OAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De zilveren vaas, Zuster Brettan's liefde. Ko. 25 Honderd Tier en twintigste Jaargang 1922 MA AND AG KR1,L 30 JANG A EI Fenilleton. t fr nrn- iM.vit f *50 ISowiisn. 6 Ct. Ail vert tmtiepr. 25 et. p. ro«el, grooiere itfiiTB nanr piaatsruiinir ibonneinentsprljs Vl»»daito v.U. ll<v,™ C^*r'* W Tol. Adminlstr. N«. S. R*UcU« No. ML rni« liooFJi-etlneieurTJ. N. AOEMA. -ill door JET VAN STRIEN. De h-andcn in elkaar gcstrengcld, het blonde hoofd gebogen, stond Til voor de ta fel, en staarde. Stcllig stond ze ai tien mi- nuteni lang n dezclide houding, als de tot vleesch-geworden verbazing. Voor haar lag het geopende etui, bleek- beige, en in de voering van kosrelijk konings- blaiw fluweel lag", bad cm d ki zilverglans, dc smalle sierlijke vaas. !De zilveren vaas. Slank opgaand in lijnen, iijn, bijna broos het model, oprijzend uit een vrij breeden ron- dcn voet. ten droorn van zilver en blauw..., door een loopjonger haar vanmorgen thuis bezorgd. Onbegrijpelijk. Of toch niet geheel onbegrijpelijk? Tils gedachten sponnen drad'an. Gister nog, toen ze .vinlcelden in de stad, ziji met haar man, en Mold a, zijn zusje, a; Constant Borghout, zijn vriond, hodden zie doze vaa3, of eon soortgelijke. in die etaiage van een zilver- smid gezien. iM Zij, Til, had! in verrukkmg stilgestaan, en gezegd: he, z6o iets te hebben!" Hugo was wrevelig gewotdon en antwoordde: ,,dure 'Dcsterijen... anziui voor een jong huishou- den, dat nog zooveel andere dingen noodig had." No Ida had even gclachcn, zoo a Is zi] dat kon, frisch, zciden anderen, stupide, vond1 Til maar Constant, Constant Borg- hout, had haar 'tis van terzij aangegluurd'. (Hij was een vriend uit Hugo's II. B. S. jaren, jong naar Indie gegaan en nu met verlof. Hij bleef maar kort, kwam zich vol gens Hugo een, vrouw zoeken, om dan weer naar Rata via terug te gaan, Hugo wist dat hij bemiddeld was. It Was hem eigen- lijk wel aan te zien, altijd' tip-top, nt beetje dandyachtig misschien, en, kwam hij zoo nu en dan 'ns etcn of koffiedrinken, dan bracht hij Til trouw de fijnste en duurste bonbons tnee. (Hugo wilde'm1 aan Nblda koppelcn, dacnt Til Hij! zei 't niet, maar je voelde dat zoo Altijd moestein ze sanvcn geinviteerd worden gingen ze met i'n vk-rtjes uiit. Maar zij, Til, Son "zich wel voorstellea dat Constant, Con- sly zeide ze altijd, daar niet in loopen wilde. Gut, Nolda was 'n goed' kind, 'n lief kind, miaar saai..., gelferd. Ze had' geen elegance, geen beetje zwier om mooie dingen te ara- gen Altfijd en.eetrwig die zoogenaamd1- ar tistieki losse fluweelen jurken, Em dan dat gladde polkahaar! Nee..., dat was geen vrouw voor een chic type als Gonny. Niet dat zii 't overigens Nolda misgunnen zou dat niatuuTlijk niet... Ze voclde opecns^ zijn afgcdwiaald' in een riclmng, die haar een onprettige sensatie gaf. En opmeuw maakte ze zich bewust, dat de blinkend zii veren vaas voor haar lag. ,.Due nesterijen", had Hugo gezegd. toen zc voor den winkel stonden1 en Co.nny had haar van opzij, achter Nolda's rug, aange- zien. Zc dteed alsof ze het niet oplette, maar ze voelde het wel. Conny had zulke aardige uitdrukkingsvolle oogen. Hugo ook vroe- i v. Tegenwoordig waren ze zoo dot. Van h harde werken, zei hij. Nu ]a. harde werkenAltijd werken en geldbeslommerm- gen Ze wist wel, toen ze trouwde, dat ze niet rijk zoudtn zijn, maar 'twas toch niet meege- vallen. Hugo's oogen mochten er dan dot van staani, zii, Til, lieed' er ook onaer. B - naald Ze was do] op uitgaan, op mooie din gen op oomfont. En dit alles kostte geld. Ha ndenvol geld, placht Hugo tie zeggen. Weer zag ze den zijdeiingschen blik van Conny op zich gencht. Wat beduidde nit Had Conny mtdelijden met haar gehad? Had hij gedaclit: zoo'n mooi jong vrouwt]e, moct die nu alle snuisterijtjes missen, die voor 'a vrouw juist zoo aantrekkelijk zijn? Arme kleine Til, moest hij gedacht hebben, mis schien1 wel llcve kleine Til... Til bloosde in haar eenzaamheid. Lieve deugd, waar gleden haar gedachten been? Zc was iHlugo's vrouw en't was een huwe- lijk uit liefde geweest. Conny Borghout was 'n vriend van haar man. Dat was alles. iMiaar ondanks dit feit, zoo nuchter mo- gelijk giesteld, dramiatiseerde ze vcrder. Deze vaas, haar vanmorgen zander boad- schap, zond'er kaartje. thuis bezorgd, kon slechts van Conny zijn. Hugo had er mo ment eel geen geld voor, wist ze zeker. Maar Conny... Hij had altijd geld Hij! wilde haar een plezier doen. Of was het een symbool...? Nlee, nee, dat mocht ze niet denken. Haar gedachten mochten niet dfafli gevaarlij ken ioant uitgaan. Ze mocht pier Contiy's jachcnd ^ezicht voor zich .tooveren, zooals het zou cunnen zeggen,; arme Til', arme lieve Til, met Oonny's aardigc oogan, die heel lief- vleiend konden kijkn, als hij om z'n kopje thye vroeg. Nee, nee. nee, niets daarvan. Ze was Hugo's vrouw, uit liefde met 1 iugo ge- trouwd. Gelukkig dat Hugo vandaag met thuis kwam. koffiedrinken. Wait zou ze 'm moeten zeggen?? „Dit is voor mij gebracht, Huug... stei je voor, die beeldige vaos, en ik .weet niet eens van wie" Hugo zou wantrouwig wor den, haar diep in de oogen zien, hoofdschud- dend. Goie hemel, wat 'n tooneelachtige dingen konden er niet gebeuren! Ze zag zich- zelf al schreiend, handenwringend bczwe- rcn dat ze waaxachitig, waarach.tig van niets wist. Ook hij zou natuurlijk dade'ijk Gonny vcrd'enken, den eenigen huisvriend. Til zuchtte dramatisch. Het was lief van Conny haar die present je te Shiran; hot stond voor "naar nu immcrs vast d.at het van hem was. He-el lief, heel attend Maar welke moei- lijkhcdcn kon het niet bren.gen, aan haar en aan hemzelf! Heel in 't gehelm was ze cr trotsch op. dat hij', in zijn verlangen om haar 'n genoegen te doen, daaraan met had gcdacht. Dat bewees wel.... Nee, nee, zoo niet denken. En toch dwaalden juisit naar dat gevaar lijke punt telkens haar gedachten terug en bewaarde ziji de verond'erstdling, die niet uitgesproken mocht worden, heel deni morgen als een boos lief geheim. Terwijl ze met haar dlenstmeisje hat ochtendwerk deed1 van ruimen en stoffen, waren geen second c- het geschenk en zijn gever haar uit de gedachten en toen ze kofficdronk, alleen en eenvoudig- jes, zonder omslag, stand het 6tui naast haar op tafel en wend'de ze geen oog van hot blinkend1 zilver af. Na de koffie kleedde zij zich, in- een onbe- heerschten aandtang, wat extra zorgvuldig. Legde een dtenZig poederlaagie over haar fijin gezichitje em deed een teerkleuirige zijde biouse aan met veel roomige kantgarnee- ring 7e parfumeerde zich. Onmogelijk had Tifkirnnen zeggen waanom ze dit ades deed Het behoorde bij de vaas, bij de vcr- rassing, bii dte diep-in gekoesterde hoop, nee. ret voorgevoel. dat Connv vanmiddag even aanloopen zou. Zc waagdte niet er aan te denken wat hij zou kunnen zeggen., wat zij zou moeten antwootrden... Met een. haakwerkje gang ze in haar go liefkoosd d'riepoot-stoeltje ziitten, in ha;ir klei- nen erker. Op het peppig salontafeltje voor haar lag het etui. Het haakwerkje rustte in haar schoot. Geen steekje vlobte. Zoo ver- droomde ze '01 poosje. Toen schoot een rappe bel door't huis. Til 's hart sprang op Ze hoorde Bartje uit de keuken klotsen, hoorde het traotouw knar- sen. Ze moest heusch van ncrvositeit even de oogen toe doen. Kalm zijtn, nu, kalm zijn, dwor.g ze zach zeif. -Hij zou zien dat ze zijn geschenk' hidr voor zich had. Maar vooral waardig moest ze blijven, lief-rustig en waar- digen hem bedanken... en- zeggen dat hii zoo iets indoit weer mochit doen,... konden ze goede vrienden blijven... Oe deur ging open. In felgcspannen ver- wachting zag T.il op. iHet was 'Nlolda. Nolda, in haar losse jas van ruig good, met de slappe muts op, die er bij hoorde. Frisoh en biozend kwam ze de kamer in. Het kostte Til eon- ontzatitende moeite om, met droge keel, een. niet al te k lank loos „da-hg", uiit te brengen. Fel beving haar even een vwkelijtesi baat teghet ^choon- zusje. Miaar Nolda schecm- niets te me .ken. Op haar eigen monchialante wiize gooide ze jas en muts af. Toen flikkerde de zilveren vaas ook in- haar blik. ,0.... Til!" VT Til lachte een schril nenrcus lachje. Nu opgewelct en jolig-verbaasd doen tegen... tegen het sp66k. „Ja zeg... dat is me ge bracht, vanmorgen. Stel je voor, en if. weet heelemaal niet van wie." praatte te sche! en te jachtig, ze voelde het zclf, maar was on- macb'.ig haar stem betcr te beheerschen. Nolda gelukkig, zag er alweer niets in. Zc diraaide zich wat 'n manieren toch, dacht Til losjcs op fen hak rond toen, ineens, sloeg ze haar armen' om Til's 1als. „0 Tilly, lieveliing... je wilde gister im mcrs die vaas zoo graag hebben? En... en ik ben1 zoo gelukkig en ik wilde je n plezier doen.... ,.ji| en Huug moeten't toch net eer- sic we'enEn ik kocht die vaas voor je... Ti! duwde Nolda plotseli.ng van zich af. Jij kocht de vaas?". vroeg zc heesch. Het was een verrassing, nvaar een vredselijke. Nu moest Nolda Til's dindelijke ontzer- ting "wel zien. maar ze hegreep die verkeerd en Het zich niet afschrikken. ..Niet boos zij'in, lieveling, al was ze 'n beetje dhur'k had nog wat geld liggen.., er. nu ja... Til... ik moest iets doen. Weet je. Gonny en ik hebben ons gisieravond...." Verloofd?", gilde Til, schrik. Nolda Imikte, stralend. „0..."/ hiigde Til. Toen'boog ze zich over haar schoomzusje. Wat k6n ze anders? Nk>lvan harte, hoor..., van harte gefeh- citeerd." Maar in echt-vnouwelij-ke onberedeneerd- heid, haafte ze de zii veren vaas vanaf dat oogenblik. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van LEONARD MERRICK, door E. H. (Nadruk verboden). 36) ,,Nu zuTt u d'adelijk wel warmer worden", troostte zij. „U heeft zeker kou gevat." Mrs. Kimcaid' lag een m-inuut stil. ,,Ik heb zoo'n .pijln". prevelde ze. „Hoe fcan Ik d'aar nu aaro komien?" „Waar is de pijn?" „I.n miijin zii'. een scherpe, stekende pijn!" Het meisje verscheen nu in de deur, out steld door die siOorniis. Mnry zei, dat ze wat kiolen moest brengen en zich dan zoo gauw mogelijk gaan klee- dfen. „Is er ook lijnzaad' in huis?... Havermeel is oak good'; daar wil ik Mrs. Kimcaid een aftreksel van koken." „Iik zal cens kijkcn, juffrouw. Lijnzaad is er geloof ik, wel; maar..." Breng dit dan maar even", -Mary, ,.en den ketei. We zullea'. dadiedijk het vuur aan- steken en dan kan ik hier verder voor het aftreksel zorgen." De oude dame kreunde en: huiverde beur- telings en't kostte wel wat moeite, om vuur aan te krij.en. Mary trach-ttc t flikkerend houtje te dtoen opvlammea met behulp van/n krant, terwijl het meisje theorieen vcrkondig- dc omilrcnt het s-token van de kachel, die in haar tdid' althans nooiit gebruikt was. Toen er dndelijk dan toch wat g:ced_ in het vuur gekomen was, zoodat het lijnzaad'er er kon opg^zct word'en1, zone; Miss Breton Ellen naar benedan. can Icruik ke hialen en Aislcy. Staxlsnieuws DE BEG1NSELEN VAN DEN VRIJZ.-DEM. BOND. Nad'at in den loop van den voormiddag een huishoudblijke vergadering van dc federatie in den kieskring den Holder had plaats ge had, werd gisteraiiddag in de Unie een open- bare vergadering gehouder van vrijz.-demo- craten., in welke als sprekers optraden mevr. mr. Bakker-Nort en mr. P. J. Oud, resp. no. 2 en 3 van de vrijz.-dem. candidatenlijst voor de a.s. Kamerverkiezingen. De zaal was goed bezet De heer F. J. Aukes, voorzitter der aid Alkmaar, bracht bij de opening het gezegde van een Fransch schrijver in herfnnering: „de partij, die men stervende waant, is nog keragezond". Uit hetgeen de sprekers zouden zeggen, zou voldoende blijken, dat de i eL" en „Het Vclk" geen gelijk hadden met hunne schettc- rende bewcring, dat de vrijz-dem. partij dood wa9. Spr. bctreurde het uittreden uit de par tij van de heeren van Beresteijn, Koster en Teenstra en memorcerde, dat het hooidbe- ?tuuF in zijne vergadering te Arnhem had be- sloten tot het benoemen van een commissi, die alle klachtcn en verdachtmakingen tegen den Vrijz.-Dem Bond zou onderzoeken, waarop de partijraad uitspraak zou doen Spr. was overtuigd. dat na die uitspraak de mooie beginselen van den Bond opnieuw zul- len voortleven in Staten, Radon on Kamer. Vtevr. Bakker-Nort kreeg hierop't woord Gaarne had spreekster de uitnoodiging aan- genomen Zij zei na het armnemen der voor- Hcpige candidatuu- d" schaduwzijrien ervan te hebben ge-lea Zij a u bij ten v«.rH«.-ng, veel van hare werkzaamheden moeten iaten varen, maar daar stond tegenover, dat zij, als No 2 gesteld. menschelijkerwijze gespro- ken verkozen zou worden Jammer zou zij I het vinden a! door hare verkiezing een der manncn zou worden verdrongen, die toch in de Kamer waarlijk goed werk hebben gele- vord Om dal nu to voorkomcn. moest men z66 hard werden, dat er cen zetel voor de vrouw bij gewonncn werd. Spr. herinnerde er aan, dat de Vrijz.-Dem. Bond retds in 1901 de vrouw in den Bond dezelfde rechten toekende als aan den man, als konse'kwentie van het uitspreken van de weuschelijkheid van vrouwenkiesrecht, toen zelfs nog niet alle mannen doordiongen wa ren van de noodzakelijkheid van algemeeu mannenkiesrecht. Do Vrijz.-Dem. Bond vond dit een punt van rechtvaardigheid en dacht niet als anderen alleen aan eigenb.lang. Die anderen overwogen, dat. waar de vrouw meer kerkelijk is dan de man, de rechtsclie lartijen zeker de meeste winst zouden iieb- 3en van vrouwenkiesrecht. Sociaal-dem. heb- bai Wel gesteund den eisch van vrouwen kiesrecht. maar toch hebben wij, zei spr., aan Troelstra eigenilijk nooit vergeven zijne uitlating, dat hij den laatsten baliekluiver eerst het kiesrecht zou willen geveu vodr hij het gaf aan de vrouw. Spr noemde verschillende wenschen der vrouwen. die het noodizakelijk maken, dat de vrouw optreedt in de politick. Dan kan de striid tegen den oorlog en het militairisme pa Ajoed wordert ingezet. Vele vrouwen weten niet wat aan te vangen ni t het groote voonecht van vrouwenkics recht, alleen de voor-vechtsters weten dat aan sluiting bij een politieke partij noodig is. De vrouw hceft wel degelij'k bdang bij staat- kunde en politieke vraagstukken en zij kan geen goed echtgenoote zijn- als zij daarin geen belang stelt. Dat de poiitiek ,,vuil" is en noodwendig moet zijn, ontkendle spreek ster. Men kan er zelf van maken wat men wil. Als we in de pilitiek even, eerlijk zijn als in ons huis, is zij niet vuil. Bij welke partij moeten de vrouwen zich aansluiten? De rechtschen weten het wel, zij schrijven de vrouwen al in als lid' ook zonder haar eigen aangifte. Ook aan- de uiter- ste linkerzijde weet men het eh men heeft er daar heel wat opofferingen voor over, die den vrijzinnigen tot voorbeeld kunnen strekken. De beginselen der vrijz -dem. noemde spr mooi. Het groote kenmerk ervan is, dat de ge- lijkheid van man en vrouw wordt erkend. „Nu zult u eens zion, hoe lekker u zich nu d'adelijk gaat voden", sprak ze opgewekt tot de zieke. ,,Iets verwarmends om te drin- ken. en het koestcrend flon el aan uw voeten. dan word't u een heel ander mensch „Kou-d! d'at ik ben... O, 't is verschrikkehjk En die pijn.! Ik kan me maar niet begrijpen, wat het is." ,.Laai) ik u dit eens even1 omslaan. Kijk; z66. Hloe is d'at nu?" .,0," Stamelde Mrs. 'Kincaid. „Dank u. Wa t d'oet u dat hand ig!" „.Kijk", zei Mary, steeds hezig, „hier heb ben we de rest van de heerlij'kheden. Gecf mij den beker eens, Ellen, dan zulieb we d.at eeraf doen." 7e mengde den opgewekton drank en- trad er mee aan het bed- „Licht nu even uw hoofd1 op sprak zie zacht, ,.ik zal fact glas \'oor u vasthouden, d'at u niet" hoeft op te zitten. Dnnkt u dit nu even, dan zal Ellen in diem tijd1 de kruik voor u inschenken." „E!r is niiet veel in den ketel, Miss zei Ellen. „Gebruik maar vast, wat er ts, en vul m' dan weer opnieuw. Nu moet je daarna eens kijken, of jc wat pakpapier kunt vinden. Terwijl Ellen d'iiil grng zoeken. was zi] aus een tijdje weg; en. nadat Miss Breton den leegen, beker had1 neergezet, en, nog het een en ander had' opgenrirod, bij de rustende pa- tiente, mag zijzelve eens nader kijken'. bn de zakdoeken en manchetfen in een van. de laden vond ze gelukkig een lap hnnen en die draaide ze tot een lange buis, die ze in de tuit van den ketel stak, waardoor de stoom zich. beter dtoor het vertrek kon ver- spreiden. 7.e zal daar juist even, mee klaar geweest zijn, toen' het meisje haar kwam zt g- gen, dat er in het geheel niets van then aard in het huis was. On de trap kwam ze n,aar tegen. Er was in tijden .eeem pakje gekomen dan 'oaddan se w»l dw zaklcan, waar d» welk beginsel nu door het stembiljet kracht wordt bijgezet. De vrijzinnigen vormeu een gematigdc partij., die niet de heele maat- schappij wil omver werpen om een nieuwe te stichiau, gelijk de communisten noodzakeiijk vind-en. Wat ei goeds is in de tegenwoordige wil de vrijz.-deui bond behouden en dat dit goed gezien is, hceft de mislukkiiig der gelijk- heidsidealen in Rusland en Duitschiand ge- leerd. Die gelijkheid is een utopie. \vaarnaar gestreefd moet worden on wat zeer zeker te krijgen is, is de mogelijkheid voor ieder op voldoende ontwikkeling. Dit beginsel is het waarvoor de vrijzinnigen altijd nebbengestre- den, goed onderwijs en ock vakonderwijs voor mcisjes en jongens wordt altijd door de vrijzinnigen verdedigd. De kosten ervan moe ten gekgd worden op de schouders van hen, die ze kunnen dragen. Een ander punt, waarvoor de vrijzinnigen strijden, is de belaatinghefiing naar draag- kracht. Daarozr- gt-srt 'fidirecle belasUngrn, waardoor de vetk-ruikAartikeltn duur worden en dus ge.n heffing naar draagkracht ge- schicdt. Wat de vrijzinnigen willen, wordt ook door een deel van den Vrijheidsbond hen nage- zegd, waardoor z.ij prijken met onze veeten, zei spr. Het was nog gebeurd in Groningen door mr. Dresselhuys. In meer behoudende streken sprcken de Vrijheidsbonders weer an ders. Wij leven voor onze beginselen, zei spreek ster De Vrijheidsbond kan dit niet, omdat hij democratcn en liehoudenden bevat, die bij hunne samensmelting alien iets van hunne be ginselen hebben moeten laten valleu. Stcrk bepleitte spreekster bezuiniging met het oog op de hooge rijksbegrooting, maar zij wilde geen bezuiniging op onderwijs of op de subsidies voor het Grocne Km is en der- gelijke Bezuiniging is wel mogelijk op de zegeltjesplakkerij, hoe schooa ook het gegin- sei daaivan is. Op sociale wetgeving en wegnemlng van alle onrecht tegenover de vrouw moet wor den aangestuurd Bij de a.s verkiezingen kan echter op in- voering van staatspensioen niet worden aan- gedrongen, omdat er geen geld is Met deze ->mstan<]igheid moct men wel rekening hou- den en' daarom is het misschien. wel goed dat juist nu de vrouw medezcggingschap krijgt, de vrouw. die zoo bij uitstek moet zorgen rond te komen met een bepaald bedrag. De mannen hebben altijd te royaal geleefa Resutncerende, betoogde spreekster, dat de vrijzinnig-democraten strijden voor betere idealen. tot vorming van een betere samenle- ving. Niemand, die dit voorstaat, mag ont- breken in hunne gelederen. Mr. Oud kreeg hierop het woord. Spreker zou sj>eciaal de practische poiitiek willen- be- handelen. Op hot financieele vraagstuk is in die aller- eerste plaats te lettcn en dat maakt het ons tnoellijk, omdat wij hooge idealen hebben, terwijl er slechts weinig geld is. De belastin- gen mogen niet hooger opgevoerd worden, misschien is het wel noodig de poiitiek zoo te leiden dat de belastingen vcrlaagd kunnen worden. Met een poiitiek, als vooral gevoerd door den vorigen minister van financien, mr de Vries, moet gebroken: worden, want de tekortcn worden telken jare grootcr. Spr. me- moreerde hoe onze uitgaven het dubbcle zijn van v66r den oorlog en hoe ons land steeds weer moest leenen; nu is nog weer, gelijk de thee en de suileer in werd gebracht, maar dat was blauw papier, lolls anders trad ze niet kunnen vindicin,. Ze besl-oot met de vraag: „Gaat u diaar'den heelen nacht zitten, .Mliss?" „Ja; maar je moet zachter spreken. Hoe laat is het?" Ellen zei, d'at ze zooeven, op de buiten- klok, gezien had', dat het half vijf was, waar ze toch wel verbaasd van h ad opgekeken, d'aar ze meende, dat het half een was geweest, op z'n laaitst!" Maar ik zou graag hebben, diat jij den dokter ging halcn, Ellen; il< ben' bang, dat Mrs. Kincaid' erg ziok wordt." „Mioet ik nu dadelijk gaan, Miss?" „Jia, d'adelijk. Je moet hem haar zeggen, dat zijn rnoeder om.gesteld is en dat hat't bes- te is, diat hij d'adeliik meekomt. Je bent toch niet bang om uit te gaan'? 'Hot1 zal wel gauw lich't worden." Ze haalde hot gordijn op en zag dan ook waarlijk. dat dit zoo was. „Bang?... Ik niet. En dan zou ik het toch nog graag voor u over hebben.. Miss, om er door te gaan. Maar denkf u, d'at Mievrouw erg ziek wordt?" „Ik weet niet; dat zou ik niet kun-nen' zeg gen. Ga jiji nu maar zoo gauw mogelijk!" 'Een diiepe bios had' zich verspreid- over het gelaat, dat op de kussens lag. De oogen schitterd'en en, een angsffige uitdrukking. toen Miss Brettan weer naast het bed ging zit ten, versterkte nog haar geloof in het ernsti- gc van den .aanvai, dien zij hield voor een begin van longontsteking. Bet kon wel one kwart'ier duren, eer Kincaid kwam en', daar zij wist, dat ze toch niet! anders kon, dan wachten. kroop de tijd haar vreeselijk l.ang- zaam om. De stilte, die eerst verdreven was door dien hollen klank van de bel, had' nu weer haar macht herwonnen' en andermaal hcerschtie er een diep stilzwrjgen in huis, da-t nog t» sterter untkwam' <!»«r hat vailen van, een sintel op dOn rooster. Bij1 tusschenpoozen liet de zieke een tril- knden, zucht hooren- en keek Mary aan-, met diankbaar-smeekenden blik, of ze in haar te- genwoord'igheid een soort 'beschcrmend mede- gevoel vond. Maar ze had haar klachten ge- staakt en de wakende gaf dan- ook niet i,n dadelijkheden blijk van haar dteloeming. Hfet gasldcht niaast den spiege, ind.de held'er en dit, gevoegd: bij de hitte van het vuur, vuide de kamer met1 een voehtigen glans. waartegen het grauwen van het och- tendlich't door het venster zoo langzamerhand al duikelijker zichtbaar werd. De komst was dus al fang verwaohitt. toen het get'ik van naderendte voetstappen steeds luider Mary's ooren trof, en. voor het oogen blik vergetende. dat Kincaid' zijn eigen sleu- el had, sprong- ze op, om hem binnen te la- ten. De hal'ldeur veerde open en ze bleef even- staan, met haar hand aan de tr.a!ies van de trap. Met haastigen groet liep hij haar voobbij, naar boven'. Er viel echter geen' angst waar te nemen op zijn gelaat, toen hij aan het bedl trad1; enkel een. vriendelijke bezorgd-heid als op den a vend, toen ze hem. had mcegedeeld, d.at zijn- rnoeder zenuwhoofdpij® had'; en uit dlcn toon waarop hij1 de pa.liente toesprak, bleek juist door die vriendelijkheid dat hij zeer goed begreep, hoe zij1 er feitelijk tegenop zag, om hem de ernstige symptomen mee te d'eelen. Aanmoediigend1 stelde hij zijn vragen; en, terwijl' het antwoord werd gegeven, luisterde hij overtuigd! van- het geschonken vertrou- wen. „Ben ik erg ziek?" hijgde zij. U voelt zich zeker erg ziek; maar maak u niet ongerust, d'at did' waarlijk zoo is; want d'at zou jammer wezen. 'Fliji hield den vingcr op haar pols. terwij.' hij sprak. en had' steeds een glimlach op de lippen. Toch wist hij, dat haar leven in gewuu wx». HSj. Lad bfil in tat aea hoogen trap van ontwikkeling van zijn kunst gebracht; wist in de zieken'kamer op te tre- den als een- tactvol geneesheer. 'Miaiy sibnd' hem vanaf den drempel gade te slaan. „Wie heeft dien trechter aan den, ketel ge- maakt?" vroeg hij, zond'er zich om te kce- ren en zonder dat hij er schijnbaar op gelet had,. „Bk", antwoordde zij. „Moef die daar blij ven?" ,.Ja, zeker." Hij- gaf haar te kenneni, d'at zij naar bene- den zou gaan, en na een paar m-inuten volg- do hij haar in de huiskamer. „Geef mij pen en inkt, als't u blieft, Miss Brettan." „Die liggen op tafel," sprak zij, „naast het vloeiboek." Hij ging zitten, schreef haastig en stond op met het reccpf in de hand. „Waar is Ellen?" ..Die staati hier al te wachten." Zijn gelaat gaf nu toch bl'ijf van eenige verrassing; maar kortaf sprak hij: „U is zeer attent. 'Hieeft u dat lijnzaad' aan- gewend1?" Haar bevestiging kldn-k even afgemeten als zijin, toon van spreken. ,,We hebben gedaan, wat we konden, tot u kwam.; ja, i'k heb het lijnzaad' aangewend. Was het zoo goed „Heel goed. Juist de rnanier, waarop net aa.ngewend werd1, deed' mii dit vragen." Met goedkeurende uitdrukking op het -ge laat ver liet hij het vertrek. on' weer naar zijn rnoeder te gaan. En, t6t Ellen terugkwam van den- apotkeker bleef Mary, waar zij was. Toen had ze er over gedacht, om haar toilet te gaan voltooiien; maar, d'aar ze (T immers geen minuut zeber "an was of ze niet geroepen zou worden. gaf ze oat idfe toch ook weer op en bepaal'de or zich toe, de ka mer wat op tc ruimm. (Wandt vwvolgd.) MM AAf ilMA I.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5