DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Oproeping enderzoek verlofgangers. 1922 15 FEBRUARI WOENSDAG Het tubercuiose-vraagstufe. AbonneinMitsprlja btj TOorn«bet*lliig per 3 mnnmi™ f 8.-, fr. per post f 2.50. Itevrljsn. ct. Aclvertentiepr 25 ct. p. rwl, rrootor. Iletters n.ar pta.tan.li.ta Bkievon franco N.V. Bock- cn ftandotodr. v.li. Bonne. Coster Zoon, Voordam Cl>, Tel. Adniiniutr. No. i. Bcdactio No. .1.5. Bricven HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter inzage is gelegd het aan hen ingediende ver- zoek met bijlagen van de N. V. Fabriek van Melkproducten „UTTHOORN", om vergun- ning tot het uitbreiden van de fabriek van melkproducten door bijplaatsing van een electro-motor van 15 P.K.. in het perceel HEL- DERSCHE WEG, Wijk E No. 3. Bezwaren tegen dezc uitbreiding kunnen worden ingediend ten Raadhuize dezer Ge- meente mondeling op Woensdag 1 Maart e k 's voormiddags te elf uur, en schriftelijk vo6r of op dien tijd. Gedurende drie dagen v6or gemcldien dag kunnen de verzoeker en hij die bezwaren heeft ingebracht op de Secretarie dezer Ge- meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 15 Februari 1922. Burgemeester en Wcthouders voomoemd, W. C. WENDELAAR, Voomtter. DONATH, Secretaris. De BURGEMEESTER van ALKMAAR roept bij deze op, de verlofgangers van de militie te land: ANNE FOKKE DE VRIES, lichting >1918, gemeemte Alkmaar. GERR1T OUDES, 'Iichting 1918, gemeen te Alkmaar. ©ERNARDUS K'AANDORP, Iichting 1918, gemeenite Alkmaar. iWOUTF.R SWIER, Iichting 1918, gemeeni te Enkhuizen. CORN EL IS CONSTANT, Iichting 1919, gemeenite Alkmaar. SiAMlUEL PETRUS WIJSMiAN, Iichting 1919, gemeenite Alkmaar, alien behoorende tot de le comp. Wielri j- diers en voorkomende in het verlofgangers- register dezer gemeenite. om zich op MAAN'DAG 27 FEBRUARI a.s. des voormiddalge kwart voor elf te beVinden in het Raadhuis aan de Langestraat te Alk maar, om a'ldaar door of van wege den Militie-Commisisaris te wordeni onderzocht S'ek 1 eed in u nif o r men voorzien van e tot hrmne voorgeschreven; uitrusting ver- der behoorende klceding- en uitrustin'gstuk ken, van de wapenen, het ledergoed, de regle- menten eni dienstvoorschriften, hun uitge- reikt, benevens zakboekje en verlofpas. De verlofgangeTS worden herinnerd aan de navolgende bepa 1 ingen der Militiewet 1912. Art. 74. Van hiet oogenblik, waarop aan1 de manschappen bij1 of na hunne inlijving is bekenid gemaatot, d'at zdj onder die miiliitaire tucht staan, zijn op de manschappen der zee- nrilitie het Crimineel Wetboek en het Re- glement van krijgshicht voor het krijgsvo'.k ite water en' op die der militie te land het Grimineel Wetboek en het Reiglemenit van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande van lo. zooiang ziji niet met groot-vcrlof huis- svaarts zijn gezonden; 2o. ingeval zdj met groot-verlof huiswaarts zijn giezondien a. zoodra zdj, voor den werkelijfcem dienst opgeroepen, ter plaatse hunner bestemsming zijn aangekomen; b. zooiang eenig onderzoek duurt, waartoe Ingezonden stukken. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie. De opname in deze rubriek bewijst geenszins dat it Redactie er mede instemt.) PROTESTANTSCH VERWEER. Paulus en Petrus. Nu ben ik er dan aan toe om dieper op die verhouding van Paulus en* Petrus in te gaan iMaar eerst moet ik toch nog even antwoor- den op iets, wat door mijn tegenstander nag beweerd is teni opzicbte van het Jeruzalem- sche apostel-convent. Pater van der Sanden toch schreef,,A1 zou oak bij wijze van spreken Dominee er alsnog in slageni Jacobus itarenhoog boven de droevige figuur van Petrus uit te heffen, dan bleef zijn paging, om in het Jeruzalemsch apostelconvenit een soort van Prbtestantsche Kringvergaderinig te zien, immers tech mis- lukt. Laat't dan een opzien naar Petrus of een opzieni naar Jacobus geweest zijn, uit beide supposities blijkt gelijkerwijs dat die .eerste christelijike gemeente dan toch de lei- ding van een kerkelijk lleergezag aanvaardt, waardoor ze dichter bij de structuur van Roomsclie Kerkorganisatie komt te staan, dan bij welk Protest antsch Genootschap oak, dat als eerste princiep aide leergezag ver- werpt en het met „voargangcrs" afdoet." Bovendien1 't ging absoluut niet om de vraag of de eerste Christelijke gemeente de leiding van een kerkelijk leergezag aan- vaardde! iHiertegen wil ik opmerkeni niet gesproken te hebben van eeni „droeviige fijguur van Pe- tnis." Ik heb gewezen op zijn ,#rnstig en be- zadigd opireaen." Ik heb er zelfs geen oogenblik aan gedacht om dr in twijfel te trekken. Immers, ik wilde juisit aantoonen, dat bij de besUssing over een leergeschil daar te Jeruzalem', niet Petrus: „De man van gezag" was, maar Jacod>u-3 En d'it nu was met „een torenhoog uithef- ;en" van Jacobus boven Petrus, maar een- ,/oudig, tegeoever de bewering van Rome als Plrtrvj* «aiwte, de «ro«te, de - Olveeteur: U. 11. KRA1L. zij als verlofganger zijn opgeroepen; c. wanneer zij in uniform gekleed zijn; d. voor zooveel desertie betreft, zoodra zij in'gevolge het bepaadde in art. 97 als deser- teur zijn afgevoerd. Art. 93. 1De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voor zien,: a. van' de tot zijne voorgeschreven' uitrus ting verder behoorende kleeding- en uitrus- tingstukkeni; b. van de wapemenj, het ledergoed, de regle- meniten en de dienstvoorschriften, hem uitge- reikt; c. van zijn zakboekje en. van zijn verlofpas. 2. Hij staat bij. het onderzoek, en zooiang hij ter gelegemheid van het onderzoek in uniform grkleed1 is, ondbr de beveden van den Militie-Commisaris. Art. 94. 1. Onverminderd het bepaadde in art. 74 onder 2o, b. en c, in verband met het 'bepaadde in art. 93, tweede lidi, 'ran het- zij een arrest van een dag tot zes dagen, te ondergaan in de naastbijgelegen provoost of het naastbijgelegen huis van bewaring, hetzij een kwartierarrest van een dag tot zes dagen, te ondergaan in eene kazerne, door den Mili- tie-Commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder igeldige reden niet voorzien is vami ail de in het vorig artikel vermelde voorwerpen; 3o. die de in het vorig artikel vermelde voorwerpen bij het onderzoek niet alle in den vereischten staat vertoont; 4o. diie eon. of meer dier in het vorig artikel vermelde voorwerpen, aan een ander toebe- boorienlcie, als die zijine vertoont; 2. Is den verlofganger kwartierarrest opge legd, dan wordt 'hij tot het ondergaan van die straf in werkelijken diienst geroepan. Art. 95. De verlofganger, die zich niet onderwernt aan eene hem door den Militie- Commissaris of door de maritieme of mrli- taire au'toriteit opgelegde straf, uitgezonderd kwartierarrest, wordt op schriftelijke aanvra- ge vain dfem Militie-Gomimissaris of van die autoriteit, te richten aan den Burgemeester der verblijfplaats van den verlofganger, aan- gehouden, en onder verzekerd geleide naar de naasitWjl geJiegen provoost of het naasibij ge- 'legeni huis vaml bewaring overgebracht. Art. 96. De verlofganger, die zich sdiul- dig heeft gemaakt aan een der in art 94, eerste lid, bedoelde feiten, is onverminderd de in dat artikel vermelde straf, verplicht op den daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats voor dezen te ver- schijnen of opnieuw te verschijnen om te wor den onderzocht. Hierbij geldt art. 93 en, voor zooveel noodig, ook het derde lid van at t 92. Art. 97. De in' 'art. 96 bedoelde verlofgan- fer, die niet overeenkomstig diit artike, voor en Militie-Commissaris verschijnt, of, voor deze verschenen zijnde, zich daarbij. schuldig maa'kt aan een der in art. 94, eerste lid, onder 2o., 3o., en 4o. vermelde feiten, wordt in wer kelijken dien-st opgeroepen of gehouden voor den- tijd van ten hoogste twee maanden. De duur van dezen dienst wordt door onzen Mi nister van Oorlor beoaald. Art. 98. De verlofganger, die niet voldioet aan een oproeping voor den werkelijken dienst wordt als deserteur behandeld, zoodra hij in- gevolge den last van Onzen Minister van llouflriitliicieurT|. N. AIH1MA. Marine, zoo de verlofganger tot de zeemili- tie, van Onzen Minister van Oorlog, zoo de verlofganger dot die militie te land behoort, als deserteur is afgevoerd. Alkmaar, 15 Februari 1922. De Burgemeester voornoemd, W. C. WENDELAAR. Provinciaal Nienws In 'Hotel Vredclust te Schagen hieldi Maan- dag 13 Februari de heer A. H. Veembaas, Directieur van dien gezond'heidsdienst voor vee in Friesland, in een vergadJering van de Vereeniging van Oudleeriingen van den Rijkslandbouwwinterschool te Schagen een lezing over het tuherculcsevraagstuk De voorzUter, de heer H. K. Roster, heette den heer Veembaas in het bizonder welkom en spxak den wensob uit, dat die groote belang- stov'ing, die het onderwerp in hot land vindt, een bhjvende sou ziin- Hij hoopfe, dust men door de leziag een beter inzichi zou krijgem, dan men tot nog toe had gehad. (Spr. deelde mede, dat de lezing van Dr. Schey 7 Febr. om 10 uur zou aanvangen'. De heer Veenbaas ving aan, met.te verkla- ren, dat het hem een buitengemeen groot ge- noegem was, in Noord-Holland een uiteenizet- ting te kunnen geven van het strevem, dat den laatsten tijd Friesland zoo druk bezig houdt. Noord^Holland heeft voor dit streven ook teekeneni van belangstelling gegevea Spr. was vooral blij, zijn lezing te kunnen houden, omdat den laatsten tijd de gezondL heidsdienst voor het vee in Friesland in de Pers in opspraak is er. omdat de tuberculose- besitrijd'ing die laatste 20 jaar meermalen be- sprok'en, doch het laatste jaar, dank zij het rapport van het N. R. S., urgent is geworden. V6or de pauze zou spr. het technisch vee- artsenij'kundig deel behandelen en na de pau ze zou hij spreken over het landbouw-econo- rnisch deel, wat daaraan vast zit, de organi- satie eni de wijze van bestrijdiing. Spr. zal gelegenheid geyen, over de vraag- punten van dien laatsten tijd van gedachten te wisaelen. Spr. wi'kJe beginn'en met er op te wijzen', d'at de tuberculose ere de tuhePkelbacil bij el- kander hoorent. Zondier de tuberkelbacil geen tuberculose, al geldt ook, met de bacil, niet altijd tu'berculose. Alle verhalen, die men1 op het platteland opdOet. dat koude, vocht en allerlei klimatologiscne invloeden de tuber culose zouden doen ontstaan, waardoor de bestrijding van de tuberculose tot een aan- fluiting wordt gemaakt, zijn van alien grand ontbloot. Wanneer hiet ous mag gelukken, om een bepaald terrein, tuberkelbacil-vrij te ma- ken, dan zal men met de tuberculose niets uit- staande hebben. Over de tuberkelbacil, door Prof. Kock, voor het eerst goed aangegeven, en beschreven, is heel wat te doen geweest. In het belanig van de volksgezondheid propa- geerde men, vooral de tuberculose bij dieren te voonkomen, omdat dezdfde bacil ook de tu berculose voor den menseh veroorzaakt. Prof. Koch leerde, dat de tuberkelbaci bij de dieren z66 belangrijk verschilt van die hi] de menschem, dat men de rundeibacil niet meer als een gevaar voor den1 mensch behoef- de te tellen. Men' onderzocht d'aarna in ver- schilende.landen, boe het zat; o. a. in Enge- land werden een serie proeven ontwikkeld met als slotcondlusie, dat uit nauwkeuri'ge onderzoekingem, gepaard met secties, gebie- machtige" zijn, laten zien, dat er van Pause- lijk gezag, door Petrus te Jeruzalem ge- oefend, geen sprake was. Daarom ging't. 'Maar nu dan Paulus en' Petrus in hun on- derlinge verhouding. En daarbij 'komt in de eerste plaats Galaten 1 ter sprake. We zijn t er over eens, dat Paulus in dat hoofdstuk ,jnet kracht en klem" beweert. zijn roeping niet te hebben „van menschen, maar door een openbaring van Jezus Christus". En dat hij dit zoo s+erk doet uitkomem em op dem voorgrond plaatst, vindt zijn reden in hetgeem vermeld wordt in vers 69. Daar spreekt Paulus zijn teleurstelling uit over de Galatiers, die zoo spoedig zich heb ben afgekeerd van hem en een ander Evan- gelie hebben; aangenomen, dat geen Evan gelic is. Want er is .geen1 ander Evangelic, dam-het- geen hij' hun verkondigd heeft. En hij' spreekt daarom zijn „anathema" uit over degenen, die hen daartoe verleid hebben. Tot tweemaal toe kldnkt't; „die zij' ver- vloekt". En dat hij' necht heeft om zoo boud te spre ken mag blijken uit hetgeen hij in vers 10—12 Daar komt hij nog een® terug op zijn God- dieilijike roeping, die hij reeds in den aanhef van zijn sc'hrijven deed uitkomen. Het Evangelie, dat hij verkondigt, is geen uitvinding van hemzelf. Maar Christus Je zus igfeheel toebehoorend, heeft hij dien® wil te volbremgen, zonder te vragen wat men schem behaagt. De G.alatiers kennen, trouwens zijn geschie- denis. En in vers 1324 geeft hij nog eens een omstamdig verhaal van zijn biizoudere roe ping. Hij, die vroeger een vervolger der gemeen te was, is tot algeheele veranaering gekomen^ teen het Gode b^haaigde Zijnen Zoon in hem te openbaren. Immers Christus is hem yer- schererr op dem weg naar Damascus en. hij is dat b«uftne)i ni«t «a- ken is, dat speciaal jonge kinderen vatbaar zijn voor de runder-tuberkelbacil, d'at op late- ren leeftijdi men als regel bij uitbreiding van het ziekteproces de menschelijke bacil aan- treft. Bij jongere kinderem heeft men. bij de verspreiding van de tuberculose, door de koeien, vooral met de rndlk, rekeming te hou den, Ontzettend veel literatur is op dit gdbied verschenen en nog altijd is de wetenschap verdeeld in twee karnpen. De Koch-school waarsChuwt nog altijd, dat de merweh niet bang behoeft te zijn voor de rundierbacil, dat het bijma is uitgesloten., dat de mensch door de runderbacil geinfeoteerd wordt en dat de infectie bij dem mensch ontstaat door den eenen zieken menisch op den anderen. paur tegenover staan de Engelsche em Duitsche onderzoekers, die zeggem: „Weest voorzichtig In streken, waar veel ongekooktc melk word! gebruikt, 'komt herhaald-dijk diertubercu'lose vx)or." Hotllandache prof^saor De Jong heeft er gerc.'jHd op gewejfci, dot men de vra&g oiet'eeiwoudlg mat ja of metre kan beanDoor- den, aangezien volgens zijn inzicht de tuber kelbacil van rued en mensch nauw verwant kunnen worden en door de passage van ver- schillende dieren in elkander over kunnen gaan. Mem zal hierom begrijpem, dat, waar men. in de laatste jaren er naar streeft, de volksgezondheid op hooger pcil te brengen en internationaal aandacht aan het vraagstuk schenkt, dat men gezegd heeft: „In streken, waar de melk gebruikt wordt voor de ccn- sumptie van jonge kinderen, is het, in het be- lang van de voliksgezondheidi noodig, de vee- stapel te kunnen scheiden in een tuberculoos- vrije en een- niet-tuberculoosvrije, om de melk van de tuberculoosvrije dieren aan de kinde ren te 'kunnen geven". Tal van anderen staan tegenover deze mee- ning: Zij zeggen: „Wij kunnen de melk van de tuberculosa dieren. wel zoo wijzigen, diat ze niet gevaadijk is.'' Door deze kwestie is het vraagstuk van de nundertuberculose scherper naar voren ge- bracht. Wanneer indeidaad de tuberkelbacil, die men bij de runderen zoo veelvuldigi aan- treft, in staat is, onze kinderen tuberculeus te ma'ken, dan is de strijd tegen de runder- tuberoulose niet alleen een strijd voor een beter rend-ment op de boerderij, maar is het ook een zaak van sociale hygiene. Voor ores, als vediouders is het van beteekenis, in hoe- verre de tuber'kelbacil van nadeeligcn invloed is op den gezondheidsteestand van onzen veestapel. Het is bekend, dat jaarlijks tal van boerd'erijen het slachtoffer worden van de tuberculose onder het vee. De geinfecteerde dieren zijn dikwijls slechte voedselomzetters, zijn niet alleen slechte mClkgevers, maar ook slechte vleeschpioduceerders. De tuberculose onder ons vee drukt het rendement van ons bedrijf belangrijk. Teen. spr. met medewer- king van belanghebbenden zich in Friesland met kracht begon in te spannen, de tubercu lose onder den veestapel te bestrijden, werd hij tet zekere hoogte ontnuchterd. Wij waren gewoon, het ontwikkelingsproces als een' zeer traaig proces te zien ere wel zoo traag, dat or weinig kans bestond, dat een geinfecteerd dier de infectie scoi op de bo; rdenj verspreia- de. In deze illusie is spr. belangrijk teleurge- steld. Het is hem gebleken, dat de ziekte een ontzettend besmettelijke ziekte is, dat een tu- berculloosvrije veestapel, door er een lijdend dier in te pooten, in korten tijd geheel besmet 'kan worden. Spr. deed in dit verband mede- deeling van een typisch staaltje Een boer in weest. Alzoo tot bekeering gekomenwerd hij zich ook bewust van zijn roeping als apostel der heidenen. Em die Goddelijke openbaring nu heeft hem zoo zeker gemaakt van zijn roeping, dat hij van menschen niets noodig had en ook niets bij hen zocht. Zoo voert hij a lies tot God' alleen terug, met een eenizijdigheid, die ook andere geestc- lijkhedcn kemmerkt, daarin alleen hun kracht zoekend. Daarom niet bij „vleesch en bloed" heeft hij 't igezocht en cvenmin heeft hij zich ge- wend tot de apostelen te Jeruzalem. Maar hij is geheel zelfstandig te werk gegaan. Alleen na drie jaar is hij naar Jeruzalem gegaan om met Petrus kennis te maken. Met grooten nadruk verzekert hij ten slotte, dat de dingen zoo gebeurd zijn, als hij ver- telt. Want hij wil, dat't ieder duidelijk zij, dlat hij zijn autoriteit niet aan mensChen ontleemt. iHij is niet w.at hij is bij de gratie van memscheni, maar hij is „apostel bij de gratie Gods." Maar nu vraag ik: heeft iemand nu nog't recht om te beweren, dat in Galaten 1 geleerd wordt, dat Petrus was het hoofd van de Kerk? Dat lijkt mij toch al heel zonderlimg! Laat ons zien weflike argumemten evenwel door Rome daarvoor bijgebracht worden. 't Zijn er twee: een negatief em eem posiiief bewijs. Allereeret zegt Pater van der Sandeni: uit 't feii, dat Paulus rechistreeks door Christus tot apostel is geroepen, blijkt niet dat Petrus geen Paus geweest wezem zou. Zoomin als wanneer een lid der Volksver- tegenwoordiging zitting neemt in 't parle- ment, de kwestie van't voorziiterschap daar bij ter sprake komt. Daaraan denkt de gekozene niet. Die kwes tie is niet aan de orde. ■Nftsw 4teuw tuuw Mm xudL Want als er een Paus is in de christelijke Rerk, dan krijgt deze zijn Kardinalen en bis- schoppeni niet maar eens te zien, nadar dezen heeft ontvangen, maar van Jezus Christus en van Hem alleen. Daaruit blijkt dunkt mij zonneklaar, dat er in 't geheel geen Paus was in die dagen! En nu't tweede argument. Rome zegt: dat bezoek van Palus, dat hij na drie jaar aan Petrus bracht, is precies iets derigelij'ks als onze bisschoppere ocn d drie jaren naar Rome doet reizere; eem bezoek ad liimina, noemem ze dat." reeds drie jaar buiten hem om ate zoodani'g aan den arbeid zijn geweest in zijn kerk. ■Neen, dan moelen ze van meet af aan on der hem gestaan hebben en naar hun gdloofs- biicven gevraagd, hebben zdj zich op fcerkc- lijke d, i. pauseflijke autoriteit te berocpen. En doet Paulus dat nu in Galaten!? Nieen precies't omgekeerde! Hij beroept er zich op, dat hij zijn aposto- laat niet van menschen, apostelen of de Kerk Want „in den fijnzinnigen Griekschen tekst wordt dit „bezoeken" niet zoo maar weerge- geven door het nietszeggend werkwoord his- torioo, maar staat die handeling uitgedrukt door episkeptomai, wat daar niet voor niets is neergezetWant grammaticaal bedhidt dit niet zonder meer een' gelegemheidsvisite, een conventioneel bezoek, maar heeft den stel- liigerf zin van: iets merkwaardigs, iets ge- wich'ti.gs gaan zien." Allereerst moet ik even opmerken, dat V precies andersom is dian hier voorgesteld wordt. Episkeptomai is het nietszeggende werk- wooixi en historein heeft de beteekenis van iets merkwaardigs gaan zien. Dat is dus eem grammaticale vergiseing van mijn tegenstander. Maar dit doet er ver der niet tee, want in Galaten 1 18 staat juist (em wel hier alleen in heel dem bijbel) t werkwoord historein. En wat beteekent dit nu in het verband, waarin't voorkomt? IHs&af 6i±zit tf, ink Friesland, die reeds jaren bezig geweest was, zijn veestapel tuberculoos-vrij te maken en nog maar twee reageerende dieren op stal had, 'kochit op een boeidag een uits'.ekende oude koe, die hij een poosje op stal plaatste en toevallig niet direct onderzocht. Toen dit nia eemigien tijd geschiedde, bleek ze te rea- geeren; met net clinisch onderzoek werd he- Faas een poosje gewacht. Toer di tplaats had, bleek het dier hjdende aan longtuberculose. Het dier werd onmiddellijk dood' gemaakt, maar het had toch kans gezien om met alleen h<et op de langc rij geplaatste vee te besmet- ten, maar ook het op de dwarsrij geplaatste jonge vee. Eem groote desillusie bij den vee- nouder. Ten slotte werd besioten, de dieren den volgemden hefst op de stal nog eens te onderzoek en, orndat do mogelijkheid bestond, dat het onderzoek niet was geweest, zooals het moest zijn. Spr. verrichtte dat onderzoek per soon dijk en her bleek hem, d'at niet alleen alle dieren, die het vorige jaar reageerden, het ook teem v-tr zelfs tie kalverm, v6ir hn>t leatzt van Februari gebo- ren (het 'tijdende dier ging toen weg) ook alle gei'nfecleerd' warem. De kaiverem, geborem na het vertrek van het lijdende dier, blekeni vrij van tuberculose. Spr. vindt het frappant, dat een dergelij'ke koe in zoo'n korten tijd in staat is geblaoen, alle dieren, die vrij. waren, te infecteeren. Spr. zou meerdere staaltjes kun nen noemeni waardoor vastgesteld is, dat een open lijdena dier in korten tijd een gebeelen stal kan infecteeren. Over dem verspreidiingsweg in den1 stal bestaat ook veel strijd. Aan den' eenen' kant eem groep geleerden, die zegt. dat de besmet- ting door inadfeming geschiedt, omdat het lij dende dier door het hoesten de lucht met driippeltjes besmet, waaraan bacillen kleven, die door de gezonde beesten wordem inge- ademd em welke bacil lem zich in de long en ontwikkelieij. Een andere gToep, waarvan Cal- mette de leider is, beweert, dat de longtuber culose niet de plaats van begin is. Zij. zeg gen: „De tuberkelbacil wordt door den1 voe- dingsweg ingebracht. Vanuit de d'attnen ko- men ze in het lichaam. Vandaar dat men naast longtuberculose, baarmoedertuberculo se heeft en tuberculose op allerlei lichaams- iklierea Spr. meent, dat de veehouders zich over dien strijd niet druk hebben te maken. De practische ervaring in Friesland leert, dat men de tuberouloseverspreiding door de voe- ding niet te licht mag achten. Maar daar naast bestaan tal van aanwijzingen waaruit blijkt, dat inderdaad dioor het inademen van de tuberkelbacil de longiaandoening ont staat. ZooWel het een. ate het ander geeft aan- leiding tet besmetting en spr. wil dan ook de kerk in het madden laten. Wanneer de besmet ting door de voeding alleen ontstond, dan was het prcbleem zeer eenvoudig. Corspron- kelij'k meendem wij. in Friesland' te kunnen volstaan met de reageerende dieren bij elkan der en de niet-reageerende dieren bij elkander te plaatsen en te zortgem voor goed drink- water, enz. Nu is dit inderdaad cen goede maatregel, die men nooit mag nalaten. Het is noodig, dat de niet-reageerende dieren niet drinkeni uit dezelfde root, waaruit de andere dnnken, want herhaaldelijk uebben wij groo te sputumvloldcen' uit bet drin'm van de koeien kuiuiem opvisschen em deze sputum- vlekken. bevatten diuizende bacillen, die in dat kleine riviertje in den stal drijven naar de an dere koeien, waardoor deze kans loopen, voe- deriiifectie te krijgem. Door de dieren eem af- zonderlijke d-rinkgoot te geven, kan mem dit hij eerst na drie jcar sinds zijn. bekeering en aanvaarding van het aposteischap naar Je ruzalem is gegaan, aangezien hiji geen be- hoefte had aan raad of wat ook van men schen. En nu spreekt hij over't doe! van ziin be zoek bij Petrus dan ook op kenscheisende wijze. Hij bracht di:t bezoek zooals een reiziger, die iets merkwaardigs gaat zien. Zoo ging hij nu kernnismakeni met Petrus. Maar om aan te geven, dat 7 daarbij niet ging om 't vragen van leiding in't uiloefenen van zijn roeping, of om erkenning van gezag van de overige apostelen, zegt hij opzetteliik er bij, dat dit bezoek sllechts vijftien dagen dUurde. En om ten overvloede nog eens aan te too- nen, <iat er van „erkenning van menschelijke autoriteit" isieen sprake was, voegt hij' er in vers 19 aan toe, dat hij van de overige, op den voorgrond tredenae personen, meinand heeft omtmoet. Zoo weinig dus wil Paulus zeggem heb ik met Petrus of de andere apostelen te doen gehad! Als dus Piater van der Sanden daarvan maakt, dat Paulus di t bezoek aan Petrus „zoo hoog aangeslagen heeft," dan is dit eenivou- dig in strijd met heel devoorstelling door Galaten 1 geg'even. 't 19 Roomsch geweld op den bijbel ge- oefemi, om van Petrus te moken wat deze nooit is geweest. En't stalest komt dit nog uit, aks mem ten slotte zegt: „zoo hoog wordt dit bezoek door Paulus aangeslagem, dat hij niet aarzelt dat bezoek met zijn verhaal over de verechijniing des Heerem in verband te brengem en beide verhalen te beregelem met't woord: Hetbieen ik nu schrijf, et, voor God, ik lieg niet." Dat ncem ik nu niet 1 anger Rcomsche fan* tasie, maar Rocnu,che schriftverdraaiing, waarioe men zich gedwongen ziei om een zoo onbijbelsche leer c die van 't Pausdom goed le praten. Dt. H. P. DE PR EE. wswlf ii>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5