Buitenlamd.
ntecrw stuk n.l. „Qntrww* van Sen Itattaan
Roberto Bracco. Met Gimberg, Gobau en
Bruning naast zich, bezorgde zij het stuk een
vrij groot succea.
Een ander nieuw stuk deed het minder.
„Lange Joele" van Carl Hauptman (niet te
verwarren met zijn veel meer begaafden, jon-
geren broeder Gerhard) verdween na enkele
voorstellingen van het repertoire, ondanks het
goede spel van Magda Janssens in de hoofd-
rol.
Nu op 't eind van 1921 vond plaats
de wederopvoering van „Trilby" met Roy-
aards als Svengali. Wij twijfelen niet of in
1922 zal „Het Ned. Tooneel" sterker voor
den dag komen, dan tot op heden.
„De Tooneelvereeniging" onder H. Heijer-
mans gaf in 1921 o.a. „Deugd", een blijspel
in vier bedrijven van Sutro, met Nico de Jong
en Pine Belder als hoofdvertolkers. Daarna
kwam ,,De Roovers" van Schiller op het
repertoire. De romantiek herleefde. Adolf
Bouwmeester en Gilhuys speelden de broe-
ders Frans en Karl Moor. Rika Hopper was
Amalia.
„De dochter van Roelant" werd nog eens
geprobeerd en daarna kwam „Pete" van Hall
Caine. Ondanks het spel van Rika Hopper en
Nico de Jong, kon het stuk niet boeien. Het
sterke stuk „Dollarkoning" deed beter, al was
het ook een reprise. Er werkte in dit stuk een
uitmuntend trio samen, n.l. Willem v. d.
Veer, Nico de Jong en R. Hopper. „Esthers
verloving" en „Marie Antoinette" dienen ook
nog genoemd.
In't nieuwe seizoen kwam Heijermans zon-
der vaste schouwburg en moest hij zijn ge-
zelschap weer inkrimpen. Dit speelt nu hier,
dan daar. Natuurlijk geeft het vele Heijer-
mans-stukken, maar verder mogen de goede
opvoeringen van Magda en Blanchette ge-
roemd. Magda hebben wij hier in Alkmaar
uitstekend gezien. Een blijspel „Nero" was
vrijwel een mislukking.
„Het Holl. Tooneel" onder Louis de Vries,
had het niet gemakkelijk. Van de meest op den
voorgrond tredende stukken noemen wij„De
Wandelende Jood", waarin Louis de Vries
nog steeds triomfen viert.
Verder gingen er: „Het paard van Troje",
van Albert van Waasdijk en „Menagerie"
van Curt Goetz, die echter het publiek met bij
voortduring konden boeien. „E>e Recnte Lijn",
in nieuwe bewerking van Fabricius, werd ook
nog ten tooneele gebracht.
Een succes was de reprise van Het Cafetje,
met Chrispijn Jr. in de hoofdrol.
Verschillende leden van de Vries' gezel-
schap gingen heen, o.a. v. Kerckhoven en
Chrispijn met hunne vrouwen. Mien Duy-
maer van Twist kwam er bij. Het nieuwe
seizoen bracht naast verschillende reprises
(Recht tot staken, Wandelende Jood, Spaan-
sche vlieg) o.a. de Hernfeldklucht: Wie is de
vader? Daarna ,,Bekentenis" waarin Louis de
Vries, Mien Duijmaer en het echtpaar Erf-
mann meewenkten.
Het succes van de familie Lehmann bracht
de Vries er toe nog twee stukken van Her
man Reichenbach op te voeren n.l. „Lore Bra-
band's Noodlot" en „Haat", maar tot een
Lehman-succes konden zij het niet brengen.
Ook „de Laatste Eer" (hier vroeger gespeeld
door't Vrije Tooneel) beleefde nog een paar
voorstellingen.
Wij hopen voor den volijverigen en zoo se-
rieusen directeur de Vries, dat het hem spoe
dig moge gelukken op eenige goede kasstuk-
ken de hand te leggen. Misschien brengt
1922 verrassingen.
Het gezelschap Mullens en de Bree in het
Grand Theatre ging voort met zijn serie-
voorstellingen van echt leuke blijspelenDe
Kribbebijter, De Muizenval, Kiki, Woning-
nood en thans Beurskoorts" van dezelfde
schrijvers als de Kribbebijter. Succes is daar
bij voortduring.
Operette en Volkstooneel hadden steeds
stellen, het belangrijkste op tooneelgebied uit
veel succes. De Jantjes, de Clown en ook het
nieuwe stuk van Inte Omsman: De Zwerver
van Prodnetskoi.
Thans willen wij bespreken de vier gezel-
schappen, die een bijzondere werkzaamheid
aan den dag hebben gelegd. Twee daarvan
bestonden reeds in Januari '21 n.l. de Combi-
natie Hofstad-Tooneel-Rotterdammers en
Het Schouwtooneel.
De andere twee „Het nieuwe gezelschap
Verkade „De Haghespelers in't Voorhout"
en „Comoedia" begonnen pas met Septem
ber.
I. De Combinatie Hofstad Tooneel-Rott.
Tooneel onder leiding van Cor v. d. Lugt, v.
Eisden en Tartaud kwam na het afscheid van
J. C. de Vos in ,,het Wonderkind" met een
nieuw stuk van Mevr. IJssel de Schepper-
Becker, getiteld „Het Laatste Stadium", een
fel satiriek stuk met een belofte voor de toe-
komst. „Overschotje", het succes van Annie
van Ees, beleefde al spoedig zijn 50e opvoe-
ring. Een nieuw stuk van Suze la Chapelle
Roobol volgde, „Het Voorbeeld", een tooneel-
spel in vier bedrijven. Mevr. Schwab, Mien
Vermeulen en Jan v. Ees bezorgden het eeni
ge succesvolle voorstellingen.
Met het tendenz-stuk „Slachtoffers" van Fe
lix Rutten werd een eerlijk succes behaald.
't Was een eenigszins gewaagd experiment,
maar't werd sober en met toewijding ge
speeld.
De Rotterdammers brachten een werk van
Henri Bataille naar voren: Partijleiders, het
echtpaar Tartaud, Martha Walden en
Chrispijn zorgden voor prima vertolking.
Mooier werk deed Mevr. Tartaud echter in
de beide Ibsenstukken: Rosmersholm en
Spoken. Onverbeterlijk van deze knappe
actrice.
Een stuk uit het Indische Plantersleven ge
titeld S. O. S. (Save our souls) het Marconi-
seinteeken van een schip in nood volgde. Een
tendenz-stukje, met veel entrain gespeeld,
maar de schrijver Paul Jorgen was er niet
bijzonder in geslaagd, zijn stuk levenswaar
te maken.
Caroline van Dommelen vierde haar 25-
jarig jubileum in het Hongaarsche stuk
„Man en Vrouw". Jules Verstraete en Flor la
Roche waren haar tegenspelers. Mevr. Veer
hoff debuteerde in dit stuk bij het gezelschap.
Hubert la Roche vierde triomfen in Tartuf-
fe, Brondgeest in Pomarius (nieuwe bezet
ting) en op't eind van't seizoen in Arsfene
Lupin.
net nieuwe seizoen bracht eerst een zang-
snel van J. Reyneke van Stuwe, getiteld
„wie?" Cor van der Lugt en Annie van Ees
speelden daarna heel mood in het stuk van
Sachs Oritry: Je't nlnre, Ik freb Kef. Pfa-
bert la Roche gaf hoog komisch spel in „Bi-
bikoff, de man onder het bed", naar een hu-
moreske van Dostojefski. In Oud-Heidelberg,
bij de Rotterdammers ten tooneele gevoerd,
verraste de jonge Jan C. als Karl Heinz.
Veel moeite had men zich gegeven voor de
opvoering van „Dauton", het stuk van Ro-
main Rolland.
Willem v. d. Veer trad als gast op in de
hoofdrol. De hooge verwachtingen werdeu
niet vervuld. Ook de opvoering van „Het
Hoogste geluk" was niet succesvol. Dit lag
meer aan het stuk, dan aan de vertolking,
want het viertal: Mevr. Tartaud, Fie Carel-
sen, Jules Verstraete en Louis Chrispijn Jr.
gaf voortreffelijk spel.
„Caesar's vrouw", het stuk van den En-
gelschen schrijver Maughan, werd een tri-
omf voor Marie Holtrop en een succes voor
Brondgeest en J. C. de Vos Jr. Chrispijn Sr.
bracht het oude stuk van Brieux: „Vriendin-
netje" nog weer eens ten tooneele, maar in
drie, i. p. v. vier bedrijven. Hij had goed ge
zien. 't Stuk deed het nog uitstekend, voorai
in de provinde.
In November vierde Hubert la Roche zijn
40-jarig jubileum, jammer genoeg niet in
zijn glansrol: Cyrano de Bergerac, maar in
een ander Fransch stuk, n.l. Le Comedien (de
tooneelspeler) van Sacha Guitry. Al was dit
stuk nu minder geschikt om de groote gaven
van den jubilaris te doen uitkomen, hij werd
er allerwegen niet minder om gehuldigd. La
Roche is en blijft een geweldig acteur.
Alvorens over te gaan tot haar Kerstpro-
gramma, werden nog gegeven de „Getroffe-
ne", een Duitsch stuk, dat weinig deed, en
,,Zijn Terugkomst", Fransch blijspel van de
Flers en de Croisset.
Het Kerstprogramma bracht twee aller-
aardigste stukken, die prima gespeeld zeker
nog langen tijd op het programma zullen
blijven. Het Engelsche stuk: „Sweet, but not
refined" van Lady Leven, werd opgevoerd
onder den titel: „Bruine Suiker" en was een
nieuwe triomf voor de lievelinge van het
Haagsche publiek: Annie v. Ees.
't Was dan ook eenig zooals zij in uitmun
tend gekozen costuums de rol van Stella Sloa-
ne vervulde, het aardige koristetje, dat men
den zoon van Lord Knightsbridge trouwt
Heel veel moet er gebeuren voor zij als echte
dochter door Lady Knightsbrige wordt er-
kend. Maar de eerlijke, joviale Stella wint
het pleit ten slotte. Behalve Annie van Ees
speelden het echtpaar Schwab, Fie Carelsen,
Anton Roemer e. a. voortreffelijk.
„De Javaansche Pop" was het tweede
stuk. Een blijspel van Lothar Schmidt en H.
Bachwitz. Voorai het fijne spel van Loe
Chrispijn maakte het stuk tot een succes.
Martha Walder was eveneens uitstekend. Om
het geheel is echt hartelijk gelachen.
„Getroffene", een Duitsch stuk, dat weinig
deed, en „Zijn Terugkomst", Fransch blijspel
van de Flers en de Croisset.
In 1922 zal zeker bij deze combinatie niet
minder hard gewerkt worden dan in't afge-
loopen jaar. Veel moois is stellig nog te
wachten.
II. Het Schouwtooneel. Directie Musch en
v. d. Horst. Dit ernstig werkend gzelschap
heeft in't afgeloopen jaar veel mooie succes-
sen te boeken gehad.
In het oude seizoen Schuitzlers „Eenzame
weg", een zeer moeilijke opgave. Het Duitsche
blijspelletje „De Hofloge" gaf minder moeite.
Bijzondere vermelding verdlent de opvoering
van Strindberg's „Paschen", dat door het
schitterende spel van Ko van Dijk, Frits
Bouwmeester en Charlotte Kohler diepen in
druk maakte.
Van twee oorspronkelijke stukken volgde
kort daarop de premiere n.l. „Het Gouden
Juk" van A. J. Zoetmulder en „Klatergoud"
van de actrice B. RanucdBeckman. Het
eerste deed al heel weinig en kon door goed
spel (de bezetting was uitstekend) niet gered
worden. „Klatergoud" was beter en werd ge-
dragen door Greet Lobo, Musch en Mevr. v.
d. Horst. Deze laatste trad kort daarna op in
haar glansrol: „E>e onbekende Vrouw". Men
zal zich nog wel kunnen herinneren welk een
indruk haar prachtige spel in Bisson's stuk
maakt.
Het Schouwtooneel schijnt het geheim te
bezitten goede opvoeringen te geven van Mo-
lierestukken. Maar jan Musch is voor dit
fijne werk geknipt. Hij was de hoofdoersooa
in een tweetal werken van Moliere en zorgde
voor het succes. „Belachelijk Hoofsche Juf-
fers" en „Dokter tegen wil en dank", hebben
daarna nog menige opvoering beleef en zijn
ook in't nieuwe seizoen op't repertoire geble-
ven.
De eerste daad in dit nieuwe seizoen was
de opvoering van Shakespeare's Othello. Vier
personen beheerschen dit werk. Jaco en Othel
lo, Desdemona en Emilia, Musch en van Dijk
vertolkten zeer knap de beide eerste, Mevr. v.
d. Horst de laatste. Mevr. SandersHerz-
berg was niet zoo sterk als Desdemona.
„Polly Perkins", dat alleraardigste blijspel,
werd ook weer opgevoerd. Kitty Kluppel nad
de moeilijke taak Greet Lobo, die was
weggegaan, te vervangen. Maar zij deed het
alleraardigst. Ook „Vadertje Langbeen"
trok nog voile zalen.
Mooi was de opvoering van „Mara" van
Herman Middendorp. Deze jonge letterkundi-
ge had zich geen gemakkelijke taak opgelegd
Het Schouwtooneel speelde zijn werk met
groote toewijding.
Een aardige vondst was het eenvoudige
oorspronkelijke blijspel van Archibald Laafs
(pseudoniem); getiteld Z. B. B. H. H. (Zijn
bezigheden enz.). Ook hierin was Ko van
Dijk weer de stuwende kracht. Nog meer Hol-
landsche auteurs kwamen aan't woord. Mau-
rits Wagenvoort hadeen avontuur van den
beruchten Casanova in tooneelvorm gebracht
Het stuk getiteld „Casanova in Amsterdam"
werd in Haarlem, den Haag en Amsterdam
opgevoerd, doch voldeed niet zooals men ver-
wacht had. De titelrol werd gespeeld door
Jan Musch.
De heer Defresne (echtgenoot van Charlot
te Kohler) had het bekende werk van M
SchartenAntink: „Sprotje" omgewerkt tot
een stuk in tien tafreeien. Altijd een ondank-
baar en moeilijk werk van een boek een stuk
te maken. Het mooiste van de opvoering was
de fiine uitbeelding, die Charlotte K5hler van
„Sprotje" gaf.
Op't laatst van dit jaar is Het Schouwtoo
neel algemeen bekend geworden door de op
voering van „Vrijheid", een expressionistisch
drama van Herbert Kranz. Het expressionis-
me is een nieuwe richting in de tooneelkunst,
en t is een daad ran moed geweest osn daar
in ons land mee te beginnen. De burgemees-
ters van onze groote steden waren bang, dat
het stuk tot ordeverstoringen aanleiding zou
geven en verboden het. Een storm van ver-
ontwaardiging stak op en de heeren zagen
spoedig in, dat zij zich vergist hadden. 't Ver-
b<xl werd opgeheven. Maar de reclame was
gemaakt. En velen zullen nu met de nieuwe
richting kennis maken. Wij hebben „Vrijheid"
nog niet kunnen bijwonen, wel gelezen. Zoo-
dra wij't echter gezien hebben, hopen wij er
nog eens op terug te komen. Het Schouw
tooneel gaat geregeld voort met het brengen
van nieuw werk. Dat zal in 1922, naar wij
hopen, zoo blijven.
Gedurende de zomermaanden werden weer
op tal van plaatsen, o.a. ook te Bergen, open-
luchtvoorstellingen gegeven. In Valkenburg
was weer het Schouwtooneel.
Uok het Hofstad Tooneel deed aan open-
lucht en voerde bij Wassenaar op het fijne
werk van Edmond Rostand: „Les Romanes
ques". Romantische liefde werd merkwaardig
door't spel van La Roche als Strafforel.
Martha Walden en Jan van Ees waren de
jong-verliefden.
Van het Klassieke Tooneel onder Albert
Vogel, memoreeren wij o.a. Polyphemos, dat
heel goed was.
III. De Hagespelers in't Voorhout.
De heer Eduard Verkade kwam uit Enge-
land terug en wist door invloedrijke personen
gesteund, de Haagsche Schouwburg voor een
aantal vaste avonaen in de week tot speelzaal
te krijgen. Een gezelschap was gauw ge-
vorma en nu is het meuwe gezelschap al vier
maanden aan den gang. Veraade heeft heel
wat goede krachten om zich verzameld. Nico
de Jong, Cor Kuys en 1 illy Lus. iheo Fren-
ael en Lily Bouwmeester van Dalsum, Joh. de
Meester jr. en nog enkele jongere krachten,
terwiji als gast op trad Mevr. Lisa Mauns.
Als openmgsstuk was gekozen: ..Het Mos-
terdzaaaje", een tngelscne politiek stuk van
H. M. Harwood. De bezetting der hoofdrol-
len: N. de Jong, Cor Kuys, iilly Lus was
goed, maar het vele politieke geredeneer
maakte, dat het stuk toch niet zoo heel erg in
den smaak viel. Het Engelsche blijspel
„Waarom trouwen?" deed't oeter. Ook keer-
de Verkade nog eens tot zijn oude liefde te
rug „De Ernst van Ernst" (met de eenacter
van Schuitzler de Gezellin) en „Z'n Eenige
Vrouw" kwamen voor het voetlicht, en met
succes.
Eindelijk kwam het eerste optreden van El-
sa Mauhs, niet in een groot nieuw stuk, maar
in enkele eenacters. Schitterend speelde zij in
„Het eeuwige trio" van Sutro met de Jong en
van Dalsum, prachtig ook in „De karos van
den Bisschop" met Cor Ruys.
Op't laatst van November deed Verkade
een zeer gelukkige greep door op te voeren:
„De Gele Mantel", een Chineesch stuk van
de Amerikanen en Benrimo. Op Westersch-
Chineesche wijze opgevoerd, met de eigenaar-
aigheden van regie en primitieve hulpmidde-
len der Chineezen, had het stuk een groot
succes. 't Was voor Verkade als regisseur een
zeer moeilijke taak een goed geheel te verkrij-
gen, maar't is hem schitterend gelukt. Eigen-
aardigheden, die men ook op't Chineesche
tooneel vindt (wel niet geheel zuiver, maar
dat heeft Verkade ook met gewild) doen eerst
wel wat vreemd aan zoo b.v. het aanwezig
zijn op het tooneel van een z.g. tolk en de
handlanger, die verschillende dingen uitleg-
gen of aanduiden. Maar toen't publiek een-
maal aan het pnmitieve was gewend, lachte
niemand meer. Tilly Lus speelde b.v. een
scene met een stuk hout met lappen als haar
kindje en alien kwamen diep onder den in
druk. Met de grootste aandacht hebben wij
een opvoering van „De Gele Mantel" bijge-
woond. 'tWas zeer interessant, 't werd door
het gtheele gezelschap Verkade uitstekend ge
speeld.
Herman Kloppers als de zwijgende hand
langer, die geregeld vlug kleine veranderin-
gen op het tooneel aanbrengt, was zuiver in
zijn uitbeelding. Tilly Lus en Lilly Bouw
meester waren ontroerend. Dick van Veen, als
de jonge held, zoo goed, als wij hem tot op
heden nog niet zagen.
Op't laatst van't jaar brengt Verkade een
reprise van zijn successtuk „de Duivel" met
Nelly Stants als Jolanthe.
Verkade zal zeker alle pogingen in het werk
stellen, om ook in 1922 zich de Haagsche
Schouwburg bij voortduring waardig te too-
nen.
IV. Comoedia. Dit dappere troepje van
jeugdige volijverige en serieuze tooneelbeoe-
fenaars heeft zich reeds na enkele maanden
een uitstekende naam verworven. De voor-
naamste leden zijn D. J. Lobo en Mevr. Lo
boBraakensiek, C. v. Kerckhoven, M. van
KerckhovenKling, Dirk Verbeek, Bets Ra-
nucci, Dora Haus en nog enkele anderen. Hun
eerste voorstellingen moesten deze kunste-
naars geven in het kleine zaaltje voor Vocale
en Dramatische Kunst aan de Wetering-
schans. Spoedig konden zij ook in de
Schouwburgen in andere steden optreden
Het openingsstuk was „Herbergierster" van
Goldoni en had al direct succes, voorai door
'tguitige, petillante spel van Mevr. Lobo en
't goede spel van Lobo, Verbeek, van Kerck
hoven e. a.
Een schitterend succes behaalde Comoedia
met haar tweede stuk: „Vlam" van Hans
Muller.
Hetgeen gegeven werd is misschien niet al
tijd even fijn verwerkt, maar technisch is het
stuk schitterend geslaagd. Het is geworden
een sterk speelstuk en daar heeft Comoedia
een zeldzaam gebruik van gemaakt. Want het
is gespeeld op superieure wijze voorai door
Mevr. Lobo en van Kerckhoven, maar ook de
anderen hebben medegewerk tot een gaaf ge
heel. Mevr. v. Kerckhoven als Ilonka, Verbeek
als de vriend.
Het stuk werd op enkele plaatsen verboden.
Als derde en laajste stuk van dit gezelschap
noemen wij „Rugby" van Wilhelm Spijer, een
stuk onderhoudend en vaak geestig, hier en
daar gewaagd, maar in zijn strekking meer
een moraliseerend blijspel. 'tWerd zeer goed
gespeeld.
Wat het optreden van buitenlandsche gezel-
schappen betreft zij gememoreerd een optre
den van Jeanne Prevost in „Amants" van
Donnay, prachtig spel van Lugne Poe in „Le
cocu magnifique" van Crommelynck en het
groote succes der bekende Duitsche actricx
(Wienerin van geboorte) Leopoldine Kon-
stantin, die hier in November een reeks schit
terende voorstellingen gaf, o.a. van Fasching,
Die Tanzerin, Fraulein Julie en Abschiedfr
souper
Gaame vermelden wij nog, dat onze groot
ste acteur Louis Bouwmeester, ondanks zijn
79 jaren nog even flink en krachtig is, vol
vertrouwen op de toekomst, als 30 jaar terug
Hij heeft nog grootsche plaonen. Wij hopen
voor hem, dat alles naar wensch zal gaan.
Wij willen thans dit overzicht eindigen. 't
Wil geenszins de pretentie hebben volledig te
zijn en't had misschien ook op sommie'e
plaatsen uitvoeriger kunnen wezen. Wij heb
ben echter slechts aan uw oog willen doen
yoorbijtrekken het voomaamste wat op't
groote tooneel in ons land voorviel.
Wij hopen, dat 1922 veel moois zal bren
gen op tooneelgebied en dat uw aller belang-
stelling in de prachtige tooneelspeelkunst en
hare dienaren en dienaressen bij voortduring
moge toenemen.
G.
Het is zeer zeker een goede gewoonte, om
op Oudejaarsavond, rusug gezeten om de
taiel m ae huiskamer, eens een terugblik te
siaan op hetgeen het welhaast vervlogen jaar
voor ons land en voor de heele wereld is ge-
weest. Voor wat het buitenland betrett, willen
wij in het hieronder volgend overzicht de be
langrijkste gebeurtemssen in de herinnering
terugroepen. Het zal niet onze schuld zijn, als
wij met altijd opwekkende lectuur onzen le-
zers kunnen voorzetten, wij weten immers,
dat in 1921 evenals in f vorige jaar suaat-
icuna'ige en sodaie wdeiiiingen, nationaie ramr
ptn tan eitauben en hongensnood schering en
'liiiiSiag wanen van wat men' in de rubneken
„nuuenland" in de bladen kon lezen.
Alom voelt men nog zwaar de gevolgen van
den wereldooxlog van 19141918 en nog is
de Vrede op aarde niet teruggekeerd. In de
meeste staten van het oude Europa is het
oogenschijnlijk wel vrede, maar slechts weinig
zal noodig zijn om de door langdurige werk-
loosheid en al de gevolgen van dien evenzeer
als door de politiek dikwijls uit hun evenwicm
gestagen gemoederen tot volslagen roerigheid
te brengen.
Maar toch ook en we moeten dit dank-
baar erkennen zijn er krachtige persoon-
lijkheden werkzaam in de goede richting, n.l.
die van beperking der ontwapening van de
verschillende nanes, waardoor dan als van-
zelf reeds het oorlogsgevaar kleiner wordt.
Heeft niet het gevleugelde woord: „Wilt gij
vrede, bereidt u ten oorlog" zijn algeheele on-
houdnaarheid bewezen?
De sterke bewapening der verschillende
staten heeft den oorlog in 1914 doen ontstaaa
en zoo verschrikkelijk doen worden. Zouden
we dan niet elke poging toejuichen, die wordt
gedaan om de krijgstoerustingen te verminde-
ren?
Aan den Amerikaanschen president Har
ding den 4den Maart als zoodanig opge-
treden na het heengaan van Wilson komt
de eer toe daaraan den eersten gevoelingen
stoot te hebben gegeven. Den I2den Nov.
kwamen op zijn verzoek de gedelegeerden
van verschillende landen (ook Nederland als
belanghebbende bij een regehng van de kwes-
ties aangaande den Stillen Oceaan) bijeen
om te pogen een oplossing van de hangende
problemen te vinden. Geconstateerd kan wor
den, dat thans reeds succes is te boeken: Ja
pan verminderde zijn leger- en 'oebegroo-
ting (in Febr. verwierp het nog v vstd
in het parlement tot beperking der bewape
ning), een oplossing werd gevonden voor het
geschil tusschen Amerika en Japan over het
eilaindi Yap miet zijm mternationale telegraaf-
kabels, de Chineesche kwestie en andere zaken
betreffende de Stille Zuidzee werden in een
verdrag tusschen Engeland, Amerika, Japan
en Frankrijk opgelost, en, wat het voornaam-
ste is, de drie groote zeemogendiheden, Enge
land, Amerika en Japan, kwamen tot over-
eenstemming betreffende de onderlinge sterk-
te hunner oorlogsvloten en troffen de bepa-
ling dat gedurende 10 jaren geen oorlogs-
schepen zullen worden bijgebouwd. Alleen
met de duikbooten zit het nog niet zoo glad.
Engeland wil dit oorlogswapen geheel afge-
schaft zien, terwiji Frankrijk het beginsel hul-
digt, dat het onbeperkt moet kunnen beschik-
ken over „klein materiaal". Japan en Italie
gaven te kennen er evenzoo over te denken en
nu had de Amierikaansche regearinig een
middenweg gevonden om tot een vergelijk te
komen: de Ver. Staten en Engeland elk ver-
minderen tot 60.000 ton en de de drie ande
ren houden wat ze hebben. In elk geval dan
toch al geen aambouw meer! Helaas, is dilb
voorstel voorioopig van de baan door de af-
wijizenidb houding van de ouderen. Ieder
land zal nu weer mogen. voortgaan met den
duilkbootentoouw zoo veel het wil. Bovendian
wil Franikrijk nog niet weten van't geheel
siileggen van zijne ooriogswerven ('t diende
16 Dec. zijn voorstel in betreffende vloot-
bouw: 10 slagschepen in 10 jaar.
Er schijnt wel eenige ruimte voor het ver-
moeden, dat Frankrijk zal willen toegeven,
ook op het gebied van legerbeperking het
houdt nog vast aan zijn leger op de tegen-
woordige sterkte met het oog op een „oorlogs-
zucbtigen geest in Eiuitschland" als de
andere staten slechts waarborgen willen ge
ven voor de veiligheid van den Franschen bo-
dem, m. a. w. zich' verbinden Frankrijlk te
steunen als het door Duitschland wordt aan-
gevallen.
Maar afgezien van deze moeilijkheden bij
de ontwapeningspogingen, feit blijft toch
dat voor een. eerste begin reeds belangrijike re-
sultaten zijn verkregen. Er is nog veel meer
werk aan den winkel m wij ontveinzen ons
niet, dat het vraagstuk der legerbeperking
stellig nog veel moeilijkheden oplevert, maar
toch, het reeds bereikte is een waarborg voor
den wensch der verschillende regeeringen om
tot vermindering van de uitgaven voor leger
en vloot te komen en wij zijn er van overtuigd,
dat de macht van hen, die in militairistiscb
vertoon de grootste kracht eener natie zien,
duchtig aan het tanen is.
Wij"! willen bijl onzen terugblik over 1921
allereerst het oog richten naar DUITSCH
LAND, onzen naasten buurman.
Zooals te begrijpen is, zucht het zwaar on
der de gevolgen van den verloren oorlog. De
vroegere vijanden als het laatste land, dat
officieel nog altijd op voet van oorlog met
Duitschland verkeerde, heeft Amerika dit jaar
ook vrede gesloten (14 Nov. teekende presi
dent Harding het vredesprotocol) zien
soherp toe op Dhifschlandls doen en latem en
een stroom van nota's kwam te Berlijn bin-
nen. Vele dezer kwamen van Frankrijk of van
de Commissie van Heratd cn betroffen de
ontwapening, d3e steeds nog niet voldoendo
werd geoordeeld, of de schadevergoeding, die
wel geregeld is, maar waarvan Duitschland
beweert dat het niet aan de gemaakte bepa-
lingen kan voldoen.
Op een conferentie te Londen deed den 1
Maart een Duitsche delegatie mededeeling
van hetgeen haar land inzake de schadeloos-
stelling meende te kunnen doen, doch deze
voorstellen maakten een zeer slechten indruk
op de andere aanwezigen. Den 3 Maart zon-
den de geallieerden dan ook een ultimatum,
waarin met dwangmaatregelen werd gedreigd
bij het niet aannemen van de indertijd te Pa-
rijs gegeven voorstellen. De straffen zouden
bestaan in het bezetten van eenige steden in
het industriegebied aan den Rijn en in eco-
nomische maatre'gelen. Den 8en d.a.v. wer
den Dusseldorf, Duisburg en Ruhrort bezet
(Amerika en Italie deden hier aan niet mee)
terwiji ook verschillende douanemaatregelen
genomen werden, die .op 19 April in werking
traden. Dat een en ander met wrok in
Duitschland werd waargenomen, is te begrij
pen, voorai ook toen protesten bij den Volken-
bond tegen de dwangmaatregelen niet moch-
ten baten, en men hield vol met de onmoge-
lijkheid van betaling te beweren. Den 23
Maart werd geweigerd de volgens de bepalin-
gen vo6r 1 Mei te betalen 12 milliard goud-
marken te storten, waarop natuurlijk weer
een nota van de Commissie van Herstel volg
de.
Duitschland riep op 22 April Amerika's
tusschenkomst in inzake de schadeloosstellin-
gen, maar Harding weigerde er op in te gaan,
zich echter bereid verklarende de hervatting
der besprekingen tusschen Duitschland en de
geallieerden te bevorderen.
Voorstellen en tegenvoorstellen waren van
Duitschland's weigering het gevolg, zelfs een
krijgsraad op het Elysee en besprekingen
tusschen Briand (Frankrijk's eerste minister)
en de generaals Foch en Weygand.
Op een conferentie der geallieerden te
Londen op 30 April, als gevolg van een bij-
eenkomst van Lloyd George en Briand op 23
April werd een nieuw Duitsch aanbod inzake
het betalen der schadeloosstelling (50 milli
ard mark contante waarde of 200 milliard in
annuiteiten) besproken en onvoldoende geacht
(de Commissie van Herstel bepaalde 26 April
dat Duitschland 132 milliard alleen voor
herstel van toegebrachte schade heeft te be
talen). Een ultimatum der geallieerden werd
den Duitschen gezant te Londen den 5 Mei
overhandigd, waarin de wijze van betaling
der geeischte schadeloosstelling, o.a. door hef-
fing van een deel van den Duitschen uitvoer,
der Duitsche belastingen en andere inkom-
sten, werd omschreven. Dit ultimatum, waar-
aan kracht werd bijgezet door militaire maat-
regelen volgens het plan van generaal Foch,
werd den 10 Mei, nadat een nieuw ministerie
was gevormd met dr. Wirth als rijkskanse-
lier, door Duitschland onvoorwaardelijk aan-
vaard.
Wat dat uitvoerpercentage betreft, blijkbaar
heeft dat den geallieeiden niet gebracht wat
ervan verwacht werd. De uitvoer werd er na
tuurlijk door beperkt, wat weer verlaging van
inkomst voor de geallieerden tengevolge had.
Engeland verminderde reeds den 19 Mei het
percentage van 50 op 26, trouwens Britannie
is steeds het meest verzoenlijk geweest van de
vijanden. Den 27 Mei zond Duitschland 850
millioen mark in goud naar Paiijs, met kunst
en vliegwerk bijeengebracht, op welk bedrag
den 18 Juli reeds weer 31 millioen volgde.
Den 1 Oct. werden alle economische maat-
regelen der geallieerden tegen Duitschland
opgeheven. De meening werd uitgesproken,
dat, nu Duitschland goeden wil had getoond,
dergelijke sancties niet meer noodig waren.
Vermoedelijk was deze opheffing mede een
gevolg van de ook in de landen der geallieer
den zich baan brekende overtuiging, dat er
een meer verzoenende verhouding tusschen
Duitschland en de entente en speciaal Frank
rijk dient te ontstaan in het belang van heel
de wereld. En dat een starre houding, zooals
die voorai door Frankrijk's oud-president
Poincare wordt ingenomen, een houding die
van geen inschikkelijkhedd wil weten en het
vredesverdrag van Versailles ongewijzigd wil
uitvoeren, niet tot het ontstaan van zulk een
betere verhouding meewerkt, begrijpt ieder.
Een onderdeel van de door Duitschland
verschuldigde schadevergoeding vormt de be
taling in natura, waartoe de Duitsche minis
ter van wederopbouw Walter Rathenau en de
Fransche minister voor de bevrijde gebieden
Loucheur den 6 Oct. te Wiesbaden een over-
eenkomst troffen, waarvoor de eerste bespre
kingen reeds 12 Juni waren gehouden. Vlug-
ge afwerking is anders. Waar het hier betreft
het verleenen van hulp aan de door den oor
log zoo zwaar benadeelde bewoners van
Noord-Frankrijk, zou men van Fransche" zij-
de voorai meer spoed hebben verwacht.
Duitschland verplichtte zich tot de levering
van miaiteriailen em manrnen tot hulp bij dezen
wederopbouw, miaar wait wel eenigszins
vreemd aandoet, is de tegenstand dien deze
overeenkomst bij de belanghebbende Fran
schen vindt. In verschillende dorpen heeft de
meerderheid geweigerd Duitsche werklieden
voor het beoogde doel te ontvangen. Nu mag
men zeggen, dat de Franschen nog verbolgen
zijn over de ondervonden verdrukking tijdens
de bezetting, toch blijft een feit dat de meer-
genoemde betere verhouding nog ganschelijk
niet blijkt uit het door de Noord-Franschen
ingenomen standpunt. Echter, ook Engeland
wilde over die leveringen in natura meespre-
ken, en den 7 Dec. toog Loucheur naar Lon
den, om met den Britschen minister van finan-
cien en deskundigen de zaak te bespreken.
Intusschen had de uitvoer van Duitsch ka-
pitaal en waardeig die op grond van het vre
desverdrag werden opgeeischt: vliegtuigen,
huisdieren, machines, enz. enz., naar de en-
tentelanden in Duitschland een groote daling
van die geldswaardle veroorzaakt, die dien 7
Nov. bijna tot een debacle leidde, toen de
mark daalde tot nog minder dan een Neder-
landsahon cent. Voor milliioenen marten (dus
slechts enkele honderden guldens) werd er
door buitenlanders in Duitschland gekocht
aan alle denkbare artikelen. Groote uitver-
koop heette het. Al heel spoedig echter wist
de Duitsche regeering door verschillende
maatregelen paal en perk te stellen aan den
wilden verkoop naar het buitenland, maar
ondertusschen was het land al weer verarmd
en stonden de regeering en de industrieen al-
weer voor nieuwe looneischen, wier inwilli-
ging dikwijls door stalking moest worden afgie-
dwongen. De ontstane verscherping van de
duurte leidde den 15 en 21 Nov. en 5 Dec.
tot plundering van winkels, speciaal van le-