Alkmaarsche Courant
Parijsche CanserieSn.
Honderd Drle sn Twintlgste Jaargang.
Zaterdag 18 Maart.
Is belastingverlaging bij het
nieuwe hoogheemraadschap
mogelijk
Uit het Indlsche leven.
Brieven nit Bmssel.
de utflwerlng van hst hoogheenirwKl»chtp.
Daardoor is over 1921 de uitkeering van
753.000 verminderd met 167.000, dus tot
op 586 000. Ware dit niet gebeurd, dan
zou het heffingspercentage, op de achterajde
der aanslagbiljetten vermeld, thans in piaats
van 3.4 pet. nog nagenoeg 1 pet. hooker zijn
geweest.
Nu doet zich intusschen ten aanzien van die
rijksbijdrage iets zeer merkwaardigs voor.
Men moet weten, dat de met de stichting van
het nieuwe hoogheemraadschap opgeheven
regeling voor den Noorder IJ- en Zeedijk de
jaarlijksche onderhoudskosten van de Noor
der IJ- en Zeedijk tot een bedrag van niet
meer dan 100.000 ten laste van dat water-
schap bracht. Het meer benoodiigde zou door
rijk en provincie worden gedragen. Bij; de
oprichting van het hoogheemraadschap word'
bezwaar gemaakt dat deze verplichtingen van
No. 88. 1922.
Belastingverlaging, een lieflijk, maar onbe-
ken geluid zult gij zeggen. Alle belasitingen
gaan steeds omhoog en telkens nieuwe komen
er bij. Nu weer de aanslagbiljetten voor het
hoogheemraadschap. De senrik is er ons van
om net hart gestagen Gij lezer, die zoo rede- ^waai KaummMg uol
neert, hebt daartoe alle reden. net is u zens provincje zoo maar zouden komen te het sehip.
heusch niet kwalijk te nemen als gij bij ken-J - -
nisneming van die vele en velerlei verschnk-
keiijk hooge aanslagen soma eens een enkel
dik of onpariementair woord gebruikt, on-
hcusch wordt of naar zondebokken zoekt
Want dit zijn menschelijke eigenschappcn en
zou men nu den mensch het hebben van zui-
ver menschelijke eigenschappen mogen ten
kwade duiden Het overkwam mij aezer da-
gen, op mijn weg naar het gemeentehuis, dat
mij plots een bclastingplichtige op zij schoot
Groote TOapoeas, die daar meer dan een mijl
breed) is, stroomop, om dan te keeren. Door
den stellen simoom' meegevoerd zou de boot
dan juist gekeerd Jigger bij de splitsing en
dus ruB.iig door kuninen varen.
:Nu was te vlug gekeerd', waarbij nog
kwam, dat een. aidrijveimde boomstam, waar-
vani we er zoovelen voorbijkwamen, tusschen
die schnoef en' het roer was gcraaikt, zoodat
het scbiip niet meer beshrurbaar was. De ster-
ke strocm ikreeg het vaartuig langszij te pak-
ken en dit vermeerdende de vaart, waarmee
het nu tegen den oever -aan kwam em den
neus in de miodder boorde.
Diaar zateni we dus. Weer moesten de
sloepein worden gestreken. Eerst wend teen
de boomstam losgewenkt en toen bleek, dat
er geem schade was veroorzaakt, werd ach-
teruitgeslagen.
Maar jtawel. Er kwam geen beweging in
zijn budget inrichtte, etade 1920 370 frs. had
neer te leggen voor elke 100 frs. die hij uit-
gaf in 1914
Doch wij hadden het over de arbeidsloo-
nen.
Dezelfde cijferaars hebben de gemiddelde
dagloonen genomen, betaald voor 38 manne-
lijke en 7 vrouwelijke beroepen over geheel
Frankrijk, en van die 45 gemiddelden nog
maals het gemiddelde berekend 'Zij kwamen
toen tot de concluaie dat een mannelijke ar-
beider verdiende:
begin eind begm
1911 1916 1921
in Frankrijk gemiddeld frs 4 61 5 56 18 92
een vrouwelijke frs 2.29 2.57 9.44
(Eigenaardig weer: een vrouw verdient in
Frankrijk gemiddeld de helft van wat een man
ougen, zooals men er zelflen een te amwchou-
wein1 krijgt, en l'ieden van jaren herinneren
zich' voorzelker het 1'aaitste land juwee 1, tie Ant-
wenpeii gehouden in 1894 ter gelegenheid der
aldaar gehoudeni wereLdtentoonstelling. 'Nooit
zag Antweipen zooveal volk binnen zijn wal-
lien als dien diag, om't wondere schouwspel
te genieten dat voor onze geblaseerde mo-
denne oogen een spektakel zou her-iooveren,
dat behoorde tot het mooiste, waarmede de
middeleeuwsche kunstenaars zich verluatig-
den.
Wij1 zullen weldma het hooge gemot beleven
een nieuwe edlitie van dit landjuweel te zien.
En zondcrling moge het kiinken te vertie-
men, dat de gedachte, den luistei der land-
juwcelen aan de bewondenng der menigte te-
rug te geven, uitgaat van koning Albert zelf.
krifet - behalve tijdens den oorlog. toen de Wcl haflmen er nu en daa eens over gespro-
nncrplH Heed en hii' nog meer dan twee- ken, doch de dure tijden, die we beleven, dc
n opgeld deed en nu nog meei j liefhebbers tcrugschrikken. Nu deze
met de vraag: „Kan ik aanstonds bij, jou te-
recht, als ik geld noodig heb om mijn belas-
ting te betalen?" Deze man zocht naar een
zondebok, in piaats van den algemeenen toe-
stand, gevolg van den wereldoorlog, in aan-
vervallen, doch ook op dit punt bleven Gede-
puteerde Staten onwnkbaar aan hun mee-
ning vasthouden, zoowel op gronden van
recht als van billijkheid. Thans blijkt echter
dat juist op die ingetrokken regeling voor
den1 Noorder IJ- en Zeedijk de minister van
Waterstaat de rijksbijdrage van 334.000
heeft gegrond Het rijk blijft dus zijn ver
plichtingen, voortvloeiende uit die regeling,
crkennen Maar dan moet. dit logisch tot ge
volg hebben, dat die rijksbijdrage niet voor
een deel in de kas der provincie blijve, maar
geheel aan het hooghemraadschap, dat de
verplichtingen van den Norder IJ- en Zeedijk
overnam. worde uitgekeerd. Daardoor zou
het nu benoodigde heffingspercentage van
gevonden
merking te nemen. Maar hij bereikte op deze nogmaafe met ongeveer 1 pet. kun-
wijze natuurlijk niets. Veel betex van naar
zondebokken te zoeken in zaken, die nu een-
maal zoo zijn door omstandigheden, onaf-
hankelijk van onzen wil, is het om vereend
de handen aan den ploeg te slaan, ten einde te
trachtcn tot betere toestanden te komen, ook
op het stuk van belastingheffing.
De belastingen moeten naar omlaag en
zij m o e t e n billijker over de onderscheidene
belastingplichtigen worden verdeeld. Ieder
bestuurder zal het in den komenden tijd moe
ten beschouwen als een zijner eerste en voor-
naamste plichten om met alle kracht die in
hem is daarnaar te streven, zonder nochtans
de hem toeverfcrouwde algemeene belangcn te
schaden Dat is niet gemakkelijk, maar ieder,
die op verantwoordelijken post gesteld is, zal
zich daaraan naar de mate van zijn kennen en
kunnen ten1 voile moeten geven.
Het vorig jaar April en Mei schreef ik
reedfe over de te wachten belastingheffing
door het hoogheemraadschap. Ik wees er
op, dat die heffing zou zijn tweeerlei. Voor
eerst een heffing omdat net hoogheemraad1
schap van de waterschappen, die tot nog toe
met het dijksonderhoud belast waren, dat oii-
derhoud zou overnemen. De nu verzonden
belastingbiljetten hebben betrekking op het
jaar 1921. De oude dijksbesturen hebben in
dat jaar nog de kosten der dijkswerkcn ge-
raamd en deze werden uitgevoerd. Het nieu
we hoogheemraadschap stond daar nog bui-
ten en beta alt over 1921 de kosten terug.
Deze worden thans over de eigenaars van
landerijen en gebouwen omgeslagen. Of het
hoogheemraadschap duurder of goedkooper
werkt, zal eerst kunnen blijken in 1922 en
volgendte jaren, als het hoogheemraadschap
zelf voor het opmaken van'de raming der
dijkswerken en voor de uitvoering zorg-
draagt.
Laat men u heusch niet meenen, dat het stel-
lig duurder zal zijn. Ik voor mij; acht, als ik
let op de ervaringen. die ik als hoogheem-
nen worden verminderd Blijft 2.4 pet.
Maar hierbij komt nog meer. Als het rijk
erkent dat het aan zijn verplichtingen, welice
voortvloeien uit e regeling van den Noorder
IJ- en Zeedijk, moet blijven voldoen, dan zail
zeker de provincie opnieuw moeten overwe-
Q-en of haar standpunt van zich eenzijdig
daaraan aan te onttrekken, toch wel inder-
daad juist fs geweest en op den duur houd-
baar is. Het reglement voor den Noorder
IJ- en Zeedijk was voor rijk en provincie in
dit npzi'cht nameliik letterli'jk gelijk luidend.
Neemt men hierbij nu nog in aahmerking,
dat Amsterdam ten onrechte geheel en al bui-
ten de regeling is gelaten, dan zijn er zeker
redenen te over opdat de provincie het hoog
heemraadschap geheel en al van de bijdrage
in de watersnoodskosten ontheffe.
Gedeputeerde Staten wilden, dat eigenaars
van landerijen en gebouwen in het hoogheem
raadschap „hun uiterste krachten" tot delging
van de watersnoodkosten zouden inspannen.
Welnu, de thans uitgereikte belastingbiljet
ten toonen wel aan, dat meer verlangd wordt
dan inspanning van „uiterste krachten".
Het belang van ontheffing met de 34 pet.
watersnoodkosten, dat loopt aardig naar de
helft van den totalen aanslag voor het hoog
heemraadschap, is zeker groot genoeg om er
van de zijde van het hooghemraadschap, ge-
steund door de belastingplichtigen, bij het
orovinciaal bestuur een zoo krachtig moge-
lijke actie voor te voeren
Dat om nu ten slotte toch nog eens met
Gedeputeerde Staten te spreken ieder be-
l-nirhebbende daarvoor „zijn uiterste
krachten inspanne".
Purmerend D. KOOIMAN.
XLII.
•Den volgenden morgen werd' met het eer
ste zonlichit het anker gelicht en stoom-
den we vender den strooim op an onze be-
raad tot nog toe opdeed, wel degelijk de mo- i stemjmiing ifcegemoet. We wierpen, niatuurliijk
gelijkheid aanwezig, dat het stelsel van ge-
centraliseerd dijksonderhoud goed'koper zal
blijken te zijn. Men leze vooral niet ver-
keerd: Ik heb het niet over de personen die
het beheer voerden, want in den tijd dat ik
aan het bestuur van het hoogheemraadschap
dcelnam ben ik steeds versterkt in mijn mea
ning, dat hun arbeid niet anders dan grooten
lof verdiende Ik heb het over het nieuwe
stelsel en niet over personen. Laten we dus
hopen. dat het stelsel van meer gecentrali-
seerd dijksbeheer, dat eerst op de belasting
biljetten over 1922 tot uitdrukking zal kun
nen komen, althans geen verhooging, en zoo
mogelijk een verlaging, van belasting te zien
zal geven, vergeleken bij de rondgezonden
biljetten over 1921, welke nog op het oude
stelsel gegrond zijn. Dit geldt dus het hef
fingspercentage van 4.4 pet., dat men deswe-
ge op de achterzijde van de aanslagbiljetten
vermeld vindt
Maar tegen de andere heffing, ook aan den
achterkant" van de aanslagbiljetten aangege-
ven, heb ik zeer ernstig bezwaar, dat zeker
gedeeld wordt door heel velen. Dat is de
34 pet. van de belastbare opbrengst der lan
derijen en van de halve belastbare opbrengst
der huizen (men kan deze belastbare op
brengst ook nagaan op zijn grondbelasting-
biljet), welke moet dienen tot dekking van
watersnoodskosten. De kosten van dijksver-
deeling na den watersnood van 1916 wor
den eerst nu in belasting omgezet. Ik schreef
het reeds eerder: men had na vijf jaar voor
het vooruitzicht van die kosten te moeten dek-
ken langzamerhand de oogen gesloten. Maar
de provincie Gedeputeerde Staten, hierbij
vooral gesteund door de Amsterdamsche af-
gevaardigden heeft wel gezorgd, dat deze
slapenden eenmaal met schrik zouden' ont-
waken. Het hoogheemraadschap werd1 belast
met de erfschuld van een groot deel, drie vijf-
de gedeelte namelijk, in de rente en aflossing,
welke jaarlijks verschuldigd zullen zijn, op
twintig millioen gulden kosten van dijksher-
stelling. Voorwaar geen kleinigheid! Over
1921 zou deze uitkeering ware het voor-
stel van Gedeputeerde Staten ongewijzigd
door de Statenvergadering aangenomen
ruim 750.000 hebben bedragen, dat is op
zichzelf nog ongeveer 100000 meer dan
over 1921 aan onderhoud van alle dijken van
5et hoogheemraadschap ten koste is gelegd'.
Tot delging van een zoo groot mogelijk ge-
inog een' enikelen weemoedigen bl'ik op de
pick, waar eenige uren geleden het vreese-
lijike had! plants gehad en toen namen onze
gediachteni weer een andere richting. Het le
ven waeh tie ons. We gin gen1 het onbekende
tegemoet. 'Nieuwe tafereelen dlodein zich aan
cms voor. Ein dan vendwijnen niatuurliijk de
gebeuirde d'Lnigen op den achitergrond.
De rivier Weef breed. Alleen kwam het me
voor, dat die siroom stenker werd en de boot
allengs vaart venninderde. Het wxmd bleef
woest.
Zoo voeren we uren door. Deni geheelen
morgen1 en; dtetn middag. Op den gewonen tijd
werdi het middagm aal gennttigd en daaraa
was het tijd voor het middagdutje, dat nu
zeer welfcom was, daar we begonnen te voe-
len, gedurendle den nachili zeer weinig gesla'
pen te hebben.
Oaar h'eit in de hutten niet om uit te hon
dieni was van,' de hitte, bleven we aan dek. De
een strefcte zich uit op een' iangen stoel, zoo'n
Singapore stoel, als ge hier wel eens gezien
hebli van een Indisch igast, die er mee van
booridi kwam. Een1 anider ging op een der
breede banken liggen1. Zoo deed ook ik en
weldra was ik leikiker in skaap.
'Hoe lang ik geslapen heb, wect ik niet,
maar wat ik nog heel goed: weet, is hoe ik
gewekt werdc Zoo onzacht is het me nog mim-
mer gebeurd,
Ik schnok n.i. plotseliing wakker, daar ik
met een handen hems, waarbij miin hoofd zeer
gevoelig met 'het dek in aanraking kwam,
van de bank tuitnelde. Ik sprang overeind en
vod'dle het schip onder me trillen.
Er was dus weer ie'.s gebeurd-. Maar wat?
[Dat kwi1 ik eerst weinrig uiijniaken.
Spoedig werd; het me echter duddelijk:
W'e waren' in voile vaart op den oever inge
loopen eni zaten daar nu prachtig vast.
De voorstevcin had zeffs een boom van niet
omaaPdiige dikte eenwudig op zij geduwd.
Zoo zagen- we dus nu wat beler tusschen
de boomen door het woud in. Het achterschip
•lag dwars in den stroorn. 'De andere oever
was een aanmerkeldjk eind van ons af, maar
wat zeer treffend was, dat was de aamblik
van de groote watervkkte, die we aan
stuurboord voor ons -hadden1. De boot had nl.
herti punt bereikt, waar de rivierarm uit de
grioote Kapoeas komt en Zuidwaants stroomt.
Wiij mioesten nu daar den hoek om en1 dan
stroomaf tangs de Kapoeas, tot we de Klei-
iEir moest dus wat anders op
worden.
tEen der slloepen werd nu stroomopge-
roeid. Een lange duune lijn werdi meege-
voerd. Nla eenigen afstand afgelegd te heb
ben, naderde de sleep nu met (ten' stroom
mee den .anderen oever. De matrozen gin-
gen aan land en- paLmden de d-unne Lijin in.
Deze was bevestigd aan een diikke tros, die
op deze wijze over de rivier getrckken werd
en> stevig aan een zeer dikken boom werd
vastigemiaaikt. Op het schip was de tros aan
de lier bevestigd en toen werd deze in bewe
ging gebrach't.
'De tros spande rich, stond weldra sirak,
maar.... geen- beweging in het schip.
De lier bleef werkeni, met dat gevoilg, dat
de tros in eens met een hevig geluid knapte.
Zie nu zoo'n scheepstnos eens aan -lezer.
Dan zult ge er cenig idee van hebben, hoe
vast de Karang in de modder zat.
-Wat nu ite doen?
Reeds doemde zich het vooruitzicht op, dat
we den volgenden morgen zouden' piaats ne
men' in de steepen, het schip te verl-aten en
dan trachtea zoo Pontianiak te bereiken. An
ders zat er miieti op, kwam de boot niet los.
Maar de pgingen werden niet opgegeven.
iDe steep kwam terug en eenigen tijd later
ging ze voor den tweeden keer over, weer
met een dunne lijn.
Aan deze dunne lijn bleek nu een flinke
staald'raadi bevestigd te zijn. Deze werd aan
boom en -lier vastgemaakt en weer zuchfcte en
zwoegden de machine.
Met) spanning letten we op de dingen, die
nu komen' zouden.
Voelden we daar niet iets. lets als een
kleine trilling, een beweging in het schip
Was dat tengevolge van de wedding der
machine, die kon het zijn, dat het schip wat
vrij' 'kwam?
iDaar! Weer iets!
Ja, er kwam beweging. Haast onmerk-
baar, maar heb kwam. We zaten althans niet
zoo uruurvast meer.
Nu werden; door de sdieepsofficieren al
de kedtdnggatngers uit hun rust opgejaa'gd'.
Ze kregen tot taak tegelijk van bakboord naar
stuurboord te loopen en' weer terug, om te
trachiten zoo mee te helpeni aan de boot een
schommelende beweging te geven.
-Wefli eem kwartier werd dit vol gehouden
Ail- dien tijld sitond de draad funk gespan-
nen en' werkte de lier zwaar door
iHlet was zeer interessant.
En toen, voor we er eenigszins op ver-
dacht waren'. schoot het schip pteitseling van
den oever af en naar het midden- van den
stroom toe.
We waren' vrij.
Dien nacht bleven' we midden op den
Grooten 'Kapoeas voor anker liggen.
Daar deze rivier veel breeder is dan- de
'arm, wellke we opgevaren hadden, was de
ruii-mte om ons grooter en was het niet zoo
smoorheet. IHoewel toch nog voldqende
warm. Eem warme ikruik was -n'ieb nooddg en
iik bradht den heelen. nacht dan- ook liever
miaar 'bovein op het dek dioor.
Den' vcflgencfen morgen' stoomden we om
zes uur op naar Pontianak, dat we dien dag
om 11 uur beeikten.
Armhem.A. v. W.
CIJFERS EN GETALLEN.
(Van onzen Parijschen correspondent).
(Naa'ruk verboden.)
Het Fransche geld, waarvan de koers het
vorige jaar vrij geregeld gestegen is in de
wisselkantoren in het- buitenland, neemt ook
toe in waarde in Frankrijk zelf. Voor een
zelfde aantal franken kan men meer koopen:
het leven wordt langzamerhand iets minder
duur. Doch en dit is wel heel eigenaardig
de statistiek wijst uit, dat precies in de
zelfde verhouding.... ook de loonen daalden.
En zoo komt de meerdere koopkracht van den
frank ten slotte alleen ten goede aan rente-
niers en aan valuta-speculanten
De statistiek hoe afschrikwekkend droog
en onverteerbaar ook is in sommige geval-
len toch wel eens aardig. In deze kwesties
van levensduurte en arbeidsloonen spreken de
cijfers, en zij vertellen belangwckkende din
gen voor wie naar hen te luisteren 1
nun taal verstaat
Zoo hebben de menschen, die zich met deze
wetenschap bezighouden, bijv. uitgerekend,
dat einde 1920, toen hier in Parijs, evenais
trouwens vrijwel overal in West-Europa, de
levensduurte op haar ergst was, alles gemid
deld 3.70 maal zooveel (Frans<;h) geld kostte
als in 1914. Voor den Hollander, die in die
maar zooveel verdiende)
On d-zelfde tiidstippen bedroeg de gemid
delde prijs van een maand pension (yoeding
nlus logics): bestin 1911 frs. 70; eind 191
frs 99; begin 1921 frs. 283.
zaak door den koning in hoogsteigcn persoon
is opgeworpen. zal het wel van een leien dak-
je loopen Staat, provincie en stad, voouia-
imc genootschappai, enkele hooggeplaatste
bekommernissen uit de baan te ruimen
Hoe het nu kwam, dat koning Albert zich
met deze zaak inliet?De Brusselsche Ka-
mer van Rhetorika „De Nooidstar", die haar
50-jarig jubelfeest viert, schreef een letierkuu-
kundigen- en tooneelprijskamp uF1, die aan
den gang zijn. Het is te dezer gelegenheid,
dat ae koning de rederijkerskamer de taak op-
droeg een landjuweel in te richten in Septem
ber, tevens meedeelend dat hii ais eerstei
prijs voor dien wedstrijd van praalwagens en
praalgroepcn een gouaen bckei beschikbaar
stelde.
Met aldus zijn bescherming te verleenen
aan dit kunsttournooi, hernieuwt het Bel-
gisch staatshoofd het gebaar van de Bourgon-
dische hertogen, die destijds in onze provin-
cien de kultureele evolutie en in het bijzonder
don bloei der eigen kunst zoo ijverig bevor-
derd hebben
drelte der watersnoodleening zouden, zooals me Kapoeas bereiikteni. Dam hadden we die te
Gedeputeerde Staten het uitdruktcn, de eige- voljgem, to-t aiain' Pqmlianiak, dat wcl is waar
naars van landerijen en gebouwen het hoog- niet ver vara zee ligfc, doch van uit zee moei- -
heemraadschap „hun uiterste krachten hebben l'ijflc dadelijk te bereiken is voor eemgszins pvakte) lemand die in Parijs woout elke loo
ic ennnrm" Daartegcn mocht niets hen groote vaartuigen, door een modlderbatrikfrancs welke hi] voor zijn kvensonderhoud
dagen Parijs bezocht, was dit niet zoo erg,
want de gulden was hier toen juist driemaal
zooveel waard als in 1914, dus hij betaalde
nog vrijwel de oude prijzen (tcrwijl bij hem
thuis alles, net als hier, ruim 3% maal zoo
duur was geworden, en zijn loon of salads
ook ongeveer driemaal zoo groot wasVoor
den Franschman echter gold dit natuurlijk
Iniet, hij had te rdomen met franken.
lets anders wat de statistici al sinds lang
hadaden uitgerekend is het feit, dat gemiddeld
(de statistiek kent niet anders dan gemiddel
den; dat is haar kracht en tegelijkertijd haar
in te spannen
vermurwen. De eenige verbetering, welke
werd ver kregen, bestond hierin. dat in de
St^tonvenradering ondanks aanhoudend'e be-
striiding v?n Gedeputeerde Staten, een meer-
H^rheid werd gevonden voor een voorstel,
em als het rijk wellicht een bijdrage moeht
verleenen in de watersnoodskkosten. de helft
van die Hjdrafe ia mandermg te baeogm op
welke 'gevommid is aaa den maud1 der Klieine
Kapoeas.
'De kapiteim. die dc reis voor het eerst
maakte, Wad niet geirceg rdkening gehouden'
me'.i de kracht vain den stroom en daarom
had hajl de remding aim de landpunt te klein
genomen. Hij: had zooala eenige uren later
hi—Y mil sacht daoc oaetaa varaai ie
besteedt aldus verdeelt:
Aan eten en drinken 60 frs.aan vuur en
licht 5 frs.; aan huishuur 12 frs.; aan Hee
ding 15 frs.; aan diversen 8 frs totaal 100
frs
Hierop was dan ook het bovengenoemde cij-
ter van 3.70 gebaseerd, want de cijfers wezen
uit, dat iemaad die volgeaa deze* auatataf
Waimeer men al deze eiHem. MM tot de
schaal van 100 im 1911, danjnndt men
Toonen mannen 1911: 100; 1916: 122,
1921:410; loonen vrouwen
loift- lift; 1921: 412; pensionpnjzcn 1911:
100- 1916: 141; 1921: 407; detailhanctelpri]-
zen van de 13 voornaamste levesmiadeieu
1911: 100; 1916: 145; 1921: 424.
Waaruit dus blijkt, dat de loonen waren
gestegen vrijwel naar dezelfde verhouding
als de prijs van het leven
Dit was echter dc periode van stijgmg
Begin 1921 is de daling ingetreden, en helaas
houden de berekeningen der statistic juist
daar op, althans wat het geheele land betreft.
Over 1921 beschikken wij alleen nog
over de cijfers voor Parijs.
Het index-cijfer van den gemiddelden prijs
van het leven te Parijs bed'roeg voor elk der
vier kwartalen van 1921 achtereenvolgens
338, 307, 295 en 297, d. w. z. dat tegen het
einde van het vorig jaar te Parijs gemiddeld
297 frs. kostte datgene wat men in 1914 hier
kon hebben voor 100 frs.
Wat de arbeidsloonen aangaat, daarvan
zijn de gemiddelden der verschillende bednj-
ven nog niet vastgesteld, maar wel kennen wij
reeds de gemiddelden van de meeste groeptn.
Zoo zien wij bijv. dat in de metaal-industrie
de minimum dagloonen voor de minste arbei-
ders zijn gedaald te:
Parijs van (April 1920) 17 frs op (Juni
1921) 14 frs.; te Rijssel van (Sept. 1920)
17.60 frs. op (Juni 1921) 15.60 frs te Nancy
van (Oct. 1920) 16 frs. op (Apnl 1921) 14 20
frs. etc.
Over het algemeen schijnt het wel reeds
vast te staan, dat naar verhouding de prijs
van het leven daalde, de Loonen naar vrijwel
dezelfde verhouding verminderden.
Een categorie menschen die bijzonder gele
den heeft (en niettegenstaande de ietwat mil-
dtre omstandighed'en nog lijdt). dat zijn de
sludenten. Vroeger was hun wijk, het Quar-
tier Latin, bekend om de vroolijkheid welke er
heerschte, nacht en dag. Doch met die vroo
lijkheid is het al lang gedaan. Het studeercn
is zoo duur geworden, dat men al een heel
rijken vader moet hebben, wil men niet ge-
cioodzaakt zijn om te trachten zelf een ge
deelte der kosten ervan te verdicnen De stu-
d'enten hebben voor het groote tneerendeel
een baantje: zij zijn kellner of tooneelspeler,
of letterzetter, of muzikant in een scrijkje. Zij
studeeren.in hun vrijen tijd. En des nachts..
slapn zij, om den volgenden dag, bij hun pa-
troon, behoorlijk hun plicht te kunnen doen.
De echte, onbezorgde jool.... die is in de ver-
drukking gekomen.
De stud'enten van tegenwoordig, zij zingen
niet meer, zij lachen nauwelijks meer, zij tel-
len en rekenen. Vo6r den oorlog hadden zij
twee- a driehonderd francs per maand noo
dig om te leven Met vijfhonderd waren zij
rijk Op het oogenblik kunnen ze met 7000
frs. per jaar als't moet, net heel bescheiden-
ties rondkomen. op conditie dat ze niets an
ders drinken don water.
Ziehier het budget van een Parijsclien stu
dent, dezer dagen opgemaakt door „L'Uni-
versite de Paris":
Kamer 10 maanden k 130 frs 1 300; wasch
10 maanden a 20 frs. 200; ontbijt 15 frs. per
maand' 150 dejeuner en diner in net Restau
rant Universitaire en niets anders drinkend
dan water, 3 frs. per maal tijd, 1.300; tram,
metro: 15 frs per maand 150; anderhalf pak
per jaar 500; een overjas 300; schoenen en re-
paratie 150; linnen 200; hoed 40; colilegegeld
250; bocken 250; kranten, brieven 10()j lid-
maatschap van een of andere club 25; to
taal 5.415.
Rekent men daarbij d'an "nog de spoorreis
om de twee maanden der vacantie thuis te
gaan doorbrengen en de uitgaven gedurende
de vacantie dan komen wij minstens tot 6000
frs. En dan nog mag de student, over v/ien
wij het hebben niet rooken, nooit een enkel
biertje dirinken, nooit roaar den schquwburg
gaan, nooit ziek zijn, en nooit eenige ver-
strooiing of ontspanning noodig hebben!
De studietijd, die minstens vijf jaren be-
d'raagt voor de studie in de rechten en zeven
jaren voor de medicijnen, kost aan de ouders,
die hun zoon willen laten studeeren, dus
35.000 k 50 000 frs.
Is het wonder dat het aantal der Fransche
studenten bij den dag vermindert, tcrwijl men
haast geen Roemenen. Tsjechen, Serven, Po-
lti meer ziet? Alleen Chineezen die zkt
men nog! De Ch'ineezen die in Parijs gaan
studeeren, krijgen van hun Gouverncment een
beurs van 800 frs, per maand. Met een klei
ne toelage kunnen die dus zij het ook zon
der bokkesprongen rond'komen Maar de
andere rassen sterven uit, op den boul'Mich!
Het noodlottig gevolg is. dat d'e examinato-
ren het hoe langer zoo minder nauw nemen
met de examens, en dat niet alleen de kwanti-
teit. doch zelfs ook de kwaliteit der af?e!ever-
dc -adktocaten, 'geneesheeren etc. onrustba-
rend daalt..
Ziedaar een ander eigenaa-dig kwaad,
waarmee de levensduurte ons heeft opge-
scheept
Parijs, Maart 1922.
LEO FAUST.
Voor wien de geschiedenis kent der Vlaam-
sche Kamers van Rheiorica, zal het wel over-
bodiig zijn or op te wdjzen. wat de openbare
feestelijikiheid „Landjuweer beteekent Het
«l*aa coopt «ea praahhwetoaft vaar in
Een der eerste landjuweelen en- zoogenaam-
dc Rcfereijnfeesten, werd, zooals men weet,
gehouden in 1499 Daaraan namen niet mjn-
<aer dan 28 rederijkerskaniers van Noord en
Zuid deel en onder de Noord-Nederlandsche
nocmt men die van Zevenbergen, Reimcrs-
\vaal (verzwolgen door de Schelde), Anister-
,dam, Hulst, Axel, Sluis, Utrecht, enz.
M'en weet, dat het toen de gewoonte was
,,vragen" te stellen, die meostal in de eeuwen.
van diep geloof betrekking hadden' op gods-
dienstige zaken.
In 1499 luidde de vraag: Welke is de
grootste verborgenheyd ende het verwonder-
lykste werk, dat God oyt voor's menschen
heil gedaen heeft?
De Kamer „De Groeiende Boom" van Lier
behaalde den prije met dit antword: ,,Het is
van die menschelijke natuur aangcneiren te
hebben."
Zal men ditmaal het stellen van „vragen"
weer in zwang brengen Er ware daar mis-
schien een eigenaardige proel te doen.
£hj ik dacht nog even aan- de „esbattenlen-
ten" der rederijkers, toen ik de heropvoering
bijwoonde in het deftige theater te Brussel,
zooals men een nieuwen schouwburg noemt,
van het bekende mysteriespel „Soeur Beatri
ce" van onzen vermaarden schrijver Maurice
Maeterlinck. IkAveet niet wat er van de filo-
sofische geschriften, van de diepgaande wijs-
geerige beschouwingen, die Maeterlinck de
wereld inzond, zal overblijven na vijftig jaar,
doch zijn tooneelwerk zal hem voorzeker
niet overleven, te oordeelen naar den indruk,
dien men wegdraagt van zijn stuk „Soeur Be-
j a trice'. Bij zijn verschijning werd dit myste
riespel op alierlei tonen bezongen; de Fran
sche sceptieus Anatole France stond ex in be-
wondering voor, de snobs juichten het toe.
Helaas- Hoe komt het, dat na eenige jaren..
en un plomb vil l'or pur s'est done change??
Een ieder haallti er thans die schouders bij op.
Men kent het onderwerp: iZuster Beatrice
werd geplaagd in't Hooster d'oor den kwel-
duivel der liefde. Zonder de kap over de
haag te werpen, verlaat ze evenwe) het klcos-
ter om te gaan varen in Cupido's mossel-
schuit De Maagd Maria voelt meddijden
met de arme jonge vrouw en tijdens haar af-
wezigheid neant zij haar piaats in. bij de zus-
ters en volbrengt haar werk. Wanneer de lief-
dekaars is uitgebrand en 't zusterken terug
naar't klooster word't gedreven. vindt ze er
alles in- den rechten plooi. Niemand heeft
haar afwezigheid1 bemerkt, dank zij de
Maagd Maria, die, haar taak volbracht, met
genoegen afscheid neemt
Niet waar. dat het een prachtig onderwerp
ware geweest voor een blij-eindend treurspel,
op te voeren door een red'erijkerskamer der
XVIe eeuw. Doch wij, twintigste eeuwers, zijn
niet genoeg meer doordrongen van het geloof
der middefeeuwen om ons te laten ontroeren
door dergelijk mysteriespel. Het is dan ook
een estetische curiositeit geworden, die mis-
schien nog boeien kan bij de lezing, maar op
de planken al haar effekt mist.
Voorname Belgische en Fransche tijd-
schriften wij aen thans ernstige studien aan
den Franschen wijsgeer Descartes, ter gele
genheid van een op til zijnd eeuwfeest.
Er wordt hierin ook gesproken van het ver-
blijf van Descartes in Holland. Er mag met
het oog hierop wel gewezen worden op het
v'ugschrift dat de Vlaamsche priester Mon-
champ leeraar in het scminarie te Sint-Trui-
den (Limburg) laat verschijnen onder dezen
titel: Descartes in Holland. Wij verneinen
daarin dat Descartes driemaal in Holland
vcrblecf van Mei 1617 tot Juli 1610; van De-
Loember 1621 tot Maart 1622; van Maart
1629 tot September 1649 In 1617 was Des
cartes te Breda als vrijwilliger in het leger
van orins Maurits. Het is van algemeene be-
kendheid, dat Descartes de BolTandsche taal
aanleerde om iu briefwisseling te treden met
de Nederlandscne wiskundigens namelijk met
Taak van Wassenaer, en met hem onderhan-
delde over ,.den Teerling-wortel in tweemee-
ninghe getallen" en met Wassenaer opfrad
als bekamper van den wiskundigen Jan Sta-
cupioen, die in 1639 een werk schreef over
den „Teerl:ngwortel"
Const. Huvgens hield Descartes in hoog
aanzien en stuurde hem ziin werk over
.Orgels in Protestantsche kerken", waarop
de wijsgeer zijn aanmerkingen schreef, Des-
cartis wist zich zoo goed de taal van het land'
eigen te ma km, dat hij zelf de gewest-spra-
lren van 't Nwwd« kwde Hij schroef
ici up uu --- 5i uai we veiuur aen siroqm op em anze oe-