Alkmaarsche Gourant
Zuster Brettan's liefde.
Amsterdamsche week.
Zaterdag 31 December.
Dranlcbestrijding te Purmerend.
F e u i 11 e t o n.
Economlscbe zwerftochten.
Honderd Oris en Twintigste Jaargang.
cv.
No. 807. I92L
la dlit slctartikel volgt dus nu nog het een
en ander over tapverbod en zwarte lijst.
Teen een. paar jaar geleden de minister
van arbeid bat wiens departement de uiit-
voering van die drankwet behoorlt plotse-
lifntgi de meening verkondigde, diat naar de
drankwet de gemeenteraad bevoegd zou zijn
den verkioop van sterken drank gediurende
bepaalde dagen te verbieden zonder nog
tot den verder strekkenden maatregel van al-
geheele sluiting der vergunningSlokalen
over te giaan wetoie dat onmiiddellijk door
het geheele land ongemeene belangsteMing.
Dat was nu je ware: wel de herbergen open,
maar geen sterken drank verkoopen. .Tap
verbod" noemde men het verbod om sterken
drank te itappen, terwijl overigens allies zijta
gewoneni gang zou gaan. 's Ministers wets-
ui'tleggiing gold een verordening van Roc-
fcanje, reeds bekendl door zijn modderba-
den en dat nu nog grootere vermaardlieidi
ging verwerven. iNlatuurlijk kon een groote
strijd 'tusschen ernstige drankbestrijdere en
belanghebbenden bij. den drankverfcoop niet
uitblijven. Well had het absolute verbod van
dramikverkdop veel bekoorlijiksOppervliakkig
bezien moest xnen well mieenlem dat dan tote
gebruik vain sterken drank toch immers op
de dagen van het tapverbod tot helt verleden
zou behoonen? Belanghebbenden redtenee-
ren echter anders. Men zou daags te voren
voorraad mafcen. iMlen zou op de dagen van
het tapverbod in aamgrenzende gemeenten
koopen. Men zou meer clandestien koopen
in verlofzaken. Men zou... Men zou... Als
gewioonilijik word1 >ook gewezen op het beliang
der vergumnimgshouders en... op de recti ten
van matige gebruikers.
Ondanks 's ministers meening werd het
tapverbod" wettelijk ontotelaatbaar geacht.
De mlinister dleed warempel op dit tetuk
zelf eemig „water in den wijin". Of weer
wijiiv in het' waiter, hoe moet ik het in dit ge
val zeggeni? Laat ik over het wettelijlk be
zwaar echter miaar niet uiitweiden. Iimmers
heeft kort geleden de hooge raad, ons hoog-
ste rech fr col lege, het tapverbod geld'ig ver-
klaard. iHlet kon niet' uitblijven dat ook in
Purmerend, met haar vele drankmisbruik,
menigeen door het verlangen naar een tap
verbod wetad aangegrepen. Umd'erdaad zag
ik in het tapverbod groote voordeelen. Maar
voorldopig toch niet voor ons. De nadeellen
zoudlen m. i. overwegen. Het scheeni me voor
ons siadje, met zijn druk vreemddingenver-
keer en marktverfceer, bromnen van bestaan
voor bet grootsfe deel onzer nijverige bur
gers, voodoopig allthans een te ruw ingrij1-
penid1. In dit geval kwam het miiji nu eens
niet heelemaa! ongeweascht voor die erva-
ring in andiere plaatsen, waar niet zulke
groote financietele belangen op het spell stomr
d&ni alls bijl ons, eens eeoigen fijd te laiten.
spreken. Men daeht er in oazem gemeenteraad
die pracfische drankbestrijd ingsmaatrege-.
ten ontegenzeggel'ijk gaame will vrij' alge-
mieen zoo over: ik Ikreeg :aani m'ijn zijldte den-
unie-liberiaal, de beide vrijzinnig-diennocra-
ten, twee van de vier sociaal-democraten,
itwee van de drie katholiefcen en den christe-
lijk-historicus.
Men beslooit vooral1 ook aldus wegens
miijin vooirstel tot toepassing van een nadfe-
ren miaatregel, invoering van wat men later
is gaan noemen de „zwarte lijst". Ik tneen-
de vooral er naar te moeten streven om den
diroinfcaards zelf zwakkelingen als zij
zijh in de eerste plants hulp te bieden.
Ik wildte trachten hen van de verleiding zel-
ve zooveel mogeliik verre, dait wit zeggen
hen buiiten de kroeg te houden. 't Gold ook
in diit -geval een proefheming, miaar die bij
Mislufclong zeker geen ernstige gevolgen
zou kuinneni hebben. Laat ik maar dadelijk
hieraan toevoagen dat zij' boven verwachting
is ges'laagd'. Er werd hier erg geklaagd over
bekende dironkaards, die aanhoudend in de
herbergen warden uangetroffen, over onder-
steunden' van larmibes'furen, over trekkers
uit werkloozenkassen die de door de gemeen-
sdnap hun uitgekeerde gelden1, dra nadat zij
ze hadden ontvangen, offerden aan Bacchus.
Werfcloozenkas en armibes'tuur dreigden bo-
vendien daardoor in discrediiet te geraken.
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van
LEONARD MERRICK,
door E. H. (Nadruk verboden).
13)
Die corpulentie van den overledene scheen'
door den „zonda,ar" beschouwd te wordien
als iets, wat het onheilspellende van. de ge-
beurtenis nog vergrootte.
Ter illustratie sp'reiidide hij zoo wijd de
armen uit, dat Charlotte baast had kennis
gemaakt' met een wraakneming van go din
Nemiesis, in den vorm van een onverhoed-
schen. slag ;in het gezicht.
„U neerot het te zwaar op," zd M'ary.
„Negen van de item menschen: moeten wel
aanvatten het werk, dat ze maar krijgen
•kunnen, die tiemde is dan missdhien wel eens
zoo gelukkig, dat hij doen kan wat hij wil."
Hlet fcleine vrouwtje wroeg, wat Mary's
betrekking was.
„ToK mijin spijt lieb ik geen' werk," amt-
wioordde zij. „Ik doe niets."
Er volgdle een oogenhlik stilfe, zooals dit
a 1 t'ijidi het geval is onder werkendte menschen
als er een biji is, die zegt, diat hij geen werk
heeft.
„Helaas. ken iik niemand," ging Mary
weer voort, „en het is heel moeillijk iets te
krijgen' als je niemiand hebt die eeni goed
woord voor je doet."
„Ja, diat zail wel. Maar toch niet den' mioed
opgeven, lieve juffrouw! Wie weet hoe igauw
er verbetering komt."
,Zou dat niet' iets zijn voor Pattendlem?"
peinsde het kleimie vrouwtje.
„Voor wiien?" riep 'Miary dadelijk gretig.
„0. 35ou u denlkwn', dat iik wat krijgen ikon1?
Ik meende een pogingi to moeten doen in da
emstiige gevallen deze menschen, ven de ver
leiding weg te houden. De gemeenteraad
machtigde mij met algemeene stemmen aan
kasteleme te verbieden bedoelde person en
in hun inrichting toe te laten en aan deze
m'isbruikers zelf te verbieden om in de her
bergen te kornm. Dit verbod goldt zoo wel
verlofs- als vergunningSlokalen. En ik leg-
de van dieze personen een lijst aan in den-
volksmond alras genoemd „zwarte lijst". Ik
ben hiermede zeer voorzichtig te werk ge-
gaan.
Aanvanikelijk was de „lijst" zel'fs geen
lijst, want zij bevatte maar 6en naam. De
proef voldeed ten aanziem van dezen persoon
goed'. Be kreeg medfiwerking van de kaste-
leins. Zijl zell zijn ervan overttuigd, dat hier
maalregden genomen moeten worden. HUn
medewerkling zal trouwens het tapverbod'
diepingrij.pende in hun bestaan minder
noodig maken. iHlet miooiste was, dat de op
de lijst gepiaats'.e zeli ook medewerkte. Op
de straat heeft hiji mdjj wel zijn dank behrigd.
iNiad'at hiji eenige maanden aldus uit de her
bergen was geweerd, hfeb ik hem thans we-
der van de lijst afgevoerd. Het ging goed
met hem en1 het dloel is niet om de menschen
hum leven lang op de lijst te llafcen. Hiji is
afgevoerd onder mededeelmg, dat hij zoo
noodig er dadelijk weder op komt.
Op dez»n eenen volgden er meer. Miaar
i;k neb miji bepaald tot de ergste gevallen.
Men moet ook in' dezen niet overdlrijlven'. !De
lijst is tat een tientai' aangegroeid. De na-
men van een drietal zijn reeds weder ge-
scharapt, nadat het met dezen geruimen tijd
goed was gegaan. Er zijn hier inderdaad
erge gevallen1. Met alleen mannen, meen ook
vrouwem en bijna volwassen meisjes dirin-
ken. De lijst bevat oolk de namen van twee
zoodanige meisjes. Die kwatnen er op na
verzoek van de ouders. Over de aanlieiding
tot plaatsing op de lijst mag ik overigens
miet te veel medbdeelen, om die goede werking
niet in gevaar te brengen. Ieder burgeroees-
ter, die een ^zwarte lijst" gaat aanleggen,
zal in dit opzicht wel gel'ijke ervariugen op-
doen als ilk er rijlker werd.
Zooals ik zeide ondtervond ik wel dank-
baarheid b'iji dte op de lijst geplaatsten zelf.
Meer nog kreeg ik dien dank van vadar,
moedfer, vrouw of kinderen'. En het werd me
maar een' enklen keer lastig gemaakt. Dat
gebeurdfe nog wel te Amsterdam.Een op de
lijst gepllaatste had zich' te Amsterdam nu
miaar eens een keer te goed gedaan. Ik ont-
moette dan man in de wachitkamer van het
itramStationi en heb toen eenige mindter
vriendelijlke woordeni van hem moeten hoo-
ren. Maar dat mioet men voor de goede zaak
over hebben. Over het algemeen is het me
ook in dit opzicht met de toepassing van de
zwarte ilijist erg meegevallen. Ik heb buiten
dit eene geval nimmex eenigen overlast ge-
vondlen.
IKorten tijd ondtervond ik tegenwerking
van een der kasfcleins. Reeds zeer vroeg
's morgans piliaatste die in afspraak met een
op de lijst geplaatste op zijn regeuwaterbak
buiitenshuis een hoeveelheid sterken1 drank,
die dan werd weggehaald'. Als de burge-
meester maar het geluk heeft daarachter te
komen, dan heeft hiji tegenover den kastelein
genoeg dwangmiddelen om dergelijlke pr,ak
itijken itegen te gaan.
De „zwarte lijst" ondervindt door het ge
heele land! groote belamgsteliling. Ik torijg
bezoeken van dnankbestirijders uit andere
plaatsen, uit aMle oorden - des lands vraagt
men de befcreffende verordening op, dlran'k-
bestrijdersvereenrgiingen vragen inlichting
omtrent haar werking.
'En ook de rechterlijke madht heeft reeds
haar belangsteltimg moeten' betoonen. Nota
bene! |Een van de zwarte lijsters heeft een
bekeuring uitgelokt, om de rechtsgelriigheid
te doen ui tmakenIk ben op de uifkomst nog1-
al gerust. Maar men kan toch nooiit weten.
Het wordlt zeer belaingwekkend, want op het
oogemblik dat ik diit schrijf heeft de ambte-
naar van het openbaar minisiterie bij1 het
kantongerecht te Purmerend gecondludeerd
den bewusten overtreder van rechtsvervol-
ging te ontslaan. De .ambtenaar openbaar
ministterie adit het verbod te ver gaaind. Wel
mag vollgens hem dte burgemeester bevoegdi
verklaard warden' personen uit dte herbergeni
te weren, die wegens dronkenschlap veroor-
d'eeld zijn, maar niet hen die naar's burge-
mieesters oordeel als dronkaards bektend
staain!. Ik snap niet dat art. 135 der gemeen-
tewet, dial bevoegd verklaard tot het maken
van verordteniingen in het belang van de
openbare orde, zedelijkheid en gezondheid,
tot deze ohdlerscheiding! aanleiding kan ge-
Wie is diat?'
„Zeg, James!" miaandle zijin vrouw.
„B'ij Patitenden?" herhaalde hiji. „Wat
zou ze diaar doen?"
„Wel, agentesse naituurlijk; dat is nog
al logisch "Niet als1 jijl daar was."
Mary keek van de een naar den ander, in
de grootste spanning.
;,Nu, dat is nog zoo'n kwaadi idee niet,"
zei mr. Macphcrecn peinzend. „I>enkt u,
dat u boeken zoudt kunnen verkoopen, jonge
dame; op comimissie; zegge een h'alven
souvereign voor ieder order die u opnam. Ik
geloof dat dit juist een' heel goed sooit han-
lel zou zijh voor een, jonge dame."
ja antwoorddle zij, „dat zou ik ze
ker wel kunnen. Een balven souvereign voor
iedtere order? Waar moet ik zijn? Zoudlen
ze miji well willen hebben,?"
„Ik denk niet, dat het u veel moeite zal
kosten om aangenomen te worden. Ik zal u
het adres geven. IHet zijn uiitgevers en u
vraagt maar naar mr. Collins, als u daar
komt. Zeg dan, dat u verlangt ze te verte-
genwoordfgen met een' van hun uitgaven.
En, als u diat graag heeft, zal ik uw naam
schrijven op een van mijn eigen kaartjes,
dan kunt u dat bijl hen bimmem sturen."
„He ja", zei ze, „doet u dat!"
En hij schreef achter op een van zijn
I eigen, groote kaarten: „Met een: imtroductie
voor m'iss Brettan."
„U moet niet denken, dat u nu schatten
gaat verdlienen'.Mijn positie is heel anders,
ziet u: biji Pilcher is het een vast salaris
en de firma betaalit mijn onkosten."
„Plilcher betiaalt oinize onkosten," verkllaar-
de Chadiotte, de Wijze, nader.
„Zoo is het", gal die reiziger toe. „Met
zes-en-twintig millings per dag kan een
overleggend huisvader nog wel wat sparen.
Miaar biji Pattendenl is het wisselvatligde
eene week gaat het goed; dte andere week
ileeht."
ven. Be snap niet des ambteruaaxs eisch ala
ik let op allerlei uitspraken1 van' den hoogen
raad' ten aamzien van deze begrippen open-
bare orde, zedtelijikheid en gezondheid. En
waarom valt daaronder wel het weren van
misschieni 20 of 30 jaar geleden' wegens
dron'kenschiap veroordeelden, die thans wel-
lichit veel beter oppassen, cn waarom valt
daaronder niet het beletten van kroegbezoek
door niet-veroordeelden, die veel erger
dronkaards kumnem zijn. Als dit stuk coder
de oogeni van die lezers komt zal de uiit-
spraak' van den1 kantonrechiter reed's zijn
gevallen. Hoe deze intusschen uitvalle is
niet van zoo heel groot belang. Ik meen te
weten dat in elk geval de hooge raad! in de
gelegenheid zal worden gesteM omtrent de
rechtsgeldigheid te oordeelen. Op diens oor
deel komt net ten slotte uitsluitend aan.
Ik ben ten aanzien van de uitspraak van
ons hoogSte rechitscollege vol goeden moed.
Bllijkt echter de hooge raad van oordeel te
zijn, dat de verordeninig een te verre strek-
king hleeft, dan is zeker iets verloren, maar
geen&zins allies. We zullen dan alleen maar
iets moeten beperkm.
De lezers vememen later over het ver-
loop van deze zaak wel meer. Intusschen
meen ik om het groot belang der zaak, geij
zieni de zeer nuttige werking alhier, alge
meen te mogen aanbevelen, met dte zwarte
lijst een proef te nemen. Gedepuiteerdte sta-
;ten van 'Nbordholiland hebben tegeni de ver
ordening geen bezwaar en evenmin vera am ik
ooiit van eenig bezwaar van gedeputeerden
in andere provincien.
iDte verordening wordt aan leden van ge-
meentebesituren en aaini besturen van drank-
bestrijdersvereenigingen op aanvraag gaar-
ne toegezonden. Gratis en franco.Dat heb
ben' we voor de goede zaak in het algemeen
gaame over, ook als het niet ons eigen zel-
yers betreft.
Purmerend, D. KOOI'MAN.
Het jaar 1921,
Wees welkom lichtstraal van den morgen,
Die ons een nieuwen tijdkring biedt;
Een ruim verschiet van vreugd' en zorgen
Is't dat elk weer geopend ziet.
Zoo Snellen onze jaren henen,
Maar wat ons ook ontmoeten mag,
Dien plicht blijft duurzaam ons versche-
(nen;
Dat dankbaarheid volgt elken dag.
Het jaar, zoo vluchtig weggezonken,
Had elders rondom schrik verspreid,
Voor ons heeft zegen uitgeblonken,
Bij welvaart ruime vruchtbaarheid.
Zoo zongen, nu juist honderd jaar gele
den, de Nachtwachts in't kwartier van No
18 van den Amstel, zitplaats op de Heeren-
gracht voor de Gedempte Reguliersgracht
(Thorbeckeplein). De Nieuwjaarswensch
kwam mij de vorige week in handen tegelijk
met de Kerstzangen. En ik peinsde bij het
overlezen
Ik peinsde en overdacht, oveiwoog de te-
genstelling tusschen toen en nu. Neen, het
jaar 1921 heeft voor ons, voor de hoofdstad
in het bijzonder, niet uitgeblonken in zegen.
Wij hebben ons deel gehad in d' a 1 ge-
meene ellend. - i>m met Vondel te
spreken. De ernstige economisehe crisis die
de gansche wereld teistert, de malaise, heeft
in het afgeloopen jaar ook Amsterdam ge-
troffenook en vooral. De onderaemingen,
de ondememers, op het gebied van handel,
nijverheid en scheepvaart, hebben' millioenen
verloren; tal van groote mannen, van groote
namen, zijn in opspraak gebracht; tal van
groote plannen zijn moeten worden opgege-
ven. De Rotterdamsche Batik, de Amster
damsche Bank en de Nederlandsche Bank
hebben hunne grootste uitbreidingsplannnen
moeten opgeven. Er komt niets van' het ge-
weldige bankgebouw dat de Rotterdamsche
aan het Spui wilde oprichten; niets van het
nieuwe gebouw van de Nederlandsche Bank
aan den Singelniets van de uitbreiding van
de Amsterdamsche Bank tot Utrechtsche-
straat en Rembrandtplein toe. Integendeel,
h onder den bedienden, die in dienst waren
genomen in den gouden tijd, in 1920 vooral,
tegen haast fabelachtig hooge salarissen
(men vocht letterlijk om goede krachten) zijn
nu aan den dijk gezet. En een gelij'k lot treft
duizenden werklieden in alle bedrijven en in
het biizonder in de typische Amsterdamsche
indnstrie. de diamantnijverheid. Zoo slecht
p'aat het daermee, dat er alweer overwogen
is de overbliivende diamantnijverheid te
_„iDat schdfct mij niet aP, sprak Mary
flink; wat ik dan1 ook te doen heb, in ieder
geval is het beter dan- niets. Ik ga er mor-
gemoohiemd dadelijk hieen. Dank u nog wel
zeer; en u ook mrs. Miacpherson, diat u er
aan gedacht heeft".
„Daar ben iik heel Mij om", lantwoordde
het kleine vrouwtje, met een lach. ,,'t Is niet
gezagd, dat u er Mijifit, maar in ieder geval
is het toch een begin."
„Juist en of ik dhs bllif ben;, diat ik u
sprak!" Eln toen, na eeni fcleine piauze: „Maar
waarom kunnieni uiitgevers niet net zoo goed
vast saliarieeren1, alls dte firma van uw man?"
„Ja, dat doen ze nu eenmaal niet; al
vast niet in dten beginne. En dan is James
nu ook al tien jaar biji Pilcher; toen hij' nog
nieuw was to het vak, verdiende hij nielt zoo
vetel."
„Een reden, dat ze het niet doen is zeker,
dat veel meer menschen drank koopen dan
boeken", meende Charlotte. „Maar Pa..."
,.Wel, kind?"
„Die dame zal agentesse worden..."
„Ja?"
„Zoudien we daar dan niiet eens een mon
ster op drinfceni?"
„Foeiriep Ch'ariotte's vader boos.
„Schaam je je niet wat, om zoo'n voorstel te
doen? Wilt u eeni monster drinfcen, jonge
dame?"
„Dank u", antwoordde Mary.
„Ainiders, met genoegen."
jNteen, dlank u; heusch niet."
„Weet u Wat; een klein monster dan; met
mijn vrouiw samen Waar is mijn tasch?"
Eta', of ze zich al verzette, hij' haaldte dte
flesch1 te voorschijn en mrs. Miacpherson een
paar glaasjes uit de kast.
„Port", zei hij. Ja, eigemlijik een drank
van dten duivel'Miaar er is wel degeliik on-
derscheid tusschen de eene soort en de an-
dter en een enkel druppeltje van de „Vier-
Trossen-Schaal" is nog het onschuldigwt"
concentreeren in sen paar fabrjeioen, svsoala
ui den oonogstijd, toen gas en electriciteit
inoesieu woraen gerautsoeneerd. Z65 talrijk
aiju de werJdoozen, dat het gemeentebestuur
byzoudei'e luaatregeten heeft ireffer
iu' voorznaiing in dea nooa,
Ziehier de economisehe factor die het jaar
1921 be'invloed heeft. Daamaast moet de
pohtieke genoemd worden. Want het afge-
ioopen jaar was het jaar der gemeenteraads-
verkiezingeo. In verband met de grensuit-
breiding moest een geheel nieuwe Raad ge-
kozen worden. Die verkiezingen wierpen
hun schaduwen vooruit, en lieten ook gerui
men tijd daama nog diepe sporen na. Nog
zelden zag ik de pohtieke hanstochten te Am
sterdam en dan speciaal in den gemeenteraad,
zoo fel ontbr and als in 1921. Bij ieder vraag-
stuk kwam de politiek te pas. Uit de periode
van voor de verkiezingen her inner ik aan de
behandeiing van twee quaesties: de bestraf-
fing van de 8-Juni-stakers en de instelling
van een gemeentelijk melkmonopohe. Beiden
zijn tot inzet voor de verkiezingen gemaakt.
D. w. z. de beslissing over de vraag' of de
8-Juni-stakers gestrait zouden worden viel
nog voor de verkiezing, hoewel de sociaal-
democraten alle mogehjke moeite deden om
haar tot nh de verkiezing uit te stellen. Maar
materiaal voor de verkiezingen bleef dieze be-
straffingsquaestie natuurlijk toch. En daaren-
tegen werd de behandeiing van de melk-
quaestie, weder tegen den zin der sociaal-de
mocraten, uitgesteld tot na de verkiezing.
Maar ook zij diende natuurlijk als verkie-
zings-cry. Tengevolge van het besluit van
de raadsmeerderheid om de 8-Juni-stakers te
straffen, zijn toen naar men zich herinne-
ren zal de beide sociaal-democratische wet-
;houdei-s, de heeren Wibaut en de Miranda,
afgetreden.
De verkiezingen hadden tengevolge dat de
samenstelling van den Raad eenigszins ver-
anderd werd. De sociaal-democraten gingen
lets vooruit; de kerkdijken (in het bijzonder
de christelijk-historischen) iets meer. En een
en ander geschiedde ten koste van de oude
heerschers, de liberalen en radicalen, wier
macht zoo sterk slonk, dat er niet veel meer
restte van de vroegere heerlijkheid. Men kan
gerust zeggen dat te Amsterdam, althans
voorshands, het liberaal-radicale tijdperk is
afgesloten.
Natuurlijk moest ook het college van B. en
W. opnieuw worden samengesteld. Dank zi|
de samenwerking met den Vrijheidsboad
keerden de sociaal-democraten daariu in ater-
ker mate, namelijk met drie man, terug.
Daarnevens viel een zetel toe aan de katho-
lieken, een aan de christelijk-historischen en
een aan den Vrijheidsbond. Het college van
B. en W. is dus half burgerlijk, half sociaal-
democratisch geworden, met als't ware op
den wip de burgemeester. Een covenant, een
Solitiek werkprogram, zooals de ledeni van
et vorige college van B. en W. of liever hun
ne fracties gesloten hadden, kwam ditmaal
niet tot stand. Ieder wethouder is vrij; in zijn
doen en laten, en kan naar believen vdor of
tegen de voorstellen van zijne collega's stem-
men. Eene vrijheid, waarvan bijv. wethou
der Ter Haar een druk gebruik miaakt,
Ik sprak daar in het voorbijgaan van den
burgemeester. Ook in dit opzicht is het col
lege van B. en W. in het afgeloopen jaar her-
nieuwd. Burgemeester Tehegen kwam te
overlijden. In hem verloor Amsterdam een
hoogstaand, integre magistraat, een harden
werker en een eerlijk democraat. Zijn plaats
is ingenomen door den heer W. de Vlugt,
tot dusver wethouder voor de publieke wer-
ken. Van vrijzinnigen kant is tegen deze
benoeming van een anti-revolutionnair tot
burgemeester van .Amsterdam geprotesteerd,
omdat de meerderheid van de bevolking van
Amsterdam zeker niet van die godsdieustige
en politieke overtuiging is. Voor den persoon
van burgemeester De Vlugt heeft men echter
alle achting en eerbied. Men houdt te Am--
sterdarn wel van deze rondborstigheid.
O ja, en dan vergat ik bij dte herinnering
aan de gemeenteraadsverkiezing ook nog te
vermelden de verkiezing van Had-je-me-maar,
den vroolij'ken' vagebond en dronkelap. Zoo
als men weet heeft hij nooit zitting genomen
Hij zit thans, dank zij zijne verkiezing tot ge-
meenteraadslid, die extra de aandachi op zijn
persoon vestigde, ergens in een verbeteroord
voor drankzuchtigen. In het bezit van zijn
maat, de anarchistische colporteur Zuurbier,
verheugen wij ons nog altijd.
Ten slotte dient nog vermeld dat ook nk
de verkiezingen de strijd over de al of niet uit
breiding van de bemoeiingen der gemeente
op het gebied der levensmiddelenvoorziening
in onzen Raad is voortgezet. En dat die strijd
Z'ljln tegenstrijdlige gevotelans steldeni dten
toast nog wat uiit. „Eem drarnk van dten dui-
veF, miompeldle Mj| weer, besluiteloos de
flesch' haniteemrd'. „Maar d'ilt is toch. in
iedler geval die „Vier-Tr©ssen-Schaal", volg-
de_ er toen' met onwilliiige bewondlerin'g, ter
wijl hiji het monster tegen het licht hield.
,,'Daar, dirink het maiar gauw uit! Zelf wil
ik er geen droppel van hebben. En jijl,
jou ondteugend kind; als ik je een dtezer da
gen aantref met een drank sterker dan
thee; of alb je ook maar het hart hebt, om
even te ruifcen aan het vervloekte goedl, diat
het je beprcefden vader werd! opgteillegd, om
niets-kwaads-veimoedenden! mee "te verzoe-
ken, dte zwakken ten verdterve te leidien' en
den dtaivel fe idiienem, als jij den blik naar den
Hleere richt, dan zal ik je leeren!"
Charlotte gichelde zenuwachtig, met
Figaro-wajshteid' dat ze niet genoodzaakt
zou Zijin, om te huilen, terwijil mirs. Mac-
pherson het glas aaa dte lippen braoht en
zei: .Geluk er mee!"
„Geluk er mee!" herhaaldten ze alien.
En Mary, die zeer goed wist, dat ze geen
heldlenloopbaan tegemioet ging, wist ook,
dial ze geen hteldin was. „Ik ben", sprak ze
tot 'haarzelve, „een' ech't ongeltakkige vrouw,
die in benauwdte omstandigheden zit. Daar-
omi: laat ik maar aanvatten, wat zich vocr-
doet, en nog heel dankbaar zijn, als ik wat
fcrijlgen kan."
/HOOFDISrrUK IV.
De rijkdom van Messrs. Pattenden en
Zonen, die wel bijzonder groot is, zelfs
voor een uitgeversfirma, Miijikt andters niet
uit de inricfiting van hun zaak in Londten:
E'en paar smalle, en' volstrekt niet al te zin-
dtel'ijke itrappen1, lteidten naar twee dteuren,
waarop respectievelijk geschilderd' staat:
„Mlagazijn" en „Kantoor"; en, nad'at Mary
den overbodigeni vo-rm had betradit. om aan
met afwisselend succes wordt doorgevoerd
Nu eens wint de eene partij, dan de andere.
Beide balanceeren zoo wat, en op den wip
zitten niet zelden de communisten, die dan
gaame band- ec spandiensteu verleenen aau
He bourgeoisie, als zij er hunne doodsvijart-
den, de sociaal-patriotten (lees: de sociaal-
democraten) maar mee kunnen hinderen.
Ziedaar eenige van de vooraaamste feiten
uit het afgeloopen jaar. Ik zou daar nog veel
aan kunnen toevoegen. Ik zou durven herin-
neren aan de onderscheidene tentoonstelhn-
gen de Zuid-Afrikaansche tentoonstelling,
de Tentoonstelling van Woninginrichting, de
Int. Bakkerij-Tentoonstelling, de Tentoonstel
ling betreffende Holland tusschen Maas en
IJ, de Int. Hygiene-tentoonstelling, de Int.
Electriciteits-tentoonstelling, enz. Ook noem
ik, zoo maar voor den vuist weg, het bezoek
van den Kroonprins van Japan en dat van
het Engelsche eskader; de havenstaking en
de kellnerstaking, het derde Int. Vrijhandel-
congres, de opheffing van de gemeentewin-
kels, enz. enz. Maar men zal niet van mij
verlangen dat ik op dat alles nu nog eens uit-
voerig terugkom. Het is thans verleden ge
worden. 1921 zinkt weg in den nacht der
eeuwen; en 1922 staat voor onSi.
Wij weten niet wat het ons, wat het de
hoofdstad zal brengen. De voorteekenen
zijn niet gunstig, dat is zeker. Maar toch
zien wij vol moed vooruit, gedachtig aan het
machtwoord dat nu wijlen burgemeester Tel-
legen nh den oorlog sprak:
Amsterdam moet vooruit!
Vooruit! zooals Albrecht Rodenbach too-
zong „aan de jonge Vlaamsche schaar":
Vooruit door het beginnend1 jaar.
Vooruit een ieder hou' zich sterk!
Vooruit met ons misprezen werk,
Vooruit tot spijt van die't benijdt,
Vooruit spijts laster en verwijt,
Vooruit spijts onverschilligheid
en lafheid en kwaadwilligheid,
spijts ontrouw en spijts misverstand,
spijts vijand en spijts dwingeland,
Vooruit!
WAGENAAR Jr.
De ornloop der goederen.
I.
Door het „barterB-instituut kwamen wij
ertoe eens na te gaan hoe de goederenom-
Ioop wel eigenlijk in elkaar zit, en thans zul
len wij eenige oogenblilkken besteden aan dit
centrale onderdetel der staathuishoudkunde.
Met rechi cemtraail; immers alle andere on-
derwerpen zijn hierop gebaseerd of er om
heen gegroepeerd. De ornloop der goederen
is een wetensdi'appelijke ontleding van den
weg, dien de grondstoffen moeten volgen om
op aen duur terecht te komen bij dten consu-
ment of verbruiker. Men begint b.v. met het
zaaien van tarwe of andere 1 andbouwgewas-
sen; noodig voor ons dagelijksch leven. Is dit
zaad eenanaal opgegroeid, dan moet het ge-
maaid, vermaflen, tot deeg verwerkt en ge-
zuurd, eindelijfc tot brood gebakken en bij de
consumenten aan huis beZorgd worden. Voor
het bewerken van het bouwland1 en het maad-
em zijn metalen instrumenten noodig, als eg-
gen, ploegen; zeisen, sikkels. Het meelmalen
geschiedt meesital machinaal, voor het bak-
ken zijn kolen noodig, voor het aan huis be-
zorgeni wagens. Wat moet er niet al gebeurd
zijn, voordat dus een brood bij u op taftel
staat. Wij zullen het eens nagaan. Voor de
metalen instrumenten, machines en ovens
heeft men ijzer en kolen moeten dtelven; die
mijnindustrie en ijzerfabrieken hebben er aan
gewerkt. Ook de landbouw heeft ieder jaar
groote fasten om ons alien te eten te geven-.
De bakkerij moet worden gebonwd, een werk-
je voor de aannemers. De wagenmakers zor
gen voor de broodikarren.. Zoo zien wij hoe
slechts een en'kele kleine en eenvoudige pro-
ductie (voortbrenging) tal van takken van
nijverheid om zich heen groepeert. Met blijfct
ons, hoe wij alien afhamkelijk zijn Van den
bafcker, die weer op zijn beurt moet samen-
werken met dten landbouwer, den molenaar,
den madiinefabrikant, den mijneigenaar en
den wagenmaker. Natuurlijk zijn er nog tus-
schenpersonen, die echter het hierboven ge-
schetste wezen der zaak niets afdoen. Al die
andere producenten (voortbrengers), zijn op
hun beurt weer afhankelijk van hun leveran-
ciers. De wagenmaker b.v. moet zich in ver-
binding stellen met den boscheigenaar, om de
boomen te laten kappen en zagen, met den
ijzerfabri'kant voor de spijkers en wielban-
den, met den verffabrikant voor het beschil-
deren van den wagen. Zoo ziet men dus h e
alien van elkander afhankelijk zijnhoc geen
die eerste dteur aam te fcloppen; stood' Mary
voor eeni ruiwe toonbank, waarachter een
paar jongelui ijverig bezig waren, boeken
op te stapelen. Boeker. Waren er in overvloed;
boekm, iin miaag'dtel'ijlkten staat, boeken, ver-
teidelijlk en1 genotvol om te zien. Deel' op
deel, krakend! in hun band' en glimmend op
die snedte, werdten ze op taftel gespreid en op
dten- vloer geschikt, en dte jongelui hanteer-
den ze, of't kruideniersgoed1 was. Dait is de
kracht der gewoonte.
Ingevolge haar verlangen werd het kaar-
itje van Mir. Collins overgereikt door een
miiniiatuur-jongeni, met een mo-ad als een
hooischuur. En gedurende dit oogenhlik deed
ze al haar best, haar zenuwachltiigheid1 fe
overwimnlen. Een man met een tasch kwam
met veel drukte binnen en gaf der haast
eenige inli'chtiugen betreffende deel II van dte
Diet, en dteteli IV van dte Enc.
Tegen het venster geleundi, Stand dte botek-
houder met een frisdi gteliaat met dkoevige
uiiitdrufcking, en' teldte de kolommeni op in
het groofboek.
Toen- ze zag dat iedereen, de melianko-
I'ieke boekhoudtef niet uitgezonderd. hiaar
verbaasd aanstaardie, maakte ze daaruit de
gevoligtrtekkinig, dat het zwakkere geslateht
hier maar wriniig gebruikt werd en dit ver-
vulde haar al vast iptet schrik en beven, dat
ze rich vrij wel vergeefs zau aanmeldten. Dan
steldle ze zich weer gerust met de gediachte
dat dte Schot toch nooit zoo vol vertrouwem
van een' gunstigen afloop zou hebben ge-
spnoken, als Mi' dit niet redeliilkerwijs ver-
wachten kon. Miaar nu de twijifel eenmiaal
haar hoofd binnendrong, was het mioeilijik
dien' te verdirijven. Eta nu viel haar weer de
gedachite in, hoe ze den melankoliefce zou
kunn'en versteld1 d'oen stiaan, als ze hem ver-
telde, dat ze in de mijpendste armoede ver-
keerde.
rWordt vervoledl