mm
irew
now
fltflfi tn ma.
Dfc enUinett«ml«, verucht«ad« an heelrade
eig»ns«h«>pwi ran Fost«r'» Zdf makes d«zt
•omiabaar voar huiduitalaf, klevaa, huid-
rlekkea, eczema, paariaaie, an d« varachillenda
vormen van aambeien. Spoadiga aamvendinfj
braagt waldra baat. Houdt Foatar'a Zaif altijd
iu buia; prij* 1.75 par <k>M, alom verkrtjg-
baar.
potheekgever, waarom wij in de eerste plaats
de vraag stellen: Is de gemeente voldoende
gedekt indien zij een hypotheek verleent tot
een bedrag van 90 pet. van het verschil tus-
schen de stichtingskosten en het bedrag der
verleenden premie (dit is n.l. het toegelaten
maximum) Het kan verschil maken op wel-
ke plaats de woning is gebouwd Daar de
stichtingskosten in alle gevallen reeds ver-
minderd worden met het bedrag der premie
hebben wij in het algemeen tegen cen hypo
theek van 90 pet. geen bezwaar, doch voor
die woningen, waarvan verwacht moet wor
den. dat de waarde zal dalen beneden het
bedrag der stiehtingskosten verminderd met
de premie, kan het a;mgewezen zijn het per
centage lager te stellen. Het is daarom dat
wij ten deze eenige vrijheid zou den wen-
schen teneinde m ieder bijzonder geval het
percentage binnen de door Uwe vergadering
vastgestelde limiet telkens door cms college
te doen bepalen.
Met betrekking tct het toekennen van bouw-
credieten bepaalt de Minister van Arbeid
het volgende:
„Aan hen, die daartoe het verzoek doen1,
kunnen gedurende den bouw voorschotten op
de hypotheekleening worden verstrekt tot
een maximum van 90 pet. der geraamde
stiehtingskosten. Naar gelang van de vor-
dering der werkzaamheden kunnen deze
voorschotten in termijnen worden uitbe-
taald."
Door eenvoudig deze voorschotten toe te
kennen, zooals de Minister dit voorschrijft,
zou de gemeente al een zeer groote verant-
woordelijkheid op zich nemen; men denke
b.v. aan het geval dat de bouwer, na deze
voorschotten te hebben ontvangen van der-
den gelden opnam onder hypothecair ver-
band van de woningen. Het is daarom nood-
zakelijk ook deze gelden toe te kennen onder
hypothecair verband. Echter het totaal be
drag van dze voorschotten mag nimmer het
bedrag der hypotheekleening achterhalen en
het zal daarom wenschelijk zijn het bouw-
crediet te berekenen naar een percentage van
het verschil tusschen de geraamde stiehtings
kosten en het bedrag der premie, hetwelk wij
20 pet. lager wenschen te stellen dan het
percentage, waarnaar de hypotheekleening
wordt berekend Verder zal moeten worden
bepaald op welke tijdstippen belanghebben-
den op de termijnen recht hebben en op welke
wftzt en ondfer wette rovmmnSn dfe beta-
ling zal plaats hebben. Wij meenen dit op de
volgende wijze te moeten regelen. Tegelijiker-
tijd dat met den bouw wordt aangevangen,
zal belanghebbende recht hebben op een
vierde gedeelte van het bouwerediet, doch
hoogster.s de waarde van den grond en al-
leen indien de aanvrager de voile en vrije
eigendom van den grond heeft. Op den twee-
den termijn zoodra de bovenste balklaag
goed aangemetseld en v^or- en achtergevel
tot die hoogte zijn opgetrokken; op het derde
gedeelte zoodra alles afgestucadoord is, het
glas geplaatst is en het schilderwerk in de
grondverf staat; op het laatste gedeelte wan-
neer alles afgeschilderd is, de schoorsteen-
mantels gesteld zijn en het geheel ruw klaar
is. Nadat de woning geheel gereed is, heevt
de schatting plaats, waarna het juiste be
drag der hypotheekleening kan worden vast-
gesteld en den bouwer het hem nog toeko-
tnende gedeelte kan worden uitbetaald. In
dien voorschotten op de hypotheekleening
worden verleend, zal derhalve tegelijkertijc
een crediethypotheek gevcstigd kunnen wor
den, zoodat het slechts e^nmaal noodig is een
hypotheekacte op te maken.
Uwe vergadering heeR bij hare besluiten
van 22 September 1921 nr. 6. bijlagen 114
en 125, besloten ons college te machtigen
een aantal premies van het Rijk in ontvangst
te nemen en aan de rechthebbenden uit te kee-
ren. De bedragen dezer premies, de namen
der rechthebbenden en de data van de be-
schikkingen van den Minister van Arbeid
staan in die besluiten ver meld.
Than* zijn echter verscheidene beschikkin,
gen afgekomen waarbij gelden ter leen aan
de gemeente worden verstrekt ten behoeve der
bovengenoemde personen.
(Wordt vervoled.)
ZeeUjlingen
liigexoiuien Stukken.
(Buiien veruntwoordelijkheid van de Redac-
tie. De opnatne in deze rubriek bewijst geens-
zins; dat de Redactie er rnedr instemt).
OPPERPRIESTER OF ANTICHRIST.
(VII).
(Alkm. Crt. 29/11 '21).
De finale van een vuurwerk, dat op een
eindje loopt.
De opera-apotheose, waarin men alle me-
despelers nog een terugziet.
De hooge C. van den heldentenor, die een
gala-voorstelling geeit.
Het laatste Marconi-telegram, dat de
eindbeslissing brengt.
De zwaarste slag van een onweer, dat in-
slaat en den eik velt.
De Katholieke Kerk heeft zich vergist, be-
sluit E>s. De Pice aan het slot van zes ar-
tikelen over het Primaat.
Jammerlijk vergist en verkekeen!
Niet zoo maar eventjes, doch in een zaak,
zoo fundamenteel als haar bloedeigen fun
dament maar bij mogelijkheid zijn kan.
Niet zoo maar voor een oogen'blik, om aan-
stonds van die booze dwling te bekomen,
maar negeiitienhonderd zooveel jaren lang.
De Katholieke Kerk. „Met haar onveran-
derlijk en onvergankelijk geloof. Met haar
volkrachtig levensbeginsel, van den aan-
vang af een en ondeelbaar. Met haar overle-
vering, een harmonie als die der sberren aan
het firmament. Met haar wolk van getuigen,
sprekende in het woord, in de daad, in het
leven, in den dood.
Negentienhonderd lange jaren, dat ze in
de meening verkeerde vast op de beenen te
staan.
Maar in Louwmaand van negentienhon
derd twee en twintig krijgt Ds. De Pree de
leemen voeten van het Nabuchodonosorbeeld
in den kijker en het is gebeurd.
Het is gebeurd en Ze gaat er aan.
Als eens Sint Joris grijpt hij zijn oorlogs-
speer om m^t een tsoot, welberekend en goed-
gemikt, den kolos van het voetstuk te wer-
pen, dat er niet onder hoort.
Bang als kinderen kniipen we de oogen
dicht, steken de vingers in de ooren, wach-
tend op den slag, die over duin en bosch
zal daveren.
Maar niets gebeurt er, alles blijft stil als
een muis
Hoe is natuur zoo stil en rustig,
Het dartel windje kwijnt
En lispelt op een trillend blaadje
Zijn laatsten adem uit.
Tot we door onze vngers heenglurend tot
onze ontsteltenis gewaar worden, hoe de
strijdbare Paladijn zijn speer aan het ver
keerde eind heeft aangevat en blijkbaar de
noodige wetenschap mist, waar dc punt en
waar de stompe kant zit.
Vanzelf dient dit symbolisch opgevat, is
het maar beeldspraak. Doch een beeldspraak
die er wezen mag, omdat ze haar grond
vindt in wat hier volgen gaat.
,,'t Spreekt ook vanzelf, aldus het slot-
„stuk van Ds.' verweer over de Petruskwes-
„tie 't spreekt ook vanzelf, dat dc aan Pe-
„trus beloofde voorbede van Jezirs (Luc. 22:
„32) en de toezegging, dat Hij met hem. we-
„zen zou tot aan 7 einde wer dereld (Matt.
,,28:20) nit betrekking hebben kan op de
„vervulling van een waardigheid, die hem
„niet opgedragen was.
„Wat beteekenen die beide plaatsen dan?
..Bij een nadere beschouwing van Luc. 22
,/blijikt, dat dair in 't geheel geen sprake is
„van "t z.g. primaatschap van Petrus.
„De discipelen waren blijkens de verzen
,,24—20 aan't twisten geweest „wie van hen
„de meeste scheen te zijn."
c bsstrAit hM daar^vsr prsdikt
STOO'MV A A RTLIJ NE N.
KOMI NED. STB. MI J.
Adonis vertr. 24 Jan. v. Valencia n. Cartha-
gena.
Bacchus arr. 24 Jan. v. A'dam te Bordeaux.
Castor arr. 24 Jan. v. A lam te Kopenha-
gen.
Helena verir. 24 Jan. v. Fiume n. Bari.
Medea vertr. 24 Jan. v. Malta n. A'dam.
Nero vertr. 24 Jan. v. Ostende n. Newcastle.
Berenice vertr. 24 Jan, v. Bordeaux n. Se-
villa.
Hebe vertr. 23 Jan. v. Palermo n, Valencia.
Theseus vertr. 24 fan. v. Cadix n. Lissabon.
'f DLLAND-AME'RI KA LIJN.
Kinderdijk arr. 25 Jan. v. San Francisco te
R'dam.
ROTTERD. LLOYD.
Salatiga, v. Aus.ralie n. R'dam, vertr. 24
Jan. v. Genua.
„gelijkheid.
„En om hen nu tot nederigheid te stem-
„men, wijst Jezus, zinspelend op zijn aan-
„staande 1 ijden op de verzoeking, waarin ze
„allen zullen koinen om aan Hem geergerd
„te worden.
„Daarbij sprekend over de verloochening
„van Petrus in het bijzonder, riclit Hij zich
„tot dezen en zegt:
„Simon, Simon, ziet, d satan heeft ulieden
„zeer begeerd als tarwe te ziften.
„Maar ik heb voor u gebeden, dat uw ge-
„loof niet ophoude en gij, als gij cens zult
„bekeerd zijn, zoo versterk uw broeders (vers
,,31-32).
„Petrus begrijpt wel, dat de Meester van
„ontrouw sprekt, doch dat kan hem nietgel-
„den meent hij, en hij roept uit Heere, ik
„ben bercid met u ook in de gevangenis en in
„den dood te gaan (vers 33).
,,Jezus acht't daarom noodig Petrus met
,,duidelijke woorden te wijzen op zijn val en
„zgt: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden
„niet kraaien, eer gij driemaal zult verloo-
„chend hebben, dat gij mij kent. (vers 34).
„Zoo staat 't dus met dezen bewijstekst
„van Rome voor Petrus' primaatschap, ver-
volgt Ds. De Pree, die nu volijverig het
sch rift verband gaat geven, d.w.z. met eigen
woorden nog eens navertdlen, wat er eigen-
lijk staat in deze tekst en wat we er van te
houden hebben. Hij dcet dit grandioos, met
htiid en haar maak iV zijn woorden tot de
mijnc.
,Zoo staat 't dus met dezen bewijstekst
„van Rome voor Petrus' primaatschap.
„Na vermelding van Jezus' bestraffing
„over hun twist om den voorrang, deelt Lu-
„cas mee, hoe de Meesjer er op aandringt,
„dat zij zich nit verheffen zullen, de een bo-
ven den ander.
„Want ze zullen vallen, de een al dieper
„dan de andere, voornamelijk Petrus.
„Maar Jezus zou daarom in 't bijzonder
jA'oor hem bidden, „opdat zijn geloof niet op-
„houde."
Allen toch zullen ze Hem verlaten, maar
„Petrus zou tot driemalen toe Hem verloo-
„chenen en wel onder de vreeselijkste om-
„standigheden van vloeken en verwenschen
„en zweren.
„Zijn val zou een openbarc geloofsverza-
„king zijn.
„Wnat hij, die in den kring der apostelen
„beleden had „gij zijt de Christus, de Zoon
„des levenden Gods" zou in't openbaar ge-
„tuigen„ik ken dien menseh niet."
„Maar op't gbed van Jezus nu „zou zijn
„geloof niet ophouden" en Petrus zou zich
„bekeeren.
„Ziedaar in tekst- en schriftverband be-
sluit Ds. De Pree „de eenige voor de hand
„liggetide verklaring van de woorden uit Lu-
.,cas 22, waarbij wedrom niets blijkt van een
„Petrus-verheffing."
Mijn scherpzinnige lezers ik snor al ja
ren naar een publiek met ezelsooren, dat mij
beter past bezweer ik nu ;n mijn woorden
geen ironie te zoeken, als ik zeg: Ds. De Pree
heeft schoon gelijk, dat bier niets blijkt van
Petrus-verheffing. Met onbeklemde borst zeg
ik het hem na: gen spoor van Ptrus-vrhf-
fing.
Maar bij hoog en bij laag en alle goede
geesten van Salomon tot ons getweeen toe,
ziet U nu n6g niet, dat U den tekst, den
bewijstekst van Rome vor Petrus' primaat
schap bij het verkeerde eind hebt aange-
pakt; dat U hier bezig is een open deur te
rammien en bij het toebrengen van den laat
sten stoot de vreeselijke moordspeer achter-
stevoren in handen houdt? Die Petrusvcrhef-
fing, de bewijstekst van Rome, het Schrif-
tuurargument, waarmee U te maken en waar
iegm U xith te «kwr dt aid ijt
TsmSor* fuft-T vertr. 2* Tn. r. MrrttWe.
Djccja vertr. 21 Jan. v. Soerabaja a. New
castle, N2W.
Tan ate fihuisrarr. 25 Ian. te Marseille.
'HDLLAMD-A'US/TRA LIS LIJN.
Batjan vertr. 22 Jan. v. Sydney a. Melbour
ne.
Tiikanrfi (uiiir.) vertr. 24 Jan. v. Suez.
Malvolio (fhuisr.) vcrlr. 24 Jan. v. Suez.
Jacatna (fhuisr.) arr 25 Tan. te Suez.
HIOLLANID-COOT-AFRIKA LIJN.
Breda (uitr.) arr. 24 Jan. te Port Said.
Brielle arr. 20 Jan. v. Dar-cs-Salaam te Mo
zambique.
HOI.LAiNlD BR.-INDIe LIJN.
IJseldiik fthuisr.) arr. 23 Jan. fe Suez.
HDL L. A'NiD—OOST - A Z le LIJN.
Aldabi (uitr.) arr. 23 Jan. fe Manilla.
Oldekerk (fhuisr.) vertr. 23 Jan. v. Hong
kong.
Rr.dia (fhuisr.) vertr. 19 Jan. v. Kobe.
RoMi arr. 25 lan. v. Bremen te R'dam.
KDN. PAKETV. Mil J.
Buyskes vertr. 19 Jan. v. Batavia n. Ran
goon.
ROTTERD. ZUID- A ME RIK.A LIJN.
Waalwijk vertr 25 Jan. v. R'dam n. Buenos
Ayres via Antwerpen.
428ste STAATSLOTERIJ.
Trekking van Woensdag 25 Januari
48
Prijzen van J 70,
f
304
340
349
467
547
613
825
841
993
1242
1402
1441
1516
1924
1935
2058
2082
2109
2286
2301
2333
2361
3116
3183
3300
3316
3384
3523
3723
3752
3773
3885
3915
4167
4255
4419
4577
4717
4758
5131
5233
5297
5318
5488
5535
5709
5792
6050
6108
6691
6705
6904
6943
7050
7192
7214
7261
7282
7475
7492
7564
7767
7847
7867
7903
7964
8022
8306
8415
8567
8664
8702
8811
S827
8887
9006
9238
9306
9368
9396
9535
9888
9952
10011
10024
10076
10482
10927
10991
11090
11139
11192
11333
11922
12041
12117
12174
12186
12282
12284
12302
12354
12356
12378
12430
12444
12505
12547
12614
12629
1280S
12860
12995
13025
13095
13217
13236
13314
13399
13528
13611
13747
13847
13864
13875
13955
13989
14146
14316
14436
14494
14507
14577
14664
14720
14825
14915
15001
15025
15034
15042
15168
15197
15225
1.5248
15267
15268
15284
15396
15498
15649
15661
15751
15825
15942
16134
16163
16259
16354
16574
16751
16764
16767
16841
17018
17131
17158
17241
17308
17315
17596
17602
17723
17787
17790
18063
18234
18403
18434
18517
18523
18618
18726
18818
19035
het: „Ik hebv oor U gebeden, dat uw geloof
niet ophoude", wat naar den eisch door U
wordtu itgelegd, maar zit vlak omgekeerd
in wat onmiddellijk volgt en U in uw uit-
leg doodzwijgt als een potGij, Simon, een-
maal bekeerd, versterk uw broeders! Zoo
luidt als een maggiblokje soamgeperst
het Roomsch bewijs, dat in onze Handboeken
m de argumentenreeks staat aangegeven on
der de essentieele woorden confirma fratres
tuos; bevestig uw broeders; juist de woorden
door Ds. in zijnu itleg over het hoofd ge-
zien.
Ik meen nu de aandacht te mogen vragen
voor mijn schriftverband. De duivel zal zijn
uiterste krachtn ir.spannen, staat er, om in
den kring van Jezus jongeren hun ongeloof
aan Jezus' goddelijke zending en de waar-
heid zijner prediking uit te roeien met wor-
tel en tak. Die poging van den geest des
kwaads zal het geloof van Petrus en de
overigen, hun trouw aan den Meester en
diens leer inderdaad doen wankelen, „begeer-
de hij niet hen te ziften als tarwe?" Maar
met Zijn gebed, Zijn alvermogend en onwe-
dcistandelijk gebed, heeft Jezus bizonderlijk
gebeden, dat het geloof van Simon niet zou
ophouden I En gij, Simon Petrus, vervolgt de
Meester en juist op dit woord komt het hier
aan: Gij op uw beurt, als gij eens bekeerd
zult zijn, vrsterk uw broeders. Een van de
twaalven zal bereids tot taak hebben zijn
jongeren v6or te gaan, te leiden, te bevesti-
gen in hun trouw aan den Christus Gods, in
hun gloof aan Zijn zending en de waarheid
Zijner prediking.
Deze gezagsfunctie, hier Petrus opgedra
gen, zal een logische en harmonische con-
sequentie zijn van het gezag hem op de
schouders gelegd onder het drievoudig beeld
van een blijvend fundament der Kerk, van
het bezit der sleutelen van het rijk der heme-
WTCO
19607
19942
20242
21053
21295
21548
21826
22375
22996
26
241
416
646
895
1067
1305
1483
1S46
2029
2158
2506
2805
3014
3437
3695
3836
4031
4250
4404
4645
4817
5217
5381
5527
5727
6M6
6386
6576
6772
6972
7284
7580
7815
8078
8213
8383
8599
8742
8927
9271
9497
9886
10105
10258
10453
10566
10733
11014
11174
11361
11454
11594
ITOTO
19699
19971
20371
21141
21338
21558
21889
22615
T0253
19714
20029
20471
21171
21377
21613
22026
22684
19729
20042
20660
21208
21405
21633
22069
22764
19390
19901
20083
20893
21241
21412
21638
22104
22846
79597
'.9912
20173
20975
21270
21496
21756
22220
22947
110
260
449
663
909
1083
1321
1514
1861
2062
2279
2647
2866
3112
3442
3744
3837
4094
4291
4407
4658
4883
5229
5385
5561
5782
6157
6408
6580
6775
7144
7300
7629
7921
8133
8215
8423
8602
8747
8931
9308
9627
9899
10120
10262
10477
10^77
10830
11061
11215
11396
11457
11611
162
269
562
665
928
1104
1339
1595
1911
2080
2297
2667
2894
3133
3444
3765
3887
4112
4344
4449
4703
4936
5246
5471
5570
5862
6172
6445
6629
6805
7202
7314
7665
7933
8146
8232
8456
8619
8789
9055
9313
9658
9946
10155
10288
10506
10578
10910
11094
11223
11399
11462
11665
Niet en.
181
275
573
719
1036
1143
1383
1601
1913
2112
2354
2680
2931
3185
3513
3796
3891
4169
4348
4467
4715
4953
5288
5486
5580
5896
6200
6471
6634
6824
7219
7403
7666
7943
8148
8249
8505
8652
8840
9105
9323
9672
9968
10206
10354
10526
10612
10941
11102
11273
11408
11480
11689
208
301
589
767
1045
1225
1416
1739
1927
2145
2374
2754
2968
3324
3601
3819
3919
4186
4361
4547
4782
4971
5333
5495
5597
6038
6208
6491
6651
6856
7238
7424
7713
7962
8164
8280
8524
8681
8860
9212
9355
9680
9976
10220
10366
10543
10705
10951
11111
11285
11430
11588
11740
212
364
644
778
1057
1227
1424
1783
1981
2155
2405
2773
2992
3339
3620
3835
3989
4228
4381
4629
4802
5159
5349
5510
5610
6116
6345
6574
0654
6945
7240
7440
7750
8016
8193
8341
8552
8694
8900
9251
9412
9837
10081
10228
10397
10545
10732
10959
11141
11301
11445
11589
11741
len en van zijn spcciale macht om te binden
en te ontbinden. Die ftinctie, aangegeven
door het: versterk uw broeders, regardeert
bijzonder zijn taak om de lea te prediken en
de zielen te bewaren in de waarheid van
Christus. Tot bijstand in dien bovenmensche-
lijk zware taak wordt hier aan Petrus een
bovennatuurlijke hulp toegezegd, die geen
ander is dan het goddelijk gebed van riie-
mand minder dan Jezus Christus zelf, het
welk hem voor dwaling in de leer zal vrij-
waren en in staat stellen zijn broeders inder-
daar te versterkc.n.
En nu kan Ds De Pree ten overstaan
van dezen bewijstekst van Rome voor Petrus'
primaatschap ook waar Hij ze eindelijk
begrijpt de schouders ophalen (heb ik
van meet aan niet gezegd', dat een polemiek
op enkel feksten uit den dwaze is), maar dit
eene acht ik toch gewennerr: ik acht be wezen,
dat met den uitleg van zulk een- Bijbelverkla-
•ring de eindbeslissing nog niet gevallen en
zachts gezegd een, hooger beroep nog niet
buitengesloten is. Zijn granaat richfte geen
onhcil aan, omdat Hij maast het doel school
Met het nu volgend argument zijn we
vlugger klaar. Z66 zegt Profestansich Ver
weer:
,,En m.u die laatste plaats uit Matt. 28:20:
„ziet. Jk ben met u al de dagen o de volein-
„ding der tiiden.
,Dit woord is gesproken blijkens f ver-
„band tot alle discipelen voor Jezus' hemel-
„vaart en na dat Hij hun dc opdracht gcge-
„ven had: ,,gaat dan heen. onderwijst alle
,,volken, dezelfde doopendi in den naam des
„Vaders en des Zoons en des Heiligen Gees-
,.tcs; leerende hen onderhouden alles, wat ik
„u reboden heb."
„Die toezegging moest hen dus hemoedj-
„gem bij't volvoeren van de geweldige taak
Jlttn opgedragen^
„Mauu alwcfcr tpcsial* halrfte
„een speciaal aan Petrus' toevertrouwde
"Waardigheid vinden we hier niet."
Na den pas-voorbijen wereldoorlog, dien
we samen hebben doorgemaakt en bij de
groofe sociale oneenigheid, waar we nog da-
geujks gefuigon van zijn, is het mij een pak
van het hart eindelijk tens te kunnen verkla-
ren, dat ik het hier met mijn geachten tegen-
xnw 41Ie ?Pz'chten eens ben. De plaats
mt Matt: Ziet ik ben met U "He dagen tot
de voleindurg der werelrf is gt he-
wijs voor het primaatschap van Peirus Dat
woord' van Jezus staat niot onmiddellijk op
den aposlelvorst.
Maar deze tekst is in de conferenfie als
zoodanig dan ook .niet gebruikt. Fungeerde
niet als bewijsmateriaal tot het bewuste doel.
Miaar hiji werd genoemd, diende hij ter illus-
tratie bij den uitleg van dc oorzaak der Pau-
sehjke onfeilbaarheid, doch dan niet anders
dan als lllustratie.
Wat nu volgt is Dominee's positieve deel
van, zijn verweer, hij gaat zijn Profestant-
sche interpretatie stellen tegenover den eeu-
wenouden Roomschen uitleg. Demonstreeren,
dat Malhcus de Evangelist van geen' paus
of pausdom afweet of we'on wil. Kan dit als
ouverture dienen, als Einleitung fin dem
K-rieg? Prof. Pfleidercr is z66 vast ovcr-
lijkcn ZS
heidste
gens w6
armocde'
tuigd, dat de Kacholicke leer van het pausdom
duide.ijk en klaar in het Evangelic van Matt-
heus te lezen staat, dat hij daarom het ge-
hcele evangelic van denzelfden Maftheus als
onecht ycrwerpt. Verwierp hij het niet, dan
moest hij katholiek worden,. Hij schrijft in
zijn Vrchristentumbldz. 541: Domna ze-
denleer, kerkgenootschap der wordende'kaf-
holieken kerk van dit alles vindt men aan-
Ie? e", 0Pzf! .ijl Evangelic van Maftheus.
Katholiek is zijn Driceenhcids doopformu-
her. Katholiek is zijn Christusleer, waarin
dc Zoon van David en Abraham als een ge-
dachf' isjuet den waarachtigen, bovennatuur-
,van 9°d- Katholiek is de zalig-
afho! iek is d'e zedenlcer, vol-
het ascefisch leven in vrijwillige
n ongehuwden staat reeds als hoo-
gere volmaaktheid geldt. Katholiek is einde
lijk de aan Petrus gedane belofte van hem
te maken tot grondslag der algemcene kerk
en drager van de machf der sleutelen, wiens
binden en, ontbinden vooruif in den hemel
bekrachtigd is. (Dr. Einig. 5 1. bldz. 33)
Pfeiderer nu is Protestant. Waarom werd hij
dan niet Roomsch? IJc zou haast zeggen,
omdat hij geen Christen meer is. Roomsch'
worden zou de na<tuurlijke gevolgtrekking
zijn uit zijn beweringen. indien hij den bij-
bel nog als Gods Woord beschouwde. Doch
daarvan is hij reeds vcrwijderd. In andere
richting is hij consequent geweest. Uit Pro-
testantsche beginselen redeneerend kwam, hij
en niet hij alieen tot de verwerping van het
gzag des bijbcls.
Ik kan mij dit aldus verklaren, zegt Er-
man. Het Katholicisme steunt op de overle-
vering. In de Kerk belichaamd1 is de overleve-
rin.g der stevigste grondslag van den godde-
lij'ken oorsprong van 't Evangelie; de over-
lcvering is om zoo to zeggen het levende be-
wiis van het Evangelie... De Protesianten
hebben dp overlevering en de kerk verworpen.
Doch waard'oor vervingen zij het onfzagwek-
kentd gezag eener eeuwenoude overlevering,
die in de Kerk was neergelegd? Gij Protcs-
tanten neemt een goddelijke openbaring aan,
dic noodzakelijk is ter zaligheid; deze open-
baring is vervat in een, op bovennatuurlijke
wijze ingegeven Boek. Maar wie za] met ze-
kerheid den waren zin der heilige feksien be
palen? Terwijl gij, Protestanten, het gezag
der Kerk verwerpt, laat gij de uiflegging
der S"hrift over aan 't persoonlijk oordeel
van elken gc'oovige. Daf was niet alieen dc
dew epesxettea vmx clqMoaza aaderin-
11S09
12010
12294
12434
12559
12664
12800
12990
13076
13209
13335
13498
13839
13936
14153
14305
14469
14560
14778
14871
15004
15155
15316
15491
15692
15907
16029
16138
16333
16529
16661
'6820
16924
17259
17420
17488
17604
17832
'S065
18253
18492
18863
19084
19161
19316
1940
19548
19800
20107
20247
20490
20795
21093
21475
21645
21708
22107
22228
22392
22734
22904
i rm
12034
12300
12517
12581
12667
12829
12992
13081
13274
13370
13557
13845
13937
14163
14365
14476
14589
14787
14881
15068
15157
15331
15507
15694
15926
16046
16187
16388
16543
16672
16837
17074
17261
17452
17503
17610
17841
18102
18259
18540
18868
19085
19170
19329
19439
19555
19855
20113
20279
20493
20814
21151
21491
21646
21799
22129
22287
22417
22^27
22775
22944
5de klasse,
10233.
11940
12111
12322
12519
12586
12676
12874
13004
13094
13279
13378
13590
13883
13967
14171
14373
14491
14637
14789
14900
15084
15160
15383
15538
15718
15929
16076
16197
16403
16545
16713
16860
17103
17329
17461
17526
17624
17888
18160
18273
18587
18974
19114
19191
19332
19451
19690
19926
20141
20333
20535
20882
21156
21511
21654
21909
22140
22324
22437
22624
22^93
22994
6de lijsf:
TT93I
12217
12328
12537
12592
12694
12880
13006
13151
13299
13392
13628
13886
14085
14202
14403
14526
14704
14819
14937
15101
15233
15446
15559
15727
15945
16099
16229
16428
16638
16719
16865
17115
17333
17462
17543
17750
17899
18194
18284
18608
19013
19120
19205
19352
19480
19695
19949
20180
20343
20.594
20961
21159
21564
21695
21919
22155
22327
22452
22710
22874
12262
12408
12539
12630
12760
12920
13066
13193
13311
13437
13689
13893
14130
14218
14407
14537
14766
14843
14950
15119
15254
15476
15584
15747
16021
16115
16232
16469
16644
16735
16908
17233
17350
17485
17558
17763
17902
18218
18300
18759
19044
19135
19235
-19370
19518
19748
19967
20216
20444
20604
21040
21173
21569
21697
21998
22165
22351
22481
22713
22897
12283
12426
12558
12659
12792
12965
13067
13200
13325
13445
13770
13919
14131
14299
14428
14542
14767
14868
14987
15120
15273
15486
15630
15806
16028
16129
16289
16495
16647
16801
16916
17243
17385
17486
17583
17770
17945
18251
18460
18860
19061
19143
19236
19385
19533
19763
19974
20227
20486
20713
21079
21214
21631
21701
22073
22184
22380
2249")
22726
22898
10238 moet zijn
gen het was de openbaring zelve blootsiel-
Konden er geen personen
len em prijsgeven
gevonden worden, die in de fTeiiigc^ Boeken
Ic-zen wilden, dat Jezus Christus geen God
is? Van den aanvang der Hervorming zijn
er zulke iwij' elaars geweest en niettegenstaan-
de de heftige uifvalien van Luther tegen hen,
hidden zij zich staande en vormden een
machtige partij. Miaar wat wordt er dan van
1 Christendom als Christus niet meer de
Zoon vad God' is?
Er lag echter een nog rooter gevaar in
net protestantsch beginscl. Streng genomen
blijft het Christendom een geopenbaarde
godsdienst, zoolang dc Heilige Boeken er-
kend worden het Woord van God fe zijn.
Het Woord Gods is een onmetelijke kracht
voor hem, die gelooft, dat onfeilbaar gezag
voor zich te hebbenhet gaf a.n Luther een
wonderbaar zelfverlrouwcn,; hot was zijn
burcht, waarin hij zich onverwinnelijk voelde.
Maar wie bleef hem borg, dat die bladen pa
pier, welke men dc Schrift noemde, het
Woord Gods bevatten'? Ails man van geloof
en opgegrocid in dc Katholieke overlevering
bewaarde hij zijn, geloof aan de Schrift, na
dat zijn geloof in de Kerk was uifgedoofd.
Zoo was het echter niot gesteld met de latere
geslachten; zij vroegen, waarop dan toch
de goddelijkheid der Schrift sieunde? Deze
vraag veronfrusite Calvijn zeer. L dj voelde
heel goed dat de bewering: „De Schrift is
door God ingegeven, wiji zij afstamt van de
eerlingen, des Hccren en door de vcrheven-
heid1 van haren inhoud uitmunt en zich van
menschclijke boeken onderscheidf" of, zoo
als Ds. Donner in zijn Catcchismus zegt,
wijl het blijkt uit haar goddelijk karakter,
heiweik zoo klaar uifblinkt, dat dc blinden
zelfs fasten kunneni, dat de dingen daarin
vervat, van niemand anders dan van God'
ziin"; hij voelde, zeg ik, zeer goed, daf deze
iiewijzen een, waarschijmlijkheid, maar geen
zekerheid konden geven Calvijn was 66k
een man van geloof; hij' antwoordde op de
iwijfelingcn, der rede, dat de goddelijkheid
der Schrift geen bewijzen noodig had. Heeft
iemand er ooit aan gedacht het besiaan der
zon te bewijzen. (Calvijn Insfitut. 1. 7:2).
Dit bewijs was goed voor hen die geloofden,
maar dezen bchoeven, geen bewijzen. Voor
hen echter, die een grond van zekerheid ver-
langden, was de door Calvijn beweerde
klaarblijkelijkheid geen reden om te geloo-
ven; hadden zij geen, recht' tez eggen, dat in
hun oog die klaarblijkelijkheid niet bestond?
Ein was dit niet ten slofte hetzelfde als het
bewijs voor het goddelijk karakter der
Schrift in menschelijke ingeving zoeken,?
Wa.r is het, dat Calvijn beweerde: „de inge
ving komt van, God. God zelf is het die ge-
tuigenis geeft voor Zijn Woord." (Instit. 1.
7:4:5.) Of, zooals Ds. Donner in zijn Catc
chismus zegt: ..des Christens naaste bewijs
voor de goddelijkheid der Schrift is het ge-
tuigenis des Heiligen Geestes in zijn hart,
dat de Geest, door wicn de Schrift is inge
geven, de waarheid is." Maar deze gewaande
goddelijke ingeving had een gevaarlijke
klip, waarop het Protestantisme stranden
moest. Van den eenen kant maakte hot Mys-
firisme zich daarvan meester om zijn dwaas-
heden fe rechtyaardigen, en van de andere
zijde opende zij de deur voor het Rationalis-
me. En werkelijk: kan de ingeving, die Cal-
viin aan God toeschriift. niet uit de men-
scheliike rede voortspruiten? Als dat kan
wordt de rede ten slotte het orgaan, d'at be-
slist over de openbaring, maar dat is dan
ook radicaal de ontkenning dor geopenbaar
de waarheid. (Laurent.
Prof. Eriides sur 1' Histoire de 1' humanity
Vri. La Reformc).
P. v. d. SANDE'N.
(Gmgecarrigetni).