Buitenlamd. ntecrw stuk n.l. „Qntrww* van Sen Itattaan Roberto Bracco. Met Gimberg, Gobau en Bruning naast zich, bezorgde zij het stuk een vrij groot succea. Een ander nieuw stuk deed het minder. „Lange Joele" van Carl Hauptman (niet te verwarren met zijn veel meer begaafden, jon- geren broeder Gerhard) verdween na enkele voorstellingen van het repertoire, ondanks het goede spel van Magda Janssens in de hoofd- rol. Nu op 't eind van 1921 vond plaats de wederopvoering van „Trilby" met Roy- aards als Svengali. Wij twijfelen niet of in 1922 zal „Het Ned. Tooneel" sterker voor den dag komen, dan tot op heden. „De Tooneelvereeniging" onder H. Heijer- mans gaf in 1921 o.a. „Deugd", een blijspel in vier bedrijven van Sutro, met Nico de Jong en Pine Belder als hoofdvertolkers. Daarna kwam ,,De Roovers" van Schiller op het repertoire. De romantiek herleefde. Adolf Bouwmeester en Gilhuys speelden de broe- ders Frans en Karl Moor. Rika Hopper was Amalia. „De dochter van Roelant" werd nog eens geprobeerd en daarna kwam „Pete" van Hall Caine. Ondanks het spel van Rika Hopper en Nico de Jong, kon het stuk niet boeien. Het sterke stuk „Dollarkoning" deed beter, al was het ook een reprise. Er werkte in dit stuk een uitmuntend trio samen, n.l. Willem v. d. Veer, Nico de Jong en R. Hopper. „Esthers verloving" en „Marie Antoinette" dienen ook nog genoemd. In't nieuwe seizoen kwam Heijermans zon- der vaste schouwburg en moest hij zijn ge- zelschap weer inkrimpen. Dit speelt nu hier, dan daar. Natuurlijk geeft het vele Heijer- mans-stukken, maar verder mogen de goede opvoeringen van Magda en Blanchette ge- roemd. Magda hebben wij hier in Alkmaar uitstekend gezien. Een blijspel „Nero" was vrijwel een mislukking. „Het Holl. Tooneel" onder Louis de Vries, had het niet gemakkelijk. Van de meest op den voorgrond tredende stukken noemen wij„De Wandelende Jood", waarin Louis de Vries nog steeds triomfen viert. Verder gingen er: „Het paard van Troje", van Albert van Waasdijk en „Menagerie" van Curt Goetz, die echter het publiek met bij voortduring konden boeien. „E>e Recnte Lijn", in nieuwe bewerking van Fabricius, werd ook nog ten tooneele gebracht. Een succes was de reprise van Het Cafetje, met Chrispijn Jr. in de hoofdrol. Verschillende leden van de Vries' gezel- schap gingen heen, o.a. v. Kerckhoven en Chrispijn met hunne vrouwen. Mien Duy- maer van Twist kwam er bij. Het nieuwe seizoen bracht naast verschillende reprises (Recht tot staken, Wandelende Jood, Spaan- sche vlieg) o.a. de Hernfeldklucht: Wie is de vader? Daarna ,,Bekentenis" waarin Louis de Vries, Mien Duijmaer en het echtpaar Erf- mann meewenkten. Het succes van de familie Lehmann bracht de Vries er toe nog twee stukken van Her man Reichenbach op te voeren n.l. „Lore Bra- band's Noodlot" en „Haat", maar tot een Lehman-succes konden zij het niet brengen. Ook „de Laatste Eer" (hier vroeger gespeeld door't Vrije Tooneel) beleefde nog een paar voorstellingen. Wij hopen voor den volijverigen en zoo se- rieusen directeur de Vries, dat het hem spoe dig moge gelukken op eenige goede kasstuk- ken de hand te leggen. Misschien brengt 1922 verrassingen. Het gezelschap Mullens en de Bree in het Grand Theatre ging voort met zijn serie- voorstellingen van echt leuke blijspelenDe Kribbebijter, De Muizenval, Kiki, Woning- nood en thans Beurskoorts" van dezelfde schrijvers als de Kribbebijter. Succes is daar bij voortduring. Operette en Volkstooneel hadden steeds stellen, het belangrijkste op tooneelgebied uit veel succes. De Jantjes, de Clown en ook het nieuwe stuk van Inte Omsman: De Zwerver van Prodnetskoi. Thans willen wij bespreken de vier gezel- schappen, die een bijzondere werkzaamheid aan den dag hebben gelegd. Twee daarvan bestonden reeds in Januari '21 n.l. de Combi- natie Hofstad-Tooneel-Rotterdammers en Het Schouwtooneel. De andere twee „Het nieuwe gezelschap Verkade „De Haghespelers in't Voorhout" en „Comoedia" begonnen pas met Septem ber. I. De Combinatie Hofstad Tooneel-Rott. Tooneel onder leiding van Cor v. d. Lugt, v. Eisden en Tartaud kwam na het afscheid van J. C. de Vos in ,,het Wonderkind" met een nieuw stuk van Mevr. IJssel de Schepper- Becker, getiteld „Het Laatste Stadium", een fel satiriek stuk met een belofte voor de toe- komst. „Overschotje", het succes van Annie van Ees, beleefde al spoedig zijn 50e opvoe- ring. Een nieuw stuk van Suze la Chapelle Roobol volgde, „Het Voorbeeld", een tooneel- spel in vier bedrijven. Mevr. Schwab, Mien Vermeulen en Jan v. Ees bezorgden het eeni ge succesvolle voorstellingen. Met het tendenz-stuk „Slachtoffers" van Fe lix Rutten werd een eerlijk succes behaald. 't Was een eenigszins gewaagd experiment, maar't werd sober en met toewijding ge speeld. De Rotterdammers brachten een werk van Henri Bataille naar voren: Partijleiders, het echtpaar Tartaud, Martha Walden en Chrispijn zorgden voor prima vertolking. Mooier werk deed Mevr. Tartaud echter in de beide Ibsenstukken: Rosmersholm en Spoken. Onverbeterlijk van deze knappe actrice. Een stuk uit het Indische Plantersleven ge titeld S. O. S. (Save our souls) het Marconi- seinteeken van een schip in nood volgde. Een tendenz-stukje, met veel entrain gespeeld, maar de schrijver Paul Jorgen was er niet bijzonder in geslaagd, zijn stuk levenswaar te maken. Caroline van Dommelen vierde haar 25- jarig jubileum in het Hongaarsche stuk „Man en Vrouw". Jules Verstraete en Flor la Roche waren haar tegenspelers. Mevr. Veer hoff debuteerde in dit stuk bij het gezelschap. Hubert la Roche vierde triomfen in Tartuf- fe, Brondgeest in Pomarius (nieuwe bezet ting) en op't eind van't seizoen in Arsfene Lupin. net nieuwe seizoen bracht eerst een zang- snel van J. Reyneke van Stuwe, getiteld „wie?" Cor van der Lugt en Annie van Ees speelden daarna heel mood in het stuk van Sachs Oritry: Je't nlnre, Ik freb Kef. Pfa- bert la Roche gaf hoog komisch spel in „Bi- bikoff, de man onder het bed", naar een hu- moreske van Dostojefski. In Oud-Heidelberg, bij de Rotterdammers ten tooneele gevoerd, verraste de jonge Jan C. als Karl Heinz. Veel moeite had men zich gegeven voor de opvoering van „Dauton", het stuk van Ro- main Rolland. Willem v. d. Veer trad als gast op in de hoofdrol. De hooge verwachtingen werdeu niet vervuld. Ook de opvoering van „Het Hoogste geluk" was niet succesvol. Dit lag meer aan het stuk, dan aan de vertolking, want het viertal: Mevr. Tartaud, Fie Carel- sen, Jules Verstraete en Louis Chrispijn Jr. gaf voortreffelijk spel. „Caesar's vrouw", het stuk van den En- gelschen schrijver Maughan, werd een tri- omf voor Marie Holtrop en een succes voor Brondgeest en J. C. de Vos Jr. Chrispijn Sr. bracht het oude stuk van Brieux: „Vriendin- netje" nog weer eens ten tooneele, maar in drie, i. p. v. vier bedrijven. Hij had goed ge zien. 't Stuk deed het nog uitstekend, voorai in de provinde. In November vierde Hubert la Roche zijn 40-jarig jubileum, jammer genoeg niet in zijn glansrol: Cyrano de Bergerac, maar in een ander Fransch stuk, n.l. Le Comedien (de tooneelspeler) van Sacha Guitry. Al was dit stuk nu minder geschikt om de groote gaven van den jubilaris te doen uitkomen, hij werd er allerwegen niet minder om gehuldigd. La Roche is en blijft een geweldig acteur. Alvorens over te gaan tot haar Kerstpro- gramma, werden nog gegeven de „Getroffe- ne", een Duitsch stuk, dat weinig deed, en ,,Zijn Terugkomst", Fransch blijspel van de Flers en de Croisset. Het Kerstprogramma bracht twee aller- aardigste stukken, die prima gespeeld zeker nog langen tijd op het programma zullen blijven. Het Engelsche stuk: „Sweet, but not refined" van Lady Leven, werd opgevoerd onder den titel: „Bruine Suiker" en was een nieuwe triomf voor de lievelinge van het Haagsche publiek: Annie v. Ees. 't Was dan ook eenig zooals zij in uitmun tend gekozen costuums de rol van Stella Sloa- ne vervulde, het aardige koristetje, dat men den zoon van Lord Knightsbridge trouwt Heel veel moet er gebeuren voor zij als echte dochter door Lady Knightsbrige wordt er- kend. Maar de eerlijke, joviale Stella wint het pleit ten slotte. Behalve Annie van Ees speelden het echtpaar Schwab, Fie Carelsen, Anton Roemer e. a. voortreffelijk. „De Javaansche Pop" was het tweede stuk. Een blijspel van Lothar Schmidt en H. Bachwitz. Voorai het fijne spel van Loe Chrispijn maakte het stuk tot een succes. Martha Walder was eveneens uitstekend. Om het geheel is echt hartelijk gelachen. „Getroffene", een Duitsch stuk, dat weinig deed, en „Zijn Terugkomst", Fransch blijspel van de Flers en de Croisset. In 1922 zal zeker bij deze combinatie niet minder hard gewerkt worden dan in't afge- loopen jaar. Veel moois is stellig nog te wachten. II. Het Schouwtooneel. Directie Musch en v. d. Horst. Dit ernstig werkend gzelschap heeft in't afgeloopen jaar veel mooie succes- sen te boeken gehad. In het oude seizoen Schuitzlers „Eenzame weg", een zeer moeilijke opgave. Het Duitsche blijspelletje „De Hofloge" gaf minder moeite. Bijzondere vermelding verdlent de opvoering van Strindberg's „Paschen", dat door het schitterende spel van Ko van Dijk, Frits Bouwmeester en Charlotte Kohler diepen in druk maakte. Van twee oorspronkelijke stukken volgde kort daarop de premiere n.l. „Het Gouden Juk" van A. J. Zoetmulder en „Klatergoud" van de actrice B. RanucdBeckman. Het eerste deed al heel weinig en kon door goed spel (de bezetting was uitstekend) niet gered worden. „Klatergoud" was beter en werd ge- dragen door Greet Lobo, Musch en Mevr. v. d. Horst. Deze laatste trad kort daarna op in haar glansrol: „E>e onbekende Vrouw". Men zal zich nog wel kunnen herinneren welk een indruk haar prachtige spel in Bisson's stuk maakt. Het Schouwtooneel schijnt het geheim te bezitten goede opvoeringen te geven van Mo- lierestukken. Maar jan Musch is voor dit fijne werk geknipt. Hij was de hoofdoersooa in een tweetal werken van Moliere en zorgde voor het succes. „Belachelijk Hoofsche Juf- fers" en „Dokter tegen wil en dank", hebben daarna nog menige opvoering beleef en zijn ook in't nieuwe seizoen op't repertoire geble- ven. De eerste daad in dit nieuwe seizoen was de opvoering van Shakespeare's Othello. Vier personen beheerschen dit werk. Jaco en Othel lo, Desdemona en Emilia, Musch en van Dijk vertolkten zeer knap de beide eerste, Mevr. v. d. Horst de laatste. Mevr. SandersHerz- berg was niet zoo sterk als Desdemona. „Polly Perkins", dat alleraardigste blijspel, werd ook weer opgevoerd. Kitty Kluppel nad de moeilijke taak Greet Lobo, die was weggegaan, te vervangen. Maar zij deed het alleraardigst. Ook „Vadertje Langbeen" trok nog voile zalen. Mooi was de opvoering van „Mara" van Herman Middendorp. Deze jonge letterkundi- ge had zich geen gemakkelijke taak opgelegd Het Schouwtooneel speelde zijn werk met groote toewijding. Een aardige vondst was het eenvoudige oorspronkelijke blijspel van Archibald Laafs (pseudoniem); getiteld Z. B. B. H. H. (Zijn bezigheden enz.). Ook hierin was Ko van Dijk weer de stuwende kracht. Nog meer Hol- landsche auteurs kwamen aan't woord. Mau- rits Wagenvoort hadeen avontuur van den beruchten Casanova in tooneelvorm gebracht Het stuk getiteld „Casanova in Amsterdam" werd in Haarlem, den Haag en Amsterdam opgevoerd, doch voldeed niet zooals men ver- wacht had. De titelrol werd gespeeld door Jan Musch. De heer Defresne (echtgenoot van Charlot te Kohler) had het bekende werk van M SchartenAntink: „Sprotje" omgewerkt tot een stuk in tien tafreeien. Altijd een ondank- baar en moeilijk werk van een boek een stuk te maken. Het mooiste van de opvoering was de fiine uitbeelding, die Charlotte K5hler van „Sprotje" gaf. Op't laatst van dit jaar is Het Schouwtoo neel algemeen bekend geworden door de op voering van „Vrijheid", een expressionistisch drama van Herbert Kranz. Het expressionis- me is een nieuwe richting in de tooneelkunst, en t is een daad ran moed geweest osn daar in ons land mee te beginnen. De burgemees- ters van onze groote steden waren bang, dat het stuk tot ordeverstoringen aanleiding zou geven en verboden het. Een storm van ver- ontwaardiging stak op en de heeren zagen spoedig in, dat zij zich vergist hadden. 't Ver- b<xl werd opgeheven. Maar de reclame was gemaakt. En velen zullen nu met de nieuwe richting kennis maken. Wij hebben „Vrijheid" nog niet kunnen bijwonen, wel gelezen. Zoo- dra wij't echter gezien hebben, hopen wij er nog eens op terug te komen. Het Schouw tooneel gaat geregeld voort met het brengen van nieuw werk. Dat zal in 1922, naar wij hopen, zoo blijven. Gedurende de zomermaanden werden weer op tal van plaatsen, o.a. ook te Bergen, open- luchtvoorstellingen gegeven. In Valkenburg was weer het Schouwtooneel. Uok het Hofstad Tooneel deed aan open- lucht en voerde bij Wassenaar op het fijne werk van Edmond Rostand: „Les Romanes ques". Romantische liefde werd merkwaardig door't spel van La Roche als Strafforel. Martha Walden en Jan van Ees waren de jong-verliefden. Van het Klassieke Tooneel onder Albert Vogel, memoreeren wij o.a. Polyphemos, dat heel goed was. III. De Hagespelers in't Voorhout. De heer Eduard Verkade kwam uit Enge- land terug en wist door invloedrijke personen gesteund, de Haagsche Schouwburg voor een aantal vaste avonaen in de week tot speelzaal te krijgen. Een gezelschap was gauw ge- vorma en nu is het meuwe gezelschap al vier maanden aan den gang. Veraade heeft heel wat goede krachten om zich verzameld. Nico de Jong, Cor Kuys en 1 illy Lus. iheo Fren- ael en Lily Bouwmeester van Dalsum, Joh. de Meester jr. en nog enkele jongere krachten, terwiji als gast op trad Mevr. Lisa Mauns. Als openmgsstuk was gekozen: ..Het Mos- terdzaaaje", een tngelscne politiek stuk van H. M. Harwood. De bezetting der hoofdrol- len: N. de Jong, Cor Kuys, iilly Lus was goed, maar het vele politieke geredeneer maakte, dat het stuk toch niet zoo heel erg in den smaak viel. Het Engelsche blijspel „Waarom trouwen?" deed't oeter. Ook keer- de Verkade nog eens tot zijn oude liefde te rug „De Ernst van Ernst" (met de eenacter van Schuitzler de Gezellin) en „Z'n Eenige Vrouw" kwamen voor het voetlicht, en met succes. Eindelijk kwam het eerste optreden van El- sa Mauhs, niet in een groot nieuw stuk, maar in enkele eenacters. Schitterend speelde zij in „Het eeuwige trio" van Sutro met de Jong en van Dalsum, prachtig ook in „De karos van den Bisschop" met Cor Ruys. Op't laatst van November deed Verkade een zeer gelukkige greep door op te voeren: „De Gele Mantel", een Chineesch stuk van de Amerikanen en Benrimo. Op Westersch- Chineesche wijze opgevoerd, met de eigenaar- aigheden van regie en primitieve hulpmidde- len der Chineezen, had het stuk een groot succes. 't Was voor Verkade als regisseur een zeer moeilijke taak een goed geheel te verkrij- gen, maar't is hem schitterend gelukt. Eigen- aardigheden, die men ook op't Chineesche tooneel vindt (wel niet geheel zuiver, maar dat heeft Verkade ook met gewild) doen eerst wel wat vreemd aan zoo b.v. het aanwezig zijn op het tooneel van een z.g. tolk en de handlanger, die verschillende dingen uitleg- gen of aanduiden. Maar toen't publiek een- maal aan het pnmitieve was gewend, lachte niemand meer. Tilly Lus speelde b.v. een scene met een stuk hout met lappen als haar kindje en alien kwamen diep onder den in druk. Met de grootste aandacht hebben wij een opvoering van „De Gele Mantel" bijge- woond. 'tWas zeer interessant, 't werd door het gtheele gezelschap Verkade uitstekend ge speeld. Herman Kloppers als de zwijgende hand langer, die geregeld vlug kleine veranderin- gen op het tooneel aanbrengt, was zuiver in zijn uitbeelding. Tilly Lus en Lilly Bouw meester waren ontroerend. Dick van Veen, als de jonge held, zoo goed, als wij hem tot op heden nog niet zagen. Op't laatst van't jaar brengt Verkade een reprise van zijn successtuk „de Duivel" met Nelly Stants als Jolanthe. Verkade zal zeker alle pogingen in het werk stellen, om ook in 1922 zich de Haagsche Schouwburg bij voortduring waardig te too- nen. IV. Comoedia. Dit dappere troepje van jeugdige volijverige en serieuze tooneelbeoe- fenaars heeft zich reeds na enkele maanden een uitstekende naam verworven. De voor- naamste leden zijn D. J. Lobo en Mevr. Lo boBraakensiek, C. v. Kerckhoven, M. van KerckhovenKling, Dirk Verbeek, Bets Ra- nucci, Dora Haus en nog enkele anderen. Hun eerste voorstellingen moesten deze kunste- naars geven in het kleine zaaltje voor Vocale en Dramatische Kunst aan de Wetering- schans. Spoedig konden zij ook in de Schouwburgen in andere steden optreden Het openingsstuk was „Herbergierster" van Goldoni en had al direct succes, voorai door 'tguitige, petillante spel van Mevr. Lobo en 't goede spel van Lobo, Verbeek, van Kerck hoven e. a. Een schitterend succes behaalde Comoedia met haar tweede stuk: „Vlam" van Hans Muller. Hetgeen gegeven werd is misschien niet al tijd even fijn verwerkt, maar technisch is het stuk schitterend geslaagd. Het is geworden een sterk speelstuk en daar heeft Comoedia een zeldzaam gebruik van gemaakt. Want het is gespeeld op superieure wijze voorai door Mevr. Lobo en van Kerckhoven, maar ook de anderen hebben medegewerk tot een gaaf ge heel. Mevr. v. Kerckhoven als Ilonka, Verbeek als de vriend. Het stuk werd op enkele plaatsen verboden. Als derde en laajste stuk van dit gezelschap noemen wij „Rugby" van Wilhelm Spijer, een stuk onderhoudend en vaak geestig, hier en daar gewaagd, maar in zijn strekking meer een moraliseerend blijspel. 'tWerd zeer goed gespeeld. Wat het optreden van buitenlandsche gezel- schappen betreft zij gememoreerd een optre den van Jeanne Prevost in „Amants" van Donnay, prachtig spel van Lugne Poe in „Le cocu magnifique" van Crommelynck en het groote succes der bekende Duitsche actricx (Wienerin van geboorte) Leopoldine Kon- stantin, die hier in November een reeks schit terende voorstellingen gaf, o.a. van Fasching, Die Tanzerin, Fraulein Julie en Abschiedfr souper Gaame vermelden wij nog, dat onze groot ste acteur Louis Bouwmeester, ondanks zijn 79 jaren nog even flink en krachtig is, vol vertrouwen op de toekomst, als 30 jaar terug Hij heeft nog grootsche plaonen. Wij hopen voor hem, dat alles naar wensch zal gaan. Wij willen thans dit overzicht eindigen. 't Wil geenszins de pretentie hebben volledig te zijn en't had misschien ook op sommie'e plaatsen uitvoeriger kunnen wezen. Wij heb ben echter slechts aan uw oog willen doen yoorbijtrekken het voomaamste wat op't groote tooneel in ons land voorviel. Wij hopen, dat 1922 veel moois zal bren gen op tooneelgebied en dat uw aller belang- stelling in de prachtige tooneelspeelkunst en hare dienaren en dienaressen bij voortduring moge toenemen. G. Het is zeer zeker een goede gewoonte, om op Oudejaarsavond, rusug gezeten om de taiel m ae huiskamer, eens een terugblik te siaan op hetgeen het welhaast vervlogen jaar voor ons land en voor de heele wereld is ge- weest. Voor wat het buitenland betrett, willen wij in het hieronder volgend overzicht de be langrijkste gebeurtemssen in de herinnering terugroepen. Het zal niet onze schuld zijn, als wij met altijd opwekkende lectuur onzen le- zers kunnen voorzetten, wij weten immers, dat in 1921 evenals in f vorige jaar suaat- icuna'ige en sodaie wdeiiiingen, nationaie ramr ptn tan eitauben en hongensnood schering en 'liiiiSiag wanen van wat men' in de rubneken „nuuenland" in de bladen kon lezen. Alom voelt men nog zwaar de gevolgen van den wereldooxlog van 19141918 en nog is de Vrede op aarde niet teruggekeerd. In de meeste staten van het oude Europa is het oogenschijnlijk wel vrede, maar slechts weinig zal noodig zijn om de door langdurige werk- loosheid en al de gevolgen van dien evenzeer als door de politiek dikwijls uit hun evenwicm gestagen gemoederen tot volslagen roerigheid te brengen. Maar toch ook en we moeten dit dank- baar erkennen zijn er krachtige persoon- lijkheden werkzaam in de goede richting, n.l. die van beperking der ontwapening van de verschillende nanes, waardoor dan als van- zelf reeds het oorlogsgevaar kleiner wordt. Heeft niet het gevleugelde woord: „Wilt gij vrede, bereidt u ten oorlog" zijn algeheele on- houdnaarheid bewezen? De sterke bewapening der verschillende staten heeft den oorlog in 1914 doen ontstaaa en zoo verschrikkelijk doen worden. Zouden we dan niet elke poging toejuichen, die wordt gedaan om de krijgstoerustingen te verminde- ren? Aan den Amerikaanschen president Har ding den 4den Maart als zoodanig opge- treden na het heengaan van Wilson komt de eer toe daaraan den eersten gevoelingen stoot te hebben gegeven. Den I2den Nov. kwamen op zijn verzoek de gedelegeerden van verschillende landen (ook Nederland als belanghebbende bij een regehng van de kwes- ties aangaande den Stillen Oceaan) bijeen om te pogen een oplossing van de hangende problemen te vinden. Geconstateerd kan wor den, dat thans reeds succes is te boeken: Ja pan verminderde zijn leger- en 'oebegroo- ting (in Febr. verwierp het nog v vstd in het parlement tot beperking der bewape ning), een oplossing werd gevonden voor het geschil tusschen Amerika en Japan over het eilaindi Yap miet zijm mternationale telegraaf- kabels, de Chineesche kwestie en andere zaken betreffende de Stille Zuidzee werden in een verdrag tusschen Engeland, Amerika, Japan en Frankrijk opgelost, en, wat het voornaam- ste is, de drie groote zeemogendiheden, Enge land, Amerika en Japan, kwamen tot over- eenstemming betreffende de onderlinge sterk- te hunner oorlogsvloten en troffen de bepa- ling dat gedurende 10 jaren geen oorlogs- schepen zullen worden bijgebouwd. Alleen met de duikbooten zit het nog niet zoo glad. Engeland wil dit oorlogswapen geheel afge- schaft zien, terwiji Frankrijk het beginsel hul- digt, dat het onbeperkt moet kunnen beschik- ken over „klein materiaal". Japan en Italie gaven te kennen er evenzoo over te denken en nu had de Amierikaansche regearinig een middenweg gevonden om tot een vergelijk te komen: de Ver. Staten en Engeland elk ver- minderen tot 60.000 ton en de de drie ande ren houden wat ze hebben. In elk geval dan toch al geen aambouw meer! Helaas, is dilb voorstel voorioopig van de baan door de af- wijizenidb houding van de ouderen. Ieder land zal nu weer mogen. voortgaan met den duilkbootentoouw zoo veel het wil. Bovendian wil Franikrijk nog niet weten van't geheel siileggen van zijne ooriogswerven ('t diende 16 Dec. zijn voorstel in betreffende vloot- bouw: 10 slagschepen in 10 jaar. Er schijnt wel eenige ruimte voor het ver- moeden, dat Frankrijk zal willen toegeven, ook op het gebied van legerbeperking het houdt nog vast aan zijn leger op de tegen- woordige sterkte met het oog op een „oorlogs- zucbtigen geest in Eiuitschland" als de andere staten slechts waarborgen willen ge ven voor de veiligheid van den Franschen bo- dem, m. a. w. zich' verbinden Frankrijlk te steunen als het door Duitschland wordt aan- gevallen. Maar afgezien van deze moeilijkheden bij de ontwapeningspogingen, feit blijft toch dat voor een. eerste begin reeds belangrijike re- sultaten zijn verkregen. Er is nog veel meer werk aan den winkel m wij ontveinzen ons niet, dat het vraagstuk der legerbeperking stellig nog veel moeilijkheden oplevert, maar toch, het reeds bereikte is een waarborg voor den wensch der verschillende regeeringen om tot vermindering van de uitgaven voor leger en vloot te komen en wij zijn er van overtuigd, dat de macht van hen, die in militairistiscb vertoon de grootste kracht eener natie zien, duchtig aan het tanen is. Wij"! willen bijl onzen terugblik over 1921 allereerst het oog richten naar DUITSCH LAND, onzen naasten buurman. Zooals te begrijpen is, zucht het zwaar on der de gevolgen van den verloren oorlog. De vroegere vijanden als het laatste land, dat officieel nog altijd op voet van oorlog met Duitschland verkeerde, heeft Amerika dit jaar ook vrede gesloten (14 Nov. teekende presi dent Harding het vredesprotocol) zien soherp toe op Dhifschlandls doen en latem en een stroom van nota's kwam te Berlijn bin- nen. Vele dezer kwamen van Frankrijk of van de Commissie van Heratd cn betroffen de ontwapening, d3e steeds nog niet voldoendo werd geoordeeld, of de schadevergoeding, die wel geregeld is, maar waarvan Duitschland beweert dat het niet aan de gemaakte bepa- lingen kan voldoen. Op een conferentie te Londen deed den 1 Maart een Duitsche delegatie mededeeling van hetgeen haar land inzake de schadeloos- stelling meende te kunnen doen, doch deze voorstellen maakten een zeer slechten indruk op de andere aanwezigen. Den 3 Maart zon- den de geallieerden dan ook een ultimatum, waarin met dwangmaatregelen werd gedreigd bij het niet aannemen van de indertijd te Pa- rijs gegeven voorstellen. De straffen zouden bestaan in het bezetten van eenige steden in het industriegebied aan den Rijn en in eco- nomische maatre'gelen. Den 8en d.a.v. wer den Dusseldorf, Duisburg en Ruhrort bezet (Amerika en Italie deden hier aan niet mee) terwiji ook verschillende douanemaatregelen genomen werden, die .op 19 April in werking traden. Dat een en ander met wrok in Duitschland werd waargenomen, is te begrij pen, voorai ook toen protesten bij den Volken- bond tegen de dwangmaatregelen niet moch- ten baten, en men hield vol met de onmoge- lijkheid van betaling te beweren. Den 23 Maart werd geweigerd de volgens de bepalin- gen vo6r 1 Mei te betalen 12 milliard goud- marken te storten, waarop natuurlijk weer een nota van de Commissie van Herstel volg de. Duitschland riep op 22 April Amerika's tusschenkomst in inzake de schadeloosstellin- gen, maar Harding weigerde er op in te gaan, zich echter bereid verklarende de hervatting der besprekingen tusschen Duitschland en de geallieerden te bevorderen. Voorstellen en tegenvoorstellen waren van Duitschland's weigering het gevolg, zelfs een krijgsraad op het Elysee en besprekingen tusschen Briand (Frankrijk's eerste minister) en de generaals Foch en Weygand. Op een conferentie der geallieerden te Londen op 30 April, als gevolg van een bij- eenkomst van Lloyd George en Briand op 23 April werd een nieuw Duitsch aanbod inzake het betalen der schadeloosstelling (50 milli ard mark contante waarde of 200 milliard in annuiteiten) besproken en onvoldoende geacht (de Commissie van Herstel bepaalde 26 April dat Duitschland 132 milliard alleen voor herstel van toegebrachte schade heeft te be talen). Een ultimatum der geallieerden werd den Duitschen gezant te Londen den 5 Mei overhandigd, waarin de wijze van betaling der geeischte schadeloosstelling, o.a. door hef- fing van een deel van den Duitschen uitvoer, der Duitsche belastingen en andere inkom- sten, werd omschreven. Dit ultimatum, waar- aan kracht werd bijgezet door militaire maat- regelen volgens het plan van generaal Foch, werd den 10 Mei, nadat een nieuw ministerie was gevormd met dr. Wirth als rijkskanse- lier, door Duitschland onvoorwaardelijk aan- vaard. Wat dat uitvoerpercentage betreft, blijkbaar heeft dat den geallieeiden niet gebracht wat ervan verwacht werd. De uitvoer werd er na tuurlijk door beperkt, wat weer verlaging van inkomst voor de geallieerden tengevolge had. Engeland verminderde reeds den 19 Mei het percentage van 50 op 26, trouwens Britannie is steeds het meest verzoenlijk geweest van de vijanden. Den 27 Mei zond Duitschland 850 millioen mark in goud naar Paiijs, met kunst en vliegwerk bijeengebracht, op welk bedrag den 18 Juli reeds weer 31 millioen volgde. Den 1 Oct. werden alle economische maat- regelen der geallieerden tegen Duitschland opgeheven. De meening werd uitgesproken, dat, nu Duitschland goeden wil had getoond, dergelijke sancties niet meer noodig waren. Vermoedelijk was deze opheffing mede een gevolg van de ook in de landen der geallieer den zich baan brekende overtuiging, dat er een meer verzoenende verhouding tusschen Duitschland en de entente en speciaal Frank rijk dient te ontstaan in het belang van heel de wereld. En dat een starre houding, zooals die voorai door Frankrijk's oud-president Poincare wordt ingenomen, een houding die van geen inschikkelijkhedd wil weten en het vredesverdrag van Versailles ongewijzigd wil uitvoeren, niet tot het ontstaan van zulk een betere verhouding meewerkt, begrijpt ieder. Een onderdeel van de door Duitschland verschuldigde schadevergoeding vormt de be taling in natura, waartoe de Duitsche minis ter van wederopbouw Walter Rathenau en de Fransche minister voor de bevrijde gebieden Loucheur den 6 Oct. te Wiesbaden een over- eenkomst troffen, waarvoor de eerste bespre kingen reeds 12 Juni waren gehouden. Vlug- ge afwerking is anders. Waar het hier betreft het verleenen van hulp aan de door den oor log zoo zwaar benadeelde bewoners van Noord-Frankrijk, zou men van Fransche" zij- de voorai meer spoed hebben verwacht. Duitschland verplichtte zich tot de levering van miaiteriailen em manrnen tot hulp bij dezen wederopbouw, miaar wait wel eenigszins vreemd aandoet, is de tegenstand dien deze overeenkomst bij de belanghebbende Fran schen vindt. In verschillende dorpen heeft de meerderheid geweigerd Duitsche werklieden voor het beoogde doel te ontvangen. Nu mag men zeggen, dat de Franschen nog verbolgen zijn over de ondervonden verdrukking tijdens de bezetting, toch blijft een feit dat de meer- genoemde betere verhouding nog ganschelijk niet blijkt uit het door de Noord-Franschen ingenomen standpunt. Echter, ook Engeland wilde over die leveringen in natura meespre- ken, en den 7 Dec. toog Loucheur naar Lon den, om met den Britschen minister van finan- cien en deskundigen de zaak te bespreken. Intusschen had de uitvoer van Duitsch ka- pitaal en waardeig die op grond van het vre desverdrag werden opgeeischt: vliegtuigen, huisdieren, machines, enz. enz., naar de en- tentelanden in Duitschland een groote daling van die geldswaardle veroorzaakt, die dien 7 Nov. bijna tot een debacle leidde, toen de mark daalde tot nog minder dan een Neder- landsahon cent. Voor milliioenen marten (dus slechts enkele honderden guldens) werd er door buitenlanders in Duitschland gekocht aan alle denkbare artikelen. Groote uitver- koop heette het. Al heel spoedig echter wist de Duitsche regeering door verschillende maatregelen paal en perk te stellen aan den wilden verkoop naar het buitenland, maar ondertusschen was het land al weer verarmd en stonden de regeering en de industrieen al- weer voor nieuwe looneischen, wier inwilli- ging dikwijls door stalking moest worden afgie- dwongen. De ontstane verscherping van de duurte leidde den 15 en 21 Nov. en 5 Dec. tot plundering van winkels, speciaal van le-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1921 | | pagina 8