en tantibmebelasting 15.000.000
Vermogensbelasting 12.000.000
Accijns op suiker 36.000.000
Accijins op gedistilleerdl 58.500.000
Accijtas op geslacht 12.500.000
Accijins op tabak 18.000.000
Speelkaarten, zegels, registra-
tie en successie 111.100000
Invoerrech'ten 39.000.000
Statistiekrecht 3.600.000
Loodsgelden 2.500.000
S'taatsroterij' 670.000
Aand'eel 'Expl. iSpoorwegen 4.248.000
Aandeel winst Ned. iBank 15.000.000
Gerechtelijke boeken 1.200.000
Gevamgeniswerk 2.665.000
Baten uit het Mijtnbed'rijf 43.901.500
Gollegegelden Rijksuniversitei-
ten n 479.000
Collegeld'en' Techinische Hooge-
school 350.000
Baten van de Landbouw Hooge-
school 92.252
Baten; van de Veeartsenij,JHoo-
geschooi' 69.100
Schoolgelden R. H. B. S. 275.000
Rij'kskweekscbool 30.300
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 677 (auteur Kleute)
Stand
Zwart: 3, 6, 7, 8, 12, 15, 41, 45, en dam-
men op 13 en 16.
Wit: 14, 19, 21, 24, 27, 28, 31, 33, 34,
37, 38, 40, 42, 43, 46.
Oplossing
1. 24—20 1. 13 48 (3 sch.)
2. 38—32 2. 15:24
3. 28—22 3 45 34
4. 32—28 4. 41 :23
5. 33—28 5 48 17
6. 28 39!! 6. 16 9
7 22 4-!
Deze fraaie ontleding zal zeker voor hen,
die de oplossing niet konden vinden, een ver-
rassing zijn. De 6e zet is de mooiste!
UIT DE PARTIJ.
In den meesterwedstrijd kwam Zondag, in
de partij de Jonghvan Dartelen, de vol-
gende stand voor:
WBl
|3| ii liffl
N*. 272. 1221.
Honderd Drle en Twintlgste Jaargang.
XCIX.
De Oemeente-begrooting voor 1922.
Woensdagmiddag laatstleden is onze Ge-
meenteraad begonnen met de behandeling
van de Gemeente-begrooting voor het volgend
jaar. Dat is een werk dat in Amsterdam
heel wat voeten in de aarde heeft. In dit op-
zicht draagt de hoofdstad het record weg. Er
is geen enkele Gemeenteraad in ons land en
waarschijnlijk ook niet daarbuiten, die daar
zoo lang over doet. Met half November zijn
wij nu begonnen, en naar de ondervinding
ons heeft geleerd zullen wij er niet voor Sin-
terklaas mee klaar zijn. En het 'merkwaardig-
ste is dat er nooit eenige belangrijke wijziging
in de begrooting wordt gebracht. Die begroo
ting zelve is dan ook niet de hoofdzaak bij de
debatten, hoe vreemd dit ook klinken moge.
Ze is slechts de aanleiding, om honderd uit
te zwammen over politick.
Vooral dit jaar, zoo kort na de gemeente-
raadsverkiezingen (noodig geworden door de
grenswijziging) is de politick natuurlijk troef
bij de debatten. Maar laat ik nu niet in de-
zelfde font vervallen als de Gemeenteraad
van Amsterdam, en eerst wat over de begroo-
ting-zelve meedeelen.
Die begrooting, en meer speciaal die be
grooting van de gewone uitgaven, is alweer
hooger dan verleden jaar. Zij wijst in ont-
vangst en uitgaaf een bedrag aan van
97.950.183 (dus bijna honderd -millioen'
gulden), tegenover een eind-cijfer van de be-
grooting voor het loopende jaar van
f 87.280.699. De nieuwe begrooting is der-
halve 10.669.448 hooger, en rond tien
millioen hiervan overtreffen alleen de gewone
inkomsten en uitgaven.
Tot de toeneming van de uitgaven hebben
vooral bijgedragenPublieke werken en Ge-
meep'tebedrijven (dit hoofdstuk is in totaal
2.373.419 hooger geraamd); Onderwijs
3.849.137 hooger); Armwezen /2.364.837
hooger)en Rente en Aflossingen /2.546.000
hooger. Wat betreft het Onderwijs moet hier-
bij in aanmerking worden genbmen de in-
vloed van de nieuwe lager-onderwijswet. Te-
fenover nieuwe lasten ad 1.251.500, die
iervan het gevoilg zijn, staan echter nieuwe
lasten ad 2.007.397. De begrooting voor
1922 is dus, naar B. en W. opmerken, door
de voiledige inwerkingtreding der nieuwe la
ger-onderwijswet nog wel gebaat; het is ech
ter de vraag of die bate niet in een schade zal
verkeeren, wanneer de aanbouw van nieuwe
bijzondere scholen voor rekening der Gemeen-
te groote kapitalen van haar vordert.
Wat 'betreft de kosten van het Armwezen
daaronder is een bedrag van een millioen'
gulden voor ondersteuning van „uitgetrok-
ken" werklooze aibeiders begrepen.
In het aigemeen kan hieraan worden toe-
gevoegd dat al'le hoofdstu'kken den invloed
ondergingen van de salarisverhoogingen, die
eene uitgave van drie millioen per jaar
eischen. Voorts was natuurlijk een factor de
grens-uitbreiding. Er moesten hulpsecretarie-
en worden ingeridht in voormalig Sloten en
Watengraafsmeer en benoorden het Y; het
aantal commissarissen is met een, n.l. aan de
overzij de van het I J, vermeerderdhet po l itie-
corps is tengevo'lge van de annexatie ui'tge-
breid met 4 inspecteurs, 7 brigadiers, 4
hoofdagenten en 41 agententerwiji het poli-
tie-telegraafnet over het geannexeerde gebied
is uitgebreid.
De 'brandweer moest vier mo'torbrandspui-
ten aanschaffen voor het platteland van Am
sterdam Reiniging en Geneeskundige Dienst
moesten bun personeel uitbreiden (wat eigen-
lijk voor alle takken van dienst geldt)er
moesten subsidien worden gegeven aan ver-
schillende in de geannexeerde gemeenten be-
staande burgerlijke armbesturen, en ook de
schuld der geannexeerde Gemeenten moest
worden overgenomen. Een en ander was ech
ter niet van overwegenden invloed op onze
gemeen'tebegrooting. Dit blij'kt alleen reeds
hieruit, dat in verband met de grenswijziging
aan rente rond 159.000 uneer geraamd
moest worden, aan aflossing rond /141.0000,
te zamen dus slechts drie ton, bij eene totale
vermeerdering van dit hoofdstuk van ruim
23f mfnfoen. Eta de rest Is naar rate. Wet
zijn dus vooral onze eigen uitgaven die ons
boven het hoofd blijven groeien.
In verband hiermede weerklinkt ook weer
uit deze begrooting het motief der bezuini
ging. B. en W. hebben inkomsten zoowel als
de uitgaven zoo laag mogelijk geraamd. In
verband met de malaise in handel en nijver
heid raamden zij de opcenten op de dividend-
en tantieme-belasting niet hooger dan
f 750.000, tegen eene raming van /2000.000
voor 1921 en een vermoedelijke opbrengst van
rond 3.000.000 over 1920. En de netto-op-
brengst van de inkomstenbelasting, de kurk
waarop onze gemeente-financien tegenwoor-
dig drijven, durfden zij niet hooger te stelien
dan 38.000.000, tegen eene netto-opbrengst
van 50.000.000 over 1920/21. Eindelij'k is
er nog een bewijs uit de begrooting te putten
dat B. en W. zuinigheid willen betrachten.
Zij stelien namelijk voor, het batig saldo van
de rekening over 1920, waarmede zij de be
grooting voor 1922 hadden mogen openen,
in een reserve-fonds voor bijzondere doelein-
den storten. Dat is een belangrijk offer, want
dat overschot is (dank zij de phenominale be-
lastingopbrengst over dat jaar) niet minder
dan 4.916.594. Een groot gedeelte daar-
van, n.l. 2.856.597, zal in het reservefonds
worden- gestort, de rest zal worden bestemd
voor den bouw van badhuizen en- den aanleg
van sportterreinen.
Ook de raming der uitgaven schijnt erg zui-
nig te zijn. Verschillende aan B. en W. ge-
zonden begrootingen (van- hoofden van be-
drijven en andere takken- van dienst, wezen
aanvankelijk hoogere uitgaven aan. B. en W.
hebben er toen het snoeimes ingezet en dien-
tengevolge 'hadden belangrijke verminderin-
gen op de uitgaven plaats. Zijrvoegen hier
aan echter toe, dat de verminderingen alleen
op die posten zijn toegepast, waarvan zij de
zekerheid hadden, dat vermindering mogelijk
was, e ndus niet zou leiden tot overschrijding.
Maar er is nog meerAan het einde van
hnne toeiichting tot de begrooting geven B.
en W. bovendien de verzekering dat zij, met
het tot stand brengen van het evenwicht op
de begrooting voor 1922 hun taak niet afge-
daan rekenenzij blijven voortdurend bedacht
op eene verdere inkrimping der uitgaven op
die posten, waarop dit met de xninste schade
voor het aigemeen belang mogelijk is. En B.
en W. nopens de financieele politick, eeren wij
iets dergelijks. B. en W. wensohen nadlrukke-
lijk te verklaren, dat zij op het standpunt
staan dat het volgen van een zeer solide fi
nancieele politick een gebiedende noodzake-
lijkheid is voor het welzijn van Amsterdam,
alsook dat het financieele beleid der gemeente
tegen eene redelijke kritiek bestand is.
Tot zoover het financieele gedeelte van de
begrooting. Daarnaast komt; zooals gezegd1,
het pditieke. Dat is ons ook dit jaar niet ge-
spaard. Over den uitslag der verkiezingen
bieken vrijwel alle partijen tevreden te zijn.
Een curieus versdiijnsel, dat men echter voor
al uit het oogpunt van „schijm" moet beschou-
wen. Zelfs de verliezen maa'kt bij dergelijke
gelegenheden „bonne mine a mauvais jeu"
of, op z'n Holiandsch gezegd: lacht als een
boer die ikiespijn heeft. Over de samenstelling
van- het college van B. en W. waren, zooals
van zelf spreekt, de kerkelijken minder goed
te spreken dan de Vrijheidbonders en- de soci-
aal-democraten. Want door de samenwerking
van beide laatstgenoerode fracties, hebben de
eersten maar een zetel kunnen bemachtigen,
dfschoon zij zeker recht haddien op twee wet-
houdersplaatsen. Met een dezer zijn de soci-
aal-democraten schoot gegaan (die hebben er
nu drie), terwij-1 de Vrijheidsbond, inruil voor
zijn hulp daartoe, er een kreeg. Over dat sa-
mengaan van- politieke antipoden als Vrij-
heidsbonders en Sociaal-Democraten 'is al
heel wat te doen geweest, ook in den- Vrij
heidsbond zelf. Men vergeet echter daarbij
wel eens cjat fractie van dien bond in de eng-
te was gedreven met de sociaal-democraten,
juist door de kerkelijken. Deze laatsten wi'l-
den niet onderhandelen met den Vrijheids
bond, omdat deze hun te reactionair was, en
aan de sociaal-democraten (nota bene de
sterkste fractie in den Raad) stelden zij den
eisch dat deze voor altijd van het stakings-
recht van het gemeente-personeel zou den af-
zien. Daarvoor ontstonden twe euitgestooten
fracties, die echter te zamen dte meerderheid
kondm vormen en ook vormden.
De scherps'te critiek op de samenstelling
van het college van B. en W. leverde de Ghris-
ten-Democraat Staalman, en vooral ging die
critiek tegen de kerkelijke mannen (De heeren
Ter Haar, chris't. hist, en Wierdels, Kath.) die
rich toot sameuwerKtag niet de .^rrvtalutionaf-
ren", de sociaal-demoaaten, hadden laten
vinden, en tegen de sociaal-democratische
wethouders, de heeren Wibaut, Vliegen en
de Miranda. Aan de laatsten verweet hij spe
ciaal dat zijt niet vermdd hadden hunne be-
lo-ften aan de kiezers, dat de straf der 8-Juni-
stakers zou worden geannuleerd, als zij her-
kozen werden. En hij deed een en ander in de
meest-uitgezochte termen die Wijnkoop ja-
loersch konden maken. De samenstelling van
het college van B. en W. noemde hij onna-
uurlijk, het college was een politiek wange-
drooht, de vrucht van eene politieke prostitu-
tie, waarbij eene rooie vrouw de verleidster
was. Later weer beetle het college van B. en
W. een politieke stumper, met lanune amen
en beenen, en de krukken waarop die stumper
liep warende twee kerkelijke wethouders.
En zoo ging het voort. 't Is te hopen dat B.
en W. niet op dezelfde wijze, in denzelfden
trant, zullen antwoorden. Want tot verhoo
ging van het peil van het raadsdebat kan dit
niet leiden.
WAGENAAR Jr.
Hier en daar uit de Staatsbegrooting. 111.
Hoofdstuk IX (Waierstaat) heeft als zui-
ver eindcijfer 58.643.418 of 3.359.416,58
minder dan voor 1921 was tcegestaan. Het
hoofdstuk loopt over een groot 'aantal zaken
van zeer vmdiillenden aard: de eigenliike
waterstaat, die echter weer te ond'erschddeni
is in „droge" en „natte" omdat wegen en
bruggen er ook ond'er behooren de Lands-
gebouwen; Luchtvaant, Geologische kaart
van het Rijk; de Spoorwegen; Posteijien, Tele
grafie en Telefonie.
Voor den gewonenl dienst wordt uitgetrok
ken1 19.146.400, voor nieuwe werken en
subsidien 16.433.900'; voor buitengew.
werken 15.245.000 voor Posterijen, Tele
grafie en' Telefonie (een! verliespost)
4.628.100 en voor de Rijkspostspaarbank
3190.000.
Onder de nieuwe werken 'komt voor verbe-
fering van de rivieran RSjn; Lek, IJsel,
Nieuwe Mierwede, Pordische watenvegen,
Maas en de Vecht in Overijsel 1.357.000
voor. De verleggimg van- den Maasmond
eischt 121.000. Voor spoor- en tramwegen
wordiii wegens nieuwe werken en subsidien
4.670.000 gevraagd' cn voor andere nieuwe
werken te zamen 10.285.900.
Uit al die werken een keuze te doen is niet
gemiakkelijk, er is zoo veel en zoo velcrlei.
Dat er veel noodig is voor zeeweringen enz.
spreekt vanzef. Voor verbetering van de ha
ven te Delfziji wordt 450.000 'aange-
vraagd'; voor verbetering van de Zuid-Wil-
Icm'svaart 188.500'; voor allerlei werken
aan of in verband met het Noord-Zee-kanaal
272.400; voor werken in verband met de
haven van Vlissingen 735.000; voor aller
lei wegverbeteringen in Gelderland
274.500; voor verbetering van den Rijks-
weg Amsterdam'Hiaarem 400.000; voor
Priesland aan buftenglewicfne straa'tvernieu-
wingen 100.000, aan bruggen en rijkswe-
gen; 50.000 en voor rijwi'elpaden 10.000
Noord-iHoi land1 fcrijgt o.a. voor herstel en ver
betering van den Noorder IJdijk en Zecdij'k
een subsidie van; 470.000; in het Zuider-
zeefonds wordt 1 mfHioen gestort en als bij
drage voor den bouw van een nieuwe schut-
sluis te Gouda (M'allegatsluis) wordt
50.000 gevraagd'.
Voor de kamalisatie van de Mlaas en daar-
mee verband houdende werken wordt 81 mill,
uitgetrokken. Daarvan komt 2 mill, 'ten goede
aain het Maas-Waalkanaal.
Aan de haven; van Harlingen zal 60.000
verwerkt worden.
Het Wilhelminakauaal' in Noord-Brabant
zal in 1922 voltooid worden. Enkele werken-
(o.a. woningbouw) zullen' nog 2 ton vorde-
ren. Voor den aanleg van scheepvaartbana-
len in Twente wordit 80.000 voor 1922 uit
getrokkenvoor allerlei werken beireffende
het Noordzeekanaal 1.790.000; voor ver
betering van de haven- van Vlissingen
700.000.
Natuurlijk moet er heel1 wat zijin voor't on-
derhoud, herstel en den aanleg van wegen.
Zoo b.v. 621.000 voor wegen in Zuid-Hol-
land, die ontzaglijk veel te lijden hebben van
'it modenne verkeer; waarbij nog komt
20.000 voor voorbereiding van d;en aanleg
van' een weg van den Haag over Delft naar
Rotterdam. Voor overeenkomstige uitgaven
wordt gevraagd o.a. voor Noord-Hoiland
934.000; v-oor Friesland f 250.000; voor
Overijsel 398 500'; voor Gelderland
848.700 voor Groiningcn 190.000; voor
De stilte werdl alleen verbro'ken1 door aller
lei kraakgeluidjes. Het scheen' alsof je de pan-
nen' van het oude dak kon hooren basten in
de fel'le zon.
,,'Hoor eens.... vanavond nog., van-
avond... zal ikwanneer hij er bij- is.... een
toespeling maken op al die gemeene laster-
plaatjesDan zullen we eens zien
,,Goed ga- je gang."
Nog aarzelde Guicharde even-.
,,'Mlaar als hij het nu het eerst door mij;
hoort.... wat zal er dan gebeurem?"
„Niets.... heusch niets.... wees daar maar
gerust op"....
„Ik ben bijna bang."
„Waarvoor dan tech?"
„Ik weet het niet..."
„Nu, wat dan?...."
Olnze korte zinnetjes volgden elkander op
met lange tusschenp-oozen. Een duif, in haar
kooi' tegen den muur van het huis, werd plot-
selieg wakker en, began- een' klagend, lamgge-
rekt roekoe'Steeds weer die kladnt... (Een
vreemde angst kwam over ons....
Tegen dtem avond van dien1 dag begon zich
aan den horizon een zware wolkenbank te
vorrnm, die meestal dte herfststorme© aankon-
digt; en teen wij; aan tafel zaten, vroeg Gui
charde om' niet dadelijk in de verzoeking te
kemem een andiere vraag te doen, aan Fa
bian-:
,/Denk je, dat we eindelijk regen zullen
krijgen
„Ik weet er niets van" antwoardde hij'.
„Het zou hoog tijd zijn"....
,,Ja, natuurlijk."
En hij- sn>eed zijn brood' met zoo'n onhan-
dige heftigheid, dat het mes in den top van
zijn viinger terecht kwam;
„Laat maar!" gebood hij, toen ik opstond
om water en verbandgaas te halen
Verwoed betta hij: dte wend met zijn servet,
waarop dadelijk groote vlekken- bloed zicht-
baar werden. Guicharde was bijgeloovig. Zij
keek mij aan en ik zag wel, dat haar aarze-
l'ing om te spreken nu nog grooter was....
Maar tech was haar verontwaard'igmg van-
daag te groot, dan dat zij zich 'kon bedwin-
gen. Eindelijk! bij; het dessert, toen Adelaide
een groote schaal versche lamandelen; op ta
fel had gezet en uit de kamer verdwenen was,
o-am zij1 een kloek besl-uit en zei
„Fabien, weet je wat ik vandaag gehoord
heb?"
Hij seheen onustig en keek haar aan.
,,'t Is over Frans Landargues...." ging
mijh zuster voort.... ,diet schijnt, dat hij, over
jou spreekt
Fabien's blik was afgedwaald, maar kwam
bij' deze woorden dadelijk op haar terug; het
was een blik vol haat en- heftigheid.
„Zwijg", riep hij-, ,^wijg!"
Hij stood op, maar bleef voor de tafel1
staan; hijl rilde en al stond1 hij vender onbe-
wegelijk, het scheen alsof hij' iets van zich af
wilde sehudden. iKalm zat i'k hem op te ne-
men. Een groote vlinder draaide om de
lamp heen en mijn gedachten dwarrelden
zwaar in die atmosfeer van storm en kweliing.
Je bent al op de haogie... dat zie ik."
En Guicharde was nU niet meer voorzichtig
maar jliet zich meesleepen door haar drift.
„Wat denk je te doen? Dat kan zoo niet
voortgaao."
..Zwijigriep Fabien weer.
Zij; was ook opgestaan en hij liep op haar
tee, nam haar bij de poteen en voordat zij, in
haar schrik nog een- woord had kunnen uit-
brengen, zei hijl voor de derde maal, met een
heesche, gesmoorde stem:
„Zwijg! iBen je dan heelemaal gek? Zie je
dan niet, dat ik al dagen; en dagen lang me
inhoud, om geen ongeluk te begaan?"
Eh h-eftig dluwde hij: haar terug. Zijn ser-
vet, dat vol bloed aan zijn linkerhand hing,
had hij niet lo&gelaten. Plotseling fontmelde
hij het met groote woede- ineen, en smeet het
op den grond, het was of zijn gebalde vuist
wilde neekomen op een gelaat, dat hij ver-
foeide. Even st-ond hij hijgend, aarzelend,
wanhopig. Toen vloog hij' de kamer uit,
smeet de deuren achter zich toe en sloot zich
op in zijn studeerkamer.... en wij hoorden, hoe
bij dait heftige gedreun stukjes kalk van de
oude mureni naar beneden vielen- achter het
behangselpapier, dat door de warmte losge-
laten had.
„0!" zei Guicharde, die zich tegen mij
aandrukte, zie je nu wel, dat er wel re-
den was om bang te zijn... Wat zal er nu ge-
beuren? Hij zag er uit, of hij een moord' kon
begaan..."
Ik bleef onverschillig.
„Maak je maar niet overstuur... Ik ken hem
veel te goed... Die driftbuien van hem heb
ben niet veel! te beteeken-en,"
Etn ik begon kalm een paar amandelen te
pellen-, en deed wat zout op mijn bord om de
smaak te verhoogen.
Gndanks mijn kalmte, die ik meen'de te be-
zitten, was het mij na een dergelijke scene
onmogelijfc in slaap te komen. Ik durfde de
lamp niet aan te steken uit vrees Fabien te
wekken, die in een1 zwaren slaap verzonken
was, en- ik probecrde of ik niet een geluid in
de verte kon volgen om mijn vermoeiden
geest af te leid'en,. Maar het gaf niets. 'Die
nachten in een provinciestadje zijn het doodst
van afles. Bui-ten is er altijd geritsel van bla-
deren, het blaffen van een bond, he-t gepiep
•»aa een> veldmuis: 't klagende geluid van- een
kreker m net graa, dilenwti ^eiu.utui, dte in
die donkere uren' het bewijs zijn, dat duizenu
kleine leventjes waken en bezig zijn. Maar
uit de steenen en de mureh, de groote, goed
gesloten dteuren en dte zw^e blindten stijgt
in de stilte van de eenzame straten een nog
drukkendcr stilte op. 3BanwiS&ri|)
Door Andre Corthis.
Geautoriseerde vertaling van W E P
18)
„Die Frans Landargues is een- ellendeling."
Ik was n-iet vcrwonderd'. Ik had het gevoel,
dat ik al dagen lang in mijn onrust ver-
wachtte. Ik vroeg alleen ma-ar:
„Wat te er dan nu weer?"
Toen- trok zij haar stoel weer naast mij en
vertelde mij, wat juffrouw Jeannist al een week
lang wist en wat die haar nu vertcld had. Zij
wist het van een neef van haar, die veel bij
vrienden van de Land'argues en van Romain
de Buires kwam, en dan nog van iemand an-
ders en nog van een derde persoom. Maar al
die kleine bijzonderheden weet ik niet meer.
Ik herinner mij alleen- de woorden en niet
den weg dien, ze ha-dden; moeten afleggen om
mij- te bereiken. Ik bield mij'n naald nog tus-
schen mijn vingers. iMachinaal prikte ik er
m-ee in het linmengo-ed1, dat op mijn schoot
gevallen, wasmijn oogen staarden in die ver
te. En in de halfdonkere kamer, waar de zonL
neblinden gesloten waren, hoordte ik Gui-
charde's trillende stem dicht bij mijn oor.
Frans Landargues scheen praatjes aan't
uitstrooiten- te zijn over mijn- liefde voor hem..
Het was wel een aardig avontuur, liet hij
doorschemeren .en hij- voegde er lachend bij,
dat Fabien- Gourdon geen- gevaarlijke sta-in-
den-weg was of kon zijn. Juffrouw Jeannist
verklaarde, dat die lastcrpraatjes niet buiten
ztekere k-ringen1 kwamen, waar men zoo welle-
vend was ze als onwaardig te beschouwen en
ze niet verd'er te vetspreiden. Ze konden mij
niet raken eni het eenige in de heele taak,
waarover men- zich ergerde, was het inbe-
schaamde cynisme van Frans Land'argues.
,,'Hij is een ellendeling", herhaalde Gui
charde, „een elltendleling en' een gek boven
dien. Waarom zou hijl zoo kletsen.... Met welk
doel
-Mlaar nog was ik niet verwonderd!. Ik her-
innerde mij- dien lusteloozen blik van een
zieke, en die gemeene levendigheid en steeds
valscher kwaad'aardigheid, die ik er plotse
ling in had gez;en>, toen Frans mij; vroeg:
„Is je man jaloersch Jaloersch op mij
Wat zou dat grappig zijn P'
Het zou werkel'ijk grappig zijn, te weten,
wat er in zoo'n geval zou worden van de on-
derworpenheid en den kruiperigen' eerbied'
van dien Fabien Gourdon, waarmee iemand,
die 'dten naam I^andargues droeg, gem'akkelijik
den naam' Landargues droeg, gemakkelijk
den spot kon, drijven.... Wat zou hij, doen?
Het werd een spelltetje.
Eh Frans had1 er plezier in daar zijn tijd
mee te verbeuzelcn, hij1 bekommerdte er zich
weinig om of de beleedigingen mij deerd-en,
miaar zorgde er blijkbaar goed; voor, dat al
zijn uitiatingen Fabieni ter oore kwamen. Ja,
dat begreep ik bestIk begreep nog veel
andtere dingen ook en' teen Guicharde, mis-
schien- we], voor de tiende maal herhaalde:
,,'Hiji is gflk! Wat zou Fabien- zeggen, als
hij het h-oorde?" zei- ik: „Miaar ik geloof vast,
dat hij het weet" zoo langzaam, dat't bijna
kalm- -letek.
„Och kom zei re verontwaardigd.
,/Hiji weet het... hij- weet het...." ik sprak
uo-g steeds Hangzaam, want ik dacht onder die
afgebroken woorden aan- te veel dingen tege-
lijk„lk geloof het wel.... ik ben' er
zelfs zeker van.... Miaar hij! zal nooit iets te
gen Frans Landargues durven zeggen...
n-ooit."
„Ja, mlaar".... mompelde zij, misschien nog
meer versehrikt door deze verondfirstellinig
dan door alle andere....
i
ft