Atkmaarsche Gourant
G
Vraag en Aanbod.
HonderdVier en Twlnttgste Jaargang,
Zaterdag 14 Januari.
Uit Watson's] papleren.
Economische zwerftochten.
No. 18.
1922.
de directeur der oemeente-
WERKEN maakt bekend, dat de SCHA-
PENBRUO a.s. DINSDAO 17 JANUARI,
VOOR ALLE VERKEER en voor DE
SCHEEPVAART ZAL Z1JN AFGE-
SLOTEN.
(Nadruk verboden)
Sherlock Holmes reikte mij. een telegram
over, dat juist bezorgd was. „Lees even, Wat-
son.
Ik las:
„Ik heb je noodig in zake Cadogan West,
kom dadelijk. Mycroft."
Cadogan West? Vaag herinnerde ik mij
dien naam. „ls je broer niet in dienst van de
regeering?" vroeg ik.
En oil Een almachtig man: hij is toeval-
lig'nu zelfs regeeringsrvertegenwoordiger.
„mt zeg je? j
Ja, hoewel schijnbaar ondergeschikt, is
hij"een groot man: 5000 pond sterling trac-
tement. Wat voor reden heeft zoo'n Piet om
zich te verplaatsen 1 Wie is Cadogan ook
weer....?"
Ik bad inmiddeia in een paar couranten
gebladerd.
„Cadogan West is die jonge man, die ver-
leden Donderdag vermoord is gevonden on-
der een tunnel."
Dat is emstig en, als mijn broer er zich
mee bemoeit, bed ernstig.... De jonge man
't is waar ookis uit een trein gevallen of
vermoord."
Het onderzoek heeft uitgemaakt, dat hi]
schrijver was op het arsenaal van Woolwich
27 jaar, niet getrouwd. Hij is Maandag met
zijn meisje uitgegaan, juffrouw Violet West-
bury, en heeft haar om half acht ecnsidaps
verlaten. Waarom, weet men niet. Donder-
dags, 's morgens om 6 uur, vindt men zijn
lijk op de rails, het hoofd vreeselijk ver-
minktHij had een beurs met twee pond,
een cheque-boekje, dat zijn identiteit vaststel-
de twee kaartjes voor het Woolwich-theater
en'een pakket met stukken biizidh."
„Dan is de zaak gezond, Watson: de re-
;eeringpapieren, Mycroft alles is er. Maar
!aar komt Mycroft al."
Zoo was het. Mycroft met zijn intelligent
en energieke gezicht kwam binnen, vergezeld
van Lestrade, den bekenden detective van
Scotland-Yard.
„Een vervelende geschiedenis, Shenock
zei hij; „maar ik moest wel uit mijn drukte:
er is iets ernstigs gebeurd, dat het ininisterie
in onrust brengt. Ken je de zaak al
„Natuurlijk. Maar wat is er van de pa-
pieren geworden?"
„Ja juist, de papieren. Gelukkig weet men
er nog niets van. De papieren, die die onge-
lukkige bij zich had, betroffen den nieuwen
onderzeeer, den Bruce-Partington."
„Je begrijpt, hoe belangrijk die zijn; t is
het meest geheime geheim van den Staat.
Voor twee jaar heeft de Staat er een hoop
geld voor uitgegeven om het monopolie van
de uitvinding te hebben. De papieren waren
altijd opgesloten in een van de brandkasten
van het Arsenaal. Ze mochten het bureau
niet verlaten en nu vindt men ze in de zakken
van een klerkje, dat in het hartje van Lon
den vermoord wordt. Begrijp je er iets van
„Maar heb je ze ten minste terug?"
„Nee, Sherlock, nee. Dat wil zeggen, maar
zeven van de tien bladen, waaruit de stuk
ken bestonden. Wat denk je er van?"
„Eerst wat meer bijzonderheden en dan
zal ik het je zeggen."
„De bewaker van de brandkast is sir Ja
mes Walker, wel bekend. Hij heeft een van
de twee sleutels. Maandag waren alle papie
ren er nog. Sir James is om drie uur naar
Londen gegaan met dien sleutel in zijn zak.
Hij heeft den avond doorgebracht met admi-
raal Sinclair te Barclay Square".
„Wie had den anderen sleutel?"
„Een van de klerken, sir Sidney Johnson,
een man bekend om zijn eerlijkheid."
„En Cadogan West?"
„Tien jaar dienst, voortvarend, opbrui-
send, en eerlijk. Zijn werk bradht hem steeds
in aanraking met die stukken."
„Wie borg Maandag de stukken op?"
„Sidney Johnson."
„Het is duidelij'k. Dan is Cadogan West de
sdiuldige".
„Jawel, dat zal wel zoo zijn, maar waar
om zou hij de sHikken gestolen hebben?"
„Om ze te verkoopen aan een buitenlandsch
agent en toen hij te Woolwich terugkwam, is
hij vermoord en uit den trein geworpen."
„Wacht even," zei Mycroft. „Waarom zou
hij de papieren mee teruggenomen hebben?
„Met uw permissie," viel Lestrade in de
rede, Jaten we eens veronderstellen, dat ze
het met eens zijn geworden over den prijs.
De agent volgt hem, vermoordt hem in den
trein, steelt de papieren, die hij noodig heeft
en smijt het lijk op de rails."
„Heel goed," zei Holmes; dat kan: of de
verrader is dood 6f de stukken zijn al op het
vasteland. Wat te doen?"
„Handelen, Sherlock, handelenriep My
croft uit. „Ga naar het tooneel van de mis-
daad, spreek met de menschen, doe wat je
kunt; nog nooit is de gelegenheid zoo mooi
geweest om je land van dienst te zijn."
„Vooruit dan maar! Kom, Watson. Lestra
de, doe mij het genoegen mij te vergezellen.
We beginnen met het station van Aldgate.
Tot ziens, Mycroft."
Een uur later legde een rossige meneer van
de spoorwegmaatschappij ons uit:
„Daar is hij gevonden. Hij moet uit den
trein gevallen zijn, waarschijnlijk die van
middemacht. Alle wagons zijn nagezien er
is geen kaartie gevonden en alle aeuren wa
ren gesloten.'
„Dank voor uwe inlichtingen, mijnheer.
Niet noodig, u nog langer op te houden.
Mijnheer Lestrade, nu gaan we naar Wool
wich."
Te London Bridge seinde Sherlock Holmes
aan zijn broer:
wZend volledige lijttt der buitenlandsche
ipiennen, dia nu in Engeland cijn, «n hunne
adressen."
„Ik h€b een idee," zeide hij\ „en dat kan
ons een heel rind uit de buurt 'brengen.. De
man heeft elders den dood gevonden; zijn
lichaam ia op het dak van een spoorwagen
;elegd. Maarw« zullen zien of ik gelijk
ieb of ongelijk."
Tot Woolwich zei hij geen woord meer en
gaf daar, na een rijtuig gen omen te hebben,
het adres van sir James Walter.
't Was een mooie villa, omgeven door gras-
velden, die naar de Teems afdaalden.
Toen we binnen gelaten waren, zeide de
concierge met een plechtige gelegenheids-
stem:
„Sir James is vanmorgen gestorven."
„Watblieft," riep Holmes uit, „gestorven?"
En waaraan?"
„Zoo de heereni mijnheer's broer, kolonel
Valentin, willen spreken
Ja, gaarne!"
In een groot salon kwam de broer bij ons;
een knappe man van pl.m. 50' iaar. Hij was
zenuwacntig en zag bleek, blijkbaar diep on-
der den inaruk van het sterfgeval.
„Och, heeren wat een ellende! Mijn broer
was zoo gevoelig op het gebied van alle eere-
kwesties; hij heeft deze schandelijke geschie
denis niet kunnen overleven. De zaak heeft
hem den doodsteek aangedaan."
„Wij hadden hem inlichtingen, willen ver-
zoeken."
„lk gelcof niet, dat hij u iets had kunnen
zeggen. Hij dacht, dat Cadogan schuklig
was. Ik ook) behalve wat ik ge'ezeu of er
over heb hooren vertellen, kan ik u niets zeg
gen.
.,Dat is eene onverwachte ontknooping,"
zei Holmes, toen we weer in het rijtuig "zaten.
,,Ik vraag me af of dit een natuurlijke dood
is.... Maar nu gaan we naar de Cadogan
Wests...."
We zagen, een klein, netjes onderhouden
huisje in een der buitenwiiken van de atad.
Daar woonde de moeder. Zelf was zij te zeer
terneefgeslagen. om. ons van nut te zijn, maar
juffrouw Violet Westburv was bij haar.
„0, mijnheer Holmes/' zoo verzekerde zij.
„Arthur was de meest vaderlandslievende
man, dien ik ken. Hij zou ecrder zijn hand
hebben afgehouwen, dan zulk een oneerlijk-
heid begaan. Ik weiger in zijn schuld te ge-
looven.
„Toch zijn er feiten..."
„Ja, ja, dat weet ik; ik erken, dat die tegen
hem getuigen,."
„Had hij geldgebrek?"
„In 't geheel niet. Hij verdiende ruim zijn
brood en had weinig behoeften. Hij had een
honderd pond gespaard. Met Nieuwjaar zou-
den wij trouwen...."
En geen zweem'van geestelijke abnorma-
liteit? Kom, juffrouw Westbury, zeg de voile
waarheid. Was hij soms niet gepreoccu-
peerd....?"
Zij kleurde, aaizelde even' en zeide toen:
„Ja, dikwijls."
,;Sedert hoe langen tijd?"
„Sedert een week ongeveer. Hij was stil,
soms ontevreden. Eenmaal heb ik hem gc-
smeekt, mij de reden te zeggen. Toen bekende
hij, dat er iets was, dat zijn ambtenaarsleven
kwelde. Hij was in de noodzakelijkheid een
eheim te bewaren en hij voegde er aan toe,
at buitenlandsche spionnen heel wat zou-
den geven om bet te kennen.
„Vertel ons eens deni laatsten avond, dien
ge te zamen waart."
„We zouden naar de komedie gaan. We
fingen te voet; dicht bij het Arsenaal laat
ij mij eensklaps alleen. Ik wacht: hij komt
niet terug. Na een uur ben ik naar huis ge
gaan en "den volgenden dag hoor ik de vree-
seiijke tijding. O, mijnheer Holmes, rehabili-
teer hem'; hij was zoo op zijn eer gesteld."
Holmes schudde droevig het hoofd.
„Kom, Watson, nu naar het Arsenaal."
We werden er ontvangen door sir Sidney
Johnson. Een klein mannetje met bolle wan-
gen en handen, die voortdurend in beweging
waren.
Alles gaat vcrkeerd, mijnheer Holines, al
les gaat verkeerd. De chef is dood, Cadogan
is dood, de stukken zijn gestolen. Wie zou
Cadogan tot zo6 iets in staat geacht heb
ben;
„U gelooft dus dat hij de schuldige is?"
„Dat moet ilk wel. Toch had ik evenveel
vertrouw enin 'dien jongen man als in mij-
zelf."
„Hoe laat wordt's Maandags het bureau
gesloten'?"
„Om vijf uur. Ik ga het laatst weg, na de
stukken achter slot geborgen te hebben
„Zoo een' klerk die stukken had willen ver-
kooperi, had hij ze daar niet gemakkelijk
kunnen copieeeren?"
„Daarvoor zou veel kennis noodig zijn."
„Maar sir James, Cadogan West of u
hadt toch die kennis, vcronderstel ik."
„Zeker, mijnheer Holmes, maar bemoei u
als't u belieft niet met deze zaak. 't Is txou-
wens bewezen, dat de stukken op Cadogan
gevonden zijn."
„Ja, maar het is weinig waarschijnlijk,
dat hij de oorspronkelijke stukken zou nemen,
zoo hij er afschriften van had kunnen maken.
Iedere nieuwe inlichting maakt deze zaak
nog duisterder."
iriolmes be'keek het slot van de brandkast,
de deur en de ijzeren luiken van het vertrek
Bij, het venster was een laurier, die er uitzag
alsof hij beschadigd was. Holmes sloot de
luiken. Ze sloten niet heelemaal. Van buiten
zou men kunnen zien, wat binnen in de kamer
gebeurde.
,,Hier is niets meer te halen," zei Holmes.
„Maar weer terug naar Londen."
Aan het station herinnerde een controleur
zich, Cadogan's avonds den trein van 8 uur
15 te hebbeni zien nemen. Zijn zenuwachtig-
beid had hem getroffen. Hij beefde, toen hij
zijn kaartje nam.
„Wat we te Woolwich hoordeni is niet gun-
stig voor Cadogan, maar het venster heeft
mij op andere gedachten gebracht. Veronder-
stel eens, dat een buitenlandsch agent hem
aanbiedingen heeft gedaan, waarover hij zich
zou schamen te spreken. Denk eens aan de
woord en, die hij aan zijn meisje zeide. Ver-
onderstel eens, dat hij, naar de komedie
gaande, dien agent naar het Arsenaal heeft
zien gaan. Als een haastig, warmbloedig
man, die hij is, volgt hij dien agent, ziet hem
den diefstal plegen, vervolgt hemDat zou
kunnen."
„En dan?"
,,Ja, dan komen de moeilijkheden. Waar
om heeft Cadogan niet geroepen? Had hi]
som* te doen met iernind boven hem? Of i*
d« diet oat'/omm in de mist? m
hem vodr te zijn, gaat naar het hui& van den
schuldige in Lonuen.... Maar dan verliezen
we den draad. Maar.... met de lijst met de
adressen van Mycroft kunnen we den schul
dige wel opsporen en twee sporen in plaats
van een voigen."
l oen we in Baker Street terug waren
wauuie ons een brief:
„Er zijn tai van verdachte personal, maar
skeins weungen zijn in suat eeu zoo biuu-
itn siag te sman. Die weinigeu zijn Adolf
Meyer, U Great George btrtet, Wesiminsier;
Louis La Rothiere de Campion Mantion,
Lotting Hill; Hugo Oberstein, 13 Caultield
Gardens, Kensington. Deze laatste is juist
Maandag uit Londen vertrokken, Mycroft."
„Goed zoo. Ik ga er op uit. Maar wees
gerust, ik doe niets zonder jullie. Binnen een
uur ben ik weer terug", zei Holmes.
We wachtten hem den geheelai dag. Tegen
negen uur kreeg ik een woordje:
„lk soupeer restaurant Goidini, Gloucester
Road, Kensington. Kom en neem een die-
venlantaarn, een beitel en eea revolver mee".
Ik deed zoo en toen ik aan het restaurant-
tafeltje bij hem zat, vroeg hij mij
„Heb je altes bij je, Watson?"
„Ja, in mijn overjas."
„Goed, luister dan Het is duidelijk, dat
het lichaam van Cadogan op het dak van een
spoorwagen is nedergelegd."
„Maar hoe kon dat?"
„Dat moest ik nu juist trachten te ontdek-
ken. Er was maar een oplossing. De trein
gaat onder tal van tunnels door. Ik herinner
mij bij een van die tunnels juist boven mijn
hoofd, vensters gezien te hebben. Als nu de
trein in kwestie juist onder een van die ven
sters heeft stil gehouden en het lijk vandaar
op het dak van het spoorrijtuig is gelcgd...."
„Onwaarschijnlijk!..
„Misschien met zoo heel erg. Trouwens
Oberstein, de intemationale agent, die Lon
den uit is gegaan, woonde in het blok hui-
zen, dat op de epoorbaan uitloopt.
„Ah! Nu wordt het spannendl"
„Ja, ik ben op een nieuw spoor. Ik ben bij
het station van Gloucester Road mijn onder-
zoekingen begonnen. Niet alleen heb ik cnt-
dekt, dat de vensters van de verborgen trap
van Caulfield Gardens op de spoorbaan uit-
komen, maar ook dat de treinen hier vaak
eenige minuten ophouden ten gevolgc van
eene kruising van twee groote lijnen."
„Prachtig prachtig!" zeide ik.
„Daarna ben ik het huis gaan bekijken. Het
is een enorme, niet gemeubileerde woning.
Oberstein woonde er met een bediendc, die
zijn vertrouwen had. Nu is Oberstein niet
vertrokken om aan ons te onl&nappen, maar
om zijn buit in veiligheid te brengen. We
zullen van zijne afwezigheid gebruik maken
om hem een bezoek te brengen."
Ik volgde hem binnen eene omheining,
waarvan hij de deur sloot, langs een donkere
doorgang, die uitliep op een wenteltrap.
Eensklaps verlichtte onze lantaarn cen laag
venster.
„We zijn er, Watson."
Hij opcode het venster. Een def gedreun
steeg omhoog, werd sterker en verwijderde
zich weer. net was een trein, die voorbij
snorde. Holmes verborg het licht
„Zie", zeide hij; „daar hebben zij zonder
twijfel het lijk ntvrgelegd. Dahr is nog een
bloedvlek." Hij boog zich naar de venster-
bank. „En daar nog andere op de trap. La-
ten wij nu wachten, totdat een trein stil
houdt."
Weldra kondigde zich een trein aan, vulde
het gewelf met zijn rumoer en onder heftig
gcknars der remmen, hield hij stil juist bene-
den ons.
„Dat is een beslissend onderzoek, Hoi-
mcs.
„Ja, maar we hebben nog andere te doen.
Kom maar mee."
Hij ging de keukentrap op en liep door de
vertrekken van de eerste verdieping. In het
laatste, dat vol boeken en papieren was,
moest de bewoner zijn werkkamer hebben.
Holmes doorzocht laden en kasten. Niets!
Eindelijk opctide hij met een beitel een meta-
len doos. Eenige opgerolde papieren vielen
er uit, waarop cijfers en geometrische figurcn
waren, die betrekking konden hebben op de
stukken van den onderzeeer. In etne enve-
loppe trokken eenige uitknipsels uit dagbla-
den Holmes' aandacht.
„Wat is dht?? Eene correspondentie in
een courant? In de „Daily Telegraph! Geen
data, maar de antwoorden hechten zich aan
elkaar. Hier is het eerste:
„„Ik hoopte op een spoedig antwoord; wij
zijn het eens. Schrijf volledig adres op een
kaart Pierrot.""
Vervolgcns:
„„Te lang om te schrijven. Heb volledig
rapport noodig. Stuff wacht u met de zaak.
Pierrot.""
Dan:
„„De tijd dringt; moet aanbod tcrugne-
men totdat contract geeindigd is. Zal het
bevestigen. Pierrot.""
Eindelijk:
,„,Maandagavond, na negen uur, tweemaal
kloppen. Wij zijn er alleen. Kom alleen.
Bctaling contant bij ontvangst van...Pier
rot.""
„Bravo, Watson! Daar is nu de heele ge
schiedenis. Als we nu nog maar den anderen
konden pakkenIn afwachting gaan we
naar de „Daily Telegraph
Den volgenden morgen waren Mycroft,
Holmes, en Lestrade met ons komen lunchen
Sherlock Holmes had zijne ontdekkingen mee-
gedeeld en was geweldig bewierookt.
„Heb jullie vanmorgen de correspondentie
van Pierrot gelezen?" vroeg hij en hij nam
de Daily Telegraph" op.
„Wat,*alweer
„Luister: „„Vanavond, zelfde uur, zelfde
laats, tweemaal kloppen, zeer belangrijk.
"w leven in gevaar. Pierrot.""
„Wil jullie mij vanavond tegen acht uur
vergezellen naar Caulfield Gardens, 't Is
waarschijnlijk, dat wij dan victorie kunnen
blazen."
Vo6r negen uur waren wij alien bijeen in
het bureau, „den" man afwachtende.
Een uur ging voorbijdaarna een tweede.
We begonnen te wanhopen, toen Holmes
eensklaps fluisterde:
„Daar komt hij!"
Een lichte voetstap, twee korte tikken op
de deur.
Holmes stond op om de deur te openen.
Een zwarte vorm gleed naar binnen. Daarop
a loot Holme* de deur toen de man, die
binnengekomen was, zich omdraaide en een
schreeuw van angst gaf, greep Holmes hem
bij de kraag en duwde hem heftig de kamer
binnen. De man richt zich op, wankelt en
valt op den vloer. Zijn hoed vait af, zijn ja»
springt loa en wij herkennen kolonel Valen
tin Walter.
„Nu leun jullie me voor den grootsten
ezelskop uitmaken", zei Holmes. „Dat ia
niet de man, dien ik verwachtte."
„Wie is het dan?"
„De jongere broer van sir James Walter,
den directeur van de onderzeesche afdeeling
aan het ininisterie van Marine. Ik zal hem
ondetvragen."
„Wat beteekent dat alles; ik ben hier geko-
men om mijnheer Oberstein te spreken", zei
de de kolonel.
„Alles is bekend, kolonel Walter", zei Hol
mes. „Maar ik begrijp niet, dat een gentle
man zich aldus kan gedragen. We wc-ten,
hoe Cadogan West gestorven is. We kennen
uwe correspondentie met Oberstein in de
Daily Telegraph"; u is Maandag naar het
Arsenaal gegaan; daar heeft Cadogan u ge-
volgd, hij heeft uw diefstal gezien. Hij is u
toen gevolgd naar uw broer te Londen, want
daarhccn is u toen gegaan. Daar heeft hij
toen tusscheabeide willen komen en u heeft
er de ergste aller misdaden gevoegd bij uw
verraad
„Neen, neen, ik zweer van niet", riep de
ellendeling uit. ,,lk had geld noodig, een
schuld bij de Stock-Exchange. Oberstein
bood mij vijfduizend pond aan. Daardoor
kon ik de rui'ne van mij afwenden. Ik nam het
aan. Maar aan de misdaad ben ik onschul-
dig."
„Bewijs dat!"
.Cadogan verdacht mij; hij volgde mij cn
heeft willen weten, wat wij met de papieren
dachten te doen. Toen heeft Oberstein hem
gedood door een slag op het hoofd. Ober
stein heeft daarop de stukken onderzocht en
de drie belangriikste er uit gehouden. Wat de
andere betreft, die strk hij in den zak van
Cadogan en nij kwam toen op de gedachte
om het lichaam te werpen op der. eersten
trein. die onder aan den tunnel zou stil hou
den."
,,Waar is die Obdrstein nu?"
,.!n Parijs hotel ,,du Louvre"."
„Hier is een blad papier en inkt. Schrijf
wat ik u zal dicteeren", zei Holmes.
,,Waarde Heer. U zult waarschijnlijk reeds
bemerkt hebben, dat wij cen essentieele bij-
zonderheid vergeten hebben. Ik ben in staat
dit verzuim te herstellen, doch daarvoor heb
ik een voorschot noodig van 500 pond. Zend
die niet per post Ik neem alleen betaling in
goud aan Ik zal u Zaterdag om twaalf uur
wachten in de rookkamer van het hotel van
Cha ring-Cross."
Dat is alles", zeide Holmes. ..en dat is
genoeg om een man te doen hangen."
Inderdaad, Oberstein vloog er in en werd
veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf
In zijn valies vona men de stukken van de
Bruce-Partington, die hij in verschillende
marine-centra te koop had aangeboden Ko
lonel Walter stierf het volgend jaar in de ge-
vangenis. En Sherlock Holmes ging voort
met ziine wefenschappeliike studien, waaraan
hij al den vriien tijd gaf. dien zijn andere
werkzaambpden overlieten..
De omloop der goederen.
III.
Wij: zagen de vorige maal hoe na de ge
station famii'lie huishouding de arbeidsverdee-
Ttaig verder doordrcng en liangzamerhand
aanleidiing gaf tot cen vorm, waar in el'ke
stadi zooved mogelijk in hiaar eigen behoeften
voorzag. De verbindung tusschen producent
en consument was zeer d'irect; tusschen ha ri
del bestonc: niet. De stad is in dien tijd in
de eerste pllaats bcschermimgsmiddel voor
hetziji grootere, hetzij kleinere landslreken.
In geval van gevaar trekken alle in de na-
bijfheid der stad wonenden zich achter haar
muren terug met hun have en goed; zij
hebben daartegenover den plichit de verde-
digingswerken der stad te bouwen en in
stand te houden. De stad is bovendien het
centrum van' alle verkeer, en het m^arktrecht
is owafseheidtelijik 'aan haar begrip gebon-
dene
Achter de stadsmuren O'ntwikkelit zich
langziamerhand! een reeks vrije beroepenhet
loon- en handwork ontstaat. waaronder in
dit geval moet worden verstaan een direete
ui'ivoerinig naar aanleidlng van de hostelling
van een cMent.
Met een uit het Duifsch vertaaldle uit-
drukking zou men dit kunnen noemen di
reete klantenproductie. De stad; gaat uit van
van het primripe, dat alle beroepen, die bin-
inenl haar muren een behoorllijken afzet vin-
den, ook daaiibinncni moeten worden uitge-
oefend'. Was een bcpaalde tak van bedrijf niet
of niet voldoende aanwezig dan werd ves-
tiging daarvain door bij'zondere voordeelen
aangemoedigdi. In den uitersten wood moest
de jaarmarkt maar bijspringen, de eeniige
geUlegenheidl waarbij ook vereende prodluotie
'in deze gesloten wijze van behoeftevoorzie-
ning trad.
:I>e sl'eedsche opvattinig is, dat ieder bur
ger zijln1 ..hroodi" moet hebben; de een moet
even goed kuinnen als de ander. m.aw. con-
cunremtie woirdt niet gediuld. Dit is ook de
grondslag van't gildewezen, die de vertegen-
wooidigers van enkde takken Van bedrijf tot
„P2enootschappero" vereenigde. Alle belang-
rijke voonschriftan van een glide hebben ten
dtod. er voor te zorgen, dat de „meesters"
glide waar leveren en dat de eene ,,meester"
niel1 den anderen over het hoofd za] groeieni.
Ook zorgde de stad er voor. dat er geen on-
aangenome concurrentie ontstond op het
land; binnen' haar machtsfeer. Voor de gewo-
ne verbruiksartikelem, dais de behoeften voor
voedang em kleedinlg werden wel kleine voor-
radien' gemaakt, die aan de mankt werden
vertoochit. Op die markt mochten weliswaar
nift-stedel'ingetn ook k-oopen, maar pas na-
dat de behoeften der sfedelingcm vo-ldaam wa
ren.
Slechfe op den plaats had die 'gesloten' pro-
diuetie een zeer zwakke pick, ja werd zi;
van den beginme af aan doorbroken. Dat was
voor die productem die slechiis in enkele land-
streken werden aangetroffen, zooals b.v.
zout, speoerijen, zuidelijke vru-chten, pelte-
rijen, zeevisch, enz. Voor deze goede-
rrn en voor evergeMeven voorrodtea van.' die
markt kende men wel dotail-handel.
(Get;; diensUanbiedlngen.)
Jb. HARTLAND. Koningsweg B 69,
Handel in 2e handicn Kinderwagena, Sporb
karren, Ledikanten, Bedden, enz. KONINGS
WEG B 69 naast Klaaa Verwer
TE KOOP een prima COLBERT OOS-
TUUM, zoo goed als nieuw, middelmaat.
Adres: PRINS HENDRIKSTRAAT 20.
TE KOOP EEN NACHTHOK voor 12
kippen met haan en een mooi Keeshondje,
drie maanden oud,
VERL. LANDSTRAAT 37.
TE KOOP een mooie witte VACHT voor
kinderwagen.
Adres HE ERENSTRAAT 3, Alkmaar.
1 Prachtige SALONKAOHEL en 1 FOR-
NUIS TE KOOP, tegen aannemelijk bod.
Adres TES'SE LSCH ADESTR A AT 1.
Wegens omstandigheden TE KOOP EEN
PIANO, een Kleermakersnaaimachine en
een Promenadewagen.
VISSCH E'R'SL A A N 2.
TE KOOP GROOT KIPPENHOK palen
gaas afdak met pannen.
RUST-OORD, Breelaan 28, Bergen.
GRAMAPHOONiS van de eenvoudigste
tot de meest luxe soorten, Salon-Grama-
phoons afgewerkt met geslepen spiegel. te-
vens platenkast, vanaf 85, groote keuw
prachtige platen, term. bet.
DEKKER, Hoogstraat 5.
AANGEBODEN wegens vertrek: Eiken
Buffet, 4 Stoelen en Crapeauds tegen billij-
ken
ea: STUARTSTRAAT 59.
Groote Schuiftafel te koop 15, Mahonie
Salontaid 12; 6 Mahonie Stoeien met
trijp f 13, 4 Staelen met nieuw leerdoek
16.50, rnah. ronde Tafel 10, Vouwstoel
/ll. Alles prima 2e handsch. Mienit 10.
TE KOOP ORAMAPHOON in eiken
kast zonder hoorn, dubb. veer, waarbij 25
platem 50 mummers.
FOR ESSTUSTRAAT E 12.
TE KOOP GRAMAPiHOON met dubb.
veer, zoo goed als nieuw, met 40 platen.
SPOORiSTRAAT 18.
TE KOOP een goed onderhouden PI AND
prijs J 200.
LUTTIK OUDORP 33 (bovenhuis).
Pracht SOLDATEN'SCHOENEN iets ge-
bruikt met nieuwe dubbele zoolen en hakken
en waterkap hoog model, en waterdicht voor
slechts 4 per paar, bij D. MULDER, Laat
No. 32, bovenhuis.
TE KOOP ANGEBODEN EEN DUI-
VE'NTI.
Adres: METIUSGR'AOHT 16.
Buiteiiland
STOOMSCHEPEN IN HET IJS.
Volgens te Memel ontvangen berichten
zijn in de Finsche Golf een tiental stoom-
schepen en drie ijsbrekers in het ijs vastge-
raakt. Onder dezen bevindt zich het Duitsche
stoomschip „Cargo" alsmede nog twee ande
re Duitsche schepen met 350 uit Rusland
naar huis terugkeerende Duitsche krijgsge-
vangenen aan boord. Ook het Engelsche
schip „Argos" was in het ijs vastgevroren,
doch het gelukte dit schip los te komen en
naar Reval op te stoomen. Een onmiddellijk
ter assistentie gezonden Estlandsche ijsbre-
ker kon evenwel alleen nog den Russischen
ijsbreker „Jernak" terugvinden. Van de an
dere schepen was geen spoor meer te beken-
nen. Volgens andere berichten zouden een
Duitsch schip „Amot" en een Estlandsche
stoomboot „Kein" reeds zijn gezonken.
Voorts is een schip van de HamburgAme-
rika-lijn, de „Sunion", dat 31 December van
Danzig naar Kopenhagen is vertrokken met
een lading koper, nog niet op zijn plaats van
bestemming aangekomen, terwijl geen bericht
van zijn tegenwoordige verblijfplaats meer is
ontvangen. Men ziet de mogelijkheid onder
het oog, dat het schip, evenals de ook uit Dan
zig vertrokken Deensche stoomboot „Klam-
penborg", waarvan evenmin meer bericht 13
ontvangen, bij den jongsten storm zijn ver-
gaan.
DE NOOD IN RUSLAND.
Naar „Politiken" uit Riga vemeemt, heer-
schen thans in Rusland epidemische en ande
re ziekten in heviger mate dan ooit tevoren.
De „Prawda" bevat nadere bijzonderheden
over den gezondheidstoestand in het hongers-
noodgebied. In het stadje Momadysj in de
Tartarenrepubliek, dat 4100 inwoners telt,
zijn ill den loop van e6n week 90 gevallen van
typhus, 775 gevallen van dysenterie, 39 van
acute gastrische ziekten, 117 van scheurbuik,
80 van Siberische pest, 41 van tuberculose en
354 gevallen van andere ziekten voorgeko-
men, zoodat in een week 1496 inwoners ziek
werden.
Honderdduizenden vluchten uit het hon-
geisnoodgebied en verbreiden de epidemieen
over het geheele land. De vluchtelingen be-
vinden zich in een uit hvgienisch oogpunt be-
schc-uwd verschrikkelijken toestand. De mees-
ten zijn in lompen gehuld en in maanden
niet meer met water in aanraking geweest.
Zij zijn met ongedierte bedekt.
De coinmissaris voor de volksgezondheid
Semasjco, verklaarde, dat de toestand veel
ernstiger is dan in 1919. Het geheele land is
besmet. Ook de commissaris en een deel van
het buitenlandsche saniteitspersoneel werden
ziek. Te Petrograd komen wekelijks 350 k
500 gevallen van typhus voor. De eenige hoop
van Rusland is gevestigd op de hulp uit het
buitenland.
EEN MONUMENT VOOR HONDE'N.
De Amerikaansche honden-, die zich in den
oorlog al evenzeer onderscheiden hebbem als
de soldatem, zullen' ook hun monument krij-
gem en wel op het hondenkerkhof te Harts-
dale, 30 K.M. buiten: New York. Daar zal
een bronzem standbeeld komem, een hond
voorstellend die de wacht betrekt.
Hetzelfde kerkhof bevat reeds vele rijk met
bloemen versierde graven, van dierem, wier
einde verder niets heldkaftigs heeft gehad:
kattea, kanarie* m gedresacerde kaadm.