Alkmaarsche Courant
Hondarsl Oris sn Twintlgste Jaargang.
Zaterdag 18 Februari.
Fo. 43. 1928.
Stadsnieiiws
TAGORE EN ONZE TIJD.
Over dit onderwerp sprak Donderdagavond
ds. H. Bakker, herv. predikant te Amsterdam,
in de ondanks den regen gocd gevulde zaal
van „Waakt en Bidt".
De samenkomst werd geopend met het rin*
gen van Ps. 252. Daarna las ds. Bakker, als
inleiding voor zijne rede, uit FiL 2 de verzen
5 tot en met 11, waarop hij voorging in het ge*
bed.
De 19e eeuw nidus begon de spreker zijne
rede was ryk uan verrassingen, als 66n St.
Nicolaasavond, ontdekking volgde op ontdek*
king, de spoorwegen werden overal aangclegd,
zelfs door de rotsen, groote stoombooten door*
klieven de oceanen, de electric!teit en vele an»
dere dingen wezen op de wonderen der tech«
niek. En steeds was 'het weer mogelijk nieuwe
vindingen te doen. Zoo verruimde de weten*
schap ten zeerste den bliik der menschen, de
arbeid werd vergemakkelijkt, het verkeer der
volkeren werd werkelijkheid,
De volkswelvaart werd opgevoerd. Hoog
klom men op den berg der wetenschap en men
dacht alles te kunnen vcrklaren, ook het cri*
tiekste.
Helaas, wie hoog klimt valt laag.
Wat 'kwam men teleurgesteld uit, zei spr.
we hebben de eeuw van het verstand beleefd,
nu zien we de debacle. De oorlogsgod heeft de
wereld vertrapt, het verstand sloeg bankroet,
ruw geweld vierde hoogtij en humaniteit was
verre te zoeken.
Een bang gevoel maakt zich meester van de
aanbidders der besehaving. Zy dachten d'en
dageraad tegemoet te gaan en nu meenen ze
dat het de avoad is. In dit verb and wees spr.
op Adams van Scheltema's „De kepren.de kud*
de."
Onvoldaan staat de mensoh tegenover zijn
tijd, onvoldaan over de beloften der vorige
eeuw. Hij weet niet waar hij het zoeken moet,
bij God of bij de geesten, maar voldaan is hij
niet
Spr. haalde aan het boek „Do wandelende
Jood", waarin Ahasverus geen rust kon vinden.
Op weg naar de hel denkt hij apeens aan
Christus' oogen en hij vlucht maar ontvluchten
kan hij niet aan zijn innerlijke onrust.
Die onrust leeft ook in onzen tijd, het leven
is meer dan men denkt Er is nog wat anders,
nd. God. Onze materialisten komen tot de
overtuiging dat men iets mist misschien het
voornaamste; den godsdienst. Velen dachten,
dat dit idee aan een terugkeer toj de Christc*
lijke taak zou ten goede komcn, maar helaas,
hoewel menigeen tot zijn kerk is teruggekeerd,
gaat de stroom van de modeme religie vaak
tegen de christelijke religie in. Het „God, wees
mij zondaar genadig", stuit den menschen van
den tegenwoordigen tijd dikwijls tegen de
borst
Van het materialisme kwam men terug. Het
roekende oog onzer onbevredigde tijdgenooten
ontwaarde aohter het „alles is stof en kracht"
iets anders en men kwam tot het „pantheisme":
overal is God.
Juist andersom dan in den christelijken
godsdienst dat God den mensch verlost, ver*
lost in het pantheisme de mensch God. Het
vloeide voort uit den modemen tijd, dat de
mensch niet wilde erkennen, dat er een God
boven hem en alles staat Verlossing door Je»
zus, dat is het wat de modeme mensch niet
verstaat.
Het is geen wonder, dat onze zoe/kende tijd
het oog richtte naar het Oosten, nu de Wester*
sehe godsdienst bankroet was verklaard De
Oostersche godsdienst het Boeddhisme, met
zijn pantheistische grondstellingen, werd meer
en meer als de juiste beschouwd.
Rabindranath Tagore, de Oostersche wij*
ze, die eenige maanden geleden ook in ons
land was, heeft vele voorgangers gchad. Hij
leerde veel van zijn vadcr. Van dezen worden
vele interessante byzonderheden verteld. Hij
zei b.v. eens, dat Gods bestaan voor hem geen
bewijs behoefde, omdat hij overtuigd was van
dat bestaan.
Reeds vroeg verloor Rabindranath zijn moe»
der en hij werd toen veelal aan bedienden en
oppassers toevertrouwd.
In zijn veelvuldige eenzaamheid vond hij God
lngezonden stukken.
IBuiten verantwoordelijkheid van de Redaciie.
De opname in deze rubriek bewijst geenszins
dat de Redaciie er nude instemt.)
PROTESTAN'TSCH VERWEER.
Paulus en Petrus.
Eer we n)u overgaan van7 eerste hoofdstuk
van den Galatenbrief tot't tweede, om nog
nader te wijzem op de verhouding van Paulus
en Petrus, moet ik nog eene opmerking be-
antwoorden, die als terloops van Roomsdhe
zijde werd gemaakt.
Men' verwijst nl. naar den aanihef van de
zen brief en zegt: „Daar slingert Paulus
zajn banbliksems oneindig feller dan ooit een
paus van Rome dit bestond: „Indien u
iemand een evanlgelie verkondigt, buiten (het-
geen gij. ontvangen liebt, die zij: vervloekt"
fl 9). „Onze arme Pausen, over hum ex-
ooirtrmurviaaties iter verautwoord ing gemepen,
zoudeni nog ter verontscbuldiging kunnen
aanvoeren: We leerden dat van niemand
minder dan van, Paulus." Maar't Protestan-
tisme, zoo roept men' dian uit met zijn
beginsel' van „vrij onderzoek" om eigenmaoh-
ig zijln godsdvenetige overtuiging te vormen,
te leiden, te controleeren, waar Mijft dit nu?
.Paulus blijkt geen druppel Protestanlsch
bloed in de aderen rijk te zijn."
Met 'heel deze redeneering bedoelt men dan
zeker te zeggeni: al was7 dan, dat7 Paus*-
dom niet gehandhaafd worden kon met een
beroep op Petrus, er blijkt dan toch uit Gala-
ten 1, dat7 Protestantisme met zijn: beginsel
van ,,vrij onderzoek" ook geen stem vindt in
den bijbel.
Immers hier ia't toch voor iedereen duide-
lijik, dot 7 maar niet vrif staat om „eigen-
machtig zijn godsdienstige overtuiging te
vormen."
Maar wie beweert dat nu eigenMjk?
Iemand, die maar eenigszins op de hoogte
'a van de geschieden:-. der hervorming, weet
och wei, dat hiatorisch alt vaaistaande dit
u«t v»zdm. umgmcnm, dat r twuIriM
3a aha, en am «3Jn mfetfie te Louden voljde JiU
zijn mystieke neigingen en wfjdde zich daar*
•an. Hij dichtte schoone verzen (spr. las er iets
van voor) en Dr. Frederik van Eeden, die in
Tagore zijn meester zag, maakte diena verzen
hier te laade meer bekend.
Een groote groep in ons land vereert Tagore
en ziet in hem den verkondiger van een nieu»
wen godsdienst in het Western Vandaar de
schitterende ontvangst hier te lande.
Niet alleer om den dichter ging het hier;
laat van Eeden naar Bombay gaan, zal ook
hem zoo'n ontvangst ten deel vallen? Neen.
Het lag aan de geestesgesteldheid der men*
schen van onze dagen. Tagore's houding, stem,
uiterlyk, alles imponeerde.
Heel de omgeving waarin hij hier optrad,
werkte mee om zijn bewonderaars te brengen
onder den indruk zijner verschijning.
Tagore's boodschapDaarover sprak
ds. Bakker na het zingen van Ps. 89 1 en 7.
De boodschap imponeerde bovenaL De toe<
nadering tusschen Oost en West was het
voornaamste waarover Tagore sprak. Vele ge»
zegden konden in onze groote bankgebouwen
gemetseld worden. Gulden woorden sprak hy,
toen hij den verfoeilyken materialistischen
geest onzer hedendaagsche maatschappij
kastijdde.
Maar de positieve zyde van Tagore's bood»
schap, was die do moeite waard, dat de Oos<
terling naar hier kwam?
..Christus heeft hetzelfde gepredikt", schreef
het Hbld., maar spr. voegde er aan toe:
..Christus heeft wel meer gedaatu Hij gaf zich
zelven". Er was in Tagore's woorden ontegen*
zeggelijk een verlangen naar God. Hij roept op
zijne wijzc do genotzieke menschen toe: »Wat
baat het den mensch", enz. In sommige oogen*
blikken doorstraalt hem de overtuiging, dat
God liefde is. Hy wjjst er onze tijdgenooten
op, dat zij een ziel hebben en dat al de sohit*
tering der wereld niet opweegt tegen de vcr*
wording. Maar verlies daarom God niet, waar*
schuwde spr., want de christen heeft meer dan
het Boeddhisine geven kan.
Tot op zekcre hoogte kunnen wij de mystiek
van Tagore en de zynen bewonderen, maar
het groote feit waarop wij stuiten, den zonde*
val, kent hij niet En dus kent hij de kruisver*
zoening niet Den kern van het Christendom
mist Tagore.
Men had spr. meermalen hard gevallen en
onverdraagzaam genoemd om deze bewering,
maar hij bleef toch bij die zienswijze. Spr.
wees op de oude Gricken en Romeinen, die
toch ook op hunne manier geloofden, maar
desniettegenstaande door, Petrus werden gewe*
zen op Jezus, zonder Wien geen ware vrede
mogelijk was. Was dit onverdraagzaam? En
was het niet meer verdraagzaam om elkaar op
zijn eigen wijze zalig te laten worden?
Spr. ontkende dit. Het Christendom vraagt
niet naar een plaats naast andere godsdiensten,
is zelfs niet tevreden met de eereplaats onder
deze. Ons Christelijk geloof is zo6 absoluut
dat het de alleenheerschappij voor Christus,
den Koning. vraagt, en dit niet alleen in het
Westen maar ook in het Oosten.
Al ontvangt men dan ook Tagore als een
nieuwen Hciland, wy zullen als Christenen niet
een duimbreed ruimen Yoor den Boeddha van
Tagore, want deze predikt niet God en, al is
het schoon en aangrijpend wat Tagore ons
biedt, wij vinden er geen rust en vrede bij,
omdat wij buiten Christus geen zaligheid ken*
nen.
Dit is het groote ondersoheid tusschen
Boeddhisme en Christendom: Tagore vindt
bevrediging in de oveipeinzing van den onbe*
kenden God, de christen daarentegen weet in
wien hij gelooft, Paulus is in den grondeloozen
afgrond van Tagore neergedaald en hy heeft
de openbaring gevonden niet alleen in de na*
tuur, maar ook in de schriften.
Zeker zoo besloot spr. zijne rede nie*
mand heeft God gezien, dat geven wij den
theosofen toe, maar de Eengeboren Zoon, die
in den schoot des Vaders was, heeft Hem ons
verklaard.
Na het zingen van Gez. 46 48 ging ds. Bak*
ker voor in de dankzegging, waarop de bijeen*
komst uiteenging.
OPENBARE LEESZAAL
EN BOEKERIJ.
DoDnderdagavond had in caf^ ..Central",
onder voorzitterschap van mr. A. P. H. de
Lange, de algemeene ledenvergadcriog plaats
van de Openbare Leeszaal en Boekerij hier ter
stede.
Aan het verslag van den secretaris-biblio-
thecaris, den heer D. Ritman, ontleenen wij
het volgenae:
begirtsei was, waarmee 't"Protestantisme op-
trad; in de eerste plaats t nonnatief kara'kter
van de Heilige Schrift ('t z.g. formeele be
ginsel), en in de tweede plaats de rechtvaar-
diiging door't geloof ('t z. g. materieel-begin-
sef). Of om 't anders te zeggen 7 Protestan-
tisme is opgetreden met den bijbel als gezag-
hebbenden maatstaf, waaraan men zich te
onderwerpen had, en 7 wees als den eenigen
weg tot zaligheid aan 7 geloof in den fieere
Jezus Christus, gestorven om onze zonden en
opgeweki ter onzer rechtvaardigmaking.
Als Rome dus een caricatuur van't Fro-
testantisme teekenit en doet alsof 't Protes-
tanitscli beginsel meebren'gt, dat er geen au-
toriteit enkend worden zou en ieder op zijn
eigen wijze zalig worden kan, dan antwoord
ik: „dat is 1 aster."
Maar dit brengt 'i Protestantisme wel mee
als de Paus zijn- banvloek uilspreekt over
Luther, dat deze dan den: banbul verbrandt,
omdat hij geen gczag erkennen veil, dat in
strijd is met de Heilige Schrift, em Mj ver-
breekt daardoor van zijn zijde altlem band met
de zich noememde „alleen-7ali!gtnakende"
Kerk, in de zekerheid, dat hij zalig warden
zal door 7 geloof in den Heere Jezus Chris
tus.
Em zoo is't nu gegaan met alle pauselijlke
excomirmmicaties in den loop van de eeuwen,
die wOrdeni uitgesproken over menschen, die
zidh beriepen op't „daar staat geschreven'",
juist omdat de Roomsche Kerk maar niet van
Paulus leeren wilde om zich te houden aan
de Heilige Schrift, als den eenigen regel
voor geloof en leven.
't Protestantisme is dus wel in volkomen
overeenstemming met den apostel Paulus.
Want bif W opsiliaaai van den Galatenbrief
wist ge reeds in den aanhef van boofdstuk I
't eerste reformatische beginsel n.l. 't gezag
•van't Evangelie of van de Heilige Schrift en
in "hoofdstuik 2't tweede beginsel, waarmee 7
Protestantisme optrad, de rectLtvaardigma-
kimg door't geloof.
la.it ou-i dit nu mnat viathoudso.
De belangstellteg v*R de rf[de der bewo-
ners van Alkmaar en verscheidene buitenge-
meenten ten opzichte van de Openbare Lees
zaal en Boekerij blijft onverflauwd.
De navolgende getallen zijn hiovan een
sprekend voorbeeld:
In 1920 bedroeg het aantal leden 1784, in
1921 steeg dit tot 1832; in 1920 bedroeg het
aantal correspondentschappen 14, in 1921
steeg dit getal tot 15.
•Het aantal uitgeleende boeken bedroeg in
1920 32338 banden, in 192138114 banr
den. Het aantal bezoekers bedroec in 19zo
24682 persoaen, in 192126088 personen.
De bibliotheek bevatte in 1920: 7100 banden,
in 19218003 banden.
Hiervan behoorden 2076 tot het Nut.
In verband met het bovenstaande behoeft
het geen betoog, dat het tegenwoordige ge-
bouw in het gen eel niet meer voldoet aan de
eischen, die er aan gesteld worden. Steeds
spant het Bestuur zich in om tot de oplossing
van deze kwestie te geraken, docih, het be
hoeft nauwelijks gezegd, de financieele zijde
is en blijft een beletsel.
Intusschen is een lichtpunt in deze het feit,
dat het Gemeentebcstuur der Openbare Lees
zaal en Boekerij goed gezind is en van die
zijde alle medewerking is te verwachten.
De financieele positie is draaglijk te noe-
men, waarbij het beleid van den penning-
meester zeer zeker een factor van belang is.
Evenals vorige iaren gaven enkele dames
cn heeren blijk van hunne belangstelling in
de boekerij, door het geven van kostbare
boekengeschenken.
Het bestuur kan niet nalaten in dit ver
slag kenbaar te maken, dat het dit ten zeerste
waardeert.
Het bestuur onderging verandering door
het aftreden van den heer Dr. v. Eeden als
secretaris, in welke functie hij vervangen
werd door den bibliothccaris. Mej. Buijs en
de heer Veen werden tot bestuurslid gekozen,
terwijd de heeren mr. A. P. H. de Lange, W.
j. van Raadwijk en H. Wolxak Gzn. als
zoodanig herkozen werden.
L)e reiccning en verantwoording over 1921
was door de neerea Beun en jausen in orde
oevonden.
Zij geeft een voordetlig saldo van
358,0214 aan en werd met dank aan den
penmngmeester, mr. C. A. de Groot, voor
uiens accuraat beheer, goedgekeurd.
De begrooting voor 1923 werd vastgesteld
op een bedrag van 11,485 in ontvang en
uitgaaf.
Met dankbaarheid werd gewag gemaakt
van een subsidie van 25 van de gemeente
Bergen.
Algemetn werd de verwachting uitgespro
ken, dat andere omliggende gemeentcn, wel-
ker ingezetenen van de insteliing profiteeren,
dat goede voorbeeld spoedig zullen volgen.
Door een der leden werd gevraagd of het
niet wenschelijk was, personen die gratis van
de Leeszaal profiteeren, aan- te sporen zich
als lid op te geven.
Het bestuur meende niet tot dergelijke
aansporing gerechtigd te zijn, maar ver-
trouwde, dat alien die van de Leeszaal ge-
bruik maken, de moreele verplichting zullen
gevoeien zich als lid op te geven.
Het bestuur werd met twee leden uitge-
breid, waarvoor gekozen werden Mevr. I.
Prins-Vlessing en de heer Chr. Altena.
WIJZIGING MOTOR- EN RIJWIEL-
VE'RORDENING.
De strafverordeningscommissie stelt den
Raad voor vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging der verorde-
ning op het rijden met motorrijtuigen en
rijwielen in de Qemeente Alkmaar (Qem.
Bl. 243), gelijk deze laatstelijk is gewij-
zigd bij Raadsbesluit van 17 Maart 1921
(Qem. Bl. 735).
Artikel 1.
In plaats van de woorden „de Kneppel-
brug" in artikel 2a wordt gelezem: „de beide
kneppelbruggen, liggende tegenover den
Baansingel en de Nassaulaan".
Achter de woorden „Texelsche brugJ' in
dit artikel worden iugevoegd de woorden:
„de tunnel in den Rergerweg".
Artikel 2.
In plaats van de woorden „14 K.M." in
artikel 8 wordt .gelezem: ,,20 K.M."
VERKLARING VAN GEL'DIGHEID VAN
STR AFVE R O'RDEN'I NGE N
Ter voldoening aan art. 178 der Gemeemte-
wet bieden B. en W. den Raad ter vaststel-
ling aan een
In Qalaten 2 gaat 7 dus om de leer. Om
de vraag n.l. of de rechtvaardigheid, die voor
God geldt, uitvloeisel is van de onderhouiding
der Joodsohe wet of van't geloof in Jezus
Ohristus.
En nu zegt Paulus: „uiit de wericen der wet
zal geen .vfeeschi gerechtvaardigd worden".
Maar als iemand dan toch nog doet alsof hij
door de onderhouding van Joodsche oeremo-
nieen zalig worden. kan, dan doet hij1 daarmee
de geniadte Gcdis toniot, die zich hierin be-
toonde, dat Jezus Christus stierf voor onze
zonden, zoo dat wie nu in Hem gelooft,
rechtvaardig voor God gerekend wordem zal.
'We hebben dius te leven uit 't geloof in
Ohristus Jezus em zijn der wet gestorven.
En als ge nu vraagt wat de aanleiding was
voor Paulus om daar zoo uitvoerig bij stil te
staan, dan vindit ge't antwoord in Petrus1
optreden te Antiochi'i.
Hij' had in't eerst geen bezwaar gezieni in
't miede-aanzitten bij den maalfijd, met Chris
ten en uit de heidenen. Maar toen er sommi-
gen ulit den Jeruzalemsclien van Jacobus te
Antiodhie kwarnen, onttrok hiji zich, daar die
tafelgemeenschap den wettischen christenen
ongeoorloofd voorkwam.
Paulus nu is verontwacrdigd over zulke
„veinzing" en roept Petrus in aller tegem-
woordigheid tot de orde en .hij. „wederstond
hem in 7 aangezicht, omdat hij te bestraffen
was."
Dit was „!geen wandel naar de waarheid
des Evangdies!"
Zie, zloo staat't nu met Galaten 2.
En als ik dat nu laat zien, is't niet „om. Pe
trus, die bij' vergissing tot bet apostolaat ge-
roepeni schijnt en. blijkbaar beter op zijn
schuit gebkven ware, den genadeslag toe te
brengen."
Ik iheb er eenvoudig de aandacht op w'illen
vestigen, dat Paulus z66 niet tegen Petrus
gesproken hebben zou, als deze „paud' ge-
weest was.
lie moet dan ook de velgaade vaorbeeld en
daar Fetar van d*r Sandaa vu:
Vtrorderdng, hood ends. geidlgverTJerirtg
van verordemngtn, tegen weUur overtre-
ding straf is bedreigd.
HERZIENINO ST A ANO ELDEN
B. en W. schrijven in Bijlage No. 34.
CBiji de laatste herziening van de verorde-
ming op het hef'fen van markt-, staan- en
waaggelden in J[anuari 1920, is sleohts een
geringe verhooging der staangeiden voor
kramen, stalletjes of uitstal'lingen vastgesteld.
Het resultaat van deze verhooging is ge-
weest, dat sedert door vxijwel alle marktkoop-
liedeni bet minimum tarief van 25 cent per
markt wordt betaald. Uwe vergadering zal
met ons overtuigd zijn, dat dit tarief herzie
ning behoeft; de ..gebruikswaarde" van den
in gebruik genomen gemeenfegrond mogen
we zeker wel hooger stellen dan 5 cent per
vierkanten meter.
Wij bieden Uwe vergadering hierbij der-
halve aan een ontwerp wijziginpverorde-
ning, waarbij genoemde „gebruikswaarde"
wordt gesteld op 20 cent per meter en het
minimum tarief op f 0.50.
Op dit voorsitel hebben we gehoord de
commissie voor de belastinigzaken, eruz. en de
commissie van bijstand voor het marktwezen.
De eerstgenoemde gaat aocoord met ons voor-
Stel, terwijl de laatsrgenoemde bij meerder-
heid van stemimen een verhooging voorstelt
tot 40 ct. per M». Daar ons College eehter
met de commissie voor de belastingzaken,
enz. van oordeel is, dat een dergelijike ver
hooging voor de markt bezwaarlij'k te dragen
zou zijn, kunnen we dit laatste voorstel niet
overnemen.
Van deze gelegenheid maken. we tevens ge-
britik de staangeiden voor de kermisinrichtin-
gen te verboogen., welke rechtem sedert 1900
niet zijn herzien.
Wij stellen' U derhalve voor te besluiten
vast te stellen de volgende:
Verordening tot wijziging van de veror-
dening op het heffen van markt-, staan- en
waaggelden. (Oem.bl. no. 666).
Eenig artikel. Art. 1, tweede deel wordt
gtlezm: Staangeiden.
Voor het tijidelijik in gebruik nemen van
gemeentegrond ten behoeve van kramen,
stalletjes of uitstallingen wordt gebeven per
dag ec per centiare in gebruik genomen
grond, of gedeelte daarvan, twintig cents,
met een. minimum van vijftig cents.
Voor het in gebruik nemen van gemeente
grond ten behoeve van tenten, kramen, uit
stallingen, etc. gedurende de kermis wordt
per centiare 1.met een minimum van
2.50.
Voor inridhtingen geplaatst op gem-en te-
grond, welke voor den duur der kermis aan
ae ondernemers daarvan is verpacht of ver-
huurd, is geen staangeld krachtens dit artikel
verschuldigd.
BEGROOTINIG VAN DEN ARMEN-
RAAD, DIENiST 1922.
De commissie voor de belastingzaken, enz.
deelt mede:
'De begrooting van den Armenraad, dienst
19122, is in uitgaaf geraamd op 6341.70,
w. o. als nadeelig saldo van 1920 93.70,
terwijl als ontvangst daartegenover staat een
bijdrage van de gemeente van f 6341.70.
Behal've de post salarissen, is de ranting
vrijwel gelijk aan die van het voorgaande
jaar. Het bestuur heeft gemeend de salaris
sen hooger te moeten ramen en wel van de
armbezoeksters op 2100.en van de kler-
ke op 1500.en tijdelijk personeel op
700.—.
De Commissie meent tegen deze laatste ra-
mingen bezwaar te moeten maken onder ver-
wijzing naar de memorie van toelichting op
het ontwerp-gemeentebegrooting en stelt
voor, te besluiten de begrooting van den Ar
menraad, dienst 1922, vast te stellen in ont
vang en uitgaaf op 50411.70, met todkenr
ning van een bijdrage uit de gemeentekas
van '5041.70.
HEFFING LEGES OP BOUW-
VERGUNNINGEN.
Het in bijlage No. 164 van 1921 opgeno-
men voorstel tot wijziging der verordening
op de heffing van leges, werd 1 Decembtr
1021 aangchouden, ten einde't college in de
geiegenheid te stellen de door de Vereeniging
van Huis- en Grondei^enaren en Beuwkun-
digen „Het Eigendom" alhier aangevoerde
bezwaren tegen deze heffing op bouwvergun-
ningen nader onder het oog te zien.
Deze bezwaren omvatten in hoofdzaak hot
volgende:
le. Indien de heffing ook Repassing zal
door hij een scheeve voorstelling van de zaak
geeft, afwijzen.
Hij zegt: „Als eeni of ander Yereenigings-
l'id op goeden grond zijn bestuur aanvalt uit
hoofae van diens onrechtaiatig verworven
gezag of uit hoofde van diens ontrouw aan
de grondslagen der statuten, dan begrijip ik,
dat een motie van wantrouwen volgt en dat
bestuur heeft afjgedaan, zonder meer.
Maar in geval een lideen peraoonlij'-
ken grief laat 'hooren over de onvoorzidhtig-
heid van den president, over diens memsdien-
vrees en tekort aan ridhtinggevende leiding,
dan is daarmee geen motie van wantrouwen
■gesieldt, noch iaan dbn president de gehoor-
zaambeid opgezegd of diens gezag verwor-
pen."
Hier tegen nroet ik opmerken', dat er in de
christelijke gemeente juist geen „presidenf'
was, of om t zonder beel'dspraak te zeggen:
er was geen paus, tegenover wien eeni „motie
van wantrouwen" ingediend word'en kon. En
omdat Petrus nooit als paus opgetreden is,
kon hem ook niei als zoodanig „De gehoor-
zaamheid opgezegd (worden) of zijn gezag
verworpen.
Er gebeurde hier in Antiochie iets anders.
Twee gelijkberechtigden staan hier tegen
over dkandCT Petrus en Paulus en van
die twee mioet nu de eene, Petrus, zich een be-
etraffing laten weljgevallem van den ander.
Het tweede voorbeeld van Nathan tegenr
over David en Elia tegenover Achab, gaat
ook al' weer mank aan hetzelfde euvel. N.l.
dat ook in dit voorbeeld; zoo goed als bij dat
van 't vereenigingslid tegenover zijn presi
dent, we weer te doen hd)hen niet met twee,
die gelijk staan.
Al wondien dteze Konimgen oo(k op hun vcr-
keerdheden gewezen door de profeten, ze blij-
ven toch Koning. Want dat waren ze nu een-
maal.
Maar Petrus was geen' Koninig of Paus en
daarom, toen hij door Paulus bestraft werd,
bleef hi) wel wet hij if&s, ntasv dm oak al*
U*m juu* vm de ivael'ml*
vinden op bouwvergunr.ingen met geraamde
kosten van minder dan 1000, bestaat vreea
voor uitbreiding van personeel op het bureau
Bouw- en Woningtoszidrt. waarvan het ge-
volg zal zijn dat de meeraere baten niet ten
gotde van de gemeentekas komen
2e. Het overleggen van eene begrooting
der bouwkosten is niet uitvoerbaar;
3e. Verandering van bcnaniing n.l. „admi-
nistratieloon" in plaats van „legcs";
4e. De inning van den aanslag niet te
doen plaats hebben, voordat met de werk-
zaamheden is begorinen.
Ten aanzien van het sub le. vermeld be
zwaar geeft de Directeur van het Bouw- en
Wonin^oezicht als zijn meening te kennen,
dat dit niet wordt opgeheven door van de
klcinere werken geen leges te heffen. Waar
het eehter maar zelden zal voorkomen, dat
eene bouwvergunning wordt afgegeven voor
eenig werk, waarvan de kosten minder zullen
bedragen dan 1000, omdat voor het bou-
wen of verbouwen van geringe beteekenis
geene vergunning noodig is, bestaat er o. i.
geen reden om werken beneden f 1000 be-
lastbaar te stellen, zoodat wij aan dit be
zwaar wenschen tegemoet te komen.
Het bezwaar onder 2e. aangegeven zijn wij
bereid te endervangen door in plaats van be
grooting te lezen „raming der bouwkosten".
Voor de verandering der benaming onder
3e. bestaat geen grond, terwijl het bezwaar
onder 4e. berust op de mogelijkheid dat eene
bouwvergunning is verkregen, zonder dat
daarna net werk is uitgevoerd.
De biilijkheid eiscnt dat in dit geval ge-
dceitenjKe restitutio der betaaide leges moge-
njk zij
Dp grond van het vorenstaande bieden wij
het YO.geude gewijzigd vooistel tot heffing
van leges op bouwvergunningen, door wij-
zigaig uer verorucuiugeu op ae netl.ng en ui-
voiavi'iiig van leges, ter vasLs,etung aan,
waarbij zouvtei m^geiijk met de ganaakie be
zwaren is reacning genoudeo.
Verordening rot wijziging der veror-
deniagea op cc nc-Ifiag en mvoiiic.. mg
van icenten onder uen naam van itges,
zooais aie zya va^tgesieid oij raaasov-
snnc van 2v januari 1921 (Geineeute-
oiad No. 738).
Art. 1.
In art 1 der hetiingsverordening wordt
tusschen de letters p en q ingeiascht een
nieuwe alinea pa van den volgenden mhoud:
p1. voor een vergunning ais bedoeld m aii.
d, al. la der Womngwct, wanneer de kosien
van bouwen of veibouwen waartoe de ver
gunning wordt verieend, gehcele ahverking
mbegrepen, bedragen 1WJ0, doch mmder
dan f 2000, 7,50
en zoo die kosten 2000 of meer bedragen
bovendien voor eike 1000 boven de 2000
4,50.
Het bedrag van het recht wordt afgeleid
uit eene bij de aanvrage der vergunning over
te leggen raming der bouwkosten de geheele
afwemng inbegrepen. Indien deze raming
door of vanwege Burgemeester en Wethou-
ders niet deugdelijk wordt geacht, moet een
gespecificeerde begrooting worden overge-
legd. Indien ook deze begrooting oajrnst
wordt geacht, geschiedt de heffing naar de
door of vanwege Burgemeester en Wethou-
ders getaxeerde bouwkosten.
Komt een bouwpian, waarvoor vergunning
is verkregen en waarvoor het recht is be
taald, niet tot uitvoering, dan kunnen Burge
meester en Wethouders van het recht hcog-
stens 50 pet. restitueeren, mits daartoe een
verzoek tot dit College wordt gericht binnen
drie maanden na den datum van het vergun-
ningsbesluit.
Art. 2.
Aan art. 2 der heffingsverordening wordt
onder 3e. toegevoegd: „met uitzondering
van bouwvergunningen als bedoeld in art 5
al. la der Woningwet".
Art. 3.
In art. 2 laatste gedeelte der invorderingsi-
verordening wordt voor de letters a—p gele-
zen a—p1.
Art. 4.
Deze verordening treedt in working op den
dag volgende op dien harer afkondiging.
•BENOEMING REGENT VAN HET
BURGER WE ESHUI'S.
B. en W. stellen den Raad voor over te
faan tot de bemoaning van een regent van
et Burgerweehhuis tot ulto Decemher 1925,
wegens het niet-aannemen zijner benoeming
door den heer P. van der Esch.
Het Bestuur heeft bij brief van 27 Januari
Wat ik dus nu beweer, met Galaten 2 voor
mij; opengeslagen, is niet, wat Schaepman de
Protestamten wil laten zeggen, diat in Gala-
ten 3 „een verheffing van Paulus boven Pe
trus" moet gelezen worden. Maar dit: als
Petrus werkelijk Paus geweest was, waarvan
tot hier toe trouwens niets bleek, dan zou Pau
lus niei zo6 tegen hem opgetreden zijn.
Maar als ifc dit zeg, dan voert men mij' te
gen „dat in de geschiedenis der Kerk dat op
treden van Paulus tegenover Petrus niet zela-
zaam isDat de ver'heven iboden des
Heeren ook tot zijn sfedetiouder zijn gegaan
en hem hebben vertolkt wat door hem eni met
hem misdreven werdZij; kwamen ook
zeggen: Hervorming, Hervorming! Maar de
boodschap van ..Hervorming" is een harde
boodschap en alleen de genade Gods doet zc
verstaan Het bedrijf van Cham heeft de
Katholieke wereld nooit tot voorbeeld geno
men (n.L om de schande van zijn vader open-
baar te maken), maar de waarheid heeft zij
toch gediendi."
Mag ik vragen op welke manier?
Mij dunkt 7 zal dan todh wel heel voor-
zichtig hebben moeten gdbeuren; want daar
is ook nog een Roomscfh Kanoniek recht, dat
een woordje meespreekt.
O. a. dit: „Zelfs wanneer de paus zijn
eigen he'd en dat van artderen verwaarloost
en zoodanig van al het goede vervreemd wa
re, dot hij de menschen bij menigten met zich
in ae hel en in de eeuwige pijn sleepte, dan
mag geen sterveling zich vermeten hem te
oordeeten, omdat hij alleen oordeelt en
door niemand geoordeeld wordt." (Corp. Jur.
Deer. p. I dist. 40 cau. 6.)
Waar blijft u de Roomsche Kerk met 'haar
bewering, dat Tie bestraffing van Petrus door
Paulus te rijinam wezen zou met re „Pause-
lijfke waardigheid" van Petrus?
Dr H. P. DE PREE.
CIforte «ieswlfbst)