OAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De zilveren vaas,
Zuster Brettan's liefde.
Ko. 25
Honderd Tier en twintigste Jaargang
1922
MA AND AG KR1,L
30 JANG A EI
Fenilleton.
t fr nrn- iM.vit f *50 ISowiisn. 6 Ct. Ail vert tmtiepr. 25 et. p. ro«el, grooiere itfiiTB nanr piaatsruiinir
ibonneinentsprljs Vl»»daito v.U. ll<v,™ C^*r'* W Tol. Adminlstr. N«. S. R*UcU« No. ML
rni« liooFJi-etlneieurTJ. N. AOEMA. -ill
door
JET VAN STRIEN.
De h-andcn in elkaar gcstrengcld, het
blonde hoofd gebogen, stond Til voor de ta
fel, en staarde. Stcllig stond ze ai tien mi-
nuteni lang n dezclide houding, als de tot
vleesch-geworden verbazing.
Voor haar lag het geopende etui, bleek-
beige, en in de voering van kosrelijk konings-
blaiw fluweel lag", bad cm d ki zilverglans, dc
smalle sierlijke vaas. !De zilveren vaas.
Slank opgaand in lijnen, iijn, bijna broos het
model, oprijzend uit een vrij breeden ron-
dcn voet. ten droorn van zilver en blauw...,
door een loopjonger haar vanmorgen thuis
bezorgd. Onbegrijpelijk.
Of toch niet geheel onbegrijpelijk? Tils
gedachten sponnen drad'an. Gister nog, toen
ze .vinlcelden in de stad, ziji met haar man,
en Mold a, zijn zusje, a; Constant Borghout,
zijn vriond, hodden zie doze vaa3, of eon
soortgelijke. in die etaiage van een zilver-
smid gezien. iM
Zij, Til, had! in verrukkmg stilgestaan, en
gezegd: he, z6o iets te hebben!" Hugo was
wrevelig gewotdon en antwoordde: ,,dure
'Dcsterijen... anziui voor een jong huishou-
den, dat nog zooveel andere dingen noodig
had." No Ida had even gclachcn, zoo a Is zi]
dat kon, frisch, zciden anderen, stupide,
vond1 Til maar Constant, Constant Borg-
hout, had haar 'tis van terzij aangegluurd'.
(Hij was een vriend uit Hugo's II. B. S.
jaren, jong naar Indie gegaan en nu met
verlof. Hij bleef maar kort, kwam zich
vol gens Hugo een, vrouw zoeken, om dan
weer naar Rata via terug te gaan, Hugo wist
dat hij bemiddeld was. It Was hem eigen-
lijk wel aan te zien, altijd' tip-top, nt beetje
dandyachtig misschien, en, kwam hij zoo
nu en dan 'ns etcn of koffiedrinken, dan
bracht hij Til trouw de fijnste en duurste
bonbons tnee.
(Hugo wilde'm1 aan Nblda koppelcn, dacnt
Til Hij! zei 't niet, maar je voelde dat zoo
Altijd moestein ze sanvcn geinviteerd worden
gingen ze met i'n vk-rtjes uiit. Maar zij, Til,
Son "zich wel voorstellea dat Constant, Con-
sly zeide ze altijd, daar niet in loopen wilde.
Gut, Nolda was 'n goed' kind, 'n lief kind,
miaar saai..., gelferd. Ze had' geen elegance,
geen beetje zwier om mooie dingen te ara-
gen Altfijd en.eetrwig die zoogenaamd1- ar
tistieki losse fluweelen jurken, Em dan dat
gladde polkahaar! Nee..., dat was geen
vrouw voor een chic type als Gonny. Niet
dat zii 't overigens Nolda misgunnen zou
dat niatuuTlijk niet... Ze voclde opecns^
zijn afgcdwiaald' in een riclmng, die haar
een onprettige sensatie gaf. En opmeuw
maakte ze zich bewust, dat de blinkend zii
veren vaas voor haar lag.
,.Due nesterijen", had Hugo gezegd. toen
zc voor den winkel stonden1 en Co.nny had
haar van opzij, achter Nolda's rug, aange-
zien. Zc dteed alsof ze het niet oplette, maar
ze voelde het wel. Conny had zulke aardige
uitdrukkingsvolle oogen. Hugo ook vroe-
i v. Tegenwoordig waren ze zoo dot.
Van h harde werken, zei hij. Nu ]a. harde
werkenAltijd werken en geldbeslommerm-
gen Ze wist wel, toen ze trouwde, dat ze niet
rijk zoudtn zijn, maar 'twas toch niet meege-
vallen. Hugo's oogen mochten er dan dot
van staani, zii, Til, lieed' er ook onaer. B -
naald Ze was do] op uitgaan, op mooie din
gen op oomfont. En dit alles kostte geld.
Ha ndenvol geld, placht Hugo tie zeggen.
Weer zag ze den zijdeiingschen blik van
Conny op zich gencht. Wat beduidde nit
Had Conny mtdelijden met haar gehad? Had
hij gedaclit: zoo'n mooi jong vrouwt]e, moct
die nu alle snuisterijtjes missen, die voor 'a
vrouw juist zoo aantrekkelijk zijn? Arme
kleine Til, moest hij gedacht hebben, mis
schien1 wel llcve kleine Til...
Til bloosde in haar eenzaamheid. Lieve
deugd, waar gleden haar gedachten been?
Zc was iHlugo's vrouw en't was een huwe-
lijk uit liefde geweest. Conny Borghout was
'n vriend van haar man. Dat was alles.
iMiaar ondanks dit feit, zoo nuchter mo-
gelijk giesteld, dramiatiseerde ze vcrder.
Deze vaas, haar vanmorgen zander boad-
schap, zond'er kaartje. thuis bezorgd, kon
slechts van Conny zijn. Hugo had er mo
ment eel geen geld voor, wist ze zeker. Maar
Conny... Hij had altijd geld
Hij! wilde haar een plezier doen. Of was
het een symbool...?
Nlee, nee, dat mocht ze niet denken. Haar
gedachten mochten niet dfafli gevaarlij ken
ioant uitgaan. Ze mocht pier Contiy's jachcnd
^ezicht voor zich .tooveren, zooals het zou
cunnen zeggen,; arme Til', arme lieve Til,
met Oonny's aardigc oogan, die heel lief-
vleiend konden kijkn, als hij om z'n kopje
thye vroeg. Nee, nee. nee, niets daarvan. Ze
was Hugo's vrouw, uit liefde met 1 iugo ge-
trouwd.
Gelukkig dat Hugo vandaag met thuis
kwam. koffiedrinken. Wait zou ze 'm moeten
zeggen?? „Dit is voor mij gebracht, Huug...
stei je voor, die beeldige vaos, en ik .weet niet
eens van wie" Hugo zou wantrouwig wor
den, haar diep in de oogen zien, hoofdschud-
dend. Goie hemel, wat 'n tooneelachtige
dingen konden er niet gebeuren! Ze zag zich-
zelf al schreiend, handenwringend bczwe-
rcn dat ze waaxachitig, waarach.tig van niets
wist. Ook hij zou natuurlijk dade'ijk Gonny
vcrd'enken, den eenigen huisvriend.
Til zuchtte dramatisch. Het was lief van
Conny haar die present je te Shiran; hot stond
voor "naar nu immcrs vast d.at het van hem
was. He-el lief, heel attend Maar welke moei-
lijkhcdcn kon het niet bren.gen, aan haar en
aan hemzelf! Heel in 't gehelm was ze cr
trotsch op. dat hij', in zijn verlangen om
haar 'n genoegen te doen, daaraan met had
gcdacht. Dat bewees wel.... Nee, nee, zoo
niet denken.
En toch dwaalden juisit naar dat gevaar
lijke punt telkens haar gedachten terug en
bewaarde ziji de verond'erstdling, die niet
uitgesproken mocht worden, heel deni morgen
als een boos lief geheim. Terwijl ze met
haar dlenstmeisje hat ochtendwerk deed1 van
ruimen en stoffen, waren geen second c- het
geschenk en zijn gever haar uit de gedachten
en toen ze kofficdronk, alleen en eenvoudig-
jes, zonder omslag, stand het 6tui naast
haar op tafel en wend'de ze geen oog van
hot blinkend1 zilver af.
Na de koffie kleedde zij zich, in- een onbe-
heerschten aandtang, wat extra zorgvuldig.
Legde een dtenZig poederlaagie over haar
fijin gezichitje em deed een teerkleuirige zijde
biouse aan met veel roomige kantgarnee-
ring 7e parfumeerde zich. Onmogelijk had
Tifkirnnen zeggen waanom ze dit ades
deed Het behoorde bij de vaas, bij de vcr-
rassing, bii dte diep-in gekoesterde hoop, nee.
ret voorgevoel. dat Connv vanmiddag even
aanloopen zou. Zc waagdte niet er aan te
denken wat hij zou kunnen zeggen., wat zij
zou moeten antwootrden...
Met een. haakwerkje gang ze in haar go
liefkoosd d'riepoot-stoeltje ziitten, in ha;ir klei-
nen erker. Op het peppig salontafeltje voor
haar lag het etui. Het haakwerkje rustte in
haar schoot. Geen steekje vlobte. Zoo ver-
droomde ze '01 poosje.
Toen schoot een rappe bel door't huis.
Til 's hart sprang op Ze hoorde Bartje uit
de keuken klotsen, hoorde het traotouw knar-
sen. Ze moest heusch van ncrvositeit even de
oogen toe doen. Kalm zijtn, nu, kalm zijn,
dwor.g ze zach zeif. -Hij zou zien dat ze zijn
geschenk' hidr voor zich had. Maar vooral
waardig moest ze blijven, lief-rustig en waar-
digen hem bedanken... en- zeggen dat
hii zoo iets indoit weer mochit doen,... konden
ze goede vrienden blijven...
Oe deur ging open. In felgcspannen ver-
wachting zag T.il op.
iHet was 'Nlolda.
Nolda, in haar losse jas van ruig good,
met de slappe muts op, die er bij hoorde.
Frisoh en biozend kwam ze de kamer in.
Het kostte Til eon- ontzatitende moeite om,
met droge keel, een. niet al te k lank loos
„da-hg", uiit te brengen. Fel beving haar
even een vwkelijtesi baat teghet ^choon-
zusje. Miaar Nolda schecm- niets te me .ken.
Op haar eigen monchialante wiize gooide ze
jas en muts af. Toen flikkerde de zilveren
vaas ook in- haar blik.
,0.... Til!" VT
Til lachte een schril nenrcus lachje. Nu
opgewelct en jolig-verbaasd doen tegen...
tegen het sp66k. „Ja zeg... dat is me ge
bracht, vanmorgen. Stel je voor, en if. weet
heelemaal niet van wie." praatte te sche! en
te jachtig, ze voelde het zclf, maar was on-
macb'.ig haar stem betcr te beheerschen.
Nolda gelukkig, zag er alweer niets in.
Zc diraaide zich wat 'n manieren toch,
dacht Til losjcs op fen hak rond toen,
ineens, sloeg ze haar armen' om Til's 1als.
„0 Tilly, lieveliing... je wilde gister im
mcrs die vaas zoo graag hebben? En... en
ik ben1 zoo gelukkig en ik wilde je n plezier
doen.... ,.ji| en Huug moeten't toch net eer-
sic we'enEn ik kocht die vaas voor je...
Ti! duwde Nolda plotseli.ng van zich af.
Jij kocht de vaas?". vroeg zc heesch. Het
was een verrassing, nvaar een vredselijke.
Nu moest Nolda Til's dindelijke ontzer-
ting "wel zien. maar ze hegreep die verkeerd
en Het zich niet afschrikken.
..Niet boos zij'in, lieveling, al was ze 'n
beetje dhur'k had nog wat geld liggen..,
er. nu ja... Til... ik moest iets doen. Weet je.
Gonny en ik hebben ons gisieravond...."
Verloofd?", gilde Til, schrik.
Nolda Imikte, stralend.
„0..."/ hiigde Til.
Toen'boog ze zich over haar schoomzusje.
Wat k6n ze anders?
Nk>lvan harte, hoor..., van harte gefeh-
citeerd."
Maar in echt-vnouwelij-ke onberedeneerd-
heid, haafte ze de zii veren vaas vanaf dat
oogenblik.
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van
LEONARD MERRICK,
door E. H. (Nadruk verboden).
36)
,,Nu zuTt u d'adelijk wel warmer worden",
troostte zij. „U heeft zeker kou gevat."
Mrs. Kimcaid' lag een m-inuut stil.
,,Ik heb zoo'n .pijln". prevelde ze. „Hoe fcan
Ik d'aar nu aaro komien?"
„Waar is de pijn?"
„I.n miijin zii'. een scherpe, stekende pijn!"
Het meisje verscheen nu in de deur, out
steld door die siOorniis.
Mnry zei, dat ze wat kiolen moest brengen
en zich dan zoo gauw mogelijk gaan klee-
dfen.
„Is er ook lijnzaad' in huis?... Havermeel
is oak good'; daar wil ik Mrs. Kimcaid een
aftreksel van koken."
„Iik zal cens kijkcn, juffrouw. Lijnzaad is
er geloof ik, wel; maar..."
Breng dit dan maar even", -Mary, ,.en
den ketei. We zullea'. dadiedijk het vuur aan-
steken en dan kan ik hier verder voor het
aftreksel zorgen."
De oude dame kreunde en: huiverde beur-
telings en't kostte wel wat moeite, om vuur
aan te krij.en. Mary trach-ttc t flikkerend
houtje te dtoen opvlammea met behulp van/n
krant, terwijl het meisje theorieen vcrkondig-
dc omilrcnt het s-token van de kachel, die in
haar tdid' althans nooiit gebruikt was.
Toen er dndelijk dan toch wat g:ced_ in
het vuur gekomen was, zoodat het lijnzaad'er
er kon opg^zct word'en1, zone; Miss Breton
Ellen naar benedan. can Icruik ke hialen en
Aislcy.
Staxlsnieuws
DE BEG1NSELEN VAN DEN
VRIJZ.-DEM. BOND.
Nad'at in den loop van den voormiddag een
huishoudblijke vergadering van dc federatie
in den kieskring den Holder had plaats ge
had, werd gisteraiiddag in de Unie een open-
bare vergadering gehouder van vrijz.-demo-
craten., in welke als sprekers optraden mevr.
mr. Bakker-Nort en mr. P. J. Oud, resp. no.
2 en 3 van de vrijz.-dem. candidatenlijst voor
de a.s. Kamerverkiezingen. De zaal was goed
bezet
De heer F. J. Aukes, voorzitter der aid
Alkmaar, bracht bij de opening het gezegde
van een Fransch schrijver in herfnnering:
„de partij, die men stervende waant, is nog
keragezond".
Uit hetgeen de sprekers zouden zeggen,
zou voldoende blijken, dat de i eL" en „Het
Vclk" geen gelijk hadden met hunne schettc-
rende bewcring, dat de vrijz-dem. partij dood
wa9. Spr. bctreurde het uittreden uit de par
tij van de heeren van Beresteijn, Koster en
Teenstra en memorcerde, dat het hooidbe-
?tuuF in zijne vergadering te Arnhem had be-
sloten tot het benoemen van een commissi,
die alle klachtcn en verdachtmakingen tegen
den Vrijz.-Dem Bond zou onderzoeken,
waarop de partijraad uitspraak zou doen
Spr. was overtuigd. dat na die uitspraak de
mooie beginselen van den Bond opnieuw zul-
len voortleven in Staten, Radon on Kamer.
Vtevr. Bakker-Nort kreeg hierop't woord
Gaarne had spreekster de uitnoodiging aan-
genomen Zij zei na het armnemen der voor-
Hcpige candidatuu- d" schaduwzijrien ervan
te hebben ge-lea Zij a u bij ten v«.rH«.-ng,
veel van hare werkzaamheden moeten iaten
varen, maar daar stond tegenover, dat zij,
als No 2 gesteld. menschelijkerwijze gespro-
ken verkozen zou worden Jammer zou zij
I het vinden a! door hare verkiezing een der
manncn zou worden verdrongen, die toch
in de Kamer waarlijk goed werk hebben gele-
vord Om dal nu to voorkomcn. moest men
z66 hard werden, dat er cen zetel voor de
vrouw bij gewonncn werd.
Spr. herinnerde er aan, dat de Vrijz.-Dem.
Bond retds in 1901 de vrouw in den Bond
dezelfde rechten toekende als aan den man,
als konse'kwentie van het uitspreken van de
weuschelijkheid van vrouwenkiesrecht, toen
zelfs nog niet alle mannen doordiongen wa
ren van de noodzakelijkheid van algemeeu
mannenkiesrecht. Do Vrijz.-Dem. Bond vond
dit een punt van rechtvaardigheid en dacht
niet als anderen alleen aan eigenb.lang. Die
anderen overwogen, dat. waar de vrouw
meer kerkelijk is dan de man, de rechtsclie
lartijen zeker de meeste winst zouden iieb-
3en van vrouwenkiesrecht. Sociaal-dem. heb-
bai Wel gesteund den eisch van vrouwen
kiesrecht. maar toch hebben wij, zei spr.,
aan Troelstra eigenilijk nooit vergeven zijne
uitlating, dat hij den laatsten baliekluiver
eerst het kiesrecht zou willen geveu vodr hij
het gaf aan de vrouw.
Spr noemde verschillende wenschen der
vrouwen. die het noodizakelijk maken, dat de
vrouw optreedt in de politick. Dan kan de
striid tegen den oorlog en het militairisme
pa Ajoed wordert ingezet.
Vele vrouwen weten niet wat aan te vangen
ni t het groote voonecht van vrouwenkics
recht, alleen de voor-vechtsters weten dat aan
sluiting bij een politieke partij noodig is. De
vrouw hceft wel degelij'k bdang bij staat-
kunde en politieke vraagstukken en zij kan
geen goed echtgenoote zijn- als zij daarin
geen belang stelt. Dat de poiitiek ,,vuil" is
en noodwendig moet zijn, ontkendle spreek
ster. Men kan er zelf van maken wat men
wil. Als we in de pilitiek even, eerlijk zijn als
in ons huis, is zij niet vuil.
Bij welke partij moeten de vrouwen zich
aansluiten? De rechtschen weten het wel,
zij schrijven de vrouwen al in als lid' ook
zonder haar eigen aangifte. Ook aan- de uiter-
ste linkerzijde weet men het eh men heeft er
daar heel wat opofferingen voor over, die den
vrijzinnigen tot voorbeeld kunnen strekken.
De beginselen der vrijz -dem. noemde spr
mooi. Het groote kenmerk ervan is, dat de ge-
lijkheid van man en vrouw wordt erkend.
„Nu zult u eens zion, hoe lekker u zich
nu d'adelijk gaat voden", sprak ze opgewekt
tot de zieke. ,,Iets verwarmends om te drin-
ken. en het koestcrend flon el aan uw voeten.
dan word't u een heel ander mensch
„Kou-d! d'at ik ben... O, 't is verschrikkehjk
En die pijn.! Ik kan me maar niet begrijpen,
wat het is."
,.Laai) ik u dit eens even1 omslaan. Kijk;
z66. Hloe is d'at nu?"
.,0," Stamelde Mrs. 'Kincaid. „Dank u.
Wa t d'oet u dat hand ig!"
„.Kijk", zei Mary, steeds hezig, „hier heb
ben we de rest van de heerlij'kheden. Gecf
mij den beker eens, Ellen, dan zulieb we d.at
eeraf doen."
7e mengde den opgewekton drank en- trad
er mee aan het bed-
„Licht nu even uw hoofd1 op sprak zie
zacht, ,.ik zal fact glas \'oor u vasthouden,
d'at u niet" hoeft op te zitten. Dnnkt u dit nu
even, dan zal Ellen in diem tijd1 de kruik voor
u inschenken."
„E!r is niiet veel in den ketel, Miss zei
Ellen.
„Gebruik maar vast, wat er ts, en vul m'
dan weer opnieuw. Nu moet je daarna eens
kijken, of jc wat pakpapier kunt vinden.
Terwijl Ellen d'iiil grng zoeken. was zi] aus
een tijdje weg; en. nadat Miss Breton den
leegen, beker had1 neergezet, en, nog het een
en ander had' opgenrirod, bij de rustende pa-
tiente, mag zijzelve eens nader kijken'. bn
de zakdoeken en manchetfen in een van. de
laden vond ze gelukkig een lap hnnen en
die draaide ze tot een lange buis, die ze in
de tuit van den ketel stak, waardoor de
stoom zich. beter dtoor het vertrek kon ver-
spreiden. 7.e zal daar juist even, mee klaar
geweest zijn, toen' het meisje haar kwam zt g-
gen, dat er in het geheel niets van then aard
in het huis was. On de trap kwam ze n,aar
tegen. Er was in tijden .eeem pakje gekomen
dan 'oaddan se w»l dw zaklcan, waar d»
welk beginsel nu door het stembiljet kracht
wordt bijgezet. De vrijzinnigen vormeu een
gematigdc partij., die niet de heele maat-
schappij wil omver werpen om een nieuwe te
stichiau, gelijk de communisten noodzakeiijk
vind-en. Wat ei goeds is in de tegenwoordige
wil de vrijz.-deui bond behouden en dat dit
goed gezien is, hceft de mislukkiiig der gelijk-
heidsidealen in Rusland en Duitschiand ge-
leerd.
Die gelijkheid is een utopie. \vaarnaar
gestreefd moet worden on wat zeer zeker te
krijgen is, is de mogelijkheid voor ieder op
voldoende ontwikkeling. Dit beginsel is het
waarvoor de vrijzinnigen altijd nebbengestre-
den, goed onderwijs en ock vakonderwijs
voor mcisjes en jongens wordt altijd door de
vrijzinnigen verdedigd. De kosten ervan moe
ten gekgd worden op de schouders van hen,
die ze kunnen dragen.
Een ander punt, waarvoor de vrijzinnigen
strijden, is de belaatinghefiing naar draag-
kracht. Daarozr- gt-srt 'fidirecle belasUngrn,
waardoor de vetk-ruikAartikeltn duur worden
en dus ge.n heffing naar draagkracht ge-
schicdt.
Wat de vrijzinnigen willen, wordt ook door
een deel van den Vrijheidsbond hen nage-
zegd, waardoor z.ij prijken met onze veeten,
zei spr. Het was nog gebeurd in Groningen
door mr. Dresselhuys. In meer behoudende
streken sprcken de Vrijheidsbonders weer an
ders.
Wij leven voor onze beginselen, zei spreek
ster De Vrijheidsbond kan dit niet, omdat hij
democratcn en liehoudenden bevat, die bij
hunne samensmelting alien iets van hunne be
ginselen hebben moeten laten valleu.
Stcrk bepleitte spreekster bezuiniging met
het oog op de hooge rijksbegrooting, maar
zij wilde geen bezuiniging op onderwijs of
op de subsidies voor het Grocne Km is en der-
gelijke Bezuiniging is wel mogelijk op de
zegeltjesplakkerij, hoe schooa ook het gegin-
sei daaivan is.
Op sociale wetgeving en wegnemlng van
alle onrecht tegenover de vrouw moet wor
den aangestuurd
Bij de a.s verkiezingen kan echter op in-
voering van staatspensioen niet worden aan-
gedrongen, omdat er geen geld is Met deze
->mstan<]igheid moct men wel rekening hou-
den en' daarom is het misschien. wel goed dat
juist nu de vrouw medezcggingschap krijgt,
de vrouw. die zoo bij uitstek moet zorgen
rond te komen met een bepaald bedrag. De
mannen hebben altijd te royaal geleefa
Resutncerende, betoogde spreekster, dat de
vrijzinnig-democraten strijden voor betere
idealen. tot vorming van een betere samenle-
ving. Niemand, die dit voorstaat, mag ont-
breken in hunne gelederen.
Mr. Oud kreeg hierop het woord. Spreker
zou sj>eciaal de practische poiitiek willen- be-
handelen.
Op hot financieele vraagstuk is in die aller-
eerste plaats te lettcn en dat maakt het ons
tnoellijk, omdat wij hooge idealen hebben,
terwijl er slechts weinig geld is. De belastin-
gen mogen niet hooger opgevoerd worden,
misschien is het wel noodig de poiitiek zoo te
leiden dat de belastingen vcrlaagd kunnen
worden. Met een poiitiek, als vooral gevoerd
door den vorigen minister van financien, mr
de Vries, moet gebroken: worden, want de
tekortcn worden telken jare grootcr. Spr. me-
moreerde hoe onze uitgaven het dubbcle zijn
van v66r den oorlog en hoe ons land steeds
weer moest leenen; nu is nog weer, gelijk de
thee en de suileer in werd gebracht, maar dat
was blauw papier, lolls anders trad ze niet
kunnen vindicin,. Ze besl-oot met de vraag:
„Gaat u diaar'den heelen nacht zitten,
.Mliss?"
„Ja; maar je moet zachter spreken.
Hoe laat is het?"
Ellen zei, d'at ze zooeven, op de buiten-
klok, gezien had', dat het half vijf was, waar
ze toch wel verbaasd van h ad opgekeken, d'aar
ze meende, dat het half een was geweest, op
z'n laaitst!"
Maar ik zou graag hebben, diat jij den
dokter ging halcn, Ellen; il< ben' bang, dat
Mrs. Kincaid' erg ziok wordt."
„Mioet ik nu dadelijk gaan, Miss?"
„Jia, d'adelijk. Je moet hem haar zeggen,
dat zijn rnoeder om.gesteld is en dat hat't bes-
te is, diat hij d'adeliik meekomt. Je bent toch
niet bang om uit te gaan'? 'Hot1 zal wel gauw
lich't worden."
Ze haalde hot gordijn op en zag dan ook
waarlijk. dat dit zoo was.
„Bang?... Ik niet. En dan zou ik het toch
nog graag voor u over hebben.. Miss, om er
door te gaan. Maar denkf u, d'at Mievrouw
erg ziek wordt?"
„Ik weet niet; dat zou ik niet kun-nen' zeg
gen. Ga jiji nu maar zoo gauw mogelijk!"
'Een diiepe bios had' zich verspreid- over
het gelaat, dat op de kussens lag. De oogen
schitterd'en en, een angsffige uitdrukking. toen
Miss Brettan weer naast het bed ging zit
ten, versterkte nog haar geloof in het ernsti-
gc van den .aanvai, dien zij hield voor een
begin van longontsteking. Bet kon wel one
kwart'ier duren, eer Kincaid kwam en', daar
zij wist, dat ze toch niet! anders kon, dan
wachten. kroop de tijd haar vreeselijk l.ang-
zaam om. De stilte, die eerst verdreven was
door dien hollen klank van de bel, had' nu
weer haar macht herwonnen' en andermaal
hcerschtie er een diep stilzwrjgen in huis, da-t
nog t» sterter untkwam' <!»«r hat
vailen van, een sintel op dOn rooster.
Bij1 tusschenpoozen liet de zieke een tril-
knden, zucht hooren- en keek Mary aan-, met
diankbaar-smeekenden blik, of ze in haar te-
genwoord'igheid een soort 'beschcrmend mede-
gevoel vond. Maar ze had haar klachten ge-
staakt en de wakende gaf dan- ook niet
i,n dadelijkheden blijk van haar dteloeming.
Hfet gasldcht niaast den spiege, ind.de
held'er en dit, gevoegd: bij de hitte van het
vuur, vuide de kamer met1 een voehtigen
glans. waartegen het grauwen van het och-
tendlich't door het venster zoo langzamerhand
al duikelijker zichtbaar werd.
De komst was dus al fang verwaohitt. toen
het get'ik van naderendte voetstappen steeds
luider Mary's ooren trof, en. voor het oogen
blik vergetende. dat Kincaid' zijn eigen sleu-
el had, sprong- ze op, om hem binnen te la-
ten. De hal'ldeur veerde open en ze bleef
even- staan, met haar hand aan de tr.a!ies van
de trap. Met haastigen groet liep hij haar
voobbij, naar boven'.
Er viel echter geen' angst waar te nemen
op zijn gelaat, toen hij aan het bedl trad1;
enkel een. vriendelijke bezorgd-heid als op den
a vend, toen ze hem. had mcegedeeld, d.at zijn-
rnoeder zenuwhoofdpij® had'; en uit dlcn toon
waarop hij1 de pa.liente toesprak, bleek juist
door die vriendelijkheid dat hij zeer goed
begreep, hoe zij1 er feitelijk tegenop zag, om
hem de ernstige symptomen mee te d'eelen.
Aanmoediigend1 stelde hij zijn vragen; en,
terwijl' het antwoord werd gegeven, luisterde
hij overtuigd! van- het geschonken vertrou-
wen.
„Ben ik erg ziek?" hijgde zij.
U voelt zich zeker erg ziek; maar maak
u niet ongerust, d'at did' waarlijk zoo is;
want d'at zou jammer wezen.
'Fliji hield den vingcr op haar pols. terwij.'
hij sprak. en had' steeds een glimlach op
de lippen. Toch wist hij, dat haar leven in
gewuu wx». HSj. Lad bfil in tat aea
hoogen trap van ontwikkeling van zijn kunst
gebracht; wist in de zieken'kamer op te tre-
den als een- tactvol geneesheer.
'Miaiy sibnd' hem vanaf den drempel gade
te slaan.
„Wie heeft dien trechter aan den, ketel ge-
maakt?" vroeg hij, zond'er zich om te kce-
ren en zonder dat hij er schijnbaar op gelet
had,.
„Bk", antwoordde zij. „Moef die daar blij
ven?"
,.Ja, zeker."
Hij- gaf haar te kenneni, d'at zij naar bene-
den zou gaan, en na een paar m-inuten volg-
do hij haar in de huiskamer.
„Geef mij pen en inkt, als't u blieft, Miss
Brettan."
„Die liggen op tafel," sprak zij, „naast
het vloeiboek."
Hij ging zitten, schreef haastig en stond
op met het reccpf in de hand.
„Waar is Ellen?"
..Die staati hier al te wachten."
Zijn gelaat gaf nu toch bl'ijf van eenige
verrassing; maar kortaf sprak hij:
„U is zeer attent. 'Hieeft u dat lijnzaad' aan-
gewend1?"
Haar bevestiging kldn-k even afgemeten
als zijin, toon van spreken.
,,We hebben gedaan, wat we konden, tot
u kwam.; ja, i'k heb het lijnzaad' aangewend.
Was het zoo goed
„Heel goed. Juist de rnanier, waarop net
aa.ngewend werd1, deed' mii dit vragen."
Met goedkeurende uitdrukking op het -ge
laat ver liet hij het vertrek. on' weer naar zijn
rnoeder te gaan. En, t6t Ellen terugkwam
van den- apotkeker bleef Mary, waar zij
was. Toen had ze er over gedacht, om haar
toilet te gaan voltooiien; maar, d'aar ze (T
immers geen minuut zeber "an was of ze niet
geroepen zou worden. gaf ze oat idfe toch
ook weer op en bepaal'de or zich toe, de ka
mer wat op tc ruimm.
(Wandt vwvolgd.)
MM AAf ilMA I.