mm irew now fltflfi tn ma. Dfc enUinett«ml«, verucht«ad« an heelrade eig»ns«h«>pwi ran Fost«r'» Zdf makes d«zt •omiabaar voar huiduitalaf, klevaa, huid- rlekkea, eczema, paariaaie, an d« varachillenda vormen van aambeien. Spoadiga aamvendinfj braagt waldra baat. Houdt Foatar'a Zaif altijd iu buia; prij* 1.75 par <k>M, alom verkrtjg- baar. potheekgever, waarom wij in de eerste plaats de vraag stellen: Is de gemeente voldoende gedekt indien zij een hypotheek verleent tot een bedrag van 90 pet. van het verschil tus- schen de stichtingskosten en het bedrag der verleenden premie (dit is n.l. het toegelaten maximum) Het kan verschil maken op wel- ke plaats de woning is gebouwd Daar de stichtingskosten in alle gevallen reeds ver- minderd worden met het bedrag der premie hebben wij in het algemeen tegen cen hypo theek van 90 pet. geen bezwaar, doch voor die woningen, waarvan verwacht moet wor den. dat de waarde zal dalen beneden het bedrag der stiehtingskosten verminderd met de premie, kan het a;mgewezen zijn het per centage lager te stellen. Het is daarom dat wij ten deze eenige vrijheid zou den wen- schen teneinde m ieder bijzonder geval het percentage binnen de door Uwe vergadering vastgestelde limiet telkens door cms college te doen bepalen. Met betrekking tct het toekennen van bouw- credieten bepaalt de Minister van Arbeid het volgende: „Aan hen, die daartoe het verzoek doen1, kunnen gedurende den bouw voorschotten op de hypotheekleening worden verstrekt tot een maximum van 90 pet. der geraamde stiehtingskosten. Naar gelang van de vor- dering der werkzaamheden kunnen deze voorschotten in termijnen worden uitbe- taald." Door eenvoudig deze voorschotten toe te kennen, zooals de Minister dit voorschrijft, zou de gemeente al een zeer groote verant- woordelijkheid op zich nemen; men denke b.v. aan het geval dat de bouwer, na deze voorschotten te hebben ontvangen van der- den gelden opnam onder hypothecair ver- band van de woningen. Het is daarom nood- zakelijk ook deze gelden toe te kennen onder hypothecair verband. Echter het totaal be drag van dze voorschotten mag nimmer het bedrag der hypotheekleening achterhalen en het zal daarom wenschelijk zijn het bouw- crediet te berekenen naar een percentage van het verschil tusschen de geraamde stiehtings kosten en het bedrag der premie, hetwelk wij 20 pet. lager wenschen te stellen dan het percentage, waarnaar de hypotheekleening wordt berekend Verder zal moeten worden bepaald op welke tijdstippen belanghebben- den op de termijnen recht hebben en op welke wftzt en ondfer wette rovmmnSn dfe beta- ling zal plaats hebben. Wij meenen dit op de volgende wijze te moeten regelen. Tegelijiker- tijd dat met den bouw wordt aangevangen, zal belanghebbende recht hebben op een vierde gedeelte van het bouwerediet, doch hoogster.s de waarde van den grond en al- leen indien de aanvrager de voile en vrije eigendom van den grond heeft. Op den twee- den termijn zoodra de bovenste balklaag goed aangemetseld en v^or- en achtergevel tot die hoogte zijn opgetrokken; op het derde gedeelte zoodra alles afgestucadoord is, het glas geplaatst is en het schilderwerk in de grondverf staat; op het laatste gedeelte wan- neer alles afgeschilderd is, de schoorsteen- mantels gesteld zijn en het geheel ruw klaar is. Nadat de woning geheel gereed is, heevt de schatting plaats, waarna het juiste be drag der hypotheekleening kan worden vast- gesteld en den bouwer het hem nog toeko- tnende gedeelte kan worden uitbetaald. In dien voorschotten op de hypotheekleening worden verleend, zal derhalve tegelijkertijc een crediethypotheek gevcstigd kunnen wor den, zoodat het slechts e^nmaal noodig is een hypotheekacte op te maken. Uwe vergadering heeR bij hare besluiten van 22 September 1921 nr. 6. bijlagen 114 en 125, besloten ons college te machtigen een aantal premies van het Rijk in ontvangst te nemen en aan de rechthebbenden uit te kee- ren. De bedragen dezer premies, de namen der rechthebbenden en de data van de be- schikkingen van den Minister van Arbeid staan in die besluiten ver meld. Than* zijn echter verscheidene beschikkin, gen afgekomen waarbij gelden ter leen aan de gemeente worden verstrekt ten behoeve der bovengenoemde personen. (Wordt vervoled.) ZeeUjlingen liigexoiuien Stukken. (Buiien veruntwoordelijkheid van de Redac- tie. De opnatne in deze rubriek bewijst geens- zins; dat de Redactie er rnedr instemt). OPPERPRIESTER OF ANTICHRIST. (VII). (Alkm. Crt. 29/11 '21). De finale van een vuurwerk, dat op een eindje loopt. De opera-apotheose, waarin men alle me- despelers nog een terugziet. De hooge C. van den heldentenor, die een gala-voorstelling geeit. Het laatste Marconi-telegram, dat de eindbeslissing brengt. De zwaarste slag van een onweer, dat in- slaat en den eik velt. De Katholieke Kerk heeft zich vergist, be- sluit E>s. De Pice aan het slot van zes ar- tikelen over het Primaat. Jammerlijk vergist en verkekeen! Niet zoo maar eventjes, doch in een zaak, zoo fundamenteel als haar bloedeigen fun dament maar bij mogelijkheid zijn kan. Niet zoo maar voor een oogen'blik, om aan- stonds van die booze dwling te bekomen, maar negeiitienhonderd zooveel jaren lang. De Katholieke Kerk. „Met haar onveran- derlijk en onvergankelijk geloof. Met haar volkrachtig levensbeginsel, van den aan- vang af een en ondeelbaar. Met haar overle- vering, een harmonie als die der sberren aan het firmament. Met haar wolk van getuigen, sprekende in het woord, in de daad, in het leven, in den dood. Negentienhonderd lange jaren, dat ze in de meening verkeerde vast op de beenen te staan. Maar in Louwmaand van negentienhon derd twee en twintig krijgt Ds. De Pree de leemen voeten van het Nabuchodonosorbeeld in den kijker en het is gebeurd. Het is gebeurd en Ze gaat er aan. Als eens Sint Joris grijpt hij zijn oorlogs- speer om m^t een tsoot, welberekend en goed- gemikt, den kolos van het voetstuk te wer- pen, dat er niet onder hoort. Bang als kinderen kniipen we de oogen dicht, steken de vingers in de ooren, wach- tend op den slag, die over duin en bosch zal daveren. Maar niets gebeurt er, alles blijft stil als een muis Hoe is natuur zoo stil en rustig, Het dartel windje kwijnt En lispelt op een trillend blaadje Zijn laatsten adem uit. Tot we door onze vngers heenglurend tot onze ontsteltenis gewaar worden, hoe de strijdbare Paladijn zijn speer aan het ver keerde eind heeft aangevat en blijkbaar de noodige wetenschap mist, waar dc punt en waar de stompe kant zit. Vanzelf dient dit symbolisch opgevat, is het maar beeldspraak. Doch een beeldspraak die er wezen mag, omdat ze haar grond vindt in wat hier volgen gaat. ,,'t Spreekt ook vanzelf, aldus het slot- „stuk van Ds.' verweer over de Petruskwes- „tie 't spreekt ook vanzelf, dat dc aan Pe- „trus beloofde voorbede van Jezirs (Luc. 22: „32) en de toezegging, dat Hij met hem. we- „zen zou tot aan 7 einde wer dereld (Matt. ,,28:20) nit betrekking hebben kan op de „vervulling van een waardigheid, die hem „niet opgedragen was. „Wat beteekenen die beide plaatsen dan? ..Bij een nadere beschouwing van Luc. 22 ,/blijikt, dat dair in 't geheel geen sprake is „van "t z.g. primaatschap van Petrus. „De discipelen waren blijkens de verzen ,,24—20 aan't twisten geweest „wie van hen „de meeste scheen te zijn." c bsstrAit hM daar^vsr prsdikt STOO'MV A A RTLIJ NE N. KOMI NED. STB. MI J. Adonis vertr. 24 Jan. v. Valencia n. Cartha- gena. Bacchus arr. 24 Jan. v. A'dam te Bordeaux. Castor arr. 24 Jan. v. A lam te Kopenha- gen. Helena verir. 24 Jan. v. Fiume n. Bari. Medea vertr. 24 Jan. v. Malta n. A'dam. Nero vertr. 24 Jan. v. Ostende n. Newcastle. Berenice vertr. 24 Jan, v. Bordeaux n. Se- villa. Hebe vertr. 23 Jan. v. Palermo n, Valencia. Theseus vertr. 24 fan. v. Cadix n. Lissabon. 'f DLLAND-AME'RI KA LIJN. Kinderdijk arr. 25 Jan. v. San Francisco te R'dam. ROTTERD. LLOYD. Salatiga, v. Aus.ralie n. R'dam, vertr. 24 Jan. v. Genua. „gelijkheid. „En om hen nu tot nederigheid te stem- „men, wijst Jezus, zinspelend op zijn aan- „staande 1 ijden op de verzoeking, waarin ze „allen zullen koinen om aan Hem geergerd „te worden. „Daarbij sprekend over de verloochening „van Petrus in het bijzonder, riclit Hij zich „tot dezen en zegt: „Simon, Simon, ziet, d satan heeft ulieden „zeer begeerd als tarwe te ziften. „Maar ik heb voor u gebeden, dat uw ge- „loof niet ophoude en gij, als gij cens zult „bekeerd zijn, zoo versterk uw broeders (vers ,,31-32). „Petrus begrijpt wel, dat de Meester van „ontrouw sprekt, doch dat kan hem nietgel- „den meent hij, en hij roept uit Heere, ik „ben bercid met u ook in de gevangenis en in „den dood te gaan (vers 33). ,,Jezus acht't daarom noodig Petrus met ,,duidelijke woorden te wijzen op zijn val en „zgt: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden „niet kraaien, eer gij driemaal zult verloo- „chend hebben, dat gij mij kent. (vers 34). „Zoo staat 't dus met dezen bewijstekst „van Rome voor Petrus' primaatschap, ver- volgt Ds. De Pree, die nu volijverig het sch rift verband gaat geven, d.w.z. met eigen woorden nog eens navertdlen, wat er eigen- lijk staat in deze tekst en wat we er van te houden hebben. Hij dcet dit grandioos, met htiid en haar maak iV zijn woorden tot de mijnc. ,Zoo staat 't dus met dezen bewijstekst „van Rome voor Petrus' primaatschap. „Na vermelding van Jezus' bestraffing „over hun twist om den voorrang, deelt Lu- „cas mee, hoe de Meesjer er op aandringt, „dat zij zich nit verheffen zullen, de een bo- ven den ander. „Want ze zullen vallen, de een al dieper „dan de andere, voornamelijk Petrus. „Maar Jezus zou daarom in 't bijzonder jA'oor hem bidden, „opdat zijn geloof niet op- „houde." Allen toch zullen ze Hem verlaten, maar „Petrus zou tot driemalen toe Hem verloo- „chenen en wel onder de vreeselijkste om- „standigheden van vloeken en verwenschen „en zweren. „Zijn val zou een openbarc geloofsverza- „king zijn. „Wnat hij, die in den kring der apostelen „beleden had „gij zijt de Christus, de Zoon „des levenden Gods" zou in't openbaar ge- „tuigen„ik ken dien menseh niet." „Maar op't gbed van Jezus nu „zou zijn „geloof niet ophouden" en Petrus zou zich „bekeeren. „Ziedaar in tekst- en schriftverband be- sluit Ds. De Pree „de eenige voor de hand „liggetide verklaring van de woorden uit Lu- .,cas 22, waarbij wedrom niets blijkt van een „Petrus-verheffing." Mijn scherpzinnige lezers ik snor al ja ren naar een publiek met ezelsooren, dat mij beter past bezweer ik nu ;n mijn woorden geen ironie te zoeken, als ik zeg: Ds. De Pree heeft schoon gelijk, dat bier niets blijkt van Petrus-verheffing. Met onbeklemde borst zeg ik het hem na: gen spoor van Ptrus-vrhf- fing. Maar bij hoog en bij laag en alle goede geesten van Salomon tot ons getweeen toe, ziet U nu n6g niet, dat U den tekst, den bewijstekst van Rome vor Petrus' primaat schap bij het verkeerde eind hebt aange- pakt; dat U hier bezig is een open deur te rammien en bij het toebrengen van den laat sten stoot de vreeselijke moordspeer achter- stevoren in handen houdt? Die Petrusvcrhef- fing, de bewijstekst van Rome, het Schrif- tuurargument, waarmee U te maken en waar iegm U xith te «kwr dt aid ijt TsmSor* fuft-T vertr. 2* Tn. r. MrrttWe. Djccja vertr. 21 Jan. v. Soerabaja a. New castle, N2W. Tan ate fihuisrarr. 25 Ian. te Marseille. 'HDLLAMD-A'US/TRA LIS LIJN. Batjan vertr. 22 Jan. v. Sydney a. Melbour ne. Tiikanrfi (uiiir.) vertr. 24 Jan. v. Suez. Malvolio (fhuisr.) vcrlr. 24 Jan. v. Suez. Jacatna (fhuisr.) arr 25 Tan. te Suez. HIOLLANID-COOT-AFRIKA LIJN. Breda (uitr.) arr. 24 Jan. te Port Said. Brielle arr. 20 Jan. v. Dar-cs-Salaam te Mo zambique. HOI.LAiNlD BR.-INDIe LIJN. IJseldiik fthuisr.) arr. 23 Jan. fe Suez. HDL L. A'NiD—OOST - A Z le LIJN. Aldabi (uitr.) arr. 23 Jan. fe Manilla. Oldekerk (fhuisr.) vertr. 23 Jan. v. Hong kong. Rr.dia (fhuisr.) vertr. 19 Jan. v. Kobe. RoMi arr. 25 lan. v. Bremen te R'dam. KDN. PAKETV. Mil J. Buyskes vertr. 19 Jan. v. Batavia n. Ran goon. ROTTERD. ZUID- A ME RIK.A LIJN. Waalwijk vertr 25 Jan. v. R'dam n. Buenos Ayres via Antwerpen. 428ste STAATSLOTERIJ. Trekking van Woensdag 25 Januari 48 Prijzen van J 70, f 304 340 349 467 547 613 825 841 993 1242 1402 1441 1516 1924 1935 2058 2082 2109 2286 2301 2333 2361 3116 3183 3300 3316 3384 3523 3723 3752 3773 3885 3915 4167 4255 4419 4577 4717 4758 5131 5233 5297 5318 5488 5535 5709 5792 6050 6108 6691 6705 6904 6943 7050 7192 7214 7261 7282 7475 7492 7564 7767 7847 7867 7903 7964 8022 8306 8415 8567 8664 8702 8811 S827 8887 9006 9238 9306 9368 9396 9535 9888 9952 10011 10024 10076 10482 10927 10991 11090 11139 11192 11333 11922 12041 12117 12174 12186 12282 12284 12302 12354 12356 12378 12430 12444 12505 12547 12614 12629 1280S 12860 12995 13025 13095 13217 13236 13314 13399 13528 13611 13747 13847 13864 13875 13955 13989 14146 14316 14436 14494 14507 14577 14664 14720 14825 14915 15001 15025 15034 15042 15168 15197 15225 1.5248 15267 15268 15284 15396 15498 15649 15661 15751 15825 15942 16134 16163 16259 16354 16574 16751 16764 16767 16841 17018 17131 17158 17241 17308 17315 17596 17602 17723 17787 17790 18063 18234 18403 18434 18517 18523 18618 18726 18818 19035 het: „Ik hebv oor U gebeden, dat uw geloof niet ophoude", wat naar den eisch door U wordtu itgelegd, maar zit vlak omgekeerd in wat onmiddellijk volgt en U in uw uit- leg doodzwijgt als een potGij, Simon, een- maal bekeerd, versterk uw broeders! Zoo luidt als een maggiblokje soamgeperst het Roomsch bewijs, dat in onze Handboeken m de argumentenreeks staat aangegeven on der de essentieele woorden confirma fratres tuos; bevestig uw broeders; juist de woorden door Ds. in zijnu itleg over het hoofd ge- zien. Ik meen nu de aandacht te mogen vragen voor mijn schriftverband. De duivel zal zijn uiterste krachtn ir.spannen, staat er, om in den kring van Jezus jongeren hun ongeloof aan Jezus' goddelijke zending en de waar- heid zijner prediking uit te roeien met wor- tel en tak. Die poging van den geest des kwaads zal het geloof van Petrus en de overigen, hun trouw aan den Meester en diens leer inderdaad doen wankelen, „begeer- de hij niet hen te ziften als tarwe?" Maar met Zijn gebed, Zijn alvermogend en onwe- dcistandelijk gebed, heeft Jezus bizonderlijk gebeden, dat het geloof van Simon niet zou ophouden I En gij, Simon Petrus, vervolgt de Meester en juist op dit woord komt het hier aan: Gij op uw beurt, als gij eens bekeerd zult zijn, vrsterk uw broeders. Een van de twaalven zal bereids tot taak hebben zijn jongeren v6or te gaan, te leiden, te bevesti- gen in hun trouw aan den Christus Gods, in hun gloof aan Zijn zending en de waarheid Zijner prediking. Deze gezagsfunctie, hier Petrus opgedra gen, zal een logische en harmonische con- sequentie zijn van het gezag hem op de schouders gelegd onder het drievoudig beeld van een blijvend fundament der Kerk, van het bezit der sleutelen van het rijk der heme- WTCO 19607 19942 20242 21053 21295 21548 21826 22375 22996 26 241 416 646 895 1067 1305 1483 1S46 2029 2158 2506 2805 3014 3437 3695 3836 4031 4250 4404 4645 4817 5217 5381 5527 5727 6M6 6386 6576 6772 6972 7284 7580 7815 8078 8213 8383 8599 8742 8927 9271 9497 9886 10105 10258 10453 10566 10733 11014 11174 11361 11454 11594 ITOTO 19699 19971 20371 21141 21338 21558 21889 22615 T0253 19714 20029 20471 21171 21377 21613 22026 22684 19729 20042 20660 21208 21405 21633 22069 22764 19390 19901 20083 20893 21241 21412 21638 22104 22846 79597 '.9912 20173 20975 21270 21496 21756 22220 22947 110 260 449 663 909 1083 1321 1514 1861 2062 2279 2647 2866 3112 3442 3744 3837 4094 4291 4407 4658 4883 5229 5385 5561 5782 6157 6408 6580 6775 7144 7300 7629 7921 8133 8215 8423 8602 8747 8931 9308 9627 9899 10120 10262 10477 10^77 10830 11061 11215 11396 11457 11611 162 269 562 665 928 1104 1339 1595 1911 2080 2297 2667 2894 3133 3444 3765 3887 4112 4344 4449 4703 4936 5246 5471 5570 5862 6172 6445 6629 6805 7202 7314 7665 7933 8146 8232 8456 8619 8789 9055 9313 9658 9946 10155 10288 10506 10578 10910 11094 11223 11399 11462 11665 Niet en. 181 275 573 719 1036 1143 1383 1601 1913 2112 2354 2680 2931 3185 3513 3796 3891 4169 4348 4467 4715 4953 5288 5486 5580 5896 6200 6471 6634 6824 7219 7403 7666 7943 8148 8249 8505 8652 8840 9105 9323 9672 9968 10206 10354 10526 10612 10941 11102 11273 11408 11480 11689 208 301 589 767 1045 1225 1416 1739 1927 2145 2374 2754 2968 3324 3601 3819 3919 4186 4361 4547 4782 4971 5333 5495 5597 6038 6208 6491 6651 6856 7238 7424 7713 7962 8164 8280 8524 8681 8860 9212 9355 9680 9976 10220 10366 10543 10705 10951 11111 11285 11430 11588 11740 212 364 644 778 1057 1227 1424 1783 1981 2155 2405 2773 2992 3339 3620 3835 3989 4228 4381 4629 4802 5159 5349 5510 5610 6116 6345 6574 0654 6945 7240 7440 7750 8016 8193 8341 8552 8694 8900 9251 9412 9837 10081 10228 10397 10545 10732 10959 11141 11301 11445 11589 11741 len en van zijn spcciale macht om te binden en te ontbinden. Die ftinctie, aangegeven door het: versterk uw broeders, regardeert bijzonder zijn taak om de lea te prediken en de zielen te bewaren in de waarheid van Christus. Tot bijstand in dien bovenmensche- lijk zware taak wordt hier aan Petrus een bovennatuurlijke hulp toegezegd, die geen ander is dan het goddelijk gebed van riie- mand minder dan Jezus Christus zelf, het welk hem voor dwaling in de leer zal vrij- waren en in staat stellen zijn broeders inder- daar te versterkc.n. En nu kan Ds De Pree ten overstaan van dezen bewijstekst van Rome voor Petrus' primaatschap ook waar Hij ze eindelijk begrijpt de schouders ophalen (heb ik van meet aan niet gezegd', dat een polemiek op enkel feksten uit den dwaze is), maar dit eene acht ik toch gewennerr: ik acht be wezen, dat met den uitleg van zulk een- Bijbelverkla- •ring de eindbeslissing nog niet gevallen en zachts gezegd een, hooger beroep nog niet buitengesloten is. Zijn granaat richfte geen onhcil aan, omdat Hij maast het doel school Met het nu volgend argument zijn we vlugger klaar. Z66 zegt Profestansich Ver weer: ,,En m.u die laatste plaats uit Matt. 28:20: „ziet. Jk ben met u al de dagen o de volein- „ding der tiiden. ,Dit woord is gesproken blijkens f ver- „band tot alle discipelen voor Jezus' hemel- „vaart en na dat Hij hun dc opdracht gcge- „ven had: ,,gaat dan heen. onderwijst alle ,,volken, dezelfde doopendi in den naam des „Vaders en des Zoons en des Heiligen Gees- ,.tcs; leerende hen onderhouden alles, wat ik „u reboden heb." „Die toezegging moest hen dus hemoedj- „gem bij't volvoeren van de geweldige taak Jlttn opgedragen^ „Mauu alwcfcr tpcsial* halrfte „een speciaal aan Petrus' toevertrouwde "Waardigheid vinden we hier niet." Na den pas-voorbijen wereldoorlog, dien we samen hebben doorgemaakt en bij de groofe sociale oneenigheid, waar we nog da- geujks gefuigon van zijn, is het mij een pak van het hart eindelijk tens te kunnen verkla- ren, dat ik het hier met mijn geachten tegen- xnw 41Ie ?Pz'chten eens ben. De plaats mt Matt: Ziet ik ben met U "He dagen tot de voleindurg der werelrf is gt he- wijs voor het primaatschap van Peirus Dat woord' van Jezus staat niot onmiddellijk op den aposlelvorst. Maar deze tekst is in de conferenfie als zoodanig dan ook .niet gebruikt. Fungeerde niet als bewijsmateriaal tot het bewuste doel. Miaar hiji werd genoemd, diende hij ter illus- tratie bij den uitleg van dc oorzaak der Pau- sehjke onfeilbaarheid, doch dan niet anders dan als lllustratie. Wat nu volgt is Dominee's positieve deel van, zijn verweer, hij gaat zijn Profestant- sche interpretatie stellen tegenover den eeu- wenouden Roomschen uitleg. Demonstreeren, dat Malhcus de Evangelist van geen' paus of pausdom afweet of we'on wil. Kan dit als ouverture dienen, als Einleitung fin dem K-rieg? Prof. Pfleidercr is z66 vast ovcr- lijkcn ZS heidste gens w6 armocde' tuigd, dat de Kacholicke leer van het pausdom duide.ijk en klaar in het Evangelic van Matt- heus te lezen staat, dat hij daarom het ge- hcele evangelic van denzelfden Maftheus als onecht ycrwerpt. Verwierp hij het niet, dan moest hij katholiek worden,. Hij schrijft in zijn Vrchristentumbldz. 541: Domna ze- denleer, kerkgenootschap der wordende'kaf- holieken kerk van dit alles vindt men aan- Ie? e", 0Pzf! .ijl Evangelic van Maftheus. Katholiek is zijn Driceenhcids doopformu- her. Katholiek is zijn Christusleer, waarin dc Zoon van David en Abraham als een ge- dachf' isjuet den waarachtigen, bovennatuur- ,van 9°d- Katholiek is de zalig- afho! iek is d'e zedenlcer, vol- het ascefisch leven in vrijwillige n ongehuwden staat reeds als hoo- gere volmaaktheid geldt. Katholiek is einde lijk de aan Petrus gedane belofte van hem te maken tot grondslag der algemcene kerk en drager van de machf der sleutelen, wiens binden en, ontbinden vooruif in den hemel bekrachtigd is. (Dr. Einig. 5 1. bldz. 33) Pfeiderer nu is Protestant. Waarom werd hij dan niet Roomsch? IJc zou haast zeggen, omdat hij geen Christen meer is. Roomsch' worden zou de na<tuurlijke gevolgtrekking zijn uit zijn beweringen. indien hij den bij- bel nog als Gods Woord beschouwde. Doch daarvan is hij reeds vcrwijderd. In andere richting is hij consequent geweest. Uit Pro- testantsche beginselen redeneerend kwam, hij en niet hij alieen tot de verwerping van het gzag des bijbcls. Ik kan mij dit aldus verklaren, zegt Er- man. Het Katholicisme steunt op de overle- vering. In de Kerk belichaamd1 is de overleve- rin.g der stevigste grondslag van den godde- lij'ken oorsprong van 't Evangelie; de over- lcvering is om zoo to zeggen het levende be- wiis van het Evangelie... De Protesianten hebben dp overlevering en de kerk verworpen. Doch waard'oor vervingen zij het onfzagwek- kentd gezag eener eeuwenoude overlevering, die in de Kerk was neergelegd? Gij Protcs- tanten neemt een goddelijke openbaring aan, dic noodzakelijk is ter zaligheid; deze open- baring is vervat in een, op bovennatuurlijke wijze ingegeven Boek. Maar wie za] met ze- kerheid den waren zin der heilige feksien be palen? Terwijl gij, Protestanten, het gezag der Kerk verwerpt, laat gij de uiflegging der S"hrift over aan 't persoonlijk oordeel van elken gc'oovige. Daf was niet alieen dc dew epesxettea vmx clqMoaza aaderin- 11S09 12010 12294 12434 12559 12664 12800 12990 13076 13209 13335 13498 13839 13936 14153 14305 14469 14560 14778 14871 15004 15155 15316 15491 15692 15907 16029 16138 16333 16529 16661 '6820 16924 17259 17420 17488 17604 17832 'S065 18253 18492 18863 19084 19161 19316 1940 19548 19800 20107 20247 20490 20795 21093 21475 21645 21708 22107 22228 22392 22734 22904 i rm 12034 12300 12517 12581 12667 12829 12992 13081 13274 13370 13557 13845 13937 14163 14365 14476 14589 14787 14881 15068 15157 15331 15507 15694 15926 16046 16187 16388 16543 16672 16837 17074 17261 17452 17503 17610 17841 18102 18259 18540 18868 19085 19170 19329 19439 19555 19855 20113 20279 20493 20814 21151 21491 21646 21799 22129 22287 22417 22^27 22775 22944 5de klasse, 10233. 11940 12111 12322 12519 12586 12676 12874 13004 13094 13279 13378 13590 13883 13967 14171 14373 14491 14637 14789 14900 15084 15160 15383 15538 15718 15929 16076 16197 16403 16545 16713 16860 17103 17329 17461 17526 17624 17888 18160 18273 18587 18974 19114 19191 19332 19451 19690 19926 20141 20333 20535 20882 21156 21511 21654 21909 22140 22324 22437 22624 22^93 22994 6de lijsf: TT93I 12217 12328 12537 12592 12694 12880 13006 13151 13299 13392 13628 13886 14085 14202 14403 14526 14704 14819 14937 15101 15233 15446 15559 15727 15945 16099 16229 16428 16638 16719 16865 17115 17333 17462 17543 17750 17899 18194 18284 18608 19013 19120 19205 19352 19480 19695 19949 20180 20343 20.594 20961 21159 21564 21695 21919 22155 22327 22452 22710 22874 12262 12408 12539 12630 12760 12920 13066 13193 13311 13437 13689 13893 14130 14218 14407 14537 14766 14843 14950 15119 15254 15476 15584 15747 16021 16115 16232 16469 16644 16735 16908 17233 17350 17485 17558 17763 17902 18218 18300 18759 19044 19135 19235 -19370 19518 19748 19967 20216 20444 20604 21040 21173 21569 21697 21998 22165 22351 22481 22713 22897 12283 12426 12558 12659 12792 12965 13067 13200 13325 13445 13770 13919 14131 14299 14428 14542 14767 14868 14987 15120 15273 15486 15630 15806 16028 16129 16289 16495 16647 16801 16916 17243 17385 17486 17583 17770 17945 18251 18460 18860 19061 19143 19236 19385 19533 19763 19974 20227 20486 20713 21079 21214 21631 21701 22073 22184 22380 2249") 22726 22898 10238 moet zijn gen het was de openbaring zelve blootsiel- Konden er geen personen len em prijsgeven gevonden worden, die in de fTeiiigc^ Boeken Ic-zen wilden, dat Jezus Christus geen God is? Van den aanvang der Hervorming zijn er zulke iwij' elaars geweest en niettegenstaan- de de heftige uifvalien van Luther tegen hen, hidden zij zich staande en vormden een machtige partij. Miaar wat wordt er dan van 1 Christendom als Christus niet meer de Zoon vad God' is? Er lag echter een nog rooter gevaar in net protestantsch beginscl. Streng genomen blijft het Christendom een geopenbaarde godsdienst, zoolang dc Heilige Boeken er- kend worden het Woord van God fe zijn. Het Woord Gods is een onmetelijke kracht voor hem, die gelooft, dat onfeilbaar gezag voor zich te hebbenhet gaf a.n Luther een wonderbaar zelfverlrouwcn,; hot was zijn burcht, waarin hij zich onverwinnelijk voelde. Maar wie bleef hem borg, dat die bladen pa pier, welke men dc Schrift noemde, het Woord Gods bevatten'? Ails man van geloof en opgegrocid in dc Katholieke overlevering bewaarde hij zijn, geloof aan de Schrift, na dat zijn geloof in de Kerk was uifgedoofd. Zoo was het echter niot gesteld met de latere geslachten; zij vroegen, waarop dan toch de goddelijkheid der Schrift sieunde? Deze vraag veronfrusite Calvijn zeer. L dj voelde heel goed dat de bewering: „De Schrift is door God ingegeven, wiji zij afstamt van de eerlingen, des Hccren en door de vcrheven- heid1 van haren inhoud uitmunt en zich van menschclijke boeken onderscheidf" of, zoo als Ds. Donner in zijn Catcchismus zegt, wijl het blijkt uit haar goddelijk karakter, heiweik zoo klaar uifblinkt, dat dc blinden zelfs fasten kunneni, dat de dingen daarin vervat, van niemand anders dan van God' ziin"; hij voelde, zeg ik, zeer goed, daf deze iiewijzen een, waarschijmlijkheid, maar geen zekerheid konden geven Calvijn was 66k een man van geloof; hij' antwoordde op de iwijfelingcn, der rede, dat de goddelijkheid der Schrift geen bewijzen noodig had. Heeft iemand er ooit aan gedacht het besiaan der zon te bewijzen. (Calvijn Insfitut. 1. 7:2). Dit bewijs was goed voor hen die geloofden, maar dezen bchoeven, geen bewijzen. Voor hen echter, die een grond van zekerheid ver- langden, was de door Calvijn beweerde klaarblijkelijkheid geen reden om te geloo- ven; hadden zij geen, recht' tez eggen, dat in hun oog die klaarblijkelijkheid niet bestond? Ein was dit niet ten slofte hetzelfde als het bewijs voor het goddelijk karakter der Schrift in menschelijke ingeving zoeken,? Wa.r is het, dat Calvijn beweerde: „de inge ving komt van, God. God zelf is het die ge- tuigenis geeft voor Zijn Woord." (Instit. 1. 7:4:5.) Of, zooals Ds. Donner in zijn Catc chismus zegt: ..des Christens naaste bewijs voor de goddelijkheid der Schrift is het ge- tuigenis des Heiligen Geestes in zijn hart, dat de Geest, door wicn de Schrift is inge geven, de waarheid is." Maar deze gewaande goddelijke ingeving had een gevaarlijke klip, waarop het Protestantisme stranden moest. Van den eenen kant maakte hot Mys- firisme zich daarvan meester om zijn dwaas- heden fe rechtyaardigen, en van de andere zijde opende zij de deur voor het Rationalis- me. En werkelijk: kan de ingeving, die Cal- viin aan God toeschriift. niet uit de men- scheliike rede voortspruiten? Als dat kan wordt de rede ten slotte het orgaan, d'at be- slist over de openbaring, maar dat is dan ook radicaal de ontkenning dor geopenbaar de waarheid. (Laurent. Prof. Eriides sur 1' Histoire de 1' humanity Vri. La Reformc). P. v. d. SANDE'N. (Gmgecarrigetni).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 6