Alkmaarsche Courant Parijsche CanserieSn. Honderd Drle sn Twintlgste Jaargang. Zaterdag 18 Maart. Is belastingverlaging bij het nieuwe hoogheemraadschap mogelijk Uit het Indlsche leven. Brieven nit Bmssel. de utflwerlng van hst hoogheenirwKl»chtp. Daardoor is over 1921 de uitkeering van 753.000 verminderd met 167.000, dus tot op 586 000. Ware dit niet gebeurd, dan zou het heffingspercentage, op de achterajde der aanslagbiljetten vermeld, thans in piaats van 3.4 pet. nog nagenoeg 1 pet. hooker zijn geweest. Nu doet zich intusschen ten aanzien van die rijksbijdrage iets zeer merkwaardigs voor. Men moet weten, dat de met de stichting van het nieuwe hoogheemraadschap opgeheven regeling voor den Noorder IJ- en Zeedijk de jaarlijksche onderhoudskosten van de Noor der IJ- en Zeedijk tot een bedrag van niet meer dan 100.000 ten laste van dat water- schap bracht. Het meer benoodiigde zou door rijk en provincie worden gedragen. Bij; de oprichting van het hoogheemraadschap word' bezwaar gemaakt dat deze verplichtingen van No. 88. 1922. Belastingverlaging, een lieflijk, maar onbe- ken geluid zult gij zeggen. Alle belasitingen gaan steeds omhoog en telkens nieuwe komen er bij. Nu weer de aanslagbiljetten voor het hoogheemraadschap. De senrik is er ons van om net hart gestagen Gij lezer, die zoo rede- ^waai KaummMg uol neert, hebt daartoe alle reden. net is u zens provincje zoo maar zouden komen te het sehip. heusch niet kwalijk te nemen als gij bij ken-J - - nisneming van die vele en velerlei verschnk- keiijk hooge aanslagen soma eens een enkel dik of onpariementair woord gebruikt, on- hcusch wordt of naar zondebokken zoekt Want dit zijn menschelijke eigenschappcn en zou men nu den mensch het hebben van zui- ver menschelijke eigenschappen mogen ten kwade duiden Het overkwam mij aezer da- gen, op mijn weg naar het gemeentehuis, dat mij plots een bclastingplichtige op zij schoot Groote TOapoeas, die daar meer dan een mijl breed) is, stroomop, om dan te keeren. Door den stellen simoom' meegevoerd zou de boot dan juist gekeerd Jigger bij de splitsing en dus ruB.iig door kuninen varen. :Nu was te vlug gekeerd', waarbij nog kwam, dat een. aidrijveimde boomstam, waar- vani we er zoovelen voorbijkwamen, tusschen die schnoef en' het roer was gcraaikt, zoodat het scbiip niet meer beshrurbaar was. De ster- ke strocm ikreeg het vaartuig langszij te pak- ken en dit vermeerdende de vaart, waarmee het nu tegen den oever -aan kwam em den neus in de miodder boorde. Diaar zateni we dus. Weer moesten de sloepein worden gestreken. Eerst wend teen de boomstam losgewenkt en toen bleek, dat er geem schade was veroorzaakt, werd ach- teruitgeslagen. Maar jtawel. Er kwam geen beweging in zijn budget inrichtte, etade 1920 370 frs. had neer te leggen voor elke 100 frs. die hij uit- gaf in 1914 Doch wij hadden het over de arbeidsloo- nen. Dezelfde cijferaars hebben de gemiddelde dagloonen genomen, betaald voor 38 manne- lijke en 7 vrouwelijke beroepen over geheel Frankrijk, en van die 45 gemiddelden nog maals het gemiddelde berekend 'Zij kwamen toen tot de concluaie dat een mannelijke ar- beider verdiende: begin eind begm 1911 1916 1921 in Frankrijk gemiddeld frs 4 61 5 56 18 92 een vrouwelijke frs 2.29 2.57 9.44 (Eigenaardig weer: een vrouw verdient in Frankrijk gemiddeld de helft van wat een man ougen, zooals men er zelflen een te amwchou- wein1 krijgt, en l'ieden van jaren herinneren zich' voorzelker het 1'aaitste land juwee 1, tie Ant- wenpeii gehouden in 1894 ter gelegenheid der aldaar gehoudeni wereLdtentoonstelling. 'Nooit zag Antweipen zooveal volk binnen zijn wal- lien als dien diag, om't wondere schouwspel te genieten dat voor onze geblaseerde mo- denne oogen een spektakel zou her-iooveren, dat behoorde tot het mooiste, waarmede de middeleeuwsche kunstenaars zich verluatig- den. Wij1 zullen weldma het hooge gemot beleven een nieuwe edlitie van dit landjuweel te zien. En zondcrling moge het kiinken te vertie- men, dat de gedachte, den luistei der land- juwcelen aan de bewondenng der menigte te- rug te geven, uitgaat van koning Albert zelf. krifet - behalve tijdens den oorlog. toen de Wcl haflmen er nu en daa eens over gespro- nncrplH Heed en hii' nog meer dan twee- ken, doch de dure tijden, die we beleven, dc n opgeld deed en nu nog meei j liefhebbers tcrugschrikken. Nu deze met de vraag: „Kan ik aanstonds bij, jou te- recht, als ik geld noodig heb om mijn belas- ting te betalen?" Deze man zocht naar een zondebok, in piaats van den algemeenen toe- stand, gevolg van den wereldoorlog, in aan- vervallen, doch ook op dit punt bleven Gede- puteerde Staten onwnkbaar aan hun mee- ning vasthouden, zoowel op gronden van recht als van billijkheid. Thans blijkt echter dat juist op die ingetrokken regeling voor den1 Noorder IJ- en Zeedijk de minister van Waterstaat de rijksbijdrage van 334.000 heeft gegrond Het rijk blijft dus zijn ver plichtingen, voortvloeiende uit die regeling, crkennen Maar dan moet. dit logisch tot ge volg hebben, dat die rijksbijdrage niet voor een deel in de kas der provincie blijve, maar geheel aan het hooghemraadschap, dat de verplichtingen van den Norder IJ- en Zeedijk overnam. worde uitgekeerd. Daardoor zou het nu benoodigde heffingspercentage van gevonden merking te nemen. Maar hij bereikte op deze nogmaafe met ongeveer 1 pet. kun- wijze natuurlijk niets. Veel betex van naar zondebokken te zoeken in zaken, die nu een- maal zoo zijn door omstandigheden, onaf- hankelijk van onzen wil, is het om vereend de handen aan den ploeg te slaan, ten einde te trachtcn tot betere toestanden te komen, ook op het stuk van belastingheffing. De belastingen moeten naar omlaag en zij m o e t e n billijker over de onderscheidene belastingplichtigen worden verdeeld. Ieder bestuurder zal het in den komenden tijd moe ten beschouwen als een zijner eerste en voor- naamste plichten om met alle kracht die in hem is daarnaar te streven, zonder nochtans de hem toeverfcrouwde algemeene belangcn te schaden Dat is niet gemakkelijk, maar ieder, die op verantwoordelijken post gesteld is, zal zich daaraan naar de mate van zijn kennen en kunnen ten1 voile moeten geven. Het vorig jaar April en Mei schreef ik reedfe over de te wachten belastingheffing door het hoogheemraadschap. Ik wees er op, dat die heffing zou zijn tweeerlei. Voor eerst een heffing omdat net hoogheemraad1 schap van de waterschappen, die tot nog toe met het dijksonderhoud belast waren, dat oii- derhoud zou overnemen. De nu verzonden belastingbiljetten hebben betrekking op het jaar 1921. De oude dijksbesturen hebben in dat jaar nog de kosten der dijkswerkcn ge- raamd en deze werden uitgevoerd. Het nieu we hoogheemraadschap stond daar nog bui- ten en beta alt over 1921 de kosten terug. Deze worden thans over de eigenaars van landerijen en gebouwen omgeslagen. Of het hoogheemraadschap duurder of goedkooper werkt, zal eerst kunnen blijken in 1922 en volgendte jaren, als het hoogheemraadschap zelf voor het opmaken van'de raming der dijkswerken en voor de uitvoering zorg- draagt. Laat men u heusch niet meenen, dat het stel- lig duurder zal zijn. Ik voor mij; acht, als ik let op de ervaringen. die ik als hoogheem- nen worden verminderd Blijft 2.4 pet. Maar hierbij komt nog meer. Als het rijk erkent dat het aan zijn verplichtingen, welice voortvloeien uit e regeling van den Noorder IJ- en Zeedijk, moet blijven voldoen, dan zail zeker de provincie opnieuw moeten overwe- Q-en of haar standpunt van zich eenzijdig daaraan aan te onttrekken, toch wel inder- daad juist fs geweest en op den duur houd- baar is. Het reglement voor den Noorder IJ- en Zeedijk was voor rijk en provincie in dit npzi'cht nameliik letterli'jk gelijk luidend. Neemt men hierbij nu nog in aahmerking, dat Amsterdam ten onrechte geheel en al bui- ten de regeling is gelaten, dan zijn er zeker redenen te over opdat de provincie het hoog heemraadschap geheel en al van de bijdrage in de watersnoodskosten ontheffe. Gedeputeerde Staten wilden, dat eigenaars van landerijen en gebouwen in het hoogheem raadschap „hun uiterste krachten" tot delging van de watersnoodkosten zouden inspannen. Welnu, de thans uitgereikte belastingbiljet ten toonen wel aan, dat meer verlangd wordt dan inspanning van „uiterste krachten". Het belang van ontheffing met de 34 pet. watersnoodkosten, dat loopt aardig naar de helft van den totalen aanslag voor het hoog heemraadschap, is zeker groot genoeg om er van de zijde van het hooghemraadschap, ge- steund door de belastingplichtigen, bij het orovinciaal bestuur een zoo krachtig moge- lijke actie voor te voeren Dat om nu ten slotte toch nog eens met Gedeputeerde Staten te spreken ieder be- l-nirhebbende daarvoor „zijn uiterste krachten inspanne". Purmerend D. KOOIMAN. XLII. •Den volgenden morgen werd' met het eer ste zonlichit het anker gelicht en stoom- den we vender den strooim op an onze be- raad tot nog toe opdeed, wel degelijk de mo- i stemjmiing ifcegemoet. We wierpen, niatuurliijk gelijkheid aanwezig, dat het stelsel van ge- centraliseerd dijksonderhoud goed'koper zal blijken te zijn. Men leze vooral niet ver- keerd: Ik heb het niet over de personen die het beheer voerden, want in den tijd dat ik aan het bestuur van het hoogheemraadschap dcelnam ben ik steeds versterkt in mijn mea ning, dat hun arbeid niet anders dan grooten lof verdiende Ik heb het over het nieuwe stelsel en niet over personen. Laten we dus hopen. dat het stelsel van meer gecentrali- seerd dijksbeheer, dat eerst op de belasting biljetten over 1922 tot uitdrukking zal kun nen komen, althans geen verhooging, en zoo mogelijk een verlaging, van belasting te zien zal geven, vergeleken bij de rondgezonden biljetten over 1921, welke nog op het oude stelsel gegrond zijn. Dit geldt dus het hef fingspercentage van 4.4 pet., dat men deswe- ge op de achterzijde van de aanslagbiljetten vermeld vindt Maar tegen de andere heffing, ook aan den achterkant" van de aanslagbiljetten aangege- ven, heb ik zeer ernstig bezwaar, dat zeker gedeeld wordt door heel velen. Dat is de 34 pet. van de belastbare opbrengst der lan derijen en van de halve belastbare opbrengst der huizen (men kan deze belastbare op brengst ook nagaan op zijn grondbelasting- biljet), welke moet dienen tot dekking van watersnoodskosten. De kosten van dijksver- deeling na den watersnood van 1916 wor den eerst nu in belasting omgezet. Ik schreef het reeds eerder: men had na vijf jaar voor het vooruitzicht van die kosten te moeten dek- ken langzamerhand de oogen gesloten. Maar de provincie Gedeputeerde Staten, hierbij vooral gesteund door de Amsterdamsche af- gevaardigden heeft wel gezorgd, dat deze slapenden eenmaal met schrik zouden' ont- waken. Het hoogheemraadschap werd1 belast met de erfschuld van een groot deel, drie vijf- de gedeelte namelijk, in de rente en aflossing, welke jaarlijks verschuldigd zullen zijn, op twintig millioen gulden kosten van dijksher- stelling. Voorwaar geen kleinigheid! Over 1921 zou deze uitkeering ware het voor- stel van Gedeputeerde Staten ongewijzigd door de Statenvergadering aangenomen ruim 750.000 hebben bedragen, dat is op zichzelf nog ongeveer 100000 meer dan over 1921 aan onderhoud van alle dijken van 5et hoogheemraadschap ten koste is gelegd'. Tot delging van een zoo groot mogelijk ge- inog een' enikelen weemoedigen bl'ik op de pick, waar eenige uren geleden het vreese- lijike had! plants gehad en toen namen onze gediachteni weer een andere richting. Het le ven waeh tie ons. We gin gen1 het onbekende tegemoet. 'Nieuwe tafereelen dlodein zich aan cms voor. Ein dan vendwijnen niatuurliijk de gebeuirde d'Lnigen op den achitergrond. De rivier Weef breed. Alleen kwam het me voor, dat die siroom stenker werd en de boot allengs vaart venninderde. Het wxmd bleef woest. Zoo voeren we uren door. Deni geheelen morgen1 en; dtetn middag. Op den gewonen tijd werdi het middagm aal gennttigd en daaraa was het tijd voor het middagdutje, dat nu zeer welfcom was, daar we begonnen te voe- len, gedurendle den nachili zeer weinig gesla' pen te hebben. Oaar h'eit in de hutten niet om uit te hon dieni was van,' de hitte, bleven we aan dek. De een strefcte zich uit op een' iangen stoel, zoo'n Singapore stoel, als ge hier wel eens gezien hebli van een Indisch igast, die er mee van booridi kwam. Een1 anider ging op een der breede banken liggen1. Zoo deed ook ik en weldra was ik leikiker in skaap. 'Hoe lang ik geslapen heb, wect ik niet, maar wat ik nog heel goed: weet, is hoe ik gewekt werdc Zoo onzacht is het me nog mim- mer gebeurd, Ik schnok n.i. plotseliing wakker, daar ik met een handen hems, waarbij miin hoofd zeer gevoelig met 'het dek in aanraking kwam, van de bank tuitnelde. Ik sprang overeind en vod'dle het schip onder me trillen. Er was dus weer ie'.s gebeurd-. Maar wat? [Dat kwi1 ik eerst weinrig uiijniaken. Spoedig werd; het me echter duddelijk: W'e waren' in voile vaart op den oever inge loopen eni zaten daar nu prachtig vast. De voorstevcin had zeffs een boom van niet omaaPdiige dikte eenwudig op zij geduwd. Zoo zagen- we dus nu wat beler tusschen de boomen door het woud in. Het achterschip •lag dwars in den stroorn. 'De andere oever was een aanmerkeldjk eind van ons af, maar wat zeer treffend was, dat was de aamblik van de groote watervkkte, die we aan stuurboord voor ons -hadden1. De boot had nl. herti punt bereikt, waar de rivierarm uit de grioote Kapoeas komt en Zuidwaants stroomt. Wiij mioesten nu daar den hoek om en1 dan stroomaf tangs de Kapoeas, tot we de Klei- iEir moest dus wat anders op worden. tEen der slloepen werd nu stroomopge- roeid. Een lange duune lijn werdi meege- voerd. Nla eenigen afstand afgelegd te heb ben, naderde de sleep nu met (ten' stroom mee den .anderen oever. De matrozen gin- gen aan land en- paLmden de d-unne Lijin in. Deze was bevestigd aan een diikke tros, die op deze wijze over de rivier getrckken werd en> stevig aan een zeer dikken boom werd vastigemiaaikt. Op het schip was de tros aan de lier bevestigd en toen werd deze in bewe ging gebrach't. 'De tros spande rich, stond weldra sirak, maar.... geen- beweging in het schip. De lier bleef werkeni, met dat gevoilg, dat de tros in eens met een hevig geluid knapte. Zie nu zoo'n scheepstnos eens aan -lezer. Dan zult ge er cenig idee van hebben, hoe vast de Karang in de modder zat. -Wat nu ite doen? Reeds doemde zich het vooruitzicht op, dat we den volgenden morgen zouden' piaats ne men' in de steepen, het schip te verl-aten en dan trachtea zoo Pontianiak te bereiken. An ders zat er miieti op, kwam de boot niet los. Maar de pgingen werden niet opgegeven. iDe steep kwam terug en eenigen tijd later ging ze voor den tweeden keer over, weer met een dunne lijn. Aan deze dunne lijn bleek nu een flinke staald'raadi bevestigd te zijn. Deze werd aan boom en -lier vastgemaakt en weer zuchfcte en zwoegden de machine. Met) spanning letten we op de dingen, die nu komen' zouden. Voelden we daar niet iets. lets als een kleine trilling, een beweging in het schip Was dat tengevolge van de wedding der machine, die kon het zijn, dat het schip wat vrij' 'kwam? iDaar! Weer iets! Ja, er kwam beweging. Haast onmerk- baar, maar heb kwam. We zaten althans niet zoo uruurvast meer. Nu werden; door de sdieepsofficieren al de kedtdnggatngers uit hun rust opgejaa'gd'. Ze kregen tot taak tegelijk van bakboord naar stuurboord te loopen en' weer terug, om te trachiten zoo mee te helpeni aan de boot een schommelende beweging te geven. -Wefli eem kwartier werd dit vol gehouden Ail- dien tijld sitond de draad funk gespan- nen en' werkte de lier zwaar door iHlet was zeer interessant. En toen, voor we er eenigszins op ver- dacht waren'. schoot het schip pteitseling van den oever af en naar het midden- van den stroom toe. We waren' vrij. Dien nacht bleven' we midden op den Grooten 'Kapoeas voor anker liggen. Daar deze rivier veel breeder is dan- de 'arm, wellke we opgevaren hadden, was de ruii-mte om ons grooter en was het niet zoo smoorheet. IHoewel toch nog voldqende warm. Eem warme ikruik was -n'ieb nooddg en iik bradht den heelen. nacht dan- ook liever miaar 'bovein op het dek dioor. Den' vcflgencfen morgen' stoomden we om zes uur op naar Pontianak, dat we dien dag om 11 uur beeikten. Armhem.A. v. W. CIJFERS EN GETALLEN. (Van onzen Parijschen correspondent). (Naa'ruk verboden.) Het Fransche geld, waarvan de koers het vorige jaar vrij geregeld gestegen is in de wisselkantoren in het- buitenland, neemt ook toe in waarde in Frankrijk zelf. Voor een zelfde aantal franken kan men meer koopen: het leven wordt langzamerhand iets minder duur. Doch en dit is wel heel eigenaardig de statistiek wijst uit, dat precies in de zelfde verhouding.... ook de loonen daalden. En zoo komt de meerdere koopkracht van den frank ten slotte alleen ten goede aan rente- niers en aan valuta-speculanten De statistiek hoe afschrikwekkend droog en onverteerbaar ook is in sommige geval- len toch wel eens aardig. In deze kwesties van levensduurte en arbeidsloonen spreken de cijfers, en zij vertellen belangwckkende din gen voor wie naar hen te luisteren 1 nun taal verstaat Zoo hebben de menschen, die zich met deze wetenschap bezighouden, bijv. uitgerekend, dat einde 1920, toen hier in Parijs, evenais trouwens vrijwel overal in West-Europa, de levensduurte op haar ergst was, alles gemid deld 3.70 maal zooveel (Frans<;h) geld kostte als in 1914. Voor den Hollander, die in die maar zooveel verdiende) On d-zelfde tiidstippen bedroeg de gemid delde prijs van een maand pension (yoeding nlus logics): bestin 1911 frs. 70; eind 191 frs 99; begin 1921 frs. 283. zaak door den koning in hoogsteigcn persoon is opgeworpen. zal het wel van een leien dak- je loopen Staat, provincie en stad, voouia- imc genootschappai, enkele hooggeplaatste bekommernissen uit de baan te ruimen Hoe het nu kwam, dat koning Albert zich met deze zaak inliet?De Brusselsche Ka- mer van Rhetorika „De Nooidstar", die haar 50-jarig jubelfeest viert, schreef een letierkuu- kundigen- en tooneelprijskamp uF1, die aan den gang zijn. Het is te dezer gelegenheid, dat ae koning de rederijkerskamer de taak op- droeg een landjuweel in te richten in Septem ber, tevens meedeelend dat hii ais eerstei prijs voor dien wedstrijd van praalwagens en praalgroepcn een gouaen bckei beschikbaar stelde. Met aldus zijn bescherming te verleenen aan dit kunsttournooi, hernieuwt het Bel- gisch staatshoofd het gebaar van de Bourgon- dische hertogen, die destijds in onze provin- cien de kultureele evolutie en in het bijzonder don bloei der eigen kunst zoo ijverig bevor- derd hebben drelte der watersnoodleening zouden, zooals me Kapoeas bereiikteni. Dam hadden we die te Gedeputeerde Staten het uitdruktcn, de eige- voljgem, to-t aiain' Pqmlianiak, dat wcl is waar naars van landerijen en gebouwen het hoog- niet ver vara zee ligfc, doch van uit zee moei- - heemraadschap „hun uiterste krachten hebben l'ijflc dadelijk te bereiken is voor eemgszins pvakte) lemand die in Parijs woout elke loo ic ennnrm" Daartegcn mocht niets hen groote vaartuigen, door een modlderbatrikfrancs welke hi] voor zijn kvensonderhoud dagen Parijs bezocht, was dit niet zoo erg, want de gulden was hier toen juist driemaal zooveel waard als in 1914, dus hij betaalde nog vrijwel de oude prijzen (tcrwijl bij hem thuis alles, net als hier, ruim 3% maal zoo duur was geworden, en zijn loon of salads ook ongeveer driemaal zoo groot wasVoor den Franschman echter gold dit natuurlijk Iniet, hij had te rdomen met franken. lets anders wat de statistici al sinds lang hadaden uitgerekend is het feit, dat gemiddeld (de statistiek kent niet anders dan gemiddel den; dat is haar kracht en tegelijkertijd haar in te spannen vermurwen. De eenige verbetering, welke werd ver kregen, bestond hierin. dat in de St^tonvenradering ondanks aanhoudend'e be- striiding v?n Gedeputeerde Staten, een meer- H^rheid werd gevonden voor een voorstel, em als het rijk wellicht een bijdrage moeht verleenen in de watersnoodskkosten. de helft van die Hjdrafe ia mandermg te baeogm op welke 'gevommid is aaa den maud1 der Klieine Kapoeas. 'De kapiteim. die dc reis voor het eerst maakte, Wad niet geirceg rdkening gehouden' me'.i de kracht vain den stroom en daarom had hajl de remding aim de landpunt te klein genomen. Hij: had zooala eenige uren later hi—Y mil sacht daoc oaetaa varaai ie besteedt aldus verdeelt: Aan eten en drinken 60 frs.aan vuur en licht 5 frs.; aan huishuur 12 frs.; aan Hee ding 15 frs.; aan diversen 8 frs totaal 100 frs Hierop was dan ook het bovengenoemde cij- ter van 3.70 gebaseerd, want de cijfers wezen uit, dat iemaad die volgeaa deze* auatataf Waimeer men al deze eiHem. MM tot de schaal van 100 im 1911, danjnndt men Toonen mannen 1911: 100; 1916: 122, 1921:410; loonen vrouwen loift- lift; 1921: 412; pensionpnjzcn 1911: 100- 1916: 141; 1921: 407; detailhanctelpri]- zen van de 13 voornaamste levesmiadeieu 1911: 100; 1916: 145; 1921: 424. Waaruit dus blijkt, dat de loonen waren gestegen vrijwel naar dezelfde verhouding als de prijs van het leven Dit was echter dc periode van stijgmg Begin 1921 is de daling ingetreden, en helaas houden de berekeningen der statistic juist daar op, althans wat het geheele land betreft. Over 1921 beschikken wij alleen nog over de cijfers voor Parijs. Het index-cijfer van den gemiddelden prijs van het leven te Parijs bed'roeg voor elk der vier kwartalen van 1921 achtereenvolgens 338, 307, 295 en 297, d. w. z. dat tegen het einde van het vorig jaar te Parijs gemiddeld 297 frs. kostte datgene wat men in 1914 hier kon hebben voor 100 frs. Wat de arbeidsloonen aangaat, daarvan zijn de gemiddelden der verschillende bednj- ven nog niet vastgesteld, maar wel kennen wij reeds de gemiddelden van de meeste groeptn. Zoo zien wij bijv. dat in de metaal-industrie de minimum dagloonen voor de minste arbei- ders zijn gedaald te: Parijs van (April 1920) 17 frs op (Juni 1921) 14 frs.; te Rijssel van (Sept. 1920) 17.60 frs. op (Juni 1921) 15.60 frs te Nancy van (Oct. 1920) 16 frs. op (Apnl 1921) 14 20 frs. etc. Over het algemeen schijnt het wel reeds vast te staan, dat naar verhouding de prijs van het leven daalde, de Loonen naar vrijwel dezelfde verhouding verminderden. Een categorie menschen die bijzonder gele den heeft (en niettegenstaande de ietwat mil- dtre omstandighed'en nog lijdt). dat zijn de sludenten. Vroeger was hun wijk, het Quar- tier Latin, bekend om de vroolijkheid welke er heerschte, nacht en dag. Doch met die vroo lijkheid is het al lang gedaan. Het studeercn is zoo duur geworden, dat men al een heel rijken vader moet hebben, wil men niet ge- cioodzaakt zijn om te trachten zelf een ge deelte der kosten ervan te verdicnen De stu- d'enten hebben voor het groote tneerendeel een baantje: zij zijn kellner of tooneelspeler, of letterzetter, of muzikant in een scrijkje. Zij studeeren.in hun vrijen tijd. En des nachts.. slapn zij, om den volgenden dag, bij hun pa- troon, behoorlijk hun plicht te kunnen doen. De echte, onbezorgde jool.... die is in de ver- drukking gekomen. De stud'enten van tegenwoordig, zij zingen niet meer, zij lachen nauwelijks meer, zij tel- len en rekenen. Vo6r den oorlog hadden zij twee- a driehonderd francs per maand noo dig om te leven Met vijfhonderd waren zij rijk Op het oogenblik kunnen ze met 7000 frs. per jaar als't moet, net heel bescheiden- ties rondkomen. op conditie dat ze niets an ders drinken don water. Ziehier het budget van een Parijsclien stu dent, dezer dagen opgemaakt door „L'Uni- versite de Paris": Kamer 10 maanden k 130 frs 1 300; wasch 10 maanden a 20 frs. 200; ontbijt 15 frs. per maand' 150 dejeuner en diner in net Restau rant Universitaire en niets anders drinkend dan water, 3 frs. per maal tijd, 1.300; tram, metro: 15 frs per maand 150; anderhalf pak per jaar 500; een overjas 300; schoenen en re- paratie 150; linnen 200; hoed 40; colilegegeld 250; bocken 250; kranten, brieven 10()j lid- maatschap van een of andere club 25; to taal 5.415. Rekent men daarbij d'an "nog de spoorreis om de twee maanden der vacantie thuis te gaan doorbrengen en de uitgaven gedurende de vacantie dan komen wij minstens tot 6000 frs. En dan nog mag de student, over v/ien wij het hebben niet rooken, nooit een enkel biertje dirinken, nooit roaar den schquwburg gaan, nooit ziek zijn, en nooit eenige ver- strooiing of ontspanning noodig hebben! De studietijd, die minstens vijf jaren be- d'raagt voor de studie in de rechten en zeven jaren voor de medicijnen, kost aan de ouders, die hun zoon willen laten studeeren, dus 35.000 k 50 000 frs. Is het wonder dat het aantal der Fransche studenten bij den dag vermindert, tcrwijl men haast geen Roemenen. Tsjechen, Serven, Po- lti meer ziet? Alleen Chineezen die zkt men nog! De Ch'ineezen die in Parijs gaan studeeren, krijgen van hun Gouverncment een beurs van 800 frs, per maand. Met een klei ne toelage kunnen die dus zij het ook zon der bokkesprongen rond'komen Maar de andere rassen sterven uit, op den boul'Mich! Het noodlottig gevolg is. dat d'e examinato- ren het hoe langer zoo minder nauw nemen met de examens, en dat niet alleen de kwanti- teit. doch zelfs ook de kwaliteit der af?e!ever- dc -adktocaten, 'geneesheeren etc. onrustba- rend daalt.. Ziedaar een ander eigenaa-dig kwaad, waarmee de levensduurte ons heeft opge- scheept Parijs, Maart 1922. LEO FAUST. Voor wien de geschiedenis kent der Vlaam- sche Kamers van Rheiorica, zal het wel over- bodiig zijn or op te wdjzen. wat de openbare feestelijikiheid „Landjuweer beteekent Het «l*aa coopt «ea praahhwetoaft vaar in Een der eerste landjuweelen en- zoogenaam- dc Rcfereijnfeesten, werd, zooals men weet, gehouden in 1499 Daaraan namen niet mjn- <aer dan 28 rederijkerskaniers van Noord en Zuid deel en onder de Noord-Nederlandsche nocmt men die van Zevenbergen, Reimcrs- \vaal (verzwolgen door de Schelde), Anister- ,dam, Hulst, Axel, Sluis, Utrecht, enz. M'en weet, dat het toen de gewoonte was ,,vragen" te stellen, die meostal in de eeuwen. van diep geloof betrekking hadden' op gods- dienstige zaken. In 1499 luidde de vraag: Welke is de grootste verborgenheyd ende het verwonder- lykste werk, dat God oyt voor's menschen heil gedaen heeft? De Kamer „De Groeiende Boom" van Lier behaalde den prije met dit antword: ,,Het is van die menschelijke natuur aangcneiren te hebben." Zal men ditmaal het stellen van „vragen" weer in zwang brengen Er ware daar mis- schien een eigenaardige proel te doen. £hj ik dacht nog even aan- de „esbattenlen- ten" der rederijkers, toen ik de heropvoering bijwoonde in het deftige theater te Brussel, zooals men een nieuwen schouwburg noemt, van het bekende mysteriespel „Soeur Beatri ce" van onzen vermaarden schrijver Maurice Maeterlinck. IkAveet niet wat er van de filo- sofische geschriften, van de diepgaande wijs- geerige beschouwingen, die Maeterlinck de wereld inzond, zal overblijven na vijftig jaar, doch zijn tooneelwerk zal hem voorzeker niet overleven, te oordeelen naar den indruk, dien men wegdraagt van zijn stuk „Soeur Be- j a trice'. Bij zijn verschijning werd dit myste riespel op alierlei tonen bezongen; de Fran sche sceptieus Anatole France stond ex in be- wondering voor, de snobs juichten het toe. Helaas- Hoe komt het, dat na eenige jaren.. en un plomb vil l'or pur s'est done change?? Een ieder haallti er thans die schouders bij op. Men kent het onderwerp: iZuster Beatrice werd geplaagd in't Hooster d'oor den kwel- duivel der liefde. Zonder de kap over de haag te werpen, verlaat ze evenwe) het klcos- ter om te gaan varen in Cupido's mossel- schuit De Maagd Maria voelt meddijden met de arme jonge vrouw en tijdens haar af- wezigheid neant zij haar piaats in. bij de zus- ters en volbrengt haar werk. Wanneer de lief- dekaars is uitgebrand en 't zusterken terug naar't klooster word't gedreven. vindt ze er alles in- den rechten plooi. Niemand heeft haar afwezigheid1 bemerkt, dank zij de Maagd Maria, die, haar taak volbracht, met genoegen afscheid neemt Niet waar. dat het een prachtig onderwerp ware geweest voor een blij-eindend treurspel, op te voeren door een red'erijkerskamer der XVIe eeuw. Doch wij, twintigste eeuwers, zijn niet genoeg meer doordrongen van het geloof der middefeeuwen om ons te laten ontroeren door dergelijk mysteriespel. Het is dan ook een estetische curiositeit geworden, die mis- schien nog boeien kan bij de lezing, maar op de planken al haar effekt mist. Voorname Belgische en Fransche tijd- schriften wij aen thans ernstige studien aan den Franschen wijsgeer Descartes, ter gele genheid van een op til zijnd eeuwfeest. Er wordt hierin ook gesproken van het ver- blijf van Descartes in Holland. Er mag met het oog hierop wel gewezen worden op het v'ugschrift dat de Vlaamsche priester Mon- champ leeraar in het scminarie te Sint-Trui- den (Limburg) laat verschijnen onder dezen titel: Descartes in Holland. Wij verneinen daarin dat Descartes driemaal in Holland vcrblecf van Mei 1617 tot Juli 1610; van De- Loember 1621 tot Maart 1622; van Maart 1629 tot September 1649 In 1617 was Des cartes te Breda als vrijwilliger in het leger van orins Maurits. Het is van algemeene be- kendheid, dat Descartes de BolTandsche taal aanleerde om iu briefwisseling te treden met de Nederlandscne wiskundigens namelijk met Taak van Wassenaer, en met hem onderhan- delde over ,.den Teerling-wortel in tweemee- ninghe getallen" en met Wassenaer opfrad als bekamper van den wiskundigen Jan Sta- cupioen, die in 1639 een werk schreef over den „Teerl:ngwortel" Const. Huvgens hield Descartes in hoog aanzien en stuurde hem ziin werk over .Orgels in Protestantsche kerken", waarop de wijsgeer zijn aanmerkingen schreef, Des- cartis wist zich zoo goed de taal van het land' eigen te ma km, dat hij zelf de gewest-spra- lren van 't Nwwd« kwde Hij schroef ici up uu --- 5i uai we veiuur aen siroqm op em anze oe-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5