Alkmaarsche Courant
Fenilleton.
HET TRAGISCH LOT~
Donderdag 1 Maart.
Proyinciaal Nieuws
Het bedryfswater in het Noord-
hollandsche mivelbedryf.
Stadsmfeuws.
N«. 8*.
Hondsrd Y!ar en Twhittgste Jaargang,
REKENINGEN OVER 1921.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente ALKMAAR noodigea belang-
hebbenden uit, hunne VORDERJNGEN ten
laste der Gemeente over het jaar 1921 v66r
15 MAART a.9. in te dienen, voor zooveel de
bedrijven betreft bij de Directeuren der bedrij-
ven en overigens ter Secretarie, afdeeling Fi
nancial.
Alkmaar, 2 Maart 1922.
W. C. WENDELAAR, Burgemeester.
L. VAN DER VEGT. loco^-Secretaris.
Maandag 27 Februari des morgens lOuur
hield Dr. E. T. C. Scheij, Rijkszuivelconsu-
lent voor Noord-Holland in hotel Vredelust
te Schageni, yoor de vereeniging van Oudleer-
lingen der Rijkslandbouwwmterschool een ie-
zing over het bedrijfswater in het Noordhol-
landsche Zuivelbedriif.
jDe voorzitter, de heer H. K. Koster, be-
treurde het in zijn opendngswoord, dat vele
van de trouwe bezoekcrs door de vergadering
van den bond van Rundveefokvereeniigingen
te Hoorn verhinderd wareni de vergadering
bij te won en. Voor een deel moest men: zich
hierover verheugen omdat daaruit bleek, dat
de oud-leerlingen een werkzaam aandeel heb
ben in het landbouwvereenigingsleven Door
spr. ervaring van de laatste jaren had spr.
als voorzitter van den bond van Cooperatieve
Zuivelfabrieken in Noord-Holland op Yelerlei
manieren met Dr. Scheij sameni fewerkt en1
ervaren dat wat hij geeft ran anderen, steeds
13 het resultaat van grondig onderzoek en
langdurige overdenking. Dr. Scheij uie reeds
zooveel voor de N. H. Zuivelbereiding deed,
is overtuigd, dat het bedrijfswater op vele fa-
brieken en boerderijen niet voldoet aan de
eischen waaraan dit, wii het zijn goed be
drijfswater, moet voldoen.
Spr. hoopte, dat het hem heden zou geluk-
ken alien te overtuigen van de groote waarde
van goed bedrijfswater voor de zuivelbedrij-
ven.
Dr. Scheij ving aan met er op te wijzeni dat
het dikwijls niet het moeilijkste deel van de
taak van een consulent op landbouwgebied is
om een goed advies te geven; om het ingang
te doen vinden, om de menfccheni er toe te
krijgen den raad goed op te volgen, dat deel
van de taak is vaak veel zwaarder. De waar-
heid van deze woofden heb ik ten voile door-
leefd bijl mijn veeljarig streven om het be
drijfswater der zuivelindustrie in deze pro-
vincie te verbeteren. De vaste overtuiging
van het groote belang dezer zaak deed mij
volhouden, doch ook was ik mij bewust, dat
het bier gold bet aanbretugen van betore hy-
gienische begrippen, dat hier hygieniseh moest
worden opgevoed om het doel te bereiken, en
opvoeding eischt geduld. Vooral is het van
belang aan zoovelen mogelijk kennis der zaak
bij te brengen; wie begrijpt, waarom iets zoo
of zoo gedaan moet worden^ is reeds half ge-
wonnen, om de noodzakelijke uitgaven te
doen.
In Noordholland's Noorderkwartier, (deze
plaatselijke beperking zou onuitgesproken
toch in onze gedachten bestaan) zijn de vee-
stallen op de koeboerderijien in het algemeeni
zindelijk, en dientengevolge ook de koeien;
aan deze vorwaarde voor de winning van
goede melk en melkproducten wordt bevredi-
gend voldaan, maar de kwaliteit van het be
drijfswater laat maar al te veel "te wenschen
over, en zij is toch daarbij van niet minder
beteekenis. Ik vind het heel natuurlijk, dat
het gevoel voor de hygiene van het water bij:
dat voor de hygiene van den stai achter is
gebleven. Immers een vuile stal en vuile
koeien looperi in't oog; het slechte bedrijfs
water, dat de kiemen van ziekten, vafl kaas-
en botergebreken bevat, ziet er in de oogen
van den op dat gebied niet ontwikkelden zoo
onschuldig uit. De voorlichting wordt niet
begrepen en yerworpen.
Bij onze beschouwingen over het bedrijfs
water in het N. H. zuivelbedriji moeten wij
niet alleen denken aan het bedrijfswater in
VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN.
(Dertien jaren aan het Russische hof) naar
hef Fransoh van Pierre Giildiard door Mar
guerite de Rouviille. (Geautoriseerde verta-
ling.) Nladruik verbodsn.
11)
Ha was nog niet in de gelegenheid geweest
den „staretz" te zien, sedert ik het pa Ids be-
woonde, toen ik eens op een dag, dat ik mij
giereed maakie uit te gaain, hem in de anti-
chambre ontmoette. Ik had den tijdi hem vlak
in het gezichh te zien, terwijil hij zijn mantel
aflegdie. Het was een lange man met een ver-
magerd igezidit, met doondringende grijs-
blauwe oogen, die diep verscholen lagen' ach
ter borstelige wenkbrauwen. Hi} dnoeg lange
haren, den langen baard van. een „mouji!<"
en dlien dlag had' hij een blauw-zijden Russi
sche Mouse aan, met een band om het mdd-
del, een wijiden zwarten pofbroek en' hooge
kaplaarzen.
Deze ontmoeting, de eenige, die ik had,
liet mij een indruk na van omuitsprekelijke
onbeh aaglijtohieid. Gedlurende die enkele oogcn-
blikken, waarin wij elkander hadkfen aange-
zien, had' ik diuidelijk het; gevoel1, te staan
tegenoven een boosaardig, verontruStend'
wezeri1.
Infcusschen gingea inaanden voorbij en ik
zag tot mijn vreugde, dat mijn leeriing goede
vordereingen' begon te rnaken;. 'H5j was aan
mij gehecnt genaakt en deed zijn best het ver-
trouwen te recbtvaardigen, dat i'k in hem
stelde. Ik had! nog wel eens moeite met zijn
traagheid, maar het bewustzijn, dat de mate
van vrijheidi, die hem gelaten werd!, '!n nauw
verbanid' stondl.tot het gebruik, dat hij1 van die
vrijheidi maakte, prikkelldfe zijn ijver en sta ai
de zijia wiilslkrachit. Geiukkig was het' een
:achite winter en sedert de crisis in Livadia
-idl hij' gaeoi smatigsm aaawal mser gehani.
d« zuivd- of atdkprwfurtenfabrielws, de
stand van het bedrijfswater op de boerderijen
is van niet minder belang. De zuivelbereiding
begint niet aan de fabriek, doch op de boer-
derij bij de winning der melk. Een zelfkazen-
de boer is daarvan in ;t algemeen wel over
tuigd; helaas raakt dit maar al te veel in
vergetelheid bij deni veehouder-leverancier
aan een fabrieik, ook al is de fabriek in de
taal van den cooperator gesproken het ge-
meenschappelijk deel van de boerderijen der
leden.
Ai denken wij in't bij'zonder aan de melk,
bestemd voor de kaas- en boterbereiding, zoo
Zijn onze beschouwingen niet minder van toe-
passing biji de winning van melk bestemd
voor de bereiding van melkproducten en zelfs
in hooge mate op de bxinjven, die consump-
tiemelk aflevereni. Immers het boenwater kan
een bron van besmetting zijn voor de melk,
zoodat deze minder houdbaar wordt of zelfs
gevaarlijk is voor den gebruiker. Mij is een
geval van nabij bekend, waarin het 'boenwa
ter de oorziaak was van net „leng" in de melk.
Spr. decide mode hoe de leng van de melk
veroorzaakt wordt door een bacterie die
zeer goed groeit met de zuurstof. Spr. had
eens een geval, waarbij enkel door het uit-
schakelen van het slechte boenw;ater de be
smetting met die bacterie was verdwenen en'
de melk weer normaal was geworden.
Niu is zoo'n gebrek lastig en schadelijk
voor den melkverkooper maar van ernstiger
aard zijn die gevallen, waarin de besmette
melk de consumenten een1 ziekte bezorgt. In
de eerste plaats denken we dan aan typhus.
'Spr. was een geval bekend aan een der le
fabrieken en een ander geval aan een boerde-
rij, waar de ziekte door de karnemelk werd
veroorzaakt en alleen tengevolge van de
slechte kwaliteit van het 'bedrijfswater, dat in
hooge mate was besmet.
'Minder ernstig, doch toch heel onaange-
naam voor de betrokkenien zijn de karnemelk-
vergiftigingen die's zomers nog al eens voor-
komen op Ueete dagea; wanneer verscheidene
personen gdyktijdig hevige brakingen en
diarrhee krijgen.
■Wanneer in dieze bedrijven het bedrijfswa
ter deugdelijk was geweest, zouden deze on-
heilen' niet veroorzaakt zijn geworden. Het
is dan ook zeer goed, dat in gemeenten, aar
aansluiting aan de waterleidmg mogelijk is,
aan het melkverkoopeisbedrijf de eisch wordt
gesteld, dat het daarbij is aangesloten en' dat
er geen ondeugdelijk water voorhanden, is.
Goed bedrijfswater op elke boerderij, waar
melk hetzij voor de industrie, hetzij voor de
consumptie gewonneil wordt en natuurlijk in
elke fabriek en melkinrichting, dat moet het
streven zijn van den1 irelk- em melkproductem-
hygienist. De overheid zal ongetwijfeld aan
de nand van de Warenwet in die richting wil-
len werken, maar zal daarbij zich steeds moe
ten afvragen, hoever zij op een gegeven
oogenblik kan gaan met het oog op de uit-
voerbaarheid.
De nadeelige invloed van ondeugdelijk be-
drijfswater op die kwaliteit van kaas en bo ter
valt niet te miskennen. Het water kan slecht
zijn door zijn scheikundige samenstelling b.v.
door zijn gehalte aan ijzerverbinden, die het
ongeschikt maakt voor boterwaschwater en
meer onaangename gevolgeni heeft, zooals de
onoogelijk tiitziende tegelvloeren in de fa
briek. Een goede ontijzeringsinrichting, die
de hinderlijke opgeloste verbindingen door
inwerking der luchtzuurstof in onopgeloste
toestand overbrengt, maakt de verwijdering
door filtratie dikwijls mogelijk. Het water kan
zilt van smaak zijne, een hoog gehalte aan
Chloor-Natrium hebbcn, dat op geen wijze
te verwijideren is. Het kan als ketelwater heel
ongeschikt zijn, zoodat na korteni tijd de ketel
uitgebikt moet worden, of inkankert en dus
een, te korten levensduur heeft.
Maar afgezien van deze belangrijke kwcs-
ties, de scheikunaige samenstelling betreffen-
de, kan het bedrijiswater in bacteriologisch
opzicht niet deugen en de oorzaak zijn vap
f ebreken in de kaas en boter. Het water kan
acterien of andere microorganismen bevat-
ten, die een nadeeligen invloed op de kwaliteit
uitoefemem. Vooral bij de kaasbereiding is de
schadelijke uitwerking in't oog loopend. Het
meest voorkomende kaasgebrek is het „loa" of
,/ijzing", dat vooral in droge en warme zo
mers ook voor onze kaasmakers een bron van
verdriet is. Er heeft een ongewemschte gasvor-
ming plaats, veroorzaakt door bacterien, ge-
woonhjk door de bacterien coli commune, de
gewone darmbacterie. Wanneer die in qc jor,-
ge kaas tot ontwikkelia^ komen, tasten zi] de
nielksuiker aan en vormen naast melkzuur,
Ik wist wel, dat dit alleen eem rcspiit be-
teekende, maar ik merkte hoe flirik Alexis
Nicolaievitcb zijin best deed' om zijn drifti-
igen', woeligeni a and te bedwingen, die hei aas
dikwijls aanleidljng was geweest tot eraslige
onigeldkken, en ik vroeg mij af, of ik in deze
ziekte, die in alle opziditon, zoo verschrikke-
lijk was, niet een' lniilpmiddel zou kunnen
vinden, oin deni (kmiaap te noodzaken zich ite
beheerschen en aan zijm karakter meer flink-
heidi te geven. Dit al'les was mij tot grootten
steum, maar ik maakte mij toch volstrekt
geen illusies, wat betreft de onmeteiijke bo
zwairen, aab mijn taak verbonden. Nboit had'
i:k beter ingezien, hoezeer <fe omgeving mijn
pogiingen tegienwerkte. Ik bad te sirijden te-
gen de slaafsche vleieriji der 'bed'ienden en de
dornme kruiperiji van een dedl van het ge-
volg. Ik was zelfs verwonderd op te merken,
hoe weinigi die eenvoudige natuur van Alexis
Niooil'aievitch tot nu toe beinvlbed was ge-
wondien door die overdrevem loftuiiingen.
Ik herilnner me, dat eens op een dag een
deputatie van boenein uit een dier gouverne-
menten van Mididen-Rusland gtschenken
few am brengen' voor den igrootvorst-trooniop-
vol'ger. De drie mannen, waaruit drie depu-
taitie bestond, (knielden op het op fl'uisteren-
d'en toon' gegeven bevel! van den opperboots-
man Denevenko »voor Alexis Nimlaievitch
neer, om hem de meegebrachte voorwerpen
aan te bieden. Ik zag, dat het kind hevig
Heurde en zeer verlegen werd! en, zoodra wij
aflileen wamea, vroeg ik hem, of hij het prettig
gevonden bad, die menscben voor zioii to
zien fcniielea
O neen, maar T)ereveii.feo zegt, dat het
zoo behoortf
IHet is heel1 diwaas; de keizer zelf wi!
niet, dat men voor hem fendelt. Wa.nom vpr-
biedt ge Derevenko niet zoo iefs te zeg.gien?
Ik weet het niet; dait durf ik met.
Ik sprak toeru met den opperbootsman en
het kind was biij op die wijze verlost te zijn
van ieia, wait hem hinderlijk was.
Msan wat mi*sdhi«B aog veel ingrijpeader
nog zachte wrongelmassa de g r^ -dver-
oorzaken. In verschi'llende vonnen^ vroeger
of later, door verschillende bacteriSn en ook
gisten kan de rijzing optreden, maar in ieder
Seval hehben wij te doen met de werkzaam-
eid van microorganismen, die v66r of tijd ens
de verwerking in de melk of wxongel geraken.
De herkomst nu van deze vijanden van den
kaasmaker is heel dikwijls het bedrijfswater
op boerderij of in fabriek. Daarin komeni zij
maar al te dikwijls in grooten getale voor en
het is duidelij'k hoe zuik boenwater het ge-
reedschap en' de melk wel moet besmetten.
Wel is waar tracht de kaasbereider ziin vij
anden te bedwingen en zooveel mogelijk on-
schadelijk te maken, en hij' heeft daarbij goe
de wapenen ter zijner beschikking in goede
zuursel en salpeter, maar het is toch zeker
waar, dat men sterker staat, wanneer men
zijh vijand nog buiten de deur weet te hou-
den, dan wanneer hij' in huis is. Bovendien is
een kaas, waarin de rijzing onderdrukt is,
nooit van prima kwaliteit.
Een ininder voorkomend, doch nog schade-
lijker kaasgebrek is de „knijper". Ook hier
gasvorming en gasvormende bacterien: de
boterzuurbacterie, die o. a. door het bedrijfs
water in de melk kan geraken. In den zomer
van 1921, zoo ongunshg voor de kwaliteit der
kaas, trad dit g:orek veelvuldig op.
Het is voor aen zuivelconsulent dikwijls
heel moeilijk om met zekertieid eeni conclusie
te trekkea omtrenit de oorzaak van een kaas
gebrek, dat met goed gevolg is bestreden.
Doorgaana tracht hij tegelijtertijd zoo gauw
mogelij'k in het bedrijf alles gewijzigd te krij
gen, hetgeen hem verkeerd voorkomt. Hij
krijgt eeni meening, die de vele gevallen' hem
opdringen; maar ook heeft hiji wel eens bui-
tenkansjes, dat er maar ton invloed is uitge-
schakeld en dat het tengevolge daarvan te
constateeren valt. Uit mijn jaarverslagen kan
het u bekend zijn, hoe ik daarin voorfdurend
wijs op het groote gevaar van besmet be
drijfswater als ootzaak van de kaasgebreken
„losi" en jknijpent De bewijsvoering, min of
meer overtuigd, putte ik uit de opgedane er
varing. Het bestek laat niet toe, bm hier lang
bij std te staan; ik zal alleen eeni paar spre-
xende voorbeelden naar voren brengen.
Eenvoudio- door niet meer gebruik te maken
van eeni pomp, die slecht boeniwatei gaf, ver-
dween het gebrek ,,knijpers" op eem boerderij-.
Men meende, dat het „in het land" zat, om
dat ook de vorige gebruiker der plaats last
lad van datzelfde gebrek. Ik acht de opvat-
ting juister, dat het ,.in de pomp" zat, die
evenals het land op ae plaats bleef. Menig-
maal werkt het opheffen van de invloed van
slecht water in de fabriek of boerderij direct
gunstig op de rijzing in de kaas. In de kleine
boerderijen valt vaak een gunstige conclusie
te trekken wanneer de raad wordt opgevolgd
om a lie melkgereedschappen met gefeookt wa
ter an te spoelen. In ton geval verdween het
gebrek daardoor 6i ontstond het weer, toen
men tengevolge van de kolennood het n&spoe-
len met kokend water naliet.
Wanneer er voor gezorgd wordt, dat or op
de boerderijen goed bedrijfswater is ter- be-
hoeve van de behande'ing van het melkge-
reedschap en eventueel van de kaasmaken-,
zal er in vele gevallen tevens goed drinkwater
voor het vee zijn. De 'Toote beteekenis daar
van is biji de buitengewoon langdurige droog-
te duidelijk gebleken, de gezondheiastoestand
der koeien leed er door em geen wonder, dat
daarmede eeni te kleine meikgift gepaard gaat,
Wanneer de boer voor beter drinkwater zorg-
de, toonden de Koeien daarvoor direct haar
danfebaarheid door eeni niet onbelangrijke
hoeveelbeid melk meer te geven. De norton-
boorders hebben. bet in den laatstea zomer en:
herfst heel drufc gehad.
Ik geloof niet, aat ik aangevallen zal wor
den, wanneer ik beweer, dat het een eisch is
voor elke boerderij en voor elke zuivelfabriek,
dat er deugdelijk bedrijfswater is.
Hoe is nu de feUelijke toestand? 'Behalve
nortonwater hebben we regenwater, slootwa-
ter en drangwater. Het regenwater kan vri]
goed zijm; de bak is evenwel vaak lek, dus
toegankehjk voor slecht drangwater en de go-
ten zijn vaak vuil; door een eenvoudig filter,
waarin het grove vuil op een zeefplaat en het
fijnere door eeni laag fijn grint wordt tegenl-
gehoudem aan te brengen. kan men veel on-
gerechtigneden uit deni regembak weren. Dit
midel is dan ook zeer aan te bevelen, wan
neer het regenwater voor huishoudelijfe ge
bruik noodig is. Als bedrijfswater korot het
niet in aanmerking wegens den te geringen
voorraad, waarop niet te rekeiiem valt.
als bedrijifswater ten behoeve der zuivelberei-
lij'feheid betoogd zal worden- c^ergegaan
dmg ten'eenemmale ongeschikt is, is iegen- tot demping van een deel van de Zander-
kringen doorgedrongen aloot. WMr die togt.n da Nieuwpootslaan
wobrdig in breedere
en ik mag aannemen, dat dit althans geldit
voor alle cudleerlingen- eener R. L. W. School.
Ook het water uit een drangput op het erf
eener boerderij1 of het terrein tenet fabriek is
oabruikbaar. Immers bet is oppervlakte wa
ter, dat uit eeni besmetten bodem in den put
afvlocit. Het getuint wel van een zeer lagen
trap van hygienieche ontwikkeling, dat men
die putten in den stal, of in de nabijheid van
een iersloot, mcstvaalt, zinkput of riool maak
te, en alsof de besmetting van onderen nog
niet genoeg was. plaatste imcn de traditionee-
le houten pomp ooven den put, afgesloten met
een houten van zaten voorzien, zoodat ver-
ontreinmd water daarin terug viel. Voor het
oog alles proper, de stalgang zoowel als het
siraatje, maar voor de melk en de kaas een
voortdurende bron van besmetting! Het wa
ter van een der gel liken drangput behoeft fei-
tei k niet bacteriologisch onderzocht te wor
den op bniik'baarheid; het onderzoek brengt
geregeld aan bet licht, dat het in hooge ma
te besmet is, vooral met eolibacterien, ae bac
terie van de losse kaas.
Er blijven dierhalve nog over leidingwater
en nortonwater. Het leidingwater is natuur
lijk van uitstekende hoedanigheid als drink
water voor mensch en dier en als spoclwater
voor het melkgereedschap ea zal op talrijke
boerderijen groot gemak en verbetering bren
gen. Bij de oppositie tegen de Prov. Water-
reiding worden die voordedeni n.m.m. niet op
de juiste waarde geschat. Maar voor zuivel
fabrieken kan het slechts als aanvulling voor
sommige doeleinden b.v. boterwaschwater,
ketelwater, diemen. Deze hebben een groote
hoeveelhcid water noodig, en van lage tempe-
ratuur om de melk te kunnen koeien en zij
zijn, evenais voorioopig de rneeste boerderij
en, aangewezen op het nortonwater. Het nor
tonwater kemt uit meer of minder diep gele-
gen zandlagen en aeeft met het oppervlaktt-
wster op de plaats ya.fi dw put met* te cu-
ken.
Ik zal mij niet begeven. In beschouwingen
om-trent de kemnis van het ondcrgrondsche
zoet- en zoutwaiermeer, waartoe ik mij trou-
wens niet bevoegd acht. Voor ons doel hebben
wij met eenige Teiten rekening te houden.
De scheikundige samenstelling van het nor
tonwater loopt nogal uiteen. 'Er zijn streken,
waar de zuivelfabrieken' het gemis aan goed
bedrijfswater sterk gevoelen, omdat zij niet
anders dan brak, ijzerhoudend water kunnen
verkrijgen, en genoodzaakt zijn om de 4 a 6
weken deii stoomketel te bikken. Zoo is het
b.v. in de Zijpe. Elders is het wel zoet, doch
•vormt ook veel ketelsteen- en is tevens ijzerhou
dend (Heerhugowaard, Zuivelfabriek ^Ex
celsior', halte Midddweg). Op andere pi aat-
sen heeft men- geen last van het weinige ijzer,
dat bovendien zidh niet afscheidt aan de
lucht, eni blijft het keteloppervlak vrij van deu
hinderlijken steen. Soms bevat het norton
water zwavelwaterstof.
Verder kemt men water, (fat rijk is aan
brongas, elders bevat het weinig of geen gas.
Het gebeurt, dat op een geringen afstand ge-
heel ander water wordt aangeboord, b.v. in
de Schermer.
De Zuivelfabriek ,,Neerlandia" heeft op
eigem terrein brak water; op een afstand van
200 M. aan den overkant van de Noord'er-
vaart werd zoet water verkregen. De fabriek
haalt het door een lange zuigleiding daarcan
daau en wel uit een- in het land van deni heer
Glijnis geslagen nortonpomp.
Terwijl de scheikundige samenstelling dus
zeer uiteen loopt, komt net nortonwater van
verschillende herkomst in bacteriologisch op
zicht overeen het is n.1. baderievrif. Hierin
ligt dus het groote verschil met oppervlakte
water en dit feat bestempelt het als deugdelijk
bedrijfswater voor het melk- en- zuiveihedrijf.
Het nortonwater, zooals het in de diepe wa-
terhoudende zandlagen aanwezig is, kan
geen losse kaas, noch knijpers veroorzaken,
zooals het oppervlaktewater uit een drangput
of sloot.
(Wordt veryolgd.)
was, diat Waren die afzooderiing en de on
gunstige omstandigheden, waaronder zijn
onderriehlt plaats had'. Ik zag in, dat het bij-
na niet -andiers kon em dat de opvoeding van
eem prims er vaiuzelf toe leidl een onaf wezen
van hem te maken, dat ten slotte buiten het
levein staat, onudiat het tajdens zijn jeugd niet
aam die algemeene wettlen heeft I'eeren gehoo-r-
zamen. IHet onderwijs, dat hjj ointvan'gt, is
uit den aard der zaak feumstmatijg, tenden-
itieus en dbgtmatisch. Het heeft aiRfyd het ab-
soliuut onplooibaie fearakter van een cathe-
chiismus en1 dat wel om verschilllende oorza-
fcein; allcreerat die feeuze van ac-i. wijzere;
vami het feit, diat de vrijilieid' van dezen aam
bandeni wordt geflegd door die oomventies en
doondot zij! die pereoon van1 him leerling steeds
hebben' te om-tzien; em- fen slotte dat d-ie on-
derwijzers iim een gerimig- a&ntal leerja-ren. een
uitgebreidl pmograuima moeten doorwerken.
•Dit liijdt oovennijdelijk tot het gebruiken van
formules; zij bepallem zich er toe, -gevestigde
meenimgen te verkondiigen em zaj! beoogem
miet zoozeer iin hum' leerling den lust in eigen
omdenzodc to ontladimg en' de gave om te ver-
gedijlkem te wekkon., als wel allies te verwijde-
ren, wat hem tot omgelegen we? hricrigheid
zou kummen prikkelen em hem sim-aak zou
kunnen dOen krijgen- im mavorschingen, die
die etiquette miet voorschrijft.
iDaarenboven omtbeert een kind, dat iln der-
gclijfee omstandigheden wordt opgevoed, eem
factor, diie een groote rol speel-t im de ver
min® van -het venstancf; hem ontbr-eefet alt-ijd
de keninis, die mem 'buiten de schoolbanken
opdOet, in het leven zelf, door den omge-
dwomgen omgarng met zijlns gelijken, door de
verschiMende inrioeden, soms elk aar itegem-
werkend1, van- omderscheideE' milieus, waarin
men verkeert dioor de onmiddellijke wanrne-
ming en de ervaring omtren-t menschcn em
dimgen, in ton- woord, dOor allies, wat in den
loop dier jaren den feritischen geest en het
juist beignp van- de werkelijfeheid ontwildkelt.
VERSLAG
der Coormissie van Papporteurs ingevolge
artikel 39 van het Reglement van Orde, aan-
geboden aan den Raad der gemeente Alkmaar
betreffende het onderzoek der gemeentebe-
grooting, dienst 1922 en Manorie van
Antwoord van Burgemeester en' Wethouders.
(Vervolg)
XII. OedeelteUjke demplng Zandrrsloot.
doodioopt, over etc lengte van plus minus
50 Meter, met vcrlonging van de daat uit-
mondende riolen. De regenwoordige toestand
wordt omhoudbaar geamt, spot met de meest
elementaire begrippen van volksgezondheicL
Gevraagd werd evenwel of dat deel van
de Zandersloot aan de gemeente behoort en
otf in dat geval zaj gerecbtigd zou zijn tot
dempimg over te gaan. Gaarne zou men de
meening van B. en W. vernemen.
Verdere demping van de Zandersloot over
een afstand van ongeveer 50 M. zal slechts
diem stank verpliaatsem; de hinder zal boven
dien blijven bestaan, als niet tot geheele uit-
baggering en uitdieping dan wel tot gehede
demping wordt overgegaan. Dit laatste nu
meenen wij zoowel met het oog op de daar-
aan veibonden kosten als op het bezwaar, dat
de gemeente met een smalle strook gromds zal
komen te liggen tusschen particuhere eigen-
dommen, aangenomen dat voor demping van
het Hoogheemraadschap der Uitwaterende
Sluizen vergunning ware te befeomen, niet
aan te moeten raden. Wij zijn bereid bij wijze
van werkverschaffing in den bestaanden toe
stand zooveel mogelijk verbetering te bren
gen.
Verder werd nog gevraagd of B. en W. -het
niet wenschelijk acntem in de Eikelemberg-
straat, de Boomkampstraat em de daartus-
schen liggende straten, eo in het Laoddwars-
straatkwartier de trottoirs met bazaltine-
•tegels te beVloeren em aan aen ingang van
het bouwbtok bij den Tienenwal langs den
Boezemsingel voorzoover er geen talud i®,
een hefe te plaatsen met 'het oog op de veilig-
heid.
De vraag over de besfratimg met bazal-
tinetege'ls is ook reeds het vorig jaar gesteld.
Wij verwiizen naex ons toen gegeven ant
woord, te vinden. up oag 12 van de memorie
van antwoord. V/:j ktawesi daarar-n toe*,«oo
gem dat wiji met den 'uitgesprokeu wensch
rakening zullen houden, wanneer -tengevolge
van slijiage de bestrating aldaar vernieuwing
behoeft.
Het bedodde gedeelte shraat van den Boe
zemsingel is behoorlijk verlidht en een drufe
verkeer van voetgangers is er niet. Om die
reden achten wij het plaatsen van een hek
niet dringend noodig. De kosten van een
eenvoudig hekwerk zijn betrekkelijk geri-ng
(pl.m. 60.—), zoodat wij de beslissing van
den Raad gaarne vernemen.
Ten aanzien van de inkomsten en uitgaven
werden bij de onderstaande volgrtummers
deze opmerkingen gemaaki:
Volgnummer 4.
Onder de verhuurde huizen bevindf zich
ook de voormalige tolgaarderswoning aan de
Hoevervaart, verhuurd voor 4.S0 per week
tot wederopzeggings toe. Men achtte het wen
schelijk, nu de tol op den Egmomderweg is
afgesdiaft, dat de gemeente dit huis publiek
zou verkoopen.
Met den wensch <wn het voormalige Hoe-
vertolhuis te verkoopen, stemmeu wij in; in-
dien derhalve daartegen niet alsnog bezwa-
ren worden ingebracht, zullen wij tot verkoop
overgaan.
'Dit voJgwumnrer is voorts te verminderen
met f 62.40 wegens huur van het perceel in
den Westerhout op den tuingrond, aange-
kocht van W. A. Bieranan (pag. 4 Mem. v.
T. bovenaan) will deze woning thans met den
tuingrond is verhuurd voor 410.per jaar
aan W. de Wit en de huur dus uitgetitokken
is onder vulgar. 5 (pag. 7 M. v. T. boven
aan). De post is derhalve te ramen op
23240.—.
Volgnummer 10.
Uitkeeringen door de Gasfabriek en het
Eiectriciteitsbedrijf.
De meening werd uitgesproken, dat de
winsten uit de bedrijven degressief zouden
werken, doordat de arbeiders in verhouding
onevenredig zwaar zouden worden beiast.
Dit vond anderszijds bestrijding. De win-
stec op de bedrijven, zoo zeide. men, zijn
geene t-elasiing. Nteaiatid is verpliclit gas of
olectriciteit te nemen. Men neemt die alleen
wanneer ze voordeelig zijn, wanneer b.v. een
gasfornuis mider kost dan een fomuis met
brandstof gestookt Hetzdfde is het geval
met de verTichting. Wanneer de petroleum
goedkooper is, kan men zonder eeoig be-
blind) dioor het zualicht, d'ari schitlerde op
ren willen, zou zulk een leerling meer dan
gewoon begaafd moeten riir- Tusschen hem ea
net leven zijn' echter waterdichte schotten; hij
kan- zich' geen- voorstelliing nxaiken van het
geen achter den tmrur voorvalt, waarop men
tot zijn vermaak bedriegelijke beeldieni ge-
schilderd heeft.
.Dat alles ga-f mij veel zorg, nraar ik wist,
diat met op oiiji ten slotte de taak z«?" rusten
om zooveel1 mcigelijk aan die erustige bezwa-
reni tegemoet to komen. Het was namelijk in
de Russische keizerl'ijfee familie het gebruik,
den grootvorst-tToonupvolger, als hij elf jaar
was, een vospita'tiel (opvueder) te geven, die
verder het onderricht en de opvoeding van
deu jongeni prins mioest leiden,. Men koos zulk
eeni upvoed'ei" biji vooikeur -uit de militaire, die
door hun paed.!agogische loopbaan geschikt
werden- geacht voor deze verantwooidelijfee
taak; mieestal' droeg men die taak aan een
feneraal op, die vooraf d'irecteur eener
rijlgsschool was geweest. Het was een veel
begeerde betrefeking vanwege de dharaani
verbonden vooruiitzichten, maar vooral ook
vanwege den invuoed', dien men in die qwa-li-
teit op den ignootvonst-troonopvolger kon krij-
gent, een invloed, die zich gwooml'ijk nog ge
dlurende <te eerste jaren, nadat hij aan het
bwiind1 'gekomen was, deed gelden.
IDe keuze van cfieni vospitatiel was dan van
het igrootste bdang: van hem ging grooten-
deefe af in welike richting de opvoeding van
Alexis 'Niicolaievitoh geleid zou worden, en
het was met angst en beven, dat ik die be-
noemanig- afwachtte.
HOOFDSTUK VIH.
Reizen in de Krim en in Roemenil.
Bezoek van President Poincarl.
Oorlogsverklaring aan Duitschland.
(April1juni 1914.)
foi d<e lenlte vain 1914 vertrok de keizerlijke
famd-Tie events andere jaren' naar de Krim.
I Om in die ounatimriiighedea helder te leeren Wij ikwamen den 13cn fepril1 op een ®tra:ftii-
te lsisrcu cteakaa m wbw Ite Im- dea dia# to livadtia an -J* w#r-
de booge, steili in zee aidalende klippen, op
de Taifaaradie dbrpjes, die wegscholen tus
schen- kale barghclliingea, en op- de witte moa-
keeeni, d'ie zoo schcrp afstaken tegen de zwar-
fe cypressen der kenkhoven. De togenstelling
inet hetgeen wij verlaten hoddten was z66
groot, diat dit landschap, hoe bekend het ons
ook was, ons in zdjm bewonderenswaardige
schoonhekl' en onder dit kleurenspel, a-ls iets
onwezenlijks en sprooJcjesachtigs voorkwam,
Zulk een voorjaai'sverolijf in die Krim was
eeni heeriijke on-tspanning na den eindleloo-
zen winter in Petersburg, en wij verheugden
ens er dan ook steeds miaanden van te voren
op.
Onder voonvan'dbal, dat men den tijd
moest hebben zich in te ridden, nami men
oev-er en weer de eerste dagen vacantie en
mien gebruifcte die om vol'op van de prachti-
ge natuur te gcniieten. Daarna werden de
lessen regeltoiatig hervaf. Mijn oollega, de
heer Petrof, vergezelde ons als naar gewoon1-
te.
De gezondheid van- Alexis Nicolaievitoh
was in de laatste maanden veel verbeterdlj
hjj was 'gegroeikJ en zar er zoo goed' uit, dat
iedoreen er rerheugd' oves- was. Den Ssten
Mei stdde de ikeizer, oxn zijn zoontje eeni ge-
nioegen' te versdhaffenj voor, dat wij, dien bij-
zondier nnooien dag zouden gebruiken om den
„Roodeni Steen" te bestijgen. Wij vertrokken
per auto, de 'keizer, de kroor prins, een ofti-
cier van die 'Siiandard en -ik. De opper-boots-
m-an Derevenko en de dienstdoende kozak van
deni keizer zatoni in een volgemde auto. Wij
bestegen l'angzaam ht Jailagebengte, door
prachtige dennebosschen, waar reuzenstam-
men, met girijisachtige sckibben op koper-
kfeurigm' one' rgrend rechtstandig onih'oog
rezer met hr koepel van groen aan den
top. Vrij sooof.Tg hidden wi]' hot doel van
den. tocht wreki een zware tote die ovr
de valid scheen to hangen en die er uiticsg,
alsof bijl iltt den loop der ecuwm verroefit
V