Alkmaarsche Gourant
Brieves uit Berlijn.
Wontertje
ffS.
Vraag en Aanbod.
iro. m. last.
Hondard Drla an Twintigsfe Jaargang.
Zaterdag 26 November.
Hoeveel geld hebt glj toot
onnutte prullen uitgegeven.
Hoeveel goede boeken hadt
gij hieryoor krninen koopen!
Pit het Indiscbe leven.
Buitenland
Berlijn, begin November.
Het intellectueele deel van Duitschland be-
reidt voor het komende jaar een groot feest
voor: Gerhart Hauptmanns zestigsten ver-
jaardag. Hoe sterker men bij ons voelt, dat
slechts een intense beoeiening der cultuur-
aangelegenheden en kunstzinnige gevoelens
in deze onberekenbare tijden aan ons leven
inhoud en kleur vermogen te geven, des te
levendiger wendt zich de algemeene belang-
stelling naar den naderenden feestdag der
Duitsche literatuur. Gedurende een men-
schenleeftijd, meer dan 30 jaren, heeft
Gerhart Hauptmann zich op de eereplaats
als vorst en leider der Duitsche dichters ge-
handhaafd. Jongere litteraire stroomingen
kwamen op en schenen naar nieuwe doelein-
den te streven, maar steeds bleef zijn gestalte
groote rijk der Duitsch
niemanc
plaats.
de eerste in het groote rijk
zie, en niemand bestreed hem zijn konin!
pc
klij
oe-
ijke
Men kan zich voorstellen, welk een verba-
zing verwekt werd onder deze omstandighe-
den, toen een dezer dagen 'n nieuw werk van
Hauptmann op 't Berlijnsche tooneel (in 't
„Lustspielhauis") vorscheen: die tragi-ko
miedie „Peter Brauer*. Eigenilijk is het geen
eheel nieuwe schepping; want de dichter
ad't drama reeds sinas jaren in zijn lade
liggen. Maar hij heeft nu eerst tot opvoe-
ring besloten. Misschien aarzelde hij, omdat
de aard van dit werk, zoo geheel van dat af-
wijkt, wat tegenwoordig als „modern" en als
troef geldt. Het heeft niets van't dramatisch
expressionisme, in welks teeken de opkomen-
de generatie staat, maar houdt zich geheel
binnen de grenzen der intieme levenskunst,
die wereld en leven met diepe liefde omspant
en waarin de diepste wortels van Gerhart
Hauptmanns kracht gevestigd zijn. En 't
bleek weer, hoe de lichtende verschijning van
zijn genie boven alien smaak van den dag
verheven is; 't publiek volgde met enthousias-
te belangstelling 't teedere en fijne wonder
van dit dichtwerk, dat geheel zonder preteti-
ties is, en aaarbij op verborgen menschelijke
geheimen het licht doet vallen. Met
m, ffle wiSer Set Kulse! van *e Bttauvflfate
gebeurtenissen en alledaagsche gesprekken,
zichtbaar worden. En met een kostelijke vin-
dingrijkheid wordt Peter Brauer nog een
schaduw gegeven: een photograaf met d'en
inooien naam Schmolke, een eigenaardige ke-
1 el en een windhond als zijn tegenpartii. De
1 'ichilder a'
concurre
prachtig
Me* alle fijngevoeligheid van Hauptmanns
etailkunst, die de kronkels in de menschelij-
t.e natuur zoo liefdevol schildert, zijn de bei-
ne mannen geteekend. Juist als photograaf
tchmolke een prachtige opname van den
meester en zijn familie" wil maken, koint
het noodlot over Brauer
Men ziet: een handeling van eenvoudige
cpzet. Een gebeurtenis, als iederen dag voor-
l.pmt. Maar zij wint aaft beteekenis, omdat
zi] door een speelschen, kunstzinnigen geest
gevormd is. En omdat uit de dichterlijke uit-
bedding weer dat uitbloeit wat de diepste
trek in Hauptmanns poezie is: de stille droef-
heid om de eenzaamheid der menschen,
die
op
in
huldigde men den schrijver. De avon
een gebeurtenis.
Van den beginne af heeft Hauptmann in
zijn stukken met bizondere voorliefde kunste-
naars laten optreden. Hij was zelf in zijn
jeugd een tijalang beeldhouwer en leerling
van de akademie te Breslau. Herinneringen
uit deze periode kwamen steeds weer boven
en vroegen om uitbeelding. En met bijzondere
teederheid heeft hij de wonderlijke ietwat
mislukte, op de een of andere manier bedor-
ven kunstenaarslevens behandeld, wier pro-
blematisch wezen hem aantrok. De innerlijke
strijd, die zich juist in zulke half begenadig-
de. half door het noodlot geteekende persoon-
lijkheden afspeelt, bood zijn dichterlijke gave
tot karakteristiek buitengewoon welkome
stof. In „Eenzame menschen", dat ook in
het buitenland veel gespeeld werd, treedt de
schilder Braun op, een grappig mensch met
veel gezond verstand, maar te gemakkelijk
aangelegd om vlijtig te zijn. Dan was er
Collega Crampton, het genie, dat aan zijn
tuchteloosheid enaan zijn zucht naar al
cohol ten gronde gaat. Dan Michael Kramer,
de werk-fanaticus, bij wien echter het ver
stand de scheppende fantasie verdrukt. Ver-
der Gabriel Schilling, wiens talent door de
vrouwen gebroken wordt.
Naast al deze gestalten, die ons in Duitsch
land sinds jaren vertrouwd zijn, wier namen
populate zijn geworden, treedt nu Peter
Brauer een zonderlinge man, een hiets-
nutter, een opsnijder en zelfbedrieger op,
over wien toch nog de schaduw van een ont-
roerende levenstragedie ligt. Kunst kan ze-
gen en vloek zijn. Brauer is noch tegen het
leven, noch tegen zijn schildersberoep opge-
wassen, waarin hem een in de jeugd oplaai-
ende vonk van genie stiet. Nu zit hij daar
en weet niet hoe hij de wereld aan moet. Hij
moet altijd bedriegen. Zich zelf, zijn schuld-
eischers, die hem benauwen, de menschen
om hem, zijn famlilie, die hem rnede onder-
houden moet. Dat is vermakelijk en ontroe-
rend tegelijkertijd. Hij speelt den grooten
man met opgeblazen inbeelding eri met een
verbazingwekkende bekwaamheid in het snoe-
ven en weet zelf, dat daarachter niets is. Te
nuis is hij een martelaarsfiguur. Hij wordt
altijd belachelijk gevonden. Vrouw en doch
ter spannen in gruwelijke, honende hardheic
tegen hem samen. Slechts de jonge zoon
zelf kunstenaar, voelt in smartelijk medelij
den met den ouden man mede.
Dezen armzaligen duivel wenkt nog een
maal't fortuin. Hij reist van Berlijn naar de
provincie op goed geluk. Eerst wordt dat een
vergeefsche tocht met nieuwe schulden, nieu
we tegenslagen, Daar vischt hij hij kan
het zelf ter nauwernood begrijpen aan de
stamtafel van het kleinsteedsche logement
van een argeloozen industrie-baron een pom-
peuze opdracht „uit de soep". Hij moet een
tuinhuis besehilderen. Maar nu is Brauer
ook tegen dit geluk niet opgewassen. Het
gold:, dat hiji krijigt, wordt met groot gabaar
verboemeld. En van de groote wandschilde-
nng, die hij moet maken, komt slechts het
eerste begin van een armzalige knoeierij
„met dwergen en berggeesten" tot stand. De
neeren komen, om het wordende meesterwerk
te bezichtigen en te bewonderen enstik-
ei* v|ail het lachen. De vreeselijkste blamage
is het. De opdracht wordt ingetrokken. Peter
tsrauer valt weer terug in den afgrond van
zijn mislukte bestaan.
Door Hauptmanns wonderlijke kunst der
Karakteromleding is dezen leeghoofdigen,
sluwen, gekwelden man, leven en gestalte ge
geven. Een onwaardige, die komisch en tra-
gisch tegehjk werkt. Zelf schuld en offer van
un lot. Maar zoo eenzaam, zoo verlaten
oor menschelijke goedheid, zoo zonder er-
carmen m den levensstrijd gedreven, waar-
oor hi] te zwak is, dat wij den knoeier, den
edriegerals hij aan het slot uitsnikt en zich
J1 .v'e™°emt, zouden willen troosten. Onbe-
-nnjfehjk is weer, in Hauptmanns stijl, de
Tiospheer geschapen, die om al deze men-
ten is, de eenheid van de personen onder-
g, de zielaverwikkelingen en de verhoudin-
flkaar en zich zelf plagen moeten, die
ten onverbiddelijk bevel van het noodlot
strijd en liefdeloosheid en onvoimaaktheic
smartelijk moeten lijden. De expressionisten
spreken dat direkt uit, schreeuwen hun jam
mer ten hemel en verheffen luide klachten te
gen God en de wereld. De realist Haupt
mann neemt een klein stukje van het alle
daagsche, schildert dat, zegt verder geen
y/oord daarover en juist uit deze stilte
klinken klachten en medelijden des te aan
doenlijker.
Dr. M. OSBORN.
fJw adres voor JONGENS en MEISJES-
BOEEEN is
N. V. voorh. HERMS, COSTER ZOON,
Telef. No. 3.
XXXIV.
Wil men Indie dus leeren kennen, dan
moet ooik eens een boo-treis gemaakt worden
Nu beb i'k in mijji d-iensfctiiid de gelegenheid
g-ebad er meerdene te maken en de herinne-
ring daaraan is voor mij nog altijd van den
aangenaamsfcen aard. Niet dat die reizen
alle zoo aangenaam waren., maar d-e lezer
v/eet evemgeed a-ls ik, dat onaangename
er-
varingen na jaren wel eens in een ander licht
versehij-nen. M
en heeft iets beleefd en dat is
al voldoemde om met genoegen zij het
d an ook met sterk gemengd genoegen er
aan 'ter-ug te demken.
Van enikele dier reizen, alsmede van het
rbl-ij.f buiten Java (de buitenheziittingen
beette dat vroag-er) wil ik -thans iets mede-
d eel en. Het kian mede er foe hijdragen, dat
de lezer, die inuu. niet kerut, eeruige meeruere
bekendlbeid met dat schoone land krijigt.
Oeni 6den J-uTi 1860 zette ik voor het eerst
voet aan wal le Tandjong Priok. Na een
hotel opgezochit te 'hebhen, was het mijn
plicht me biji het Departement, waaronder ik
ressorteerd-e, aan te meld-en voor aankomst.
Dat deed men toen deftig, gekleed in de lan'-
ge jas.
De directeur, toenmaals de gewezen amb-
t-enaar -voor Chineesche Zaken, -die heer Giroe-
neveld, ontving mij zeer aardig en deelde me
nice, dat ik vermoedelij-k maar Pont fan ak zou
moot-en vertrek'ken.
Pontianak ligt op Borneo en in mijn Ne-
derl-an-dache ooren k'lon-k dat nu wel zoo'n
beetje of ik de Wild East ingestuur-d werd.
E'vemwel op zoo lets was ik nu eenmaa-1 ge-
huurd en een -amhtenaar gaat, waarheeni men
hem zendt Daar gaat niets van af. Dat -kan
men nu niet -aan -die ambtenaren zelf over-
1-iten, waar ze nu het liefst heengaan.
Tro-uwens de heer Groeneveld had- als
(duneesch folk zielf te Pontianak gewoond en
vertel'de me zeer veel goads van die plaats.
De man 'bleek gelijlk -te hebben. Ik heb het
daar goed gehad. Ik heb er goed gewoond in
het huis, waarin hij vroeger woonde. In mijn
tijd was bet wel wat aan het vervallen en
sch-een de zon hier en daar door de ret'en
naar binnen, maar dat is daar onder dlen
evenaar niet zoo beel. erg. En bo venal ik be-
taa-lde maar 30's maands, aan huisbuur
en dan kijkt mien niet zoo nauw naar hot
behang.
Wat de directeur vermoedde, bleek ook
al waarheid. Eienige dagen na -aankomst
kreeg ik het besluit van mijn plaatising te
Pontianak en de opdracht om met de boot
■an den 15den daarheen te vertrekk'en.
Veel dirukte was er aan dat vertrek niet
verbon-den. Ik had passage te nemen, op gou-
vernemienitskicsten natuurlijk -en -aan het Ja-
vaveem op te dragen de listen, welke ik daar
bad laten staan, in te laden in de boot van
deni 15-den. Dan bad ik me officieel voor
vertrek naar Pontianak te meld-en, bij welke
Voordam C 9. Alkmaar.
cen boot, die voor vertrek gereed gemaakt
v/ordt, geen damessalon, maar daanom te-
hoeven de hutten- en de eetsalon er nog niet
zoo intens vervuild uit te zien en behoeft ook
het geheele scbip niet van voor tot achter en
van boven tot beneden naar madiineolie te
iuiken.
Er was echter niets aan te doen. Een amh
tenaar heeft eerwoudi-g te gaan en daar er
naar eens in de maand een boot van Bata-
ia naar Borneo's Westkust voer, had ik geen
keuze en niets in te brengen. Den 1-5-den Juli
zou ik gelegienbeid krijgen het liedje te
z'-ingen:
Van-rommeldomduit
Ik zit in de schuit.
Mee moet ik varen.
Ik kan er niet uit.
Een plezierreis zou het niet worden, dat
togreep ik zeer goed, toen ik per trein van
I'riok -n-aar Batavia terug ging. Maar dat
ik zoo iets zou meemakem, als d-e lezer zal
opni'erken uit het volgende artikel, neen,
daarvan bad ik geen flauw vermoeden.
Pas geimporteerd uit Amsterdam dus uit
de beschaafde wereld om dergelijke ervarin-
gen op te doen in de oerwou-den van Bor
neo het verschil is wel groot en de reis zal
me nooit uit het geheugen gaan.
Arnibein. A. v. W.
gelegenbeid ik bp het departement door een
hoofdcomanisisaris geholpen werd bij het in-
vullen van mijn reisdeclaratie. Ik vyil niet
ver-zuim-en bier te vermelden., dat die hulp
beter achlerwege war-e gebleven, De beer
hoofidcommies vulde geheel verkieerd in en iik
rnoest te Pontianak een nieuwe declaratie op-
maken.
De bedbeling was echtei- goed en mijn
dank dus groot.
Een paar dagen voor den l'5den ging ik
eens naar Priok. Ik wilde toch de boot wel
eens zien.
De K-arang beette bet sch:ip -en ik zie
het nog levendig voo-r me. Want de indruk,
die het op mij, die pas ruim 43 dagen op een
mailbc-ot gezeten had, maakt-e, was icenivoudig
geweldig.
Geweldi'g van teleurstelling.
Men verget-e niet, dat het toen 1889 was
en de Konmklijfce Paketvaart M-aatschappij
of K. P. M. in den volksimond „iKomt Pas
Morgen" nog niet bestond,
De Amalia van de „Nederland"', waarmee
ik de reis naar Indie had gemaakt, was toen
de grootste b-oot der maatsehappij en reeds
voorzien v-a-n el-eotrisch- licht. Dc ligging en
de tafd waren er uitstekend. We hadden dus
oen aangename reis achter d'en rug en nu
waren we nieuwsgierig naar de volgende.
,De Kara-ng was een kleine stoomer, ook
geschikt voor de vaart op de riviieren van het
eilan-d Borneo. Dat de boot klein was, kon
me niet zooveel sch-elen. Ben kleine boot kan
zeer -goed zeewaardig zijn. De Kara-rig was
dan ook zeewaarid-g genoeg. Daar brak ik
me bet boof-d niet mee, al begreep ik heel
g'oed,^ da-t ze niet al te ruati-g op het water
zou liggen en biji de mimste golfbeweging zou
sl-'ingeren en st-ampen. Dat vermoeden werd
al dadelijfc bewaarheid toen we de reis had
den aangevangen en buiten de pieren kwa
men.
Het er-gste was echter, dat de zindelijk-
heid zooveel- te wenacheu overliet. Nu is
door
JET VAN STRIEN.
Als W'outertje het voor het zeggen had ge
had', zo-u hij ongetwijfeld een a-n-deren vader
hebben uitgekozen dan hem nu door het Lot
was toehedeeld. Maar Woutertje had -in deze
belangrijke aangelegenheid ganschelij-k geen
s:em gehad-. Hij ontm-oette zijn va-d-er toen
hij op het ondermaansche verscheen, als onbe-
perkt heerscher over zijn, Woutertje's leven-
tje, en had z-ich daarnaar te schi-kken.
Hij deed dat inderdaad, gedurende het eer
ste jaar van zijn bestaan, in een zalige onbe-
wustheid, die intusschen niet geheel vrij was
van revolutio-nnaire opwellingen.
Want onder de diverse verschillen van mee-
ning tusschen Woutertje en zijn vader be-
staande, was er een van zeer diepgaanden
aard. Het gold de beoordeeling van hun bei-
der buurvrouw: de jonge schilderes.
Met eenig opzet zweeg ik tot dusver van
Woutertje's moeder. Ze was er, maar men
b-emerkte weinig van haar. Het was Wouter
tje's vader, die zijn stempel -drufcte op het huis
en wat daarvan uit ging. En Woutertje's
moeder z-o-u rich wel ernstig gewach-t hebben
om in eenige zaak een ander oordfeel te heb-
?en dan haar echtvriend, tegen wien zij in ge-
stage vreeze op zag.
Men kan aanvoeren dat het versohil in
waardeering der buurvrouw-schi-lderes van
V/outertje en zijn vader zijn oorzaak kon vin-
-den in een verschil in leeftijd',. Woutertje telde
r am een jaar, zijn vader d-rie-en-dertig. Maar
zelfs dat heldert niet volled-ig o-p waaroin
V/outertje de schilderes aanba-d en zijn vader
haar verafschuwde.
Woutertje's geboortehu-is stond in een bu-i-
tonwijk der stad, waar men tuintjes voor de
huizen heeft. Kleine heesterhaagjes scheidden
die tuintjes en het was Woutertje's vreugde
daarovenheen te klauteren, waardoor hij- in
buurvrouw's tuintje belandde. Door 'n paar
schrille geluidjes wist hij dan de aandaebt
-der schideres tot zich te trekken en gewoon-lijlk
kwam er dan wel voor hem een koekje of cho-
colaad-je. Maar zijn adorafie vond ook in
meer geestelijke zaken haar gron-d. De schil
deres oefende een. groote aantrekki ngskracht
op hem uit. door de jo-li-ge spelletjes, die - ze
voor'm bedacht. Dan was er ook een vertel-
sel-tje dat ze hem uit-ten-treure m-oest her-
halen. Het was de ges-chiedenis van een sla-k,
-die in den regen uit wandelen ging. En nooit
sto-n-den Wuotertje's wa-terblauwe oogen hevi-
ger gesp-annen, dan wanneer het drama zijn
ontkno-op-ing na-derde en de slak ten laatste
vdst te ont-ko-men aan alle gevaren, die zijn
pad hadden bed-reigd.
Zwak klonk dan soms uit het huis de roe-
pen-de stem van Woutertje's moeder, maar
Woutertje veinsde niets te booren en bleef, to-t-
dat de schilderes hem over het haagje zette.
Zij de schilderes had een scherpe
tong, zeiden de menschen uit de buurt, maar
da-t nam niet weg dat er om haar opmerkin-
gen dikwij-ls gelachen werd, en meni-ge kwali-
ficatie van haar een gevleugel-d- woord werd
in de buurt. Toen zij uitgevonden had dat het
rnagere m-otorfietsje, waarmee Woutertje's va
der zich o-p zekeren dag had verrij-kt, veel weg
had van een koffiemolen, spichtig ding als
het was, stemden alle buurtkennissen, -lachend
in, en sindsdien beette het knetterende ding,
waarop Woutertje's vader in zijn vrije uren
de straat op en af vloog, met veel lawijt, niet
anders meer.
W-outertje's vader zou misschien een soli-
de vijandschap gerespecteerd hebben, maar
hij kon niet -tegen spot. Vand-aar zijn afkeer
voor de schilderes. Hij dboeg het onaangena
me gevoel mee dat ze 'm altijd uitlacht-e:
door de week, als hij met een sportieven pet
n-p haar huis voorbij rufte en's Zo-ndags, als
lij, in zijn 'beste costuum, met vrouw en W-ou-
fertje uit wandelen toog. Een spotzi-ek mensch
"laik naast de deur was een permanent gevaar
voor zijn pezag in huis en in de buurt. Wou
tertje's vader negeerde de schilderes, maar hij
vreesde haar.
Al deze maatschappelijke overwegingen,
echter, 1-ieten Woutertje ikoud. Hij was een
klein en leelijk maar kittig kereltje, wiens
broekje eeuwig afzakte en die zij-n witblonde
lwlletje bij voorkeui besmeerde met bet stof
uit den tuin der schilderes. Zij had schik in
zijn aanhankelijkheid, maar -rn-oedigde hem
niet aan. En trouw plantte ze hem met blik-
semsnelheid over de neg zoo spoedig zijn va-
d-er's ro-epende stem weerklonk: „Wou-ter.
Wou-terf'
Er was al-la aanleidicyj, vond Woutertje'*
mk togm da nehfldaM* em
menteerde rede te houden over het onderwerp
„Men moet geen kind1 aanhalen tegen den wil
zijner ouders."
Maar wanneer hij dat deed, zou hij zijn
principe om haar te negeeren, moeten verla
ten, en dit principe was hem zeer dierbaar.
Woutertje's vader zweeg dus, maar als, on
der zijn gestreng oog, zijn zoon en erfgenaam
opdoo-k uit den verboden tuin, kreeg hij ge-
(rouwelijk Happen, liefst z66, dat de schilde-
:es het zag. Het resuitaat was dan dat Wou
tertje momenteel een keel opzette en den vol
genden d'ag weer- over het haagje kroop.
De schilderes had graag een portretje ge
maakt van het kerdtje, maar de gelegenheid
cntbrak ook maar voor eenig poeeeren. De
oogenblikken, die de hummel stal om bij haar
te zijn, vulden zich snel met een vertelseltje,
<f 'n spelletje. De oude huishoudster,' die alle
rorgen van stoffelijken aard voor de schilde
res torste, was een nog fellere tegenstandster
van Woutertjes despotischen vader, die
haar mond de minvleiende benaming van
,,het levend stuk sjagrijn" had- gevonden. En
niemand snoof verachtelij'ker bij het passee-
ren van den koffiemolen dan zij-.
Op een mistigen herfstmorgen zat de schi-1-
ceres zeer vroeg redhtop in haar bed en re-
kende. Ze had in geen paar maanden iets
verkocht en de bodem van haar geld'kist kwam
tedenkelijk bloot.
Die ontdekking, den vorigen avond met
schrik gedaan, bad haar heel den nacht uit
de slaap gehouden en zoodra er wat daglicht
kwam, ging ze zitten cijferen. Maar de cij-
fers. met hun wonderbare logica, vertelden
slechts dat aanvulling dringend geboden was.
Ze zuchtte eens en schrapte in lhaar hoofd een
paar luxe postjes op haar begrooting. En
kroop weer on-der de dekens.
Op dat -oocenblik werd met eenige energie
op het raam geklopt. De schilderes rees, in
een mengeling van verbazing en angst, weer
overeind. Ze zag het boveneind van een stuk
hout, dat, aan de buitenzij het raam bedreig-
de. Sensati-oneele verhalen van -overva-llen
door eerlooze individuen op alleenwo-nend'e
vrouwen gepleegd, schoten door -haar brein.
Toen sprong ze kl-oek uit bed. Haar slaapka-
mer lag aan den tuinkant, parterre. Er wa
ren buren ter rechter- en ter linkerzij. Kom....
geen angst.
Ze staple naar het raam, waarvo-or nog
dreigend de stok heen en weer zwaaide. Ze
keek naar buiten en ze zag?
Ze zag Woutertje.
Woutertje in een groezelig hansopje, op
bloote poo-tjes, met een eind hout, dat hij fei-
telijik niet regeeren ko-n ,in zijn handjes. Nau-
welijks had hij haar gezien of hij liet met een
s-chrillen vreugdekreet den lat vallen en stak,
veriangend, zijn armpjes uit.
Ze deed wat iedere vrouw gedaan zou heb
ben, die in dikken herfstmist, heel vroeg op
den morgen, een klein kind in nachtgoed o-p
bloote voetjes voor haar raam ziet staan. Ze
maakte dat raam open en tilde Woutertje bin
nen. Hij spon van wel-behagen toen ze hem
naast zich in de warme dekens wikkelde.
„Maar Wouter, hoe kom je zoo vroeg a-1
biiten?"
„Uit bed gekruipt", was het antwoord.
„W-ou naar j-ou." Daarop stak Woutertje
een duim in zijn mo-nd en viel zwijgend in
zijn vorige verrukking terug.
De schilderes m-oest hem even knuffelen.
Maar toen hij daarna, in tegenstelling met
zij-n gewo-ne woeligheid, -innig -tevreden d-ood-
stil bleef liggen, kreeg ze een inval. Ze schoot
een peignoir aan en haald-e wat teekengerei
\X;oute-rtje keek zonder p-rotes-t toe. Hij po-
seerde voortreffelijk. Rap groeiden de lijnen
oo het papier en smo-lten, -tot een welgelijken-c
k.ndersnoetje ineen. Woutertje's avontuurlij-ke
lust loerde uit de mondhoekjes, en de klare
k nderoogen straalden in de zaligheid1
het oogenblik.
Dat is het beste werk wat ik in maanden
Nlmltu-Anfalm tffs mm
sdhuier, kleer- of haarborstel, plumaux, zeil-
en- 'haren stoffers, zeem-leer, borstelwerk.
Aanbevelend P. W. N. NAP, Boretelaa-
ker, Hekelstraat C 10.
TE KOOP een partij.tje EIKEN- en BER-
K-ENSTAM'MEN eni een gebruikte K-achel
net binnenemmer. Adres M. W. VAN GU-
I.IK, Studler v. Surcklaan 8, Bergen.
TE KOOP: 1 naehthok voor 12 ki
-wart langharig hondje 9 w. oud.
2 kippen, 1
J, 1 Etober-
mannen P. en 5 witte Leghorn hanen-.
Adres VE'RL. LA NOSTRA AT 37.
TIE KOOP AANGEiBODEN EEN -KLAP-
OAME'R A 9 X 12 met dxiepoot.
Adres Bureau van dit blaa.
TE KOOPEeni zoo goed als nieuwe
OVERJAS (middelmaat)6 Stoelen, en 1
Ligstoel. Adres Bureau van dit bl-ad.
AANGEIBODENPRIMA VIOOL met
toebeh. FNIDSDN 82.
TE^'KOO^^d1611 St3at zij'nde eenPaar|i* EG
J. GLAS, Basserwteg, Heerhugowaard.
TE KOOP een bekleede"rieten WIEG met
bijpassende Luiermand, alles in zeer -goed'en1
staat. Adres DIJKGRAAPSTRAAT 21.
BABYBAD. Te koop nieuw Baby-bad met
geyser op stelling, zwaar wit geentailleerd,
pnjs 30. N'lEIUWPOORTSL AAN 5.
TE KOOP een beste HANDHtARMONICA.
Te bevragen WEUL 14.
TE KOOP AANGE'BODEN een
gebru-ikt RIJSHOUT ook per 1000. bij
v. d. VE-LDE te Huiswaar-d bij- Alkmaar.
GRAMAPHOON TE KOOP.
LANiD'STRAAT 46.
GRAMAPHOON TE KOOP met onge-
v-eer HOO platen en -kast geheel of hij ire-
deelten. Adres SPOOR STRAAT 18.
OROEL. TE KOOP een prachtig ORG-EL
met doorl. harp, 18 registers -j- 4 spel eik-en
kast 360. Geh-eel v redesm-ateri a a 1 als
neuw. M. H. J. RIJNEVELD, Uithcorn.
TE KOOP voor jongens een VRACHT-
AUTO, electrisoh verlicht, -en een S'toommia-
chine, zoo goed als nieuw, mej, toebehooren.
Br. fr. bur. v. d. blad onder no. P 869.
'E KOOP een prachtig gekleedi COSTUUM
slechts enkele keeren gedragen. Te bevragen
G. v. ZUUK, Tu-instraat 57
TE KOOP AANGEiBODEN' PRAOHT-
WIEG en LUIERMANDTAFF.L. beide in
un-tstekenden- staat. Adres: CR'EFElLD, Kwee-
renpad 17 bij- het badhuis.
FIETS. Een sotide HiEERlENFIETS
KOO-P. Prima banden.
Adres LAAT 147.
TE KOOP: Een KINDERWAGEN.
Te bevragen Lindelaan 111.
TE
bel
gemaakt heb, dacht in plotsoplaaiende vreugc
de sch-ilderes en kuste kleinen Wouter op zijn
rez-ige gezichtje. 1 ij sloeg zijn armpjes am
haar ha-ls, zuchtend van genot.
„Vin' jou zoo -lief."
Onomwondener en spontaner declaratie
had de schilderes nooit gehad.
De huishoudster kwam in de -keuken thee-
zetten.
„Waarschuw Woutertje's moeder even dat
de j-ongen hier is", zei tot haar groote verba-
z.ng haar jonge meesteres, „Hij stond no-ta-
bene in z'n nachtgoed voor m'n raam. Ik heb
'in geteekend-. Geef me wat warme melk voor
'm mee. Zoo."
Tien minuten later daverde een felle
door het huis. In de ruimte der haastig ge-
opende deur stond met von-kenschietende
opgen Woutertje's vader. „Zijn k-in-d", eisch-te
hij. „Overal hebben we den -kwajongen ge-
zocht, zoo'n rakker
De schilderes kwam naar voren.
„Sla'm niet", smeekte ze.
Woutertje's vader brak zijn principe van
hooghartig zwijgen. „Dat zal toch zel-er aan
m ij staan, mejuffrouw? Het is m ij n kind en
i k voed hem op. Hoe u'm nu weer hier heen-
gelo-kt hebtik weet het niet. Maa-r wed-er-
rechtelijk is het. En ik zal te bevoegder plaats
inf-ormeeren wat me te doen staat."
„Dat moet u doenDe schilderes laChte
in eens jolig, hardo-p. „Kom Wouter, daar is
vader."
Hij -kroop in't uiterste hoekie van het bed,
schreeuwend en spartelend. „Wil niet, wil niet,
wil hier b-lijven." Maar het was vergeefs!
Zelfs zijn aangebedene leverde hem zonder
neer aan den vijan-d uit. Het verwijt hiervoor
ston-d duidelijk in zijn blauwe oogen te 1-ezen.
Hui-lend werd hij door zijn vader weggedra-
gen. Hij voel-de zich verraden en verkocht.
Dien dag werkte de schilderes Woutertje's
portret uit en bracht het weg. Ze had er een
zeldzaam geluk mee, want de kunsthandel,
waar ze exposeerde, verkocht het onmiddellijk
ran een lijvig O.-W'er, die een hyper-moderne
kinderkamer wenschte in zijn vorstelijke vil
la voor zijn toekomstig kroost en die Wouter
tje's gelukzalig snoetje da-delijk hebben wilde
cm den muur te behangen.
En hij betaalde royaal.
(Been dlenstaanbiedlngen.)
Jb. HARTLAND, Koningsweg B 69,
Handel in 2e handsch Kinderwagens, Sport-
karren, Ledikanten, Bedden, enz. KONINGS
WEG B 69 naast Klaa# Verwer
Pracht 2de handsch SOLDATENSCHOEN
met nieuwe zoolen en hakken vanrf
2,50 pcr paar. Geruite KAMEELHAREN
GESPSCHOENEN met ieeren zoolen 2 50
Alteon bij D. MULDER, Laat No. 32, (bo-
vrnhuis).
Gen 200 Foed a'^s nieuwe M AN-
DO'LINE. Aan h-etz-elfde adres twee jonge
HE RDERSHONiDEN te koop.
Adres J. ,M. BAKKE-R, Sto-mpetoren.
TE KOOP EEN HTjERENRIJ'WIEL"
WASOHiMAGHUNE en MANGEL
SPOOiRSTRAAT 7.
TE KOOP een- nieuw Engelsch Heeren-
rijwiel met prima banden, en kettingkast (1
jaar garantie) tegen zeer lageni prijs, m-ooi
Si:. N-icolaas cad-eau.
LUTTI'K-OUDORP 33, Bovenhuis.
DE NOOD IN RUSLAND.
Nansen is te Warschau aangekomen, waar
h-j een langdurig onderhoud had met de le-
d;n van het Poolsche comite tot het verlee-
n;n van hulp aan de hongerende Russische
bevolking. Nansen acht het mogelijk met de
Sovjet-regcering samen te werken, nadat deze
v-irklaard heeft alle voorwaarden in te willi-
:r} welke haar zijn gesteld. Van Warschau
z al Nansen zich eerst naar Moskou begeven
e:i vervolgens naar Saratof.
BETOOGING MET TRAGISCHIEN AF-
LOO-P.
'Bij' een befooging van tuberculeuze oud1-
strijders, die hun eischen aan het parlement
k<n!baar_ wildfen maken, werd- hei cordon der
lr.antcrie voor Mion-teci-torio door de betoo-
gers doorbroken. Zij- werden ten- slofte terug-
gudreven door een charge dter cavalerie. Vol-
g.ms de ..Tribuima" werden 19 personen licht
gcwondl 'De afgevaardigde Gravina werd ech-
fr zwaar gewond-.
ERNSTIGE BiESC ULDIGINGEN TE
GEN EIEN MINISTER.
Tegen- den Brunswijkschen minister van
o l-derwijs, Sepp Oerter, zijn, naar aan-leiding
van. een verkiezingsrede, die hij in Blanken-
burg in den Harz had gehouden, door den
p jycholoog Otto zeer zware beschuldi-gingen
geui-t. Aan Otto is eenige maanden gel-eden
door het -Brunswij'ksche m-inisierie van onder-
wijs de professo-rslitel verleend en- kort daar
na weder afgenomen.
Reeds .tijdens de redevoering van Oerter
kwam- hem to.t een- tum-ult, toen de minister
van hertog Ernst August' van Brunswijk be-
veerde dla-t deze Brunswijk 250 millioen
n ark lichter wenschte te maken om zijn luie
even te kunineni voortzet ten.
Nla de rede van den minisler nam profes
sor Otto het woord. Hij- verfelde de vergade-
ring, op welke wijze en- waarom hem het pro-
cssoraat was verleend- en weer was ontn-o-
m.en. T oen hij nog op goeden voet met den
minister stond, had' deze hem in Augustus
aangeboden hem- voor een paar honderd
pond sterling als leidr van een psychothera-
peutische school naar Eingeland te willen
vergezellen.
Otto heeft den minister ook 20.000 mark
geleend, die hij nog n-iet heeft teru-gontvan-
ten. Nadat aan Otto door een besluit van
ist kahiaat da prelessorstitel read* laa^f weer
r1!/OOt« AM 1 f 1