Alkmaarsche Courant
Voor m|| alleen.
Inlqving der licMing!922
Hondard Dria en Twintlgste Jaargang.
Woensdag 5 December.
F e n i 11 e t o n.
Brieren nit Weenen.
tfo. 287. I92L
UITSTEL VAN EERSTE-OEFENING,
ENZOOVOORT.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt het navolgende iter kennis van be-
langhebbenden
Krachtens artikel 72, vijfdte lid, der Mili
tiewet is bij1 Koninklijk besluit van 25 No
vember 1921, no. 78, bepaald. dat de inlif
ving van de dienstplichtigen der militielich-
ting van 1922, bestemd voor het eerste ge
deelte van de infanterie, de pontonniers en
de genietroepen (met uitzondering van hen-,
die bestemd zijn voor opleiding tot milicien-
telegrafist of -telephonist), geschiedt in de
maand MAART 1922.
De meer begrensde tijdvakken, waarin de
inlijving van vorenbedoelde categorieen van
dienstplichtigen zal plaats hebben, worden
nader bekend gemaakt
Mede in verband met het vorenstaande
moet ten aanzien. van dienstplichtigen van
vorige lichtingen, die uitstel of veflenging
van uitstel van eerste oefening hebben tot
het tijdvak, waarin moeten worden ingelijfd
die dienstplichtigen der lichting van 1922,
toegewezen aan
a. de infanterie (daaronder begrepeni de
Grenadiers en Jagers) le gedeelte.
b. de infanterie (daaronder begrepen de
Grenadiers en Jagers) 2e gedeelte.
c. de compagnieen wielrijders, le» gedeelte.
d. de compagnieen wielrijders, 2e gedeelte.
e. de pontonniers, le-gedeelte.
f. de pontonniers, 2e gedeelte.
g. de compagnieen hospitaalsol daten (zle-
kenverplegers en ziekeadragers) le ge-
dbel to.
h. het regiment genietroepen (planters, lijn-
werkers, verlichtingstroepen) le gedeelte.
i. het regiment genietroepen (pioniers, lijn-
werkers, verlichtingstroepen) 2e gedeelte.
j. de torpedisten, le gedeelte.
L de vesting-artillerie, le gedeelte.
1. het korps Pan tserfort-Artillerie, le ge
deelte.
m. (de le Lichte Houwitser-Afdbelimg)
(de lie Lichte Houwitser-Afdeeling) (be-
redenen).
(die le Zware Houwitser-Afdeel'ing)
(1.2. II—3e Regiment Vesting-Artillerie)
le gedeelte.
n. fde le Lichte Mouwitser-Afdeeling)
(de lie Lichte Mouwitser-Afdeeling) (oi>
beredenen).
(de le Zware Mouwitser-Afdeeling)
(1.2. II3e Regiment Vesting-Artillerie)
le gedeelte,
dit uitstel of deze verlenging van uitstel ge-
acht worden te zijn verieend:
voor de groepen g, j, k, I, m, tot 1 MAART
1922 en voor de groepen a, b, c, d, e, f, fa I,
en n tot Id MAART 1922.
Voor dienstplichtigen van oudere lichtin
gen dan van 1921, behoorende tot een der
categorieen, hiervoren gemoemd onder g, h.
i, m, en n, in wier besdhikkingen betreffende
verlenging van verieend uitstel van eerste
oefening niet is gesproken onderscheidenlijk
van „ziekenverplegers en ziekerid'ragers
van pioniers, ilijnwerkers en verlichtings
troepen" en van „onberedenen en beredenen",
moet deze verlenging geacht worden te zijn
verieend tot den datum, hiervoren voor een
dezer categorieen bepaald.
Aan de bij deze aangelegenheid betrok-
ken dienstplichtigen zal onverwijld een nieu-
we verlofpas worden gezonden, waarbij Ihun
verlof wordt verieend tot dien voor hen be-
stemden datum.
Dienstplichtigen van1 vorige lichtingen, be
hoorende tot een der hiervoren onder a
tot en met n genoemde wapens, korpsen en
korpsonderdbeien, wier tijdelijk verleende vrijL
stelling van mi'litiedienst vers'trijkt
voor g, j, k, learn vdor of op 4 MAART
J 922 en
voor a, b, c, d, e, f, h, i, en n v66r of op 19
MAART 1922,
en die nog niet voor eerste-oefenihg onlder
de wapenen zijn geweest, begint ongeacht
Door Andre Corthis.
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
33)
tlfc hielidl oiiji diet bezig met de vraag wat
er in dien1 brief zou staan en ilk vroeg mij-
zdf 00k. niet af: „Wiat zail hij, mij zeggen,
wanneer hij hem gelezen heeft maar al
leen: „Hioe lang zal dat wachten nog d'u-
rem? En de spanning werd met ieder
uur igrooter. Drienxaal ging hij, dien mor-
gten^ naar beneden omi te zien- of dfe brieven-
besteller mets had gebracht en dlriemiaal
ging 0 0k ik naar beneden: Wanneer een van
ons beidlen weer boven ikwianii, vroeg de andier
met een1 enkel woord
>,iN8efs
Wij noemldien' deni brief niet eens. Geen
van beidten zou hebben wiilen zeggen, wat
hij! verwadutite, dat die brief hem brengen
2011. All1 onze bewegingen getuigden' van on-
geduldl en wij deden; ons best kinderachtig
bijha om de reden van dat ongedluld te ver-
bergen
Tegern .dien middagt verkl'aarde Fabien:
„Ik ga vandaag niet nit. Ik ben- wat moe
Er waren nog drie bestellinigen1 v66r den
avondl. Met een van die kwamen nxeestal de
brieven van Guicharde en ik begreep best,
waarom hij niet van1' huis wilde gaan
Intusscheni begonnen mdjn oogen te dwalen
naar tot kleine penduile, die op den breeden
grijis miarmieren schoorsteenmantel stond,
en za beken tovenal naar £en uur tusschen
dl die andere, het uur. zoo nabiji reedS, waar-
0 ik vandaag Philippe Fabrejol zou ont-
oeten in tot museum: Cailvet.
„En jjj," vervol^e Fabien, en nog eens
^Jate tk duidalijk hoeawer tnijn te®aruwo«r-
M* lfdhttHigsgwfee^s, wwartoa rif behoonro
die oefening ondersdieidenlijk in het tijdvak
van 1—5 MAART en 16—20 MAART
1922. Hebben deze dienstplichtigen echter
reeds een gedeelte van hun eerste-oefening
volbracht, dan komen zij zooveel later onder
de wapenen dan de dnur bedraagt van den
tijd, gedurende welken zij reeds m werkelij-
ken dienst zijn geweest.
Voor dienstplichtigen van vorige lichtin-
en, behoorende tet een der hiervoren onder
1 tot en met n genoemde wapens, korpsen en
korpsonderdeelen, die krachtens art. 75 der
Militiewet hetzij zijn ingelijfd1 en zich inge-
volge het derde lid van dit artikel met verlof
ivinden, hetzijvoor g, j, k, I en m vddr
6 MAART en voor a, b, c, d, e, f, h, i en rt
voor 21 MAART 1922 nog worden inge-
liifd, wordt de voor de eerste-oefening vast-
gastelde duur berekend van het tijdvak .van
15 MAART 1922 af voor eerstbedoelden
e x van dat van 1620 MAART 1922 af
voor laatstbedoelden.
Ten aanzien van de overige categorieen:
van dienstplichtigen van vorige lichtingen-,
aan wie hetzij uitstel van eerste-oefening, het
zij tijdelijke vrijstelling is verieend, of die
krachtens art. 75 der Militiewet zijn of wor
den ingelijfd, en in 1922 onder de wapenen
moeten komen, zullen vanwege het D. v. O.
nadere bevelen worden gegeven.
Alkmaar, den 5 December 1921.
De Burgemeester voornoemd
W. C. WENDELAAR.
1 December 1921.
In een en hetzelfde nummer van een dter
V eensche bladen vind ik tot bericht, dat een
I lofrafzich wegens den druk der tijden
heeft doodgeschoten. en de medledeeling, dat
een andere „Hofraf' wegens bedriegelijke
handelingen met waardepapieren in heclite-
nis is genomen en zijn zaak naar de recht-
bank is verwezen. Niets is in staat dan on-
toudbaren toestand, waarin de Weenscto
m ddenstand zich bevindt, beter in't licht te
stellen, dan deze beide kleine krantenberich-
tea, die in haar kortheid een ontzettende
m -nschelijke tragedie bevatten.
Wat beduidde voor den oorlog de titel van
K<-i ze r 1 ijlc-k onir 1 k 1 ij ken „Hofrat". Hij was het
dxaal van talloos vele ambtenaren; hij be
ta kende rang, macht, aanzien en groot inko-
mcn; liij was de ondersctieiding voor be-
roemda geleerden en verdieiistelijke arisen;
hij was de wegbereider voor het ambt van
minister of voor een zetel in de academic van
wetenschappen.
En nu strijdt de oudere staatsambteuaar,
strijdt de „Hofrat" een zoo wanhopigen
strijd om het bestaan, dat feiten als de boven
meegedeelde mogelijk zijn, waarvan het be
kend worden den donkeren sluier wegrufct,
waarachter in Weenen sederi een paar jaar
dagelijks het drama van den middenstand
wordt afgespeeld.
De meeste leden der oudere generatie met
vast inkomen lijdcn met een bewonderens-
waardlge standvastigheid:, die zich niet laat
ne :rsl;ian en blijven in hun ellende oOk dat,
wat zij eens in dagen van geluk waren: op-
rechte, eerlijke mannen, die het harde leven
inoedig onder de oogen zien. Nu en dan is
er onder hen een, die niet sterk genoeg is; die
door den angst en de wanixoop te sterk wordt
aangegrepen. En dan fcnalt op^een gegeven
nacht in deze of gene donkere en koude ka-
mer der groote stad een schot. En een hoogst
enkele maal komt tot voor, dat een ambte-
naar zich] overgeefit aan een gewetenldozen
geldmaker, die hem weet te verleiiden en om
te koopen dlat hij! voor een belachelijk ikl'ei-
ne som, die hem echter in zijn ellendig be
staan en zijn drukkendie benauwdheid groot
schijnt, zijn naam, zijn positie, zijn toekomst
pr:js geeft, niet om een rijk man te worden,
maar alleen om dan tocli eens voor een enke-
len keer een goed maal te hebben of om een
rieuw costuum te koopen, dat hij zoo hard1
I'codig heeft.
De jongere ambtenaren zijh er alleen daar-
orn al beter aan toe, omdat zij geen vergelij1-
king kunnen maken met hetgeen vroeger was,
en omdat zij over meer werkkracht beschik-
ken, l'eniger en wijler van vooroord'eelen zij'n,
en daarom in bijbetrekkingen in de avond-
i reri meer verdienen dan de slecht betaalde
dagelijfcsche arbeid him oplevert. Deze bra
ve, krachtige jongelui werlcen de heele week
door tot laat in den nacht, maar Zaterdags
di. heid en1 mijn steum hem ee;i beboefte wa
rm, gewordim, ,,ga jij nit? Ik won... Ik zou
het prettiig vinden, als je bij! mij thuis bleef."
Ik geloof dat hij angst had alleen thuis te
zijn, wanneer die brief kwain. Mij wias er bang
voor. Zijn oogen /tidfen he: cluidelijk En
weer voelMe ik al zi-'c smart tegen mij aan
sidderen. Eii ik wist dat net oogenblik gekc-
men was om tc zeggen„Vertel m ij a lies wat
jc lleedl dloet. Ik zail het met je dlragan." Maar
daa zag ik weer die cij.fertjes op de pendule
ilk zag dat eene cijfertje. En dan bleef
er van at die gedtacbten slechts deze over:
„lk mioet me gaan ldaarmakenhet
moet'Ik fcaiQ hem niet laten1 wachten
Jk stond op. Maar misschien was het nog
te vroeg, en ik ging weer ziften op een ae-
deren stoel b'iji het raam en zei: „Ik kan nog
een1 kwartier bijl je blijven,Dian moet
ik nit vast en zeker om een paar
boodtobappen te doen..."
ittiji vroeg:
,,Wiat voor boodlschappen'?"
Maar ik vergat hem te antwoordlen en hij
vroeg niet verdier. HHjl durfdie niet aamdrin-
genhiji durfde niet at te duidelijk laten blij-
keaii, dlat hij1 bang was om alleen te zijin op
dat oogenblik. Miaar toch1 zed' hij nu vijf mir
nufcen:
,,Gia dan liever diadelijk Dan ben je eer-
der terug. Dat vind ik prettiger."
Ik gehoorziaamdfe hem. Ik deed aides werk-
thigdijfc, ik wist zeker al, dat hij1 aides wat
besloten zou worden, mijn zwiafcke wil niet
veel zou uiitrichiten.
..Dte rue .jtoseph Vernet, met dte tuinen en' de
oude huizen, het hek, het museum, de opzich-
ter, die vriendelijk glimlacht, wanneer hij mij
herkent en die vraagt of ik niet zielc zal! wor-
den zooiails laatst, omdat Ik zoo bl'eek zie. Dat
'aides is vandaag misschien1 werkedijkheid, en
misschien ben ik nog in mijn tnin en verbedd
ik' mijl dat allies. Daar is die trap, die ik op
moet. Baar is da earate zaali, waar niBtaandl
am 2 avr luggm Si fcul warif onhanrospsflfk
neer en duizenden van hen ijlen naar het sta
tion, waar zij1 al dringend1 misschien een
plaats veroveren in de niet zeer zindelijke, te
laat aangekomen en nog veel meer te laat
^•ertrekkende treinen in een te enge ruimte
staan zij opeengepakt of zij bezetten de tre-
den- in do daken der wagens, zelfs de buffers,
en laten zich, ondanks dat alles, zingend en
scherisend1 naar buiten voeren, naar de heer-
lijke omstreken van de stad. Daar doen zij
tergtochten, in den zomer met den alpen-
stok, in den winter met de ski; zij overnach-
ten in t hooi of in zeer bescheiden logemen-
ten, want zij vermijden de dure hotels, ne-
men in den rugzak mee, wat zij noodig heb
ben, houden hun maaltijden in de open
lucht en keeren Zondagsavonds laat terug,
met alpenbloemen getooid, lichamelijk en
geestelijk gesterkt voor het werk van de vol-
gende week in de stad, die weer zes dagen
hen gevangen houdt.
Wie in de vier eindelooa schijnende oor-
logsjaren die spoortreinen zag, waarin nau-'
welijks een enkel burger, maar louter mili-
tairen zaten; die treinen, welke de soldaten
naar het front, naar den slag, naar de voor-
posten, naar den dood1 voerden; the treinen,
waarover een grauwe schaduw van beang-
stigende en wanhopige troosteloostoid lag
en die door weenende vrouwen met witte doe-
ken iin de krampachtig gesloten handen wer-
den nagewuifd wie die treinen zag afrij-
den en nu op Zaterdagmiddag de jonge men-
schen ziet, hoe zij met lactonde oogen, met
een of ander muziekinstrument in de coupe's
trekken om naar de bergen van den omtrek
te gaan en er te genieten met voile teugen,
die vergeet de ellende van Weenen en den
nood van Oostenrijk voor een'oogenblik en
denfct d'ankbaar maar aan een ding: dai de
oorlog voorbij is.
Het natuurgenot lag den Weener altijdi
boog en reeds v66r den oorlog trokken velen
op Zondag uit. Maar zoo groot als nu was
hun aantal nooit. In dien trek naar de nar
tuur, in dien lust tot wandeltochtea en voet-
reizen ligt een kiem voor de latere gezond-
heid van Oostenrijk; die belooft den terug-
keer van gelukkiger levensverhoudingen. 'De
jonge Weeners vermijden hoe langer hoe
meer de kostbare en verslappende Zondags-
uilspattingen der groote stad en zoeken in de
bergen niet alleen krachtige, stalende bewe-
ging voor het lichaam, zuivere frissche lucht
voor de longen, maar 00k bevrijdiug van
geest en ziel. En waarlijk, hij, die Zondags
van een bergtop in het verre verschiet heeft
gezien, die onder dennen in het mos heeft
ge eger en de belletjes van grazende kudden
heeft hooren fclingelen, die gaat met heel an
dere gevoelens weer aan hd: zware dagwerk
dan die anderen, die den Zondagmiddag in
de bioscoop, in het'eafe, in een „bar" of in
een sleCbtere omgeving heeft doorgebradit.
De sterkst gevulde treinen rijdien op de
Zondagnamiddagen van het Zuiderstation
af. Dat is de lijn, waarmee men in vredes-
tijd in een nacht naar Venetie kwam, naar
Bozen of naar Meran, naar de Dolomieten
of naar het Gardameer. Onze tegenwoordige
uitgaanders zoeken het niet zoo ver. Na .twee
uur sporen, voorbij de wijnbergen van Ba
den), waar Beethoven zijn Elroica en de Pas
torate schicp, ver laten velen te Reictonau
den trein, wandelen voorbij het kasteel Wari-
holz, waar Keizer Karl bijna zoolang woon-
de als hij! regeerdle, en bestijgen dlan' den
„Schneeberg" of den „Rax". Op deze beide
bergen, waarvan de eene 1300 en de andiere
2000 Meter hoog is, leiden ontelbare wegen,
de eene moeiijker d'an de andere, van den
goedverzorgden wandelweg naar den moei-
lij'k te beklimmen „Kletlersteig". Menig
jonge Weener heeft op de gevaarlijke punten
van den weg, die over rofsen en steile wan-
den voert, den dood in den afgrond gevon-
den.. Daarboven echter strekken zich uren ver
bei-gweiden uit, waarop hier en daar een en
kele boom staat, dte tegen de kou gehard is,
maar waar vereter de alpenroos, het edelweis
en andere kleurige bloemen tusschen tot kor-
te dichte gras en tegen de rotsen groeien en
bloeien.
Andere natunrvrienden, meestal de meer
gegoede, rijden nog een uur venter, tot op
den' Semmering, waar tusschen de bergen
met een toerlijk vergezicht grootsche hotel-
paleizen staan en waar in den winter de
groote Bob- en Ski-wedstrijden worden ge-
houden, waar echter 00k ae bals druk be-
zocht worden.
is, en dlaar de itweedle en de derde. Philippe
is zeker dlaartoeni gegaao, omldiat we er rus-
tiger kunnen zijh. Tk aarzel even voor ik die
derde zaal' binnen ga. Ik kijfc naar een kleine
steenen mom' uit de veertiende eeuw, vol-
gens tot opschrift d!ie geknlelidl ligt in de
zware plioo'iienl van hiaar sTuier, een raadsel-
achtige iglimlach van extase ligt op dat ge-
laat met njlie gesloten oogen. En eindelijk
neern ik mijn besluit, bijha kalta.
Philippe Fabrjol was er niet. Maar op
dat oogenblik hoorde ik de plek van Saimt'-
Agri'OO'l! kwart voor vier slaan. Fabien had
mij gedwomgem te vroeg op weg te gaan of
ik had te vluig geloopen en Philippe kon er
nog niet geweest: zijh. 'Hiet verwoirderde mij1
d:us niet Maar ik dacht er alleen aan,
daJ> in de heerlijke voorstellingen, die ik mij
ailffijld van dit oogenblik gemaakt had, hij
het steedlsi was geweest, die mij tegemoet
kwaiml
Ik ging dbs zitten en wachitte; op die zelf-
de bank van oudl glainzend tout, waar ik
ien dlag zoo lang geblteven was. Dezelfde ge-
zichiteni kelien. mij: aan.1. Ein dezelfde geda.ch-
teo, geloof ik, die ik toen had: gedroomd,
kwamen weer In miji op. Ik zag ze nog altijdi
niet goed' en ik wist niet hoe ze eigemlijk wa
ren. M'aar inplaats van ze tijdelijk te onder-
gaam, had1 'ik vandlaag den indruk, diat ik mij
eriegen verdedigen wilde. Ik zat met dte han
den om mijn knie gevouwen en: keek nu en
dan naar tot blauwe gewaad van een heili-
ge of db donkere boomen van een landschiap,
of 00k wel gewoonweg naar den1 glimimen-
dbni parkeMioer en ik geloof wel, dat ik eem
toonheeld scheen' vain een vreedzaam, gedul-
dlig wachtende. En tochi had ik het gevoej,
dat ik miji verdbdigdle, dat ik worsteldte, dat
ilk eindblijk verpletterd1 werd1 en dat die on-
dieii-weirping eem smairtelijlk em todi heerilijik 'ge
luk bradut.
iDat alltes schmii mijl een eindblooze tijd
te duren en) toch kon het maar heel lcort zijn
SMWOMt, wank de kk& van Saint A^io-yl had
Entente rtagm gpalndtet nonet Ik voor jwi"
ken wat verder dan Baden en Reichenau,
over den Semmering, die onder zware sneeuw
begraven lag, waarboven de honderiten
lichtjes der hotelvensters schitterden, naar
Graz, de hoofdstad van het groene Stier-
marken, die nu met haar 200.000 inwoners
de op ben na grootste stad van het nieuwe
Oostenrijk is geworden. In deze stille stadi,
arm aan Industrie, ingesloten tusschen de
bergen, reiken de groote tuinen tot in het
centrum en midden daaruit stijgt de 130 Me
ter hooge rotsachtige Schlossberg omhoog
met zijn twee overoude vestingtorens.
Graz heeft twee schouwburgen, maar de
prijzen der plaatsen zijn hoog en de directie
z et zich gedwongen, ten einde het deficit
niet al te zeer te doen toenemen, populaire
s! ukken te geven, op hoop van een vol huis.
Het gevolg is, dat de kleine, maar keurige
opera, dte alleen door werkelijk kunstlieven-
den bezocht werd, maar wien de toegangs-
prijs nu te hoog is geworden, verlaiten stond.
Toen kwam een kleine schaar van vrouwen
en mannen op het vermetele, maar zooals
spoedig bleek, gelukkige denkbeeld om een
poppenspel te organiseeitep en zoo in een een-
voudiger omgeving en met beperkter midde-
leri toch re operette te redden. Een oude zaal
was spoedig gevonden, tot kleine tooneel dra
in orde en nu zweven alle avonden over de
planken, die de wereld voorstellen, kunstig
bewerkte marionetten', dte met groote handiig-
heidl door een samengestelcf mechanisme to-
wogen worden. Achter het tooneel vervult
een jong kunstenaar aan de piano de rol van
het orkest en jonge zangers en zangeressen
zingen hun partij met een ijver en toewij-
din'g, met goed geschoolde muzi'kaliteit, die
elke werkelijke opera eer zou aandoen. iHet
publiek, dat avond aan avond' de zaal vult,
is dankbaar en tot teejuichen bereid, omdat
hier voor weinig geld weliswaar eigenaardir
ge maar toch werkelijke kunst wordt aange-
boden. Het is dan 00k inderdaad' ieta koste-
lijla, dat poppenspel. Ik hoorde het kleine
zangspel „Bastien en Bastienne" van Mo
zart en de opera-bouffe „La ferma padro-
na" (dte meid als meesteres) van Pergolese.
De uitvoering is verrassend moot, want de
miziek blijft veel meer dan op het werkelijke
tooneel de hoofdzaak en de beweegbare pop-
pen doen weinig meer dan op haar wijze
accompagneeren,' wat toch soms meer indruk
maakt, cLan het acteeren dter levende kupste-
naars. De ernstige figuren' nemen de voor de
muziek passende houding aan en men kan ze,
laten doen, wat men wil om den indruk van
de muziek te verhoogen.
De moeilijke tijden, die Oostenrijk nu door-
leeft, en die zooveel dat voor dte cultuur van
groote waardte was heeft bedolven onder het
puin van hetgeen eens was, brengt toch nu
en dan dingen voort, die zijn als teedere jon
ge bloesems aan een dorren boom en dte hoop
geven, dat deze boom eenmaal, als de staf
van Tannhauser, weer met frisch groen zal
bedtekt zijn. Die nog zeldzame jonge bloe
sems als het eerste voorteeken van betere tij
den te begroeten, is de plicht van elkeni Oos-
tenrijker, die het hoofd1 niet wil laten zakken
en aan een betere toekomst voor zijn vadter-
land gelooft.
iDe afkeer van het verslappend genot der
groote stad en de terugkeer tot de natuur, het
gtevoel van waardeering voor dte fijne kunst,
die een op zich zelf hoogst bescheiden ma-
rionettenspel verschaft, omdat de toegangs-
prijzen voor operettas en variety's te hoog
zijh, dat zijn sprekende bewijzen, dat alle
ellende en vernedering den echten kern van
den Du i tseh Oosten rij ksehen geest niet kon
dooden en het geeft gegronde hoop, dat wij
eens weder zullen opstaan uit die vernede!-
ring.
Dr. E.
Proylnciaal Nieuws
UIT OTERLEEK
'i Was wear een1 heertijk fteest voor dte
sotodkindiereni dbzeni Sinterkliaasmorgen.
Zw,arte P'iet had, daartoe aangezocht door
de onderwijzers ien! eenige medeburgers niet
vergaten in den nacht een viertal doozen met
„lefkkers" te verstoppen, die maar aanwij-
zin'g van door hem geschrevetn rijmpjes war
den opgespoord en eindelijk onder luid
hoera! warden gevondlen. Eerlijk werd allies
gedeeldi. De grootste pessimist, de meest
nurksche Nurlos zou, als hij1 biji zoo'n too-
neeiltje tegenwoordlig mocht zijin, de omder-
nauwelijk® vier uur geslagan of Phitippe
Fabrejol! verscheen op den drempel van db
deur. 'Hiji kwam met Snellen stap naar mij,
toe en1 dirukte mijin hiand op zijin stevige, faar-
telijfce manier; zonder zich te verwonderem,
dat hiji miji dhar zag of mij te bedamken, dat
ik gekomen was, ging 'hij1 naast mij! Zitten.
Men groote vreugdie verhelderde zijh knap
geliaafc eni na de paar eerste bamaile woorden
bleef hlij! zwijgen, omdat hij1 die vreugde hiet
durfde uiten em hij die 00k niet zou hebheni
dhrvem verbergen. Ik zweeg 00k .Wij: kckem'
elkander diet aan. En in dat zwijgen' zag
ik nog eens een1 laatstem keer tot Pa-
viljoeni van 'Koningim Jeanne met die ver-
werkendle rozen op de maimeren bank, tot
gelukkige huis
Ilk zag weer db kamer in ons huis in de
rue des Trois Faucons eni de spiegels im dbn
tuin.
En ik voelde rnog eens, een laatstem keer,
die moigelijikhieid, die verblinding, die tril-
ling van vreugde
Miindieltijiki mam Phitippe mijn' hand en
drikte die tegen zich aam, zoodat ik mijin ge-
zicht wel naar hem toe moesit wenden:
,Bnvroeg hiji
.Weill ik had het u laatst al gezegd'
en en nu bem iilc gekomen om het u nog eens
te zeggen."
Ik voelde even eem schoik in de hand, die
de mijlne vasthieldl.
)rZeg dlat nog eens, wil je?"
Ik zweeg.
Je tobt mijl laatst igezegd1?
Nog zweeg ik.
,,Je diurft niet cpenhartig ite zijin. Waar
om? Ik moet mu vertrekiken, is het niet?"
Mij1 hield! mijn hand nog een- oogenblik
vast em iliet d;ie to'en1 langzaam gaan.
„Waarom?"
,,'Htet mioet."
„Waarom?vroeg hij weer. Kun
nen we dam geen vrienden zijinen be
ter dlam1 dat? Iederem keer, dat ik je gezien
dsdht iilidlat mijini woax miiat
(WHfjBes*, dB* fn dtess bwbBwu Swifa
dlagen, het leven1 dter Meiaem met weinig op-
offering kunnen en mogen opvroolijken. Al
tai al bijl tot zien; hoe echt ki'ndterlijk op-
recht zelfs de klteinten van 6 tot 9 jaar de
grootste en de overschietende stukken bij: de
verdbeling itoewijzen aan' die kleimtjes, dte
zwaksten en de minstbedeelden.
UIT IKjOMlDIJtK.
IDinsdlagmiorgem blbek wedter wat door
krachtige samenwerkimg is tot stand te
i-rengen. Om acht uur's morgens besloot
het bestuur der tuinbouwvereenigimg „de
West" om de vaart naar db markt te Broek
op Langendijk open te hakkem. Ongeveer
et" oj twee h/omderd personen gewapend met
bijlen en ijshiaken wisten in 4 uur tijds de
5 K.M. lange vaart open te maken, zoodat
men nu weer aam de markt te Broek op Lan
gendijk kan komen.
Door de Gemengde Zangvereeniging
„"anglust" alhier werd op Woaasdag 30 No-
v( mber en Zondag 4 December in de zaal
van den heer Jb. Groot een uitvoering gege
ven. Deze bestonden uit eenige zanguummers
en de operette getiteld: „Oom Samuel". De
zangnummers werden beide avonden zeer
goed gezongen. De zangvereeniging, onder
leiding van den heer G. Anderson, heeft zich
ock hier weer doen blijken dat ze verstand
heeft van mooie zangnummers. „Oom Sa
muel", dat onder regie stond van den heer
I >evens (uit Alkmaar), die tevens grimeur
was, werd 00k beide avonden goed opge-
voerd. De rollen van Barbara, Chrisje en
Ptrus Holsboer zijn Vrij zuiver vertolkt.
Laatstgenoemde blonk bovem alien' uit in dui-
delijkheid.
De heer Loevens had alle zorg besteed aan
de grime. „Zanglust" kan* terug zien op
goedgeslaagde avonden, echter niet wat de
financien betreft. De zaal had beide maleu
beter gevuld kunnen zijn.
UIT DRIEHUIZEN.
Zaterdag 10 Dec. 'geeft, zooals eem adver-
tentie in dit blad meldt, de T0 oneelverecni -
ging Kunst ma Arbeid^' een; uitvoering in
't cafe van dem heer Kieft te Driebuizen.
Opgevoerd zal wordem „Aan Flarden", too-
neelspel in. vier bedrijveni van Top Naeff.
Verleden jaar heeft deze vereeniging ge
noemd stuk 00k reeds opgevoerd em behaalde
daarmede een groot succes, reden waarom
wij' meemem te mogem voorspeltem dat een
aangeriame avond te wachten staat.
UIT AKERSLOOT.
Maandagmiddag geraakte im het Groot
Noord-Hollandsch Kanaal bij de vlotbrug
een jongen van Kw. te water die Zich op het
aldaar broze ijs 'begaf, welk water Zaterdiag
nog open lag.
Het Hoofd der School aldaar had het ge
luk hem direct met de dreg te kunnen berei-
ken, waarna hij1 met vereende krachten op het
droge werd gebracht, zoodat dit ongeval best
afliep.
De scheepvaari: im het Groot Noord-
Hollandsch Kanaal is wegens db strenge
vorst gesloten geweest van Zaterdagavond
tot Maandagmiddag.
Maandag tegen den avond kwam een
sleepboot met ijsp'loeg van' Alkmaar en maak-
te de vaargeul weer open in de ricbting van
de Zaanstreek door de Markervaart.
Het Alkmaardermeer to nog geheel met ijs
bezet. Dinsdagmiddag ging 00k een sleep-
boot im de richting Purmerend zoodat het
verkeer te water, in aanmerking geiiiomen de
booten die gisteren voerem, wel weer verze-
kerd is.
UIT HEERHUGOWAARD.
iDte slageriji van den heer Ka'izer aan den
Middblweg is bij onderhandschen verkoop het
eigfmdom geworden, van den heer K. Jong
uiit Lutjebroek.
'De heer O. alhier heeft een bekeurimg
opgeloopen, wegens het overtreden van de
Zondagswet en van dte arbeidswet.
UIT OUDE NIE'DORP.
Op Maandag 5 December werd er op tot
Scharpet een hardrijderij en schoonrijden ge-
houden voor schoolkinderen.
Bij het hard'rijden voor jongens werden de
prijzen in de eerste afdeeling gewonnen door
Jb. Kuiper, D, Kruit, N. Kooyman en C.
Jooa. In de tweede afdeeling werd de eerste
prijs gewonnen door C. Beets en de 2e prijs
door N. I lellemau.
onaangeniaam waren'; het scheen mij' toe,
dat je faebli eenzaam was en er onder leed en
dat je, ondanks je kalme uiterlijk verlamgen,
ja meer dam1 datdiepe betoefte had
aan liefdte aan een liefde, die..."
iFJij laarzelide, maar durfde den zin niet af-
maken.
Je vergist jeik tijd niet onder die
eemzaamheidIk heb liefde
iDte zachte, diepe klank van' rnijmi stem
was mij. opeens 200 vreemd en ik was iier-
wordend, verbaasd, on'tsteld over die woor
den. die zij) sprak.
„0!!stambldb Philippever-
geef miji
Zijin oogleden fcnipten zenuwachtig. en db
•■blauwe oogen1 werden: dof, maar hij zei niets
mieer, ma een oogenblik stond hij: op en be-
gon de schilderijlen' im de zaal te bekijfoen.
Het scheen werkelijk ailsof hij er maar keek,
want hij1 girng er eenst dicht bij staan-, omit-
cij'ferde het omd'erschrift, scheen het onder-
werp te bestudberen en ging dan weer wat
laehteruit oan beter te kunnen oordbelbn. Maar
al gauw kwam1 hij: maar mij terug eni zei
kalkn als altijdi met zijm vriendelajkem Mik,
die nu veel! mimd'ei' levendig was-
,,Zie jie, hoe goed het is om openhartig te
zij'n im alles. Ik dacht dat je vriji was
ik Jxedoel vrij1 van hart, dat is de ware vrij-
heid, en ik was, geloof ik, op het pumt ver-
lief ji op je te wordem. Maar je bent niet coquet
en dlaar ben ik je dankbaar voor. Een andere
vrou wzou zich misschien een1 poos geamu-
seerd hebben over mijn naieve woorden en
mij nog ongelukfciger gemaakt hebben dan
ik het nu zijm zail Je tobt gelijik. Ik zal dade-
lijik vertrekken. Daarginds zal' ik die dwaze
drcomem' wel1 verjagen, als ze soms weer te-
rugkomeni. En alb ik later weer hier in het
land! torn1 en je weerzie, dam zal ik je zoo
kalm! vertellem van1 eiijm igedachten, van al
die dwaze. gedacbten, die ik mij1 in dbze week
yam wachten in het hoofd heb gehaald, dat
je er met miji om. zult lachen."
n
LI I '1 ,=g=sgg»