Alkmaarsche Gourant Zuster Brettan's liefde. Amsterdamsche week. Zaterdag 31 December. Dranlcbestrijding te Purmerend. F e u i 11 e t o n. Economlscbe zwerftochten. Honderd Oris en Twintigste Jaargang. cv. No. 807. I92L la dlit slctartikel volgt dus nu nog het een en ander over tapverbod en zwarte lijst. Teen een. paar jaar geleden de minister van arbeid bat wiens departement de uiit- voering van die drankwet behoorlt plotse- lifntgi de meening verkondigde, diat naar de drankwet de gemeenteraad bevoegd zou zijn den verkioop van sterken drank gediurende bepaalde dagen te verbieden zonder nog tot den verder strekkenden maatregel van al- geheele sluiting der vergunningSlokalen over te giaan wetoie dat onmiiddellijk door het geheele land ongemeene belangsteMing. Dat was nu je ware: wel de herbergen open, maar geen sterken drank verkoopen. .Tap verbod" noemde men het verbod om sterken drank te itappen, terwijl overigens allies zijta gewoneni gang zou gaan. 's Ministers wets- ui'tleggiing gold een verordening van Roc- fcanje, reeds bekendl door zijn modderba- den en dat nu nog grootere vermaardlieidi ging verwerven. iNlatuurlijk kon een groote strijd 'tusschen ernstige drankbestrijdere en belanghebbenden bij. den drankverfcoop niet uitblijven. Well had het absolute verbod van dramikverkdop veel bekoorlijiksOppervliakkig bezien moest xnen well mieenlem dat dan tote gebruik vain sterken drank toch immers op de dagen van het tapverbod tot helt verleden zou behoonen? Belanghebbenden redtenee- ren echter anders. Men zou daags te voren voorraad mafcen. iMlen zou op de dagen van het tapverbod in aamgrenzende gemeenten koopen. Men zou meer clandestien koopen in verlofzaken. Men zou... Men zou... Als gewioonilijik word1 >ook gewezen op het beliang der vergumnimgshouders en... op de recti ten van matige gebruikers. Ondanks 's ministers meening werd het tapverbod" wettelijk ontotelaatbaar geacht. De mlinister dleed warempel op dit tetuk zelf eemig „water in den wijin". Of weer wijiiv in het' waiter, hoe moet ik het in dit ge val zeggeni? Laat ik over het wettelijlk be zwaar echter miaar niet uiitweiden. Iimmers heeft kort geleden de hooge raad, ons hoog- ste rech fr col lege, het tapverbod geld'ig ver- klaard. iHlet kon niet' uitblijven dat ook in Purmerend, met haar vele drankmisbruik, menigeen door het verlangen naar een tap verbod wetad aangegrepen. Umd'erdaad zag ik in het tapverbod groote voordeelen. Maar voorldopig toch niet voor ons. De nadeellen zoudlen m. i. overwegen. Het scheeni me voor ons siadje, met zijn druk vreemddingenver- keer en marktverfceer, bromnen van bestaan voor bet grootsfe deel onzer nijverige bur gers, voodoopig allthans een te ruw ingrij1- penid1. In dit geval kwam het miiji nu eens niet heelemaa! ongeweascht voor die erva- ring in andiere plaatsen, waar niet zulke groote financietele belangen op het spell stomr d&ni alls bijl ons, eens eeoigen fijd te laiten. spreken. Men daeht er in oazem gemeenteraad die pracfische drankbestrijd ingsmaatrege-. ten ontegenzeggel'ijk gaame will vrij' alge- mieen zoo over: ik Ikreeg :aani m'ijn zijldte den- unie-liberiaal, de beide vrijzinnig-diennocra- ten, twee van de vier sociaal-democraten, itwee van de drie katholiefcen en den christe- lijk-historicus. Men beslooit vooral1 ook aldus wegens miijin vooirstel tot toepassing van een nadfe- ren miaatregel, invoering van wat men later is gaan noemen de „zwarte lijst". Ik tneen- de vooral er naar te moeten streven om den diroinfcaards zelf zwakkelingen als zij zijh in de eerste plants hulp te bieden. Ik wildte trachten hen van de verleiding zel- ve zooveel mogeliik verre, dait wit zeggen hen buiiten de kroeg te houden. 't Gold ook in diit -geval een proefheming, miaar die bij Mislufclong zeker geen ernstige gevolgen zou kuinneni hebben. Laat ik maar dadelijk hieraan toevoagen dat zij' boven verwachting is ges'laagd'. Er werd hier erg geklaagd over bekende dironkaards, die aanhoudend in de herbergen warden uangetroffen, over onder- steunden' van larmibes'furen, over trekkers uit werkloozenkassen die de door de gemeen- sdnap hun uitgekeerde gelden1, dra nadat zij ze hadden ontvangen, offerden aan Bacchus. Werfcloozenkas en armibes'tuur dreigden bo- vendien daardoor in discrediiet te geraken. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van LEONARD MERRICK, door E. H. (Nadruk verboden). 13) Die corpulentie van den overledene scheen' door den „zonda,ar" beschouwd te wordien als iets, wat het onheilspellende van. de ge- beurtenis nog vergrootte. Ter illustratie sp'reiidide hij zoo wijd de armen uit, dat Charlotte baast had kennis gemaakt' met een wraakneming van go din Nemiesis, in den vorm van een onverhoed- schen. slag ;in het gezicht. „U neerot het te zwaar op," zd M'ary. „Negen van de item menschen: moeten wel aanvatten het werk, dat ze maar krijgen •kunnen, die tiemde is dan missdhien wel eens zoo gelukkig, dat hij doen kan wat hij wil." Hlet fcleine vrouwtje wroeg, wat Mary's betrekking was. „ToK mijin spijt lieb ik geen' werk," amt- wioordde zij. „Ik doe niets." Er volgdle een oogenhlik stilfe, zooals dit a 1 t'ijidi het geval is onder werkendte menschen als er een biji is, die zegt, diat hij geen werk heeft. „Helaas. ken iik niemand," ging Mary weer voort, „en het is heel moeillijk iets te krijgen' als je niemiand hebt die eeni goed woord voor je doet." „Ja, diat zail wel. Maar toch niet den' mioed opgeven, lieve juffrouw! Wie weet hoe igauw er verbetering komt." ,Zou dat niet' iets zijn voor Pattendlem?" peinsde het kleimie vrouwtje. „Voor wiien?" riep 'Miary dadelijk gretig. „0. 35ou u denlkwn', dat iik wat krijgen ikon1? Ik meende een pogingi to moeten doen in da emstiige gevallen deze menschen, ven de ver leiding weg te houden. De gemeenteraad machtigde mij met algemeene stemmen aan kasteleme te verbieden bedoelde person en in hun inrichting toe te laten en aan deze m'isbruikers zelf te verbieden om in de her bergen te kornm. Dit verbod goldt zoo wel verlofs- als vergunningSlokalen. En ik leg- de van dieze personen een lijst aan in den- volksmond alras genoemd „zwarte lijst". Ik ben hiermede zeer voorzichtig te werk ge- gaan. Aanvanikelijk was de „lijst" zel'fs geen lijst, want zij bevatte maar 6en naam. De proef voldeed ten aanziem van dezen persoon goed'. Be kreeg medfiwerking van de kaste- leins. Zijl zell zijn ervan overttuigd, dat hier maalregden genomen moeten worden. HUn medewerkling zal trouwens het tapverbod' diepingrij.pende in hun bestaan minder noodig maken. iHlet miooiste was, dat de op de lijst gepiaats'.e zeli ook medewerkte. Op de straat heeft hiji mdjj wel zijn dank behrigd. iNiad'at hiji eenige maanden aldus uit de her bergen was geweerd, hfeb ik hem thans we- der van de lijst afgevoerd. Het ging goed met hem en1 het dloel is niet om de menschen hum leven lang op de lijst te llafcen. Hiji is afgevoerd onder mededeelmg, dat hij zoo noodig er dadelijk weder op komt. Op dez»n eenen volgden er meer. Miaar i;k neb miji bepaald tot de ergste gevallen. Men moet ook in' dezen niet overdlrijlven'. !De lijst is tat een tientai' aangegroeid. De na- men van een drietal zijn reeds weder ge- scharapt, nadat het met dezen geruimen tijd goed was gegaan. Er zijn hier inderdaad erge gevallen1. Met alleen mannen, meen ook vrouwem en bijna volwassen meisjes dirin- ken. De lijst bevat oolk de namen van twee zoodanige meisjes. Die kwatnen er op na verzoek van de ouders. Over de aanlieiding tot plaatsing op de lijst mag ik overigens miet te veel medbdeelen, om die goede werking niet in gevaar te brengen. Ieder burgeroees- ter, die een ^zwarte lijst" gaat aanleggen, zal in dit opzicht wel gel'ijke ervariugen op- doen als ilk er rijlker werd. Zooals ik zeide ondtervond ik wel dank- baarheid b'iji dte op de lijst geplaatsten zelf. Meer nog kreeg ik dien dank van vadar, moedfer, vrouw of kinderen'. En het werd me maar een' enklen keer lastig gemaakt. Dat gebeurdfe nog wel te Amsterdam.Een op de lijst gepllaatste had zich' te Amsterdam nu miaar eens een keer te goed gedaan. Ik ont- moette dan man in de wachitkamer van het itramStationi en heb toen eenige mindter vriendelijlke woordeni van hem moeten hoo- ren. Maar dat mioet men voor de goede zaak over hebben. Over het algemeen is het me ook in dit opzicht met de toepassing van de zwarte ilijist erg meegevallen. Ik heb buiten dit eene geval nimmex eenigen overlast ge- vondlen. IKorten tijd ondtervond ik tegenwerking van een der kasfcleins. Reeds zeer vroeg 's morgans piliaatste die in afspraak met een op de lijst geplaatste op zijn regeuwaterbak buiitenshuis een hoeveelheid sterken1 drank, die dan werd weggehaald'. Als de burge- meester maar het geluk heeft daarachter te komen, dan heeft hiji tegenover den kastelein genoeg dwangmiddelen om dergelijlke pr,ak itijken itegen te gaan. De „zwarte lijst" ondervindt door het ge heele land! groote belamgsteliling. Ik torijg bezoeken van dnankbestirijders uit andere plaatsen, uit aMle oorden - des lands vraagt men de befcreffende verordening op, dlran'k- bestrijdersvereenrgiingen vragen inlichting omtrent haar werking. 'En ook de rechterlijke madht heeft reeds haar belangsteltimg moeten' betoonen. Nota bene! |Een van de zwarte lijsters heeft een bekeuring uitgelokt, om de rechtsgelriigheid te doen ui tmakenIk ben op de uifkomst nog1- al gerust. Maar men kan toch nooiit weten. Het wordlt zeer belaingwekkend, want op het oogemblik dat ik diit schrijf heeft de ambte- naar van het openbaar minisiterie bij1 het kantongerecht te Purmerend gecondludeerd den bewusten overtreder van rechtsvervol- ging te ontslaan. De .ambtenaar openbaar ministterie adit het verbod te ver gaaind. Wel mag vollgens hem dte burgemeester bevoegdi verklaard warden' personen uit dte herbergeni te weren, die wegens dronkenschlap veroor- d'eeld zijn, maar niet hen die naar's burge- mieesters oordeel als dronkaards bektend staain!. Ik snap niet dat art. 135 der gemeen- tewet, dial bevoegd verklaard tot het maken van verordteniingen in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, tot deze ohdlerscheiding! aanleiding kan ge- Wie is diat?' „Zeg, James!" miaandle zijin vrouw. „B'ij Patitenden?" herhaalde hiji. „Wat zou ze diaar doen?" „Wel, agentesse naituurlijk; dat is nog al logisch "Niet als1 jijl daar was." Mary keek van de een naar den ander, in de grootste spanning. ;,Nu, dat is nog zoo'n kwaadi idee niet," zei mr. Macphcrecn peinzend. „I>enkt u, dat u boeken zoudt kunnen verkoopen, jonge dame; op comimissie; zegge een h'alven souvereign voor ieder order die u opnam. Ik geloof dat dit juist een' heel goed sooit han- lel zou zijh voor een, jonge dame." ja antwoorddle zij, „dat zou ik ze ker wel kunnen. Een balven souvereign voor iedtere order? Waar moet ik zijn? Zoudlen ze miji well willen hebben,?" „Ik denk niet, dat het u veel moeite zal kosten om aangenomen te worden. Ik zal u het adres geven. IHet zijn uiitgevers en u vraagt maar naar mr. Collins, als u daar komt. Zeg dan, dat u verlangt ze te verte- genwoordfgen met een' van hun uitgaven. En, als u diat graag heeft, zal ik uw naam schrijven op een van mijn eigen kaartjes, dan kunt u dat bijl hen bimmem sturen." „He ja", zei ze, „doet u dat!" En hij schreef achter op een van zijn I eigen, groote kaarten: „Met een: imtroductie voor m'iss Brettan." „U moet niet denken, dat u nu schatten gaat verdlienen'.Mijn positie is heel anders, ziet u: biji Pilcher is het een vast salaris en de firma betaalit mijn onkosten." „Plilcher betiaalt oinize onkosten," verkllaar- de Chadiotte, de Wijze, nader. „Zoo is het", gal die reiziger toe. „Met zes-en-twintig millings per dag kan een overleggend huisvader nog wel wat sparen. Miaar biji Pattendenl is het wisselvatligde eene week gaat het goed; dte andere week ileeht." ven. Be snap niet des ambteruaaxs eisch ala ik let op allerlei uitspraken1 van' den hoogen raad' ten aamzien van deze begrippen open- bare orde, zedtelijikheid en gezondheid. En waarom valt daaronder wel het weren van misschieni 20 of 30 jaar geleden' wegens dron'kenschiap veroordeelden, die thans wel- lichit veel beter oppassen, cn waarom valt daaronder niet het beletten van kroegbezoek door niet-veroordeelden, die veel erger dronkaards kumnem zijn. Als dit stuk coder de oogeni van die lezers komt zal de uiit- spraak' van den1 kantonrechiter reed's zijn gevallen. Hoe deze intusschen uitvalle is niet van zoo heel groot belang. Ik meen te weten dat in elk geval de hooge raad! in de gelegenheid zal worden gesteM omtrent de rechtsgeldigheid te oordeelen. Op diens oor deel komt net ten slotte uitsluitend aan. Ik ben ten aanzien van de uitspraak van ons hoogSte rechitscollege vol goeden moed. Bllijkt echter de hooge raad van oordeel te zijn, dat de verordeninig een te verre strek- king hleeft, dan is zeker iets verloren, maar geen&zins allies. We zullen dan alleen maar iets moeten beperkm. De lezers vememen later over het ver- loop van deze zaak wel meer. Intusschen meen ik om het groot belang der zaak, geij zieni de zeer nuttige werking alhier, alge meen te mogen aanbevelen, met dte zwarte lijst een proef te nemen. Gedepuiteerdte sta- ;ten van 'Nbordholiland hebben tegeni de ver ordening geen bezwaar en evenmin vera am ik ooiit van eenig bezwaar van gedeputeerden in andere provincien. iDte verordening wordt aan leden van ge- meentebesituren en aaini besturen van drank- bestrijdersvereenigingen op aanvraag gaar- ne toegezonden. Gratis en franco.Dat heb ben' we voor de goede zaak in het algemeen gaame over, ook als het niet ons eigen zel- yers betreft. Purmerend, D. KOOI'MAN. Het jaar 1921, Wees welkom lichtstraal van den morgen, Die ons een nieuwen tijdkring biedt; Een ruim verschiet van vreugd' en zorgen Is't dat elk weer geopend ziet. Zoo Snellen onze jaren henen, Maar wat ons ook ontmoeten mag, Dien plicht blijft duurzaam ons versche- (nen; Dat dankbaarheid volgt elken dag. Het jaar, zoo vluchtig weggezonken, Had elders rondom schrik verspreid, Voor ons heeft zegen uitgeblonken, Bij welvaart ruime vruchtbaarheid. Zoo zongen, nu juist honderd jaar gele den, de Nachtwachts in't kwartier van No 18 van den Amstel, zitplaats op de Heeren- gracht voor de Gedempte Reguliersgracht (Thorbeckeplein). De Nieuwjaarswensch kwam mij de vorige week in handen tegelijk met de Kerstzangen. En ik peinsde bij het overlezen Ik peinsde en overdacht, oveiwoog de te- genstelling tusschen toen en nu. Neen, het jaar 1921 heeft voor ons, voor de hoofdstad in het bijzonder, niet uitgeblonken in zegen. Wij hebben ons deel gehad in d' a 1 ge- meene ellend. - i>m met Vondel te spreken. De ernstige economisehe crisis die de gansche wereld teistert, de malaise, heeft in het afgeloopen jaar ook Amsterdam ge- troffenook en vooral. De onderaemingen, de ondememers, op het gebied van handel, nijverheid en scheepvaart, hebben' millioenen verloren; tal van groote mannen, van groote namen, zijn in opspraak gebracht; tal van groote plannen zijn moeten worden opgege- ven. De Rotterdamsche Batik, de Amster damsche Bank en de Nederlandsche Bank hebben hunne grootste uitbreidingsplannnen moeten opgeven. Er komt niets van' het ge- weldige bankgebouw dat de Rotterdamsche aan het Spui wilde oprichten; niets van het nieuwe gebouw van de Nederlandsche Bank aan den Singelniets van de uitbreiding van de Amsterdamsche Bank tot Utrechtsche- straat en Rembrandtplein toe. Integendeel, h onder den bedienden, die in dienst waren genomen in den gouden tijd, in 1920 vooral, tegen haast fabelachtig hooge salarissen (men vocht letterlijk om goede krachten) zijn nu aan den dijk gezet. En een gelij'k lot treft duizenden werklieden in alle bedrijven en in het biizonder in de typische Amsterdamsche indnstrie. de diamantnijverheid. Zoo slecht p'aat het daermee, dat er alweer overwogen is de overbliivende diamantnijverheid te _„iDat schdfct mij niet aP, sprak Mary flink; wat ik dan1 ook te doen heb, in ieder geval is het beter dan- niets. Ik ga er mor- gemoohiemd dadelijk hieen. Dank u nog wel zeer; en u ook mrs. Miacpherson, diat u er aan gedacht heeft". „Daar ben iik heel Mij om", lantwoordde het kleine vrouwtje, met een lach. ,,'t Is niet gezagd, dat u er Mijifit, maar in ieder geval is het toch een begin." „Juist en of ik dhs bllif ben;, diat ik u sprak!" Eln toen, na eeni fcleine piauze: „Maar waarom kunnieni uiitgevers niet net zoo goed vast saliarieeren1, alls dte firma van uw man?" „Ja, dat doen ze nu eenmaal niet; al vast niet in dten beginne. En dan is James nu ook al tien jaar biji Pilcher; toen hij' nog nieuw was to het vak, verdiende hij nielt zoo vetel." „Een reden, dat ze het niet doen is zeker, dat veel meer menschen drank koopen dan boeken", meende Charlotte. „Maar Pa..." ,.Wel, kind?" „Die dame zal agentesse worden..." „Ja?" „Zoudien we daar dan niiet eens een mon ster op drinfceni?" „Foeiriep Ch'ariotte's vader boos. „Schaam je je niet wat, om zoo'n voorstel te doen? Wilt u eeni monster drinfcen, jonge dame?" „Dank u", antwoordde Mary. „Ainiders, met genoegen." jNteen, dlank u; heusch niet." „Weet u Wat; een klein monster dan; met mijn vrouiw samen Waar is mijn tasch?" Eta', of ze zich al verzette, hij' haaldte dte flesch1 te voorschijn en mrs. Miacpherson een paar glaasjes uit de kast. „Port", zei hij. Ja, eigemlijik een drank van dten duivel'Miaar er is wel degeliik on- derscheid tusschen de eene soort en de an- dter en een enkel druppeltje van de „Vier- Trossen-Schaal" is nog het onschuldigwt" concentreeren in sen paar fabrjeioen, svsoala ui den oonogstijd, toen gas en electriciteit inoesieu woraen gerautsoeneerd. Z65 talrijk aiju de werJdoozen, dat het gemeentebestuur byzoudei'e luaatregeten heeft ireffer iu' voorznaiing in dea nooa, Ziehier de economisehe factor die het jaar 1921 be'invloed heeft. Daamaast moet de pohtieke genoemd worden. Want het afge- ioopen jaar was het jaar der gemeenteraads- verkiezingeo. In verband met de grensuit- breiding moest een geheel nieuwe Raad ge- kozen worden. Die verkiezingen wierpen hun schaduwen vooruit, en lieten ook gerui men tijd daama nog diepe sporen na. Nog zelden zag ik de pohtieke hanstochten te Am sterdam en dan speciaal in den gemeenteraad, zoo fel ontbr and als in 1921. Bij ieder vraag- stuk kwam de politiek te pas. Uit de periode van voor de verkiezingen her inner ik aan de behandeiing van twee quaesties: de bestraf- fing van de 8-Juni-stakers en de instelling van een gemeentelijk melkmonopohe. Beiden zijn tot inzet voor de verkiezingen gemaakt. D. w. z. de beslissing over de vraag' of de 8-Juni-stakers gestrait zouden worden viel nog voor de verkiezing, hoewel de sociaal- democraten alle mogehjke moeite deden om haar tot nh de verkiezing uit te stellen. Maar materiaal voor de verkiezingen bleef dieze be- straffingsquaestie natuurlijk toch. En daaren- tegen werd de behandeiing van de melk- quaestie, weder tegen den zin der sociaal-de mocraten, uitgesteld tot na de verkiezing. Maar ook zij diende natuurlijk als verkie- zings-cry. Tengevolge van het besluit van de raadsmeerderheid om de 8-Juni-stakers te straffen, zijn toen naar men zich herinne- ren zal de beide sociaal-democratische wet- ;houdei-s, de heeren Wibaut en de Miranda, afgetreden. De verkiezingen hadden tengevolge dat de samenstelling van den Raad eenigszins ver- anderd werd. De sociaal-democraten gingen lets vooruit; de kerkdijken (in het bijzonder de christelijk-historischen) iets meer. En een en ander geschiedde ten koste van de oude heerschers, de liberalen en radicalen, wier macht zoo sterk slonk, dat er niet veel meer restte van de vroegere heerlijkheid. Men kan gerust zeggen dat te Amsterdam, althans voorshands, het liberaal-radicale tijdperk is afgesloten. Natuurlijk moest ook het college van B. en W. opnieuw worden samengesteld. Dank zi| de samenwerking met den Vrijheidsboad keerden de sociaal-democraten daariu in ater- ker mate, namelijk met drie man, terug. Daarnevens viel een zetel toe aan de katho- lieken, een aan de christelijk-historischen en een aan den Vrijheidsbond. Het college van B. en W. is dus half burgerlijk, half sociaal- democratisch geworden, met als't ware op den wip de burgemeester. Een covenant, een Solitiek werkprogram, zooals de ledeni van et vorige college van B. en W. of liever hun ne fracties gesloten hadden, kwam ditmaal niet tot stand. Ieder wethouder is vrij; in zijn doen en laten, en kan naar believen vdor of tegen de voorstellen van zijne collega's stem- men. Eene vrijheid, waarvan bijv. wethou der Ter Haar een druk gebruik miaakt, Ik sprak daar in het voorbijgaan van den burgemeester. Ook in dit opzicht is het col lege van B. en W. in het afgeloopen jaar her- nieuwd. Burgemeester Tehegen kwam te overlijden. In hem verloor Amsterdam een hoogstaand, integre magistraat, een harden werker en een eerlijk democraat. Zijn plaats is ingenomen door den heer W. de Vlugt, tot dusver wethouder voor de publieke wer- ken. Van vrijzinnigen kant is tegen deze benoeming van een anti-revolutionnair tot burgemeester van .Amsterdam geprotesteerd, omdat de meerderheid van de bevolking van Amsterdam zeker niet van die godsdieustige en politieke overtuiging is. Voor den persoon van burgemeester De Vlugt heeft men echter alle achting en eerbied. Men houdt te Am-- sterdarn wel van deze rondborstigheid. O ja, en dan vergat ik bij dte herinnering aan de gemeenteraadsverkiezing ook nog te vermelden de verkiezing van Had-je-me-maar, den vroolij'ken' vagebond en dronkelap. Zoo als men weet heeft hij nooit zitting genomen Hij zit thans, dank zij zijne verkiezing tot ge- meenteraadslid, die extra de aandachi op zijn persoon vestigde, ergens in een verbeteroord voor drankzuchtigen. In het bezit van zijn maat, de anarchistische colporteur Zuurbier, verheugen wij ons nog altijd. Ten slotte dient nog vermeld dat ook nk de verkiezingen de strijd over de al of niet uit breiding van de bemoeiingen der gemeente op het gebied der levensmiddelenvoorziening in onzen Raad is voortgezet. En dat die strijd Z'ljln tegenstrijdlige gevotelans steldeni dten toast nog wat uiit. „Eem drarnk van dten dui- veF, miompeldle Mj| weer, besluiteloos de flesch' haniteemrd'. „Maar d'ilt is toch. in iedler geval die „Vier-Tr©ssen-Schaal", volg- de_ er toen' met onwilliiige bewondlerin'g, ter wijl hiji het monster tegen het licht hield. ,,'Daar, dirink het maiar gauw uit! Zelf wil ik er geen droppel van hebben. En jijl, jou ondteugend kind; als ik je een dtezer da gen aantref met een drank sterker dan thee; of alb je ook maar het hart hebt, om even te ruifcen aan het vervloekte goedl, diat het je beprcefden vader werd! opgteillegd, om niets-kwaads-veimoedenden! mee "te verzoe- ken, dte zwakken ten verdterve te leidien' en den dtaivel fe idiienem, als jij den blik naar den Hleere richt, dan zal ik je leeren!" Charlotte gichelde zenuwachtig, met Figaro-wajshteid' dat ze niet genoodzaakt zou Zijin, om te huilen, terwijil mirs. Mac- pherson het glas aaa dte lippen braoht en zei: .Geluk er mee!" „Geluk er mee!" herhaaldten ze alien. En Mary, die zeer goed wist, dat ze geen heldlenloopbaan tegemioet ging, wist ook, dial ze geen hteldin was. „Ik ben", sprak ze tot 'haarzelve, „een' ech't ongeltakkige vrouw, die in benauwdte omstandigheden zit. Daar- omi: laat ik maar aanvatten, wat zich vocr- doet, en nog heel dankbaar zijn, als ik wat fcrijlgen kan." /HOOFDISrrUK IV. De rijkdom van Messrs. Pattenden en Zonen, die wel bijzonder groot is, zelfs voor een uitgeversfirma, Miijikt andters niet uit de inricfiting van hun zaak in Londten: E'en paar smalle, en' volstrekt niet al te zin- dtel'ijke itrappen1, lteidten naar twee dteuren, waarop respectievelijk geschilderd' staat: „Mlagazijn" en „Kantoor"; en, nad'at Mary den overbodigeni vo-rm had betradit. om aan met afwisselend succes wordt doorgevoerd Nu eens wint de eene partij, dan de andere. Beide balanceeren zoo wat, en op den wip zitten niet zelden de communisten, die dan gaame band- ec spandiensteu verleenen aau He bourgeoisie, als zij er hunne doodsvijart- den, de sociaal-patriotten (lees: de sociaal- democraten) maar mee kunnen hinderen. Ziedaar eenige van de vooraaamste feiten uit het afgeloopen jaar. Ik zou daar nog veel aan kunnen toevoegen. Ik zou durven herin- neren aan de onderscheidene tentoonstelhn- gen de Zuid-Afrikaansche tentoonstelling, de Tentoonstelling van Woninginrichting, de Int. Bakkerij-Tentoonstelling, de Tentoonstel ling betreffende Holland tusschen Maas en IJ, de Int. Hygiene-tentoonstelling, de Int. Electriciteits-tentoonstelling, enz. Ook noem ik, zoo maar voor den vuist weg, het bezoek van den Kroonprins van Japan en dat van het Engelsche eskader; de havenstaking en de kellnerstaking, het derde Int. Vrijhandel- congres, de opheffing van de gemeentewin- kels, enz. enz. Maar men zal niet van mij verlangen dat ik op dat alles nu nog eens uit- voerig terugkom. Het is thans verleden ge worden. 1921 zinkt weg in den nacht der eeuwen; en 1922 staat voor onSi. Wij weten niet wat het ons, wat het de hoofdstad zal brengen. De voorteekenen zijn niet gunstig, dat is zeker. Maar toch zien wij vol moed vooruit, gedachtig aan het machtwoord dat nu wijlen burgemeester Tel- legen nh den oorlog sprak: Amsterdam moet vooruit! Vooruit! zooals Albrecht Rodenbach too- zong „aan de jonge Vlaamsche schaar": Vooruit door het beginnend1 jaar. Vooruit een ieder hou' zich sterk! Vooruit met ons misprezen werk, Vooruit tot spijt van die't benijdt, Vooruit spijts laster en verwijt, Vooruit spijts onverschilligheid en lafheid en kwaadwilligheid, spijts ontrouw en spijts misverstand, spijts vijand en spijts dwingeland, Vooruit! WAGENAAR Jr. De ornloop der goederen. I. Door het „barterB-instituut kwamen wij ertoe eens na te gaan hoe de goederenom- Ioop wel eigenlijk in elkaar zit, en thans zul len wij eenige oogenblilkken besteden aan dit centrale onderdetel der staathuishoudkunde. Met rechi cemtraail; immers alle andere on- derwerpen zijn hierop gebaseerd of er om heen gegroepeerd. De ornloop der goederen is een wetensdi'appelijke ontleding van den weg, dien de grondstoffen moeten volgen om op aen duur terecht te komen bij dten consu- ment of verbruiker. Men begint b.v. met het zaaien van tarwe of andere 1 andbouwgewas- sen; noodig voor ons dagelijksch leven. Is dit zaad eenanaal opgegroeid, dan moet het ge- maaid, vermaflen, tot deeg verwerkt en ge- zuurd, eindelijfc tot brood gebakken en bij de consumenten aan huis beZorgd worden. Voor het bewerken van het bouwland1 en het maad- em zijn metalen instrumenten noodig, als eg- gen, ploegen; zeisen, sikkels. Het meelmalen geschiedt meesital machinaal, voor het bak- ken zijn kolen noodig, voor het aan huis be- zorgeni wagens. Wat moet er niet al gebeurd zijn, voordat dus een brood bij u op taftel staat. Wij zullen het eens nagaan. Voor de metalen instrumenten, machines en ovens heeft men ijzer en kolen moeten dtelven; die mijnindustrie en ijzerfabrieken hebben er aan gewerkt. Ook de landbouw heeft ieder jaar groote fasten om ons alien te eten te geven-. De bakkerij moet worden gebonwd, een werk- je voor de aannemers. De wagenmakers zor gen voor de broodikarren.. Zoo zien wij hoe slechts een en'kele kleine en eenvoudige pro- ductie (voortbrenging) tal van takken van nijverheid om zich heen groepeert. Met blijfct ons, hoe wij alien afhamkelijk zijn Van den bafcker, die weer op zijn beurt moet samen- werken met dten landbouwer, den molenaar, den madiinefabrikant, den mijneigenaar en den wagenmaker. Natuurlijk zijn er nog tus- schenpersonen, die echter het hierboven ge- schetste wezen der zaak niets afdoen. Al die andere producenten (voortbrengers), zijn op hun beurt weer afhankelijk van hun leveran- ciers. De wagenmaker b.v. moet zich in ver- binding stellen met den boscheigenaar, om de boomen te laten kappen en zagen, met den ijzerfabri'kant voor de spijkers en wielban- den, met den verffabrikant voor het beschil- deren van den wagen. Zoo ziet men dus h e alien van elkander afhankelijk zijnhoc geen die eerste dteur aam te fcloppen; stood' Mary voor eeni ruiwe toonbank, waarachter een paar jongelui ijverig bezig waren, boeken op te stapelen. Boeker. Waren er in overvloed; boekm, iin miaag'dtel'ijlkten staat, boeken, ver- teidelijlk en1 genotvol om te zien. Deel' op deel, krakend! in hun band' en glimmend op die snedte, werdten ze op taftel gespreid en op dten- vloer geschikt, en dte jongelui hanteer- den ze, of't kruideniersgoed1 was. Dait is de kracht der gewoonte. Ingevolge haar verlangen werd het kaar- itje van Mir. Collins overgereikt door een miiniiatuur-jongeni, met een mo-ad als een hooischuur. En gedurende dit oogenhlik deed ze al haar best, haar zenuwachltiigheid1 fe overwimnlen. Een man met een tasch kwam met veel drukte binnen en gaf der haast eenige inli'chtiugen betreffende deel II van dte Diet, en dteteli IV van dte Enc. Tegen het venster geleundi, Stand dte botek- houder met een frisdi gteliaat met dkoevige uiiitdrufcking, en' teldte de kolommeni op in het groofboek. Toen- ze zag dat iedereen, de melianko- I'ieke boekhoudtef niet uitgezonderd. hiaar verbaasd aanstaardie, maakte ze daaruit de gevoligtrtekkinig, dat het zwakkere geslateht hier maar wriniig gebruikt werd en dit ver- vulde haar al vast iptet schrik en beven, dat ze rich vrij wel vergeefs zau aanmeldten. Dan steldle ze zich weer gerust met de gediachte dat dte Schot toch nooit zoo vol vertrouwem van een' gunstigen afloop zou hebben ge- spnoken, als Mi' dit niet redeliilkerwijs ver- wachten kon. Miaar nu de twijifel eenmiaal haar hoofd binnendrong, was het mioeilijik dien' te verdirijven. Eta nu viel haar weer de gedachite in, hoe ze den melankoliefce zou kunn'en versteld1 d'oen stiaan, als ze hem ver- telde, dat ze in de mijpendste armoede ver- keerde. rWordt vervoledl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 13