Alkmaarsche Courant Voor m|| alleen. Inlqving der licMing!922 Hondard Dria en Twintlgste Jaargang. Woensdag 5 December. F e n i 11 e t o n. Brieren nit Weenen. tfo. 287. I92L UITSTEL VAN EERSTE-OEFENING, ENZOOVOORT. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt het navolgende iter kennis van be- langhebbenden Krachtens artikel 72, vijfdte lid, der Mili tiewet is bij1 Koninklijk besluit van 25 No vember 1921, no. 78, bepaald. dat de inlif ving van de dienstplichtigen der militielich- ting van 1922, bestemd voor het eerste ge deelte van de infanterie, de pontonniers en de genietroepen (met uitzondering van hen-, die bestemd zijn voor opleiding tot milicien- telegrafist of -telephonist), geschiedt in de maand MAART 1922. De meer begrensde tijdvakken, waarin de inlijving van vorenbedoelde categorieen van dienstplichtigen zal plaats hebben, worden nader bekend gemaakt Mede in verband met het vorenstaande moet ten aanzien. van dienstplichtigen van vorige lichtingen, die uitstel of veflenging van uitstel van eerste oefening hebben tot het tijdvak, waarin moeten worden ingelijfd die dienstplichtigen der lichting van 1922, toegewezen aan a. de infanterie (daaronder begrepeni de Grenadiers en Jagers) le gedeelte. b. de infanterie (daaronder begrepen de Grenadiers en Jagers) 2e gedeelte. c. de compagnieen wielrijders, le» gedeelte. d. de compagnieen wielrijders, 2e gedeelte. e. de pontonniers, le-gedeelte. f. de pontonniers, 2e gedeelte. g. de compagnieen hospitaalsol daten (zle- kenverplegers en ziekeadragers) le ge- dbel to. h. het regiment genietroepen (planters, lijn- werkers, verlichtingstroepen) le gedeelte. i. het regiment genietroepen (pioniers, lijn- werkers, verlichtingstroepen) 2e gedeelte. j. de torpedisten, le gedeelte. L de vesting-artillerie, le gedeelte. 1. het korps Pan tserfort-Artillerie, le ge deelte. m. (de le Lichte Houwitser-Afdbelimg) (de lie Lichte Houwitser-Afdeeling) (be- redenen). (die le Zware Houwitser-Afdeel'ing) (1.2. II—3e Regiment Vesting-Artillerie) le gedeelte. n. fde le Lichte Mouwitser-Afdeeling) (de lie Lichte Mouwitser-Afdeeling) (oi> beredenen). (de le Zware Mouwitser-Afdeeling) (1.2. II3e Regiment Vesting-Artillerie) le gedeelte, dit uitstel of deze verlenging van uitstel ge- acht worden te zijn verieend: voor de groepen g, j, k, I, m, tot 1 MAART 1922 en voor de groepen a, b, c, d, e, f, fa I, en n tot Id MAART 1922. Voor dienstplichtigen van oudere lichtin gen dan van 1921, behoorende tot een der categorieen, hiervoren gemoemd onder g, h. i, m, en n, in wier besdhikkingen betreffende verlenging van verieend uitstel van eerste oefening niet is gesproken onderscheidenlijk van „ziekenverplegers en ziekerid'ragers van pioniers, ilijnwerkers en verlichtings troepen" en van „onberedenen en beredenen", moet deze verlenging geacht worden te zijn verieend tot den datum, hiervoren voor een dezer categorieen bepaald. Aan de bij deze aangelegenheid betrok- ken dienstplichtigen zal onverwijld een nieu- we verlofpas worden gezonden, waarbij Ihun verlof wordt verieend tot dien voor hen be- stemden datum. Dienstplichtigen van1 vorige lichtingen, be hoorende tot een der hiervoren onder a tot en met n genoemde wapens, korpsen en korpsonderdbeien, wier tijdelijk verleende vrijL stelling van mi'litiedienst vers'trijkt voor g, j, k, learn vdor of op 4 MAART J 922 en voor a, b, c, d, e, f, h, i, en n v66r of op 19 MAART 1922, en die nog niet voor eerste-oefenihg onlder de wapenen zijn geweest, begint ongeacht Door Andre Corthis. Geautoriseerde vertaling van W. E. P. 33) tlfc hielidl oiiji diet bezig met de vraag wat er in dien1 brief zou staan en ilk vroeg mij- zdf 00k. niet af: „Wiat zail hij, mij zeggen, wanneer hij hem gelezen heeft maar al leen: „Hioe lang zal dat wachten nog d'u- rem? En de spanning werd met ieder uur igrooter. Drienxaal ging hij, dien mor- gten^ naar beneden omi te zien- of dfe brieven- besteller mets had gebracht en dlriemiaal ging 0 0k ik naar beneden: Wanneer een van ons beidlen weer boven ikwianii, vroeg de andier met een1 enkel woord >,iN8efs Wij noemldien' deni brief niet eens. Geen van beidten zou hebben wiilen zeggen, wat hij! verwadutite, dat die brief hem brengen 2011. All1 onze bewegingen getuigden' van on- geduldl en wij deden; ons best kinderachtig bijha om de reden van dat ongedluld te ver- bergen Tegern .dien middagt verkl'aarde Fabien: „Ik ga vandaag niet nit. Ik ben- wat moe Er waren nog drie bestellinigen1 v66r den avondl. Met een van die kwamen nxeestal de brieven van Guicharde en ik begreep best, waarom hij niet van1' huis wilde gaan Intusscheni begonnen mdjn oogen te dwalen naar tot kleine penduile, die op den breeden grijis miarmieren schoorsteenmantel stond, en za beken tovenal naar £en uur tusschen dl die andere, het uur. zoo nabiji reedS, waar- 0 ik vandaag Philippe Fabrejol zou ont- oeten in tot museum: Cailvet. „En jjj," vervol^e Fabien, en nog eens ^Jate tk duidalijk hoeawer tnijn te®aruwo«r- M* lfdhttHigsgwfee^s, wwartoa rif behoonro die oefening ondersdieidenlijk in het tijdvak van 1—5 MAART en 16—20 MAART 1922. Hebben deze dienstplichtigen echter reeds een gedeelte van hun eerste-oefening volbracht, dan komen zij zooveel later onder de wapenen dan de dnur bedraagt van den tijd, gedurende welken zij reeds m werkelij- ken dienst zijn geweest. Voor dienstplichtigen van vorige lichtin- en, behoorende tet een der hiervoren onder 1 tot en met n genoemde wapens, korpsen en korpsonderdeelen, die krachtens art. 75 der Militiewet hetzij zijn ingelijfd1 en zich inge- volge het derde lid van dit artikel met verlof ivinden, hetzijvoor g, j, k, I en m vddr 6 MAART en voor a, b, c, d, e, f, h, i en rt voor 21 MAART 1922 nog worden inge- liifd, wordt de voor de eerste-oefening vast- gastelde duur berekend van het tijdvak .van 15 MAART 1922 af voor eerstbedoelden e x van dat van 1620 MAART 1922 af voor laatstbedoelden. Ten aanzien van de overige categorieen: van dienstplichtigen van vorige lichtingen-, aan wie hetzij uitstel van eerste-oefening, het zij tijdelijke vrijstelling is verieend, of die krachtens art. 75 der Militiewet zijn of wor den ingelijfd, en in 1922 onder de wapenen moeten komen, zullen vanwege het D. v. O. nadere bevelen worden gegeven. Alkmaar, den 5 December 1921. De Burgemeester voornoemd W. C. WENDELAAR. 1 December 1921. In een en hetzelfde nummer van een dter V eensche bladen vind ik tot bericht, dat een I lofrafzich wegens den druk der tijden heeft doodgeschoten. en de medledeeling, dat een andere „Hofraf' wegens bedriegelijke handelingen met waardepapieren in heclite- nis is genomen en zijn zaak naar de recht- bank is verwezen. Niets is in staat dan on- toudbaren toestand, waarin de Weenscto m ddenstand zich bevindt, beter in't licht te stellen, dan deze beide kleine krantenberich- tea, die in haar kortheid een ontzettende m -nschelijke tragedie bevatten. Wat beduidde voor den oorlog de titel van K<-i ze r 1 ijlc-k onir 1 k 1 ij ken „Hofrat". Hij was het dxaal van talloos vele ambtenaren; hij be ta kende rang, macht, aanzien en groot inko- mcn; liij was de ondersctieiding voor be- roemda geleerden en verdieiistelijke arisen; hij was de wegbereider voor het ambt van minister of voor een zetel in de academic van wetenschappen. En nu strijdt de oudere staatsambteuaar, strijdt de „Hofrat" een zoo wanhopigen strijd om het bestaan, dat feiten als de boven meegedeelde mogelijk zijn, waarvan het be kend worden den donkeren sluier wegrufct, waarachter in Weenen sederi een paar jaar dagelijks het drama van den middenstand wordt afgespeeld. De meeste leden der oudere generatie met vast inkomen lijdcn met een bewonderens- waardlge standvastigheid:, die zich niet laat ne :rsl;ian en blijven in hun ellende oOk dat, wat zij eens in dagen van geluk waren: op- rechte, eerlijke mannen, die het harde leven inoedig onder de oogen zien. Nu en dan is er onder hen een, die niet sterk genoeg is; die door den angst en de wanixoop te sterk wordt aangegrepen. En dan fcnalt op^een gegeven nacht in deze of gene donkere en koude ka- mer der groote stad een schot. En een hoogst enkele maal komt tot voor, dat een ambte- naar zich] overgeefit aan een gewetenldozen geldmaker, die hem weet te verleiiden en om te koopen dlat hij! voor een belachelijk ikl'ei- ne som, die hem echter in zijn ellendig be staan en zijn drukkendie benauwdheid groot schijnt, zijn naam, zijn positie, zijn toekomst pr:js geeft, niet om een rijk man te worden, maar alleen om dan tocli eens voor een enke- len keer een goed maal te hebben of om een rieuw costuum te koopen, dat hij zoo hard1 I'codig heeft. De jongere ambtenaren zijh er alleen daar- orn al beter aan toe, omdat zij geen vergelij1- king kunnen maken met hetgeen vroeger was, en omdat zij over meer werkkracht beschik- ken, l'eniger en wijler van vooroord'eelen zij'n, en daarom in bijbetrekkingen in de avond- i reri meer verdienen dan de slecht betaalde dagelijfcsche arbeid him oplevert. Deze bra ve, krachtige jongelui werlcen de heele week door tot laat in den nacht, maar Zaterdags di. heid en1 mijn steum hem ee;i beboefte wa rm, gewordim, ,,ga jij nit? Ik won... Ik zou het prettiig vinden, als je bij! mij thuis bleef." Ik geloof dat hij angst had alleen thuis te zijn, wanneer die brief kwain. Mij wias er bang voor. Zijn oogen /tidfen he: cluidelijk En weer voelMe ik al zi-'c smart tegen mij aan sidderen. Eii ik wist dat net oogenblik gekc- men was om tc zeggen„Vertel m ij a lies wat jc lleedl dloet. Ik zail het met je dlragan." Maar daa zag ik weer die cij.fertjes op de pendule ilk zag dat eene cijfertje. En dan bleef er van at die gedtacbten slechts deze over: „lk mioet me gaan ldaarmakenhet moet'Ik fcaiQ hem niet laten1 wachten Jk stond op. Maar misschien was het nog te vroeg, en ik ging weer ziften op een ae- deren stoel b'iji het raam en zei: „Ik kan nog een1 kwartier bijl je blijven,Dian moet ik nit vast en zeker om een paar boodtobappen te doen..." ittiji vroeg: ,,Wiat voor boodlschappen'?" Maar ik vergat hem te antwoordlen en hij vroeg niet verdier. HHjl durfdie niet aamdrin- genhiji durfde niet at te duidelijk laten blij- keaii, dlat hij1 bang was om alleen te zijin op dat oogenblik. Miaar toch1 zed' hij nu vijf mir nufcen: ,,Gia dan liever diadelijk Dan ben je eer- der terug. Dat vind ik prettiger." Ik gehoorziaamdfe hem. Ik deed aides werk- thigdijfc, ik wist zeker al, dat hij1 aides wat besloten zou worden, mijn zwiafcke wil niet veel zou uiitrichiten. ..Dte rue .jtoseph Vernet, met dte tuinen en' de oude huizen, het hek, het museum, de opzich- ter, die vriendelijk glimlacht, wanneer hij mij herkent en die vraagt of ik niet zielc zal! wor- den zooiails laatst, omdat Ik zoo bl'eek zie. Dat 'aides is vandaag misschien1 werkedijkheid, en misschien ben ik nog in mijn tnin en verbedd ik' mijl dat allies. Daar is die trap, die ik op moet. Baar is da earate zaali, waar niBtaandl am 2 avr luggm Si fcul warif onhanrospsflfk neer en duizenden van hen ijlen naar het sta tion, waar zij1 al dringend1 misschien een plaats veroveren in de niet zeer zindelijke, te laat aangekomen en nog veel meer te laat ^•ertrekkende treinen in een te enge ruimte staan zij opeengepakt of zij bezetten de tre- den- in do daken der wagens, zelfs de buffers, en laten zich, ondanks dat alles, zingend en scherisend1 naar buiten voeren, naar de heer- lijke omstreken van de stad. Daar doen zij tergtochten, in den zomer met den alpen- stok, in den winter met de ski; zij overnach- ten in t hooi of in zeer bescheiden logemen- ten, want zij vermijden de dure hotels, ne- men in den rugzak mee, wat zij noodig heb ben, houden hun maaltijden in de open lucht en keeren Zondagsavonds laat terug, met alpenbloemen getooid, lichamelijk en geestelijk gesterkt voor het werk van de vol- gende week in de stad, die weer zes dagen hen gevangen houdt. Wie in de vier eindelooa schijnende oor- logsjaren die spoortreinen zag, waarin nau-' welijks een enkel burger, maar louter mili- tairen zaten; die treinen, welke de soldaten naar het front, naar den slag, naar de voor- posten, naar den dood1 voerden; the treinen, waarover een grauwe schaduw van beang- stigende en wanhopige troosteloostoid lag en die door weenende vrouwen met witte doe- ken iin de krampachtig gesloten handen wer- den nagewuifd wie die treinen zag afrij- den en nu op Zaterdagmiddag de jonge men- schen ziet, hoe zij met lactonde oogen, met een of ander muziekinstrument in de coupe's trekken om naar de bergen van den omtrek te gaan en er te genieten met voile teugen, die vergeet de ellende van Weenen en den nood van Oostenrijk voor een'oogenblik en denfct d'ankbaar maar aan een ding: dai de oorlog voorbij is. Het natuurgenot lag den Weener altijdi boog en reeds v66r den oorlog trokken velen op Zondag uit. Maar zoo groot als nu was hun aantal nooit. In dien trek naar de nar tuur, in dien lust tot wandeltochtea en voet- reizen ligt een kiem voor de latere gezond- heid van Oostenrijk; die belooft den terug- keer van gelukkiger levensverhoudingen. 'De jonge Weeners vermijden hoe langer hoe meer de kostbare en verslappende Zondags- uilspattingen der groote stad en zoeken in de bergen niet alleen krachtige, stalende bewe- ging voor het lichaam, zuivere frissche lucht voor de longen, maar 00k bevrijdiug van geest en ziel. En waarlijk, hij, die Zondags van een bergtop in het verre verschiet heeft gezien, die onder dennen in het mos heeft ge eger en de belletjes van grazende kudden heeft hooren fclingelen, die gaat met heel an dere gevoelens weer aan hd: zware dagwerk dan die anderen, die den Zondagmiddag in de bioscoop, in het'eafe, in een „bar" of in een sleCbtere omgeving heeft doorgebradit. De sterkst gevulde treinen rijdien op de Zondagnamiddagen van het Zuiderstation af. Dat is de lijn, waarmee men in vredes- tijd in een nacht naar Venetie kwam, naar Bozen of naar Meran, naar de Dolomieten of naar het Gardameer. Onze tegenwoordige uitgaanders zoeken het niet zoo ver. Na .twee uur sporen, voorbij de wijnbergen van Ba den), waar Beethoven zijn Elroica en de Pas torate schicp, ver laten velen te Reictonau den trein, wandelen voorbij het kasteel Wari- holz, waar Keizer Karl bijna zoolang woon- de als hij! regeerdle, en bestijgen dlan' den „Schneeberg" of den „Rax". Op deze beide bergen, waarvan de eene 1300 en de andiere 2000 Meter hoog is, leiden ontelbare wegen, de eene moeiijker d'an de andere, van den goedverzorgden wandelweg naar den moei- lij'k te beklimmen „Kletlersteig". Menig jonge Weener heeft op de gevaarlijke punten van den weg, die over rofsen en steile wan- den voert, den dood in den afgrond gevon- den.. Daarboven echter strekken zich uren ver bei-gweiden uit, waarop hier en daar een en kele boom staat, dte tegen de kou gehard is, maar waar vereter de alpenroos, het edelweis en andere kleurige bloemen tusschen tot kor- te dichte gras en tegen de rotsen groeien en bloeien. Andere natunrvrienden, meestal de meer gegoede, rijden nog een uur venter, tot op den' Semmering, waar tusschen de bergen met een toerlijk vergezicht grootsche hotel- paleizen staan en waar in den winter de groote Bob- en Ski-wedstrijden worden ge- houden, waar echter 00k ae bals druk be- zocht worden. is, en dlaar de itweedle en de derde. Philippe is zeker dlaartoeni gegaao, omldiat we er rus- tiger kunnen zijh. Tk aarzel even voor ik die derde zaal' binnen ga. Ik kijfc naar een kleine steenen mom' uit de veertiende eeuw, vol- gens tot opschrift d!ie geknlelidl ligt in de zware plioo'iienl van hiaar sTuier, een raadsel- achtige iglimlach van extase ligt op dat ge- laat met njlie gesloten oogen. En eindelijk neern ik mijn besluit, bijha kalta. Philippe Fabrjol was er niet. Maar op dat oogenblik hoorde ik de plek van Saimt'- Agri'OO'l! kwart voor vier slaan. Fabien had mij gedwomgem te vroeg op weg te gaan of ik had te vluig geloopen en Philippe kon er nog niet geweest: zijh. 'Hiet verwoirderde mij1 d:us niet Maar ik dacht er alleen aan, daJ> in de heerlijke voorstellingen, die ik mij ailffijld van dit oogenblik gemaakt had, hij het steedlsi was geweest, die mij tegemoet kwaiml Ik ging dbs zitten en wachitte; op die zelf- de bank van oudl glainzend tout, waar ik ien dlag zoo lang geblteven was. Dezelfde ge- zichiteni kelien. mij: aan.1. Ein dezelfde geda.ch- teo, geloof ik, die ik toen had: gedroomd, kwamen weer In miji op. Ik zag ze nog altijdi niet goed' en ik wist niet hoe ze eigemlijk wa ren. M'aar inplaats van ze tijdelijk te onder- gaam, had1 'ik vandlaag den indruk, diat ik mij eriegen verdedigen wilde. Ik zat met dte han den om mijn knie gevouwen en: keek nu en dan naar tot blauwe gewaad van een heili- ge of db donkere boomen van een landschiap, of 00k wel gewoonweg naar den1 glimimen- dbni parkeMioer en ik geloof wel, dat ik eem toonheeld scheen' vain een vreedzaam, gedul- dlig wachtende. En tochi had ik het gevoej, dat ik miji verdbdigdle, dat ik worsteldte, dat ilk eindblijk verpletterd1 werd1 en dat die on- dieii-weirping eem smairtelijlk em todi heerilijik 'ge luk bradut. iDat alltes schmii mijl een eindblooze tijd te duren en) toch kon het maar heel lcort zijn SMWOMt, wank de kk& van Saint A^io-yl had Entente rtagm gpalndtet nonet Ik voor jwi" ken wat verder dan Baden en Reichenau, over den Semmering, die onder zware sneeuw begraven lag, waarboven de honderiten lichtjes der hotelvensters schitterden, naar Graz, de hoofdstad van het groene Stier- marken, die nu met haar 200.000 inwoners de op ben na grootste stad van het nieuwe Oostenrijk is geworden. In deze stille stadi, arm aan Industrie, ingesloten tusschen de bergen, reiken de groote tuinen tot in het centrum en midden daaruit stijgt de 130 Me ter hooge rotsachtige Schlossberg omhoog met zijn twee overoude vestingtorens. Graz heeft twee schouwburgen, maar de prijzen der plaatsen zijn hoog en de directie z et zich gedwongen, ten einde het deficit niet al te zeer te doen toenemen, populaire s! ukken te geven, op hoop van een vol huis. Het gevolg is, dat de kleine, maar keurige opera, dte alleen door werkelijk kunstlieven- den bezocht werd, maar wien de toegangs- prijs nu te hoog is geworden, verlaiten stond. Toen kwam een kleine schaar van vrouwen en mannen op het vermetele, maar zooals spoedig bleek, gelukkige denkbeeld om een poppenspel te organiseeitep en zoo in een een- voudiger omgeving en met beperkter midde- leri toch re operette te redden. Een oude zaal was spoedig gevonden, tot kleine tooneel dra in orde en nu zweven alle avonden over de planken, die de wereld voorstellen, kunstig bewerkte marionetten', dte met groote handiig- heidl door een samengestelcf mechanisme to- wogen worden. Achter het tooneel vervult een jong kunstenaar aan de piano de rol van het orkest en jonge zangers en zangeressen zingen hun partij met een ijver en toewij- din'g, met goed geschoolde muzi'kaliteit, die elke werkelijke opera eer zou aandoen. iHet publiek, dat avond aan avond' de zaal vult, is dankbaar en tot teejuichen bereid, omdat hier voor weinig geld weliswaar eigenaardir ge maar toch werkelijke kunst wordt aange- boden. Het is dan 00k inderdaad' ieta koste- lijla, dat poppenspel. Ik hoorde het kleine zangspel „Bastien en Bastienne" van Mo zart en de opera-bouffe „La ferma padro- na" (dte meid als meesteres) van Pergolese. De uitvoering is verrassend moot, want de miziek blijft veel meer dan op het werkelijke tooneel de hoofdzaak en de beweegbare pop- pen doen weinig meer dan op haar wijze accompagneeren,' wat toch soms meer indruk maakt, cLan het acteeren dter levende kupste- naars. De ernstige figuren' nemen de voor de muziek passende houding aan en men kan ze, laten doen, wat men wil om den indruk van de muziek te verhoogen. De moeilijke tijden, die Oostenrijk nu door- leeft, en die zooveel dat voor dte cultuur van groote waardte was heeft bedolven onder het puin van hetgeen eens was, brengt toch nu en dan dingen voort, die zijn als teedere jon ge bloesems aan een dorren boom en dte hoop geven, dat deze boom eenmaal, als de staf van Tannhauser, weer met frisch groen zal bedtekt zijn. Die nog zeldzame jonge bloe sems als het eerste voorteeken van betere tij den te begroeten, is de plicht van elkeni Oos- tenrijker, die het hoofd1 niet wil laten zakken en aan een betere toekomst voor zijn vadter- land gelooft. iDe afkeer van het verslappend genot der groote stad en de terugkeer tot de natuur, het gtevoel van waardeering voor dte fijne kunst, die een op zich zelf hoogst bescheiden ma- rionettenspel verschaft, omdat de toegangs- prijzen voor operettas en variety's te hoog zijh, dat zijn sprekende bewijzen, dat alle ellende en vernedering den echten kern van den Du i tseh Oosten rij ksehen geest niet kon dooden en het geeft gegronde hoop, dat wij eens weder zullen opstaan uit die vernede!- ring. Dr. E. Proylnciaal Nieuws UIT OTERLEEK 'i Was wear een1 heertijk fteest voor dte sotodkindiereni dbzeni Sinterkliaasmorgen. Zw,arte P'iet had, daartoe aangezocht door de onderwijzers ien! eenige medeburgers niet vergaten in den nacht een viertal doozen met „lefkkers" te verstoppen, die maar aanwij- zin'g van door hem geschrevetn rijmpjes war den opgespoord en eindelijk onder luid hoera! warden gevondlen. Eerlijk werd allies gedeeldi. De grootste pessimist, de meest nurksche Nurlos zou, als hij1 biji zoo'n too- neeiltje tegenwoordlig mocht zijin, de omder- nauwelijk® vier uur geslagan of Phitippe Fabrejol! verscheen op den drempel van db deur. 'Hiji kwam met Snellen stap naar mij, toe en1 dirukte mijin hiand op zijin stevige, faar- telijfce manier; zonder zich te verwonderem, dat hiji miji dhar zag of mij te bedamken, dat ik gekomen was, ging 'hij1 naast mij! Zitten. Men groote vreugdie verhelderde zijh knap geliaafc eni na de paar eerste bamaile woorden bleef hlij! zwijgen, omdat hij1 die vreugde hiet durfde uiten em hij die 00k niet zou hebheni dhrvem verbergen. Ik zweeg 00k .Wij: kckem' elkander diet aan. En in dat zwijgen' zag ik nog eens een1 laatstem keer tot Pa- viljoeni van 'Koningim Jeanne met die ver- werkendle rozen op de maimeren bank, tot gelukkige huis Ilk zag weer db kamer in ons huis in de rue des Trois Faucons eni de spiegels im dbn tuin. En ik voelde rnog eens, een laatstem keer, die moigelijikhieid, die verblinding, die tril- ling van vreugde Miindieltijiki mam Phitippe mijn' hand en drikte die tegen zich aam, zoodat ik mijin ge- zicht wel naar hem toe moesit wenden: ,Bnvroeg hiji .Weill ik had het u laatst al gezegd' en en nu bem iilc gekomen om het u nog eens te zeggen." Ik voelde even eem schoik in de hand, die de mijlne vasthieldl. )rZeg dlat nog eens, wil je?" Ik zweeg. Je tobt mijl laatst igezegd1? Nog zweeg ik. ,,Je diurft niet cpenhartig ite zijin. Waar om? Ik moet mu vertrekiken, is het niet?" Mij1 hield! mijn hand nog een- oogenblik vast em iliet d;ie to'en1 langzaam gaan. „Waarom?" ,,'Htet mioet." „Waarom?vroeg hij weer. Kun nen we dam geen vrienden zijinen be ter dlam1 dat? Iederem keer, dat ik je gezien dsdht iilidlat mijini woax miiat (WHfjBes*, dB* fn dtess bwbBwu Swifa dlagen, het leven1 dter Meiaem met weinig op- offering kunnen en mogen opvroolijken. Al tai al bijl tot zien; hoe echt ki'ndterlijk op- recht zelfs de klteinten van 6 tot 9 jaar de grootste en de overschietende stukken bij: de verdbeling itoewijzen aan' die kleimtjes, dte zwaksten en de minstbedeelden. UIT IKjOMlDIJtK. IDinsdlagmiorgem blbek wedter wat door krachtige samenwerkimg is tot stand te i-rengen. Om acht uur's morgens besloot het bestuur der tuinbouwvereenigimg „de West" om de vaart naar db markt te Broek op Langendijk open te hakkem. Ongeveer et" oj twee h/omderd personen gewapend met bijlen en ijshiaken wisten in 4 uur tijds de 5 K.M. lange vaart open te maken, zoodat men nu weer aam de markt te Broek op Lan gendijk kan komen. Door de Gemengde Zangvereeniging „"anglust" alhier werd op Woaasdag 30 No- v( mber en Zondag 4 December in de zaal van den heer Jb. Groot een uitvoering gege ven. Deze bestonden uit eenige zanguummers en de operette getiteld: „Oom Samuel". De zangnummers werden beide avonden zeer goed gezongen. De zangvereeniging, onder leiding van den heer G. Anderson, heeft zich ock hier weer doen blijken dat ze verstand heeft van mooie zangnummers. „Oom Sa muel", dat onder regie stond van den heer I >evens (uit Alkmaar), die tevens grimeur was, werd 00k beide avonden goed opge- voerd. De rollen van Barbara, Chrisje en Ptrus Holsboer zijn Vrij zuiver vertolkt. Laatstgenoemde blonk bovem alien' uit in dui- delijkheid. De heer Loevens had alle zorg besteed aan de grime. „Zanglust" kan* terug zien op goedgeslaagde avonden, echter niet wat de financien betreft. De zaal had beide maleu beter gevuld kunnen zijn. UIT DRIEHUIZEN. Zaterdag 10 Dec. 'geeft, zooals eem adver- tentie in dit blad meldt, de T0 oneelverecni - ging Kunst ma Arbeid^' een; uitvoering in 't cafe van dem heer Kieft te Driebuizen. Opgevoerd zal wordem „Aan Flarden", too- neelspel in. vier bedrijveni van Top Naeff. Verleden jaar heeft deze vereeniging ge noemd stuk 00k reeds opgevoerd em behaalde daarmede een groot succes, reden waarom wij' meemem te mogem voorspeltem dat een aangeriame avond te wachten staat. UIT AKERSLOOT. Maandagmiddag geraakte im het Groot Noord-Hollandsch Kanaal bij de vlotbrug een jongen van Kw. te water die Zich op het aldaar broze ijs 'begaf, welk water Zaterdiag nog open lag. Het Hoofd der School aldaar had het ge luk hem direct met de dreg te kunnen berei- ken, waarna hij1 met vereende krachten op het droge werd gebracht, zoodat dit ongeval best afliep. De scheepvaari: im het Groot Noord- Hollandsch Kanaal is wegens db strenge vorst gesloten geweest van Zaterdagavond tot Maandagmiddag. Maandag tegen den avond kwam een sleepboot met ijsp'loeg van' Alkmaar en maak- te de vaargeul weer open in de ricbting van de Zaanstreek door de Markervaart. Het Alkmaardermeer to nog geheel met ijs bezet. Dinsdagmiddag ging 00k een sleep- boot im de richting Purmerend zoodat het verkeer te water, in aanmerking geiiiomen de booten die gisteren voerem, wel weer verze- kerd is. UIT HEERHUGOWAARD. iDte slageriji van den heer Ka'izer aan den Middblweg is bij onderhandschen verkoop het eigfmdom geworden, van den heer K. Jong uiit Lutjebroek. 'De heer O. alhier heeft een bekeurimg opgeloopen, wegens het overtreden van de Zondagswet en van dte arbeidswet. UIT OUDE NIE'DORP. Op Maandag 5 December werd er op tot Scharpet een hardrijderij en schoonrijden ge- houden voor schoolkinderen. Bij het hard'rijden voor jongens werden de prijzen in de eerste afdeeling gewonnen door Jb. Kuiper, D, Kruit, N. Kooyman en C. Jooa. In de tweede afdeeling werd de eerste prijs gewonnen door C. Beets en de 2e prijs door N. I lellemau. onaangeniaam waren'; het scheen mij' toe, dat je faebli eenzaam was en er onder leed en dat je, ondanks je kalme uiterlijk verlamgen, ja meer dam1 datdiepe betoefte had aan liefdte aan een liefde, die..." iFJij laarzelide, maar durfde den zin niet af- maken. Je vergist jeik tijd niet onder die eemzaamheidIk heb liefde iDte zachte, diepe klank van' rnijmi stem was mij. opeens 200 vreemd en ik was iier- wordend, verbaasd, on'tsteld over die woor den. die zij) sprak. „0!!stambldb Philippever- geef miji Zijin oogleden fcnipten zenuwachtig. en db •■blauwe oogen1 werden: dof, maar hij zei niets mieer, ma een oogenblik stond hij: op en be- gon de schilderijlen' im de zaal te bekijfoen. Het scheen werkelijk ailsof hij er maar keek, want hij1 girng er eenst dicht bij staan-, omit- cij'ferde het omd'erschrift, scheen het onder- werp te bestudberen en ging dan weer wat laehteruit oan beter te kunnen oordbelbn. Maar al gauw kwam1 hij: maar mij terug eni zei kalkn als altijdi met zijm vriendelajkem Mik, die nu veel! mimd'ei' levendig was- ,,Zie jie, hoe goed het is om openhartig te zij'n im alles. Ik dacht dat je vriji was ik Jxedoel vrij1 van hart, dat is de ware vrij- heid, en ik was, geloof ik, op het pumt ver- lief ji op je te wordem. Maar je bent niet coquet en dlaar ben ik je dankbaar voor. Een andere vrou wzou zich misschien een1 poos geamu- seerd hebben over mijn naieve woorden en mij nog ongelukfciger gemaakt hebben dan ik het nu zijm zail Je tobt gelijik. Ik zal dade- lijik vertrekken. Daarginds zal' ik die dwaze drcomem' wel1 verjagen, als ze soms weer te- rugkomeni. En alb ik later weer hier in het land! torn1 en je weerzie, dam zal ik je zoo kalm! vertellem van1 eiijm igedachten, van al die dwaze. gedacbten, die ik mij1 in dbze week yam wachten in het hoofd heb gehaald, dat je er met miji om. zult lachen." n LI I '1 ,=g=sgg»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 5